FS-3820N FS-3830N Paginaprinters
Installatiehandleiding
Voorzichtig De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het gevolg is van een onjuiste installatie.
Mededeling over software Software die met deze printer wordt gebruikt, moet de emulatiemodus van de printer ondersteunen. De printer is ingesteld om de HP PCL 6 te emuleren. De emulatiestand kan worden gewijzigd door de procedures te volgen die in de Gebruiksaanwijzing staan uitgelegd.
Mededeling De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd. Toekomstige edities kunnen nieuwe pagina's bevatten. Technische onnauwkeurigheden of typografische fouten zijn in de huidige editie niet uitgesloten. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als er zich ongelukken voordoen wanneer de aanwijzingen in deze handleidingen worden gevolgd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor gebreken in de firmwaren van de printer (inhoud van het ROM). Deze handleiding en alle verkochte of geleverde uitgaven omtrent de verkoop van de printer die mogelijk onder het auteursrecht vallen, worden beschermd door copyright. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding, of elke andere publicatie die mogelijk onder het auteursrecht valt, mag worden verveelvoudigd door middel van fotokopieën of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation. Kopieën van deze handleiding of gedeelten daarvan, of elke andere uitgave die mogelijk onder het auteursrecht valt, moeten dezelfde copyright-mededeling bevatten als het originele materiaal waaruit is gekopieerd.
Inhoudsopgave STAP 1 Uitpakken........................................................................... 1 STAP 2 De printer plaatsen ........................................................... 2 STAP 3 De tonercontainer plaatsen ............................................. 3 STAP 4 De afvaldoos voor de toner installeren .......................... 5 STAP 5 De printer op de computer aansluiten ............................ 7 STAP 6 De voedingskabel aansluiten .......................................... 9 STAP 7 Papier laden in de Papiercassette en MP lade............. 10 STAP 8 De printer aanzetten ....................................................... 18 STAP 9 Een statuspagina afdrukken.......................................... 19
©2004 by KYOCERA MITA CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Revisie 1.0 Januari 2004
1
STAP
Uitpakken Haal de printer en andere artikelen voorzichtig uit de doos. Controleer hierbij of alle componenten die op de lijst staan ook in de doos zitten.
Lijst met componenten
(A) (B)
(C) (D)
Printer (E)
Printer Afvaldoos voor de toner (D) Installatiegids (B)
Tonercontainer (C)
Plastic zak voor de Ontwikkeleenheid (A)
Voedingskabel (E)
1
STAP
2
De printer plaatsen Zorg dat de plaats waar de printer geïnstalleerd wordt voldoet aan de volgende vereisten:
Vrije ruimte 30 cm 20 cm [40 cm als de optie uitvoerlade is geïnstalleerd] 30 cm
25 cm
60 cm
Zorg dat er rondom de printer voldoende vrije ruimte is. Als de printer langdurig gebruikt wordt zonder voldoende vrije ruimte, kan de printer oververhit raken en brand veroorzaken.
Omgeving Temperatuur Luchtvochtigheid
10 tot 32,5 °C, bij voorkeur rond de 23 °C 20 tot 80 %, bij voorkeur 60 %
Installeer de printer niet op een plaats waar de temperatuur of luchtvochtigheid buiten het aanbevolen bereik vallen. Dat kan ten koste gaan van de afdrukkwaliteit en er is een verhoogd risico dat het papier vastloopt.
Te vermijden plaatsen Vermijd plaatsen waar de printer bloot komt te staan aan: • • • • • • • •
Hete of koude luchtstromen Tocht van buiten (vermijd plaatsen bij buitendeuren) Plotselinge veranderingen in temperatuur of luchtvochtigheid Bronnen van hoge temperatuur, zoals ovens en radiatoren Overmatig stof Trillingen Een instabiele of ongelijke ondergrond Ammonia of andere schadelijke dampen (Verwijder de printer als u de kamer wilt ontsmetten of insecticide wilt gebruiken!) • Overmatig zonlicht of overmatige vochtigheid • Onvoldoende ventilatie • Lage luchtdruk, bijvoorbeeld op een hoogte van meer dan 2000 meter boven de zeespiegel
2
3
STAP
De tonercontainer plaatsen Voordat u de printer voor het eerst kunt gebruiken, moet u het toestel voorbereiden door de tonercontainer en de afvaldoos voor de toner te installeren en de printer op de computer aan te sluiten. Bovenpaneel
1 Open het bovenpaneel helemaal.
2 Haal de tonercontainer uit de zak. Tonercontainer 10 maal of meer
3 Schud de tonercontainer met het label
naar beneden tien maal of meer (in de richting van de pijl) om de toner aan de binnenkant los te maken en te mengen.
4 Haal de verzegeling er voorzichtig af.
Verzegeling
5 Plaats de tonercontainer in de printer.
3
6 Druk op de bovenkant van de
tonercontainer waar PUSH HERE staat. Als de tonercontainer goed is geplaatst , zal het met een klikkend geluid sluiten.
7 Sluit het bovenpaneel.
De tonercontainer verwijderen
Vergrendeling
4
Trek de vergrendeling (blauw gekleurd) naar rechts en til de tonercontainer voorzichtig omhoog.
4
STAP
De afvaldoos voor de toner installeren De afvaldoos voor de toner wordt samen met de printer geleverd. De afvaldoos voor de toner moet in de printer geïnstalleerd worden.
1 Het deksel van de afvaldoos voor de Dekseltje
toner openen.
Afvaldoos voor de toner
Linkerdeksel
2 Open het linkerdeksel aan de linkerzijde van de printer.
3 Plaats de afvaldoos voor de toner in de printer, zoals staat afgebeeld. De doos zal vast komen te zitten wanneer hij goed is geïnstalleerd.
5
4 Zorg ervoor dat de doos goed is
geïnstalleerd en sluit het linkerdeksel.
De afvaldoos voor de toner verwijderen Terwijl u de afvaldoos voor de toner vasthoudt, drukt u op de ontgrendelingshendel, waarna u de afvaldoos voor de toner voorzichtig uit de printer haalt.
Vergrendeling
6
5
STAP
De printer op de computer aansluiten Er zijn verschillende manieren om de printer aan te sluiten op de computer, met een parallelle connector, met een USB (universele seriële bus) connector en een netwerkconnector. Bovendien zijn een seriële interface en een tweede netwerkinterface extra leverbaar.
Printeraansluitingen
Het apart verkrijgbare Seriële Interfacekaartpakket (3,3 V DC) Printer (achter) Seriële interface Aansluiting voor optie sorteerder (Zie de optie sorteerder’s gebruikershandleiding.)
Voedingskabel
Netwerk Parallelle interface
Optie Netwerk Interfacekaart (3,3 V DC)
USB-interfaceaansluiting Netwerk Netwerk Interface
Zorg allereerst dat de aan/uit-schakelaar van zowel de printer als de computer op uit staat en haal de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u dit niet doet kunt u een schok krijgen.
De standaard Centronics parallelle connector ( ), USB connector ( netwerkconnector ( ) zitten aan de achterkant van de printer.
) en
7
Parallelle-interfaceaansluiting 1 Steek het ene uiteinde van de printer-
kabel (niet bijgeleverd) aan op de parallelle-interfaceaansluiting aan de achterkant van de printer.
Klem Klem
Parallelle printerkabel
• Gebruik een parallelle printerkabel die voldoet aan IEEE1284. • De printer werkt het best als hij dicht bij de computer staat. De aansluitkabel moet geïsoleerd zijn en mag niet langer zijn dan 3 meter.
2 Maak de kabel vast met de klemmen
aan beide kanten van de aansluiting. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de parallelle-interfaceaansluiting van de computer.
USB (Universal Serial Bus) interfaceaansluiting
1 Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de achterzijde van de printer.
• Gebruik een kabel die voldoet aan Revisie 2.0 van USBnorm (een rechthoekig type A-stekker en een vierkant type Bstekker). USB-kabel
• De aansluitkabel moet afgeschermd zijn en mag niet langer zijn dan 5 meter.
2 Sluit het andere uiteinde van de USB-
kabel aan op de USB-interfaceaansluiting van de computer.
Netwerkverbinding 1 Sluit één eind van de netwerkkabel
(niet meegeleverd) aan op de netwerkconnector aan de achterkant van de printer. Gebruik een Ethernet kabel (10Base-T of 100Base-TX) als netwerkkabel.
Netwerkkabel
8
2 Sluit het andere eind van de
netwerkkabel aan op het knooppunt van het netwerk.
6
STAP
De voedingskabel aansluiten In dit deel staat een uitleg over hoe u de voedingskabel moet aansluiten plus verscheidene waarschuwingen.
Opmerkingen over de voeding • Installeer de printer dicht bij een AC-stopcontact, bij voorkeur een stopcontact die alleen voor de printer gebruikt wordt. • Gebruik deze printer alleen met de spanning die is aangegeven op het etiket op het achterpaneel van de printer. • Als er een verlengsnoer gebruikt wordt, mogen de voedingskabel plus verlengsnoer samen niet langer zijn dan 5 meter.
Voedingsvereisten Spanning Frequentie Stroomcapaciteit
120 V (V.S. en Canada), 220 tot 240 V (Europa en Azië-Pacific), ±10% bij elke spanning 60 Hz (120 V) ±2 %, 50/60 Hz (220 tot 240V) ±2 % Max. 8,0 A bij 110/120 V, of max. 4,0 A bij 220 tot 240 V
De voedingskabel aansluiten • Controleer of de aan/uit-schakelaar van de printer op uit staat. • Gebruik alleen de voedingskabel die met de printer is bijgeleverd.
1 Sluit de voedingskabel aan op de
voedingskabelaansluiting aan de achterkant van de printer.
Voedingskabelaansluiting
2 Sluit het andere uiteinde van de
voedingskabel aan op een stopcontact.
Voedingskabel
Zorg ervoor dat de kabel op een 3-dradig, geaard contactblok aangesloten wordt.
9
7
STAP
Papier laden in de Papiercassette en MP lade De papiercassette kan maximaal 500 vellen A5 tot A4/Letter en Legal papier bevatten. De MP (Multi Purpose) lade kan verschillende papierformaten accommoderen en kan ongeveer 100 vellen papier houden. Papierformaten die niet standaard maten zijn (overige maten) maar wel binnen de formaatlimieten liggen, kunnen ook in de cassette worden geladen. Als andere formaten in de cassette worden geladen, moet het formaat in de printer op het bedieningspaneel worden ingevoerd (Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing.). Standaard papierformaatinstellingen zijn als vaste instellingen in de cassette aangegeven. Met de printer kunnen de volgende papiergewichten worden gebruikt. Papierbron
Papiergewicht
Papiercassette
60 tot 105 g/m²
MP-lade
60 tot 200 g/m²
De randen van het papier zijn scherp. Wees bij het laden van het papier voorzichtig dat u uw vingers niet snijdt.
Papiercassette Aan de binnenkant van de papiercassette staan de standaard papierformaten, zoals op de volgende figuur aangegeven is. Zorg dat de papiergeleiders en de papierstop op één lijn liggen met het papierformaat waarop u wilt printen, zoals beschreven op de volgende pagina.
A4 Letter B5 A5
10
1 Haal de papiercassette helemaal uit de printer.
Papiercassette
2 Druk de bodemplaat naar beneden totdat deze vastklikt.
Bodemplaat
Aan de binnenkant van de papiercassette staan de standaard papierformaten, zoals op de volgende figuur aangegeven is. Op de papiercassette voor Legal-papier is ook de maat voor Legal-papier aangegeven.
11
3 Draai de papierformaatknop totdat het papierformaat dat u gaat gebruiken in het papierformaatvenster verschijnt. Als de papierformaatknop is ingesteld op OTHER moet het papierformaat in de printer op het bedieningspaneel worden ingesteld. Zie de Gebruiksaanwijzing. Papierformaatknop
Papierformaatvenster
4 Stel de positie van de papiergeleiders
aan de linker en rechterkant van de papiercassette in. Trek aan de ontgrendelingshendel op de linker geleider en schuif het tot het gewenste papierformaat.
Ontgrendelings hendel Papiergeleiders
5 Stel de positie van de papierstop op de
achterkant van de papiercassette in. Trek aan de ontgrendelingshendel en schuif de papierstop naar het gewenste papierformaat. In de fabriek wordt de papiercassette op A4-formaat ingesteld.
Ontgrendeling shendel
A4
B5
12
Papierstop
Schuif bij andere papierformaten de papiergeleiders en papierstop helemaal uit. Voer het papier in en pas vervolgens de papiergeleiders en papierstopper aan het formaat van het papier aan. Stel deze zodanig in dat ze net het papier aanrake.
Waaier de media (papier/ transparanten) uit, klop de stapel op een vlak oppervlak om vastlopen van media en schuine afdrukken te voorkomen.
6 Schuif het papier in de papiercassette.
Vulteken
Vulteken
• Laad niet meer papier dan onder de vultekens op de papiergeleiders past. • De papiercasette kan ongeveer 500 vellen papier van 80 g/m² basisgewicht houden, of met een dikte van 0,11 mm.
7 Zorg ervoor dat de stapel papier onder de lipjes past zoals aangegeven.
Lipje
Lipje
13
8 Houd de cassette vast zoals is aange-
geven op de afbeelding en schuif de cassette in de daarvoor bestemde sleuf. Schuif de casssette voorzichtig zo ver mogelijk in de sleuf.
Papiermeter
14
Er is een papiermeter aan de rechter kant van de voorzijde van de papiercassette om de resterende papier voorraad aan te geven. Als al het papier op is, gaat de wijzer naar het niveau (leeg).
MP (Multi Purpose) lade
1 Trek de MP-lade uit totdat hij niet verder kan.
MP lade
2 Trek de onderlade uit.
3 Pas de positie van de papiergeleiders op A4 LTR
B5
A5
de MP-lade aan. De standaard papierformaten staan op de MP-lade. Voor standaard papierformaten moet u de geleiders op de gewenste instelling zetten.
Papiergeleiders
Vulteken
4 Breng het papier in lijn met de geleiders en voer het in de cassette tot het niet verder gaat.
Voeg niet meer papier toe dan tot aan het vulteken aan de binnenkant van de MP-lade.
15
Als het papier erg veel naar een kant opkrult, bijvoorbeeld als het papier reeds aan een zijde is bedrukt, probeer het papier dan de andere kant op te rollen om het weer plat te maken. De bedrukte vellen komen er dan plat uit.
Goed
Fout
De MP-lade sluiten Zorg dat de onderlade teruggeduwd is en dat de papiergeleiders zo ver mogelijk geopend zijn voordat u de MPlade sluit.
Enveloppen Enveloppen moeten met de voorkant boven en de rechterkant voor worden ingevoerd. • Test een proefenvelop op de printer om te controleren of de afdrukkwaliteit goed genoeg is voordat u een aankoop doet. • Om problemen te voorkomen, raden we aan dat enveloppen met de voorkant naar boven ingevoerd worden en gebruik te maken van de optie uitvoerlade. Zie de volgende bladzijde.
Sommige enveloppen kunnen niet geprint worden. Meer informatie over welke soorten enveloppen geschikt zijn, vindt u in de Gebruiksaanwijzing.
16
Het installeren van de optie uitvoerlade Gebruik de uitvoerlade als u papier wenst op te stapelen met de uitgeprinte kant naar boven (omgekeerde volgorde) of als u enveloppen, ansichtkaarten, transparanten of dik papier print. Deze uitvoerlade is een apart verkrijgbare optie.
Papierformaat Legal Papierformaat A4 Papierformaat Letter
Papierstop
Uitvoerlade
17
8
STAP
De printer aanzetten Dit deel beschrijft de procedure voor het aanzetten van de printer. Tijdens het starten kunt u voor de boodschapweergave en statuspagina van deze printer kiezen uit de talen Engels, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Spaans en Portugees. De default taal is Engels. Om de taal te veranderen, lees het onderdeel "Een taal kiezen".
1 Zet de printer aan. De boodschapweergave zal Self test aangeven.
Als het lampje niet gaat branden, moet u controleren of u de voorgaande stappen goed heeft uitgevoerd.
Als de printer voor heet eerst wordt aangezet, moet u ca. 8 minuten wachten, omdat de ontwikkeleenheid met toner moet worden gevuld. Tijdens deze periode, zal de boodschapweergave Please wait (Adding toner)aangeven.
Aan/uitschakelaar
2 Wacht totdat het READY (
) lichtje brandt en de boodschapweergave aangeeft: Ready. De printer is klaar voor gebruik.
Ready --- A4 PLAIN
Een taal kiezen De standaardtaal is Engels. Als u van taal wilt veranderen, volg u deze procedure. Zo nodig, kan uw dealer andere belangrijke talen naast het Engels, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Spaans en Portugees naar uw printer downloaden. Neem hiervoor contact op met uw leverancier.
1 Terwijl u op de ENTER toets drukt, zet GO
CANCEL
?
MENU
ENTER
de printer op ON ( l ). Druk op de ENTER toets totdat de boodschapweergave aangeeft:Please wait (ongeveer 1 minuut). De boodschapweergave zal aangeven: Self test.
2 Als de boodschapweergave aangeeft Please wait
18
Please wait, laat de ENTER toets los.
3 De boodschapweergave geeft MSG language ? English
veranderingen links afgebeeld aan en ? knippert.
4 Druk herhaaldelijk op de
of toets totdat de boodschapweergave de gewenste taal afbeeldt en druk vervolgens op de toets ENTER.
of
Als u de instellingen niet wilt veranderen, druk op de CANCEL toets. ENTER
5 Het READY (
) lichtje op het bedieningspaneel brandt en de printer is klaar om te printen.
9
STAP
Een statuspagina afdrukken Test de printer door een statuspagina met de fabriekinstellingen af te drukken.
1 Druk op de MENU toets op het bedieningspaneel.
MENU
2 Druk herhaaldelijk op de
or toets totdat de boodschapweergave afbeeldt: Druk status- pagina af.
of
Druk statuspagina af
3 Druk tweemaal op de ENTER toets. De Tweemaal indrukken ENTER
boodschapweergave beeldt af Aan het werk tijdens het afdrukken van de statuspagina, en keert vervolgens terug naar Klaar. Als de statuspagina correct is afgedrukt, is de printer instelling voltooid. Voor gegevens over het gebruik van de printer, lees de Gebruiksaanwijzing.
19
Het corrigeren van vastgelopen papier Als er een papierophoping optreedt terwijl u aan het printen bent, verwijder het vastgelopen papier zoals hieronder beschreven. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, opent en sluit u het bovendeksel of het papiertransferelement. Trek niet te hard aan het papier, anders gaat het scheuren. Als het papier scheurt, kunnen er stukken papier in de printer blijven steken.
Ophoping bij het achterpaneel
1 Terwijl u aan de ontgrendelingshendel voor het papiertransfertoestel (groen) trekt, haalt u het papiertransferelement uit de printer.
2 Open het achterpaneel en verwijder het vastgelopen papier zoals afgebeeld op de illustratie.
Ontgrendelingshendel voor het papiertransferelement (groen)
Papiertransferelement
20
Achterpaneel
Vastgelopen in de printer
1 Terwijl u aan de ontgrendelingshendel voor het papiertransfertoestel (groen) trekt, haalt u het papiertransferelement uit de printer.
2 Als het paper vóór de registratierol is vastgelopen, verwijder het zoals afgebeeld in A.
Als het papier onder de registratierol is vastgelopen, verwijder het zoals afgebeeld in B.
A
Ontgrendelingshendel voor het papiertransferelement (groen) Registratierol
Papiertransferelement
B
Registratierol
21
■ Waarschuwingsetiketten
De getoonde etiketten zijn op de printer bevestigd. Etiket in de printer (waarschuwing voor laserstraling)
Etiket op achterkant
Afwijzing van aansprakelijkheid Wij stellen ons niet aansprakelijk of verantwoordelijk tegenover klanten of andere personen of instanties voor verlies of schade die is veroorzaakt, of naar beweren direct is veroorzaakt door apparatuur die door ons verkocht of geleverd is, inclusief maar niet beperkt tot bedrijfsonderbreking, handelsverlies of verlies van verwachte winst, of schade als gevolg van het gebruik van de apparatuur of de software.
Langdurig niet in gebruik en de printer verplaatsen ■ Langdurig niet in gebruik
Als de printer gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Wij raden u aan om uw leverancier te raadplegen over andere maatregelen die u kunt treffen om mogelijke gevaren te voorkomen die aanwezig kunnen zijn als de printer opnieuw gebruikt wordt.
■ De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst: • Wees voorzichtig bij het verplaatsen. • Houd de printer zoveel mogelijk waterpas om te voorkomen dat er binnenin de printer toner wordt gemorst. • De handgreep aan de rechterkant van de printer doubleerd als de geheugenkaartgleuf. Zorg ervoor eerst de geheugenkaart te verwijderen, indien aanwezig, vóór het optillen of verplaatsen van de printer. • Zorg ervoor alle optionele eenheiden zoals de sorteerder en duplexer te verwijderen voordat u de printer verplaatsts.
22
Als u de printer moet verplaatsen, haalt u de tonercontainer, de afvaldoos voor de toner en het ontwikkelelement eruit. De procedure voor het verwijderen hiervan is als volgt: 1
Haal de tonercontainer en de afvaldoos voor de toner uit de printer. Plaats de tonercontainer in de plastic zak waarin hij was geleverd om morsen van de toner te voorkomen. Het deksel van de afvaldoos voor de toner goed sluiten.
2
Verbreek de aansluiting van de ontwikkeleenheid met de printer en verwijder, terwijl u aan de ontwikkeleenheidontgrendingshendel trekt, de ontwikkeleenheid van de printer (1). Sluit de beschermingskap op de ontwikkeleenheid (2) en plaats de ontwikkeleenheid in de bijgeleverde plastic zak (3).
(1) Verwijder de ontwikkeleenheid. (2) Sluit de beschermkap.
(3) Ontwikkeleenheid in zak.
1. Verbreken 2. Trekken
Beschermkap
Plastic zak (bijgeleverd)
Ontwikkeleenheid 3
Plaats de printer in omgekeerde volgorde van de uitpakkingsprocedure in de doos (Verwijs naar STAP 1 Uitpakken). Plaats het opvulkarton in de doos zoals op de illustratie staat aangegeven. Daarna plaatst u de tonercontainer en de afvaldoos voor de toner in de doos.
Tonercontainer Afvaldoos voor de toner
Opvulkarton
Printer verpakkingsdoos
4
Druk het midden in, zoals in de afbeelding afgebeeld, om plaats te maken voor de ontwikkeleenheid.
23
5
Breng de ontwikkeleenheid op die plaats in.
Ontwikkeleenheid Als u de ontwikkeleenheid weer in de printer installeert, volgt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
ENERGY STAR® Als ENERGY STAR Partner hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR richtlijnen voor zuinig energieverbruik. Het hoofddoel van het ENERGY STAR programma is het reduceren van milieuverontreiniging door de fabricage en verkoop aan te moedigen van apparaten die een zuiniger energieverbruik hebben. Deze printer is uitgerust met een slaapstand die voldoet aan de normen van het ENERGY STAR programma. Door deze functie verbruikt de printer minder stroom. Voor een maximale energiebesparing schakelt u de stroom naar de printer uit als u de printer langere tijd niet gebruikt. Voor meer informatie over de slaapstand en het energieverbruik van de printer, raadpleegt u de Gebruiksaanwijzing. Initiële instelling voor slaapstand en bespaard vermogen door gebruik van slaapstand: Modelnaam
Initiële instelling slaapstand
Energieverbruik bij slaapstand
FS-3820N
15 minuten (30 minuten)
13 W (30 W)
FS-3830N
15 minuten (60 minuten)
13 W (40 W) ( ): ENERGY STAR programmarichtlijn
24
Opties De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de printer.
1 Sorteerder (SO-60) 2 Uitvoerlade
1
Sorteerder (SO-60) Uitgevoerd met vijf laden, elk met een capaciteit van 200 vellen. Voert sorteren, verzamelen, en brievenbus functie uit. Past op de bovenkant van de printer.
2
Uitvoerlade Deze wordt aan de achterzijde van de printer bevestigd.
3
Netwerkinterfacekaart Stop de kaart in de extra interfacegleuf aan de achterkant van deprinter. De printer kan worden gebruikt in netwerkomgevingenwaaronder Windows, Macintosh, UNIX, NetWare, etc.
Printer
3 Netwerk Interfacekaart (3,3 V DC)
of het Serieel Interfacekaartpakket (IB-11)
4 Enveloplade (EF-60)
5 Duplexer (DU-61)
Serieel Interfacekaartpakket (IB-11) Met een seriële kabel aan de seriële printerpoort van de printer aansluiten.
4
Enveloplade (EF-60) Kan meer enveloppen bevatten dan de MP-lade. Wordt aan de voorkant van de printer bevestigd, nadat de MP-lade is verwijderd.
5
Duplexer (DU-61) Voert duplex printing voor korte kant en lange kant binding uit. Past aan de onderkant van de printer.
6 n va e e i rd lat g o ta l l Vo Ins
Papierdrager (PF-60)
6
Papierdrager (PF-60) Heeft een capaciteit van ca. 500 vellen van A5 tot A4/Brief- en Legaalformaat papier. Maximaal drie papierdragers kunnen aan de onderkant van de printer worden aangebracht.
Andere opties • Papiercassette (PC-60LG)
Voor A5 t/m A4 formaat papier, brief en legal. • Extra grote papierbak (PF-8E) Voor ongeveer 2000 vel van 76 t/m 216 mm × 148 t/m 305 mm papier. Deze extra grote papierbak kan in plaats van de MP bak worden aangebracht aan de voorkant van de printer, maar uitsluitend op de FS3830N. • Geheugen DIMM, CompactFlash™ kaart,
Microdrive™ (harde schijfeenheid)
Raadpleeg uw leverancier voor aankoopinformatie over deze optionele apparatuur, en welke het best geschikt zijn voor gebruik met deze printer.
Printer gecombineerd met opties
25
Handelsnamen PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera Corporation. KPDL en KIR (Kyocera Image Refinement [Kyocera beeldverfijning]) zijn handelsmerken van Kyocera Mita Corporation. Hewlett-Packard, PCL, en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Inc. PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. ENERGY STAR is een gedeponeerd handelsmerk in de V.S.. Deze Kyocera Mita printer maakt gebruik van PeerlessPrintXL voor de PCL6 taalemulatie die compatibel is met de HP LaserJet. PeerlessPrintXL is een handelsmerk van The Peerless Group, Redondo Beach, CA 90278, V.S.. Dit product is ontwikkeld met behulp van het Tornado™ Real Time Operating System en Tools van Wind River Systems. Dit product bevat UFST™ en MicroType® lettertypes van Agfa Monotype Corporation.
IBM Program License Agreement De volgende verklaringen zijn bewust in het Engels geschreven. The device you have purchased contains one or more software programs ("Programs") which belong to international business machines corporation ("IBM"). This document defines the terms and conditions under which the software is being licensed to you by IBM. If you do not agree with the terms and conditions of this license, then within 14 days after your acquisition of the device you may return the device for a full refund. If you do not so return the device within the 14 days, then you will be assumed to have agreed to these terms and conditions.The Programs are licensed not sold. IBM, or the applicable IBM country organization, grants you a license for the Programs only in the country where you acquired the Programs. You obtain no rights other than those granted you under this license. The term “Programs” means the original and all whole or partial copies of it, including modified copies or portions merged into other programs. IBM retains title to the Programs. IBM owns, or has licensed from the owner, copyrights in the Programs.
1. License
Under this license, you may use the Programs only with the device on which they are installed and transfer possession of the Programs and the device to another party. If you transfer the Programs, you must transfer a copy of this license and any other documentation to the other party. Your license is then terminated. The other party agrees to these terms and conditions by its first use of the Program. You may not: 1) use, copy, modify, merge, or transfer copies of the Program except as provided in this license; 2) reverse assemble or reverse compile the Program; or 3) sublicense, rent, lease, or assign the Program.
2. Limited Warranty
The Programs are provided “AS IS.” There are no other warranties covering the programs (or conditions), express or implied, including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose. Some jurisdictions do not allow the exclusion of implied warranties, so the above exclusion may not apply to you.
3. Limitation of Remedies
IBM’s entire liability under this license is the following; 1) For any claim (including fundamental breach), in any form, related in any way to this license, IBM’s liability will be for actual damages only and will be limited to the greater of: a) the equivalent of U.S.$25,000 in your local currency; or b) IBM’s then generally available license fee for the Program This limitation will not apply to claims for bodily injury or damages to real or tangible personal property for which IBM is legally liable. IBM will not be liable for any lost profits, lost savings, or any incidental damages or other economic consequential damages, even if IBM, or its authorized supplier, has been advised of the possibility of such damages. IBM will not be liable for any damages claimed by you based on any third party claim. This limitation of remedies also applies to any developer of Programs supplied to IBM. IBM’s and the developer’s limitations of remedies are not cumulative. Such developer is an intended beneficiary of this Section. Some jurisdictions do not allow these limitations or exclusions, so they may not apply to you.
26
4. General
You may terminate your license at any time. IBM may terminate your license if you fail to comply with the terms and conditions of this license. In either event, you must destroy all your copies of the Program. You are responsible for payment of any taxes, including personal property taxes, resulting from this license. Neither party may bring an action, regardless of form, more than two years after the cause of action arose. If you acquired the Program in the United States, this license is governed by the laws of the State of New York. If you acquired the Program in Canada, this license is governed by the laws of the Province of Ontario. Otherwise, this license is governed by the laws of the country in which you acquired the Program.
Belangrijke opmerking over interfaceaansluitingen Zorg dat de stroom naar de printer uitgeschakeld is voordat u een interfacekabel op de printer aansluit of loskoppelt. Om u te beschermen tegen statische ontlading van de interne elektronica van de printer via de interfaceaansluiting(en), moet u de niet in gebruik zijnde interfaceaansluiting afdekken met bijgeleverd beschermingskapje. Opmerking: gebruik een beschermde interfacekabel.
Veiligheidsinformatie ■ Laserveiligheid
Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik uit de printer ontsnappen.
■ Laserkennisgeving
Deze printer is gecertificeerd een Class I laserproduct, in overeenstemming met de vereisten van IEC 825. GEVAAR: LASERSTRALING INDIEN GEOPEND. VERMIJD RECHTSTREEKSE BLOOTSTELLING AAN STRAAL. OPGELET: procedures voor bediening, aanpassing of uitvoering, anders dan hierin beschreven, kunnen leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
27
Bedieningspaneel Voor meer gegevens over de bedieningsprocedures, zie de Gebruiksaanwijzing. READY
Ready --- A4 PLAIN
DATA
GO
?
ATTENTION INTERFACE SIZE
TYPE
CANCEL
MENU
ENTER
Bedieningspaneel Indicatie
Naam
Omschrijving
Klaar indicatie
Flikkert: Geeft aan als er een fout optreedt die uzelf kunt verhelpen. Verlicht: Geeft aan dat de printer on-line is. Printen is mogelijk. Uit: Geeft aan dat de printer off-line is. Data kan worden ontvangen maar niet worden afgedrukt. Geeft ook aan als de printer automatisch is gestopt omdat er een fout is opgetreden.
DATA
Data indicatie
Flikkert: Geeft aan dat data-overbrenging plaatsvindt. Verlicht: Geeft aan dat data wordt verwerkt of dat data naar de geheugenkaart wordt geschreven.
ATTENTION
Attentieindicatie
Flikkert: Geeft aan als de printer onderhoud vereist of als de printer opwarmt (Een ogenblik). Verlicht: Geeft aan als er een probleem of een fout optreedt die uzelf kunt verhelpen. (Bijvoorbeeld, het vastlopen van papier.)
READY
Boodschapweergave
Naam
Omschrijving
Interfaceindicatie
De interface-indicatie geeft aan welke van de interfaces van de printer momenteel actief is. De standaard is geen selectie (---).
SIZE
Papierform aatindicatie
Geeft het papierformaat van de huidige papiercassette aan. De standaard is briefformaat (LT) voor de V.S. en A4 (A4) voor Europese landen.
TYPE
Papiersoort indicatie
Geeft de papiersoort van de huidige papiercassette aan. De standaard is GEWOON.
INTERFACE
Als het aantal bladzijden dat moet worden afgedrukt op 2 of meer is ingesteld zal, als het afdrukken begint, op de onderste lijn van de boodschapweergave het aantal afgedrukte/ ingestelde pagina’s dat wordt afgedrukt, worden afgebeeld. Toets
GO
CANCEL
MENU
Functie •Schakelt de printer on-line en off-line. •Print en voert één pagina uit. •Annuleert specifieke fouten. •Ontwaakt uit slaapstand. •Verlaat een printopdracht, stelt numerieke waarden opnieuw in, of annuleert een instellingsprocedure. •Wordt gebruikt om het geluid van de alarm buzzer, die het optreden van een fout aangeeft, te stoppen. •Als ingedrukt tijdens de modusselectie, beëindigt de instelling en keert terug naar de Klaar conditie. •Wordt gebruikt om de emulatie, font, karaktercode-instelling te selecteren; om een geheugenkaart en andere te lezen. Stelt u in staat toegang tot het gewenste item te krijgen of numerieke waarden in te voeren. In enkele bedieningsprocedures, worden de < en > toetsen gebruikt om toegang te krijgen tot de sub-items of om deze te verlaten. Stelt u in staat toegang tot het gewenste item te krijgen of numerieke waarden in te voeren. In enkele bedieningsprocedures, worden de < en > toetsen gebruikt om toegang te krijgen tot de sub-items of om deze te verlaten. Wordt gebruikt als de < toets in de modusselectiefunctie.
?
•Wordt gebruikt als de > toets in de modusselectiefunctie. •Geeft online hulpboodschappen weer op de boodschapweergave als er een papierophoping optreedt. Bevestigt de numerieke waarden en andere selecties.
ENTER
2004.1