FEDERALE POLITIE
DIENSTNOTA
Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst het contentieux en de statuten
Uitgiftenummer Uitgiftedatum
DGP/DPS-258/A-03 15.01.2003
Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL
Classificatiegraad Klassering
PUBLIEK
Tel. : 02 642 61 21 Fax : +32 26 42 61 07
Bladzijde Bijlage(n) Kenmerk PC
1/6 1 G:\Dps\DeblockS\divers\tn.bxl.011n.doc
XXX DRINGEND XXX Geadresseerden
De heren Korpschefs van 5340,5341,5342,5343,5344 Kopie:
de
lokale
politiezones
Vaste commissie van de lokale politie SAT DPM DPG/Bu DMFS DPI/Call Center
ONDERWERP
Maatregelen voor Brussel
Referenties
1. Notificatie van de Ministerraad van 14 juni 2002; 2. Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende betreffende de rechtspositie van het personeel politiediensten (KB « Brussel ») ; 3. Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling rechtspositie van het personeel van de politiediensten ; 4. DGP/DPS-7096/A-2002 van 18 december 2002 ; 5. Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken december 2002.
Dossierbeheerder
5339,
teksten van de van de van 24
CP Jur Simon DE BLOCK, Tel. 02 642 61 92
1. Zoals reeds in juni werd beslist bij notificatie van de Ministerraad (Ref. 1), worden er verschillende maatregelen overwogen om personeel aan te trekken voor de politiezones van Brussel – Hoofdstad en te verzekeren dat het personeelskader in die zones in de toekomst gekenmerkt zal worden door de nodige stabiliteit. 2. Het ontwerp van koninklijk besluit, vermeld in Ref. 2, beoogt die verschillende maatregelen te concretiseren. Het betreft dus nog steeds een ontwerptekst. Wetende dat de voorziene maatregelen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003 in werking treden, maar dat de administratieve en begrotingscontrole vooralsnog niet werd afgesloten, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken de toestemming gegeven (Ref. 4) om op een beperkte wijze reeds toepassing te maken van het voorliggende ontwerp en dit met de bedoeling de respectievelijke rechten van het personeel te vrijwaren. Deze nota is er dan ook op gericht u te informeren over de wijze waarop dient gehandeld in afwachting van het koninklijk besluit.
DGP/DPS-258/A-03
2/6
3. Het KB “Brussel” voorziet vooreerst in een zogenaamde “verbintenistoelage” (art.7, Ref. 2). Deze toelage komt bovenop de “Brussel - toelage” voorzien voor het personeel van de korpsen van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Cfr. infra, punt 4). 3.1 Deze “verbintenistoelage” bedraagt jaarlijks bruto (vóór indexatie) 1338,63 euro. Zij wordt in principe betaald na vervallen termijn ten belope van één twaalfde van het jaarlijks bedrag. 3.2 De “verbintenistoelage” wordt enkel toegekend aan de inspecteurs van politie die zich er toe verbinden een aanwezigheidstermijn van 5 jaar te respecteren in zijn /haar politiekorps. De andere categorieën van het personeel (HUA, HINP, CP, HCP, CALOG, aspiranten en mandatarissen) komen hiervoor niet in aanmerking. De inspecteurs van politie die zich niet in de mogelijkheid bevinden om de aanwezigheidstermijn van 5 jaar te respecteren omwille van het feit dat zij vóór het verstrijken van die periode op pensioen worden gesteld wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, hebben tevens recht op de “verbintenistoelage” indien zij zich ertoe verbinden een aanwezigheidstermijn te respecteren tot zij de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. 3.3 Voorwaarde waaronder de inspecteurs van politie deze toelage kunnen genieten is evenwel dat zij benoemd zijn in een korps van lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan de personeelsbezetting deficitair is ten aanzien van de personeelsformatie van de zone. Het deficitair karakter van de betrokken zone wordt beoordeeld op de datum waarop de betrokken inspecteur de verbintenis aangaat. 3.4 Concreet zal het engagement van het personeelslid vastgelegd worden in een gedateerde overeenkomst, waarvan het model wordt vastgesteld in het KB “Brussel”. Vanaf de in de overeenkomst vermelde datum begint de aanwezigheidstermijn van 5 jaar te lopen. Deze overeenkomst wordt gevoegd bij het mobiliteitsdossier van de betrokken inspecteur. Om de betrokken personeelsleden toe te laten nu reeds deze overeenkomst aan te gaan, vindt u hieronder het desbetreffende model. 3.5 De aanwezigheidstermijn van 5 jaar zal evenwel met terugwerkende kracht en van rechtswege ingaan op 1 januari 2003 voor de inspecteurs van politie die zich voor 5 jaar engageren in hun zone en die er op die datum benoemd waren. Hun uiterste datum van benoeming moet derhalve 31 december 2002 zijn. Om deze maatregel te genieten en om aldus hun pecuniaire rechten veilig te stellen voor de maand januari 2003 moeten de betrokken inspecteurs van politie in elk geval op uiterlijk 31 januari 2003 het bijgaand model ondertekenen. 3.6 Wat betreft de inspecteurs die zo’n overeenkomst onderschrijven na bovenvermelde datum, loopt de aanwezigheidstermijn vanaf de datum waarop zij zich engageren en dit ongeacht hun datum van benoeming in de politiezone. Indien de betrokken inspecteurs de als bijlage gevoegde overeenkomst niet aangaan op de eerste dag van de maand, wordt de eerste betaling van de toelage uitgevoerd samen met de betaling van de wedde van de maand die volgt op de datum waarop men zich verbonden heeft. Gaat men de overeenkomst daarentegen aan op de eerste dag van de maand, dan vrijwaart het betrokken personeelslid zijn/haar geldelijke rechten voor die maand waarin men zich verbonden heeft. Bijvoorbeeld: een inspecteur ondertekent zijn overeenkomst op 1 februari 2004. Het recht op de “verbintenistoelage” bestaat dan vanaf februari 2004 en de betrokken inspecteur ontvangt, in principe, de toelage samen met de wedde voor de maand februari 2004 (indien betaald na vervallen termijn). Daarentegen zal de inspecteur die zijn overeenkomst ondertekent op 2 februari 2004 slechts recht hebben op de toelage vanaf 1 maart 2004. Dit impliceert dat zijn toelage voor de eerste maal zal betaald worden samen met de wedde voor de maand maart.
DIENSTNOTA
DGP/DPS-258/A-03
3/6
3.7 Om het sociaal secretariaat GPI toe te laten de pecuniaire gegevens van de betrokken personeelsleden aan te passen en de verschuldigde betalingen uit te voeren, dienen de aangegane overeenkomsten opgestuurd te worden naar het sociaal secretariaat GPI. Op het ogenblik dat het KB “Brussel” gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad, regulariseert het sociaal secretariaat GPI de geldelijke situatie van de betrokkenen. 3.8 Het personeelslid dat de aanwezigheidstermijn van 5 jaar niet respecteert, is er toe gehouden het geheel van de toelage, ontvangen vanaf zijn laatste engagement, terug te betalen. De inspecteur van politie die, in het raam van de sociale promotie, slaagt in de basisopleiding om toe te treden tot het middenkader en die derhalve een ambt van hoofdinspecteur dient te postuleren om benoemd te worden in deze graad, is evenwel niet gehouden tot terugbetaling van de toelage (art. 8, Ref. 2). 3.9 Het personeelslid dat het voordeel van de toelage wil blijven genieten, moet ten minste 2 maanden voorafgaand aan het verstrijken van de aanwezigheidstermijn van 5 jaar, de bovenvermelde overeenkomst hernieuwen. 4. Het KB “Brussel” voorziet, naast de invoering van een “verbintenistoelage”, nog in andere maatregelen die eveneens met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003 in werking zullen treden. Eénmaal het KB “Brussel” gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad, zullen de eventuele regularisaties eveneens worden uitgevoerd door de bevoegde diensten. Deze maatregelen omvatten ondermeer: 4.1 de toekenning van een tweetaligheidstoelage aan het CALOG-personeel, identiek aan de tweetaligheidstoelage voor de leden van het operationeel kader (art. 4, Ref. 2; Bijlage 8 RPPol); 4.2 de toekenning van de “Brussel – toelage” (art. 6, Ref. 2) aan het personeel van het operationeel kader aangewezen voor een betrekking in een korps van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zonder een wachttermijn van 1 jaar. Alle leden van het personeel van het operationeel kader van de korpsen van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen deze “Brussel – toelage” genieten. Deze wordt dus niet beperkt tot de inspecteurs van politie zoals dat met de “verbintenistoelage” wel het geval is. Daarbij is het belangrijk op te merken dat de bedragen van die “Brussel – toelage” gelijk zijn aan de bedragen van de huidige “Brussel – toelage” (art. XI.III.28 RPPol). Bijvoorbeeld: een inspecteur van politie werd benoemd in een korps van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 1 januari 2002. Zolang het KB “Brussel” niet gepubliceerd is, verwerft de betrokken inspecteur “getrouwheidsanciënniteit” voor de toekenning van de “Brussel – toelage” overeenkomstig het huidige systeem (cfr. art. XI.III.28 RPPol). Eénmaal de publicatie van het koninklijk besluit een feit is, geniet de betrokken inspecteur, vanaf 1 januari 2003, de “Brussel – toelage” voorzien voor de personeelsleden van de korpsen van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig de regeling zoals die hierboven reeds werd uiteengezet (art. 6, Ref. 2 = ontwerpartikel XI.III.28bis RPPol). Zodoende genieten de personeelsleden die op dit ogenblik recht hebben op de “Brussel - toelage” overeenkomstig art. XI.III.28 RPPol vanaf de publicatie van voornoemd koninklijk besluit de “Brussel – toelage” overeenkomstig het art. XI.III.28bis RPPol waardoor er niet langer een wachttermijn van één jaar geldt. In voorkomend geval vindt er, ten gevolge van het in werking treden van het nieuwe systeem, een regularisatie van hun rechten plaats. 5. Ik verzoek u om uw personeelsleden in te lichten omtrent de inhoud van deze nota. 6. De praktische richtlijnen betreffende het bezorgen van de vereiste gegevens maken het voorwerp uit van een afzonderlijke nota die u weldra zal toegezonden worden.
DIENSTNOTA
DGP/DPS-258/A-03
4/6
7. Indien u omtrent de inhoud van deze nota nog bijkomende vragen heeft, kan u zich steeds wenden tot de dossierbeheerder. 8. Tot slot wens ik nog te benadrukken dat deze dienstnota een vertaling is van de dienstnota DGP/DPS-197/A-03 van 13 januari 2003.
Alain DUCHATELET Directeur-generaal Bijlage: Ontwerp van koninklijk besluit “Brussel”.
DIENSTNOTA
DGP/DPS-258/A-03
5/6
Aanwezigheidstermijn Naam : Voornaam : Identificatienummer :
Hierbij verleen ik mijn akkoord om een aanwezigheidstermijn van vijf jaar na te leven, die aanvangt vanaf 1 januari 2003 zo deze verbintenis is ondertekend in de maand januari 2003, dan wel vanaf de ondertekening van dit document, in de politiezone van …………………………………………………………………………………….…, zonenummer …………… . In geval van verlof voorafgaand aan het pensioen, definitieve ambtsontheffing bedoeld in Titel I van Deel IX RPPol, één van de verloven bedoeld in de Titels XII (verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een politieke mandataris), XIII (verlof voor opdracht van algemeen belang) en XIV (afwezeigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegeheden) van Deel VIII RPPol, verlof voor voltijdse loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 116 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, of vertrek naar de federale politie of naar een andere zone van lokale politie vóór die vervaldatum, weet ik dat ik de bedragen die mij voor dit engagement zouden zijn betaald bij toepassing van het toekomstige artikel XI.III.28ter RPPol volledig zal moeten terugbetalen. Ik weet ook dat ik het recht op de toelage bedoeld in voormeld artikel XI.III.28ter RPPol verlies wanneer ik deze verbintenis niet hernieuw ten laatste twee maanden vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn ervan. Datum : Handtekening :
DIENSTNOTA
DGP/DPS-258/A-03
6/6
Temps de présence Nom: Prénom: Numéro d’identification:
Par la présente, je marque mon accord pour respecter un délai de présence de cinq ans, qui court à dater du 1er janvier 2003 en cas de signature du présent engagement dans le courant du mois de janvier 2003, ou de la signature de la présente, dans la zone de police de …………………….……………………………..., zone numéro …………… . En cas de congé préalable à la pension, de retrait définitif d’emploi ou de cessations des fonctions visés au Titre Ier de la Partie IX PJPol, d’un des congés visés aux Titres XII (congé pour l’exercice d’une fonction auprès d’un mandataire politique), XIII (congé pour mission d’intérêt général) et XIV (absence de longue durée pour raisons personnelles) de la Partie VIII PJPol, d’un congé pour interruption complète de la carrière professionnelle visé à l’article 116 de l’arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l’Etat, ou de départ vers la police fédérale ou vers une autre zone de police locale avant sa date d’échéance, je sais que je devrai restituer intégralement les sommes qui m’auront été versées en application du futur article XI.III.28ter PJPol sur base du présent engagement. Je sais également que je perds le droit à l’allocation visée à l’article XI.III.28ter PJPol susmentionné en cas de non-renouvellement du présent engagement au plus tard le deuxième mois qui précède l’expiration de celui-ci. Date: Signature:
DIENSTNOTA