*S*.-.v
ftv3ï ^ O p d r a c h t 1 : Stakeholders scenario Stroom Bespreek met elkaar welke belangrijke stakeholders in dit scenario onderscheiden kunnen worden. Met wie hebben we te maken in deze toekomst? Ga vervolgens na wat deze stakeholders wel en niet willen. OPDRACHT STROOM
Belangrijkste stakeholders 1
2
3
4
5
Isis scenariowerkboek
Wat wil stakehofder WEL
Wat wil stakehofder NIET
Opdracht 2i Kansen/bedreigingen voor onze organisatie in scenario Stroom Wat zijn de belangrijkste kansen en bedreigingen voor de eigen organisatie in dit scenario?
OPDRACH" STROOM 2
Kansen
Bedreigingen
Isis scenariowerkboek
15
Opdracht 3: De opties om ons voor te bereiden op deze toekomst Ga er van uit dat dit scenario werkelijkheid wordt. Wat zijn dan de opties om ons nu op die toekomst voor te bereiden?
OPDRACHT STROOM 3
1
2
3
4
5
16
, Isis scenariowerkboek
Opdracht 4: Belangrijkste consequenties voor het Business Idea Ga na wat de belangrijkste gevolgen van de opties voor het huidige Business idea zijn. Nu de stakeholders en de kansen en bedreigingen in kaart zijn gebracht en de opties zijn benoemd, heeft dat gevolgen voor het huidige Business Idea. Welke onderscheidende competenties, toegevoegde maatschappelijke waardes of strategische investeringen veranderen er in het scenario? OPDRACHT STROOJV1. ^
Belangrijkste consequenties 1
2
'3>
4
3
Isis scenariowerkboek
17
orte typering et poldermodel viert zijn hoogtijdagen. Voor alle belangrijke eslissingen in Nederland moet overeenstemming worden vonden tussen alle belanghebbende partijen. Daardoor omen besluiten vaak op de lange baan terecht en verliest de verheid veel van haar slagvaardigheid, aarnaast liberaliseert de Nederlandse samenleving verder, teeds meer overheidstaken worden geheel of gedeeltelijk erzelfstandigd of uitbesteed aan lagere overheden. Er zijn veel ubliek-private samenwerkingsverbanden. Omdat verzelfstanigingen vaak ook nadelen met zich meebrengen, blijft de iscussie hierover zwalkend. Verzelfstandigingsoperaties orden halfslachtig doorgezet en incidenteel ook wel eens eruggedraaid. Er zit geen duidelijke lijn in het beleid. Ook ierdoor neemt het realiserend vermogen van veel overheidsoranen af. conomisch gaat het matig in Nederland. Periodes van geringe conomische groei worden afgewisseld met recessies. Er is veel erspilling van overheidsgeld door mislukte samenwerking, of mdat de overheid niet tot besluiten kan komen. Daarnaast is r steeds minder draagvlak voor investeringen in het publieke omein. 'aar in 2013 keert het tij. Een dijkdoorbraak zet grote delen an Zuid-Holland onder water. Zware regenval zorgt gelijktijdig Oor overstromingen bij de grote rivieren. Sinds de tweede ereldoorlog heeft Nederland geen nationale ramp van deze mvang meer gekend. e ingekrompen Rijksoverheid is niet meer toegerust voor dit oort calamiteiten, maar wordt wel aangesproken op haar erantwoordelijkheden. In ijltempo wordt een aantal noodetten aangenomen die haar meer armslag moet geven. Het eger wordt ingezet. Met vereende krachten worden de dijken edicht en de ergste problemen aangepakt, e situatie in 2016: Nederland likt zijn wonden. Omdat de roblemen alleen collectief aangepakt kunnen worden, is er en hernieuwde vraag naar een sterke overheid. De ijksoverheid reageert hierop door meer verantwoordelijkheden n uitvoerende taken op zich te nemen en haar organisatie uit bouwen. Verzelfstandiging van overheidsdiensten en het fstoten van taken blijken echter zeer moeilijk en slechts tegen oge kosten terug te draaien. De belastingen zijn torenhoog en r is een krimpende economie. Isis scenariowerkboek
Scenario Kolk Het is 2016... Op de Dam in Amsterdam staat een nieuw monument. Het stelt twee vrouwen voor, die tot hun enkels in het water staan en elkaar vastklampen in doodsnood. "2013. Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de watersnood" luidt het opschrift. "De Ramp" is zestig jaar lang de betiteling geweest van de watersnoodramp in 1953. Maar inmiddels is deze twijfelachtige geuzennaam overgedragen op de watersnood die drie jaar geleden plaatsvond. Al jaren waarschuwden klimatologen, hydrologen en waterbouwkundig ingenieurs voor de gevaren van de stijgende zeespiegel en de toenemende kans op hoge piekafvoeren in de grote rivieren. In 2013 werden de ergste voorspellingen allemaal tegelijk bewaarheid. Een hevige Noordwesterstorm stuwde het water in de Noordzee op tot extreme hoogte. De dijken in Zeeland hielden stand, hoewel de Antwerpse binnenstad onder water kwam te staan en de storm grote stukken duin wegsloeg. Maar in Zuid-Holland ging het mis. Op een aantal plaatsen braken de dijken door. Grote delen van het Westland werden overspoeld door het zoute water en een aantal voorsteden van Rotterdam kwam blank te staan. In sommige diepgelegen woonwijken reikte het water tot aan de nok van de daken. Schiphol onder water Tegelijkertijd brachten de grote rivieren een extreem grote hoeveelheid water het land binnen. Door de hoge zeewaterspiegel konden de gemalen dit water niet kwijt. Grote gebieden rond de grote rivieren
kwamen daardoor ook onder water te staan. De Rotterdamse haven kon niet meer functioneren en Schiphol moest sluiten, omdat de start- en landingsbanen waren ondergelopen. Beelden hiervan gingen de hele wereld over. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland geen nationale ramp van deze omgang meer gekend. Slachtoffers Voor het eerst sinds zestig jaar zijn er in Nederland ook weer doden gevallen als gevolg van een watersnoodramp. Natuurlijk heeft de Rijksoverheid, samen met de gemeentes, haar uiterste best gedaan om iedereen tijdig te evacueren. Maar de reddingsoperaties kwamen moeilijk op gang en het ging om zoveel mensen dat niet iedereen tijdig kon worden bereikt, geïnformeerd en geholpen. Vooral oudere mensen zonder familie en zonder eigen vervoer zijn slachtoffer geworden van het wassende water. Maar ook een groep Rotterdamse illegalen die in het Westland werkten hebben niet tijdig weg kunnen komen. Toen het water was gezakt, de doden waren begraven en de dijken gedicht, bleef heel Nederland zitten met één vraag: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe kon, anno 2013, een dergelijke catastrofe plaatsvinden in Nederland, het land onder de zeespiegel, het land van dammen, dijken en stormvloedkeringen en deltaplannen, het land van Hansje Brinker? Overheid in de beklaagdenbank Zoals gebruikelijk na een ramp, buitelden de commentatoren onmiddellijk over elkaar heen met een analyse van de oorzaak.
De verhaallijn van dit scenario is als uitklapbaar schema opgenomen aan de binnenkant van het omslag
Maar in tegenstelling tot wat gebruikelijk was, was iedereen het nu vrijwel unaniem met elkaar eens. Natuurlijk, het natuurgeweld had grotendeels te maken met de stijging van de zeespiegel en de veranderingen in het klimaat als gevolg van het broeikaseffect. Maar in principe hadden de klappen opgevangen kunnen worden, als maar op tijd de juiste maatregelen waren genomen. Waar waren de overloopgebieden, die het extra rivierwater hadden kunnen bergen? Waarom waren er vlak vóór de ramp zoveel dijkringgebieden in slechte staat van onderhoud? Waarom waren er zoveel nieuwe woonwijken en glastuinbouwkassen in de laagste delen van Zuid-Holland? En hoe kon het gebeuren, in deze eeuw van vergaande massacommunicatie, dat de overheid niet over genoeg communicatiemiddelen beschikte om iedereen op tijd te waarschuwen? Iedereen wees met een beschuldigende vinger naar de Rijksoverheid. Inmiddels, drie jaar later, hebben honderden sociaal wetenschappers en andere deskundigen zich gebogen over diezelfde vragen. Om een verklaring te kunnen geven voor de Ramp keken zij terug naar de jaren vanaf de eeuwwisseling. Welke geschiedenis ging er aan de Ramp vooraf? Een terugblik op Nederland tussen 2001 en 2013.
Nederland voor de Ramp De individualiseringstendens van de jaren '90 heeft zich voortgezet in de nieuwe eeuw. De »* * moderne Nederlander stelt veel prijs op welvaart en individuele vrijheid, maar wil daarnaast graag *Ê£.
leven in een veilige en comfortabele omgeving. Veel mensen proberen hun zaken te regelen via belangengroepen en one-issue partijen. Maar de omgeving houdt voor veel mensen wel op bij de hoek van de straat. Weinig mensen maken zich in deze jaren nog druk om de hongersnoden in Afrika of de verandering van klimaat en milieu.
5 /
*i^
Nederland als "Superpolder" Het internationaal succesvolle poldermodel blijft de dominante werkwijze in Nederland. Nederland is een "Superpolder" waar over alle beslissingen met alle partijen overeenstemming moet worden bereikt voordat tot uitvoering kan worden overgegaan. Tegelijkertijd is de Nederlandse samenleving verder geliberaliseerd. Onder leiding van Paars III en IV zet de privatiseringsgolf van de jaren '90 zich voort in de nieuwe eeuw. Een groot aantal traditionele overheidstaken is -geheel of gedeeltelijk- verzelfstandigd en de Rijksoverheid heeft veel terrein prijsgegeven aan lagere overheden, het bedrijfsleven en belangengroepen. Ook zijn veel bevoegdheden overgedragen aan de Europese Unie. "Brussel" heeft een stevige vinger in de pap op het gebied van milieu, landbouw en mobiliteit.
i«!W"la"ffl|||
JÊ/L
H f * ,
i
Publiek-Private Samenwerkingsprojecten, onder andere op het gebied van mobiliteit en ruimtelijke inrichting, schieten het eerste' decennium van de nieuwe eeuw als paddestoelen uit de grond. Exploitatie van infrastructuur De exploitatie van infrastructuur gebeurt voornamelijk door marktpartijen, soms in samenwerking met overheden. Nieuwe elektronische systemen maken het mogelijk alle individuele
*>•'!
Isis scenariowerkboek
Verspilling van overheidsgeld Niet alle nieuwe samenwerkingsverbanden zijn een onverdeeld succes gebleken. Veel belastinggeld ging verloren door mislukte samenwerking, waarin vaak de risico's eenzijdig bij de overheid waren neergelegd. De aanleg van bijvoorbeeld de Zuiderzeelijn was een financieel fiasco dat miljarden belastinggeld opsoupeerde. Ook is de markt erg gericht op het verkrijgen van winst op de korte termijn. Langetermijn investeringen blijven vrijwel exclusief het domein van de overheid, die hiervoor echter steeds minder middelen ter beschikking heeft.
weggebruikers hiervoor een rekening op maat te geven. Ondanks ie aanleg van extra wegen is er nog steeds een groot fileprobleem. teel kennis die vroeger in handen van de Rijksoverheid was, is nu verdeeld over marktpartijen, belangenorganisaties en lagere overleden. De kennisinstituten van de overheid zijn bijna allemaal geheel of gedeeltelijk verzelfstandigd. Kennis en technologie loreren in het liberale klimaat, maar de meeste kennisinstituten zijn eenzijdig gericht op toepasbare en winstgevende kennis op een beperkt aantal gebieden zoals ICT en mobiliteit. Een onderverp als milieu komt minder aan de orde.
.m tdÊ&Wi
Isis scenariowerkboek
Ook veel verzelfstandigingsoperaties verlopen niet zonder kleerscheuren. Vaak worden deze operaties halfslachtig doorgezet en ook wel eens teruggedraaid. Sommige verzelfstandigde overheidsdiensten werken minder efficiënt dan voorheen of verzaken hun oorspronkelijke doelstelling. Meestal is dat gunstig voor de aandeelhouders van dat desbetreffende bedrijf, maar niet zelden betaalt de samenleving als geheel hiervoor later de prijs. De overheid met lege handen Voorbeelden zijn er te over. Een voormalig nutsbedrijf dat zich bezighoudt met sponsoring van sport-
evenementen, maar weigert om geld te steken in milieuvriendelijke stroom. Het kadaster dat de prijzen voor haar monopolistische diensten binnen een aantal jaren verdriedubbelde. Een geprivatiseerd waterschap dat een aantal jachthavens exploiteert en zich in verband daarmee wel erg nadrukkelijk bezighoudt met de bevordering van de recreatie op het water. In de meeste gevallen staat de overheid met lege handen, omdat ze geen zeggenschap meer heeft over deze bedrijven. Waden in de stroop Het voortdurende gesteggel over bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft de overheid geen goed gedaan. Op veel terreinen is ze een groot deel van haar invloed en slagvaardigheid verloren en het was, en is nog steeds, moeilijk om voldoende goed personeel te vinden. Daarnaast zijn, in de periode voor de Ramp, de overheidsmiddelen drastisch ingekrompen als gevolg van voortdurende belastingverlagingen. Ook kan de "Superpolder" waarin ze moet opereren het nemen van besluiten en het uitvoeren van plannen erg belemmeren. Ambtenaren klagen meer en meer over de "dikke stroop" waarin ze soms moeten waden om zaken gerealiseerd te krijgen. Verwaarlozing en getouwtrek Economisch gaat het Nederland matig tot aan het Rampjaar 2013. De reductie van de overheidsuitgaven en het ondernemend klimaat zorgen soms voor korte periodes van economische groei, maar deze
O worden afgewisseld met recessies. Diezelfde reductie van de overheidsuitgaven, in combinatie met de zwakke positie van de overheid, de versnippering van overheidtaken over allerlei private en semi-private ondernemingen en de eindeloze polder-discussies, heeft tot gevolg gehad dat investeringen in de publieke sector schromelijk zijn verwaarloosd. De dijkringgebieden, die zijn ondergebracht bij geprivatiseerde waterschappen, zijn sterk wisselend van kwaliteit. De overlooppolders, die in het begin van de eeuw waren gepland, zijn er nooit gekomen door voortdurend getouwtrek tussen overheden, bedrijven, belangenorganisaties en particuliere grondbezitters. De laaggelegen veenweidegebieden in West-Nederland zijn verder volgebouwd omdat projectontwikkelaars daarmee winst konden maken en de overheid er geen halt aan toeriep. De Rijksoverheid had haar bevoegdheden in de ruimtelijk ordening grotendeels gedelegeerd aan provincies en deze laatsten waren, door hun deelname aan diverse samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven, vaak teveel direct belanghebbende om hun rol als bewaker van de ruimtelijk ordening goed te kunnen spelen. Grondpolitiek Ongeremde speculatie met grond maakte het tot 2013 voor gemeentes en provincies sowieso moeilijk om hun bestemmingsen streekplannen naar behoren te kunnen uitvoeren. Door de woekerprijzen van de grond kunnen sociale woningbouwprojecten soms niet doorgaan en de aankoop van grond voor bestemmingen als waterberging en natuurontwikkeling is soms onbetaalbaar. In 2010 viel
het kabinet opnieuw over de grondpolitiek, na een voorstel van enkele partijen om grondspeculanten te dwingen een bepaald percentage van hun grond te verkopen ten behoeve van de waterberging. In dit klimaat is het achteraf gezien goed verklaarbaar dat een dergelijke Ramp kon gebeuren. En het verklaart ook het pijnlijke onvermogen van de overheid om adequaat te reageren toen de ramp eenmaal een feit was.
instantie worden gebracht, of in ieder geval moet de inspectie en handhaving van de regels worden geïntensiveerd. Taken, die de overheid juist was kwijtgeraakt in de jaren voor de Ramp en die nu slechts met grote moeite en tegen hoge kosten kunnen worden I herkregen. Samenwerken met het bedrijfsleven is hiervoor een vereiste, maar hoe die samenwerking eruit moet zien is nog een onderwerp van discussie.
De Ramp als waterscheiding Anno 2016 is er heel wat veranderd in Nederland ten opzichte van drie jaar geleden. De Ramp heeft een waterscheiding veroorzaakt; letterlijk omdat er een nu een nieuw binnenmeer is in het Westland en figuurlijk omdat nu weer een enorme vraag is naar een sterke rol van de Rijksoverheid. De Ramp heeft keihard duidelijk gemaakt dat de ruimtelijk ordening niet mag worden gedecentraliseerd. Via een aantal noodwetten heeft de Rijksoverheid de regie teruggekregen en er wordt nu met man en macht gewerkt aan een nieuwe nota Ruimtelijke Ordening, die meer dan vroeger rekening houdt met waterberging en veiligheid. Ook worden nieuwe wetten aangenomen die het de overheid makkelijker moeten maken om grond te onteigenen, eenmaal aangevangen bouwwerkzaamheden stop te zetten en bepaalde vormen van bouwen te verbieden.
Krimpende economie De belastingen zijn verhoogd om de vele kostbare investeringen te kunnen betalen die nodig zijn om een nieuwe ramp in de toekomst te voorkomen. Er is weinig tegenstand tegen deze maatregel omdat de meeste Nederlanders er inmiddels wel van overtuigd zijn dat deze investeringen nodig zijn. De dramatische foto's I van mensen op de daken van hun ondergelopen huizen zijn daarvan getuige. De Ramp heeft de Nederlandse economie geen goed gedaan. Niet alleen de torenhoge belastingen vormen een probleem. Veel bedrijven hebben ook schade ondervonden door de watersnood en het investeringsklimaat voor buitenlandse bedrijven is verslechterd. Voor het eerste sinds lange tijd heeft Nederland een krimpende economie.
Nieuw centralisme Het onderhoud van grote delen van de Nederlandse waterkeringen moet weer onder één ^ • verantwoordelijke
Isis scenariowerkboek
211
Qridracht 1 : Stakeholders scenario Kolk ";
'.
Bespreek rttet elkaar welke belangrijke stakeholders in dit scenario onderscheiden kunnen worden. Met wie hebben we te maken in deze toekomst?. Ga vervolgens na wat deze stakeholders wel en niet willen.
OPDRACHT KOLK 1
Belangrijkste stakeholders 1
2
3
4
5
Isis scenariowerkboek . üti.
Wat wil stakeholder WEL
Wat wil stakeholder NIET
Opdracht 2: Kansen/bedreigingen voor onze organisatie in scenario Kolk Wat zijn de belangrijkste kansen en bedreigingen voor de eigen organisatie in dit scenario?
O P D R A C H T KOLK 2
Kansen
Bedreigingen
Isis scenanowerkboek
fit 3: De opties om ons voor te bereiden op deze toekomst Ga er van uit dat dit scenario werkelijkheid wordt. Wat zijn dan de opties om ons nu op die toekomst voor te bereiden?
OPDRACHT KOLK 3
1
2
3
4
5
f£-
Isis sccnatiowprkbo^k
Opdracht 4: Belangrijkste consequenties voor het Business Idea Ga na wat de belangrijkste gevolgen van de opties voor het huidige Business Idea zijn. Nu de stakeholders en de kansen en bedreigingen in kaart zijn gebraéit en de opties zijn benoemd, heeft dat gevolgen voor het huidige Business Idea. Welke onderscheidende competenties, toegevoegde maatschappelijke waardes et strategische investeringen veranderen er in het scenario? lyi;,: , .-. O P D R A C H T KOLK 4
Belangrijkste consequenties
Isis scenanowerkboek
orte typering
I
De klimaatveranderingen zetten wereldwijd door. Nederland oelt, als één van de eerste Westerse landen, de desastreuze ffecten hiervan. In 2002 en 2004 wordt Nederland geteisterd oor de ernstigste wateroverlast sinds mensenheugenis. Delen an Midden-Nederland komen blank te staan en snelwegen orden voor langere tijd afgesloten. Ook de stijging van de eespiegel veroorzaakt ernstige problemen. In 2006 ontsnapt uid-Holland ternauwernood aan een dijkdoorbraak, oor immigratie en stijging van het geboortecijfer groeit het nwonertal van Nederland tot 20 miljoen mensen in 2016. ègelljkertijd daarmee groeit de automobiliteit en de daarmee menhangende fileproblematiek. e groeiende kloof tussen arm en rijk en de verkwanseling van atuur en milieu voor snelle economische groei in de jaren '90 an de vorige eeuw, leiden rond de eeuwwisseling wereldwijd ot een steeds sterkere roep om meer aandacht voor collectieve aarden zoals milieu en sociale rechtvaardigheid. Ook in ederland groeit het besef dat deze problematiek alleen ezamenlijk is aan te pakken. Politieke partijen spelen in op de ieuwe Nederlandse saamhorigheid. De uitbesteding van overeidstaken die in de jaren '90 is ingezet, zet niet door in de ieuwe eeuw. Sommige voormalige overheidsorganisaties zoals e spoorwegen en nutsbedrijven komen weer terug in overeidshanden. De markt blijft nog wel actief in een groot deel an de uitvoering. Tussen 2008 en 2016 boekt de overheid erscheidene successen in de omgang met klimaatsveranderinen. Die successen doen het draagvlak voor een sterke overeid verder toenemen. e situatie in 2016: De nationale overheid heeft een sterke rol p terreinen als ruimtelijke ordening, infrastructuur en landouw. De belastingen zijn verhoogd om de peperdure maatreden te bekostigen die nodig zijn om Nederland levensvatbaar e houden. De economie draait gestaag, hoewel op een wat ager pitje.
Isis scenariowerkboek
Scenario Rots Het is 2016... De voorspellingen aan het eind van de 20" eeuw waren niet overdreven. Gedurende de afgelopen vijftien jaar is het water blijven stijgen en de bodem blijven dalen. Nu, in 2016, is wonen in Nederland dan ook lang niet meer zo vanzelfsprekend als het was in de vorige eeuw. Natuurlijk, tien tot vijftien jaar geleden was het allemaal nog erger. Het grapje deed toen de ronde, dat de kersverse koning Willem IV zijn rubberlaarzen aanhield in bed omdat hij continu moest opdraven op allerlei ramplocaties. De overstroming van de grote rivieren, in 2002 en 2004, vernielde hele woonwijken en ontregelde wekenlang het verkeer, omdat grote stukken snelweg onder water kwamen te staan. En alsof het nog niet genoeg was, beukte in 2006 de zwaarste Noordwesterstorm sinds de 19° eeuw op de Nederlandse kusten en ontsnapte Zuid-Holland ternauwernood aan een watersnoodramp. De beelden van de overhaaste evacuatie van Den Haag en de met zandzakken slepende mannen en vrouwen staan op ieders netvlies gebrand. Gemeenschappelijk dreiging Maar hoe ernstig het allemaal ook was, er zijn nooit slachtoffers gevallen en al dat natuurgeweld heeft de mensen wel nader tot elkaar gebracht. Marokkaanse vrouwen uit de Schilderswijk en Nederlandse yuppen uit het Statenkwartier kwamen elkaar tegen op de dijken, in de grote opvanghallen in het oosten van het land en later in de talloze herstelcommissies die als paddestoelen uit de grond schoten. Het stijgende water en het zakkende land was een gemeenschappelijke bedreiging die vaak sterker was dan de
verschillen tussen mensen. Na 2006 wist iedereen: als we hier nog willen blijven wonen, in deze wegzakkende delta, dan kan dat alleen als we gezamenlijk maatregelen nemen. In een ontroerende duospeech riepen koning Willem IV en koningin Maxima alle oude en nieuwe Nederlanders op, om op de één of andere manier hun betrokkenheid te tonen, al was het alleen maar door niet te klagen over de hogere belastingdruk. "Of we nou in het oosten of het westen van Nederland wonen, of we boven of onder de zeespiegel wonen, we zijn allemaal Nederlanders", aldus koning Willem. Roep om collectieve waarden Toch kwam de nieuwe saamhorigheid niet alleen voort uit het wassende water. Ook internationaal had deze ontwikkeling de wind in de rug. De groeiende kloof tussen arm en rijk en de verkwanseling van natuur en milieu voor snelle economische groei in de vorige eeuw, leidden vanaf de eeuwwisseling wereldwijd tot een steeds sterkere roep om meer aandacht voor collectieve waarden zoals milieu en sociale rechtvaardigheid. Mensen voelen zich weer veilig Inmiddels heeft de Rijksoverheid een groot aantal maatregelen genomen waardoor de burger zich weer wat veiliger voelt. Sommige woonwijken en industrieterreinen op echt bedreigde plaatsen, zijn afgebroken of verplaatst en veel land is gereserveerd voor waterberging. In de toekomst zal de noodzaak daartoe steeds groter worden, want de waterspiegel stijgt nog steeds met een centimeter per
De verhaallijn van dit scenario is als uitklapbaar schema opgenomen aan de binnenkant van het omslag
O O
jaar en de aanvoer van water door de grote rivieren neemt regelmatig zorgwekkende proporties aan. Verdroging en ruimtegebrek Wateroverlast is niet het enige probleem waar Nederland mee te kampen heeft. De zomers van 2014 en 2015 waren extreem droog, waardoor de landbouw en de binnenvaart in de problemen kwamen en het noodzakelijke doorspoelen van vervuilde waterlopen werd belemmerd. Ook de bossen kregen het zwaar te verduren. De verdroging van de bosgrond bleek de gezondheid van de bomen ernstiger aan te tasten dan de verzuring. Ook is er een toenemend ruimtegebrek. De toetreding van een aantal Oost-Europese landen tot de Europese Unie heeft ertoe geleid, dat veel Oost-Europeanen naar het Westen zijn getrokken op zoek naar betere leefomstandigheden. Daarnaast is de hoeveelheid politieke en economische vluchtelingen uit Derde-Wereldlanden in de afgelopen vijftien jaar vertienvoudigd. Door deze ontwikkelingen is de bevolking inmiddels gegroeid tot bijna 20 miljoen mensen. En de laatste prognose van het CPB voorspelde dat dit aantal zal groeien tot 25 miljoen in het jaar 2030, als we een enigszins humaan asielbeleid willen blijven voeren. Er is steeds meer ruimte nodig om al deze nieuwe Nederlanders te huisvesten. Toekomsttoets voor de inrichting Omdat collectieve maatregelen nodig waren om de problemen het hoofd te bieden, is het mandaat van de Rijksoverheid de afgelopen vijftien jaar sterk gegroeid. Het Rijk moet borg staan voor
veiligheid, maar ook voor rechtszekerheid en duurzaamheid. Om de -soms drastische- maatregelen te kunnen uitvoeren, beschikt de rijksoverheid inmiddels over veel geld en bevoegdheden. Onteigeningsprocedures zijn versneld en bestemmings- en streekplannen zijn onderworpen aan strenge richtlijnen vanuit Den Haag. Alle nieuwe inrichtingsplannen worden onderworpen aan een "toekomsttoets", om te controleren of de plannen passen bij de verwachte ontwikkelingen in de bodemstructuur, de waterhuishouding en mobiliteitseffecten over de komende vijftig jaar. Om deze, en andere nieuwe regelgeving te handhaven, zijn bij veel] ministeries grote afdelingen opgericht voor inspectie en handhaving. De aquamarijnblauwe busjes van het Ministerie van Ruimte zijn inmiddels een bekend gezicht in het Nederlandse landschap. Brusselse kermis De meeste besluiten op het gebied van ruimtelijke indeling, wonen, infrastructuur en milieu worden genomen op nationaal niveau. De Europese Unie is weliswaar gegroeid, maar door de toetreding van een aantal Oost-Europese landen is de besluitvorming complexer geworden. Er is een ware Brusselse kermis van wetten en verordeningen, wat de leiding vanuit het Europese bestuurscentrum niet bepaald duidelijker maakt. En het Europees Parlement is, meer nog dan rond de eeuwwisseling, een lamme vogel die weinig invloed heeft op de Europese Commissie en de ministerraden. Bovendien is men in Brussel niet zo geïnteresseerd in het ruimtegebrek in Nederland en de gevaren die samenhangen met de stij-
Isis scenariowerkboek
cS
ing van de zeespiegel. De aandacht in de Unie gaat meer uit naar e sociale en economische problematiek in de nieuwe lidstaten, ederland moet daarom een eigen koers varen. Alleen in het aterbeheer spelen de Europese Unie en stroomgebiedgeorièneerde allianties een rol, met name als het gaat om emissieeperkende maatregelen. ~ovincies leveren in ok lagere overheden hebben een deel van hun bevoegdheden .geleverd. Deden vijftien jaar geleden provincies en regio's nog echtstreeks zaken met buurlanden of de Europese Unie, tegenaordig is het merendeel van het beleid weer centraal geregeld. oral op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, volkshuisesting en infrastructuur heeft het Rijk een stevige vinger in de ap. Dat is nodig voor een goede inrichting van het land, maar et leidt ook nog al eens tot animositeit tussen provincies, o heeft de provincie Gelderland een deel van haar grondgebied ~oeten opgeven voor waterberging, om hoge piekafvoeren in uid-Holland te voorkomen. Op menig Gelders viaduct staat nog e leus gekalkt: "Rotterdam wil niet soppen, daarom gaat Arnhem aar de knoppen".
oge belastingen conomisch gaat het Nederland niet echt voor de wind, maar er is ok geen sprake van een recessie. Ondanks enige onderbrekingen n de tijd dat er calamiteiten plaatsvonden, draait de economie al
Isis scenariowerkboek
een jaar of tien gestaag door. Wel is er veel geld nodig voor de herinrichting van het land en de aanleg van nieuwe werken die nodig zijn om de veiligheid en leefbaarheid te waarborgen. De belasting op arbeid, ruimtegebruik en consumptiegoederen is hoog. Sinds 2009, toen de algemene Europese BTW-tarieven werden losgelaten, heeft Nederland het hoogste BTw-tarief van heel Europa. Voor het investeringsklimaat en de internationale concurrentiepositie is dat allemaal niet zo gunstig. Een deel van het Nederlands bedrijfsleven is dan ook vertrokken naar het buitenland of dreigt dat te doen. Maar afgezien van een verhoogde belastingmigratie naar de Antillen, is er weinig verzet tegen de hoge belastingdruk onder de Nederlandse burgers. De grommende graafmachines in het Nederlandse landschap, de nieuwe waterwerken en overloopgebieden, de herstelwerkzaamheden aan waterkeringen en overstroomde gebieden, zijn er getuige van dat het geld nodig is. Maar de belangrijkste stimulans voor de belastingbetaler is toch wel, dat al deze maatregelen ook inderdaad werken. Sinds 2006 zijn er geen grote problemen meer geweest met het water. Vertrouwen in de overheid Burgers zijn steeds mondiger geworden en hebben, door een hoog opleidingsniveau, vaak veel kennis van zaken. Ze zijn zeer goed in staat hun belangen te behartigen, individueel of in georganiseerd verband. De grote speelruimte die de Rijksoverheid nu geniet, kan dan ook alleen worden behouden als de Nederlandse burgers in
hun overheid blijven vertrouwen. Dat besef is inmiddels diep geworteld in de diverse ministeries. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan een goede en open communicatie. Nieuwe informatie- en communicatietechnieken maken het voor de overheid mogelijk, gericht individuele burgers te informeren over zaken die hen aangaan en biedt diezelfde burgers de gelegenheid om hun wensen en meningen aan de overheid kenbaar te maken. Referenda via het internet zijn inmiddels een normaal fenomeen. Veel werk voor de markt De markt speelt een belangrijke rol in de uitvoering van de veelheid aan werken in Nederland. Mede dank zij de gegarandeerde continue stroom aan opdrachten, heeft de aannemerij zich kunnen specialiseren op veel verschillende terreinen. Het terrein waarop de markt actief is, is voornamelijk beperkt tot de uitvoering. Exploitatie of beheer van infrastructuur door het bedrijfsleven is nauwelijks meer aan de orde. De Nederlandse Spoorwegen zijn sinds 2008 als taakorganisatie weer onder de overheid gebracht en een aantal andere vervoersbedrijven volgden in de jaren daarna. De algemene tendens in 2016 is: openbaar vervoer is te belangrijk in de hele regulering van de mobiliteit en de aanleg van railinfrastructuur heeft daarnaast een te grote invloed op de landschappelijke inrichting, om aan de markt te worden overgelaten. Experimenten met publiekprivate samenwerking, die in het
begin van de eeuw een ware hype vormden, zijn in het algemeen geen succes geworden. Veel projecten vergden hoge investeringen met lange looptijden, terwijl veel ondernemingen, vanuit hun aard, toch voornamelijk geïnteresseerd zijn in korte-termijn rendement. Daarnaast konden overheden zich moeilijk verplaatsen in de situatie van hun marktpartners, waardoor er nogal wat misvattingen heersten over wat men wel en niet van elkaar kon verwachten. Uiteindelijk stierven veel van deze projecten een zachte dood. Nederland Trainingport Door de grote hoeveelheid werk van overheidswege heeft het bedrijfsleven veel kunnen investeren in de ontwikkeling van nieuwe kennis en technieken. Deze kennis is voornamelijk gericht op directe en nuttige toepassingen in de openbare ruimte. De overheid heeft hiervoor stimuleringssubsidies ter beschikking gesteld en ontwikkelt daarnaast ook zelf kennis in haar eigen onderzoeksinstellingen en universiteiten. Mede daardoor zijn er nu automatische voertuiggeleidingssystemen en andere intelligente systemen op en rond de weg. De overheid draagt verder zorg voor het verbeteren van informatie- en communicatiesystemen en het toegankelijk maken van belangrijke kennisvelden. Onderwijsprogramma's, internationaal onderzoek en de oprichting van kenniscentra moeten Nederland opstuwen in de vaart der volkeren. Daarbij is ook veel
aandacht voor topopleidingen in Nederlandse specialismen, zoals weg- en waterbouw en landbouw. In het kader van de actie 'Nederland Trainingport' is zelfs sinds 2010, in het bij alle mogelijke calamiteiten droge Amersfoort een topuniversiteit gevestigd. Internet voor iedereen Voor het volledig benutten van de mogelijkheden van de informatie en communicatietechnologie was een glasvezelnetwerk hoogst noodzakelijk. Omdat de markt te lang aarzelde, hebben de rijksoverheid en de regionale overheden besloten zelf de glasvezels bij de burger tot in de voortuin en tot aan het dashboard te brengen. Vrijwel iedereen heeft dan ook tegenwoordig breedband internet. Speciale helpdesks en het maatschappelijk werk zorgen ervoor, dat ook ouderen, inactieven en immigranten dit -inmiddels onmisbare - communicatiemiddel kunnen gebruiken. Verder heeft de rijksoverheid regels opgesteld met betrekking tot E-commerce en handhaaft zij een strikt verbod van het gebruik van internet als medium voor racistische, gewelddadige of lasterlijke uitlatingen. Files blijven groeien Er zijn, mede door de groeiende bevolking, nog steeds veel files in Nederland. Diverse stimuleringsmaatregelen voor het openbaar vervoer hebben daar niets aan kunnen veranderen. Wel is de hoeveelheid mensen die per openbaar vervoer reist toegenomen, maar dit houdt verhoudingsgewijs gelijke tred met de toename van het aantal autokilometers.
De bestaande infrastructuur wordt optimaal benut met behulp van variabele rijstrookindeling en automatische voertuiggeleiding I en er is veel aandacht voor het op elkaar aansluiten van de verschillende vervoerssystemen. Ook wordt er gewerkt aan nieuwe! snelle openbaar vervoerssystemen in de Randstad en Brabant met j grote transferia aan het begin en het eind. Alle grote doorgaande wegen zijn van geluidsschermen voorzien, in bijna alle gevallen gecombineerd met zonnepanelen en energiewinning uit het wegoppervlak.
Isis scenariowerkboek
291
cht 1 : Stakehoiders scenario Rots Bespreek met elkaar welke belangrijke stakehoiders in dit scenario onderscheiden kunnen worden. Met wie hebben we te maken in deze toekomst?. Ga vervolgens na wat deze stakehoiders wel en niet willen. O P D R A C H T ROTS
Belangrijkste stakehoiders 1
2
3
4
5
Isis scenanowerkboek
Wat wil stakeholder WEL
Wat wil stakeholder NIET
Opdracht 2: Kansen/bedreigingen voor onze organisatie in scenario Kots Wat zijn de belangrijkste kansen en bedreigingen voor de eigen organisatie in dit scenario?
OPDRACHT ROTS 2
Kansen
Bedreigingen
•sis scenanowerkboek
(Opdracht 3: De opties om ons woor te bereiden op deze toekomst Ga er van uit dat dit scenario werkelijkheid wordt. Wat zijn dan de opties om ons nu op die toekomst voor te bereiden?
O P D R ^ C ^ T ROTS •
4
Isis scenariowerfcboek
Opdracht 4: Belangrijkste consequenties voor het Business Idea Ga na wat de belangrijkste gevolgen van de opties voor het huidige Business Idea zijn. Nu de stakeholders en de kansen en bedreigingen in kaart zijn gebracht en de opties zijn benoemd, heeft dat gevolgen voor het huidige Business Idea. Welke onderscheidende competenties, toegevoegde maatschappelijke waardes of strategische investeringen veranderen er in het scenario? O P D R A C H T ROTS 4
Belangrijkste consequenties 1
2
3
4
5
Isis scenariowerkboek
Optiematrix voor de drie scenario's Er zijn nu per scenario een aantal opties benoemd: zaken die we nu kunnen inzetten om de organisatie beter voor te bereiden op de mogelijke toekomsten. Omdat we niet kunnen voorspellen wat het meest waarschijnlijke toekomstscenario is, kunnen deze opties niet zomaar omgezet worden in actie. Pas als een optie in alle scenario's een goed idee lijkt, is het raadzaam deze optie op te nemen in de strategische agenda. Als een optie in verschillende scenario's verschillende effecten heeft, moet misschien eerst de optie nog verder worden uitgewerkt. De volgende stap is daarom, de verzamelde opties nogmaals te windtunnelen, in alle scenario's. De resultaten vormen de aanzet tot een strategische agenda.
Isis scenariowerkboek
A Leg alle opties nog eens bij elkaar. Probeer nu tot een beperkt lijstje te komen van opties die we gaan windtunnelen. Misschien kunnen sommige opties nog worden samengevoegd. Vul deze opties in de matrix in. B Ga nu per optie bekijken wat het effect is in de verschillende scenario's. Als we dit gaan doen, hoe pakt dat dan uit in deze drie verschillende toekomsten? Geef de score aan. C Bespreek de resultaten en geef er betekenis aan. Wat moeten we nu zeker gaan doen? Wat verdient misschien nog extra aandacht? Wat kunnen we beter niet oppakken? Op deze manier vormt zich de aanzet tot een strategische agenda.
Bfcintwoorciin£ vcin dQ scenario's De totstandkoming
Het onderliggend systeem
De volgende stappen hebben geleid tot de ontwikkeling van de Isis-scenario's:
Voor het vaststellen van de verschillen tussen de Isis-scenario's is het onderstaande invloedsdiagram gebruikt. Een centrale rol in dit model wordt gespeeld door de variabele "externaliteiten". Dit zijn gemeenschappelijk belangen die alleen vanuit de collectieve middelen kunnen worden gefinancierd. Voorbeelden van externaliteiten zijn onderhoud van de openbare ruimte, een schoon milieu en een goed stelsel van sociale voorzieningen. Het bewustzijn van de noodzaak tot deze collectieve investeringen kan variëren in een samenleving. De ernst van klimaatverandering en het saamhorigheidsgevoel in de samenleving leiden tot een toename van dit bewustzijn. Het vertrouwen dat men heeft in technologische oplossingen leidt tot een afname. De mate waarin men de aanwezigheid voelt van externaliteiten bepaalt de roep om collectief ingrijpen.
—
Een interview-ronde binnen en buiten Rijkswaterstaat waaruit een beeld naar voren kwam van de belangrijkste ontwikkelingen die in de omgeving van de organisatie worden verwacht; Een aantal workshops met personen binnen en buiten V&W waarin de meest relevante factoren en bouwstenen voor de scenario-ontwikkeling zijn benoemd;
•
Uitschrijven van een 1 6 generatie scenario's en toetsing daarvan in een V&W-brede bijeenkomst;
•
Diverse verkenningen en interviews om de inhoud van de scenario's verder te ontwikkelen;
-
Uitschrijven van een 2e en volgende generaties en uitgebreide toetsing daarvan binnen en buiten Rijkswaterstaat;
-
Ontwikkeling van een methode om de Business Ideas van Rijkswaterstaat te windtunnelen in de Isis-scenario's;
-
Schrijven van voorliggend werkboek.
Isis scenariowerkboek
Deze vraag heeft weer een aantal effecten. Een toename zal na enige tijd leiden tot een uitbreiding van het responsvermogen van de overheid. Indien deze toeneemt heeft dat weer een matigende invloed op de ernst waarmee de klimaatverandering wordt ervaren. Dit mechanisme vormt een regelend element in het systeem. Kort gezegd: een toename van externaliteiten zal leiden tot effecten die de externaliteiten zullen laten afnemen. Er zijn nog een aantal van zulke regelende effecten. Een toename van de vraag naar collectieve bemoeienis zal leiden tot een sterkere overheid, minder individuele vrijheid en hogere belastingen voor de burger. Dit leidt dan weer tot een afname van het externaliteiten bewustzijn en een reductie van de vraag naar overheidsingrijpen. Een derde positieve terugkoppeling ontstaat door de toenemende verscheidenheid in de samenleving als gevolg van marktwerking. Privatisering en marktfragmentatie leiden tot een uit elkaar groeien van bevolkingsgroepen. Dit leidt tot een perceptie van toenemende externaliteiten vanwege het achterblijven van delen van de bevolking. Als gevolg hiervan neemt de roep om collectief ingrijpen weer toe.
In het model zijn ook nog opgenomen de variabelen technologie-ontwikkeling en globalisering. Maar deze variabelen werken in op hetzelfde teruggekoppelde systeem en initiële effecten zullen ook hier hun eigen tegenkrachten oproepen. Wat betekent dit voor de drie scenario's ? In "Stroom" valt het allemaal wel mee met de klimaatverandering en er zijn geen grote crises. Er is geen gevoel dat er nieuwe grote externaliteiten aangepakt moeten worden. Bovendien is het volk geneigd tot vertrouwen in individuele oplossingen en toenemende verschillen in de samenleving zijn nu veel minder een probleem. De dagen van nivellering liggen achter ons. In het scenario "Kolk" is er sprake van een wankel evenwicht. Aan de ene kant zijn er de grote klappen, die leiden tot een sterk toenemend bewustzijn van externaliteiten. Maar er is een tegenkracht. Met de toenemende individualisering van de samenleving wordt men steeds meer tolerant voor individuele verschillen. Toenemende inkomensverschillen, die vroeger als problematisch werden ervaren, zijn nu niet langer reden tot zorg. Hier resulteert een afname van het externaliteiten bewustzijn. In "Rots" zijn we onderhevig aan grote klappen in de klimaatontwikkeling. In het model leidt dit tot een toename van de perceptie van externaliteiten en hoewel die toename gemodereerd wordt door terugkoppeling, blijft er toch een positief netto effect over. Dit wordt versterkt door een culturele geneigdheid tot collectief handelen en afwijzing van grote individuele verschillen in welvaart. Het volk roept om oplossingen en de aanpak is centraal.
Onderliggend systeem Isis-scenario's
Saamhorigheid in + de samenleving
— Betrokkenheid
Persoonlijke competitiedruk
Opdracht 5: Het komen tot een eindoordeel van de opties :N
KOTS
5
Stroom
Optie..
++ +
Kolk
Rots
nr
Optie.
Optie..
Optie...
Optie.
Optie...
Optie.
++
Optie.
Rr u-
Optie.
Optie.
I
++
mj
Eindoordeel
ie
Burger
Klimaat
ICT
Technologie
Kennis
EU
Rijk
Regio's
Ruimtegebruik
Mobiliteit
Markt
Uitvoeringskracht
economigroei over de periode -2016
Nederland is een "civil society" met individuele ontplooiing als dominante waarde. De burger is een betalende consument van diensten. Markt en geld zijn de regulerende mechanismen. De coherentie in de samenleving is laag; er zijn veel verschillende groeperingen en lagen met weinig raakvlakken. Nederland is een gefragmenteerde maatschappij. Er is een tweedeling in inkomen, zorg en onderwijs.
Klimaatverandering en zeespiegelrijzing verlopen volgens de ondergrens van de voorspellingsmarges. Het is geen groot maatschappelijk vraagstuk. Er doen zich geen incidenten voor. Nieuwe technologieën op het gebied van bescherming tegen water helpen de problemen in de hand te houden.
ICT is dominant aanwezig in vrijwel alle onderdelen van de samenleving. E-government is in opkomst: steeds meer dienstverlening van de overheid vindt plaats via het internet. Dit biedt de mogelijkheid om individuele service op maat te leveren. ICTbedrijven bieden hiertoe steeds nieuwe technologieën aan. Lagere overheden nemen ook zelf het initiatief om nieuwe technologieën te laten ontwikkelen. ICT versnelt de verspreiding en combinatie van bestaande kennis. E-commerce neemt sterk toe. ICT is gericht op vermaak en op vele praktische, commerciële uitwerkingen. Daarnaast wordt ICT veel toegepast in de exploitatie van de infrastructuur.
Er zijn nieuwe en winstgevende technologieën op het gebied van infrastructuur en bescherming tegen water.
Kennis ligt verspreid op vele plaatsen in de markt, bij belangenorganisaties en bij lagere overheden. Kennis is een handelsproduct en kennisinstituten verkopen hun kennis aan markt en overheden.
De EU maakt een gematigde ontwikkeling door. Het internationale bedrijfsleven heeft niet alleen op nationaal, maar ook op Europees niveau veel invloed.
De Rijksoverheid heeft zich uit vele terreinen van voorheen klassieke overheidszorg teruggetrokken. De autoriteit van de overheid is sterk gedaald; burgers en bedrijfsleven accepteren geen overheidsbemoeienis in privé-zaken. Op veel terreinen is de overheid nauwelijks meer te onderscheiden van particuliere dienstverleners. Er is krachtige concurrentie en de overheid verliest nogal eens, waardoor de invloed van de overheid verder wordt ondermijnd. Nieuwe technologieën op het gebied van mobiliteit en bescherming tegen water garanderen een veilig en comfortabel bestaan, wat de noodzaak tot een sterkere overheid nog verder doet afnemen.
De regio's hebben een sterke rol, met veel aandacht voor deelbelangen. Ze zijn mede-investeerder in infrastructuur. Sociale problemen zoals thuiszorg en werkeloosheid worden opgepakt door de markt en integraal gebiedsgerichte regio's. De eigen wijk is het hoogste niveau van collectiviteit; er heerst een sterke "eigen wijk eerst" mentaliteit.
Wild West in de ruimtelijke ordening. Lagere overheden, bedrijfsleven en gelegen heidsconsortia bepalen de ruimtelijke ordening. In combinatie met een enorme stijging in de vraag naar ruimte leidt dit tot volbouwen van lege gebieden en versnippering van de overgebleven ruimte. Laaggelegen veenweidegebieden worden verder volgebouwd.
De markt exploiteert winstgevende trajecten met behulp van nieuwe technologieën. Er is een gefragmenteerd aanbod van soms hoogwaardige diensten. (Lagere) overheden zijn verantwoordelijk voor minder winstgevende trajecten. De mobiliteit blijft groeien.
Nederland krijgt een steeds "hardere" markteconomie naar Amerikaans model. De markt is de dominante factor en geld is het ordenend principe. De markt globaliseert verder, er is steeds minder regelgeving van de overheid. Nieuwe technologieën in de infrastructuur zijn commercieel interessant.
De Rijksoverheid verEr zijn weinig natte zorgt alleen basisvoor- en veel droge zieningen. Het mobiliinfrastructurele serend vermogen en de werken. De middeuitvoeringskracht liglen hiervoor komen gen in de markt en bij primair van onderandere partners. nemingen, hun klanten en van regio's en kleine groepen kapitaalkrachtige consumenten.
van gemae economische ' worden afgemet recestot 2013; veel van overdoor missamenwerking. economistagnatie door en de samenhane verslechtering het investe-
De burger verwacht aan de ene kant veiligheid en rechtszekerheid, maar wil aan de andere kant zoveel mogelijk welvaart en individuele vrijheid. Het "not in my backyard "-effect is alomtegenwoordig. Het draagvlak voor collectieve investeringen is laag. Het maatschappelijk middenveld met de participerende burger neemt de rol van politiek en bestuur deels over. Na 2013 stijgt het draagvlak voor collectieve investeringen, verhoging van de belastingen en onplezierige overheidsmaatregelen.
Klimaatverandering en zeespiegelrijzing verlopen volgens de bovengrens van de voorspellingsmarges. Het wordt tot 2013 niet als een groot probleem beleefd omdat incidenten uitblijven. Ernstige calamiteiten vinden plaats in "rampjaar" 2013, waarna de perceptie sterk verandert.
ICT is belangrijk voor communicatie tussen marktpartijen, overheden en belangenorganisaties. Veel maatschappelijke discussies vinden plaats op internet. Ook marketing van goederen en diensten vindt grotendeels plaats op het world wide web. E-democratie is in opkomst. Ook voor hun onderlinge communicatie maken (onderdelen van) overheden en andere publieke organisaties veel gebruik van ICT. ICT verbetert de kwaliteit en flexibiliteit van besluitvormingsprocessen. ICT maakt beprijzing mogelijk en bevordert daarmee private exploitatie van de infrastructuur.
Dank zij de uitbesteding van veel overheidstaken, het floreren van de markt en het samenwerken in PPS constructies, is er forse technologische innovatie op het gebied van ICT, mobiliteit en ruimtelijke inrichting. De innovatie blijft echter beperkt tot winstgevende projecten.
Kennis ligt in de markt, bij belangenorganisaties en bij lagere overheden. De Rijksoverheid verliest zijn kennis en netwerken en is daarom niet gelijk klaar als de klappen vallen.
Sterke ontwikkeling van de EU. Veel beleid (ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, mobiliteit) wordt in Brussel gemaakt. Nationale overheden verliezen steeds meer bevoegdheden.
De Rijksoverheid is partner in maatschappelijke ontwikkeling. Het Rijk krijgt steeds minder bevoegdheden doordat veel taken worden overgedragen aan de EU, lagere overheden of marktpartijen. Het Rijk blijft op zoek naar haar eigen rol en de balans met markt en burger. Sommige PPS projecten kosten te veel geld door foute inschattingen van overheidswege. Na 2013 krijgt het Rijk taken terug waarop zij niet (meer) berekend is.
De regio's hebben een belangrijke rol naast een sterke EU. Ze delen het veld met het Rijk, de markt en belangenverenigingen. De regio's dragen in 2013 en daarna taken weer terug over aan het Rijk.
Lagere overheden, het bedrijfsleven, PPS verbanden en het maatschappelijk middenveld hebben tot 2013 de sturende rol. Dit leidt tot versnippering van de ruimte en nietduurzame inrichting, maar soms ook tot innovatieve oplossingen. Rijksoverheid herneemt na 2013 de regie met behulp van noodwetten.
Er is een groot mobiliteitsvraagstuk. Het Rijk zorgt voor (inter-) nationale hoofdverbindingen, lagere overheden zijn verantwoordelijk voor overige wegen. Exploitatie van infrastructuur gebeurt voornamelijk door de markt. Veel PPS verbanden.
De markt heeft een belangrijke rol bij de financiering, ontwikkeling en uitvoering van winstgevende projecten op het gebied van o.a. mobiliteit en ruimtelijke inrichting. Lange termijn investeringen blijven echter vrijwel het exclusieve domein van de overheid, die hiervoor steeds minder middelen ter beschikking heeft. Na 2013 blijken ook marktpartijen niet aan de plotselinge enorme vraag naar uitvoeringskracht te kunnen beantwoorden.
De Rijksoverheid is sterk afhankelijk van partners. Uitvoering van werken kan alleen gebeuren na uitgebreid overleg en instemming van meerdere belanghebbende partijen. De uitvoeringskracht ligt in de markt. Na 2013 krijgt de Rijksoverheid een deel van haar bevoegdheden terug en begint opnieuw met de opbouw van een uitvoeringsapparaat. Ook diverse marktpartijen breiden na 2013 hun uitvoerende diensten uit.
Calamiteiten verhogen het gevoel van saamhorigheid in de samenleving. Voor collectieve maatregelen kijkt men naar de nationale overheid. Het Rijk moet borg staan voor rechtszekerheid, duurzaamheid en veiligheid. Er is draagvlak voor hogere belastingen.
Klimaatverandering en zeespiegelrijzing verlopen volgens de bovengrens van de voorspellingsmarges. Het wordt als groot probleem beleefd. Er is een serie calamiteiten in de periode 2002-2007.
ICT richt zich op gebruik van Technologie dient bestaande zaken. De Rijkshet oplossen van overheid herneemt initiatief collectieve probleom verstopping en vercommen. Er is weinig mercialisering op internet technologische tegen te houden en glasvezel innovatie. in huis te brengen. ICT bevor- Bescherming tegen dert de communicatie tussen water vindt vooral burger en overheid (onder plaats door waterandere op het gebied van vei- berging en herindeligheid) en draagt daarmee bij ling van het land. aan een betere vertrouwensBetere benutting, relatie. ICT is onmisbaar in het onder andere door reguleren van mobiliteit. flexibele rijstroken en automatische voertuiggeleiding, verhoogt de capaciteit van infrastructuur. Wegen worden ook gebruikt voor energieopwekking.
Het Rijk heeft een belangrijke kennisfunctie en is professioneel opdrachtgever. Uitvoeringskennis wordt (opnieuw) opgebouwd en ingekocht.
Gematigde ontwikkeling van EU. Uitbreiding naar het oosten vraagt veel aandacht.
Samenwerking met de markt Decentralisatie en en liberalisering zetten niet regiovorming zetten door. Een groeiende roep naar niet verder door. terugkeer van collectieve "Andere overhewaarden en diensten, voortden" zijn voor de komend uit het optreden van rijksoverheid parteen aantal calamiteiten zorgt ners in de regio. voor een versterking van de Rijksoverheid na de eeuwwisseling. Dit wordt nog versterkt door de anti-globaliseringsbeweging van de jaren '90. Het Rijk herneemt de controle en regie. Inspectie en handhaving worden geïntensiveerd.
Ruimtegebrek is een groot en erkend probleem. Er is veel ruimte nodig voor waterberging en herinrichting. De rijksoverheid herneemt de regie in de ruimtelijke ordening. Een "Toekomsttoets" is vereist voor inrichtingsplannen. Op sommige plaatsen wordt bebouwing afgebroken i.v.m. te sterke bodemdaling en de noodzaak tot waterberging.
Het Rijk bewaakt de veiligheid en samenhang in het netwerk en is beheerder en provider. Het mobiliteitsvraagstuk blijft bestaan maar is hanteerbaar. Het Rijk pakt files aan met maatregelen als benutting. Openbaar vervoer is belangrijk.
De markt biedt geen antwoord op de fysieke problemen in Nederland. Bij de aanpak van deze problemen is de overheid verantwoordelijk voor de regie en de financiering. Wel kan de markt een groot deel van de uitvoering verzorgen. Consumenten verzetten zich tegen ongebreidelde marktwerking en globalisering. Maatschappelijk bewust ondernemen wordt steeds belangrijker.
De Rijksoverheid heeft Er zijn veel natte middelen, bevoegdheinfrastructurele werden en een uitvoeken. Nieuwe droge ringsapparaat. Een deel infrastructuur is van de uitvoeringsmeer gericht op kracht ligt in de markt. benutting en ondergronds bouwen. De middelen komen uit de nationale belastingen en in mindere mate uit de regio's.
matigde econogroei over periode 1-2016
Infra-werk
Er zijn veel droge werken op het gebied van nieuwbouw en ondergronds bouwen. De middelen hiervoor komen van bedrijven en hun klanten voor renderende investeringen; het niet-renderende deel komt van de Rijksoverheid en substantieel ook van EU-subsidies en regio's. Na 2013 stijgt de noodzaak tot natte waterstaatswerken explosief.
Personen en literatuur Als klankbord hebban
s'.'f'fffitvri'i,!
—
ir. P. Struik, Rijkswaterstaat, 2uld Holland
—
ir. P.C. Schwarz, Rijkswaterstaat, Zuid Holland
Colofon 11 o '.; <'ftJU'Uj1'. rrjii u o u i i. (tjrin"],!,1 m.Mi! —
j<'x>i;;;;eIiil:),;;ij ,,1/irr:'
mw dn M Sint, Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en
Ander-*» omgaan met WMer. waterbeleid in de 31* eeuw, Rijkswaterstaat, 1998
Milieubeheer
4* N o » U Waterhuishouding. Rijkswaterstaat, 1998
Het "Isis Scenario-werkboek" is een uitgave van de stafafdeling Strategie (Q) Rijkswaterstaat in het kader van de langetermijnorièntatie "Isis"
—
ir. A. de Rooij, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
—
prof dr GR Tetsman, Erasmui Universiteit Rotterdam
Omgesïvlngsverkennirif Rijkswaterstaat. Crtops.1995
—
drs. R.A.M. Stevers, Rijkswaterstaat. Hoofdkantoor
—
prof dr. P Schnabel, Sociaal Cultureel Planbureau
VerpJaaMtsen in de toekomst. Questi, Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Redactie en projectteam Isis (in wisselende samenstelling) mw. drs. J.M.A. Arts
—
ir. G.J. Schiereck, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
—
drs, G W Lammers, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Millieu
1998
mw. dr. I.A. Flameling
—
drs. L.H.M. Kohsiek, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
—
prof. dr. W Oerksen, Erasmus Universiteit Rotterdam
Ctoba-J Scenario's 1998-2020, Shell
—
ir. J. van der Waard. Rijkswaterstaat, A W
—
prof. dr, O.H, Frieling. TU Delft
Justitiawbrede scenario's 2010, Ministerie van Justitie, 1997
mw. drs. W. Blanken mw. drs. N.A.J.C. de Koning mw. S. Buitenhuis
— drs TH. van Hoek, Centraal Planbureau
Sceniu rios Europe 2010, Cltngendael, 1999
A a n c i e s c e n a r i o ' s is f*.1 o b(|d«',ii,,;ii |i;i')«'vr,r,i.l ' . l o o i :
—
drs. R, Huele, Universiteit leiden, Centrum Milieukunde
De gc-namums voorbij. Ouderen vrije tijd en mobiliteit In 2030. Dr. M.J. Dljst.
drs. L.A.G. Boekesteijn
—
mw. C. Dresselhuijs, Opzij
—
ir. J. Moerkerk. Holland Raikonsult
Dr. T. m.M. Spit en Drs AH Zandee, Connekt (kenniscentrum voor verkeer en
drs. P. Visser
—
drs. G. Boosten, Airport Strategy & Management
—
prof,ir. J, Stulp. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving
vervo-er), 1999
P.F.M. Brouwer
—
drs. O. van Munster, Berenschot
—
mw, drs. J.G.M. Wijering, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Strategie en
De k 0 t staalt. P.HA Frissen, Amsterdam, 1999
—
drs. A. van Es, Oe Balie
Coördinatie
H a a g s » Straatnieuws. Aanjaagdocument t.b.v. V&W symposium op 29 oktober
Adviseurs
—
drs. R. Koppen, Ernst & Yöung
—
ir. K.J. Bakker, Rijkswaterstaat, Bouwdienst
1999.
Methodologische
—
K.W.H, van Beek, Infodrome
—
ing. WJ. Anemaat, Rijkswaterstaat, Zuid-Holland
Een n*leuwe lente Politiek essay wethouders CDA en Groen Links, Rotterdam.
prof.ir. C.A.MJ. van der Heijden, Universiteit Nijenrode
—
ir. C.J. Vriesman, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
—
Ir. J.M. de Bruijne, Rijkswaterstaat, Noord-Brabant
21 rna»art2O0l
dr. P.M. Schutte, Universiteit Nijenrode
Milieubeheer
— drs. I. de Vries, Rijkswaterstaat, RIKZ
Open* baar Bestuur Magazine, jaargang 2, zomer 1999, De Toekomst
—
ir. T.H. Mulder, Ballast Nedam N.V.
—
drs. R. Meeuwsen, Rijkswaterstaat, Bouwdienst
Hlght**ch-Nederland Een toekomst binnen handbereik. SMO 2001
—
ir. J.W. Visser, Rijkswaterstaat, DWW
Op zcnek naar samenhang en richting, Bram Peper, 1999
—
drs. J. Konstapel, Constabie BV.
—
mr. M. van der Kwijl, EVO
—
mr. A.E.C. Pothuizen, Nederlandse Spoorwegen
Oc
—
prof.dr.ir. J.F. Gerrisen, Open Universiteit
— Voedsel en groen, Het Nederlandse agro-foodcomplex in perspectief,
—
drs. J. Peters, Overmars Organisatie Adviseurs
—
P. Adriaanse, Universiteit Utrecht
—
ir. R. Klomp, Waterloopkundig Laboratorium
—
A. van de Broek, Sociaal Cultureel Planbureau
—
dr. ir. D. Tij/nk, Ministerie van Verkeer en Waterstaat. DGTP
—
dr. M.H.P. Otten, Universiteit Leiden, Crisis Onderzoek Team,
—
ir. A.B. van Luin, Habiforum
—
drs. J.P.H. Boom, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DGG
—
mw. dr. P.ThA.M. Kalfs, Rijkswaterstaat, A W
—
ir. A. de Winter, Rijkswaterstaat, DWW/WNT
—
ir. J. van der Valk, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
—
mr. C.H.V. de Vïlleneuve, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
—
drs. B.E. Spiering, Rijkswaterstaat, Hoofdkantoor
"De Straat in de Staat" Instituut voor Maatschappelijke Innovatie.
De vie*erde macht revisited. Over ambtelijke macht en publieke verantwoording.
— — — —
jjcörMikto b r o n n e n
aijn:
drs. L.E. Plekteer
ondersteuning
mw. drs. T.A.P. Metze, Universiteit Nijenrode Redaktie en advies dr. J.J. Godschalk Communicatie en vormgeving Koot Roseboom, Instituut voor Maatschappelijke Innovatie
Dr. Mm. Bovens. 2000 MediantljrJ. Peter Sloterdljk. 1999
Adres
Ministerie van LNV, 2000
Norm al Accidents, Perrot, 2000
Johan de Wrttlaan 3-7 postbus 20906
Naar een claimcultuur in Nederland? Werkgroep claimcultuur, Ministerie van
Thlnd
Justitie, 1999.
C h a n g g e . 2001
2500 EX Den Haag
Trends, dilemma's en beleid. Essays over ontwikkelingen op langere termijn.
Speciaal Report: Emisslons scenarios. Intergovernmental Panel on Climate
tel. 070 3518283
Centraal Planbureau en Sociaal-cultureel planburau. 2000
Chanage. 2000
Raad voor de volkshuisvesting, de ruimtelijke ordening en het milieubeheer.
Climaxte change 2001: Impacts, Adaptation, and Vulnerability.
'Wonen, beleid en legitimiteit', juni 1999.
Intergjgovemmental Panel on Cllmate Change. 2001
Stedenland-plus, Advies over "Nederland 2030 -Verkenning ruimtelijke per-
O p e n «bare orde en veiligheid in 2010, Ministerie van Binnenlandse zaken en
asswsment report, Sjanghai, Intergovemmental Panel on Cllmate
Contactpersonen P.F.M. Brouwer—
[email protected] L.E.PIekker —
[email protected]
spectieven" en de "Woonverkenningen 2030". April 1998
Kor»im»krijksrelaties, 1998
—
Ruimte voor regio's. Ruimtelijk-economische ontwikkelingspatronen in
SchacHe na overstroming, een eerste verkenning. Rijkswaterstaat, 2000
Nederland, 1994
Nede«rland 2030, Eindspel, Verkenning ruimtelijke perspectieven, Ministerie van
—
Ruimtelijke verkenningen, Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Millieubeheer
Grafische vormgeving
Ordening en Milieubeheer, 1999
Verke—nning aangaande de rolverdeling tussen markt en overheid, Kolpron,
Cerard Bik BNO, Den Haag
—
prof.dr. W.G. Vree, Rijkswaterstaat, Meetkundige Dienst
—
—
drs. P. Diesveld, Rijkswaterstaat, Meetkundige dienst
— Van A naar Beter, NWP 2001 -2020, Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Trendrapport S&C, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2001
—
ing. L-A.Vïnck, Rijkswaterstaat, Crisismanagement
—
mr. B J. Stuiver, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, CDJZ
Tekst Inez Flameling
20O1 Terug^blik o p toekomstverkenningen, Stuurgroep Toekomstonderzoek en
Fotografie Reyn van Koolwijk
2000
Stratessgisch Omgevingsbeleid, 2000
—
Het borgen van Publiek Belang, Wetenschappelijke raad voor het regeringsbe
Wisse=ls in het verschiet: Nederland en Europa, 1997-2020
leid, 2000
Draagvlak Verkeer en Vervoersbeleid, Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
—
Meer markt, andere overfieid. Raad voor Verkeer en Waterstaat, 2000
20O1
—
Perspectieven Hoofdwegennet, Rijkswaterstaat, 2000
Beleicdsverkenning landelijk gebied 21e eeuw, Ministerie van LNV
Druk
—
Wie gaat er over de weg. Onderzoek naar Wegautoriteit, Rijkswaterstaat,
E c o n o m i e en fysieke omgeving, Centraal Planbureau, 1997
Drukkerij Altoos Nederland, Rijswijk
2001
Van enkele gebruikte archieffoto's was de herkomst niet te achterhalen. Eventuele rechthebbenden wordt verzocht contact op te nemen met de redactie.