Frankrijk Versailles Pasen
Frankrijk Versailles Pasen 2015 TRIEL SUR SEINE / Parking Foch / mix-parking / Quai Auguste Roi N 48,98153 O 2,00061 (sitecode: 2572)
0€
443km
Prima parkeerplaats, met mooi uitzicht over de Seine. Je moet er naar toe rijden via de weg, Rue du Pont en dus niet via , Rue du Seine, dat is te smal. Geen verder voorzieningen, wel dichtbij centrum met diverse winkels, o.a. prima pizzeria. Niet geschikt voor campers langer dan 6,5 mtr. Het dorpje is trouwens superleuk! En natuurlijk: wandelen langs de Seine.
Versailles N 48,79952°
O 2,10348°E
Allée des Malots 47 , dit is voor een kazerne van het Franse leger
33km
Een beknopte geschiedenis Het dorp Versailles ligt ongeveer twintig kilometer buiten Parijs. Het komt voor het eerst voor in de annalen in 1038, wanneer de naam verschijnt in een oorkonde van de abdij van Saint-Père de Chartres. Tegen het einde van de elfde eeuw was Versailles een landelijk dorpje gelegen rond een kasteel en de kerk van St Julien. Het was welvarend tot aan het einde van de 13e eeuw maar de honderdjarige oorlog decimeerde het inwonersaantal tot een handvol. Koninklijke Aanwezigheid In de 16e eeuw heerste de Gondi familie over Versailles. Toen Koning Lodewijk XIII een bezoek bracht raakte hij verknocht aan het landelijke plaatsje en kocht grond in de omgeving. Vervolgens bouwde hij er in 1622 een klein stenen landhuis. Tien jaar later werd hij de heer van Versailles en begon aan een uitbreiding van het huis. Al snel kocht hij nog meer gronden rondom evenals het landgoed van de Gondi familie.
De Zonnekoning In 1643 stierf Lodewijk XIII. Zijn opvolger, Lodewijk XIV, begon interesse te krijgen in Versailles vanaf 1662. Lodewijk XIV, ook wel gekend als de zonnekoning, wantrouwde de Parijzenaars en wenste daarom het Louvre niet meer als koninklijke residentie te behouden. Het Louvre, gelegen in het hart van Parijs, bevond zich immers constant temidden van politieke turbulentie. Bijgevolg verkoos de zonnekoning ervoor zijn residentie te verhuizen naar Versailles, ver van het turbulente Parijs verwijderd.
Standbeeld Lodewijk XIV
Lodewijk XIV zorgde voor een enorme expansie van het koninklijke verblijf in Versailles tot wat we heden te zien krijgen. Hij huurde de architect Louis Le Vau en de kunstenaar Charles le Brun in om dit barokke meesterwerk te maken dat het ultieme model werd voor zowat alle paleizen die later in Europa gebouwd werden. De vermaarde landschapsarchitect André le Nôtre was verantwoordelijk voor de ongeëvenaarde tuin van Versailles.
Koninklijke Kapel Na de dood van Le Vau gaf koning Lodewijk XIV de opdracht aan architect Jules Hardouin-Mansart om de omvang van het paleis te verdrievoudigen. Onder zijn leiding werden de noordelijke en zuidelijke vleugels, de Orangerie, de Grand Trianon (een kasteel) en de koninklijke kapel gebouwd. Later werden ook nog de Opera en de Petit Trianon toegevoegd. Dit laatste bouwwerk, een klein kasteel, werd tussen 1761 en 1764 gebouwd voor Lodewijk XV en Madame de Pompadour. De Franse Revolutie Tijdens de Franse Revolutie werd de grote collectie aan schilderijen, antiek en andere kunstwerken die in het kasteel opgeslagen waren overgebracht naar het Louvre. Andere belangrijke stukken kwamen terecht in de nationale bibliotheek en het Conservatoire des Arts et Métiers. De rest van de inboedel, waaronder het meubilair, werd per opbod verkocht. Een Museum in het Paleis Na de Franse Revolutie gebruikte Napoleon het paleis van Versailles als zomerverblijf. Later, in 1830, transformeerde koning LouisPhilippe het paleis om tot een groots museum, gewijd aan de ‘glorie van Frankrijk’. De kapel, opera, en de spiegelzaal werden gevrijwaard, maar vele andere kleinere verblijven in het paleis werden tijdens de omvorming tot museum afgebroken om plaats te maken voor ruime tentoonstellingszalen. In de jaren 1960 werd een deel van de oorspronkelijke appartementen door curator Pierre Verlet gerestaureerd. Koninklijk Paleis
Tegenwoordig is een groot deel van dit spectaculair paleis opgesteld voor bezoekers, die ook de wereldberoemde tuin kunnen bezichtigen. Het interieur van het Versailles paleis staat bekend om zijn overdadige luxe. Enkele van de meest interessantste kamers zijn: De Spiegelzaal: Sommigen noemen dit de belangrijkste bijdrage van koning Lodewijk XIV aan het paleis van Versailles. Het belangrijkste kenmerk van de zaal zijn de 357 spiegels ingewerkt in 17 grote bogen. De zaal is 73 meter lang en meer dan 10 meter breed en 12 meter hoog. Standbeelden en bustes staan langs de wanden van de zaal. De Spiegelzaal speelde een belangrijke rol in de geschiedenis toen in 1919, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, het verdrag van Versailles hier werd getekend.
De kapel van Versailles: de huidige kapel is de vijfde kapel gebouwd in het paleis. De bouw startte in 1689 en werd voltooid in 1710. Het heeft een soort van verhoogde tribune van waaruit de koning de mis kon bijwonen. De architectuur is een mengeling van gotiek en barok.
Sommige eigenschappen zoals de waterspuwers en het puntige dak doen denken aan de kathedralen ten tijde van de gotiek, maar ander eigenschappen zoals de gekleurde marmeren vloer, de bombastische plafondschilderingen en de zuilen zijn dan weer typisch voor de architectuur van die tijd. De koninklijke opera: het auditorium van de opera bestaat volledig uit hout, wat dit operagebouw een van de beste acoustische theaters van de wereld maakt. Er kunnen maar liefst 700 personen plaats nemen ondanks het feit dat de zaal enkel bedoeld was als een koninklijk theater, niet voor een groot publiek. Goud, roze en groen domineren het decor van de opera, dat pas in 1770 gebouwd werd. Het werd voor het eerst in gebruik genomen als trouwzaal van de toekomstige koning Lodewijk XVI en Marie Antoinette. De zaal beschikt over een ingenieus mechanisch systeem dat de vloer kan verhogen tot de hoogte van het podium. Tegenwoordig wordt de zaal gebuikt voor concerten en operavoorstellingen. De Tuin Met zijn 100 hectare is de tuin aan het Paleis van Versailles de grootste paleistuin van Europa. De tuin werd in de 17e eeuw aangelegd door de landschapsarchitect André le Nôtre, die een toonbeeld van de ideale Franse formele tuin creëerde.
Geometrische tuin De tuin is aangelegd met een geometrisch patroon van paden, struiken, bloemperken en bomen. Le Nôtre draineerde ook het moerassige, afhellende terrein en liet een reeks bassins en een kanaal aanleggen, dat gekend staat als het Grand Canal.
Verscheidene fonteinen versieren de bassins. De meest bekende zijn de Latona Fontein - met een standbeeld van de godin Latona - en de Apollo Fontein - genoemd naar de zonnegod; het beeldt de zonnekoning uit in een strijdwagen. Er zijn in de tuin nog een heel aantal andere fonteinen te vinden, zoals de Neptunus Fontein.
Latona Fontein
De fonteinen werden geïnstalleerd om de vele gasten te vermaken die uitgenodigd werden op de weelderige feesten die gehouden werden door koning Lodewijk XIV. Een andere vermeldenswaardige versiering in de tuin is de Colonnade, een cirkelvormige rij marmeren zuilen, ontworpen door Jules Hardouin-Mansart. Er zijn ook een paar kleinere paleizen in de tuin: het Grand Trianon en het Petit Trianon. Zo'n 10.000 mensen werkten in het Paleis van Versailles, dus de koning had er niet veel privacy. Daarom gaf koning Lodewijk XIV de opdracht tot de bouw van het Grand Trianon, een paleis dat haast zo luxueus was als het hoofdpaleis, waar de koning aan de formaliteiten van het hof kon ontsnappen en waar hij afspraakjes met zijn maîtrasse kon regelen. Zijn opvolger, koning Lodewijk XV bouwde het kleinere Petit Trianon om diezelfde reden.
Het bezoek Het domein van Versailles (800 ha.) bestaat uit 3 gedeelten: Het kasteel, de tuinen en het domein van Marie-Antoinette. We hoeven je dan ook niet te overtuigen om een volledige dag te reserveren voor een bezoek aan Versailles. Je kan dit gemakshalve doen met één ticket: het Passeport. Zoals eerder aangegeven is een volle dag voorzien voor een bezoek geen overbodige luxe. Als je werkelijk alles wilt zien dan dien je dit te plannen op een ogenblik dat ook de “Grandes Eaux Musicales” doorgaan (weekends en feestdagen in het hoogseizoen). De drukte dien je er dan ook uiteraard bij te nemen, maar het is onvergetelijk! Dat laatste kunnen we ook zeggen van de wachttijden aan de kassa's. Daarom een tip: zorg ervoor dat je tussen 9u en 9u30 aanschuift voor een ticket, dan dien je meestal slechts 15 à 30 minuten aan te schuiven. Tegen de middag lopen de wachttijden op tot meer dan een uur en de lange rijen wachtenden staan op het grote plein zonder enige bescherming van de zon. Welk ticket kopen? Als je alles wilt zien dan is het Passeport zeer voordelig en geeft je overal toegang met op sommige plaatsen een audioguide (niet in het Nederlands). Je kan dan ook voor elk deel apart een ticket kopen. Opgepast de tickets kan je veelal alleen kopen aan de centrale kassa's! Nog een paar tips en opmerkingen: - Op maandag zijn het kasteel en de bijgebouwen gesloten, de tuinen zijn dan wel open. - Een Passeport, toegangsticket voor alles, is tijdens het weekend 5 euro duurder. - Aan de centrale kassa's is ook de infobalie, daar kan je gratis een kaartje krijgen met alle praktische informatie (uiteraard niet in het Nederlands).
Les Grands Appartements hebben 's morgens heel veel groepsbezoeken met gids. Dit zorgt voor een helse drukte in het kasteel. Niettegenstaande de rij van individuele bezoekers langer is tegen de middag raden we toch aan dan een bezoek te brengen, het is dan rustiger in het kasteel. De wandelafstand naar het domein van Marie-Antoinette bedraagt ca. 30 minuten. Op zich niet zo veel maar als je de ganse dag aan het wandelen bent kan dit wel belastend worden. Je kan 'Les Petits Trains' nemen om die afstand te overbruggen. Reken wel op lange wachttijden om terug te keren naar het domein en comfortabel is het niet. Om het maar niet te hebben over de prijs. Je kan ook met een golfkarretje rondtoeren en de prijzen zijn dan ook evenredig hoog. Het Domein van Marie-Antoinette is slechts in de namiddag geopend en dan nog alleen in het hoogseizoen. Raadpleeg steeds hun website want soms zijn er uitzonderlijke sluitingen van het kasteel en de tuinen: www.chateauversailles.fr Bepaalde delen, zoals de Appartements de Mesdames zijn zeer beperkt open.
Het kasteel Een bezoek aan het kasteel bestaat uit 3 delen: - Les Grands Appartements, kapel en opera: het hoogtepunt van je bezoek aan het kasteel. - Appartements du Dauphin - Appartements de Mesdames Bezoek eerst de Appartements van Dauphin en Mesdames, het is een inleiding op de overdreven praal en pracht van Les Grands Appartements. Deze 'kleinere' appartementen zijn leefbare woonruimtes die opnieuw met originele meubelen werden ingericht. Deze vertrekken werden bewoond door de zoon en dochters van Lodewijk XV en andere belangrijke personen. Het is daar nooit druk. Les Grands Appartements, de kapel en de opera is indrukwekkend, je valt van de ene verbazing in de andere. Eerst kom je in de kapel, gevolgd door de opera. Tijdens je wandeling door het kasteel kom je nog voor de volgende hoogtepunten: de spiegelzaal, slaapkamer van de koning en de koningin. Tenslote eindig je het bezoek in de galeries de l'Histoire de France die volhangen met schilderijen van beroemde veldslagen. De tuinen en Les Grandes Eaux Musicales De tuinen bezoeken tijdens de Grandes Eaux Musicales is onbeschrijfelijk. Een paar fonteinen geven je rond de middag een voorproefje van wat je in de late namiddag bij alle fonteinen mag verwachten. Slechts gedurende anderhalf uur zijn ze allemaal in werking en dat alleen maar tijdens de weekends vanaf het voorjaar tot het laatste weekend van oktober (onder voorbehoud)! Raadpleeg de website voor meer info: www.versailles-spectacles.fr Uiteraard zijn de tuinen ook buiten deze periode de moeite waard. Waterpartijen, honderden beelden, kleine tuinen, ... het brengt je tot rust na het drukke bezoek aan de appartementen. Het domein van Marie-Antoinette Ook hier bestaat je bezoek uit 3 delen: - Le Grand Trianon - Le Petit Trianon - Hameau de la Reine
Het begon allemaal met Lodewijk XIV, de Zonnekoning, die het dorpje Trianon kocht en het liet slopen om er het Grand Trianon te bouwen. Le Petit Trianon kreeg Marie-Antoinette cadeau van Lodewijk XVI en was voor haar de plaats waar ze kon ontsnappen van alle officiële geplogendheden. Ze liet in de tuin een klein dorpje bouwen (foto) in Normandische bouwstiijl (Hameau de la Reine). Een wandeling van het Petit Trianon tot het dorpje neemt ongeveer 15 minuten in beslag maar brengt je echt tot rust. Langs de kunstmatige beekjes hoor je de kikkers en is het rustig vertoeven, weg van alle drukte. Een bezoek aan het complete domein is een échte aanrader! De tuinen, achtergrondinformatie De Zonnekoning geeft Le Nôtre opdracht de tuinen te ontwerpen van het "mooiste paleis van Frankrijk en Europa" en de tuinarchitect, die de vernedering ongedaan moest maken die de koning in zijn ogen in Vauxle-Vicomte had geleden, zet zijn volle verbeeldingskracht en talent in voor een perfecte harmonie tussen de architectuur van het paleis en de aankleding van de tuinen. Terwijl de bouwmeester Le Vau de hele wereld verbaast met het ongeëvenaarde paleis dat hij voor de koning laat bouwen, schept Le Nôtre een immens park waar bloemenperken, bosjes, doolhof en zuilengalerijen worden afgewisseld met rustplaatsen die speciaal door de koning zijn gekozen om het mooie uitzicht. De buxuspatronen die door de tapijten van Ispahan zijn geïnspireerd, de beelden, de fonteinen en de waterstralen: het schouwspel is onvergetelijk. De tuin van het Petit Trianon, dat door Lodewijk XV is gebouwd en waar Marie-Antoinette zoveel van hield, werd in de 18de eeuw in de stijl van de Engelse parken ingericht.
GIVERNY / Parking Les Jardins de Claude Monet / camperplaats / D5 N 49,07343 O 1,53 (sitecode: 29390)
0€
77km
Achter de bus parking - ingang Tuinen van Monet 200m - bezoek en rondleiding - centrum 400m De tuinen van Claude Monet Het huis van Claude Monet, waar de schilder van 1883 tot 1926 met zijn gezin gewoond heeft, ligt midden in het mooie dorpje Giverny. Het huis, en vooral de prachtige, nu geklasseerde tuinen, zijn een enorme inspiratiebron geweest voor de beroemde impressionistische schilder. Hier, in het hart van « Le Clos Normand », de bloementuin en de Japans geïnspireerde
Watertuin, beiden in oorspronkelijke staat gebracht, heeft Claude Monet enkele van zijn grootste werken
geschilderd, waaronder de beroemde "Nymphéas" (Waterlelie), die nu te zien is in het Orangerie museum in Parijs.
De Watertuin, waar een zijriviertje van de Epte doorheen stroomt, is door de artiest zelf ontworpen, en vormt een prachtig Japans geïnspireerd geheel, met zijn beroemde groene bruggetje versierd met blauweregens, zijn vijver bezaaid met ontelbare waterlelies, met aan de waterkant treurwilgen, bamboe, pioenen en lelies. Een stukje exotisme met een romantische charme... Voor het roze huis met groene luiken bevindt zich de bloementuin, "Clos Normand" genoemd, die van de lente tot de herfst een prachtig kleurenpalet biedt. Met zijn vele klimmende rozenstruiken en weelderige bloemperken is dit een waar paradijs voor bloemliefhebbers!
Het huis van Monet kan van april tot november bezocht worden. Hier kunt u de prachtige, door Monet verzamelde Japanse prenten bewonderen, maar ook de sfeer proeven van het huis van de impressionistische meester: de verschillende vertrekken zijn nog gemeubileerd zoals ze dat waren in de tijd van de schilder. De kleine blauwe salon, het salon-atelier, de gele eetzaal met zijn serviesgoed, de keuken met zijn blauwe tegels en koperen keukengerei, maar ook de privé-appartementen op de eerste verdieping. Als u meer wilt weten over de geschiedenis van het impressionnisme, de gevolgen voor kunst uit de 20ste eeuw en de sporen die het achtergelaten heeft, breng dan zeker een bezoekje aan het museum van het Impressionnisme, op een steenworp afstand van de tuinen van Monet! In de Rue Claude Monet 99 te Giverny Giverny De naam van dit dorpje is sterk verbonden met één van zijn voormalige inwoners, nl. Claude Monet. Deze impressionistische schilder woonde hier van 1883 tot aan zijn dood in 1926. Zijn tuin met
woonhuis werd door de familie geschonken aan de Fondation Claude-Monet. Je kunt beide bezoeken van april tot oktober. De tuin bestaat uit twee delen die verbonden zijn door een tunnel. Bij het woonhuis ligt de bloementuin genaamd Clos Normand, aan de andere zijde van de weg ligt de watertuin. Beiden zullen een diepe indruk nalaten. Kom je speciaal voor de waterlelies, dan zijn de maanden juli en augustus de beste maanden. Doch elke maand heeft zijn typische bloemenpracht. De drukste maanden zijn mei en juni. Er zijn soms wachttijden van meer dan een uur, omdat ze maar één kassa hebben. Die trage doorstroom zorgt er wel voor dat het in de tuin aangenaam wandelen is. Wil je wachttijden vermijden koop dan je tickets online via hun website (zie verder). Om optimaal te genieten van een bezoek raden we wel aan om je vooraf te informeren over het leven en werk van Claude Monet. Meer info: www.fondationmonet.com Naast het feit dat
Rouen N 49,441561
66km O 1,079499
Quai Gaston Boulet Op de betalende parking van Le Marégraphe naar de gelijknamige nabijgelegen trendy restaurant genoemd. Voor 15€ / 24h, zondag gratis. Wifi van de stad
Parking Ile Lacroix 0€ Rue Sainte Amélie bij het Complexe Sportive N 49.43001 O 1.10618 (sitecode: 14071) Dit is een van de grootste steden van Frankrijk, die immers bekend is als de historische hoofdstad van Normandië. Zelfs tijdens de Middeleeuwen bloeide de stad en slaagde op alle gebieden. Het was ook bekend als een belangrijk commercieel en industrieel centrum. Rouen werd zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar een deel van de historische monumenten hebben kunnen overleven. Het Museum van Jeanne d'Arc is een van de belangrijkste culturele centra van Rouen. In 1431, is op het plein, gelegen op dertig meter van het museumgebouw een dapper meisje verbrand. Het museum is verdeeld in twee verdiepingen. De eerste verdieping is de kelder die lijkt meer op een sombere crypte. Hier kunt u miniatuurmodellen van oude kastelen zien, en een verzameling van armor en wapens. De bovenste verdieping is de locatie van het museum van wassen beelden. Kathedraal Notre-Dame De grote kathedraal van Rouen behoort tot de mooiste en bekendste religieuze gebouwen uit de gotiek in heel Frankrijk. Zij staat op een plaats die al in de 4de eeuw tot cultus ruimte was uitgekozen.
Voordat men met de gotische kathedraal, ongeveer in 1170, begon, stond hier een oude romaanse kerk, die in haar geheel moest wijken voor het nieuwe gebouw. De belangrijkste gedeelten van de Notre-Dame waren omstreeks het midden van de 13de eeuw voltooid. De kerk werd echter in de daaropvolgende eeuwen door de aartsbisschoppen en kanunniken van Rouen vergroot en verfraaid. Zo ontstonden de zijkapellen aan het einde van de 13de eeuw, de Mariakapel aan het begin van de 14de eeuw en de bekende klokkentoren, deTour de Beurre, tussen 1485 en 1506. De gewaagde, hoge torenspits, die op kilometers afstand te zien is, werd er pas in 1825 opgezet en is geheel van gietijzer. Gelukkig waren in 1939 de mooiste glazen uit de ramen verwijderd, dit gebeurde niet alleen met de vensters van de Notre-Dame, maar ook met die van veel andere kerken te Rouen. Toen de Duitse troepen binnenmarcheerden in juni 1940, brandde de kathedraal gedeeltelijk uit en in april en juni 1944 werd zij opnieuw zeer ernstig beschadigd. Om de ruïne niet geheel aan het verval over te leveren, begon men reeds in hetzelfde jaar met een grondige en zorgvuldige restauratie, die nog steeds voortduurt. Momenteel maken de restaurateurs zich zorgen over de sterke vervuiling en verwering van de fijn bewerkte stenen ornamenten aan het hoofdportaal. De façade met dit portaal werd door Claude Monet meesterlijk weergegeven op verscheidene van zijn schilderijen: de Notre-Dame op verschillende uren van de dag en bij wisselende weertypen. Het 137m lange schip is naar het oosten gericht, is dus op de klassieke manier georiënteerd, het koor wijst in de richting van de opgaande zon en Jeruzalem. De plattegrond heeft de vorm van een kruis. Aan de noordzijde van de kerk bevinden zich de grote, strenge gebouwen van het aartsbisschoppelijk paleis, l5de en 18de eeuw. Het grote plein voor de kerk is voetgangersgebied geworden. Hier bevindt zich het voormalige Bureau des Finances, een elegant renaissance gebouw uit 1509, waarin tegenwoordig het verkeersbureau is ondergebracht. Op het plein ook een minder aantrekkelijk modern congresgebouw, waarin de restanten van een renaissancehuis zijn opgenomen dat door het bombardement verwoest werd. In het plaveisel staan twee cirkels die de diameters van de twee oude klokken, de Georges d'Amboise en de Jeanne d'Arc, aangeven. De geweldige façade met de drie portalen is een bijzonder fraai stenen kunstwerk. Het hoofdportaal werd in het begin van de 16de eeuw door Rouland le Roux gebouwd en wordt bekroond door een luchtige topgevel, vol gezet met grote en kleinere beelden. In het timpaan bevindt zich een boom van Jesse, werk van de uit Rouen stammende Pierre des Aubeaux. Twee spits toelopende torentjes flankeren het portaal. De schuine dagkanten zijn versierd met beelden van profeten en apostelen; een vroegere reeks aartsbisschoppen daaronder is verdwenen. De twee zijportalen dateren waarschijnlijk uit 1170-1180: rechts het portaal van de heilige Stefanus en links het portaal van de heilige Johannes. Dit laatste geeft op het timpaan, 13de eeuw, Johannes de Evangelist en het martelaarschap van Johannes de Doper weer. Het beruchte feest van Herodes, waarbij Johannes de Doper onthoofd moest worden, wordt voorgesteld door de acrobatisch op haar handen dansende Salome. Aan het einde van de 14de eeuw, juist bij het begin van de flamboyante stijl, werden die delen van de façade die boven de flankerende portalen liggen vernieuwd.
Twee torens staan aan beide zijden van de façade: links de stevige Tour Saint-Romain, waarvan het onderste gedeelte omstreeks 1160 is gebouwd. De bovenste gedeelten werden er pas in de 15de eeuw aan toegevoegd. De afdekking werd in de oorlog volledig verwoest. Rechts de veel subtieler gelede Tour de Beurre in de flamboyante stijl van de late 15de eeuw. Een luchtige balustrade met kleine pinakels vormt de afsluiting van deze toren, die over een klokkenspel met 56 klokken beschikt. Dit klokkenspel dateert uit 1920 en speelt zowel religieuze als profane melodieën. De naam 'Botertoren' heeft een interessante herkomst: tijdens de vastentijd was over het algemeen het gebruik van boter en andere melkproducten verboden. Door de tijdelijke opheffing van dit verbod kon uit de opbrengsten van de boterverkoop de bouw van de klokkentoren gefinancierd worden. Noordzijde, Rue Saint-Romain, Aan de noordwesthoek van de kathedraal stuit men op een binnenhof, de Cour d'Albane, die zijn naam ontleent aan een aartsbisschop van Rouen, de kardinaal van Albano uit Italië. Hij had hier een middeleeuws college gesticht dat zijn naam droeg. Vanuit deze hof heeft men een uitstekend zicht op de hoogste kerktoren van Frankrijk, waarvan de gietijzeren spits 151 m de lucht in reikt. De schilderachtige, door vakwerkhuizen omzoomde Rue SaintRomain voert langs de noordzijde van de kerk via het noordelijk portaal, 15de eeuw, naar de Cour des Libraires, 13de tot 15de eeuw, en ten slotte naar het Portail des Libraires, einde 13de eeuw. Dit portaal verdient de aandacht. Het is gemaakt door Jean Davy en bezit een groot aantal beelden van engelen, apostelen en heiligen. De onderste gedeelten van het muurwerk zijn versierd met 150 stenen medaillons die met een levendige fantasie de meest verschillende scènes uit de bijbelse geschiedenis en onderwerpen uit middeleeuwse fabels uitbeelden. Zuidzijde, Rue du Change, Place de la Calende Deze geheel rechte zijde van de kathedraal heeft erg geleden onder het geweld van de oorlog. Alleen het Portail de la Calende, dat sterk verwant is aan het Portail des Libraires aan de noordzijde en dat in dezelfde tijd is ontstaan, bleef daarvan gevrijwaard. Het is nog steeds een van de grootste kunstwerken van de kathedraal.
Ook dit portaal, geflankeerd door twee mooie 13de-eeuwse torentjes, is rijk versierd met beeldhouwwerk. Op de onderbouw bracht Jean Davy medaillons aan: 230 voorstellingen illustreren scènes uit de bijbel en uit het leven van de bekendste aartsbisschoppen van Rouen. In het timpaan herkent men het lijden en de opstanding van Christus, de bogen zijn volgezet met beelden van engelen, profeten en martelaren. Schip en zijbeuken Het schip is opgetrokken in de eenvoudige, heldere voeggotische stijl van de 13de eeuw. Boven de orgelkast, in Lodewijk-XVstijl, straalt het grote roosvenster van de westgevel, waarvan de fraaie glazen helaas niet meer op tijd konden worden weggehaald en aan het bombardement ten offer vielen. De zijbeuken, omzoomd met kapellen, maken een zeer smalle en hoge indruk, waarschijnlijk. doordat men ervan heeft afgezien boven deze zijbeuken tribunes of galerijen te maken. Dat verklaart ook het merkwaardige systeem van colonnetten dat door de kapitelen gedragen wordt. Van de onderbouw van de toren Saint-Romain, aan het begin van de noordelijke zijbeuk, links van het hoofdportaal, werd een doopkapel gemaakt. De andere kapellen beschikken veelal over heel mooie vensters, in de kapel Saint-Jean uit de 13de eeuw, in de kapel Saint-Sever uit de tweede helft van de 15de eeuw. Aan het begin van de zuidelijke zijbeuk is de basis van de Tour de Beurre tot een kapel in flamboyante stijl ingericht. Doordat
deze zijbeuk door bommen werd beschadigd, zijn de kapellen voor een belangrijk deel modern en van contemporaine vensters voorzien. In een kapel die door het bombardement niet werd beschadigd zijn foto's die in 1944 van de kathedraal zijn gemaakt, tentoongesteld: treurige beelden van een bijna ingestorte kerk. Kruising en transept Vier machtige pijlers dragen de lantaarn die zich op de kruising boven de kathedraal verheft en als sokkel dient voor de spits van de kruisingstoren. Het licht valt daardoor verticaal naar binnen, wat een bijzonder indrukwekkend effect heeft. De overigens zakelijke transeptarmen zijn aan de korte zijden, portaalgevels, rijk versierd met beelden, baldakijn, balustraden en roosvensters. In de noordelijke transeptarm bevindt zich een aardige, laatgotische trap, die in ca. 1480 door Guillaume Pontifs werd gebouwd. In een van de kapellen van het transept staat een expressieve piëta van Eustache Desplanches, ca. 1590. De beide roosvensters in het transept hebben nog het oorspronkelijke glas, het noordelijk venster uit de 14de eeuw, het zuidelijk venster uit de 14de eeuwen de renaissance, dat men er na de oorlog weer ingezet heeft. De zuidelijke transeptarm herbergt een bezienswaardige ecce-homo uit de 15de eeuw. Hier is ook de kapel Sainte-Jeanne-d'Arc de moeite van het bezichtigen waard, vooral vanwege de contemporaine glazen van Max Ingrand. Koor en kooromgang In het zeer eenvoudige koor uit de 13de eeuw is de restauratie na de oorlog heel goed gelukt. De decoratie is gedeeltelijk oud, gedeeltelijk modern. Uit de 18de eeuw dateert de door twee engelen omgeven Christusfiguur boven het hoogaltaar. Langs de omgang liggen fraaie koorkapellen waarvan de blauwrode vensters uit de 13de eeuw dateren. De Bartholomeüskapel, die ook wel de Chapelle du Revestiaire genoemd wordt, omdat zij voor de monniken en kapelaans als kleedkamer diende, is een van de mooiste werken van Guillaume Pontifs, 1479. In de omgang bevinden zich talrijke grafmonumenten en grafzerken. De Mariakapel, precies achter het hoogaltaar gelegen, is met haar rijkdom aan beeldhouwwerk en de prachtige glazen uit de 14de eeuw een waar gotisch kunststuk, 1302-1320. Hier vindt men het gotische grafmonument van de hofmaarschalk Pierre de Brézé, een monumentaal mausoleum van Louis de Brézé, midden 16de eeuw, en het graf van de kardinalen van Amboise, een met beeldhouwwerk versierd monument dat in het begin van de 16de eeuw door Roulland le Roux werd gemaakt. Onder het koor bevindt zich nog een crypte die van de romaanse kerk uit de 11de eeuw afkomstig is. Deze bevat een put en een urn met het hart van Karel V. Kerk Saint-Maclou Een heel mooie kerk in flamboyante stijl, 1437-1517, die na de oorlog erg goed werd gerestaureerd. De toren uit de 19de eeuw is 82 m hoog; brede façade met vijf zeer fraaie portalen, die voor een deel aan Jean Goujon worden toegeschreven. In het interieur is o.a. de laatgotische wenteltrap de moeite van het bezichtigen waard.
Kruisgang Saint-Maclou De Aitre Saint-Maclou, ten noorden van de kerk in de Rue Martainville, is een merkwaardige kruisgang waarvan de galerijen, 16de eeuw, vroeger als knekelhuis gebruikt werden en die rondom een voormalig kerkhof is aangelegd. Boven de arcaden ziet men opvallende sculptuur en interessante houten friezen.
Kerk Saint-Ouen Voormalige abdijkerk van het klooster Saint-Ouen; een schoolvoorbeeld van gotische bouwkunst, met uitzondering van de façade, 19de eeuw.
Bijzonder interessant is de zuidzijde van de kerk: achter de voorhal het Portail des Marmousets met een wonderlijk timpaan; in de koorkapellen mooie vensters met scènes uit het leven van de heilige Ouen, 14de eeuw, en een contemporain venster van Max Ingrand.
Voorts bezit de kerk een van de beroemdste orgels van Frankrijk, orgelkast van 1630, zeer fraaie koorhekken uit de 18de eeuwen een grote Mariakapel met beelden en grafzerken.
De Botanische Tuin is de mooiste plek in Rouen. Dit is een enorm complex met vele verschillende secties en kassen. Hier kunt u een rozentuin, rotstuinen en een rijke collectie fuchsia en taxa zien. Het totale aantal planten is iets minder dan zesduizend, en het is echt moeilijk om zo'n grote keuze aan planten en heldere kleuren in een andere botanische tuin van Frankrijk vinden.
De Kerk Sainte Jeanne d'Arc en zijn glasramen uit de XVIe eeuw. Deze kerk met zeer moderne lijnen werd in 1979 afgewerkt en is gelegen op de Place du Vieux-Marché (de Oude Markt). Het is exact op deze plaats dat Jeanne d'Arc werd verbrand.
Jeanne d'Arc Ze is te belangrijk om je geen beetje achtergrond te brengen over dit Franse nationale symbool. Tijdens de wandeling zal je talrijke plaatsen langskomen met herinneringen aan deze dame. Jeanne was een ongeletterd boerenmeisje dat leefde in het begin van de 15e eeuw. Tijdens de bezetting door de Engelsen had ze een verschijning die haar opriep ten strijde te trekken tegen de Engelse bezetter. De Fransen
ondergingen deze bezetting zeer gelaten en hadden duidelijk een impuls nodig. Als vrouw moest ze dus proberen een legertje samen te stellen. Maar dat verliep natuurlijk niet van een leien dakje want de gezagvoerders hadden geen inmenging nodig van een vrouw. Uiteindelijk kreeg ze toch een klein leger en bevrijdde Orléans. De Engelsen konden deze stad niet meer innemen en ze gaf de Fransen hun nationaliteitsgevoel terug. Daardoor werd ze een nationale heldin en vijand nummer één van de Engelsen. Op haar hoofd stond een prijs en ze werd in 1430 gevangen genomen door Bourgondiërs in de bossen van Compiègne. Ze verkochten haar aan de Engelsen. In 1431 werd Jeanne, na een redelijk proces van een maand veroordeeld tot levenslang nadat ze de hekserij had afgezworen. Maar dat was niet naar de zin van de Engelse bezetter. Met een truc werd ze dan toch veroordeeld tot de brandstapel. Ze werd ter dood gebracht in Rouen, haar as en haar gaaf gebleven hart werden in de Seine gegooid. Het feit dat haar hart niet in de vlammen is verteerd was voor de Engelsen het symbool dat ze een heilige hadden vermoord. Toen wisten ze dat hun nederlaag nabij was. Uiteindelijk werd in 1450 haar proces herroepen en werd ze postuum onschuldig verklaard. In 1920 werd ze zelfs heilig verklaard. Velen aanroepen Jeanne d'Arc ook als de 'Maagd van Orléans'.
De Toren Jeanne d'Arc Jeanne werd opgesloten in een toren van het kasteel van Philippe Auguste, waarvan tegenwoordig alleen de donjon nog bestaat. De donjon wordt nu de toren van Jeanne d’Arc genoemd wordt, hoewel Jeanne in een ander deel van het kasteel werd gevangen gehouden.
Hoewel het over een kerkelijk proces ging, bleef Jeanne opgesloten in een wereldlijke gevangenis, wat nogmaals een aanfluiting van de rechtsregels was. Cauchon had weliswaar de gevangenis gekwalificeerd als een kerkelijke gevangenis, maar zelfs dan was het in strijd met het canoniek recht dat Jeanne bewaakt werd door mannelijke wachten Le Gross Horloge De Gros Horloge bestaande uit een gotische klokkentoren, een paviljoen, een gewelf uit de renaissance en een classicistische fontein, is als eerste gebouwd om de eerste klokken van de stad te herbergen. Het mechanisme hoort nog altijd tot de oudste van Europa. Vanaf buiten kunt u het gebeeldhouwde gewelf, meesterstuk uit de renaissance, en de recentelijk gerestaureerde wijzerplaten bewonderen. Bezoek de Gros Horloge ook aan de binnenkant !
MONTREUIL (SUR MER)/ Aire Municipale / mix-parking / Avenue de Garennes N 50,45928 O 1,75929 (sitecode : 21677)
0€
148km
Montreuil-sur-Mer ligt niet aan zee. Vanaf de kust is het een vijftien kilometer rijden. Vreemd dat deze stad 'sur mer' heet. Destijds lag deze wel aan een belangrijk handelskanaal, de Canche, die nu onbevaarbaar is geworden. Montreuil-sur-Mer bestaat nu uit twee delen, de benedenstad is de nieuwe stad. Montreuil-sur-Mer heeft dankzij zijn rijke periode een abdijkerk en een flamboyante kapel. Voor een wandeling kun je starten in dit historisch hart van de stad en zo verder naar de bovenstad van Montreuilsur-Mer waar er zich een goed bewaard gebleven citadel bevindt. Hier op de vestigingen kan je genieten van een prachtig panorama.
Het oudste gedeelte van Montreuil-sur-Mer werd talloze keren verbouwd tot citadel. Deze dateert van de 16e eeuw. De citadel is voor iedereen toegankelijk. Infopanelen o.a. in het Nederlands maken je wegwijs in de verschillende bouwfasen van de citadel.
De vestingen van Montreuil-sur-Mer werden door Vauban gebouwd in de 16e en 17e eeuw. Je kan ze helemaal afwandelen. De totale omtrek bedraagt drie kilometer Tijdens de wandeling op de vestingen heb je vaak de mogelijkheid om even op een bankje uit te rusten. Zo kan je nog meer genieten van het uitzicht over de prachtige vallei.
ST. OMER / Aire de Camping-Car du Haut Pont / camperplaats / Rue de la Gaiete N 50,75641 O 2,25951 (sitecode: 25011)
5€
58km
(wel wat hinder van treinen) De streek van Saint-Omer heeft een indrukwekkende geschiedenis waar elke periode zijn sporen heeft achtergelaten. In de bouwwerken van Saint-Omer komt het religieuze en handelsverleden naar voren maar ook het militaire verleden. De Notre-Dame kathedraal is gebouwd in Scheldegotiek uit de 13de eeuw. In het mooie stadspaleis van het Hotel Sandelin museum worden 3000 werken getoond. Het erfgoed en de natuur van de dorpen rond de stad zijn heel afwisselend… De verdwenen stad van Thérouanne is een mooi voorbeeld van een ‘dode stad’. De sporen van de middeleeuwse stad zijn in het landschap en de opgravingen terug te vinden. In het dal van de Aa gaan natuur en cultuur samen; molens, kalkhellingen, oude fabrieken en draslanden. Stadswandelingen Vier routes om de stad te ontdekken. Langs de routes staan borden met Nederlandstalige informatie over de stad en de geschiedenis. De Kathedraal met een audiotour in het Nederlands. Verkrijgbaar bij het Bureau voor Toerisme à €3. Duur: 1 uur. Neemt u beide audiogidsen dan betaalt u slechts € 5 p.p.
CALAIS / Aire Municipale / mix-parking / Digue Gaston Berthe N 50,96617 O 1,8438 (sitecode : 3009)
7€
60km
Calais kennen we vooral als passagiershaven voor de overzet naar Engeland. De Engelse kust ligt op 38 km en zuigt als het ware de toeristen aan. Veelal vergeten ze de rijkdom van de binnenstad van Calais. Hier werd geschiedenis geschreven met 'Les Six Bourgeois de Calais', het stadhuis met zijn 75 meter hoog belfort en de wachttoren. Alle bezienswaardigheden liggen op één lijn. Op het plein kan je het stadhuis bezoeken en het Musée de la Guerre aan de overkant in de groene zone. Neem dan de Boulevard Jacquard naar het rond punt en ga zo verder over het water. Aan de rechterkant heb je het Parc Richelieu. In de Rue Richelieu ligt het Musée des Beaux-Arts (Museum voor Schone Kunsten). Je stapt verder rechtdoor en komt in de Rue Royale terecht. Als je nu nog verder gaat dan zie je links de Tour du Guet aan de Place d'Armes. De Tour du Guet is het enige overblijfsel van het 13de eeuwse Calais. Het deed dienst als vuurtoren waarmee de eigenaardige bovenbouw verklaard is. Later werd het telegraaftoren.
Calais heeft ook nog een rijk museum: Musée des Beaux Arts et de la Dentelle. Je vindt er beeldhouwwerken, schilderijen, herinneringen aan de lokale geschiedenis en kantwerk.
Wellicht zal het belfort van Calais je steeds bijblijven, die is trouwens van ver zichtbaar en steekt hoog uit boven de andere gebouwen. Het stadhuis en het belfort dateren van 1925.
Langs de andere kant ligt een park met een 'blockhaus' of Duitse bunker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed het dienst als telefooncentrale voor de Atlantikwal.
Wellicht zal je meeste aandacht gaan naar het standbeeld voor het stadhuis: Les Six Bourgeois de Calais. De 'Zes Burgers van Calais' is van de hand van Rodin. Hij was toen nog een vrij onbekende beeldhouwer en schokte meteen alle rangen van de bevolking. Het was de bedoeling om zes helden uit te beelden en niet een beeldengroep met wenende en angstige mannen. Bovendien wou Rodin dat het niet op een voetstuk stond maar gewoon op de grond zodat iedereen direct contact zou hebben met iemand die de dood voor ogen ziet. Het beeldhouwwerk werd toch op een voetstuk geplaatst en verbannen naar het stadspark. Nu kreeg het toch de eer die het verdient en staat het voor het stadhuis. Om dit werk beter te begrijpen is het noodzakelijk ook het verhaal te kennen achter de afgebeelde mannen. Les Six Bourgeois de Calais
Calais werd in 1347, na acht maanden belegering door hongersnood tot overgave gedwongen. De Engelse koning beschouwde Calais als een kapersnest dat zijn scheepsvloot te veel last bezorgde. Om hun stad van uitmoording te redden boden zes vooraanstaande burgers van Calais zich met de sleutels van hun stad aan bij Edward III, de Engelse koning. Ze hadden alleen een hemd aan, blootsvoets en blootshoofds met de strop reeds rond hun nek. Ze gingen immers een zekere dood tegemoet. Hun dood zou het zoenoffer zijn voor het sparen van de stad en hun inwoners. Ontroerd door deze opofferingsgeest wierp Filippina van Henegouwen, Edwards vrouw, zich voor de voeten van haar man en smeekte hun leven te sparen. Wat uiteindelijk gebeurde. Calais bleef gedurende 200 jaar nog Engels grondgebied. Een opmerkelijke structuur van religieuze aard is de Notre Dame kerk, gelegen op het d'Armes plein. De ceremonie van het huwelijk van Charles de Gaulle en Yvonne Vendroux was in deze kerk in 1921. Kunstkenners zullen zeker in de contouren van de kerk de unieke Engels gotische noten herkennen, de stijl is typisch niet van Frankrijk.
De structuur van Calais is heel opmerkelijk. Kanalen scheiden de stad in twee delen - het oude Calais en het nieuwe Calais. De oude wijk is bekend als Kala-Nor, tijdens de oorlog werd het zwaar beschadigd en herstel van historische monumenten en gebouwen moest letterlijk uit de resten tussen het as vandaan plaatsvinden. Het nieuwe gebied wordt Kala-Süd genoemd, hier liggen de belangrijkste commerciële straten van de stad, zodat fans van winkelen, van het lopen in dit gebied zullen zeker genieten. Grote winkelcentra, boetiekjes en paviljoens zijn er op de boulevards Jacquard en Lafayett
Ham
265km
Totaal
1.150km