FUIVLb
Fryske Utfieringstsjinst MiIjeu en Omjouwing
Aan Provinciale Staten van Fryslân, het algemeen bestuur van het Wetterskip Fryslân en de raden van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling FUMO
Grou, 13 april 2016 Ons kenmerk Behandeld door
: 0079 : H. van der Werf!
Betreft
: voorlopige jaarrekening FUMO 2015
Geachte besturen, In de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) is in artikel 80a is bepaald: “Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoering organisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vôôr 15apr11 van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten, aan provinciale staten van de deelnemende provincies en aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.”. Op basis hiervan heeft het dagelijks bestuur in haar vergadering van 11 april 2016 de voorlopige jaarrekening 2015 vastgesteld. U treft deze voorlopige jaarrekening ter kennisname als bijlage bij deze brief aan. De jaarrekening 2015 sluit met een batig saldo van € 1.159.785. -
-
De voorlopige jaarrekening 2015 wordt in april door de accountant gecontroleerd. In de gemeenschappelijke regeling FUMO is bepaald dat het algemeen bestuur de jaarrekening vaststelt uiterlijk op 1juli in het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft. De jaarrekening zal ter vaststelling aan het algemeen bestuur worden aangeboden in haar vergadering van 30juni 2016. Na vaststelling zal u de jaarrekening 2015 worden aangeboden.
Postbus 3347, 8901 DH Leeuwarden J.W. de visserwei 10, 9001 ZE Grou 1 0566 750 300
[email protected] • www.fumo.nI 1 NL93 RABO 0135 515238 • BTW nr NL 8526.08.263.B.01 1 KvK nr 5749 9470
FUIVLb
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing
De in artikel 80a van de WGR genoemde algemene financiële en beleidsmatige kaders (voor de begroting 2017) zijn reeds opgenomen in de ontwerpbegroting 2017. Deze is door het dagelijks bestuur op 7 maart 2016 vastgesteld en u in het kader van de zienswijzeprocedure toegezonden bij brief van 8 maart2016. -
-
Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van de FUMO,
L.l. Diks, voorzitter,
6’
M. van der Wal, secretaris/directeur
-2/2-
Onskenmerk:
FUIV[b
Fryske Utfieringstsjinst Milieu en Omjouwing
Jaarstukken van de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing over 2015
Inhoud Inleiding Jaarverslag
.2 3
Algemeen
3
Toetsing en vergunningverlening
3
Toezicht en handhaving
4
Specialistisch advies
5
Productie
6
Paragrafen Paragraaf financiering Paragraaf bedrijfsvoering
9 9 12
Jaarrekening 2015
16
Grondslagen
17
Balans per 31 december 2015
19
Toelichting op de balans
20
Activa
20
Passiva
23
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
24
Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar 2015
25
Toelichting op de lasten
26
Toelichting op de baten
32
Incidentele baten en lasten 2015
34
Structurele mutaties 2015 in reserves
35
Begrotingsrechtmatigheid
36
Wet normering topinkomens
38
Inleiding Voor u liggen de jaarstukken 2015 van de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing, kortweg FUMO. Het zijn de tweede jaarstukken van de FUMO, die op 1januari 2014 officieel van start is gegaan Op het moment dat de begroting 2015 werd opgesteld was de FUMO ongeveer een halfjaar operationeel. Er waren dus nog weinig ervaringscijfers van de FUMO beschikbaar bij het opstellen van die begroting. De begroting 2015 is gebaseerd op de begroting in het “Bedrijfsplan FUMO” van juni 2012. Met de vaststelling van dat bedrijfsplan is het fundament gelegd voor de FUMO. De totale lasten en baten in de begroting 2015 waren geraamd op € 11.867.442. Dit is inclusief een bedrag van € 838.253 aan implementatiekosten welke zowel aan de lastenkant als aan de batenkant via een opslag op het tarief—waren meegenomen in de begroting. In navolging van de werkwijze in 2014 worden deze implementatiekosten in de jaarrekening niet via de exploitatierekening geboekt maar via de balanspost financiële vaste activa. Daardoor ontstaat er verschillen met de begroting. Om de vergelijking tussen de begroting en jaarrekening zuiver te houden gaan wij in onderstaande vergelijking met de realisatie uit van de bedragen exclusief implementatiekosten.
—
Begroting 2015 Af: implementatiekosten Gecorrigeerde begroting 2015
Lasten Baten
Gecorrigeerde begroting 2015 €11.029.189 € 11.029.189
Lasten € 11.867.442 838.253 € € 11.029.189
Baten € 11.867.442 € 838.253 € 11.029.189
Jaarrekening 2015 €10.964.881 € 12.124.666 € 1.159.785
Saldo € 64.308 € 1.095.477 €1.159.785
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het batig saldo van € 1.159.785 is ontstaan door lagere lasten ten opzichte van de begroting van € 64.308 en door hogere baten ten opzichte van de begroting van € 1.095.477. Het resultaat van (afgerond) € 1,160 miljoen is op hoofdlijnen als volgt te verklaren (bedragen x € 1.000): Hogere personeelskosten Lagere kapitaallasten Lagere kosten wagenpark Lagere huisvestingslasten Lagere administratie en ICT-kosten Hogere overige kosten Onvoorzien ongebruikt Lagere lasten
-206 162 156 34 66 -297 150
Extra baten, niet begroot Vrijval reserve scholing en vorming Hogere baten
1.055 40
Batig saldo 2015
65
1.095 1.160
Deze verschillen tussen begrote en werkelijke baten en lasten worden in de jaarstukken verder toegelicht. In artikel 29, lid 8 van de Gemeenschappelijke Regeling FUMO is bepaald dat een batig rekeningsaldo wordt toegevoegd aan het weerstandsvermogen van de FUMO. Het weerstandsvermogen bedraagt ten hoogste 10% van de jaaromzet. Het weerstandsvermogen van de FUMO mag, gebaseerd op de jaaromzet 201 5, maximaal€ 1.212.465 bedragen. Aangezien het weerstandsvermogen van de FUMO thans nihil is, wordt het gehele rekeningresultaat aan het weerstandsvermogen toegevoegd. 2
Jaarverslag Algemeen De hoofdpunten van het jaarverslag worden hieronder kort benoemd. In de paragraaf bedrijfsvoering worden enkele onderwerpen nader uitgewerkt. De FUMO heeft zich ook in het tweede jaar van haar bestaan gericht op de verdere ontwikkeling van deze nieuwe organisatie. Naast het uitvoeren van de primaire taak: het werken aan vergunningverlening, toezicht en handhaving en specialistische advisering, werd het hele jaar een groot beroep gedaan op management en medewerkers om projecten uit te voeren en een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van de FUMO. Voorbeelden hiervan zijn de aanbesteding van het nieuwe VTH-systeem, de aanpassing van de producten- en dienstencatalogus, de invoering van kwaliteitscriteria en het uitvoeren van interne audits. Het jaar 2015 stond in het teken van het verhogen van de productiviteit. De cijfers over 2015 laten een significante verhoging ten opzichte van 2014 zien. Een flink aantal personele mutaties heeft er mede voor gezorgd dat de formatie en de feitelijke bezetting beter aansluiten op de uitte voren taken. Het ziekteverzuim is ten opzichte van 2014 flink gedaald. De planning en controlcyclus is verder ontwikkeld en de start met interne audits is een verdere aanzet tot verbetering van de bedrijfsvoering. Het project rond de Europese aanbesteding van een nieuw VTH-systeem is tot nu toe goed verlopen. Naar verwachting zal in de eerste helft van 2016 een definitieve gunning plaatsvinden. In 2015 is hard gewerkt aan de realisatie van een nieuw bedrijfsplan, mede op basis van een analyse van het bedrijfsplan 2012 door Deloitte. Kern van het nieuwe bedrijfsplan is een nieuwe, meer realistische verwachting van de te realiseren productieve uren per fte per jaar in de komende jaren en een andere manier van toezichthouden, het zogenaamde risicogericht werken. Vaststelling van het Bedrijfsplan 2016-2019 zal naar verwachting medio 2016 plaatsvinden. Een deelnemerstevredenheidonderzoek heeft meer inzicht gegeven in de wensen van de deelnemers. De verbetering van de relatie tussen de FUMO en haar deelnemers, onder andere door het houden van themabijeenkomsten en het verbeteren van de rapportages, heeft verder vorm gekregen. De doorontwikkeling van de interne Organisatie heeft geleid tot een aanpassing van de organisatiestructuur. Het directiemodel een tweehoofdige directie van directeur/secretaris en adjunct directeur is ingevoerd en is basis voor het voeren van regie op concernniveau en het geven van sturing op afdelingsniveau. -
-
Alle acties en projecten die voortvloeien uit de begroting, het nieuwe (concept)bedrijfsplan, de doorontwikkeling van de organisatie en het deelnemerstevredenheidonderzoek zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma FUMO 2016. Al met al een turbulent jaar waarin er een flinke verbetering op diverse niveaus is gerealiseerd en er, ook financieel gezien, sprake is van een positief resultaat.
Toetsing en vergunningverlening De taken op het gebied van Toetsing & Vergunningverlening, kortweg T&V, zijn ondergebracht in drie teams: “Afval & Agrarisch”, “Industrie” en “Plustaken”. T&V voert taken uit in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), de Ontgrondingenwet, het Vuurwerkbesluit, de Wet bodembescherming en de Wet luchtvaart. Op basis van de uitvraag bij deelnemers medio 2014 is, op basis van de Fryske norm, de begrote formatie berekend voor 2015 voor de taken op het gebied van T&V. Deze bedroeg pim. 25 fte. Voor een aanzienlijk deel werd gebruik gemaakt van externe inhuur, deels vanwege personele wisselingen. Op een enkele onderdelen was specifieke kennis niet in voldoende mate bij de FUMO beschikbaar. 3
In 2015 is aandacht besteed aan het omzetten van vergunningen als gevolg van het overgangsrecht Activiteitenbesluit. In bepaalde gevallen werden maatwerkvoorschriften van toepassing verklaard. Er zijn in dit kader 400 dossiers onderzocht. Bij de vergunningen voor 16 inrichtingen heeft dit geleid tot het opleggen van maatwerkvoorschriften. De FUMO voert BRIKS-taken uit voor diverse deelnemers. Voor de uitvoering van deze taken is in het kader van mobiliteit één collega intern deels vrijgemaakt, er is een medewerker aangetrokken vanuit een deelnemende gemeente en wordt extern ingehuurd en/of gedetacheerd vanuit en naar deelnemende gemeenten. Voor het verrichten van BRIKS-taken voor (ex)-provinciale inrichtingen was in 2014 in beginsel geen eigen capaciteit beschikbaar. Om deze taken uit te voeren is in 2015 nog deels een beroep gedaan op gemeentelijke deelnemers waarin de inrichting is gelegen, maar geleidelijk aan is de FUMO deze taken in 2015 steeds meer in eigen beheer gaan uitvoeren. Naast deze structurele taken zijn er ook incidenteel BRIKS-taken verricht ten behoeve van de provincie (N381) en de gemeente Harlingen (N31). Verbetering van de kwaliteit van de producten was een speerpunt. Onder andere gericht op grotere uniformiteit, meer op de activiteiten van de FUMO geënte sjablonen en processen, betere afstemming en minder overschrijding van termijnen. Veel tijd is geïnvesteerd in externe contacten. Naast de deelnemers gaat het om een breed scala aan partijen zoals de BRZO-RUD Groningen, de Veiligheidsregio, Inspecties, Staatsbosbeheer en welstandcommissies. Inmiddels verloopt de samenwerking met de deelnemers steeds beter, ook al blijven er punten die nog verder moeten worden uitgekristalliseerd. Er is meer structuur aangebracht en het wordt steeds duidelijker wat er van de FUMO verwacht wordt en hoe deze opdrachten efficiënt en kwalitatief op niveau uitgevoerd kunnen worden.
Toezicht en handhavïng Voor de afdeling Toezicht en handhaving was 2015 een onrustig jaar. Er vond een aantal personele wisselingen plaats. In de loop van het jaar is de capaciteit van de afdeling op peil gebracht. Er is tijdelijk personeel ingehuurd om zoveel mogelijk aan de opdrachten van de deelnemers te kunnen voldoen. In 2015 is de afdeling ingedeeld in drie teams: “Industrie en Afval”, “Agrarisch, BRZO, Groen, Water en Briks” en “Bodem, Ketentoezicht, Vuurwerk en BOA’s”. De afdeling bestaat uit pIm. 38 fte vast personeel. Twee personeelsleden waren langdurig ziek. Ondanks dat is het ziekteverzuim van de gehele afdeling overigens wel fors gedaald. Voor alle provinciale inrichtingen zijn de dossiers gescreend op de Richtlijn industriële Emissies. Dit heeft ertoe geleid dat voor enkele inrichtingen de vergunning is aangepast. Tevens is de screening gebruikt als basis voor de toezichtplannen en de risicoanalyse. Voor het toezicht bij de provinciale inrichtingen is voor alle inrichtingen een risicoanalyse gemaakt en kan op grond daarvan risicogericht toezicht worden toegepast. Deze ervaring is goed te gebruiken voor de gemeentelijke inrichtingen waar de Fumo toezicht houdt. In 2015 is de productie van de afdeling fors toegenomen ten opzichte van 2014, maar heeft nog niet het niveau van de begroting bereikt. Conform de aangegeven verwachtingen in de 2e en 3e marap is 75% van het totaal aantal geplande, reguliere controles gerealiseerd. De verschillen in aantallen tussen de deelnemers zijn nog te groot, ondanks de sturing die, op basis van de beschikbare overzichten, vooral in de tweede helft van het jaar is geïntensiveerd. Daarnaast waren helaas niet bij alle deelnemers de dossiers op orde. Dit heeft veel extra tijd gevraagd, hetgeen zijn weerslag heeft gehad op de omvang van de uit te voeren controles. In 2014 waren niet alle controleprogramma’s aan het begin van het jaar beschikbaar. Ook in 2015 was dat het geval maar er was wel een verbetering te zien ten opzichte van 2014. De controleprogramma’s werden door de deelnemers grotendeels in de eerste twee maanden van 2015 aangeleverd. Een aantal deelnemers heeft langere tijd nodig gehad; de laatste controleprogramma’s werden pas rond de zomer aangeleverd. Dit heeft zijn weerslag gehad op de planning. In 2015 is gestart met gesprekken bij de deelnemers over het controleprogramma. Doel hiervan was om duidelijkheid te krijgen over de verwachtingen rond de te leveren producten door de afdeling Toezicht en Handhaving. Dit heeft er toe geleid dat er een meer realistische verwachting is ontstaan 4
waarbij duidelijk is aangegeven dat de gewenste aantallen controles niet gehaald konden worden. Deze gesprekken werden door alle partijen als zeer nuttig ervaren. In 2015 is een risicoanalyse gemaakt voor ketenhandhaving waaruit vier thema’s als prioriteit naar voren zijn gekomen. Deze risicoanalyse is besproken in het VTH-overleg.
Specialistisch advies Binnen de afdeling Specialistisch Advies zijn de teams “Geluid”, “Licht en trillingen” en “Leefomgeving” samengevoegd tot één team Leefomgeving. Binnen het team Leefomgeving zijn nu alle technischinhoudelijke adviseurs ondergebracht. Het team Juristen is ongewijzigd gebleven. Vanuit beide teams bieden de medewerkers ondersteuning aan vergunningverleners en toezichthouders bij de uitvoering van basis- en plustaken. In 2015 werden de specialisten meer en eerder betrokken bij complexe situaties; probleemsituaties werden in toenemende mate vanuit verschillende deskundigheidsgebieden benaderd. Bij de start van de FUMO is in eerste instantie voor de individuele medewerkers een werkverdeling aangehouden die aansloot bij de situatie bij de Milieuadviesdienst en de provincie. Geleidelijk aan vervaagt dit en worden de werkzaamheden als één team uitgevoerd. Binnen het deskundigheidsgebied “Geluid” waren vraag en capaciteit nog onvoldoende in balans. In de eerste helft van het jaar was de omvang van de geluidadvisering vanuit de deelnemers gering. Vanaf de zomerperiode nam dit steeds meer toe, zodat eind 2015 extern personeel ingehuurd moest worden om tijdig advies te kunnen geven. Inmiddels is het inzicht in de werkvoorraad op basis van plustaken van de deelnemers en extra, incidentele opdrachten verbeterd. In 2016 zal worden ingezet op communicatie met de deelnemers om de adviesvragen waar mogelijk te spreiden. Op de andere deskundigheidsgebieden zoals externe veiligheid, lucht en luchtvaart was de orderportefeuille goed gevuld. Ook vanuit andere overheden en omgevingsdiensten zijn verzoeken tot ondersteuning en advisering binnengekomen. In beginsel werden deze diensten geleverd, zo nodig met extern personeel. Dit werd via offertes en opdrachten vastgelegd. Vanuit de afdeling is inzet gepleegd om extern subsidie te verwerven. Dit heeft geresulteerd in opdrachten op gebied van sanering van wegverkeerslawaai, energiek toezicht en Externe Veiligheid. Vanuit de gemeentelijke deelnemers werd vaker ondersteuning gevraagd van de juristen voor het behandelen van bezwaar- en beroepszaken. Deze cases werden in nauwe samenwerking met de gemeenten voorbereid. De resultaten waren zeer goed te noemen. Omdat deze werkzaamheden veelal niet opgenomen waren in de DVO’s, werden hiervoor incidentele opdrachten verstrekt. De afdeling heeft een bijdrage geleverd aan werkzaamheden in verschillende in- en externe werkgroepen, zoals Kwaliteitscriteria, Producten- en dienstencatalogus en wijziging van de GR FUMO. Vanuit het team Juristen is bijgedragen aan de beantwoording van juridische vragen en producten, bijvoorbeeld rond de dienstverleningsovereenkomsten, mandaat, personele regelingen en samenwerkingsafspraken tussen de drie noordelijke omgevingsdiensten. Voor de uitvoering van taken beschikte de afdeling over diverse hulpmiddelen: meetapparatuur, berekeningsmodel, kaartmateriaal, toegang tot vakliteratuur, wet- en regelgeving, e.d. Vanaf 1januari 2015 beschikt de FUMO over Public Intelligence (Juridische databank). Er is geborgd dat deze actueel gehouden worden. Op • • •
personeelsgebied waren er de nodige aandachtsgebieden: In 2015 was binnen de afdeling nog sprake van één langdurig zieke. Eén medewerker is vooruitlopend op pensionering gedetacheerd bij de provincie. De afdeling kent enkele kwetsbare functies: één medewerker met kennis van een deskundigheidsgebied. Omdat de vraag niet constant van dezelfde omvang was, gaf dit pieken en dalen in de werkbelasting. Om de kwetsbaarheid te verminderen werden duo’s gevormd en zijn afspraken gemaakt tussen de drie noordelijke omgevingsdiensten voor kennisdeling en samenwerking. Waar nodig vond incidentele inhuur plaats.
5
Productie In totaal zijn over 2015 4.654 zaken in Powerforms geregistreerd. Dit zijn bijna 1 .500 zaken meer dan in 2014 toen er 3.192 zaken waren geregistreerd in Powerforms. Overigens zijn niet alle zaken in 2015 afgerond; een aantal loopt door in 2016. Ditzelfde was het geval in 2014. Uit contacten met deelnemers wordt duidelijk dat er verschillen bestaan in de wijze van administreren van de uitgevoerde werkzaamheden tussen deelnemers en de FUMO. Een goed voorbeeld hiervan is de administratie van het aantal controles. De FUMO neemt de controles pas op in de productiecijfers nadat de controles zijn afgerond. Veel deelnemers administreren bij de start van een controle. Hierdoor er geen volledige aansluiting tussen de productiecijfers van de FUMO en de deelnemers. Bij de inrichting van het nieuwe VTH-systeem zal bezien worden of tot een betere aansluiting kan worden gekomen. Hieronder volgt een overzicht van de 4.654 gebruikte zaaktypen.
Zaaktype omschrijving (Voor)overleg voeren Advies verstrekken Beroep behandelen Bestuurlijke strafbeschikking Bezwaar behandelen Handhavingsbesluit nemen Handhavingsverzoek behandelen Incidentmelding behandelen Last onder dwangsom ten uitvoer leggen Melding behandelen MER complex / uitgebreid Procesverbaal Toetsing uitvoeren Toezicht uitvoeren Vergunningaanvraag regulier behandelen Vergunningaanvraag uitgebreid behandelen Voorlopige voorziening behandelen Zienswijze behandelen (intern) Eindtotaal
2015 2014 Totaal Totaal 255 200 908 363 13 6 3 7 14 25 6 6 25 19 1 4 1 2 408 418 10 17 25 4 26 49 2.083 1.329 657 571 199 165 1 2 21 5 4.654 3.192
Uit bovenstaand overzicht is af te leiden dat de productie bij nagenoeg alle zaaktypen ten opzichte van 2014 sterk gestegen is. De sterke toename bij het zaaktype “advies verstrekken” heeft voor ongeveer 400 zaken betrekking op screening van maatwerkvoorschriften bij diverse bedrijven. Dit was een éénmalige actie in verband met wijzigingen in het activiteitenbesluit. In totaal zijn in 2015 116.000 productieve uren aan zaken besteed. Dit is aanzienlijk meer dan in 2014 (toen circa 93.000). Het aantal productieve uren blijft echter nog fors achter bij de begroting. In de begroting is uitgegaan van een formatie voor het primaire proces van 93,74 fte. Op basis van de vastgestelde 1.400 productieve uren per fte is in de begroting circa 131.000 uur opgenomen. Over 2015 is de productiviteit gemeten in productieve uren uitgekomen op 81%, circa 1.130 uur per fte. In 2015 is de feitelijke bezetting voor het primaire proces uitgekomen op circa 103 fte. Dit is iets hoger dan in 2014. Deze hogere formatieve bezetting ten opzichte van de begroting wordt vooral veroorzaakt door inhuur als gevolg van de uitvoering van extra, niet begrote incidentele opdrachten en bijzondere baten. Met deze opdrachten, met een omvang van circa € 1,1 miljoen is extra formatie gemoeid van ruim 8,5 fte. Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat het uitvoeren van extra opdrachten buiten de begroting om niet leidt tot verdringing van de uitvoering van het takenpakket dat in de begroting is opgenomen, omdat de formatie incidenteel wordt uitgebreid.
6
Het ziekteverzuim is over 2015 uitgekomen op 4,7%, terwijl dit in 2014 nog op 7% lag. Het bovenstaande kan als volgt worden samengevat: Begroting 2015 Realisatie 2015 Realisatie 2014 Formatieve bezetting 94 fte 103 fte 102 fte Aantal productieve uren 131.000 116.000 93.000 Aantal productieve uren per fte 1.400 1.130 910 % productiviteit 100% 81% 65% Ziekteverzuim 5% 4,7% 7% Naast de productiviteit, gemeten in uren en procenten ten opzichte van de begroting, is ook een overzicht gemaakt van de gerealiseerde aantallen producten ten opzichte van de Fryske Norm en de met deelnemers afgesproken aantallen. Dit overzicht levert voor de basistaken het volgende beeld op:
Vergunningverlening Toezicht Controles Hercontroles % hercontroles Klachten -
-
-
-
Fryske norm
Gerealiseerd
Verschil
386
481
95
% gerealiseerd t.o.v. norm 125%
1.071 413 39% 193
818 259 32% 65
-253 -157 -7% -128
76% 63% 82% 34%
Op het terrein van vergunningverlening zijn in totaal 95 mutaties meer uitgevoerd dan op basis van de Fryske Norm verwacht mocht worden. Bij vergunningverlening heeft de FUMO slechts een beperkte invloed op de aantallen aanvragen. In de Fryske Norm is bij toetsing en vergunningverlening sprake van een verwachte mutatiegraad van vergunningen. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen de aard van de mutaties. Een vooroverleg over een vergunning wordt ook als mutatie gezien en kan eventueel leiden tot een al dan niet aangepaste aanvraag. Maar het is ook mogelijk dat indien de plannen niet haalbaar zijn er geen aanvraag volgt. Op het totaal van 481 gerealiseerde mutaties voor milieumeldingen en vergunningen hebben circa 100 betrekking op een vooroverleg. Zonder deze vooroverleggen is het percentage ongeveer gelijk aan de Fryske Norm. De mutatiegraad in de Fryske Norm is gebaseerd op een langjarig gemiddelde. Het aantal mutaties kan dus per deelnemer per jaar aanzienlijk afwijken van deze norm. Een dergelijke afwijking is niet als onjuist aan te merken. Wel zijn er verschillen in werkwijze tussen deelnemers die ook van invloed zijn op het aantal mutaties. Op het terrein van toezicht en handhaving is in totaal 76% aan reguliere controles gerealiseerd. Dit komt redelijk overeen met het percentage van 75% dat vanaf medio 2015 in de managementrapportages is opgenomen. Op basis van dit percentage zijn ook prioriteiten gesteld bij deelnemers voor wat betreft de controles die al dan niet in 2015 zouden moeten plaatsvinden. In totaal zijn 818 van de 1.071 geplande controles conform de Fryske norm gerealiseerd. De verschillen tussen de deelnemers zijn groot en variëren tussen 33% en 111%. Hierbij moet worden opgemerkt dat bij deelnemers met een beperkt aantal inrichtingen in percentages gemeten al snel grote verschillen kunnen ontstaan. Het aantal hercontroles is ogenschijnlijk lager dan de Fryske Norm. In deze norm is er vanuit gegaan dat bij provinciale en voormalig-provinciale inrichtingen in 30% van de gevallen een hercontrole nodig is en bij gemeentelijke inrichtingen in 40% van de gevallen. In bovenstaand overzicht is opgenomen dat 32% aan afgeronde hercontroles gerealiseerd is. Dit percentage van 32 lijkt te laag te zijn als betrouwbare indicator voor het werkelijke gemiddelde percentage hercontroles. Dit heeft te maken met grote verschillen in aantallen controles/hercontroles over 2014 en 2015. Bij de evaluatie van de Fryske norm zal hieraan aandacht besteed worden. Bij de uitvoering van de hercontroles zijn verschillen waarneembaar tussen deelnemers. De reden hiervoor ligt in het handhavingsbeleid dat per gemeente kan verschillen. Indien bij deelnemers meer stappen (tweede en opvolgende hercontroles) worden gebruikt voordat wordt overgegaan tot handhaving kan het zijn dat het aantal hercontroles bij deze deelnemers hoger ligt. Over 2015 is het beleid van de deelnemer op dit punt leidend geweest. Het aantal klachten is aanzienlijk lager dan op grond van de Fryske Norm verwacht mocht worden. De reden hiervoor is dat controles naar aanleiding van klachten niet altijd als “controle naar aanleiding 7
van een klacht” geregistreerd werden. In veel gevallen werd naar aanleiding van een klacht (vaak op verzoek van een deelnemer) een reguliere controle uitgevoerd. Ook leidden niet alle klachten tot een fysieke controle. Het aantal klachten dat de FUMO heeft afgehandeld is feitelijk hoger dan het aantal controles naar aanleiding van een klacht doet vermoeden. In 2015 zijn in totaal 217 klachten buiten het Milieualarmnummer om door de FUMO behandeld. Inmiddels zijn maatregelen genomen om de controles naar aanleiding van een klacht” beter te administreren. Hiernaast zijn bij de FUMO via het Milieualarmnummer nog 770 klachten binnengekomen. Het overgrote deel van de klachten heeft geen betrekking op inrichtingen die in het basistakenpakket van de FUMO zijn opgenomen. Ongeveer 50% van deze klachten heeft betrekking op stankoverlast. Vaak zijn er meerdere klachten die betrekking hebben op dezelfde situatie. De klachten die niet bij de FUMO horen worden doorgezonden aan de toezichthouder(s) van het verantwoordelijk bevoegd gezag. De klachten die betrekking hebben op door de FUMO uit te voeren taken worden als controle naar aanleiding van een klacht geadministreerd.
8
Paragrafen Paragraaf financiering Financieringsverloop 2015
1
mschrijvin Reserves en voorzieningen Vaste geldieningen Beschikbare financieringsmiddelen Totaal geïnvesteerd bedrag
31 december 2015 0 0
Financieringstekort = financieringsoverschot)
(bedragenx€ 1.000 1 januari 2fl(’ 0 0
0 -797
0 -2.450
-797
-2.450
*
Het in 2015 ontstane financieringstekort van € 797.000. is als volgt tot stand gekomen.
Omschrijving Financieringsoverschot/tekort bij aanvang van het verslagjaar Geactiveerd in 2015 Vermindering in 2015 (afschrijvingen/aflossingen) Per saldo beslag gelegd op middelen voor financiering activa Per saldo toename van de reserves en voorzieningen in 2015 Aangetrokken vaste geld leningen Aflossingen op vaste geld leningen Per saldo middelen aangewend voor aflossing vaste geldieningen Financieringstekort aan het einde van het verslagjaar
(bedragen x € 1.000) 2.450 415 -2.068 -1.653 0 0 0 0 797
Het ontstane financieringstekort is met name het gevolg van het financieren van investeringen in financiële vaste activa uit liquide middelen.
Risicobeheer Op grond van de Wet Fido (Wet Financiering Decentrale Overheden) zijn richtlijnen opgenomen ter beheersing van de renterisico’s op korte termijn. Zo zijn er spelregels opgenomen voor de mate waarin gemeenschappelijke regelingen met ‘kort’ geld gefinancierd mogen zijn, de zogenaamde kasgeldlimiet. Hiermee wordt vermeden dat er grote schommelingen zijn in de rentelasten van openbare lichamen (uitgangspunt van de Wet Fido). Schommelingen in de rente van kortiopende schulden hebben een directe invloed op de rentelasten. Voor de FUMO betekende het, dat de FUMO in 2015 voor een bedrag van ruim €973.000 rentetypisch met ‘kort’ geld mocht financieren (8,2 % van het begrotingssaldo van € 11,87 miljoen voor resultaatbestemming). In 2015 is geen gebruik gemaakt van kasgeldleningen. Een overzicht van de netto vlottende schuld ten opzichte van de kasgeldlimiet wordt hierna weergegeven.
9
2015 jBegroting Realisatie
Omschrijving Vlottende schuld Opgenomen gelden <1 jaar Schuld in rekening courant Gestorte gelden door derden <1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende schuld Vlottende middelen Uitgeleende gelden <1 jaar Contante gelden in kas Tegoeden in rekening courant Overige uitstaande gelden <1 jaar Totaal vlottende middelen
220
-
Toets kasgeldlimiet Percentage kasgeldlimiet Begrotingssaldo Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+) / Overschrijding (-)
221
82% 11.867
973
8,2% 11.867 973 1.194
973
Renterisiconorm Ook voor renterisicos is in de Wet Fido een norm gesteld. Deze norm, de renterisiconorm, is nu 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2,5 miljoen. Met andere woorden: de Wet Fido acht het renterisico aanvaardbaar in de tijd gespreid indien in een bepaald jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal aan rentaanpassingen onderhevig is. Het doel van deze norm is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten, die consequenties kunnen hebben voor de financiële positie. Zo bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze op openbare lichamen. De wet beoogt hiermee een bijdrage te leveren aan een uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen. Onderstaand schema laat zien dat de renterisiconorm niet is overschreden:
x€ 1.000) Renterisiconorm en renterisico
[Begroting Realisatie
Renterisico op vaste schuld: la Rente herziening op vaste schuld olg ib Rente herziening op vaste schuld ulg 2 Netto renteherziening op vaste schuld (la - ib) 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld (alg) 3b Nieuw verstrekte lange leningen (ulg) 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a 3b) Te betalen aflossing 5 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 7 -
10
0
0 0 0 0
0 0 0 0 415 -415 0 0 0
Renterisiconorm: 8 Stand van de schuld per 1 januari 9 Bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10 Renterisiconorm (minimumbedrag € 2,5 mln.)
Toets renterisiconorm: 10 Renterisiconorm 7 Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 11 Ruimte/overschrijding (10 7)* * (- = overschrijding) -
20%
0 20%
2.500
2.500
2.500
2.500 0 2.500
2.500
11
ê
Paragraaf bedrijfsvoering Doorontwikkeling FUMO Bedrjfsplan FUMO 2016-2019 In 2015 is het “Bedrijfsplan FUMO 2016-2019”opgesteld. Dit bedrijfsplan is een actualisatie van het bedrijfsplan uit 2012, zoals dat bij de start van FUMO in 2012 is vastgesteld. Het geactualiseerde Bedrijfsplan vormt de basis voor de verdere doorontwikkeling en professionalisering van de FUMO. Een doorontwikkeling die door de deelnemers meerdere keren is bepleit. Het is een strategisch plan, waarin op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de FUMO is vastgelegd hoe de FUMO zich verder ontwikkelt tot een robuuste uitvoeringsorganisatie en hoe enkele fundamentele dilemma’s die zich vanuit de start van de FUMO manifesteren worden opgepakt. Het plan gaat in op de vier centrale ontwikkelopgaven voor de FUMO: 1. Het verhogen van de productiviteit 2. Het werken op basis een risicobenadering 3. Het verder professionaliseren van een kennisintensieve en innovatieve organisatie 4. Het verstevigen van de samenwerking en de interactie met de deelnemers. Het bedrijfsplan is na vaststelling een kaderstellend document voor de directie van de FUMO, die is belast met de verdere implementatie en uitwerking van het bed rijfsplan en de daarin opgenomen ontwikkelopgaven. Gegeven het voortschrijdende karakter van de ontwikkelopgaven wordt het plan jaarlijks in samenhang met de begroting waar nodig geactualiseerd. Een keer in de vier jaar wordt het plan integraal herzien. Het “Bedrijfsplan FUMO 2016-2019” heeft eind 2015 nog de status van concept. Het algemeen bestuur heeft het bedrijfsplan in december 2015 besproken. Naar verwachting zal vaststelling in 2016 plaatsvinden. Uitvoeringsprogramma Met het nieuwe bedrijfsplan als basis heeft een nadere uitwerking van concrete acties plaatsgevonden, waarmee de verdere doorontwikkeling van de FUMO gestructureerd en planmatig kan worden uitgevoerd. Naast het bedrijfsplan zijn bij de opzet van het “Uitvoeringsprogramma 2016” de volgende documenten betrokken: • Begroting 2016; • De nota: Doorontwikkeling FUMO “Varen is Bewegen”; • De uitkomsten van het deelnemerstevredenheidsonderzoek 2015. Het uitvoeringsprogramma zal nog worden aangevuld met acties die voortkomen uit een medewerkertevredenheidsonderzoek, dat begin 2016 plaatsvindt. Aanpassing managementstructuur In het kader van de doorontwikkeling van de FUMO is in augustus 2015 gekozen voor een andere opzet van het management. Het managementteam is doorontwikkeld naar een nieuwe tweehoofdige directie met een algemeen directeur en een adlunct-directeur. De nieuwe werkwijze wordt in 2016 geëvalueerd. De nieuwe werkwijze leidt er onder andere toe dat afdelingshoofden, meer dan voorheen, zich kunnen concentreren op het geven van leiding aan de productieafdelingen. Vanwege deze aanpassingen heeft een herschikking van werkplekken, inclusief enkele aanpassingen aan de huisvesting, plaatsgevonden. Deelnemerstevredenheidsonderzoek Het onderzoek omvatte drie onderdelen: • Een kwantitatief onderzoek naar de prestaties van de FUMO • Een kwalitatief onderzoek: o Naar de tevredenheid over de prestaties van de FUMO naar de meningen van bestuurders, gemeentesecretarissen en directeuren van de deelnemers. o Een intern onderzoek onder de medewerkers van de FUMO
12
Het kwantitatieve onderzoek is gehouden onder 89 ambtenaren van de deelnemers. Totaal is deze door 55 respondenten ingevuld. Voor het interne onderzoek zijn 106 personen benaderd. Deze is door 79 respondenten ingevuld. Het kwantitatieve onderzoek is gehouden onder 19 respondenten. Alle personen die benaderd zijn hebben hun medewerking verleend. Hiervan hadden 14 deelnemers een functie als gemeentesecretaris/directeur en 5 hadden een bestuurlijke functie. De belangrijkste conclusies uit het kwantitatieve onderzoek zijn: • De werkzaamheden zoals deze door de FUMO-medewerkers worden uitgevoerd worden voldoende tot goed beoordeeld door de deelnemers. • De meeste deelnemers nemen de adviezen van de FUMO vaak tot altijd over. Wel wordt gemeld dat er af en toe fouten in zitten, dan wel dat de lokale kennis over bedrijven onvoldoende is meegenomen in het advies. Het kwalitatieve onderzoek In het kwalitatieve onderzoek waren de vragen gericht op het beeld dat deelnemers van de FUMO hadden ontwikkeld vanaf de start tot nu toe. De belangrijkste conclusies uit het kwalitatieve onderzoek zijn: • Vrijwel unaniem werd door geïnterviewden aangegeven dat een omgevingsdienst in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling als bezwaarlijk werd gezien. Verlies van capaciteit en regie werden als belangrijkste risico’s gezien. • Het onderwerp communicatie wordt op meerdere niveaus als probleem gezien. Deelnemers vinden de communicatie vanuit het bestuur niet altijd duidelijk. • De vertegenwoordigers van de deelnemers, verenigd in het bestuur van de FUMO, zitten niet op één lijn als het gaat over de koers die de FUMO moet gaan volgen. Dit lijkt te wijten aan het ontbreken van een gemeenschappelijk belang. Op verschillende thema’s ontbreekt het aan een visie. • Men is extra overlegtijd kwijt en er is sprake van complexe besluitvormingsprocessen. • Alle geïnterviewden zijn het eens over het feit dat een nieuwe organisatie zoals de FUMO tijd nodig heeft om zich te ‘bewijzen’ en te ontwikkelen. Wijziging gemeenschappelijke regeling FUMO De gemeenschappelijke regeling FUMO (verder: GR FUMO) is op 24 december 2012 in werking getreden. De GR FUMO is in 2014 op een aantal punten gewijzigd. In diezelfde periode kwamen enkele nieuwe punten naar voren, die aanleiding waren tot het doen van voorstellen tot wijziging, waaronder de wens om te komen tot een onafhankelijk voorzitter voor het dagelijks bestuur en aanpassing van de stemverhouding in het algemeen bestuur. Daarnaast diende de GR FUMO voor 1 januari 2016 in overeenstemming gebracht te worden met de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur heeft op 29juni 2015 besloten een aantal voorstellen tot wijziging aan de deelnemers voor te leggen. Aan het eind van 2015 is de behandeling hiervan nog niet bij alle deelnemers afgerond. Voor wijziging van de GR is als hoofdregel de toestemming nodig van ten minste twee derde van de deelnemers, onder gelijktijdige toestemming van provinciale staten, de raden en het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân. Voor een aantal artikelen in de GR FUMO geldt dat wijziging alleen dan mogelijk is als de instemming van alle deelnemers is verkregen. In de loop van 2015 werd duidelijk dat, ook nadat de voorgestelde wijzigingsvoorstellen van 29 juni 2015 tot wijziging van de GR FUMO zouden leiden, de GR FUMO niet in alle opzichten voldoet aan de wet. Het dagelijks bestuur heeft op basis hiervan wijzigingsvoorstellen aan het algemeen bestuur voorgelegd. De besluitvorming hierover is in 2015 niet afgerond. Dienstverleningsovereenkomsten Conform de bepalingen in de gemeenschappelijke regelingen worden DVO’s voor 5 jaar afgesloten. In 2015 zijn nog niet alle dienstverleningsovereenkomsten (DVO) met de deelnemers afgesloten. Met 12 deelnemers was op 31 december 2015 nog geen DVO afgesloten.
13
Overlegstructuren In 2014 is gestart met een gestructureerd overleg met de deelnemers op ambtelijk niveau. In 2015 zijn deze overlegvormen verder uitgelijnd, waarbij taken en rollen duidelijker zijn geworden. De bestaande overlegvormen zijn: • Controllersoverleg (financiële en bedrijfsvoering zaken); • Opdrachtgeversoverleg (OGO) tussen FUMO en coördinatoren van de FUMO bij de deelnemers (inhoudelijk overleg over uitvoering van basis- en plustaken); • Directeurenoverleg: strategisch beraad met een aantal secretarissen/directeuren van deelnemers met de directeur van de FUMO (strategische vraagstukken en het bedrijfsplan 2016-2019). Personeel Primair proces Van alle medewerkers in het primaire proces was op 31 december 2015 omgerekend circa 92 fte in vaste dienst van de FIJMO. Hiervan waren drie medewerkers (in totaal voor een dienstverband van 267 fte.) gedetacheerd bij deelnemers. Het ziekteverzuim in 2015 is ten opzichte van 2014 fors is gedaald. Dit is vooral veroorzaakt doordat twee langdurig zieke medewerkers via een outplacementtraject zijn uitgestroomd. Ook is er meer aandacht geweest via het Sociaal Medisch Team voor medewerkers bij wie sprake is van regelmatig kortdurend verzuim. Op 31 december 2015 zijn twee medewerkers langdurige ziek. In 2015 heeft een tweetal medewerkers de organisatie verlaten in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast zijn, vooral bij de afdeling toezicht en handhaving, enkele medewerkers in dienst getreden om de capaciteit op peil te brengen. In 2015 bedroeg de bezetting van het zogenaamde primair proces circa 103 fte. Dit is ruim 9fte meer dan in de begroting was opgenomen. Deze extra bezetting was vooral nodig voor de uitvoering van extra, niet begrote opdrachten. Het verschil in bezetting ten opzichte van de vaste formatie is via inhuur en detacheringen van medewerkers van deelnemers en andere omgevingsdiensten ingevuld. Bij de toelichting op de personeelskosten wordt hierop uitgebreider ingegaan. Management en staf De bed rijfsvoeringstaken die de FUMO in eigen beheer uitvoert, zijn ondergebracht in de staf. De vaste bezetting van de staf bedroeg in 2015 7,5 fte. De formatie voor het management bedroeg 4 fte: 1 directeur/secretaris en drie afdelingshoofden. In 2015 heeft een van de afdelingshoofden een functie elders aanvaard en een ander afdelingshoofd heeft de functie van strategisch beleidsadviseur aanvaard. Vanwege de aangekondigde evaluatie van het nieuwe directiemodel is een van deze functies via detachering vanuit een van de deelnemers ingevuld. De andere functie wordt via externe inhuur tijdelijk ingevuld. In 2015 heeft de bedrijfskundig adviseur een dienstverband elders aanvaard. Voor deze functie is op tijdelijke basis extern ingehuurd. Vorming en opleiding In 2015 is een opleidingsplan voor dat jaar vastgesteld. Het opleidingsplan FUMO 2015 is een doorlopend opleidingsplan. Het plan geeft de verschillende beleidskaders en de lange termijn ontwikkelingen weer. In het plan wordt aandacht besteed aan vakinhoudelijke scholing, onder andere om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria en aan algemene scholing en vorming. De activiteiten zijn deels groepsgericht en deels individueel gericht. Waar mogelijk worden vormings- en opleidingsactiviteiten “in company” georganiseerd. Functiewaardering Voor het beschrijven en waarderen van functies bij de FUMO is met instemming van de toenmalige Bijzondere Ondernemingsraad gekozen voor het functiewaarderingssysteem HR21. Aan de functies zijn bij de start van de FUMO destijds voorlopige/indicatieve functieschalen toegekend en bij indiensttreding bij de FUMO zijn HR21-functieprofielen toegekend met daaraan gekoppeld de voorlopige/indicatieve functieschaal. Afgesproken is dat de definitieve waardering in 2016 plaatsvindt. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2015 gestart. -
-
14
Ondersteunende taken bedrijfsvoering De taken die binnen de bedrijfsvoering worden uitgevoerd zijn er op gericht de uitvoering van de primaire taken rond vergunningverlening, toezicht en handhaving mogelijk te maken. Een groot deel van de bedrijfsvoeringstaken worden op contractbasis uitgevoerd door de provincie Fryslân (financieel administratie, personeelszaken en ICT) en de gemeente Leeuwarden (huisvesting en facilitaire zaken). Bij bijzondere projecten, zoals de aanbesteding van het VTH-systeem en de aanbesteding van een leasecontract voor dienstauto’s, wordt tijdelijke extra expertise ingehuurd, veelal van de provincie. In algemene zin verliep de uitvoering van de uitbestede werkzaamheden door de provincie en de gemeente Leeuwarden ook in 2015 naar behoren. In de tweede helft van 2015 is door miscommunicatie intern bij de provincie de FUMO enkele maanden verstoken gebleven van een deel van de aan de FUMO gerichte post. Dit heeft een aanzienlijke impact gehad op de bedrijfsvoering. —
—
-
-
De taken van een groot deel van de eigen stafmedewerkers van de FUMO zijn gecoördineerd door de Bedrijfskundig adviseur (BKA). De FrontMidoffice heeft de eerstelijns klantencontacten en zorgt voor juridisch-administratieve ondersteuning: balie, telefoon, mail, procedure postverwerking, voor administratieve ondersteuning voor gemandateerde taken, het aanmaken van zaken in Powerforms en het gebruik van de Webportal. Binnen de staf wordt ook het functioneel beheer voor Powerforms, Powerbrowser, Webportal en D style (sjablonengenerator) uitgevoerd. Er zijn werkinstructies en handleidingen voor bovenstaande applicaties. Trainingen worden on-the-job” verzorgd. Het secretariaat verzorgt alle voorkomende werkzaamheden voor het management. Voorts wordt het dagelijks en algemeen bestuur secretarieel ondersteund bij haar taken. De planning en controlcyclus is verder vorm gegeven. Naast de begroting en de jaarstukken worden thans drie managementrapportages gemaakt over de voortgang van de uitvoering van de begroting. Deze rapportages worden in het dagelijks bestuur vastgesteld en besproken in het algemeen bestuur. Iedere maand wordt de directie geïnformeerd over de voortgang van de productie. Per kwartaal worden de deelnemers schriftelijk geïnformeerd over de uitvoering van de taken. Deze rapportages worden door de deelnemers en de accountmanager besproken. De communicatieadviseur(s) ondersteunen het management en de medewerkers bij hun voorlichtende taak en bij perscontacten. Daarnaast beheren zijn de website en het intranet. Procesaudits Ook in 2015 zijn interne audits gehouden. Op basis van deze audits zijn aanbevelingen gedaan om de procesafspraken voor het primaire proces te verbeteren en deze vast te leggen in een digitaal kwaliteitshandboek, zodat efficiënt, effectief en klantgericht kwalitatief goede producten geleverd kunnen worden. ICT In de voorbereiding van de oprichting van de FUMO is besloten om een tijdelijke ICT-voorziening te bouwen met de VTH-applicatie van Genetics, Powerforms. De overeen komst met Genetics liep tot 31 december 2014 en is thans op een zodanige wijze verlengd dat tijdig opgezegd kan worden als het nieuwe VTH-systeem operationeel kan worden ingezet. Inmiddels is de Europese aanbesteding van een nieuw zaaksysteem in de afrondende fase. In 2015 zijn noodzakelijke verbeteringen en aanpassingen in het bestaande VTH-systeem doorgevoerd. Enerzijds waren deze nodig om beter te kunnen voldoen aan de eisen die aan het systeem worden gesteld, maar deels zijn de werkzaamheden ook noodzakelijk om een soepele overgang naar een nieuw systeem mogelijk te maken.
15
Jaarrekening 2015
16
Grondslagen Inleiding De jaarrekening 2015 is opgesteld op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (hierna te noemen: BBV) en de Financiële Verordening FUMO. Algemene grondslagen De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en lasten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s, die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen, c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten en gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Dit gebeurt onder andere bij het vakantiegeld. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen. Balans Bij het opstellen van de jaarrekening 2015 is uitgegaan van het vastgestelde financiële beleid zoals opgenomen in de Financiële verordening FUMO en het Treasurystatuut FUMO (beide vastgesteld door het algemeen bestuur op 2 oktober 2014). Vaste Activa Artikel 59 van het BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enige wijze kunnen leiden tot, of bijdragen aan het verwerven van inkomsten, zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. De afschrijvingen worden conform de afschrijvingstermijnen berekend. De afschrijving start op 1 januari van het jaar na oplevering van de investering. Immateriële vaste activa Dit zijn kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen, het saldo van agio en disagio en de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Deze kosten zijn bij de FUMO thans niet van toepassing. Materiële vaste activa met economisch nut Materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen conform de Financiële verordening FUMO jaren: Technische installaties in bedrijfsgebouwen: 15 jaar Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; kantoormeubilair: 10 jaar Software; automatiseringsapparatuur; telefooninstallaties: 3 tot 5 jaar Verbouwingen, termijn afhankelijk van looptijd huurcontract, inclusief optietermijn verlenging: 1 tot 10 jaar Voertuigen: 8 jaar Meetapparatuur: 5 jaar —
-
-
-
-
-
-
Investeringen met een verkrijgingprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd. Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
17
-
in
Vlottende activa Vlottende activa bestaan uit de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar (voor zover aanwezig), de liquide middelen en de overlopende activa. De voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs. Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Passiva Passiva worden ingedeeld in vaste en vlottende passiva. Vaste passiva Onder vaste passiva wordt verstaan het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer (voor zover aanwezig). Het eigen vermogen bestaat uit reserves (voor zover aanwezig) en het resultaat na bestemming volgend uit de jaarrekening. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden verantwoord conform de besluiten van het algemeen bestuur. Toevoegingen aan de reserves (voor zover aanwezig) worden verantwoord in de jaarrekening. Voorzieningen kunnen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting, c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren; d. van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Vlottende passiva Onder vlottende passiva zijn opgenomen voorschotbedragen van overheden en netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kortlopende schulden en de overlopende passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waarborgen en garantstellingen De FUMO kent geen waarborgen en garantstellingen.
18
Balans per 31 december 2015 ACVA
31-12-2O15
31-12-2014
Vaste activa Materiële vaste activa -
107.046
investeringen met een economisch nut
107.046
Financiële vaste activa -
132.156 132.156
689.859
Overige langlopende leningen
689.859
Totaal vaste activa
2.317.350 2.317.350
796.905
2.449.506
1.325.893
1.364.780
Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen
-
-
-
1.325.758
Overige vorderingen Rekening courant verhouding met het Rijk
0
19
136
71.073
Liquide middelen -
-
1.293.688
220.149
Kassaldi Banksaldi
150.180
814
626
219.335
149.554
Overlopende activa.
89.368
overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen
256.439
-
89 368
256 439
Totaal vlottende activa
1.635.410
1.771.399
Totaal Activa
2.432.316
4.220.905
PsiV4
JI2ôi
Vaste passiva Eigen vermogen -
1.159.785
Gerealiseerde resultaat
1.159.785
Totaal vaste passiva
1.245.160 1.245.160
1.159.785
1.245.160
Vlottende passiva schulden met een rentetypische looptijd korter -
f508
Overige schulden
50J
Overlopende passiva
431.106
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
523.237
-
Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.
368 106
472 114
.
-
63 000
51 123
.
Totaal vlottende passiva
1.272.531
2.975.745
Totaal Passiva
2.432.316
4.220.905
19
Toelichting op de balans Activa
Vaste activa Tot de vaste activa behoren de materiële, immateriële en de financiële vaste activa. Immateriële vaste activa (bijvoorbeeld geactiveerde kosten van geldleningen) behoren tot de vaste activa, maar deze komen bij de FUMO niet voor. Derhalve worden alleen de materiële vaste activa en de financiële vaste activa gepresenteerd. De specificaties per balansdatum en het verloop van de boekwaarden van de materiële vaste activa blijken uit het volgende overzicht.
Boekwaarde 31-12-2014 113.831 18.325 132.156
bouwen Vervoermiddelen Totaal
Investeringen
veste g
:1+
Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2015 21.445 92.386 3.665 14.660 25.110 107.046
De post bedrijfsgebouwen betreft de aanpassingen aan het FUMO-kantoor in Grou en de inrichting hiervan. De post vervoermiddelen betreft de meetbus welke is overgenomen van de Milieuadviesdienst.
Financiële vaste activa Ter voorbereiding op de start van de FUMO zijn implementatiekosten gemaakt. Deze zijn door de provincie voorgeschoten en in 2014 bij de FUMO in rekening gebracht. Conform het bedrijfsplan 2012 worden deze implementatiekosten via een opslag op het tarief door de deelnemers terugbetaald. Deze uitgaven zijn derhalve als vordering op de deelnemers in de balans opgenomen. De extra bijdrage in de vorm van een opslag op het tarief zijn in 2015 in mindering gebracht op de vordering. In de begroting 2015 zijn de lasten van de algemene implementatiekosten, die zijn begroot op in totaal €1.896.583, met een looptijd van 6 jaar, ingaande 2014, opgenomen. Daarnaast zijn de lasten van de implementatiekosten voor ICT, die zijn begroot op in totaal € 2.610.782, met een looptijd van 5 jaar, ingaande 2014, opgenomen. In totaal gaat het derhalve om circa €4.500.000. Hieronder wordt een overzicht van het verloop van de vordering op de deelnemers gepresenteerd. AF: Saldo 1-1-2015 Extra aflossing 2014 Algemeen ICT
1.316.667 1.000.683 2.317.350
AF: Aflossing 2015
623.334 581.368 1.204.702
316.097 522.156 838.253
BIJ: Uitgaen 2015 Saldo 31-122015 220.126 195.339 415.464
597.362 92.497 689.859
Hieronder wordt een overzicht van de uitgaven vanaf 2014 ten opzichte van het beschikbare budget gepresenteerd.
Algemeen ICT
Budget totaal Uitgaven tm 2014 Uitgan 2015 Restant budget 1.896.583 1.632.764 220.126 43.693 2.610.782 1.522.839 195.339 892.604 4.507.365 3.155.603 415.464 936.298 20
Uitgaven 2015 De uitgaven in 2015 voor het onderdeel algemene implementatiekosten hebben voor ongeveer de helft betrekking op de loonkosten van de tweede controllerfunctie, die pas vanaf 2016 in de begroting is opgenomen. De overige kosten hebben betrekking op de externe ondersteuning bij de opstelling van het bedrijfsplan, de analyse van Deloitte voor het nieuwe bedrijfsplan en de kosten van de ondersteuning bij de aanbesteding van leaseauto’s. De uitgaven voor het onderdeel ICT hadden voor 80% betrekking op de voorbereidende kosten voor de Europese aanbesteding van het nieuwe VTH-systeem. De overige 20% hadden betrekking op verbeteringen en geconstateerde omissies in het bestaande VTH-systeem en de webportal. Besteding restantbudgetten Het restantbudget van de algemene implementatiekosten zal worden gebruikt voor de gedeeltelijke dekking van de kosten van het uitvoeringsprogramma 2016, een programma voor de doorontwikkeling van de FUMO. Het restantbudget ICT wordt aangewend ter dekking van de in 2016 nog te maken kosten van de Europese aanbesteding en kosten van de implementatie van het nieuwe VTH-systeem. Verloopoverzicht:
Leningen aan: openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden -
Totaal
2.317.350
415.464
0
2.042.955
689.859
2.317.350
415.464
0
2.042.955
689.859
Vlottende activa
Uitzettingen met een ren tetypische looptijd korter dan één jaar De post vorderingen op openbare lichamen bestaat voornamelijk uit vorderingen op deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en te vorderen BTW. De post Ministerie van Financiën heeft betrekking op het saldo van de rekening van het schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Boekwaarde voorziening 31-12-2015 oninbaarheid
Vorderingen op openbare lichamen FUMO Bank: Ministerie van Financiën 21444 Totaal
1.325.758 136 1.325.893
Balanswaarde 31-12-2015 Vorderingen op overige openbare lichamen 1.264.683 Te vorderen BTW 61.075 Totaal 1.325.758 Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 21
0 0 0
Balanswaarde 3112 2014 1.325.758 1.293.688 136 71.073 1.325.893 1.364.780
Balanswaarde 31 12
Begrotingsbedrag verslagjaar Drempelbedrag 0,75% van begrotingsbedrag Het drempelbedrag is echter nooit lager dan:
11.867.442 89.006 250.000 Kwartaal 1
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ‘s Rijks schatkist laangehouden Ruimte onder het drempel bedrag
1
1
229.822
1
i 20.1781
Kwartaal 2 229.210
1
Kwartaal 3
1
128.744
20.7901
1
Kwartaal 4
1 121.2561
69.291
In beginsel moeten alle overtollige middelen in de schatkist worden aangehouden, tenzij deze middelen onder het drempelbedrag gerekend kunnen worden. De hoogte van het drempelbedrag hangt af van de omvang van de begroting. De drempel is gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. Indien het begrotingstotaal hoger is dan € 500 miljoen is de drempel gelijk aan € 3,75 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. De drempel is nooit lager dan € 250.000.
Liquide middelen De balanspost liquide middelen kent 3 componenten: 1) Kassaldi: dit betreft het saldo contant geld voor het doen van kleine uitgaven. 2) Rabobanknummer 13.55.15.238: dit betreft de gewone lopende rekening van de FUMO. 3) Rabobanknummer 14.73.95.925: dit betreft de bankrekening voor het opnemen van contant geld. Het saldo van de liquide middelen is als volgt opgebouwd: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2015 31-12-2014 814 626 217.238 146.496 2.097 3.058 220.149 150.180
Kassaldi FUMO Bank: Rabobank 13.55.15.238 FUMO Bank kleine kas: Rabobank 14.73.95.925 Totaal
0 verlopende activa Onder de overlopende activa worden de nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen opgenomen. Van beide posten volgt hieronder een korte toelichting voor de belangrijkste bestanddelen. Nog te ontvangen bedragen • Er is een vordering van € 20.000 op het Wetterskip opgenomen. Dit betreft een creditering van een deel van de kosten welke in 2014 door het Wetterskip bij de Fumo in rekening zijn gebracht voor gedetacheerde medewerkers. Door te late creditering is deze vordering pas in 2016 afgehandeld. Vooruitbetaalde bedragen • In 2015 is aan Centraal Beheer Achmea een bedrag van ca. €11.500 betaald voor een verzekeringspolis. Deze factuur heeft betrekking op 2016. • In 2015 is aan Genetics BV een bedrag van ca. € 56.365 betaald voor licentiekosten voor januari en februari 2016. Een en ander
-
voor de overlolende activa het
nde totaalbeeld: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2015 31-12-2014 20.000 243.567
Overige nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen Totaal
22
69.368
12.873
89.368
256.440
1
180.7091
Passiva
Vaste passiva
Eigen vermogen 2014 was het startjaar van de FUMO. Het positief resultaat van dat boekjaar ad € 1.245.160 is in 2015 toegevoegd aan een tweetal reserves. Deze reserves zijn de loop van 2015 volledig beschikt. Verder zijn er in 2015 geen reserves gevormd. Het eigen vermogen van de FUMO per 31 december bestaat derhalve alleen uit het gerealiseerde resultaat. Volgens artikel 29, lid 8 van de GR FUMO mag het weerstandsvermogen van de FUMO niet meer bedragen dan 10% van de jaaromzet. Voor zover het batig saldo van enig jaar leidt tot een weerstandsvermogen van meer dan 10% van de jaaromzet, wordt het meerdere uitgekeerd naar rato van de bijdrage voor basis- en plustaken in het verslagjaar. Boekwaarde Boekwaarde
Algemene reserve Bestemmingsreserves Gerealiseerde resultaat Totaal
31-12-2015 0 0 1.159.785 1.159.785
31-12-2014 0 0 1.245.160 1.245.160
Het verloop in 2015 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:
FUMO Algemene reserve
-
FUMO Bestemmingsreserve scholing en vorming Totaal
-
1.204.702
1.204.702
40.458
40.458
1.245.160
-
1.245.160
-
Vlottende passiva Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva Totaal
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-2015
31-12-2014
841.425
2.452.508
431.106 1.272.531
523.237 2.975.745
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Deze post bestaat uit 2 onderdelen 1) De post Handelscrediteuren: deze bestaat uit diverse inkoopfacturen die per balansdatum open stonden. 2) De post Belastingdienst: dit betreft de heffingen met betrekking tot de salarisgang van december 2015.
23
-
Boekwaarde Boekwaarde
Handelscrediteuren Belastingdienst
31 -1 2-2015 422.285 419.140 841.425
31 -1 2-2014 2.028.200 424.308 2.452.508
0 verlopende passiva De overlopende passiva bestaan uit: 1. Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Deze overlopende passiva bestaan uit circa 100 facturen met een totaalbedrag van ruim € 360.000. Oorzaak is de vroegtijdige sluiting van het boekjaar 2015 in de crediteurenadministratie, terwijl er nog veel facturen onderweg waren, die betrekking hadden op 2015. 2. Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen. Deze bestaan uit een reeds ontvangen bedrag van € 40.000 in verband met een bijdrage van de VNG voor een energiebesparingsregeling en een reeds ontvangen subsidie van € 23.000 van de Provincie Zuid-Holland voor het ontwikkelen van een interactieve applicatie.
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen Totaal
Boekwaarde 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2014
368.106
472.114
63.000
51.123
431.106
523.237
Niet uit de balans blijkende verplichtingen De FUMO is een aantal langlopende verplichtingen aangegaan. Deze zijn als volgt te specificeren (bedragen prijspeil 2015): • Dienstverleningsovereenkomst met de provincie Fryslân. Duur: 5 jaar tot 31 december 2018, bedrag per jaar circa € 900.000. • Dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Leeuwarden. Duur: 5 jaar tot 31 december 2018, bedrag per jaar circa € 530.000. • Leasecontract Nissan Navara, circa € 11.000 per jaar. Duur: 3 jaar tot 30 november 2016. • Contract met Deloitte Accountants BV inzake controle jaarrekening 2014 —2016: circa € 19.500 per jaar.
24
Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar 2015
Begroting 2015
Baten Basistaken Plustaken
Rekening 2015
6.931 .671 4.935.771 11.867.442
6.370.384 5.754.269 12.124.653
9.170.424 113.600 911.636 270.000 614.277 50.000 500.005 87.500 0 150.000 11.867.442
9.376.353 25.110 0 113.574 580.606 29.869 454.184 385.185 0 0 10.964.881
0 0 0
12 0 12
Resultaat gewone bedrijfsvoering
0
1.159.785
Resultaat FUMO voor vermogensmutaties
0
1.159.785
0 0 0
1.245.160 1.245.160 0
0
1.159.785
Lasten Personeelsiasten Kapitaallasten 1 mplementatiekosten Wagenpark Huisvesting Administratie lOT Overige kosten Incidenteel Onvoorzien
Algemene dekkingsmiddelen Financiële baten Financiële lasten
-
-
Onttrekkingen aan reserves Toevoegingen aan reserves
Resultaat na vermogensmutaties
25
Toelichting op de lasten Personeelskosten De specificatie van de personeelskosten kan als volgt worden weergegeven: Begroting 2015 Salarissen primair proces Salaris management Salarissen bedrijfsvoering Dienstverleningsovereenkomst provincie Uitkeringen UVVV Stelpost effecten cao Detachering Wetterskip Vorming en opleiding Secundaire arbeidsvoorwaarden Inhuur vervangend personeel Reiskosten woon-werkverkeer Budget DR Productieverlies DR Dienstkleding/beschermingsmiddelen Werkkostenregeling Consignatieregeling piket
,.
Rekening 2015
6.537.136 404.260 499.665 925888 0 111.616 56.000 151.054 75.527 151.054 150.000 5.000 61985 3.240 0 38.000
6.122.789 403.472 405.445 926.376 -10.372 0 28.012 180.957 26.993 1.120.536 162.141 3.896 0 5.705 404 0
9.170.425
9.376.353
Salarissen primair proces en inhuur vervangend personeel In de begroting zijn de posten salarissen primair proces” en inhuur vervangend personeel” apart geraamd. In de begroting zijn deze gezamenlijk begroot op €6.688.190. In de rekening zijn de lasten voor deze twee posten, inclusief ontvangen bijdragen van het UWV, gezamenlijk € 7.232.853; een overschrijding van € 544.763. De post salarissen primair proces is sterk onderschreden, terwijl de post inhuur vervangend personeel sterk overschreden is. Om een juist beeld te krijgen, dienen deze twee posten in samenhang te worden bezien. Voor deze verschuiving zijn de volgende oorzaken: •
•
•
• •
In de begroting zijn de loonkosten voor het zogenaamde primaire proces (de medewerkers die taken vervullen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving) geraamd op basis van 93,74 fte. Conform het bedrijfsplan worden de loonkosten berekend op basis van een gemiddelde loonsom per fte. In de begroting is er vanuit gegaan dat alle medewerkers in dienst zouden zijn van de FUMO. In 2015 was nog één medewerker op detacheringsbasis afkomstig van de provincie. De kosten van deze detachering worden daarom niet verantwoord onder de post salarissen, maar onder de post inhuur vervangend personeel. In het bedrijfsplan is vastgelegd dat de FUMO streeft naar een flexibele schil. Dat wil zeggen dat een deel van de formatie niet wordt bezet met medewerkers in dienst van de FUMO, maar dat hiervoor extern wordt ingehuurd. Deze kosten worden eveneens verantwoord onder de post inhuur vervangend personeel”. Een aantal personeelsleden is, vanuit loopbaanoverwegingen, elders gedetacheerd. Dit leidt tot terug te ontvangen loonkosten van ongeveer € 200.000. Het verlies van deze formatie wordt gecompenseerd met externe inhuur. De post inhuur vervangend personeel wordt, conform het bedrijfsplan, ook ingezet voor de vervanging van ziek personeel. Uit de toelichting op de baten blijkt dat voor een bedrag van ongeveer € 650.000 niet geraamde baten zijn ontvangen als gevolg van incidenteel uitgevoerde extra opdrachten. Voor de uitvoering van deze opdrachten zijn geen personeelskosten geraamd. De noodzakelijke inzet wordt verantwoord onder de post inhuur vervangend personeel, omdat voor dit type opdrachten geen vast personeel kan worden aangetrokken. 26
•
Externe inhuur ter compensatie van de vermindering van productieve uren als gevolg van lidmaatschap van de ondernemingsraad. In de begroting is hiervoor een bedrag ad € 61.985 opgenomen. De lasten hiervan worden ook verantwoord onder de post inhuur vervangend personeel.
Salarissen bedrijfsvoering Voor de eigen formatie van de FUMO voor de bedrijfsvoeringstaken geldt ook dat de lasten voor een deel verschoven zijn naar de post inhuur vervangend personeel, omdat niet alle formatieplaatsen zijn bezet met medewerkers in dienst van de FUMO, maar deels extern worden ingehuurd. Hiermee wordt de onderschrijding van € 94.220 verklaard. Stelpost effecten cao Voor de totale loonkosten van de FUMO is een bedrag opgenomen van € 111.616 ter dekking van de extra kosten als gevolg van de nieuwe cao. De lasten hiervan zijn opgenomen onder de betreffende personeelskosten. Vorming en opleiding In de begroting is een bedrag voor vorming en opleiding opgenomen dat correspondeert met 2% van de loonsom van de vaste formatie van de FUMO. Daarnaast was in 2015 een bedrag beschikbaar van € 40.458. Dit bedrag was in de begroting 2014 als incidenteel extra scholingsbudget opgenomen, er vanuit gaande dat in dat jaar extra kosten voor scholing en vorming gemaakt zouden worden. Dat bleek in het eerst jaar van de FUMO niet het geval. Vandaar dat bij de vaststelling van de jaarstukken 2014 door het algemeen bestuur een reserve “scholing en vorming” is ingesteld. Deze werd gevoed met het bedrag van € 40.458. In 2015 is een opleidingsplan vastgesteld en uitgevoerd. In dat plan was ook voorzien in extra scholing en vorming ten behoeve van het kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.0. In totaal is in 2015€ 180.957 uitgegeven. Dit is €29.903 hoger dan begroot. Tegenover deze overschrijding staat de reserve scholing en vorming van € 40458. Secundaire arbeidsvoorwaarden De lasten zijn, conform het bedrijfsplan 2012, geraamd op 1% van de loonsom, zijnde €75.527. Besteed is een bedrag van € 26.993, een onderschrijding van € 48.534. De uitgaven hadden betrekking op bindingsactiviteiten, waaronder team uitjes, de kosten van kerstpakketten en gratificaties. Reiskosten woon-werkverkeer De post is onderschreden met€ 12.141. Hierin zijn ook de extra vergoedingen verdisconteerd die aan ex-provinciale medewerkers worden uitgekeerd. Zij krijgen conform het sociaal plan een hogere vergoeding dan in het sociaal statuut voor de FUMO is opgenomen. Deze extra vergoedingen zijn gecompenseerd door de provincie en bedragen pim. € 38.000. Per saldo is er sprake van een onderschrijding van pim. € 26.000. Productieverlies OR De uren die medewerkers van de ondernemingsraad besteden aan het werk van de OR gaan ten koste van de te maken productieve uren. Dit wordt gecompenseerd door waar nodig externe krachten in te huren. Deze kosten zijn verantwoord binnen de post “inhuur vervangend personeel”; vandaar dat de uitgaven bij deze post op nihil gesteld zijn. -
—
Dienstkleding/beschermingsmiddelen In de begroting 2015 was voorzien in een investering van € 15.000. Gelet op het aanschaffingspatroon door het jaar heen worden steeds kleinere aanschaffingen gedaan is er voor gekozen om de uitgaven niet te activeren, maar ineens ten laste van de exploitatie te brengen. Hierdoor zijn de lasten in 2015 hoger dan begroot.
-
-
Consignatieregeling piket De uitgaven bestaan uit consignatievergoedingen. Deze kosten worden geboekt als loonkosten; vandaar dat de uitgaven op deze post op nihil zijn gesteld. Dienstverleningsovereenkomst provincie De werkelijke kosten komen nagenoeg overeen met de raming. 27
Kapitaallasten De kapitaallasten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Rekening 2015
Begroting 2015 Aanpassing en inrichting kantoor Grou Afschrijving meetbus Meetapparatuur
23.600
21.445
0 90.000 113.600
3.665 0 25.110
Aanpassing en inrichting kantoor Grou In 2014 zijn aanpassingen verricht aan het kantoor in Grou en zijn kosten gemaakt voor de inrichting ervan. Deze kosten zijn geactiveerd en in de begroting 2015 opgenomen. De lasten zijn iets lager dan de raming vanwege het feit dat geen rente is betaald over het uitstaande investeringsbedrag. Afschnjving meetbus De afschrijvingskosten hebben betrekking op de meetbus welke ultimo 2013 is overgenomen van de voormalige Milieuadviesdienst. In de begroting 2015 was met deze kapitaallasten geen rekening gehouden. Meetapparatuur De raming in de begroting is rechtstreeks ontleend uit het bedrijfsplan 2012. Deze raming is te hoog. In 2015 hebben geen investeringen in meetapparatuur plaatsgevonden. In 2014 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de beschikbare meetapparatuur. Op basis daarvan is een raming gemaakt van kosten voor de komende jaren. Vanaf de begroting 2016 is de verlaging zichtbaar. Implementatiekosten De implementatiekosten geven het volgende beeld:
ICT Algemene implementatiekosten
563.929 347.707 911.6361
0 0 0
In de begroting 2014 zijn twee posten opgenomen die betrekking hebben op de implementatie van de FUMO. Het betreft algemene implementatiekosten” en “ICT-kosten”. Bij de toelichting op de balans wordt uitgebreid ingegaan op deze twee posten. Wagenpark De kosten voor het wagenpark kunnen als volgt worden gespecificeerd: Rekening 2015
Begroting
Lease en huur
270.000 0 0 0 0 0 0 270.000
Brandstof Belasting Verzekering Kosten dienstreizen Schoonmaakkosten Overige kosten
61.281 14.146 732 920 34.001 707 1.788 113.574
Conform het bedrijfsplan van 2012 is een bedrag van € 270.000 geraamd. Dat bedrag correspondeerde met de kosten van 30 leaseauto’s. De FUMO heeft er voor gekozen niet alleen met leaseauto’s te werken in 2015 voornamelijk in de vorm van shortlease en huurauto’s maar ook -
-
28
dienstreizen met het openbaar vervoer en met eigen auto’s te laten plaatsvinden. In 2015 heeft aanbesteding plaatsgevonden voor langlopende leasecontracten. Uit de lasten over 2015 kan worden geconcludeerd dat de begroting in het bedrijfsplan en daarmee in de begroting 2015 te hoog is geweest. Huisvesting De kosten voor huisvesting kunnen als volgt worden gespecificeerd: Rekening 2015
Begroting 2015
Huur Energie- en servicekosten Schoonmaakkosten Kosten werkplekken Belasting Overige huisvestingskosten
331.500 50.000 43.860 0 0 188.917 614.277
327.925 41.678 1.402 1.256 6.868 201.476 580.606
Energie- en servicekosten Deze post valt lager uit dan begroot doordat een nieuw contract met waterleverancier Vitens is afgesloten. Overige huisvestingskosten Onder de post Overige huisvestingskosten” zijn de kosten van facilitaire ondersteuning, die door de gemeente Leeuwarden wordt verzorgd, geraamd. Hieronder vallen de kosten van het huismeesterschap (2 fte.), de schoonmaak van gebouw en inventaris (de gemeente Leeuwarden heeft hiervoor een contract met Caparis), de koffie- en theevoorziening, beveiliging en een door de gemeente Leeuwarden te beheren post onvoorzien. Omdat de schoonmaakkosten grotendeels in de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Leeuwarden zijn opgenomen, wordt de post schoon maakkosten aanzienlijk ondersch reden en de post overige huisvestingskosten” overschreden. Belasting De kosten van gemeentelijke heffingen en belastingen waren niet begroot. Administratie
De kosten voor administratie zijn als volgt te specificeren: Begroting 2015
Accountantskosten Bureaukosten
-
35.000 15.000 50.000
.
Rekening 2015
-
20.250 9.319 29.569
Accountantskosten De kosten voor onze accountant bedragen voor de controle van de jaarrekening 2014 € 20.250. Bureaukosten De kosten hebben betrekking op porti en papier. De kosten voor belastingen en verzekeringen zijn in 2015 onder de overige kosten verantwoord.
ICT
De kosten voor ICT hebben betrekking op het volgende:
29
Begroting 2O1 399.600 100.405 0 500.005
Genetics licenties Overige licenties Overige goederen en diensten -
Rekening 338.190 111.553 4.441 454.184
Licenties Genetics De kosten voor licenties van Powerforms (van Genetics) zijn € 61.410 lager dan begroot. Dit is het gevolg van nieuwe onderhandelingen met Genetics omdat het contract op 31 december 2014 afliep. Overige licenties De post “Overige licenties” laat ten opzichte van de begroting een overschrijding van € 11.148 zien. De overschrijding wordt gecompenseerd met een bate in de vorm van een subsidie van het rijk (via de provincie Zuid-Holland) voor de ontwikkeling van een interactieve applicatie op het gebied van omgevingsveiligheid. Overige goederen en diensten Onder de post overige goederen en diensten zijn de volgende kosten verantwoord: Vervanging beamer Aanschaf Bluebeam (pdf-bewerker) Overige Overige kosten De overige kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2.185 1.852 404 4.441
Begroting
Abonnementen Telefoonkosten Drukwerk Representatie Bank- en incassokosten Inkopen kantine Kantoorartikelen Reis- en verblijfkosten Verzekeringen Overige goederen en diensten
57.500 17.500 7.500 5.000 0 0 0 0 0 0 87.500
Rekening 2015 42.674 443 4.209 12.480 2.911 7.893 1.113 45.029 11.733 256.699 385.185
Abonnementen, telefoonkosten, drukwerk en representatie De begrote bedragen voor abonnementen, telefoonkosten, drukwerk en representatie waren, bij gebrek aan eigen ervaringscijfers van de FUMO, gebaseerd op de kosten van de voormalige MAD. Deze posten blijken alle te hoog geraamd. Bij de post telefoonkosten kan worden opgemerkt dat deze deels begrepen zijn in de prijs van de dienstverleningsovereenkomst met de provincie. De kosten van de inkopen voor de kantine worden voor pim. € 4.200 gedekt uit kantine-inkomsten. Voor het overige hebben deze kosten betrekking op werklunches e.d. Reis- en verblijfskosten De kosten van dienstreizen met privéauto’s zijn verantwoord onder de post wagenpark. In de begroting was geen aparte post reis- en verblijfskosten begroot. Onder deze post worden thans voornamelijk kosten verantwoord van dienstreizen naar de Waddeneilanden, hotelovernachtingen en reiskosten voor cursusbezoek. 30
De kosten van NS-businesscards, waarmee medewerkers dienstreizen maken, worden hier verantwoord. Deze kosten worden door de provincie aan de FUMO in rekening gebracht. Dit is abusievelijk in 2014 niet gebeurd, waardoor in deze post zowel de kosten over 2014 als over 2015 zijn verantwoord. Het gaat gemiddeld om ongeveer€ 20.000 per jaar. Overige goederen en diensten Het betreft met name kosten voor: • Juridische bijstand in personeelsaangelegenheden € 34.000 • Kosten outpiacement € 113.000* • Deelnemerstevredenheidonderzoek € 23.000 • Ondersteuning opstelling uitvoeringsprogramma 2016 € 7.000 • Juridische ondersteuning GR-aanpassing 4.000 € • Kosten arbo 3.000 € • Voorgeschoten materiële kosten deelnemers € 11.000’ 8.000** • Kosten netwerkdag € • Milieubarometer € 14.000** • Externe veiligheid (ontwerpsessies veilige omgeving) € 23.000** De met * gemerkte uitgaven zijn deels terugontvangen en bij de baten verantwoord. De met ** gemerkte uitgaven zijn terugontvangen en bij de baten verantwoord. Onvoorzien Begroting 2015 Onvoorzien
150.000 150.000
Rekening 2015 0 0
Alle kosten die als onvoorzien moeten worden aangemerkt, worden functioneel geboekt onder de post overige goederen en diensten”.
31
Toelichting op de baten Bijdragen deelnemers De bijdragen voor basis- en de plustaken zijn conform de bepalingen in artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling FUMO in 2015 bij de deelnemers in rekening gebracht op basis van de in de begroting vastgestelde bedragen. Facturering vindt in vier gelijke kwartaaltermijnen plaats. Enkele deelnemers hebben in twee halfjaarlijkse termijnen hun bijdrage voldaan. -
-
Begroting
Rekening
2015 Basistaken -
-
-
lnrichtinggebonden Toeslagen topbedrijven Niet inrichtinggebonden
4.754.488 1.510.185 666.998 6.931.671
4.346.264 1.404.014 620.106 6.370.384
4.285.332 323.61 1 326.828 0 4.935.771 11.867.442
3.986.373 330.357 303.852 1.133.688 5.754.269 12.124.653
Plustaken -
-
-
-
Plustaken algemeen Externe veiligheid Restformatie MAD Overige baten en inkomsten uit incidentele opdrachten
Toelichting In de tarieven voor 2015 is conform het bedrijfsplan 2012 een component opgenomen voor de aflossing van de langlopende vorderingen van de FUMO op de deelnemers vanwege de implementatiekosten (algemeen en ICT). Deze bedragen in totaal voor 2015€ 838.253. Dit bedrag was in de begroting 2015 opgenomen onder de baten. In deze jaarrekening is deze aflossing in mindering gebracht op de bovengenoemde vordering. Dit verklaart voor dat bedrag het verschil tussen de begrote en de werkelijke baten. Het restantverschil ad € 1.095.464 kan als volgt worden verklaard. • In de berekende bijdrage van de gemeente Weststellingwerf zijn door de FUMO onjuiste aantallen inrichtingen opgenomen. Dit is gecorrigeerd. Dit leidt tot een verlaging van de bijdrage met € 43.554. • In de balans in de jaarstukken 2014 is een post opgenomen van € 190.164 als vordering op de voormalige gemeente Boarnsterhim, zijnde de vastgestelde bijdrage in de begroting 2014. In 2015 is een afrekening opgesteld in overleg met de bij de herindeling betrokken gemeenten. Daarbij is gebleken dat de begrote bijdrage deels op onjuiste aantallen inrichtingen gebaseerd was. Dit is gecorrigeerd. De bijdrage is € 30.414 lager vastgesteld dan het bedrag in de begroting 2014. Deze bijdrage ad € 159.750 is aan de bij de herindeling betrokken gemeenten in rekening gebracht. • De gemeente Achtkarspelen heeft het aantal af te nemen plusuren in 2015 met 300 verhoogd. Dit leidt tot een extra opbrengst van € 17.978. • Bij de post “Overige goederen en diensten” is een aantal uitgaven verantwoord, dat is doorberekend aan verschillende deelnemers. Het betreft voorgeschoten materiële kosten, kosten van de netwerkdag, milieubarometer en externe veiligheid; in totaal circa € 33.000. • Een vijftal medewerkers van de FUMO is in 2015, geheel of gedeeltelijk, gedetacheerd bij meerdere deelnemers. De loonkosten van deze medewerkers zijn doorberekend aan deze deelnemers en hier als bate verantwoord. In totaal gaat het om een bedrag van €213.034. • De FUMO heeft een subsidie € 169.128 ontvangen van de VNG inzake de regionale energiebesparingsaanpak. Een bedrag van € 40.000 is aangemerkt als vooruit ontvangen omdat het project in 2016 doorloopt. Derhalve is bij de baten een bijdrage van € 129.128 verantwoord. • In de balans in de jaarstukken 2014 is een post opgenomen van € 5.000 als vooruit ontvangen subsidie vanwege Deelname aan het “Regioteam Verbeterprogramma Groepsrisico”. Dit bedrag is thans als bate verantwoord. -
-
32
•
•
•
• •
Een vergoeding van de provincie vanwege het sociaal plan dat de provincie heeft afgesloten voor haar voormalig personeel. Hierin is bepaald dat ex-provinciale medewerkers een hogere reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ontvangen dan in het sociaal statuut van de FUMO is opgenomen. Tevens corn penseert de provincie de FUMO voor kosten inzake de IPAP-premie, eveneens voortvloeiend uit het sociaal plan. Daarnaast is een vergoeding van de provincie ontvangen voor de hogere vergoedingen aan ex-provinciale medewerkers inzake piket. In totaal gaat het om ongeveer € 45.000. Bij de post Overige goederen en diensten” zijn uitgaven ter zake van outplacement verantwoord. Van deze kosten is een bedrag van € 74.000 aan een tweetal deelnemers doorberekend. Voor diverse deelnemers zijn BRIKS-taken uitgevoerd bij provinciale of voormalig-provinciale inrichtingen. Deze taken waren niet in de begroting 2015 opgenomen. Hiervoor is ruim € 170.000 ontvangen. Bij verschillende deelnemers zijn extra incidentele plustaken uitgevoerd tot een bedrag van circa € 330.000. Voor drie niet-deelnemers zijn opdrachten uitgevoerd. Het betreft de orngevingsdienst Groningen, een Groninger gemeente en de omgevingsdienst Drenthe, gezamenlijk voor een bedrag van circa € 93.000.
Externe Veiligheid In de begroting 2015 is een bedrag van € 323.611 opgenomen (3.600 uur x uurtarief). Ten tijde van de vaststelling van de begroting was een subsidie van € 231.000 vastgelegd. Er was derhalve nog een ongedekt tekort van € 92.611. In 2015 is in totaal ongeveer€ 353.000 aan baten inzake EV ontvangen. Dit kan als volgt gespecifieerd worden: • Subsidie Impuls Omgevingsveiligheid (10V) €231.000 • Werkzaamheden risicokaart t.b.v. de provincie € 50.000 • Subsidies (provincie Zuid-Holland) € 72.000 Per saldo zijn de ontvangen bedragen inzake Externe Veiligheid ongeveer € 29.000 hoger uitgevallen dan geraamd.
33
Incidentele baten en lasten 2015 Het BBV schrijft voor dat in de jaarstukken melding wordt gemaakt van de incidentele baten en lasten. Dit is vastgelegd in artikel 28, lid c van het BBV:
De incidentele baten en lasten van de FUMO kunnen over het verslagjaar 2015 als volgt worden weergegeven: Lasten Kosten dienstreizen NS businesscards 2014 Overige kosten; overige goederen en diensten
€ 20.000 € 257.000
Totaal
€277.000
Baten Uitkeringen UWV Ontvangen subsidies Doorberekende kosten outplacementtrajecten Doorberekening materiële kosten Extra incidentele opdrachten
€ 10.000 € 206.000 € 74.000 € 33.000 € 330.000
Totaal
€ 653.000
34
Structurele mutaties 2015 in reserves De van toepassing zijnde regels in het BBV schrijven voor dat in de jaarstukken melding wordt gemaakt van structurele mutaties in reserves. Dit wordt geregeld in artikel 28, lid d van het BBV: In het verslagjaar zijn geen structurele toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves verantwoord.
Voorstel tot bestemming van het resultaat 2015 Het algemeen bestuur is bevoegdheid tot resultaatbestemming. Hierover zal separaat een voorstel aan het algemeen bestuur worden gedaan. Algemene reserve (weerstandsvermogen) Volgens artikel 29 lid 8 van de GR mag het weerstandsvermogen van de FUMO niet meer bedragen dan 10% van de jaaromzet. Voor zover het batig saldo van enig jaar leidt tot een weerstandsvermogen van meer dan 10% van de jaaromzet, wordt het meerdere uitgekeerd naar rato van de bijdrage voor basis- en plustaken in het verslagjaar. Toevoeging aan de algemene reserve
1.159.785
De jaaromzet 2014 bedraagt
12.124.653
Maximale toegestaan weerstandsvermogen volgens artikel 29 lid 8 GR (10%)
1.212.465
Toevoeging aan weerstandvermogen conform artikel 30, lid 9 van de GR FUMO
1.159.785
Restant rekeningresultaat
0
35
Begrotingsrechtmatigheid 1. Algemeen De begrotingsrechtmatigheid heeft betrekking op het financiële handelen binnen het kader van de geautoriseerde begroting. Dit wordt formeel als volgt omschreven: Financiële beheers handelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten (exploitatie), alsmede de balansposten (investeringen), die tot stand zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door het Algemeen Bestuur zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheer handelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van toepassing zijn”.
Volgens het BBV dienen de afwijkingen in de jaarrekening herkenbaar te worden opgenomen en van een toelichting te worden voorzien. Als blijkt dat de gerealiseerde uitgaven hoger zijn dan geautoriseerd, dan is er sprake van begrotingsonrechtmatigheid. In het Programma van Eisen Aanbesteding Accountantsdiensten FUMO is in artikel 4 vastgelegd dat de controle van de jaarrekening is gericht op het geven van een oordeel over het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties (investeringen). Dit in overeenstemming met de begroting en de van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De voor de controle van toepassing zijnde regels zijn vastgelegd in: het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO); de Kadernota en adviezen van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten (PRPG); de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NBA).
-
-
-
Het toetsingskader voor de rechtmatigheid is volgens paragraaf 6 beperkt tot alleen financiële beheers handelingen voortvloeiende uit wettelijke voorschriften dan wel besluiten van het Algemeen Bestuur. 2.
Analyse
2.1 Algemeen De analyse van de begrotingsoverschrijdingen zijn opgesplitst in: begrotingsoverschrijdingen voor wat betreft lasten exclusief mutaties in reserves (rekening van baten en lasten); begrotingsoverschrijdingen voor wat betreft investeringskredieten (investeringen). -
-
2.2 Begrotingsoverschrijdingen (rekening van baten en lasten) In onderstaand overzicht zijn de lasten uit het verslagjaar 2015 afgezet tegen de begroting na wijziging 2015. Lasten volgens begroting
r
1
La vol jaarrek
Rekening van baten en lasten
11.867.442
10.964.881
902.561
Totalen
11.867.442
10.964.881
902.561
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er over het verslagjaar 2015 geen overschrijding van de lasten heeft plaatsgevonden. In onderstaand overzicht zijn de baten uit het verslagjaar 2015 afgezet tegen de begroting 2015. 36
1
Baten volgens begroting
1
Baten vol
jr’
Rekening van baten en lasten
11.867.442
12.124.665
257.223
Totalen
11.867.442
12.124.665
257.223
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er over het verslagjaar 2015 meer baten zijn verantwoord dan geraamd in de begroting.
37
Wet normering topinkomens Per 1januari2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de FUMO van toepassing zijnde regelgeving (het algemeen WNT-maximum). Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor de FUMO is € 230.474 (130% van ministersalaris). Het weergegeven toepasselijke WNT maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Bezoldiging topfunctionarissen
Overzicht bezoldiging directeur: Directeur M. van der Wal Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar
96.028 2.618
13421
1/1 31/12 1 FTE -
Beloning in het voorgaande jaar (niettopfunctionarissen) Motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm.
nvt .
38
Bezoldiging van de leden van het algemeen bestuur
Naum
Ach&erspeten Parrntand Denturnadiet DepriesnMererr Dongeredeet Ferwerderadiet Frunekeredeet Herlingee Heerenoeen Het Bildt
e heerM.oan derVenn ehnerNDud e hnnr t( S Hetdoorn ehenrD Durksz Meonouw M. Weendew e heerJ. Hijwe e heerJ. Bekkewa e beer H. Boon e beers. Siebenge
Kollumerleed
Mevrouw N. Haarsme e heer J Benedictus
Leeuwerden Leeowerdeo Leeuwerderedeet
Mevrouw L.t Diks e heers Feitsme Meoroow G.ttsser
tittenserediel Menewerediet
Betatbare nest en dieestbnbnlçBetoeing eenebele king enkostenver(Jan/nee) goedtng
d
e
nee
d d d
e e a
nee nee nee
0
d / piw. voobiller Lid / ptw. ooobioer d d
a e
cce nee
0
d d d
e e
nee nee nee
d ootvtter
e e
.
Punuhn dB
.
Funchn DS
.
.
nee eee
0
Veortvtter
.
e e
d d
0
nee nee
e e
nee nee
Doststettingwerf Dpstedeed
De beerS Bonnemo e beer L. Pen e heerJ H. Veenhouwer e heers. Derks De beer P. een Dijk
Provincie Prysttn Provincie Prts)tn Suhiermonetkoog
Meorouw S. Poepjes e heerM. sub/er e heerJ.R. Dijkstra
d d
Smettingertend Sddwest-Frystân Terschetting Tyto)erksteradiel Vtielond
Mevrouw M. Krans Mevrouw M. Bakker Mevrouw J. Hoeksha e heer E J. ter Keurs e heer R. Hoekshe
Weststetlingwert Wetterskip Frystde Wotterskip Frystân
De beer C. Trompeoer De heer W. de Heen De heerE, Berenst
d d d
d d d
a Lid Lid
nee 0 nee e_ nee nee nee
0
e Lid
nee nee nee
0 0
d d
e e
d Lid Lid
Lid
e a e
Lid
Lid
0
—
nee nee
d d
Dootstettiegwerf
Vootvening en ten behoeve Totetn oen bnzotdiging betetingen betaatbeer ep teneijn 5 0
(Gewezen) topbincteeens
—
—
—
—
nee nee nee nee nee
0 0
not not n o.t.
n vt nvt not.
S not
0 0 0
not not, n.ot.
not not
0 0
—
—
S S 0 S 0 S 0 S
—
—
0 0 0
t
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
S S
e ot e ot
o.o.t. net,
not not not
e.e.t n.e.t
not n o.t not
not not not.
o.o.t o.o.t 0 ot
not not
not not
not not 0 not S not
not not not
0 n of. S n ot. S not, S n ot.
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de norm voor de WNT in 2015 niet wordt overschreden.
39
not e ot
not o.o.t.
e.e.t net
5 S
0 S —
-
not not.
0 S S
—
Dwoeng van hnt dienstverband in hetear (5e
not Onot
0
—
Duur von het dienstonrbend in het jear (in dagen)
not not. n ot. not not.