Fokke en Sukke ontdekken het Studiehuis
Vijf scholen voor Voortgezet Onderwijs en één lerarenopleiding in beeld gebracht
2
Colofon Teksten: Marja Blom Jet ten Brinke Jan Dijkstra Hetty Onnekink Ferry de Rijcke Irene Wieling Eindredactie en productie: Sanders, Zeilstra & Pa rt n e rs, Den Haag Ontwerp: Vorm Vijf Ontwerpteam, Den Haag Druk: Pallas Offset, Den Haag, februari 2001
3
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Leren van scholen
6
Ict-schoolportret Hooghuis Lyceum Heesch
11
Ict-schoolportret Veurs College
24
Ict-schoolportret Greijdanus College
33
Ict-schoolportret Raayland College
41
Ict-schoolportret Calandlyceum
52
Ict-schoolportret Fontys Hogescholen
59
4
5
Voorwoord Voor u liggen zes nieuwe ict-schoolportretten. Po rt retten van Nederlandse scholen in het Voortgezet Onderwijs en van een Lerarenopleiding Vo o rt ge z et Onderwijs. De beschrijvingen van deze scholen bewijzen eens te meer dat er niet één juiste manier is om ict in te voeren in het onderwijs; er zijn zoveel manieren als er scholen zijn. Scholen worden dan ook niet beoordeeld op vastomlijnde criteria, maar vooral gekozen om verrassende toepassingen. De eigen verantwoordelijkheid van scholen voor hun ict-beleid wil niet zeggen dat iedere school de problemen, die er ongetwijfeld rijzen bij een dergelijke ingrijpende verandering, dan maar in zijn eentje moet proberen op te lossen. De ict-schoolportretten brengen scholen in beeld die dingen met ict doen waarvan wij denken: ‘daar kunnen andere scholen van leren’. De ict-schoolportretten beschrijven daarom niet per definitie scholen die heel ver zijn met de invoering van ict, maar juist ook scholen die zich in een voor andere scholen herkenbare positie bevinden. Het zijn in ieder geval scholen die de digitale uitdaging aangegaan zijn. De ict-schoolportretten hebben drie functies. Allereerst kunnen ze mensen in andere scholen inspireren. Bovendien bieden ze beleidsmakers relevante informatie over de huidige en wenselijke situatie op scholen. Tot slot helpen de portretten duidelijker zicht te krijgen op wat met ict in het onderwijs mogelijk is. Op de langere termijn kunnen ze bijdragen aan de formulering van nieuwe kwaliteitsstandaarden voor onderwijs. Rondom deze nieuwe schoolportretten worden in het voorjaar van 2001 wederom debatten georganiseerd. Doel daarvan is met betrokkenen en andere deskundigen zoveel mogelijk van de rijke onderwijspraktijk te leren en elkaar te inspireren. Ferry de Rijcke coördinerend staf inspecteur februari 2001
6
Leren van scholen De in deze bundel verzamelde ict-portretten laten scholen zien, die allen hun technische infrastructuur op orde hebben en de toegankelijkheid van ict-toepassingen hebben gerealiseerd. Zij zijn nu vooral bezig met het ontdekken en ontwikkelen van effectieve inzet voor de onderwijsdoelen van de school. Deze zoektocht is, zo blijkt, een hele lastige. Hieronder worden de ervaringen die de geportretteerde scholen hebben opgedaan en de lessen die zij hebben geleerd op een rij gezet, zodat het lessen kunnen worden voor scholen die voor dezelfde uitdagingen staan en voor anderen die scholen daarbij kunnen helpen. We gaan in op vier onderwerpen: de aanpak van het veranderingsproces, de infrastructuur, de condities voor scholen en de veranderingen in leren en lesgeven.
1.0
De verandering: goed structureren, mensen in de hoofdrol De aanpak van het veranderingsproces verschilt nogal van de ene school tot de andere. Er zijn ook duidelijke overeenkomsten. Alle portretten laten binnen de school een goede wisselwerking zien tussen initiatieven van onderop en duidelijk beleid van de schoolleiding. Dat blijkt een belangrijke factor voor succes. Aan scholen die voor ingrijpende veranderingsprocessen met ict staan, is een aantal tips te geven hoe dit algemene principe concreet vorm kan krijgen. Verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn De schoolleiding moet het initiatief nemen, besluitvaardig zijn en echte belangstelling hebben voor de praktische realisering. Laat enkelingen niet voortmodderen! Gebruik talenten die bij de eigen mensen aanwezig zijn. Zorg dat zij hun opvattingen en ideeën kunnen uiten en maak het hen mogelijk daarmee aan de slag te gaan. Daadkracht, durf, visie en betrokkenheid zijn de trefwoorden. De rol van de schoolleider bij de ontwikkeling van ict kan niet makkelijk overschat worden. De schoolleiders van de hier beschreven scholen hebben terecht het gevoel pionierswerk te hebben verricht. Er zijn geen handreikingen voor schoolleiders op dit gebied. Ze moeten verstand hebben van ict, maar ook zorgen voor enthousiasme, geld, formatie. Het is verstandig één of meer personen uit te kiezen die daarbij kunnen helpen. Sommige scholen hebben een kleine stuurgroep inge ri cht die slagvaardig is en die de volle steun van de schoolleiding heeft. Een plan is onmisbaar Zorg dat de uitgangspunten voor alle betrokkenen helder zijn. Houd rekening met de wensen en mogelijkheden van gebruikers, zowel leraren als leerlingen. Maak een duidelijk plan met heldere en reële doelstellingen en plaats alle activiteiten op een tijdlijn. Maak een planning en werk in de goede volgorde: - eerst goed nadenken over doelen, mogelijkheden en aanpak; - van het begin af aan draagvlak creëren; - zorgen voor een toegankelijke en werkende infrastructuur; - op deze basis ruimte bieden om gezamenlijk te werken aan onderwijskundige veranderingen. Zorg voor een goede aansluiting tussen ambities en financiële en personele mogelijkheden.
7
Het is essentieel ook financieel een meerjarenplanning te maken en daadwerkelijk budgetten voor ict-uitgaven te reserveren. Denk ook altijd aan de toekomst. Het maken van een website is één ding, deze actueel en aantrekkelijk houden is echter arbeidsintensief. Evalueer regelmatig, maak de balans op en stel waar nodig de doelstellingen en planningen bij. Het komt op de uitvoering aan Accepteer dat deze processen tijd kosten. Het gaat om ingrijpende veranderingen en om veel geld. Draagvlak is niet altijd eenvoudig te bereiken, maar is wel essentieel voor succes. Accepteer dat niet iedereen even sterk bij het proces betrokken kan zijn, maar zorg wel voor een ‘kritische massa’ en blijf aandacht besteden aan het betrekken van alle teamleden. Als docenten zien, dat een ander met succes iets doet, overtuigt dat meer dan een plan of een betoog in de stafvergadering. Goede praktijkvoorbeelden moeten veel ruimte én aandacht krijgen. Ondersteuning van informatica-assistenten in de klassen werkt drempelve rl a gend voor docenten en biedt leerlingen meer gelegenheid om begeleid te worden. Bij de scholing van docenten is het verstandig te beginnen met een basispakket, gerelateerd aan dagelijks gebruik, zodat docenten meteen kunnen toepassen wat ze leren (tekstverwerking, e-mail, presentaties, inte rn et e.d.). Geef scholing op maat (gedifferentieerd naar niveau). Onderschat als schoolleiding het beheer niet. Technisch beheer is geen werk meer dat iemand er bij kan doen. Educatieve software is lastig te installeren en kwetsbaar. Een gekwalificeerde systeembeheerder, die goed kan communiceren met gebruikers en die betrokken is bij het onderwijs, is een noodzaak.
2.0
De infrastructuur Voordat echt aan onderwijskundige toepassingen kan worden gewerkt moet de infrastructuur op orde zijn. Een goede infrastructuur, goed functionerende hardware en een goede (technische) ondersteuning voor docenten vormen de ruggengraat en de motor van een succesvolle onderwijskundige ict-ontwikkeling. Ict-voorzieningen mogen niet belemmerend werken: ze moeten laagdrempelig, toegankelijk en makkelijk te gebruiken zijn. Het is daarom belangrijk van begin af aan het systeembeheer goed te regelen. Een helpdesk zorgt voor veel goodwill en een lage drempel voor het gebruik van ict. Het is aan te raden bij de technische infrastructuur professioneel te werk te gaan: haal er deskundigen bij en kies zoveel mogelijk voor één leverancier. Voor scholen die zich geen full time systeembeheerder kunnen permitteren of die er niet in slagen deze lastige vacature te vervullen, blijkt samenwerking met andere scholen uit de regio, zoals bijvoorbeeld een ROC, een goede oplossing. Er is geen noodzaak altijd de nieuwste ontwikkelingen te volgen. De kosten spelen daarbij uiteraard een rol, maar ook is belangrijk dat een school de onderwijskundige keuzen bepalend laat zijn en niet de technische mogelijkheden. Een aantal scholen heeft nadrukkelijk aan docenten gevraagd welke voorzieningen zij wilden hebben en heeft daar zoveel mogelijk aan voldaan. Dat versterkt de betrokkenheid en levert goede ervaringen met ict in de verschillende vakken op.
8
Uiteraard is het wel belangrijk, regelmatig de infrastructuur en voorzieningen opnieuw te bezien en nieuwe beslissingen te nemen over aanschaf, vervanging en beheer.
3.0
Condities voor scholen De school als werkeenheid Scholen zijn steeds vaker onderdeel van een groter geheel. Schoolleiders van vestigingen delen hun verantwoordelijkheden met anderen. Bij een veranderingsproces kan dat voordelen opleveren omdat het financieel draagvlak groter is en de expertise kan worden gedeeld. Er zijn echter ook risico’s. Het Greydanus College analyseert gebrek aan regie en draagvlak als oorzaken van vertragingen waar de school mee te maken kreeg na een fusie: “In een school met verschillende vestigingen moet een samen gedragen plan voor de invoering van ict worden geaccepteerd en gevolgd.” Dat betekent niet dat alle vestigingen gelijktijdig hetzelfde traject moeten volgen. Het Hooghuis College ziet ten aanzien van dit punt een duidelijk risico in de huidige bestuurlijke ontwikkelingen in het onderwijs. De verantwoordelijkheid voor bestuur en management wordt in het Nederlandse onderwijs steeds grootschaliger. In het ict-beleid van de minister van OCenW wordt ruimte gegeven aan scholen om hun eigen keuzen te maken bij de ontwikkeling van ict in hun onderwijspraktijk. Het is van groot belang dat deze ruimte ook echt op schoolniveau beschikbaar blijft. De verbinding tussen onderw ij s kundige verantwoordelijkheden voor het primaire proces en de bevoegdheden om te beslissen over de inzet van personeel en materieel is daarvoor essentieel. Een les die hieruit kan worden getrokken, is dat binnen grotere verbanden duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden gemaakt moeten worden, over wat centraal en wat decentraal besloten en geregeld wordt. Dat hoeft niet te leiden tot versnippering. Samenhang binnen grote scholengemeenschappen kan ook worden bereikt door eenheden de ruimte te geven en te laten fungeren als voorbeeld voor anderen. Daardoor kunnen onderdelen van het grotere geheel juist nieuwe betekenis voor elkaar krijgen. Zoals het Greydanus College het uitdrukt: “Bevorder dat elk onderdeel of afdeling van de school sterk en ambitieus is, en dat men elkaar toch kan vinden in de gezamenlijkheid.” Hulp en samenwerking Scholen hebben veel behoefte aan expertise van buitenaf. Het is lastig de mensen en instanties te vinden die een school kunnen helpen en veel deskundigheid is ook nog in ontwikkeling. Gemeenten, lerarenopleidingen en anderen vervullen daarin op sommige plaatsen nu al een belangrijke rol. Het inrichten van expertisecentra heeft een positieve invloed op het gebruik van ve rs chillende mogelijkheden van ict. Het gaat om ‘makelen’ van beschikbare kennis en om hulp bij verbanden waarin samen aan nieuwe ontwikkelingen kan worden gewerkt. De overheid De scholen richten zich op een aantal punten ook tot de overheid. Opvallend is dat meerdere scholen het jammer vinden dat de verplichting om een plan in te dienen is vervallen. Er zou volgens hen alleen geld moeten worden gegeven als een school niet alleen ambities heeft maar ook heldere plannen. Een verplicht plan heeft naast een externe ook een belangrijke interne functie: het helpt prioriteiten te stellen, mensen te mobiliseren en de grote uitgaven en inspanningen intern te rechtvaardigen. Een groot probleem voor veel scholen is het gebouw. Er is geen geld om ruimte te maken
9
voor goed uitgeruste werkplekken in de school, ook voor docenten. Scholen die toe zijn aan een verbouwing of nieuwbouw kunnen dit probleem samen met de gemeente soms oplossen, maar voor de meeste scholen is dat niet mogelijk. Scholen zijn positief over het feit dat er nu structureel extra geld voor ict beschikbaar is. Als een school een intensief ict-beleid voert, blijkt wel dat men daaraan tekort komt. Er is te weinig rekening gehouden met extra kosten die ict-gebruik met zich meebrengt, zoals elektra, airconditioning, inbraakbeveiliging. Ook zijn op basis van de huidige extra’s de afschrijvingen niet op een reëel niveau te brengen. In personeel opzicht zijn er problemen die deels met geld te maken hebben. Systeembeheerders zijn alleen te krijgen en vast te houden als de school ze voldoende kan betalen. Docenten hebben in hun weektaak te weinig ruimte om zelf actief aan de ontwikkeling van lessen en materiaal te werken. De mogelijkheden van ict en vooral internet/kennisnet blijven daardoor onderbenut. Vanuit de geportretteerde scholen klinkt steun voor het actieve beleid van de overheid om te zorgen dat er een publiek domein komt voor aanbieders van software via kennisnet.
4.0
Leren en lesgeven: de onderwijskundige mogelijkheden van ict Opvallend is, dat scholen die actief met ict bezig zijn ook werken aan vernieuwing van hun onderwijs. Kernbegrippen zijn: meer zelfstandig werken door leerlingen, meer gebruik maken van bronnen buiten de school en meer samenwerken, zowel binnen de school als met leerlingen en leraren daarbuiten. Daarbij lopen leraren tegen een aantal beperkingen op die zij zelf maar in beperkte mate kunnen doorbreken. De ervaringen zijn overigens hoopgevend Fontys laat zien dat het werken met elektronische leeromgevingen goede resultaten oplevert. Men maakt direct in het begin van de opleiding studenten vaardig op het niveau van het Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO) en leert hen daarna opereren met open leeromgevingen volgens het model van producerend leren. Daardoor ervaren en hanteren studenten ict als een ‘gewoon’ onderwijsmiddel. Tele-leeromgevingen zijn flexibel in plaats en tijd; de website is 24 uur per dag beschikbaar, vragen kunnen relatief snel beantwoord worden, reiskosten voor cursisten zijn beduidend lager. Dat zijn evidente voordelen, maar bij tele-leren wordt ook een groot beroep gedaan op planningsvaardigheden en zelfdiscipline van studenten/cursisten. Open leeromgevingen worden door studenten zeer positief beoordeeld, vooral omdat de actualiteit op prijs wordt gesteld. 1 Samenwerking werpt hier vruchten af. Bij de uitwerking van de EPS-projecten is overdracht van erva ri n gen naar de andere lerarenopleidingen voorzien. Ervaringen met ictrijke leeromgevingen, zowel binnen de opleidingen als in samenwerkingsprojecten met scholen, worden aan elkaar ter beschikking gesteld. De samenwerkingsprojecten van Fontys met VO-scholen laten zien dat een wisselwerking tussen de lerarenopleiding en de VO-school kan leiden tot een goede afstemming van inhoud en werkwijze op het niveau en de belangstelling van leerlingen.
1 EPS (Educatief Partnerschap) is een verband waarin lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs samenwerken aan vernieuwingen.
10
Er zijn ook knelpunten Alle scholen ondervinden de beperkingen van de beschikbare educatieve software. De ontwikkeling van educatieve programmatuur loopt achter bij wat onderwijskundig nodig en technisch mogelijk is. Er is grote behoefte aan echt goede educatieve software. Digitale toevoegingen bij methoden van educatieve uitgeverijen zijn te vaak ge ri cht op de traditionele vormen van conditioneren en ‘inslijpen’. Er zijn duidelijke wensen op dit gebied Er is behoefte aan instrumenten om zelf makkelijker lesmateriaal te kunnen maken. Methodes of digitale toevoegingen daarbij moeten steeds meer vervangen worden door diensten, functionaliteiten en bronnen op het internet/kennisnet die volledig zijn inge ri ch t op gebruik in het interne netwerk van de school. Er is ook vraag naar nieuwe hulpmiddelen om de vorderingen van leerlingen te bepalen. Voor het beoordelen van nieuwe vaardigheden zoals zelfstandig werken en samenwerken bestaan nog geen goede handvatten. Nieuwe instrumenten moeten de professionele vaardigheid versterken van de leraar om individuele leerlingen te helpen bij het leren en niet alleen de beoordeling formaliseren in objectieve instrumenten, zoals veel leerlingvolgsystemen nu doen. Zelfstandiger leren met ict vraagt om andere manieren van toetsen: te denken valt aan presenteren van de resultaten van leren, op papier, mondeling of in een digitale vorm. De vormen van werken en toetsen die voor de Tweede Fase vo o rt ge z et onderwijs tot ontwikkeling komen, kunnen ook in de onderbouw en in het vmbo toepassing krijgen. Als ict echt de plaats gaat innemen die de school veronderstelt dat ze gaat innemen, past de huidige wijze van examineren niet meer. Afsluitingen (ook de centrale examens) moeten dan meer flexibel kunnen plaatsvinden. Het gaat echter niet alleen om betere hulpmiddelen Sommige mogelijkheden van ict komen alleen tot hun recht als niet vastgehouden wordt aan het klassikale systeem. Intensiever met ict werken is eigenlijk alleen mogelijk, als modulair en zelfstandiger gewerkt wordt, en dus als het huidige dominante klassikale onderwijsconcept wordt verlaten.
11
Ict-schoolportret Hooghuis Lyceum Heesch www.hooghuislyceumheesch.nl
1.0
Algemene karakteristiek van de school Historie Het Hooghuis Lyceum Heesch was tot augustus 2000 een zelfstandige RK-school voor vmbo-theoretische leerweg, met een brede tweejarige basisvorming mavo-havo-vwo en een programmadifferentiatie ict. Vanaf dit schooljaar is de locatie onderdeel van een grote scholengemeenschap ontstaan door samenvoeging van zeven vestigingen in Oss, Heesch en Ravenstein met in totaal ongeveer 4500 leerlingen. Dit grotere verband omvat drie voormalige mavo-scholen, een havo-vwo-gymnasium en een brede vbo-school. Het Hooghuis Lyceum Heesch biedt vanaf dit schooljaar onderwijs tot en met de afsluiting van de theoretische en gemengde leerweg vmbo: - Brugklas mavo-theoretische leerweg/havo - Brugklas mavo-theoretische leerweg/gemengde leerweg - Brugklas Kaderberoepsgerichte leerweg. Huidige situatie De school heeft 368 leerlingen. Men vindt, voor een vestiging als zij wil zijn, 400 leerlingen het maximum. Men hecht aan een overzichtelijke school, waarin aandacht aan individuele leerlingen kan worden gegeven. Trefwoorden uit de Schoolgids 2000 zijn: gerichtheid op de leerling, kwaliteitszorg gericht op goede resultaten en een goed schoolklimaat, aandacht voor meer dan alleen kennis en nuttigheid, een duidelijke maatschappelijke oriëntatie in het onderwijs en goede samenwerking tussen docenten, leerlingen en ouders. Er wordt veel aandacht besteed aan individuele begeleiding van leerlingen, huiswerkbegeleiding, studie- en beroepskeuze, remedial teaching en aan speciale zorg voor probleemleerlingen. Een bijzonder punt is de aandacht voor taal, vanuit de overtuiging dat goede taalbeheersing in alle facetten een voorwaarde is voor succes in andere schoolvakken. In het Schoolplan worden de uitgangspunten van de school beschreven: - De school is een instituut waar geleerd kan worden, in klassen, maar ook in practica en in een goed to e ge ru ste mediatheek. - Leerlingen worden gestimuleerd zelf actief met de lesstof bezig te zijn. - Docenten veranderen hun rol. Zij geven minder instructie en laten de leerlingen zelfstandiger werken. Er wordt gelet op toepassing, practica en het ontwikkelen van vaardigheden. 1 De school presenteert zich nadrukkelijk als niet neutraal: “We laten ons leiden door een katholieke, ch ri stelijke levensbeschouwing die tot uiting komt in medemenselijkheid, zorg en respect voor elkaar.” 2 De school wordt door de eigen inspecteur in lovende te rm e n besproken: “De Kwaliteitskaart en de examengegevens laten over het algemeen goede tot zeer goede resultaten zien (...) Het schoolplan en de schoolgids voldoen geheel aan de eisen.”3
1 Schoolplan Hooghuis Lyceum Heesch 1 augustus 1999 t/m 2003, pp.5/6. 2 Schoolgids 2000 Hooghuis Lyceum Heesch 3 Schoolbezoekverslag inspecteur J.Ch. Adolfsen, Kort Regulier schoolbezoek d.d. 6 april 2000.
12
Toekomst Het Hooghuis Lyceum Heesch heeft in de afgelopen jaren als ict-voorhoedeschool een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Er is fors geïnvesteerd in infrastructuur en in onderwijskundige veranderingen. De school heeft op ict-gebied een duidelijke voorsprong op de andere scholen in de nu ontstane grote scholengemeenschap. De schoolleiding maakt zich daar wel enige zorgen over. Men ziet de voordelen van het grotere geheel, vooral voor de doorstroommogelijkheden van leerlingen. De nadelen liggen vooral in de veranderende verantwoordelijkheden in het management en in de ruimte voor onderwijskundige ontwikkelingen. In de scholengemeenschap Oss Heesch Ravenstein zal, zo is de verwachting, meer centraal gestuurd worden. De school heeft de eigen beleidsruimte in de afgelopen jaren optimaal benut, zowel om investeringen te doen en creatief personeelsbeleid te voeren, als om nieuwe onderwijskundige wegen te kiezen. Er zal de komende jaren op het gebied van infrastructuur en voorzieningen eerder sprake zijn van bijtrekken van de andere scholen dan van behouden van de relatieve voorsprong. Personeelsbeleid zal centraal worden bepaald. De mogelijkheden om verder te gaan in de ontwikkeling van meer modulair werken en meer zelfstandig werken door leerlingen zal beleid van de gehele scholengemeenschap moeten zijn. De schoolleiding hoopt dat de ruimte voor eigen ontwikkeling blijft bestaan en dat er ruimte is voor het delen van de eigen erva ri n gen met anderen in de scholengemeenschap. Men is daartoe graag bereid. 2.0
Veranderingen in het onderwijs Het Hooghuis Lyceum Heesch streeft in het onderwijs twee didactische veranderingen na. Ten eerste meer modulair werken en ten tweede meer zelfstandig werken door leerlingen. Ict is daarbij instrumenteel. De school beschouwt ict als een instrument ten dienste van: - meer begeleid leren: de leerling verwerkt de stof zelfstandiger; - meer vaardigheidsgericht leren; - meer samenhangend leren; 4 - meer leren dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen. In het projectplan voor de verwerving van de status van voorhoedeschool heeft men de speerpunten moderne vreemde talen en Nederlands (vooral remedial teaching) uitgewerkt. In de praktijk zijn inmiddels veel meer vakken en docenten actief betrokken. Voorbeelden Bij het vak Frans werken leerlingen met een programma op cd-rom’s, dat door de uitgever wordt geleverd als aanvulling op de methode Omnibus. Het programma omvat: - Luisteren, uitspraak oefenen door naspreken - Visueel dictee - Toetsen - Mogelijkheid om werk te printen waarover op school kan worden gesproken. Ook wordt er een spelprogramma bijgeleverd. Leerlingen worden aangespoord om ook thuis met de programma’s te werken. De docent is positief over de cd-roms: ze hebben dezelfde drie niveaus als het boek, maar komen in de elektronische toepassingen veel beter tot hun recht.De docent heeft ook zelf een aantal opdrachten gemaakt, bijvoorbeeld het geheel zelfstandig plannen van een bezoek aan Disneyland Parijs, waarbij leerlingen informatie opzoeken op inte rn et en in het Frans met het park en toeristenbureaus communiceren (zie bijlage Disneyland Paris@, Internetopdracht Frans voor de eerste klas).
4 Schoolplan Hooghuis Lyceum Heesch 1 augustus 1999 t/m 31 juli 2003, p.14.
13
Vorig jaar is het bezoek van de Franse president Chirac aan Nederland aangegrepen om informatie over het Elysée en de Franse overheid op te zoeken daarover in een forum te discussiëren. Leerlingen hebben toen ook in het Frans e-mails naar Chirac gestuurd én ze hebben antwoord gekregen. De helft van de klas werkt telkens in het computerlokaal te rw ijl de anderen in de klas met het boek werken. Zicht houden op de vorderingen gebeurt door veel rond te lopen als de kinderen aan het werk zijn en door alle resultaten uit te printen. De docent houdt de resultaten van alle opdra ch ten bij in een dossiers ch ri ft dat de leerling meeneemt naar de volgende klas. De lerares Biologie heeft zelf werkbladen ontworpen waarmee leerlingen de behandelde lesstof in praktische opdrachten kunnen toepassen. Daarbij wordt het programma Ecosystemen 1 gebruikt. De leerlingen werken daarbij zowel op papier als op de computer. De informatie uit het programma sluit aan bij het boek. Leerlingen maken opdrachten als: 1Teken- een voedseldiagram van het appel-boomgaard-ecosysteem’ en ‘Maak op de computer een voedselketen van zee-organismen’. Doel van deze werkwijze is dat door de geleerde stof op een andere manier te herhalen en er opdrachten over uit te voeren, het duidelijker wordt voor de leerlingen en ze het beter vasthouden.
Leerlingen met taalproblemen werken onder leiding van een lerares Nederlands, die een RT-opleiding heeft gevolgd en hulp heeft van een RT-bureau, met het programma Muiswerk. Dit programma bevat oefeningen voor alle aspecten van taalbeheersing, van spelling tot tekstbegrip. Het programma kent verschillende niveaus en geeft op een duidelijke wijze zowel de leerling als de docent informatie over resultaten. Elke leerling wordt door het Hooghuis Lyceum Heesch getest en als dat nodig is wordt een individueel handelingsplan gemaakt. Werken met Muiswerk wordt altijd gecombineerd met andere werkwijzen, zoals dramatraining en extra taallessen. Het Hooghuis Lyceum Heesch is Apple Distinguished School. In het kader hiervan nemen de tweede klassen deel aan twee projecten over Het Weer en Wonen. Bij deze projecten maken leraren zelf, met hulp van medewerkers van de Hogeschool Utrecht, vakoverstijgend materiaal. Aan de orde komen elementen van Aardrijkskunde, Techniek, Nederlands, Economie en Beeldende Vo rm geving. Verder komen alle digitale vaardigheden aan bod: informatie zoeken en bewerken, ontwerpen en vormgeven, combineren van gegevens uit verschillende programma’s en presenteren van de gegevens. In het project Wonen is de opdracht om de eigen kamer te verbouwen en in te richten. Leerlingen ontwerpen hun ideale kamer, maken met een bepaald budget een realistische begroting en plannen de feitelijke uitvoering. Ze doen dit steeds samen met andere leerlingen. Het project wordt beoordeeld op samenwerking, zelfstandigheid, uitwerking van opdrachten, computergebruik, creativiteit en vo rm geving.
14
Zelfstandig leren In de vakken Frans, Engels, Techniek, Biologie, Aardrijkskunde en Economie is gebruik van ict al echt verweven. Meer algemeen heeft het Hooghuis Lyceum Heesch geprobeerd de vaardigheden uit de kerndoelen van de basisvorming, vooral de algemene vaardigheden die in de pre-ambule zijn beschreven, te gebruiken als aangrijpingspunt voor het inzetten van ict. Daar kwam vrijwel vanzelfsprekend uit voort dat leerlingen gestimuleerd worden meer zelfstandig te gaan leren. Ict is zo onderdeel van het onderwijskundig beleid van de school geworden en is geïntegreerd in het Schoolplan. Zelfstandiger leren heeft ook geleid tot een ander manier van toetsen: leerlingen wordt ook in het vmbo steeds meer gevraagd de resultaten van hun werk te presenteren, op papier, mondeling of in een digitale vorm. De vormen van werken en toetsen die voor de Tweede Fase VO tot ontwikkeling komen, moeten ook in de onderbouw worden toegepast. Het maken van sectorwerkstukken, gedocumenteerd schrijven en het maken en geven van presentaties past niet alleen bij zelfstandiger leren zoals toegepast in het Studiehuis, maar heeft ook een positieve invloed op de leerjaren vóór de Tweede Fase. Het Hooghuis Lyceum Heesch wil ook gebruik gaan maken van de ervaringen die in de Tweede Fase met elektronische leeromgevingen worden opgedaan. Beter onderwijs Doel van de veranderingen is beter onderwijs. Dat betekent enerzijds: zoveel mogelijk leerlingen halen de eindtermen en doen een goed eindexamen. Anderzijds houdt het ook nieuwe doelen in: zelfstandig werken, ict-vaardig zijn, meer en betere resultaten door geva ri e e rde we rk vo rmen die recht doen aan ve rs chillen tussen leerlingen.
3.0
Veranderingen voor leerlingen Uit het Schoolplan: De leerling zit niet op school, maar werkt op het Hooghuis Lyceum 5 Heesch. Sfeer Het eerste dat opvalt, is de aangename sfeer in de school. Het is er rustig, er wordt gewerkt. Leerlingen zijn vriendelijk en belangstellend voor het bezoek en vertellen met plezier over hun school en datgene waar ze mee bezig zijn. Er wordt veel individuele aandacht gegeven. Elke leerling wordt getest en als er achterstanden zijn of als er voor bepaalde onderdelen aandacht nodig is, dan wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Daarbij is ict een vast onderdeel, vooral bij taal. Voor de leerlingen die speciale oefeningen met Muiswerk doen, zijn aparte, rustige ruimten beschikbaar, waar ook steeds begeleiding aanwezig is.
5 Schoolplan Hooghuis Lyceum Heesch 1 augustus 1999 t/m 31 juli 2003, p.5.
15
Werken met ict Voor leerlingen van het Hooghuis Lyceum Heesch zijn computers een normaal ve rs ch ijnsel. De school heeft één computer per vier leerlingen, zodat er bijna altijd mee gewerkt kan worden. Leerlingen worden door de ruime beschikbaarheid van apparatuur ondergedompeld in ict-gebruik. Er is een na-schoolse cursus om het Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO) te halen. Eén uur per week gedurende twee jaar (in totaal 80 uur) krijgen leerlingen les en kunnen ze oefenen. De ouders betalen hiervoor een bijdrage van negentig gulden. Tachtig procent van de leerlingen doet hieraan mee. Volgend jaar gaat Informatiekunde in deze cursus op en wordt het DRO onderdeel van het reguliere curriculum. Het civiel effect wordt daarbij gewaarborgd: leerlingen blijven de mogelijkheid houden om het certificaat te halen. Men is er ove ri gens wel van overtuigd geraakt, dat er voor veel vmbo-leerlingen een aangepaste versie van het Digitaal Rijbewijs moet komen. Het niveau van de vaardigheden en kennis zijn voor sommigen te hoog. De leerlingen werken op veel verschillende manieren met ict, naar schatting in totaal ongeveer twintig procent van de schooltijd. Ze kunnen zelfstandig aan opdrachten werken in de mediatheek, waar in totaal 75 werkplekken zijn. Er wordt ook onder begeleiding van een leraar aan opdrachten gewerkt in de klas. Veelal is dan de helft van de leerlingen in het computerlokaal, te rw ijl de andere helft met boek en werkboek in het eigen lokaal werkt. Er is in de mediatheek ook de mogelijkheid voor digitale presentaties. Leerlingen maken in de bovenbouw een sectorwerkstuk waarbij een presentatie een belangrijk onderdeel vormt. Ze kunnen deze aan medeleerlingen, leraren of ouders laten zien. Leerlingen kunnen dankzij de kennisnet-aansluiting onbeperkt inte rn et ten, e-mailen en chatten. Dit gebeurt wel altijd onder toezicht en begeleiding. Wat de leerlingen betreft mag het aantal uren dat ze met ict werken groter worden. Echter, met twintig procent is volgens de schoolleiding de grens bereikt, zolang va st gehouden wordt aan het klassikale systeem. Nog intensiever met ict werken is eigenlijk alleen mogelijk, als modulair en zelfstandiger gewerkt wordt. De leerlingen van deze school laten zien dat dat ook voor vmbo goed mogelijk is, maar er ontbreken nog wel de goede leermiddelen voor. Een voorbeeld van hoe men meer met ict wil werken zijn de projecten die zijn uitgevoerd als Apple Distinguished School. Bij deze projecten wo rd t vakoverstijgend gewerkt en werken leerlingen zelfstandig. De school is door haar goede voorzieningen populair onder leerlingen en groeit daardoor. Men werkt daar ook bewust aan. Leerlingen uit groepen zeven en acht van basisscholen mogen in de mediatheek onder begeleiding van hun eigen leerkracht aan opdrachten werken.
4.0
Veranderingen voor leraren Betrokkenheid Een aantal leraren, waaronder ook een aantal ‘ouderen’, is zeer intensief met ict aan de slag gegaan. Ze gebruiken het door uitgevers bij methoden geleverd digitaal materiaal en maken ook zelf les- en oefenmateriaal. De leraren die betrokken waren bij de Appleprojecten over Het Weer en Wonen hebben zelf, met hulp van medewerkers van de Hogeschool Utrecht, vakoverstijgend materiaal gemaakt. Ze hebben daar, naar eigen zeggen, “nog meer van geleerd dan de leerlingen”.
16
O ve ri gens vindt men digitale toevoegingen bij methoden over het algemeen niet goed genoeg, omdat ze te vaak gericht zijn op de traditionele vormen van conditioneren en ‘inslijpen’. De school doet veel moeite alle leraren bij de invoering van ict te betrekken. Er is iemand aangesteld die op alle gebieden automatisering en digitalisering ondersteunt en ook systeembeheerder is. Hij ve rz o rgt voor docenten de cursus Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO). Aan wensen die docenten hebben ten aanzien van software of apparatuur in hun klas, wordt als het enigszins kan voldaan. Leraren kunnen zelf initiatieven nemen en krijgen daar dan ook steun voor. Dit is niet vrijblijvend: wie iets wil, is daar ook zelf verantwoordelijk voor en wordt op de resultaten aangesproken. Niet alle leraren van het Hooghuis Lyceum Heesch zijn even intensief bij de veranderingen betrokken. Waar dat precies mee te maken heeft, is moeilijk te zeggen. Het vinden van de goede ingang voor verandering is essentieel. De projecten, zoals de Apple-projecten, zijn van buiten aangedragen en hebben mogelijk mede daardoor niet geleid tot verbreding naar andere vakken, leraren en leerjaren. Bezig zijn met het DRO kan ook een belemmering zijn. Men concentreert zich daardoor wellicht teveel op de digitale vaardigheden en niet op onderwijsverandering. Er is mogelijk ook teveel gewerkt vanuit de inrichting van de infrastructuur en te weinig vanuit een nieuw onderwijsconcept. Beoordelen van vorderingen Leraren vinden het lastig om de vorderingen van leerlingen te bepalen. Ze proberen dat op te lossen door veel rond te lopen en leerlingen hun werk ter beoordeling uit te laten printen. Vooral de beoordeling van nieuwe vaardigheden zoals zelfstandig werken en samenwerken is niet eenvoudig. Daar zijn nog geen goede handvatten en instrumenten voor. Men laat leerlingen hun werk presenteren en beoordeelt die presentaties. Ook daar gaat men vooral op de eigen intuïtie af. Overigens wordt die intuïtie van de leraar op het Hooghuis Lyceum Heesch erg belangrijk gevonden. Men heeft bezwaren tegen de tendens in het onderwijs om onderwijsprocessen en beoordeling van de vorderingen van leerlingen te formaliseren in objectieve instrumenten. Dat zijn, zo vindt men, nooit meer dan hulpmiddelen. Het belangrijkst blijven de intensieve contacten tussen leraren en leerlingen en de professionele vaardigheid van de leraar om individuele leerlingen te helpen bij hun leerproces en ontwikkeling.
5.0
Veranderingen in de organisatie Voorhoedeschool Het Hooghuis Lyceum Heesch heeft in de afgelopen jaren enorm geïnvesteerd in ictontwikkelingen. De school is reeds lang bezig met computers, maar ziet 1998, het jaar van de start als voorhoedeschool, als het échte begin van de huidige ontwikkeling. Er waren verschillende goede redenen om voorhoedeschool te willen worden. Allereerst zijn daar de ontwikkelingen in de omgeving. Ouders zien dat scholen achterblijven bij de rest van de samenleving en zij vragen om deze innovatie. Een tweede, zeker zo belangrijke, reden lag in de mogelijkheden die men zag om met de inzet van ict een aantal gewenste onderwijsvernieuwingen te realiseren. Uiteraard speelde ook de concurrentiepositie van de school een rol bij de beslissing. Omdat een aantal docenten al actief was op dit gebied, had de school een goede uitgangspositie.
17
Er is een prachtige mediatheek aan de school gebouwd met 75 werkplekken en een mogelijkheid voor digitale presentaties. Alle computers in de mediatheek zijn aangesloten op kennisnet. Een deel van de computers zijn Apple iMacs, die in het zelfde netwerk functioneren als de pc’s. Overal zijn USB-torentjes aangelegd om met laptops te kunnen werken. Elders in de school staan nog eens zo’n 25 computers. Financiën De investe ri n gen zijn gefinancierd uit verschillende bronnen. De subsidie als voorhoedeschool bedroeg ongeveer f 100.000,-. De gemeente heeft de mediatheek meegefinancierd uit het Integraal Huisvestings Plan. Apple heeft aan apparatuur en inzet van mensen ongeveer f 50.000,- bijgedragen. Uit de eigen reserves van de school is f 350.000,- ingezet. Er is door leden van het team en door de schoolleiding maandenlang dag en nacht gewerkt om het systeem op orde te krijgen en draaiende te houden. De exploitatie wordt geschat op f 140,- per leerling per jaar. Daarmee komt de school niet uit, er wordt ingeteerd en onderhoud en reserve ri n gen zijn onvoldoende. Men onderschrijft de berekening die de VVO heeft gemaakt, dat een VO-school voor een goede inzet van ict ongeveer f 290,- per leerling per jaar nodig heeft. Men overweegt om de exploitatie rond te maken door anderen van de infrastructuur van de school gebruik te laten maken buiten schooluren. De vraag is er. Dat dit tot nu toe niet gebeurd is komt omdat men nog geen goede oplossing heeft gevonden voor toezicht en beveiliging en omdat men beducht is voor eventuele schade aan de voorzieningen. Formatie De formatie is een belangrijk probleem. De vrijheid die nu bestaat onder de lumpsumfinanciering is essentieel om scholen hun eigen keuzen te laten maken. Dat geldt ook voor de bestedingsvrijheid voor materiële uitgaven. De school heeft gekozen voor een volledig voor ict inzetbare kracht (32 uur per week) en ervaart dat, gezien de infrastructuur die men nu heeft, ook als absoluut noodzakelijk. Om de eigen onderwijskundige ontwikkeling verder te kunnen realiseren, moeten keuzen over materieel en personeel genomen kunnen worden die daarbij passen. In het kader van ‘resultaat verantwoordelijk management’ hoopt het team uit Heesch voldoende beleidsruimte te houden voor innoverend beleid.
18
6.0
Relaties met de omgeving Het Hooghuis Lyceum Heesch deinst niet terug voor stevige relaties met de buitenwereld. De school heeft sponsorafspraken met de Coca-Cola Company, Randstad Uitzendburau, Rabobank Bernheze en Apple Europa. Deze sponsoring levert computers, printers en andere leermiddelen op. Met Randstad Uitzendbureau heeft men een joint venture afgesloten. In ruil voor het voorkeursgebruik van de mediatheek garandeert Randstad een onafhankelijke beoordeling van het civiel effect van de driejarige ict-opleiding voor leerlingen, die tegelijk met de start van het vmbo per augustus 1999 voor het eerst werd aangeboden. Randstad participeert in een gezamenlijke examencommissie die de kwaliteit garandeert van dit ‘digitale leerlingenrijbewijs’. De school heeft een overeenkomst met Apple die de basis is voor een meerjarige internationale samenwerking waarbij de school als Apple Distinguished School in een Europees netwerk (Engeland, Oostenrijk, Frankrijk) werkt aan versterking van de ict6 component in meer probleemgestuurd onderwijs. Apple en de school hebben elkaar gevonden in het streven naar zelfstandig en creatief leren, in plaats van conditionerend leren. Begeleiding voor de onderwijskundige ontwikkeling werd gegeven door de educatieve faculteit van de Hogeschool Utrecht. In de eerste periode is vooral gewerkt met projecten die de school kant en klaar kreeg aangeboden. Doel nu is een nieuw concept van leren te ontwikkelen voor de hele school en daar de voorzieningen op in te richten. Tweede hoofdthema is het aanbieden van ‘managed services’: een volledige infrastructuur waarmee voor de school alle technische of financiële onzekerheden zijn weggenomen. Onderdeel daarvan is een volledig 7 draadloze infrastructuur in de school. Over deze toekomst is twee keer tussen de school en Apple gesproken. De school heeft een onderwijskundige en technische wensenlijst opgesteld, gebaseerd op de wensen van teamleden in onder- en bovenbouw. Apple is nu aan zet om daarop te reageren. Apple wil van het Hooghuis Lyceum Heesch een regionaal steunpunt maken voor dit soort ontwikkelingen. De school zou graag als voorbeeld en voortrekker willen fungeren binnen de brede scholengemeenschap. De school heeft een goede samenwerking met de openbare bibliotheek. Men werkt aan de mogelijkheid boeken te reserveren via internet.
7.0
Reflectie en ambities Ict-beleidsplan Terugkijkend op de erva ri n gen als voorhoedeschool vindt de directeur van het Hooghuis Lyceum Heesch het belangrijk dat er een verplichting was om een plan te maken. Hierdoor werd men gedwongen precies te bepalen wat men wilde en werd richting gegeven aan de activiteiten. Ook was het daardoor mogelijk de forse uitgaven voor ict te legitimeren. Hij denkt dat de niet-voorhoedescholen dit instrument missen, met alle begrip voor de wens van de overheid om scholen de ruimte te geven. Voor de eigen school is, nu ict onderdeel is van het lopend beleid, deze externe dwang niet meer nodig. Men heeft als kleine zelfstandige school ruimte gehad en benut om zelf keuzen te maken en zelf partners van buiten de school aan te trekken. Het beleidsplan-ict is integraal onderdeel van het Schoolplan geworden, maar moet nu ingepast worden in het grotere
6 Schoolplan Hooghuis Lyceum Heesch 1 augustus 1999 t/m 31 juli 2003, p.17. 7 Apple heeft een dergelijke structuur met gebruik van i-books en Airport ingericht op een VO-school en behaalt daarmee besparingen doordat de aanlegkosten van netwerken wegvallen (85 á 100 gulden per meter).
19
geheel. Daarbij horen keuzen die nog niet zijn afgestemd op de ontwikkeling en ambities van de scholengemeenschap. Kennisnet De school is zeer tevreden over de technische en inhoudelijke kwaliteiten van kennisnet. Door de snelle verbinding is het “een feest om mee te werken”. Wel vindt men het jammer dat om beveiligingsredenen sommige functies niet beschikbaar zijn. Nieuwe ontwikkelingen Men hoopt een vo o rt re k ke rs rol te kunnen spelen in de nieuwe combinatie van scholen voor die eenheden, die eenzelfde ontwikkeling nastreven als waarmee het Hooghuis Lyceum Heesch al erva ri n gen heeft opgedaan. Men wil met name graag verder met de ontwikkeling van meer modulair werken en meer zelfstandig werken van leerlingen. De bedoeling is te komen tot nieuwe vormen van organisatie van leren, van individualisering van leren en tot nieuwe vormen van toetsing. Men wil daarbij leren van de erva ri n gen die in de Tweede Fase havo-vwo (Studiehuis) worden opgedaan. Op den duur zal hiermee de vaste cyclus van lessen en klassen worden doorbroken. Men ziet de ontwikkelingen naar andere vormen van examinering, zoals werkstukken maken en resultaten presenteren, als essentieel onderdeel door de werking die daarvan op de voorgaande leerjaren uitgaat. Er is door leraren in de afgelopen periode zelf materiaal gemaakt. Dat was zeer leerzaam, maar ook niet eenvoudig. Men wil daar graag mee verder, maar het geld voor ondersteuning ontbreekt. Er zijn ook bijna geen tools voor leraren om op deze manier te werken. Er is grote behoefte aan instrumenten en methoden om de vorderingen van leerlingen te volgen. Leerlingvolgsystemen vindt men daarvoor te cerebraal: “we willen in het onderwijs teveel meten en kwantificeren.” Intuïtie is belangrijk en dus veel contact met leerlingen. Daarvoor is ruimte nodig in de weektaak van docenten. Daarnaast is de ontwikkeling van deze vaardigheden een belangrijk punt en daarvoor is nog weinig voor handen. De school wil graag een volgende fase ingaan als Apple Distinguished School, omdat men daar inhoudelijk en technisch grote voordelen van verwacht. Men is nog niet uit de precieze doelstellingen en voorwaarden en spreekt daarover vanuit de zelfbewuste zekerheid dat men zelf heel wat te bieden heeft. Moeilijk punt is de didactischpedagogische inbreng. Daarvoor is tot nu toe te weinig financiële ruimte geweest. Het ideaal van de school is om deze fase in te richten als een pilot voor de brede scholengemeenschap in onderw ij s kundig opzicht en ook voor de infrastructuur. Men streeft ernaar in de komende nieuwbouw volledig met draadloze voorzieningen te werken. Volgend jaar gaat Informatiekunde op in de cursus Digitaal Rijbewijs die daarmee onderdeel van het reguliere curriculum wordt binnen de hele scholengemeenschap (80 uur voor 2 leerjaren). Het civiel effect wordt daarbij gewaarborgd: leerlingen blijven de mogelijkheid houden het certificaat te halen. Er is reden om te bezien of er voor vmboleerlingen een aangepaste versie van het Digitaal Rijbewijs moet komen. Het niveau van de vaardigheden en kennis zijn voor een deel van deze leerlingen te hoog.
20
De investeringen die pasten bij de ambities van de school waren alleen op te brengen door hulp van anderen en doordat men eigen reserves kon aanspreken. Men wil proberen voor de toekomst de financiële exploitatie rond te krijgen door de infrastructuur van de school tegen betaling door anderen te laten benutten.
8.0
Waardering Het Hooghuis Lyceum Heesch heeft heel consequent gewerkt aan inzetten van ict voor onderwijskundige vernieuwing. Er is veel aandacht voor individuele leerlingen en voor de mogelijkheden om met ict meer recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Ict wordt zowel ingezet om zwakke leerlingen te helpen, als voor nieuwe vormen van leren en werken voor alle leerlingen. De school is heel creatief geweest, zowel in het aantrekken van steun van anderen als in de vormgeving van de infrastructuur en voorzieningen. De mediatheek is prachtig en functioneel inge ri cht en nodigt uit om er samen en alleen aan het werk te gaan. Bijzonder is, dat bij alle werk dat de afgelopen jaren is ve rz et om de infra st ructuur en de voorzieningen op peil te brengen, men nooit de onderwijskundige doelstellingen uit het oog is verloren. Op dit moment staat vooral de vo o rt gaande ontwikkeling van onderwijskundige idealen centraal in de plannen voor de toekomst. De school is in al haar documenten bewonderenswaardig duidelijk over haar doelstellingen en aanpak.
9.0
Lessen voor anderen De verantwoordelijkheid voor bestuur en management wordt in het Nederlandse onderwijs steeds grootschaliger. In het ict-beleid van de minister van OCenW wordt ruimte geven aan scholen om hun eigen keuzen te maken bij de ontwikkeling van ict in hun onderwijspraktijk. Het is van groot belang dat deze ruimte ook echt op schoolniveau beschikbaar blijft. De verbinding tussen onderwijskundige verantwoordelijkheden voor het primaire proces en de bevoegdheden om te beslissen over de inzet van personeel en materieel is daarvoor essentieel. Samenhang binnen grote scholengemeenschappen kan ook worden bereikt door eenheden de ruimte te geven en te laten fungeren als voorbeeld voor anderen. Digitale toevoegingen bij methoden van educatieve uitgeverijen zijn te vaak ge ri cht op de traditionele vormen van conditioneren en ‘inslijpen’. Er is behoefte aan instrumenten om zelf makkelijker lesmateriaal te kunnen maken.
21
Er is behoefte aan nieuwe hulpmiddelen om de vorderingen van leerlingen te bepalen. Voor het beoordelen van nieuwe vaardigheden zoals zelfstandig werken en samenwerken bestaan geen goede handvatten. Nieuwe instrumenten moeten de professionele vaardigheid versterken van de leraar om individuele leerlingen te helpen bij hun leren en niet alleen de beoordeling formaliseren in objectieve instrumenten, zoals veel leerlingvolgsystemen nu doen. Zelfstandiger leren met ict vraagt om andere manieren van toetsen: te denken valt aan presenteren van de resultaten van leren, op papier, mondeling of in een digitale vorm. De vormen van werken en toetsen die voor de Tweede Fase VO tot ontwikkeling komen, kunnen ook in de onderbouw en in het vmbo- toepassing krijgen. Sommige mogelijkheden van ict komen alleen tot hun recht als niet vastgehouden wordt aan het klassikale systeem. Intensiever met ict werken is eigenlijk alleen mogelijk, als modulair en zelfstandiger gewerkt wordt.
22
Bijlage 1 Hooghuis Lyceum Heesch Schoonstraat 34 5384 AP Heesch Tel.nr.: 0412-451330 Website: www.hooghuislyceumheesch.nl Kontaktpersoon: De heer F. Elkerbout School bezocht op: 31 oktober 2000 School bezocht door: Ferry de Rijcke, Bert Jaap van Oel, Margot van Beek Gesprekspartners: Francis Elkerbout, Erik van Rossem, Matthieu Janssen Duyghuysen, Tanja Condrasova, Marit van Grinsven, Douglas Hubner, Rianne Alberts, Paul Scheulderman (Hogeschool Utrecht), Nils Groenewold (AppleNederland)
23
Bijlage 2 Disneyland Pa ri s @
24
Ict-schoolportret Veurs College www.veurs.nl
1.0
Algemene karakteristiek van de school Inleiding Het Veurs College is een brede scholengemeenschap (vwo, met Latijn-havo-mavo-vmbo, inclusief LWOO) op interconfessionele grondslag. Het college is gevestigd in drie gebouwen, waarvan twee in Leidschendam en één in Voorburg. In dit ict-schoolportret wordt de locatie Leidschendam beschreven, waar een brede onderbouw en de bovenbouw havo/vwo gevestigd is. In het gebouw volgen ruim 850 leerlingen onderwijs. Bij binnenkomst vallen de twee speerpunten van het onderwijs direct op. De hal is versierd met alle vlaggen van landen waarmee de school in het kader van het project internationalisering contacten onderhoudt. Aan de rechterzijde van de hal is het open leercentrum zichtbaar: een fraaie, uitnodigende en eigentijdse mediatheek waar 100 multimediale werkplekken geregeld door gemotiveerde leerlingen worden bezet. Historie Eind 1997 heeft het Veurs College een ict-projectplan ingediend bij het Ministerie van OCenW om de status van ict-voorhoedeschool te verkrijgen. In de jaren daaraan voorafgaand was het Veurs College al bezig op het gebied van de ontwikkeling ict, maar door de aanwijzing als ict-voorhoedeschool en de daarmee gepaard gaande financiële middelen kreeg deze ontwikkeling een belangrijke impuls. De andere twee impulsen achter deze belangrijke vernieuwing waren, uiteraard, de invoering van de Tweede Fase in de bovenbouw havo/vwo en de behoefte van het Veurs College om zich in het regionale onderwijsveld sterk te profileren. Ict is gebruikt als motor voor inhoudelijke vernieuwingen. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is geweest dat in de school een duidelijke visie is ontwikkeld over hoe het onderwijs zich op hoofdpunten moet gaan ontwikkelen. Deze visie vormt de rode draad en wordt steeds bijgesteld op basis van reflectie op de opgedane ervaringen en het oppakken van nieuwe mogelijkheden. Zowel directie als docenten hebben de durf gehad om in ict te investeren. Het Veurs College heeft ict schoolbreed ingezet, zowel in het onderwijs (open leercentrum, video-conferencing, e-mail project, integratie in het lesprogramma) als bij de administratie en het beheer van de school (schoolfact 6, Edufact, Bookmaster en OPTIM). Dit ict-schoolportret kijkt met name naar de ontwikkelingen rond het open leercentrum en het gebruik van video-conferencing. Dit por tret geeft dus geen volledig beeld van ict op het Veurs, maar schetst wel ontwikkelingen die zeker ook interessant kunnen zijn voor andere scholen. Voor vragen en informatie over de andere ontwikkelingen ve rw ijzen wij graag naar de school.
2.0
Veranderingen in het onderwijs Het open leercentrum en video-conferencing Bij de invoering van de Tweede Fase is in de school een onderwijsinhoudelijke discussie gevoerd, met als centrale thema’s ‘de invoering van het Studiehuis’, ‘het zelfstandig leren en werken’ en ‘de introductie van meer ict in het onderwijs’. Deze discussie leidde tot het besluit om een open leercentrum te introduceren. Immers juist daar kunnen naar de
25
mening van de schoolleiding, de genoemde aspecten van de onderwijsvernieuwing goed tot hun recht komen. Kortom: het open leercentrum wordt gezien als hét hart van het Studiehuis. Voor de realisatie moesten behoorlijk wat problemen worden opgelost en heldere keuzes worden gemaakt die consequenties hebben voor het onderwijs en de organisatie daarvan. Zo werd de sectie Lichamelijke Opvoeding geconfronteerd met het feit dat een gymnastieklokaal plaats moest maken voor het te realiseren open leercentrum. De gemeente Leidschendam heeft bijgedragen aan de oplossing van dit probleem door voorzieningen te treffen in de naast de school gelegen sporthal. Nu kunnen leerlingen gedurende een groot deel van de dag werken op één van de 100 multimediale werkplekken in het open leercentrum. Er wordt toezicht gehouden om er voor te zorgen dat leerlingen in een rustige omgeving kunnen studeren. Daarnaast zijn er op bepaalde uren docenten aanwezig die leerlingen begeleiden bij de studieopdrachten. Er bestaan plannen om het centrum ook buiten schooltijden beschikbaar te stellen voor leerlingen, ouders en buitenstaanders. Daarbij denkt de school bijvoorbeeld aan door particulieren of bedrijven aan te bieden cursussen, maar ook aan een zogenaamd digitaal trapveldje of een Internetcafé voor ouderen. Probleem hierbij is de bekostiging van toezichthouders en de coördinatie van de activiteiten. Naast het open leercentrum ligt de video-conferencing ruimte. Deze ruimte oogt als een kleine collegezaal en is volledig uitgerust met professionele apparatuur die het gebruik van video-conferencing mogelijk maakt. Deze ruimte is tevens geschikt voor het houden van (multimediale) presentaties door de leerlingen. Video-conferencing is een nieuw medium in het onderwijs: leerlingen en docenten kunnen elkaar zien en met elkaar spreken via een scherm. Dit is ideaal voor bijvoorbeeld contact-projecten, samenwerkend leren en voor afstandsonderwijs. Bij de moderne vreemde talen bevordert het de communicatieve vaardigheden. Bij de exacte vakken bestaat de mogelijkheid om elkaar de resultaten van proeven te laten zien. Het spreekt vanzelf dat video-conferencing breed zal worden ingezet bij internationalisering. Bij de voorbereiding biedt het mogelijkheden om leerlingen met elkaar te laten kennis maken. Ook kunnen bijvoorbeeld ouders op deze wijze bij projecten worden bet ro k ken. Het gebruik van video-conferencing staat echter nog wel in de kinderschoenen.
3.0
Veranderingen voor leerlingen Bovenbouw Leerlingen in de Tweede Fase hebben zo tussen de 10 á 13 keuze-uren per week in het lesrooster staan. Hiervan kan een beperkt aantal uren worden doorgebracht in het open leercentrum. Leerlingen zijn van mening dat dit aantal uren voldoende is om de opdrachten met succes te kunnen afronden. Alle inspanningen van de school op het terrein van ict hebben effect: leerlingen geven aan hun tussenuren en keuze-uren een effectievere invulling, ze hebben daardoor minder huiswerk. Tussenuren worden
26
gemakkelijker op school doorgebracht, leerlingen gaan niet meer in de omgeving zwerven, de school trekt. Het onderwijs is gewoon ook leuker, het daagt meer uit en past beter bij hun manier van werken (meer visueel ingesteld, nemen meer op uit fragmenten). Opvallend is ook dat leerlingen aangeven dat docenten van ze verwachten dat ze multimediale toepassingen gebruiken bij de studie. Het Veurs College beschikt over een eigen intranet. Er is een start gemaakt met een e-mail server, zodat alle leerlingen een e-mailadres hebben dat eindigt op @veurs.nl. Ze maken echter nog niet veel gebruik van deze e-mailvoorziening, wel van de eigen (vaak gratis) e-mailadressen. In het intranet is een filter aangebracht dat leerlingen zoals ze het zelf zeggen “doet terug knallen” op de startpagina van de school. Het lijkt erop dat teveel woorden waarmee sites worden opgezocht, worden geblokkeerd. Dit kan soms erg lastig zijn als je bijvoorbeeld werkstukken moet maken die iets te maken hebben met seksualiteit. Video-conferencing is nog niet volledig van de grond gekomen. Leerlingen geven aan dat het project wel leuk was om te doen, maar dat het bijvoorbeeld best lastig is om iemand vragen te stellen die je niet kent. Ook het feit dat je elkaar nog nooit ‘echt’ gezien hebt is voor leerlingen een remmende factor. De continuïteit van het project hangt sterk af van de eigen docent, de docenten konden het nog niet gemakkelijk van elkaar overnemen. Leerlingen verwachten echter van deze vorm van leren veel in de toekomst. Ze denken dat als het goed loopt het erg leuk is om te doen en dat je er veel van kan leren. Onderbouw Voor leerlingen in de onderbouw zijn de ontwikkelingen iets minder spectaculair dan in de bovenbouw, omdat de school de invoering van de Tweede Fase en het gebruik van het open leercentrum daarbij, pri o ri teit heeft gegeven. Maar ook hier komen alle leerlingen in aanraking met veranderingen door ict. Een aantal nieuwe methoden voor de basisvorming bevat ict-toepassingen. In het kader van internationalisering zijn er verschillende activiteiten voor de leerlingen. Als voorbereiding op de echte uitwisselingen is bijvoorbeeld in het tweede leerjaar het Teddybeer-project gestart. Er reist een teddybeer door Europa langs alle partner-scholen. Hij verblijft een week op een partnerschool en wordt dan per post verzonden naar de volgende school. Alles wat hij meemaakt wordt opgeschreven in een dagboek dat ook meegestuurd wordt. Een samenvatting wordt op het internet gezet. In het project worden leerlingen gestimuleerd om in beeld, woord en geluid aan leerlingen in andere landen duidelijk te maken hoe zij hier leven en werken, daarnaast maken zij op een natuurlijke wijze kennis met andere gewoonten en culturen. Tot slot maakt de school bij het beheer van de ict-voorzieningen ook gebruik van haar wizkids; leerlingen die zeer deskundig zijn op het gebied van ict.
4.0
Veranderingen voor leraren Met de realisatie van het open leercentrum, maar ook de video-conferencingruimte, komt het gesprek over de onderwijskundige vernieuwing pas echt op gang. De centrale vraag die overal in de school speelt is : “Waar en hoe zet je ict in, hoe dwingend is het gebruik ervan en welke meerwaarde heeft het ten opzichte van de gebruikelijke aanpak ?” Duidelijk is dat nog lang niet alle docenten over de streep getrokken zijn. Maar er is een groeiende groep docenten die er plezier in krijgt om ict daadwerkelijk te gaan toepassen. Niet alleen is het een stimulans te zien dat een ander ict met succes toepast, ook orde houden in een groep gemotiveerde leerlingen blijkt gemakkelijker. De werkwijze sluit beter aan bij het denken en de aanpak van jonge mensen. Er blijven echter afspraken nodig om de rust te garanderen en te ge l ij ke rt ijd de samenwerking te stimuleren. Het open leercentrum stimuleert docenten enorm om met ict-toepassingen aan de slag te
27
gaan. Gedurende een keuze-uur in het Studiehuis zijn vaak vier docenten tegelijk in het centrum aanwezig. Docenten zien daar dat een andere docent met succes iets doet en zij raken daarover met elkaar in gesprek. Er zijn inmiddels al docenten die veel meer collegeachtige lessen ve rz o rgen en de leerlingen de stof vervolgens laten toepassen in het open leercentrum van de school. De rol van docent is in het open leercentrum echt ingrijpend veranderd en vraagt om een bezinning op de manier waarop het leerproces van de zelfstandige en actieve leerlingen het beste begeleid kan worden. Hoeveel structuur moet een docent geven, hoeveel vrijheid geeft hij/zij de leerlingen bij uitwerkingen van opdrachten en hoe helder zijn de criteria om te bezien of het rendement van het onderwijs omhoog gaat? Dit soort vragen over begeleiding bij het onderwijsleerproces, vakoverstijgend werken en integratie van vakken staan in de huidige ontwikkelingsfase van het Veurs College centraal. Scholing die wordt verzorgd door het APS, ondersteunt deze ontwikkeling. Het grootste gedeelte van het docentenbestand heeft zich geschoold of schoolt zich voor het Digitaal Rijbewijs. De laatste paar jaar is er een aantal jonge docenten benoemd aan de school. Dit heeft zeker bijgedragen aan een nieuw elan in het team. Belangstellende leraren kunnen zelfs bij het Veurs College digitaal solliciteren. Een noviteit die de school relatief veel sollicitanten oplevert. Ict-vaardigheden zijn zeker een gespreksonderwerp bij sollicitatiegesprekken en ook bij functioneringsgesprekken staat dit op de agenda.
5.0
Veranderingen in de organisatie van de school De schoolleiding heeft de organisatie zo ingericht dat docenten veel meer betrokken worden bij het nadenken over het beleid. De docenten werken in de verschillende sectoren die, onder verantwoordelijkheid van een afdelingsmanager, het onderwijs in die sector vormgeven. Toch lijkt het erop dat nog veel ontwikkelingen binnen de secties plaatsvinden. Het echte afstemmen en werken over de grenzen van de vakken heen komt nog moeizaam van de grond. Docenten weten lang niet altijd van elkaar wat leerlingen al beheersen op het terrein van ict. Als in de lessen ict een logisch onderdeel moet zijn, betekent dit dat natuurlijke ontwikkelingen bij docenten moeten worden gestimuleerd. De apparatuur mag dan nooit de beperkende factor in die ontwikkeling zijn. Dit betekent dat de ict-coördinator en de beheerder zeer alert en makkelijk bereikbaar zijn en dat zij storingen zo snel mogelijk proberen op te lossen. Dit vraagt een grote tijdsinvestering, maar is ook dankbaar omdat het met succes zien toepassen van ict ove rt u i gender is dan een lang verhaal of een cursus. De ke e rz ijde van de medaille is wel dat, zoals de schoolleiding het zelf met een glimlach voorzichtig typeert, er een sfeer van een ‘permanente lichte overspannenheid’ bij de ict-afdeling heerst.
28
De technische infrastructuur De school heeft veel tijd en geld geïnvesteerd om te komen tot een goede infrastructuur. Op de hoofdvestiging is een serverruimte met de volgende hardware geplaatst: een locatieserver, met Novell-besturings-systeem ten behoeve van het interne netwerk, een Windows Terminal Server ten behoeve van de administratie van de school, een CD-server, een Mail-server, draaiend onder het besturingssysteem Linux en een Prox y- s e rver ten behoeve van de verbinding met kennisnet. Het totaal aantal netwerkaansluitingen bedraagt ruim tweehonderd op deze locatie. Aangesloten zijn op het netwerk betekent dat er gewerkt kan worden met de applicaties op de server, zoals bijvoorbeeld alle Microsoft-programmatuur, educatieve programmatuur, programmatuur ten behoeve van de leerling-administratie, maar ook dat men het internet op kan of gebruik kan maken van e-mail. Een beperkt aantal lokalen is voorzien van netwerkaansluitingen. Het betreft onder meer het lokaal techniek. Daarnaast beschikken alle kantoren en docentenwerkkamers over netwerkaansluitingen ook ten behoeve van de beheersmatige processen binnen de school. In het computerlokaal zijn circa 30 netwerkaansluitingen en er is een lokaal met 30 netwerk-aansluitingen gemaakt ten behoeve van het laptopproject. Het grootste aantal netwerkaansluitingen is echter gerealiseerd in het onlangs geopende open leercentrum waar er zich meer dan honderd bevinden. Op de ove ri ge locaties zijn soortgelijke voorzieningen te vinden. Voor nieuwbouw van het Junior College dat in een nieuwe VINEX-locatie gevestigd zal worden zijn geavanceerde plannen in de maak. Het open leercentrum zal in de nieuwbouw uit twee iets kleinere ruimten bestaan zodat ook met gescheiden groepen gewerkt kan worden. Beschrijving ict-beleidsplan In het ict-beleidsplan zijn onder meer de volgende doelen opgenomen: - Ict-beleid dient een geïntegreerd onderdeel te worden van het schoolbeleid. - Ict dient een geïntegreerd onderdeel te worden binnen de vakken. - De verhouding tussen het aantal leerlingen en het aantal computers voor onderwijskundig gebruik dient tenminste één op tien te zijn, elke locatie moet kunnen beschikken over een computerlokaal met tenminste 24 computers, de lokalen moeten tenminste beschikken over een netwerkcomputer voor de docenten en een viertal netwerkaansluitingen voor de leerlingen. - Voor ict wordt structureel ruimte gemaakt in het jaarlijkse formatieplan. - Er wordt een laptopproject opgezet, waardoor het gebruik van de computer in de les, communicatie tussen school en huis aanzienlijk zal verbeteren. - Het gebruik van ict wordt geoptimaliseerd ten behoeve van de internationaliseringprojecten. - Het gebruik van educatieve programmatuur, internet en e-mail wordt sterk bevorderd en verbeterd. - De automatisering ten behoeve van het management wordt verbeterd en uitgebreid. De werkelijke kosten De kosten van ict voor de eerste maal in een begroting brengen is een groot probleem. Hierbij valt te denken aan de materiële kosten maar ook aan de kosten van systeembeheer en ict-coördinator. De personele kosten laten zich vertalen in ongeveer vier fte’s, de materiële kosten komen op circa 700.000 gulden.
29
6.0
Veranderingen in samenwerking met de omgeving De schoolleiding heeft al in een vroeg stadium de oprichting van het open leercentrum tijdens het overleg met de gemeente Leidschendam ter sprake gebracht. De gemeente Leidschendam was vanaf het begin erg enthousiast over deze plannen. De plannen werden gepresenteerd aan de commissie Welzijn, Onderwijs en Stadsbeheer. Daadkrachtig optreden van de gemeenteraad en grote inspanningen van medewerkers en bestuursleden van de school hebben er voor gezorgd dat het centrum daadwerkelijk in gebruik kon worden genomen. Bij de opening had de school ook een heel programma in het kader van ict gemaakt voor de Leidschendamse bevolking. Alle leerlingen van groep 7 kwamen een homepage voor hun basisschool maken in het nieuwe open leercentrum. Daarnaast reed er een ict-touringcar langs de Leidschendamse basisscholen waar leerlingen van groep 8 konden communiceren met leerlingen van de brugklas van het Veurs College met behulp van video-conference. Ook waren er computers in de bus opgesteld. Het Veurs College heeft het initiatief genomen voor een samenwerkingsverband met drie andere ict-voorhoedescholen uit de omgeving: het Stedelijk College Zoetermeer, het Hugo Grotius uit Delft en de Dalton Scholengemeenschap uit Voorburg. Het Veurs College behoort tot het Europees Netwerk van Innovatieve Scholen (www.enis.eun.org). Een select gezelschap van scholen die actief zijn op het gebied van ict en internationalisering houdt zich bezig met tal van projecten waarbij veel gebruik gemaakt wordt van ict samen met Europese partners. Het video-conference project doet de school samen met de RSG Steenwijk en het Bisschop Beckers College in Eindhoven in het project Viconis (Video Conferencing Netwerk Innovatieve Scholen). Zij doen ervaringen op met dit nieuwe medium, bedenken toepassingen, maken handleidingen, geven advies en ve rz o rgen bijeenkomsten waar andere scholen hun voordeel mee kunnen doen.
7.0
Reflectie en ambitie De meeste doelen uit het ict-beleidsplan zijn inmiddels gerealiseerd. Met uitzondering van het laptop-project. Met name de apparatuur voldeed niet volledig: er waren teveel storingen vanwege de aanschaf van te goedkope laptops. Daarbij kwamen er allerlei vragen rond de veiligheid van onderbouwleerlingen die de laptops tussen school en huis moesten vervoeren. Een andere lastige kwestie is het daadwerkelijk werken met video-conferencing. De school heeft tot nu toe het meest geïnvesteerd in het maken van materialen en draaiboeken, het echte werken moet nu beginnen. In een goed verzorgd en inhoudelijk sterk jaarverslag kijkt de school in maart 2000 te ru g op twee jaar ict-ontwikkelingen. De school ziet zelf op dit moment de volgende uitdagingen voor de toekomst: - De veranderende rol van de docent door introductie van ict moet onderwerp van een diepgaand gesprek in de school zijn. - Er moet meer gewerkt worden aan de integratie van vakken rond ict, waarbij ook s o ft wa re bewuster wordt geïntegreerd. Dit vereist ook een goede onderlinge samenwerking (vak- en sectieoverstijgend). - De procedures rond de aanschaf van software moeten beter en eenduidiger plaatsvinden.
30
- Docenten, leerlingen en ouders moeten kunnen inloggen op het schoolnetwerk. Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld bestanden gemakkelijk en veilig getransporteerd worden van huis naar school. Dit geeft docenten ook de mogelijkheid hun gegevens voor de digitale lerarenagenda en het leerlingvolgsysteem thuis in te kunnen voeren. - De homepage kan veel breder gebruikt worden; zo kunnen er werkwijzers, lesmethodes en opdrachten op geplaatst worden, inclusief antwoordbladen.
8.0
Waardering Het Veurs College is in staat gebleken om in de afgelopen jaren de mooie plannen die ingediend waren als voorhoedeschool daadwerkelijk in de praktijk te realiseren. In de aanpak is een combinatie te zien van vooruitdenken over onderwijs op middellange termijn en de durf om hiervoor keuzes te maken en investe ri n gen te doen. Daarbij wordt veel ruimte gegeven aan initiatieven van de docenten. De directie, de ict-coördinator en de beheerder zorgen voor een gezonde structuur en sturing van de gewenste ontwikkelingen. Door de pragmatische opstelling om eerst het open leercentrum als faciliteit te realiseren en van daaruit stapsgewijs de onderwijskundige veranderingen te bespreken en uit te werken is een klimaat ontstaan waarin leerlingen en docenten op een heel plezierige en gemotiveerde wijze ict integreren in nieuwe vormen van onderwijs en leren. Dit is zichtbaar voor iedereen die het open leercentrum binnenkomt. Daarnaast besteedt het Veurs College veel aandacht aan scholing van docenten voor het DRO, maar ook aan de onderwijsinhoudelijke consequenties van de nieuwe manier van begeleiding van actieve en zelfstandige leerlingen. De nadruk bij de uitvoering hiervan ligt nu nog in de bovenbouw, maar wordt ook in de basisvorming van de onderbouw meer en meer opgepakt. Een ander sterk punt is de goed doordachte wijze waarop de internationalisering vorm krijgt in de onder- en bovenbouw en de manier waarop dit op zinvolle wijze in het onderwijsprogramma is ingebouwd. De uitwisselingsprogramma’s met andere scholen hebben onder andere op ict gebied al veel leerpunten opgeleverd. Gebruik van videoconferencing staat daarbij nog aan het prille begin.
9.0
Lessen voor anderen - De ‘toverwoorden’ van het Veurs College zijn: docenten zien dat een ander met succes iets doet. De tweede reeks bestaat uit de begrippen durven en verwachten. Uitgangspunten die van toepassing zijn voor de hele schoolorganisatie: schoolleiding, docenten en leerlingen. - Een goede infrastructuur, goed functionerende hardware en een goede (technische) ondersteuning voor docenten vormen de ruggengraat van een succesvolle
31
onderwijskundige ict-ontwikkeling. De goede voorzieningen zijn de motor achter de onderwijskundige ontwikkelingen. Dit vergt wel van een schoolleiding de nodige daadkracht, durf en visie. - Het is van belang dat een schoolleiding initiatief neemt, besluitvaardig is en een warme belangstelling toont voor de praktische realisering. - Ict-voorzieningen mogen niet belemmerend werken: ict-voorzieningen moeten laagdrempelig, toegankelijk en makkelijk bereikbaar zijn. - De software tips van Het Veurs College: de Encarta Encyclopedie, de Encarta Grote Wereldatlas, Frans voor Basisvorming (omnibus), IP Coach, Examentraining Cum Laude, Taaldata (Frans, Engels, Duits grammatica) en het aller-, echt allermeest gebruikt: het i n te rn et - De internet tips van Het Veurs College: http://onderwijs.pagina.nl/, http://www.internetcollege.nl/, http://www.schrijversnet.nl. - Als ict echt de plaats gaat innemen die de school veronderstelt dat ze gaat innemen, past de huidige wijze van examineren niet meer. Afsluitingen (ook de centrale examens) moeten meer flexibel kunnen plaatsvinden. - Er is grote behoefte aan echt goede educatieve software. Methodes moeten veel meer vervangen worden door adequate voorzieningen op het inter-, kennis- of het intranet.
32
Bijlage 1 Veurs College Veurs 1 Burg. Kolfschotenlaan 5 2262 EZ Leidschendam
Tel.nr.: 070-4199100 Website: www.veurs.nl Kontaktpersoon: Drs. P.H. van Meenen School bezocht op: 16 oktober 2000 School bezocht door: Jet ten Brinke, Marry Remery, Piet Helmholt, Haye v/d Werf Gesprekspartners: d rs . P.H. van Meenen, rector. Alan Turner ict-coordinator Leidschendam en Richard Molenaar, systeembeheerder, diverse leraren diverse leerlingen.
33
Ict schoolportret Greijdanus College www.greijdanus.nl
1.0
Algemene karakteristiek van de school Het Greijdanus College is een gereformeerde, brede scholengemeenschap met een grote hoofdvestiging in Zwolle en nevenvestigingen in Hardenberg, Enschede en Meppel. Dit jaar volgen 3442 leerlingen onderwijs aan deze scholengemeenschap (Zwolle 2440, Hardenberg 519, Enschede 176 en Meppel 307). De scholengemeenschap biedt onderwijs aan in de afdeling vmbo, met leerwegondersteunend onderwijs, zowel in het beroepsgericht onderwijs als in de meer theoretische leerwegen, en in de afdelingen havo en vwo (inclusief gymnasium). Voor het Greijdanus College houdt onderwijs ook christelijke vorming in. Het toelatingsbeleid is daarop mede afgestemd. De keuze voor de school moet duidelijk vo o rt komen uit geloofsverbondenheid. Historie In 1959 is de school begonnen als een ULO-school in Zwolle. In 1994 kwam de fusie tot stand met gereformeerde mavo-scholen in Hardenberg, Enschede en Meppel. Hieruit is de huidige brede scholengemeenschap ontstaan. In 1985 heeft de school met het nivo-project de eerste stappen op het gebied van ict gezet. Daarna volgde het pc-privé project. In Meppel is in 1993 gestart met deelname aan het PIT project waaraan de overige vestigingen na de fusie ook gingen deelnemen. In 1998 is de school aangewezen als ict-voorhoedeschool. Deze situatie heeft een impuls gegeven aan de verdere ontwikkeling van ict in de school. Technische infrastructuur Er zijn circa 400 werkplekken en totaal over de vier vestigingen acht pc lokalen, waarvan 1 op iedere nevenvestiging één en op de hoofdlocatie één mediatheek . Daarnaast zijn er diverse theorielokalen met enkele pc’s, is er een lokaal speciaal voor de afdeling Administratie en zijn er voorzieningen in de lokalen van andere beroepsgerichte afdelingen waar, in het kader van het modulair werken, de computer een belangrijke plaats heeft. Er wordt gebruik gemaakt van de volgende functionaliteiten: interne mail, internet, officepakket, administratieve tools en onderwijskundige soft wa re . De school wil graag nieuwbouw in de vorm van een mediacentrum. De huidige mediatheek is te klein. De wens voor nieuwbouw komt ook voort uit de behoeften van de onderbouw, waar nu te weinig ruimte is voor ict-voorzieningen. Dit ve rt raagt de ontwikkelingen aldaar. Er is overleg met de gemeente Zwolle, die oog blijkt te hebben voor de belangen van de school.
2.0
Veranderingen in het onderwijs Het Greijdanus College wil een hoog onderwijsniveau realiseren dat alle leerlingen uitdaagt hun talenten te gebruiken, gecombineerd met een brede vorming in een hechte pedagogische gemeenschap. Daarbij kan ict meerdere belangrijke functies vervullen, zoals het bijbrengen van kennis en vaardigheden op het gebied van ict, het door gebruik van ict bieden van nieuwe onderwijskundige mogelijkheden waardoor de leerstof
1
De school beschikt over een 10/100 Mbit netwerk met een strategisch geplaatste PATCH-KAST (verdeel-kasten). De switches, routers en hubs zijn 100Mbit, de clients zijn 10Mbit. De bekabeling is UTP (Cat.5). Er is gezorgd voor een logische scheiding van het administratieve segment (Unix, NT4,0) en het onderwijskundige segment. Het netwerk is gecertificeerd aangelegd. De nevenvestigingen zijn via vaste huurlijnen aangesloten op de hoofdvestiging en alle vestigingen hebben een aansluiting op kennisnet.
34
gevarieerder en efficiënter kan worden aangeboden, het door gebruik van ict beter aansluiten bij de individuele leerweg van de leerling en het bieden van mogelijkheden om met behulp van ict het onderwijsleerproces beter te organiseren door o.a. planningsmethodieken en registratie van leervorderingen. Ict biedt in het onderwijsleerproces de mogelijkheden voor het geven van groepsopdrachten. Uitgangspunt, in relatie tot de missie (leren is het doel, onderwijzen is het middel), is dat ict hulpmiddelen biedt. Krachtige hulpmiddelen, maar toch altijd dienstbaar aan onderwijs- en vormingsdoelstellingen. Voor de school moet ict de ruggengraat van het onderwijs gaan vormen. Om dit te kunnen realiseren is een organisatiemodel ontwikkeld waarbij de aansturing van de ict-ontwikkelingen via een lid van de staf en een zevental consulenten, die elk de verantwoordelijkheid dragen voor de vo o rt gang in een eigen sector, geschiedt. Het gebruik van ict varieert voor de verschillende vestigingen en leerjaren. Tijdens ons bezoek hebben wij alleen het ict-onderwijs op de locatie Zwolle bekeken. De veranderingen zijn geleidelijk tot stand gekomen. De eerste stappen zijn gezet door leerlingen vaardig te maken op de computer. Tezelfdertijd werd in het beroepsonderwijs in het kader van nieuwe examenprogramma’s de computer in toenemende mate ingezet. Met de start van de Tweede Fase van het havo/vwo is ook hier een impuls gegeven voor het toenemend gebruik van de computer. Tekstverwerken en informatie zoeken via internet zijn belangrijke functies. Het gebruik van de mediatheek is op dit moment vooral een zaak van de bovenbouw. De onderbouw en de theoretische vakken blijken in de praktijk nog weinig te doen met de computer. In de onderbouw komt dit mede door ruimtegebrek (te weinig ruimte in de lokalen, meer computerlokalen nodig). De school constateert dat voor de zorgleerlingen aparte voorzieningen nodig zijn, zodat zij in een veilige leersituatie fouten kunnen maken. Door technische problemen, gebrekkige aansluiting op het administratie-programma van de school, is het op dit moment voor het Greijdanus College nog niet mogelijk een goed geautomatiseerd leerlingenvolgsysteem te installeren.
3.0
Veranderingen voor de leerlingen De leerlingen hebben alleen onder toezicht toegang tot pc-lokalen. Studenten/leerlingen loggen anoniem in. Registratie vindt alleen plaats in de mediatheek. Internet kan worden gebruikt bij bewijs van een opdracht daartoe. Er is een filter aangebracht in de vorm van Cyberspace. De ouders zijn vooraf op de hoogte gesteld van het gebruik van inte rn et (dit mede i.v.m. de signatuur van de school). Het toezicht is voornamelijk gericht op het voorkomen van vandalisme. Voor het ove ri ge ve rt rouwt men grotendeels op de sociale controle. De leerlingen zijn over het algemeen tevreden over de ict-voorzieningen en de kwaliteit daarvan. De leerlingen van de onderbouw geven aan dat zij meer willen met de
35
computer, zoals bijv. toetsen. De leerlingen van de bovenbouw havo/vwo plaatsen kanttekeningen bij de beschikbaarheid van computers tijdens reguliere lesuren. Spontaan gebruik is lastig.
4.0
De leraren - het digitale rijbewijs voorbij Binnen elke sectie is een docent verantwoordelijk en in meerdere of mindere mate deskundig op het gebied van ict. Het grootste gedeelte van het docentenbestand heeft zich geschoold of schoolt zich voor het Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO). De schatting is dat minder dan 10% van de docenten niet vaardig is met de computer. De scholing is als nuttig ervaren maar de kanttekening erbij is dat je de vaardigheden moet blijven oefenen anders zakken ze snel weg. Op dit moment is er meer behoefte aan vakge ri ch te scholing. Ook voor het didactische gebruik van ict is scholing nodig. De voorziening voor een goede ondersteuning bij mogelijke problemen in de vorm van een permanent bemande helpdesk heeft zeer zeker drempelve rl a gend gewerkt bij het gebruik in de les. De rol van de consulent wordt als plezierig, ondersteunend en motiverend ervaren. Het haalt veel van de organisatorische rompslomp weg. Toch blijft het realiseren van de ict-doelstelling - de computer geïntegreerd in de les - veelal op de individuele docent aankomen. Het schrijven van handleidingen, het ontwikkelen van adequate software die ook nog actueel is, zijn tijdrovende werkzaamheden. Kennisnet draagt nog weinig bij aan de overdracht van (half)producten tussen docenten. In een periode waarin op alle niveaus en afdelingen aan onderwijskundige vernieuwingen verder vorm moet worden gegeven is het lastig om de tijd en de rust te vinden. Zo geeft een voormalige Technische Onderwijs Assistent (TOA), thans docent Natuurkunde, aan dat hij in de periode van zijn TOA-schap tijd had voor de ontwikkeling van handleidingen voor opdrachten, maar dat hij daar nu als docent absoluut geen tijd meer voor kan vinden. De uitgevers bieden tegenwoordig bij nieuwe methodes behorende software aan. De docenten hebben moeite met deze, in hun ogen, vorm van koppelverkoop. De keuze voor methoden komt in het Greijdanus tot stand in een breed sectieoverleg. In de hierbij gehanteerde checklist zit ook een onderdeel ict-toepassingen. Op dit moment vindt met externe hulp een doorlichting van de vakken plaats, een soort externe visitatie. Omdat ook het gebruik van ict daar deel van uit maakt, stimuleert dit de onderwijsinhoudelijke ontwikkeling van de sectie.
36
5.0
Veranderingen in de organisatie van de school Het ict-beleidsplan Het uitgangspunt bij het gebruik van ict is dat er een samenhangend beleid moet zijn dat voorziet in faciliteiten en in een ondersteunende dienst die goed in elkaar steekt. Het credo hierbij is: eerst de faciliteiten in orde, daarna de vaardigheden en dan pas de onderwijskundige ontwikkeling. Dit laatste is nu echt aan de beurt. De hoofddoelstelling is dat ict geïntegreerd zal worden toegepast in alle vakken. Daarbij is het streven dat de docenten bij alle vakken tien procent van de onderw ij st ijd zinvol gebruik maken van ictvoorzieningen. Om dat mogelijk te maken gaat men uit boven de norm van één computer op tien leerlingen. Van de tien procent zal een belangrijk deel worden ingevuld in klassenverband, met differentiatie naar leeftijdsfase en studierichtingskeuze. Daarnaast zal ict worden gebruikt voor ‘verrijkingsopdrachten’, het uitwerken van opdrachten en remedial teaching. Ook zullen leerlingen ict mogelijkheden benutten voor leeractiviteiten buiten lessenverband. De organisatorische kant van het ict-gebruik moet goed zijn geregeld. Daarbij gaat het om zaken als logistiek, toezicht, helpdesk-functie, voortgangsregistratie en terugkoppeling naar verantwoordelijken. Voortbouwend op het credo zoals verwoord in het beleidsplan heeft de school de ontwikkeling van ict in de organisatie verankerd. Er is een staffunctionaris met name voor de beleidsmatige ontwikkeling en het geven van adviezen aan de centrale directie. De school heeft een ict-unit in het leven geroepen die verantwoordelijk is voor de (technische) ondersteuning en het beheer, systeembeheer en applicatiebeheer, zowel onderwijskundig als administratief. Het onderwijs in de school is ingedeeld in zes sectoren - de bovenbouw havo/vwo, de onderbouw avo-vbo, het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)- en de drie nevenvestigingen. Elke sector heeft een eigen ict-consulent, die voor deze taak zes lesvrije eenheden krijgt. De LWOO-afdeling heeft ook een ictconsulent. In de aanloop naar het gebruik van ict heeft binnen elke vaksectie een docent faciliteiten gekregen om zich te bekwamen op het gebied van ict in relatie tot het vak. Deze docent is de contactpersoon voor de consulenten. De taken van de consulent omvatten onder meer het stimuleren van ict-beleid en de implementatie daarvan. Het LWOO heeft een aparte plek met extra accent. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het inzetten van ict bij remedial teaching. De consulenten zoeken software, geven scholing, zijn makelaar tussen docenten en de ondersteunende eenheid. Zij zijn adviseur over het beleid en hebben overleg met de ict-unit Techniek. Zij zijn in de praktijk de energiebronnen die een eigen dynamiek in het leven roepen. Zij vormen de dwarsverbinding door de school. Eén van de zeven is verantwoordelijk voor de coördinatie. De coördinator is makelaar en organisator en ve rz o rgt de ict-nascholing. Wekelijks is er overleg tussen de consulenten, het zogeheten ict-platform. In de praktijk heeft men ervaren dat het voor het welslagen van de introductie van ict van groot belang is dat de technische mensen iets begrijpen van de onderwijspraktijk en dat zij begrijpen dat onderwijs dóór moet kunnen gaan. Daarbij komt dat onderw ij s s o ft wa re niet altijd even gemakkelijk te installeren en draaiende te houden is. Ter ondersteuning van de gebruikers is een helpdesk in het leven geroepen, die gedurende alle schooldagen acht uur per dag wordt bemand. Deze helpdesk is echt als kantoor zichtbaar in de school aanwezig. Een belangrijke functie van de helpdesk is het kanaliseren van problemen. De helpdesk wordt bij toerbeurt bemand door medewerkers van de ict-unit, die hiervoor ook faciliteiten hebben. Daarmee is ook een klant/leraarvriendelijk klimaat ontstaan.
37
De werkelijke kosten versus de verborgen kosten De kosten van ict voor de eerste maal in een begroting brengen is een groot probleem. Hierbij moet worden gedacht aan de materiële kosten maar ook aan de kosten van systeembeheer, de unit en de ict-docent. In de normering is geen rekening gehouden met de kosten voor systeembeheer. Er zijn veel eigen middelen van de school in gestoken. De personele kosten bedragen evenals de materiële kosten tot op heden vier à vijfhonderdduizend gulden. Dit wordt aangevuld met ƒ 100,= per leerling. De middelen vanuit het ict-voorhoedeproject zijn gestoken in systeembeheer, applicatiebeheer en ondersteunend beheer. In totaal heeft de scholengemeenschap vijf computerlokalen en een mediatheek. De gelden die beschikbaar kwamen voor de ontwikkeling van de Tweede Fase zijn omgezet in materiaal, zoals pc’s en werkkamers (in plaats van lesuren voor docenten). Het blijft een worsteling om een geïntegreerd financieel beleid te voeren. De school beschikt over de normale middelen en vraagt een bescheiden ouderbijdrage. De school geeft al een aantal jaar structureel te veel uit aan personele kosten. De huidige situatie is dat de school een half miljoen gulden per jaar tekort komt. Dit drukt op de materiële begroting. Met als gevolg dat er steeds keuzes moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld ten aanzien van de klassengrootte.
6.0
De omgeving De ontwikkeling van software die geschikt is voor het onderwijsleerproces lijkt zoals hiervoor aangegeven moeilijk. Een samenwerking met de zusterscholen op dit gebied blijkt lastig omdat de uitgangssituatie van de scholen vaak zeer verschillend is. Voor uitgevers en producenten van software zijn de scholen in het algemeen niet interessant. De school realiseert zich dat men meer gebruik zou moeten kunnen maken van eigen mogelijkheden en van initiatieven elders in onderwijsland. Ook hier komt maar mondjesmaat wat beschikbaar. Het publieke domein van kennisnet zou hierin kunnen voorzien. Daarbij moet er volgens de docenten een lage instapdrempel zijn. De thans opgedane ervaringen met ict worden via de consulenten en de ict-contactpersonen binnen de scholen van de eigen denominatie uitgedragen. Andere scholen laten het aanbod gebruik te maken van de ontwikkelde deskundigheid nog liggen. Scholen van elkaar te laten leren is lastig. In de gemeente Meppel is een project ‘ICT in het basisonderwijs’ aan de gang waarin wel gebruik wordt gemaakt van de deskundigheid van het Greijdanus College. De locatiedirecteur van Meppel stuurt de gemeentelijke projectgroep aan. In Meppel loopt het gebruik van automatisering ook breed door de scholen.
7.0
Reflectie en ambities De ambitie van de school is ict een nadrukkelijker rol te geven in het primaire proces. Hiertoe is op dit moment de didactiek rond ict een speerpunt. Je moet er met zijn allen aan toe zijn om de ambitie te kunnen realiseren. Wanneer zoals hier de randvoorwaarden goed zijn, verminderen de weerstanden. De docenten moeten met elkaar ontdekken welke bijdrage het kan leveren in het onderwijsleerproces. Zij zouden hiervoor ook voor elkaar meer de deur open kunnen zetten. Hierbij speelt de consulent een belangrijke en stimulerende rol. Ten aanzien van het DRO zou de school zich nu eerder afvragen welke inhoudelijke eisen worden gesteld en of deze reëel zijn voor het onderwijsproces. Een
38
flexibele en meer gedifferentieerde aanpak moet mogelijk zijn. De visie van het Greijdanus College is: Leren is het doel, onderwijzen is het middel. Ict leert je dat leerlingen leren als je er niet bij bent; je moet dus ook voorwaarden scheppen om leerlingen in het onderwijs op die manier te laten leren. Ook de begeleiding en de loopbaanbegeleiding van leerlingen kan verbeteren met behulp van ict. Docenten leren de leerlingen met de computer zelf de weg te vinden naar informatie. Een geautomatiseerd leerlingenvolgsysteem staat hoog op de prioriteitenlijst. In de personele sfeer lijkt het zinvol om, wanneer de arbeidsmarkt dat toelaat, ook te gaan kijken naar de ict-vaardigheden van aankomend docenten. Daarnaast zou men in de toekomst ict-vaardigheden ook onderdeel willen maken van functioneringsgesprekken.
8.0
Waardering De wijze waarop de school er in is geslaagd om zoveel mogelijk mensen bet ro k ken te krijgen bij de introductie van ict, die daarbij hun eigen ruimte en verantwoordelijkheid hebben behouden verdient waardering. Het beleid is geslaagd omdat er veel energiebronnen waren. Zelfs zo geslaagd dat het gros van de leraren méér wil. Het Greijdanus College heeft gekozen voor een aanpak waarin allereerst is geïnvesteerd in een in de organisatie verankerde structuur. Zowel het technisch beheer als het applicatiebeheer is goed ve rz o rgd. Het ict-beleid wordt door de consulenten uitgedragen waardoor een olievlekwerking ontstaat. Door middel van een (leraar-vriendelijke) helpdesk wordt direct het hoofd geboden aan de dagelijkse problemen die de gebruikers met ict ervaren. Dit werkt duidelijk drempelverlagend. Dit lijkt een effectieve aanpak. Daarnaast is door de brede scholing van het onderwijskundig personeel een tweede drempel weggenomen. Op dit moment is de bereidheid ict in te zetten voor het onderwijsproces groot. Zo groot dat de materiele voorzieningen, die gezien de gebouwensituatie maar ook in financieel opzicht de grens hebben bereikt, hier remmend werken. Nu de voorzieningen in orde zijn kan de volgende stap, de integratie van ict in het onderwijsleerproces worden gezet. Het gebruik van ict in het onderwijsleerproces vindt op dit moment vooral plaats in de Tweede Fase en de beroepsgerichte afdelingen. In de onderbouw en de theoretische vakken kan de inzet van ict in het onderwijsleerproces worden uitgebreid.
39
9.0
Lessen voor anderen - Informatie over de hardware is het minst interessant voor andere scholen. - Het is voor scholen belangrijker hoe je de school in organisatorisch opzicht zo optimaal mogelijk inricht. Daarbij moet je rekening houden met de mogelijkheden en wensen van gebruikers. - Onderschat als schoolleiding het beheer niet. Educatieve software is lastig te installeren en kwetsbaar. Een gekwalificeerde systeembeheerder, die daarbij kan communiceren met en betrokken is bij het onderwijs, is een noodzaak. Dit is een groot knelpunt in het onderwijs; je moet deze mensen wel kunnen betalen. Bovendien blijven ze vaak niet lang. - De helpdesk heeft voor veel goodwill en een lage drempel voor het gebruik van ict gezorgd. - Na de fusie heeft de school gekozen voor de integratie van netwerken. De locatie Meppel is hierdoor een jaar geremd in de eigen ict-ontwikkeling met als gevolg nogal wat fru st ratie bij met name de docenten. Dit komt mede omdat er vooraf geen keuzes zijn gemaakt over wat centraal en wat decentraal zou kunnen. In een school met verschillende vestigingen moet een samen gedragen plan voor de invoering van ict worden geaccepteerd en gevolgd. Als je vindt dat het samen moet, dan moet je veel tijd nemen. Het is niet gemakkelijk om een breedgedragen besluit te nemen. - Bevorder dat elk onderdeel of afdeling van de school sterk en ambitieus is, en elkaar toch kan vinden in de gezamenlijkheid. - De rol van de schoolleider bij de ontwikkeling van ict moet niet onderschat worden. In het algemeen heeft het Greijdanus College het gevoel pionierswerk te hebben verricht. Er zijn geen handreikingen voor schoolleiders op dit gebied. Zo moet hij verstand hebben van ict, maar ook zorgen voor stimulans, geld en relevante formatie. Het is verstandig dat hij daarbij één of meer personen uitkiest die het geheel stimuleren. - Overheid: Als het gaat om subsidiëring dan zou bekostiging pas plaats mogen hebben als een school ambities heeft én heldere plannen. In het overheidsbeleid zou meer aandacht moeten komen voor goed uitge ru ste werkplekken in de school, meer tijd voor docenten met doelgerichte opdrachten. - De overheid moet actiever bevorderen dat er een publiek domein komt voor aanbieders van software, bijvoorbeeld via kennisnet.
40
Bijlage 1 Greijdanus College Campus 5 8017 CB Zwolle
Tel.nr.: 038-4698698 Website: www.greijdanus.nl Kontaktpersoon: Dr. K. Veling School bezocht op: 4 oktober 2000 School bezocht door: Jet ten Brinke, Hetty Onnekink, Irene Wieling, Bert Jaap van Oel Gesprekspartners: Dr. K. Veling, voorzitter centrale directie J.C. van Boven, lid centrale directie L.C. Scholtus, directeur vestiging Meppel C.B. Broekroelofs, hoofd ICT unit R. de Vries, ICT coördinator Drs. F.B. Dirks, informatie- en gegevenscoördinator
41
Ict schoolportret Raayland College www.raayland.nl
1.0
Algemene karakteristiek van de school Het Raayland College is een brede scholengemeenschap met vwo (atheneum en een gymnasium), – havo, mavo-vmbo, inclusief LWOO en een internationale schakelklas. Het is de enige school voor vo o rt ge z et onderwijs in Venray. Er zijn nu vier vestigingen. In de hoofdvestiging zijn atheneum en gymnasium vanaf het tweede leerjaar ondergebracht, het vmbo-T en havo vanaf het derde leerjaar. Ook vindt de internationale schakelklas hier onderdak. Voorts is er een locatie waar de brugklassen en tweede leerjaren vmbo-K, vmbo-T en havo zijn gehuisvest, een locatie waar praktijkonderwijs plaatsvindt en een locatie waar het tweede jaar vmbo-BL en vmbo-B klassen en van de leerjaren 3 en 4, de sectoren Economie, Landbouw, Techniek en Zorg en Welzijn zijn ondergebracht. Er is begonnen met de bouw van een unilocatie naast de hoofdvestiging. Het bestaande gebouw zal aangepast worden en plaats gaan bieden aan alle klassen van het eerste en tweede leerjaar. De hogere leerjaren worden ondergebracht in de nieuwbouw. Historie Het huidige Raayland Collega heeft een lange geschiedenis als onderwijsinstituut. De wortels liggen bij de Latijnse School (1651), het eerste Gymnasium voor meisjes in Nederland (1916), de mavo Venray en twee scholen voor beroepsonderwijs. In 1995 ontstond uit een fusie het Raayland College. Dit betekende voor automatisering en ict dat tijd en geld gestoken moest worden in een systematische aanpak. De afstemming is een grote klus geweest en de school vindt, terugkijkend, dat te laat de hulp van experts is ingeroepen. Het ict-projectplan dat werd ingediend bij het Ministerie van OCenW om voorhoede-school te worden vond zijn basis in ontwikkelingen die al eerder in gang waren gezet. Dat blijkt wel uit het feit dat de school in juni 1997 de 1e prijs ontving voor haar website, die als ‘beste educatieve website in Nederland’ werd aangemerkt. In het schooljaar 1996 /1997 vond een uitgebreid onderzoek plaats naar de informatievoorzieningen op het Raayland. Die resultaten en aanbevelingen zijn gebruikt voor verdere beleidsontwikkeling en -uitvoering, waaronder verdere scholing van docenten. In het najaar 1997 werden voor 107 docenten cursussen Word en Excel georganiseerd. De effectuering van een pc-privé project vond plaats in ‘98.
2.0
Veranderingen in het onderwijs Inmiddels is een aantal zaken van het projectplan ‘Investeren in voorsprong’ gerealiseerd. In verband met de nieuwbouw zijn echter ook verschillende activiteiten uitgesteld. Mede door de status van voorhoedeschool konden er verschillende andere ict-projecten worden opgestart of uitgebreid met personele of financiële steun van buiten de school. Al eerder was het vbo begonnen met het project Technisch College en het Victo-project voor Zorg en Welzijn. Dit laatste is een turn-key project, bedoeld voor het ontwikkelen en testen van goede en in de lespraktijk geïntegreerde software en aansluitende leermiddelen voor die afdeling. Op de bovenbouw havo/vwo sta rt te in het schooljaar 98-99 het Groupware-project. Bij dit project staat het gebruik van ict in dienst van samenwerkend leren en zelfverantwoordelijk leren. Het project vormt een onderdeel van het Europees project Computer Supported Collaborative Learning Networks in primary and secondary education.
42
Daarnaast zijn afspraken gemaakt met het Colegio Arubano om leerlingen van het Raayland College via Groupware te laten samenwerken met leerlingen van die school. Dit gebeurt in het kader van het Kans-project. ICT en de onderwijskundige visie. Het Raayland College wil een beleid voeren dat kansen creeërt, waarbij duidelijk rekening wordt gehouden met de wens van de ouders en van de leerling ten aanzien van het te volgen onderwijs. Daarbij wil de school op alle niveaus leerlingen stimuleren om zelfstandig en verantwoordelijk te werken en te leren, waarbij de docent als bewaker en begeleider van dat proces optreedt, in de overtuiging dat op die manier de school voor het leven opleidt. Respect voor de ander is uitgangspunt. Goede leerresultaten nu en tijdens de vervolgopleiding moeten het gevolg zijn. Bij het realiseren van die doelstellingen kan ict een belangrijke factor zijn. Zelfstandig en verantwoordelijk leren van de leerling is iets wat moet worden begeleid, maar waaraan dan ook eisen gesteld kunnen worden. Bij de begeleiding kunnen programma’s voor studieplanning en registratie een belangrijk hulpmiddel zijn. De begeleiding zal mede tot gevolg hebben, dat van de leerling verwacht kan worden dat deze zelfstandig gebruik maakt van de computer voor het verwerken of uitdiepen van de leerstof. Ook bij de voorbereiding van de leerlingen op hun vervolgstudie of plaats in de maatschappij ziet de school veel mogelijkheden voor het gebruik van ict.
Het ICT beleidsplan Om de verspreiding van het gebruik van ict binnen de school te bevorderen koppelt het Raayland College dit gebruik aan thema´s, die in het strategisch beleidsplan zijn va st ge legd. Hierdoor wordt op een vanzelfsprekende wijze het gebruik van ict een geïntegreerd onderdeel van het schoolbeleid. Enkele van deze speerpunten zijn: - het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen, - vakoverstijgend werken - internationalisering - verdere ontwikkeling van de mediatheek - flexibilisering van de school; een systeem van informatievoorziening dat de school in staat stelt vo o rt d u rend in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende eisen. Aan scholing die voorwaardelijk is voor het integreren van ict in het onderwijs, is hard gewerkt. Er is gestart met scholing op gebied van basisvaardigheden ict van de docenten in de prioritaire vakken. Het ziet er naar uit dat aan het eind van de projectperiode alle docenten een scholing in de basisvaardigheden hebben gevolgd. De implementatie van ict binnen de vakken is nu aan de beurt. Het Raayland College heeft zich ook ten doel gesteld het gebruik van e-mail en internet
43
te intensiveren. De school heeft een eigen website waar uitgebreide informatie staat voor diverse doelgroepen zoals docenten, leerlingen, ouders en andere scholen. Via koppelingen op vakken en rubriekpagina’s wordt gebruikers gemakkelijke toegang ve rs ch a ft tot tal van andere relevante internetsites. Secties voorzien hun vakpagina van de nodige informatie en koppelingen naar internetsites. Docenten kunnen vanaf iedere werkplek met een persoonlijk adres gebruik maken van e-mail. Leerlingen die binnen een project gebruikmaken van e-mail krijgen tijdelijk een persoonlijk e-mailadres toegewezen. ICT in de praktijk Er lag het voornemen om de scholing van de ict-vaardigheden van de leerlingen in de basisvorming meer in de diverse vakken te laten plaatsvinden. Toen om andere redenen een vermindering van uren voor Informatiekunde in de brugklas noodzakelijk was, is het een en ander gecombineerd. Er zijn gedetailleerde plannen gemaakt om delen uit het vak Informatiekunde over te dragen aan vakken waar ze ook concreet toegepast kunnen worden. In eerste instantie geldt dit alleen voor THV-brugklassen. De school verwacht dat hierdoor de integratie van ict in het onderwijs gestimuleerd wordt. Gebruik Groupware De school wil het programma Groupware gebruiken om samenwerken en zelfverantwoordelijk leren te bevorderen, vooral in de Tweede Fase. Doelgroepen zijn daarom de derde klassen en hoger van het havo en vwo. Ook de derde en vierde klas van de mavo worden erbij betrokken. Het project is tijdens twee voorgaande jaren begeleid door de afdeling Onderwijskunde van de Universiteit van Nijmegen. Momenteel gaat de school op eigen kracht verder. In deze fase doen de docenten en leerlingen voor Natuurkunde, Biologie en Geschiedenis mee. Het werken met Groupware in de lessen is gebaseerd op de gedachten van Computer Supported Collaborative Learning (CSCL). Dit betekent in de praktijk dat leerlingen zelf informatie aandragen via e-mail die in een database structuur wordt opgenomen in het programma Web KF. Het is essentieel dat de leerlingen kennis nemen van elkaars bijdragen en daarop reageren. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een opdracht over gezondheidszorg inventariseren ze in een groepje wat ze al weten van zorg voor bejaarden. Daarna formuleren ze tenminste drie vragen over wat ze van het onderwerp nog niet weten. Op internet en bij plaatselijke instellingen zoeken ze antwoorden op die vragen. Het resultaat en de voorlopige conclusies leggen ze vast en plaatsen ze op Web KF (Knowledge Forum) , zodat de gegevens voor anderen leesbaar zijn. In het programma is te zien wanneer welke leerlingen de note hebben gelezen en wie een reactie geschreven hebben. Ook de docent kan een actieve rol spelen bij de bestudering van de vragen en de antwoorden en het koppelen van de notes’ aan een ove rz i ch te l ij ke boom-structuur. Hij/zij bewaakt het voortgangsproces en de afsluiting ervan binnen de gestelde termijn met een waardering voor het gezamenlijke werk. Na enige ervaring met deze nieuwe manier van werken zijn de docenten en leerlingen van het Raayland College van mening dat dit een inspirerende en zinvolle manier is om samenwerkend leren te bevorderen. Allereerst werkt de wetenschap dat anderen de bijdrage zullen lezen stimulerend om een goed verhaal te maken. Verder is de meerwaarde van kritische reacties van medeleerlingen zichtbaar en spreekt de docent leerlingen aan als zij goede suggesties niet verwerken. De school zoekt naar mogelijkheden om het project te verbreden en experimenteert bij andere vakken met andere programma’s die dezelfde bedoeling hebben. Zo wordt bijvoorbeeld Blackboard bij Informatica gebruikt. Momenteel heeft men de indruk dat Groupware nog iets meer functionaliteiten heeft dan Blackboard, maar gezien de snelle ontwikkelingen op het gebied van ict kan dat morgen anders zijn.
44
Integratie van internet bij de vakken Geschiedenis, Aardrijkskunde, CKV, Biologie en Scheikunde Tijdens het schoolbezoek hebben we enkele voorbeelden gezien van opdrachten die gegeven worden bij de sector Geschiedenis. Dankzij de stimulerende rol van enkele voortrekkers is het al enige jaren gebruikelijk om de opdrachten uit het geschiedenisboek aan te vullen met opdrachten die op inte rn et gevonden moeten worden. Daarbij is het van belang dat de leerlingen eerst een hoofdvraag formuleren en enkele deelvragen en daarna pas de antwoorden gaan zoeken. Hiermee wordt niet-doelgericht zoeken en klakkeloos knippen en plakken voorkomen. De docent geeft hierbij ve rs chillende vormen van sturing en begeleiding, afhankelijk van de leerdoelen en de zelfstandigheid van de leerlingen. Door ervaring wijs geworden, benadrukken de docenten dat zij kort voor de b et re ffende lessen vooral de links met hoofdinformatie op internet nog eens nalopen, en zo nodig de opdrachten aanpassen. De leraren ervaren het gebruik van internet als een verrijkende dimensie bij hun lessen. Bijvoorbeeld bij Staatsinrichting worden vrij saaie onderwerpen zoals de grondwet en het strafrecht levendiger doordat de leerlingen de jurisprudentie van een moordzaak moeten uitzoeken. Bij de lessen CKV is het gebruik van internet een onmisbaar onderdeel geworden. Tijdens het schoolbezoek was een grote klas geconcentreerd bezig met de uitwerking van gevarieerde opdrachten over film, toneel en andere culturele zaken. De docenten hebben inmiddels al enige mappen met projecten en uitwerkingen maar voelen zich uitgedaagd om steeds opnieuw actuele onderwerpen aan de orde te stellen. Bijvoorbeeld een project over de regisseur Lars von Trier en de actrice Catharine Deneuve, die recentlijk ons land bezocht om art films te promoten.
Software gebruik van het programma IP-Coach voor metingen bij Biologie, Natuurkunde en Scheikunde Voor Biologie, Natuurkunde en Scheikunde is onlangs het programma IP-Coach met toebehoren aangeschaft. Het is de bedoeling dat leerlingen met de apparatuur kleine metingen uitvoeren en proefjes doen. Door koppeling van de meetapparatuur aan de computer kunnen in het programma IP-Coach de meetgegevens opgeslagen worden. Daarna kunnen op verschillende manieren verwerkingen volgen, aanvullingen gezocht worden etc. In het programma zit ook de mogelijkheid om metingen op het scherm te simuleren en uitleg te vragen van bepaalde processen. Tijdens het inspectie-bezoek waren de technisch onderwijs- assistenten en enkele docenten de mogelijkheden aan het testen. Het is de verwachting dat de apparatuur intensief gebruikt zal worden in het gecombineerde Biologie-, Natuurkunde- en Scheikundelaboratorium. Informatica in de bovenbouw In de bovenbouw is de mogelijkheid om als keuzevak in de vrije ruimte examen te doen in Informatica. Daarbij worden de leerboeken 1 en 2 van Sybex als leidraad gebruikt.
45
De leraar, die tevens hoofd systeembeheer is, is nauw betrokken bij de actuele ontwikkelingen op dit nieuwe vakgebied. Hij geeft ook scholing aan docenten van de 3e tranche. Met 5 vwo is een experiment gestart om Blackboard als interactieve leeromgeving te gebruiken bij de lessen Informatica. De eerste ervaringen zijn daarbij positief. Instructie-, oefen- en toetsprogramma´s bij Metaal-, Installatie- en Voertuigentechniek In de vaklokalen staat een beperkt aantal computers. Tijdens het bezoek aan de afdeling Installatietechniek zat één leerling op een computer een toets te maken te rw ijl anderen bezig waren aan een opdracht of stof aan het doornemen waren. De docent was beschikbaar voor vragen van de leerlingen. De stof is opgedeeld in modules. De leerlingen kunnen zelfstandig de module doorwerken en zelf beslissen wanneer een toets wordt gemaakt. Na het afleggen van de toets krijgt de leerlingen direct informatie over de resultaten. Wanneer de leerling een score heeft die lager is dan een 8 is wordt bovendien informatie gegeven waar de stof die nog niet beheerst wordt te vinden is in de moduleklapper. De docent kan de toetsprogramma’s bij stellen, zodat niet steeds dezelfde vragen in dezelfde volgorde staan. Een toets kan niet twee keer op dezelfde dag gemaakt worden. De leerlingen zijn heel tevreden over de directe feedback en over de informatie die wordt gegeven over waar de nogmaals te leren stof te vinden is. ICT bij het werken met een werkplekstructuur Bij de afdelingen Administratie, Metaal-techniek, Voertuigentechniek en Bouwtechniek wordt gewerkt met een werkplaatsstructuur, waarbij afhankelijk van de afdeling ict een meer of minder belangrijke rol speelt. Bij de afdeling Ve rz o rging en Welzijn gaat de school, zodra de modules gereed zijn, ook volgens deze wijze werken. Computers zullen dan ook niet meer in een apart lokaal geplaatst worden. In de werkplaats Metaaltechniek zijn de leerlingen verantwoordelijk voor de planning en voor het voorraadbeheer en werden gemaakte opdrachten ook door een leerling afgetekend. De planning en materiaalbeheer worden per computer gedaan. Ook bij Voertuigtechniek werden computers gebruikt om een toets te maken, om informatie op te zoeken over verschillende automerken en types, maar ook waren er computers die gebruikt werden als testapparatuur.
Technisch College Het Raayland College neemt deel aan het project Technisch College. Door de afdeling Metaal-techniek zijn instructiefilmpjes gemaakt en op cd-rom gezet. Leerlingen kunnen ter oriëntatie of als extra instructie op zo´n instructiefilmpje zien hoe een bepaalde machine veilig gebruikt kan worden. Deze wijze van (extra) instructie wordt intensief gebruikt op het Raayland College. De filmpjes zijn ook voor andere scholen zeer interessant. Vele scholen in het land gebruiken ze. Tijdens het inspectiebezoek werd zo’n filmpje afgespeeld op het notebook van de docent omdat projectie pas bij het in gebruik nemen van de nieuwbouw mogelijk wordt.
46
3.0
Veranderingen voor de leerlingen Uit de beschrijvingen in paragraaf 2 blijkt dat leerlingen in een toenomend aantal vakken intensief met ict werken. Echter niet voor alle vestigingen, leerjaren en afdelingen is het gebruik van ict even intensief en de mate van implementatie in de vakken is verschillend. De verschillen zijn onder andere te verklaren uit het tijdstip waarop een leerstroom met het gebruik van ict is begonnen, uit de betrokkenheid en vaardigheid van docenten, de vestiging waar het onderwijs plaatsvindt en invloed van andere onderwijsontwikkelingen. In het beroepsonderwijs wordt in het kader van nieuwe examenprogramma’s de computer in toenemende mate ingezet. Met de start van de Tweede Fase van het havo/vwo is ook hier een impuls gegeven aan het toenemend gebruik van de computer. Leerlingen kunnen ook steeds meer informatie vinden op de website van de school. Voor de vakken Aardrijkskunde, ANW, Beeldende vakken, Biologie, Economie, Filosofie, Frans, Geschiedenis, Informatica, Informatiekunde, Maatschappijleer, Nederlands en Wiskunde kunnen pagina´s met koppelingen naar interessante sites geraadpleegd worden. Maar ook is er eindexamenwerk van leerlingen voor de vakken Handvaardigheid en Tekenen te vinden.
4.0
Veranderingen voor de docenten Het Raayland College heeft al lange tijd een actieve ict-coördinator. Doordat hij ook als ict-consulent bij het CPS werkt is hij bovendien goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en kansen. Er is fors ingezet op systeembeheer vanuit het idee dat docenten en leerlingen zo weinig mogelijk last moeten hebben van technische problemen. Er moet zo weinig mogelijk weerstand ontstaan door problemen bij gebruik van ict. Ook is er voor gekozen alle docenten een aantal onderdelen van het Digitaal Rijbewijs Onderwijs te laten volgen. De overheveling van onderdelen van de lessen Informatiekunde in de brugklas bij de havo- en vwo-stroom betekent dat een aantal vakken elk een klein deel van de kerndoelen voor hun rekening neemt. In januari van dit schooljaar nemen andere vakken dat op in hun aanbod. De verschillende vakken volgen elkaar daarbij op volgens een vastgesteld schema. De ict-werkgroep zorgt voor de organisatie en overlegt met de vakken over de integratie van ict en leerdoelen van die vakken. Scholing wordt zoveel mogelijk op school door docenten van de school zelf ve rz o rgd. De ervaring is dat hierdoor de toepasbaarheid veel beter gegarandeerd is dan wanneer mensen van buitenaf dit doen. Voor verschillende vakken zijn door docenten webpagina´s gemaakt met koppelingen naar andere sites. Zo heeft de docent Aardrijkskunde een site gemaakt over sterrenkunde die geroemd is in het Nederlands tijdschrift voor sterrenkunde. Het gebruik van toetsprogramma´s in het vbo geeft de docent beter en sneller zicht op de vorderingen van de leerlingen en op behoefte van leerlingen aan ondersteuning.
5.0
Veranderingen in de organisatie van de school Het invoeringsproces wordt gestuurd vanuit een ict-stuurgroep en een ict-werkgroep. Deze zijn ingesteld ten behoeve van de uitvoering van het projectplan. De stuurgroep bestaat uit het directielid dat ict in zijn portefeuille heeft, de ict-coördinator en het hoofd systeembeheer, die tevens verantwoordelijk is voor de ict-coördinatie van de administratie. Het hoofd systeembeheer stuurt drie mensen aan die zijn ingezet voor het
47
systeembeheer. In totaal wordt er voor het beheer 2,6 fte ingezet. Het hoofd systeembeheer heeft voor de helft van zijn werktijd nog lesgevende taken en de ictcoördinator nog voor enkele uren. Dit maakt dat zij ook vanuit de dagelijkse ervaring als docent kunnen redeneren. Er wordt van tevoren eerst goed nagedacht over een aanpak die doeltreffend is en zo min mogelijk tijd kost bij het onderhoud. Om elkaar op de hoogte te houden van de recente ontwikkelingen heeft het hoofd systeembeheer een apart programma ontwikkeld voor het projectmanagement. Alle vragen komen via de mail binnen. Op het scherm is te zien wie van de systeembeheerders de vraag oppakt en wat er gedaan is om het probleem op te lossen. Elke vraag krijgt een apart nummer in de database en het programma kan de historie en het verloop op verschillende manieren rubriceren. Achteraf kan bijvoorbeeld een overzicht gemaakt worden van het soort vragen dat gesteld is, de tijdsverdeling van de inzet van de systeembeheerders etc. Voor de aanvraag van nieuwe software (en hardware) zijn procedures ontwikkeld. Vrijwel alle aanvragen komen nu via overleg met de ict-coördinator en in tweede instantie pas via de systeembeheerder tot stand. Grote projecten/aanschaffen lopen via de ictstuurgroep. De steun vanuit de directie wordt als een heel belangrijke voorwaarde gezien voor de implementatie. De ict-coördinator is ook lid van de ict-werkgroep. De ict-coördinator zit de werkgroep voor en iedere locatie is met een lid vertegenwoordigd. De werkgroep is in de beginfase groter geweest, maar daardoor werd het een log lichaam. De taak van deze groep is het onderhouden van contacten met docenten of vertegenwoordigers van secties, afdelingen etc. De school vindt het belangrijk dat vaksecties zelf met ideeën komen en ze worden daarin ook gestimuleerd. Implementatie is dan een stuk makkelijker. Verder wordt aan draagvlakvergroting gewerkt door schoolbulletins en informatiebijeenkomsten voor docenten. Infrastructuur De school noemt het computernetwerk de ruggengraat van de ict-voorzieningen. Alle computers op school zijn aangesloten op één netwerk. Dit netwerk wordt zowel voor het leerlingengedeelte als voor administratieve doeleinden gebruikt. De ve rs chillende locaties zijn daarbij met elkaar verbonden via het publieke telefoonnet ( ISDN). Er is een speciale server voor het beheer van de e-mail, de printers, de modems, een BBS en een list-server voor het kunnen versturen van berichten naar meerdere geadresseerden. Eind 1999 was de overstap naar Windows 95 voor vrijwel alle pc´s een feit. Voor het netwerkbeheer is met een firma een licentiecontract afgesloten voor het gebruik van de Zero Administration Client van NAI en later ZEN. Voor de bekabeling van het netwerk wordt op dit moment coax-kabel gebruikt met repeaters in het netwerk waar dat nodig is. In de nieuwe behuizing zal het netwerk op basis van UTP-bekabeling worden aangelegd, waarnodig in combinatie met glasvezel. De helpdesk van de school functioneert via de computer. Indien nodig is de assistentsysteembeheerder via een gsm overal en direct te consulteren. Er zijn nu ruim 200 computers (Pentium) in gebruik die allemaal zijn aangesloten op het schoolnetwerk. De computers zijn geplaatst in pc-lokalen, in de vaklokalen (een beperkt aantal dat in toerbeurten worden gebruikt), in theorielokalen en in de grote mediatheek op de hoofdvestiging en de kleine in één van de nevenvestigingen. Alle computers van het type 486 en ouder zijn vervangen. Met de verdere aanvulling van de computers voor leerlingen tot een verhouding van één computer per tien leerlingen wordt gewacht tot na het in gebruik nemen van de nieuwbouw. Praktisch alle computers op alle locaties hebben door de aansluiting op kennisnet toegang tot internet. Het Raayland College heeft er voor gekozen niet te werken met losse cd-rom spelers in de
48
computer, maar met cd-rom servers. De school beschikt over drie cd-rom servers (ieder geschikt voor zeven cd-rom´s) en één server voor 30 cd´s. Deze capaciteit komt al niet meer tegemoet aan de vraag. Voor computerprojectie heeft de school de beschikking over twee beamers. Bij de aanvulling, vervanging en plaatsing van de hardware is niet alleen rekening gehouden met onderwijskundige ontwikkelingen maar ook met de nieuwbouw. Op de locaties die ve rl a ten worden zijn de investeringen in uitbreiding van het netwerk minimaal gehouden. Alleen daar waar dit onderwijskundig niet langer op zich kon laten wachten zijn investeringen gedaan. Zo is op de vestiging waar beroepsgericht onderwijs plaatsvindt het afgelopen jaar nog geïnvesteerd om het geven van onderwijs in een werkplekkenstructuur uit te breiden naar de afdeling Metaal. In de afdelingen Metaalinstallatie en Voertuigentechniek werd al langere tijd gewerkt met werkplekken/werkplaats structuur. De apparatuur staat naast of geïntegreerd in het praktijklokaal. Deze wijze van werken heeft gevolgen voor de nieuwe unilocatie. Ook daar zullen de computers zoveel mogelijk geïntegreerd in de vaklokalen worden geplaatst. De onderwijskundige ontwikkelingen betekenen ook dat leerlingen uit de Tweede Fase zelfstandig gebruik kunnen maken van computers. In de nieuwbouw komt een open leercentrum voor de bovenbouw voor 200 leerlingen met 60 pc’s en een daarnaast gelegen mediatheek. Kosten De totale beschikbaar gestelde projectgelden bedroegen ongeveer ƒ 800.000. Uit eigen middelen is een bedrag vrijgemaakt van ongeveer ƒ 400.000. De school ervaart bij de inpassing van het ict in het onderwijs veel financiële knelpunten. De middelen voor aanschaf, onderhoud en beheer zijn nauwelijks toereikend. Zonder een goed systeembeheer is integratie van het gebruik van ict in het onderwijs technisch niet mogelijk. Bovendien is het bepalend voor het draagvlak bij de docenten. Het systeembeheer is substantieel uitgebreid. Er wordt nu 1,4 fte ( groot systeem-beheer) + 1,2 fte (klein systeembeheer, onderhoud en helpdesk) ingezet. Voor bepaalde sectoren is inpassing van ict alleen haalbaar door externe geldbronnen of contacten. Zo is de inzet van computergestuurde diagnose apparatuur bij Voertuigentechniek alleen mogelijk doordat het bedrijfsleven een verouderde machine ter beschikking heeft gesteld.
6.0
Veranderingen in de relaties met de omgeving De website van het Raayland College is een belangrijk middel voor communicatie met de omgeving. De site wordt gebruikt om de erva ri n gen die zijn opgedaan te verspreiden, maar ook het verloop van de nieuwbouw kan op de site gevolgd worden. De school heeft een projectaanvraag ingediend voor een netwerkproject. Het Raayland College zou met zeven basisscholen in de regio Venray willen bouwen aan een interactieve website waar leerlingen, ouders en docenten informatie kunnen krijgen en geven over wat leerlingen uit het PO te wachten staat bij de overgang naar het VO. Ook zijn er plaatselijke contacten die tot verdere samenwerking moeten leiden. Er zijn plannen voor vergaande samenwerking tussen de eigen mediatheek en de Openbare Bibliotheek Venray. Voor de ontwikkeling van ict-gebruik binnen het Raayland College zijn internationale en landelijke contacten van belang. Recente studiereizen gaven de school nieuwe ideeën voor verder ict-beleid. Contacten in het kader van het Groupware project zullen naar verwachting verdere verdieping opleveren en een stimulans zijn om op het Raayland
49
College hier verder vorm aan te geven. Scholing wordt waar mogelijk door de school zelf georganiseerd en uitgevoerd om de toepasbaarheid zo groot mogelijk te laten zijn. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van voornamelijk vakscholingen die door LPC’s worden ve rz o rgd. De systeembeheerders van de scholen uit Venray wisselen ervaringen uit op hun vakgebied. Er is besloten om via een list-server erva ri n gen beschikbaar te stellen. Op de website van het Raayland College komt een onderdeel over systeembeheer, gekoppeld aan het ove rz i cht van ict-gebruik door docenten en leerlingen. Op het niveau van het schoolmanagement neemt het College deel aan de ict-klankbordgroep van de Vereniging Voor Onderwijsmanagement, de organisatie van schoolleiders in het vo (VVO).
7.0
Reflectie en ambities De afgelopen jaren is veel gebeurd op het Raayland College. De infrastructuur is sterk verbeterd, toepassingen zijn uitgebreid, docenten zijn geschoold en de website is verder ontwikkeld. Er zal voortdurend aandacht besteed moeten worden aan het bijhouden en verder uitbouwen van de website. Informatie voor leerlingen komt in snel toenemende mate ook beschikbaar via internet. Door op de website verwijzingen op te nemen naar relevante sites kan het voor de leerling gemakkelijk worden gemaakt aan de betreffende informatie te komen. Het accent zal de komende tijd liggen op de implementatie van icttoepassingen bij het werken aan de kerndoelen. De nieuwbouw heeft hierop deels een stimulerende invloed, maar de technische infrastructuur vraagt ook veel aandacht. Het gebruik van ict maakt in het vbo differentiatie en ondersteuning op maat makkelijker. Er zijn echter verschillen in de mate waarop toepassingen worden gebruikt in de afzonderlijke afdelingen. Dit is deels te verklaren uit meer of minder contacten met de praktijk, deels uit opvattingen over hoe leerlingen leren. De werkplaats-structuur wordt gezien als een belangrijke manier waarop leerlingen gesteund en gevolgd kunnen worden in hun leerproces. De school heeft de verwachting dat de ingebruikneming van de nieuwbouw de gewenste ontwikkelingen zal stimuleren en de verschillen in gebruik zal verminderen.
8.0
Waardering De invoering van ict is gekoppeld aan thema’s die vo o rt vloeien uit de onderwijsvisie van het Raayland College. Hierdoor stimuleren kern-innovaties en gebruik van ict elkaar. Vo o rt gang wordt geboekt omdat de ict-coördinator, gesteund door de directie op een inspirerende wijze sturing kan geven aan verdere groei van ict-gebruik en verdere integratie in de vakken. Alle docenten zijn inmiddels vaardig genoeg om mede vorm te geven aan verder gebruik van ict. De inzet en deskundigheid van het systeembeheer hebben een belangrijke bijdrage aan dit proces geleverd. De school is op veel terreinen selfsupporting, maar kijkt tegelijkertijd wat er ´te koop´ is in de buitenwereld. Er wordt actief aan internationalisering gedaan. De school stelt eigen erva ri n gen graag ter beschikking via landelijke projecten, maar ook via de website van de school. Deze website is een goed voorbeeld hoe een school kennis aan leerlingen aanbiedt en leerlingen activeert verder kennis te vergaren door het internet toegankelijk te maken. Dat een school in staat is effectieve leermiddelen te maken die ook voor anderen van belang zijn, blijkt uit het product dat het Technisch College oplevert. Het gebruik van ict in de werkplaats-structuur in het vbo ondersteunt het zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren en maakt het voor de docenten makkelijker leerlingen de juiste ondersteuning te geven.
50
Het gebruik van Groupware is een inspirerende en waardevolle manier om het samenwerkend leren te bevorderen. Wat de effecten zullen zijn van het werken met het programma IP-coach is nog niet duidelijk, maar het zal het zelfstandig leren door de leerlingen zeker bevorderen. De integratie van ict in het onderwijsleerproces laat nu nog grote verschillen zien tussen onderwijssoorten en tussen afdelingen. Het vakoverstijgend werken is nog in het begin stadium van ontwikkeling.
9.0
Lessen voor anderen - Zorg dat je uitgangspunten helder zijn. - De plaatsing van activiteiten op tijdlijn is van groot belang. - Maak een kleine stuurgroep die slagvaardig is. - Het lukt niet zonder goed systeembeheer. - Kies voor één leverancier. - Gebruik talenten die bij personeel aanwezig zijn. - Overheid: bij de financiering is te weinig rekening gehouden met kosten die ict-gebruik met zich meebrengt ( zoals elektra, airco), afschrijving is ook niet reëel. - Kies niet altijd het nieuwste van het nieuwste. - De software-ontwikkeling loopt achter bij wat nodig is en technisch bruikbaar is.
51
Bijlage 1 Raayland College Zuidsingel 1 5802 EA Venray Tel.nr.: 0478-551155 Website: www.raayland.nl Kontaktpersoon: De heer J.L.F. van Casteren School bezocht op: 25 oktober 2000 School bezocht door: Peter van den Dool, Irene Wieling, Marry Remery, Ferry de Rijcke, Janita Robberse, Marijke Doorenbos
52
Ict-schoolportret Calandlyceum www.hetcalandlyceum.nl
1.0
Algemene karakteristiek van de school Het Calandlyceum in Amsterdam-West is een brede scholengemeenschap voor vbo, mavo, havo en vwo met ruim 1400 leerlingen. De school ligt in de wijk Osdorp, een typisch Amsterdamse volksbuurt. De leerlingenpopulatie op het Calandlyceum vormt een goede afspiegeling van de bevolking in die wijk. Er zijn ongeveer even veel leerlingen van allochtone als van autochtone herkomst. De school vertoont al een aantal jaren een flinke groei. Dat verklaart ook dat het lerarencorps relatief jong is. Het Calandlyceum profileert zich als een degelijke school waar ‘orde, rust en regelmaat’ hoog in het vaandel staan. Een school die er allereerst op uit is zijn leerlingen met zo min mogelijk ve rt raging een diploma te laten halen. Het tegengaan van verzuim en vo o rt ijdig schoolverlaten zijn dan ook speerpunten van de school. Er zijn uitgewe rk te plannen voor nieuwbouw op het huidige schoolterrein. Over drie jaar wil de school, die nu in verouderde en ontoereikende gebouwen gehuisvest is, een nieuw gebouw betrekken. In dat nieuwe gebouw zal uiteraard een betere ict-infrastructuur zijn dan in de huidige schoolgebouwen. De huidige ict-praktijk op het Calandlyceum komt oorspronkelijk voort uit het computergebruik op de administratie. Toen bleek dat het daar gebruikte programma ‘Schoolfact’ storingsgevoelig was, besloot de school haar eigen weg te gaan door zelf applicaties te maken. ICT-uitrusting Het Calandlyceum was geen ict-voorhoedeschool en kon dus ook niet beschikken over de daarmee verbonden extra faciliteiten en gelden. Voor een goed begrip zij gezegd dat de school is opgedeeld in een Beginschool (BS) en een Eindschool (ES) die allebei een eigen gebouw hebben. De ict-uitrusting van de school is die van een gemiddelde scholengemeenschap en ziet er eind 2000 aldus uit: - Er is een snel en modern netwerk voor de hele school en voor alle administratieve afdelingen. - De school beschikt over ruim 100 moderne computers. Deze zijn verdeeld over de verschillende computerlokalen, de mediatheek, de speciale binas-ruimte en het kantoorpraktijklokaal. Natuurlijk zijn ook management en administratie voorzien van moderne computers. - Leerlingen, management en administratie werken met MS Office 97, inclusief e-mail en internet. De school is sinds kort op kennisnet aangesloten. - Het ict-management bestaat uit een ict-coördinator, een fulltime systeembeheerder, drie informatica-assistenten en een vijftal ict-contactdocenten. Digitale schoolkrant De digitale schoolkrant van het Calandlyceum is op 8 april 2000 door de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam uitgeroepen tot de beste schoolkrantwebsite. Wij spraken Sytse Bakker, de leerling die de motor was achter het Calandjournaal. Hij vond dat de school, naast de papieren schoolkrant die nog steeds bestaat, een eigentijdser medium nodig had, waarmee sneller op schoolse en buitenschoolse actualiteiten kan worden ingespeeld.
53
Het zeer professioneel ogende, levendige ‘Calandjournaal.nl’ - CNN (Caland News Network) is de leus van de redactie - is via de schoolsite te bereiken.
2.0
Veranderingen in het onderwijs Het ict-beleid van de school is erop gericht om in toenemende mate vakspecifieke computervaardigheden in de reguliere lessen op te nemen. Een succesvol voorbeeld hiervan is het zogenaamde ‘Betuwelijn-project’, waarbij ict in de lessen op een vanzelfsprekende wijze wordt toegepast. Betuwelijn-project Docenten Aardrijkskunde, Geschiedenis en Maatschappijleer van 4 vwo legden hun leerlingen in het kader van een praktische opdracht voor de Tweede Fase de volgende vraag voor: ‘Moet de Betuwelijn er eigenlijk wel komen? En wiens belangen worden met die lijn gediend?’ Er werd bij deze praktische opdracht, die deel uitmaakt van het schoolexamen, gewerkt volgens de principes van co-operative learning, waarbij leerlingen met een duidelijk omschreven taakverdeling in groepen samenwerkten. Elke groep probeerde de boven geformuleerde vraag te beantwoorden vanuit een specifieke invalshoek, bijv. die van de regering, de oppositie, Nederland Distributieland of de boeren. Cruciaal onderdeel van deze opdracht was een geleid onderzoek dat begon bij het zoeken en selecteren van informatie over de standpunten van de verschillende partijen via inte rn et . Dit project eindigde in een ‘grande finale’, een slotdebat over de zin en onzin van de Betuwelijn. De inzet en betrokkenheid van leerlingen ove rt rof de verwachtingen van hun docenten. (Voor meer informatie over dit project: http://www.CalandBetuwe.com. Ook verschijnt in het onderwijsblad ‘Van 12 tot 18' een publicatie over dit succesvolle project.)
-
Zoals gezegd werd dit project opgezet vanuit de principes van co-operative learning. Deze manier van werken, in het Nederlands ook wel teamleren genoemd, is een humanistische onderwijsbenadering die zowel de cognitieve als de sociale vaardigheden traint en die in de Verenigde Staten momenteel veel invloed heeft. Teamwerk onderscheidt zich van groepswerk door de volgende kenmerken: - een team bestaat maximaal uit vier, minimaal uit twee en als het niet anders kan uit drie leerlingen - een team bestaat uit leerlingen die op het persoonlijke vlak met elkaar hebben kennis gemaakt waardoor de bereidheid is ontstaan om samen te werken - een team heeft een duidelijk omschreven product-of probleemgerichte leertaak, die levensecht is, waardoor de zin ervan wordt ingezien - een team neemt functionele taken van de docent over en traint sociale vaardigheden door middel van wisselende rollen. Elk teamlid levert een gelijkwaardige individuele 1 bijdrage aan die taak en is daarvoor verantwoordelijk. Niet projectmatig of incidenteel, maar structureel zijn de initiatieven van verschillende secties van het Calandlyceum om eigen websites te bouwen met daarop onder meer de studiewijzers van hun vak. Zo zijn er meer plannen en initiatieven die aan de basis van de school opbloeien.
1 Bron: Teamleren op school en in de klas, onder redactie van Jacques Haenen en Annelien Haitink, SMD educatieve uitgevers, Leiden,1998)
54
3.0
Veranderingen voor de leerlingen Het bestaan van de succesvolle digitale schoolkrant is symbolisch te noemen voor de manier waarop leerlingen van het Calandlyceum aan de slag zijn gegaan met de moderne communicatietechnieken. Er worden van onderaf initiatieven ontplooid als aanvulling op het reguliere computeronderwijs en het langzaam oprukkende gebruik van computers bij de verschillende vakken. Natuurlijk komen leerlingen die het vak Informatiekunde volgen slechts in contact met eenvoudige ict-toepassingen, maar veel leerlingen in met name de Eindschool bezoeken de mediatheek en het computerlokaal voor hun werkstukken, en ook voor infotainment. Daarnaast wordt bij vakken als Nederlands, Engels, Duits en Maatschappijleer regelmatig van computers gebruik gemaakt. Bij de vakken Kantoorpraktijk en Machineschrijven is ict al volledig geïntegreerd in het leerproces. Kantoorsimulatie In de klas wordt een fietsen-assemblagebedrijf gesimuleerd. Het bedrijf heet Freewheel. Gedurende de cursus doorlopen de leerlingen verschillende stadia: handmatige verwerking van administratie, semi-geautomatiseerd en geautomatiseerd, zodat ze goed inzicht verwerven in de kantoorautomatisering. In het eerste stadium wordt gewerkt aan toetsenbordvaardigheid, tekstverwerking (inclusief machineschrijven), boekhouden en andere kantoorvaardigheden. In de periode daarna doorlopen leerlingen in blokken van acht weken de ve rs chillende onderdelen van de we rk p rocessen, van receptie tot financiële afhandeling en levering. De simulatie-opzet blijkt heel stimulerend te zijn. Leerlingen vinden het leuk om een eigen werkplek te hebben, gerelateerd aan hun taak en ze voelen zich zeer betrokken bij de lessen.
4.0
Veranderingen voor de leraren Zoals op de meeste scholen bestaan ook tussen de docenten van het Calandlyceum grote ve rs chillen in kennis en vaardigheden als het gaat om computergebruik. Er zijn beginners en gevorderden, maar voor bijna iedereen geldt dat ze de noodzaak van verder training en scholing op ict-terrein onderkennen. Vorig jaar is er een tweejarig scholingstraject ‘Algemene Computervaardigheden’ (ACV) gestart met als doel het behalen van het Digitale Rijbewijs Onderwijs (DRO) door zoveel mogelijk docenten. Nu dit digitale fundament vaste vorm begint te krijgen, kan worden geïnvesteerd in het aanleren van vakspecifieke educatieve ict-kennis. Het Calandlyceum erkent volmondig dat nog lang niet alle docenten beschikken over de vaardigheden om computers te gebruiken bij hun reguliere onderwijstaken. De school zegt hoop te putten uit het feit dat er “door velen enthousiast wordt gestudeerd”. Intussen gaat de school door met het systematisch introduceren van de computer in het vakspecifiek onderwijs. Vooruitgeschoven posten
55
daarbij zijn (voorlopig) een vijftal ict-contactdocenten. Die hebben al enige ervaring opgedaan en dragen die vervolgens over op hun collega’s. Voor die taak zijn per contactdocent drie uur per week beschikbaar. De ict-scholing van de docenten vindt plaats in niveaugroepen en staat onder leiding van een eigen docent. Op aarzelingen en drempelvrees van sommige docenten wordt ingespeeld door hen in de comp u te rl o kalen assistentie aan te bieden van informaticaassistenten. De meest recente onderwijshervormingen zoals basisvorming, Tweede Fase en vmbo impliceren voor de docenten nieuwe lesinhouden en daaraan gekoppelde didactiek. Omdat de docenten daar zelf (nog) hun handen vol aan hebben, ervaren velen van hen de inzet van ict hierbij eerder nog als een extra belasting dan als een (mogelijke) verlichting en verrijking van hun lessen. Omgekeerd voelen docenten die ict wél als een geïntegreerd deel van hun lessen willen inzetten, zich belemmerd door de overladenheid van het programma. Hierdoor is computergebruik - immers slechts in heel beperkte zin ‘examenstof ‘ - niet attractief voor docenten én leerlingen. ‘Je kunt er omheen’, zoals een leraar het formuleerde. Dat zou veranderen als centrale examens meer computergebruik zouden vragen.
5.0
Veranderingen in de organisatie van de school Zoals al gezegd, worden het ict-gebruik op het Calandlyceum en de organisatie daarvan gekenmerkt door een afwisseling van enthousiaste initiatieven vanaf de basis en ge ri ch t beleid vanuit het managementteam. Dat is ook terug te zien in de manier waarop ict binnen de school organisatorisch vorm wordt gegeven. Geleidelijk aan wordt daarbij met het vo o rt s ch rijden van de ontwikkelingen - het informele meer en meer geformaliseerd met als spil de ict-coördinator. De ict-coördinator van de school volgde een cursus ‘ICT coördinaat’ van tien dagdelen en vindt jaarlijkse intensieve bijscholing noodzakelijk. Binnen het management van het Calandlyceum is het uiteraard de portefeuillehouder ict die de uiteindelijke formele verantwoordelijkheid voor het ict-beleid van de school draagt.
6.0
Veranderingen in samenwerking met de omgeving Op dit ogenblik is de ict-praktijk van het Calandlyceum niet van dien aard - even afgezien van breed te raadplegen schoolsites op internet - dat die al geleid heeft tot veranderingen van de school in haar samenwerking met de omgeving. Een ict-samenwerking met een naburige instelling van hoger onderwijs liep eerder op niets uit vanwege een te geringe inbreng van die instelling, maar plannen om nieuwe vormen van samenwerking aan te gaan, zijn er wél. “Om kennis te bundelen en kosten te drukken is het efficiënt en voordelig een ict-netwerk op de richten. In de praktijk lijkt dat maar slecht te lukken. Maar het belang is te groot om het te laten schieten”, aldus letterlijk het Calandlyceum. De school heeft dan ook als officieel ict-uitgangspunt voor de lange te rm ijn nadrukkelijk ‘het werken met partnerscholen’ geformuleerd.
56
7.0
Reflectie en ambities Het Calandlyceum is doordrongen van de noodzaak om met name en met voorrang de computer een belangrijke rol te laten spelen bij het actief en zelfstandig leren in basisvorming, vmbo en Tweede Fase. Ict-gebruik kan juist op dit punt verticale en horizontale samenwerking voor de hele school op gang brengen. Daarbij is het wenselijk ict te integreren in alle vakken en zeker niet als vak apart te beschouwen. De school wil haar ict-investeringen (mediatheek, aansluiting op kennisnet e.d.) hierop richten. Intussen ziet de school nog een aantal problemen. Het aantal moderne computers is het afgelopen jaar zeer behoorlijk toegenomen, maar het Calandlyceum zegt zich te realiseren dat het simpelweg aanschaffen van nieuwe computers slechts de helft van het verhaal is. Want pas bij een veelvoud aan uitgaven voor software, beheer en opleidingen voor docenten kunnen die computers effectief worden ingezet in het onderwijs. Ook zouden de bestaande bouwvoorschriften voor scholen de inrichting van meer voor computergebruik geschikte leslokalen in de weg staan. Voor het Calandlyceum is dit actueel, want zij start binnenkort met de bouw van een nieuwe school. De docenten ervaren het als paradoxaal dat de Tweede Fase aan de ene kant intensiever computergebruik door leerlingen uitlokt, maar aan de andere kant de daarbij horende individuele begeleiding wordt bemoeilijkt door het afgenomen aantal contacturen per vak. Zelfwerkzaamheid van leerlingen met inbegrip van computergebruik blijkt te winnen bij intensievere begeleiding en instructie. Tenslotte hebben docenten van het Calandlyceum ook kritiek op de kwaliteit van de beschikbare, educatieve software.
8.0
Waardering Als het gaat om inzet van ict kan het Calandlyceum in de nabije toekomst voortbouwen op reeds gelegde fundamenten. De ambities zijn groot, initiatieven van docenten en leerlingen krijgen en kregen volop de ruimte. Een meer omvattend beleidsmatig gestructureerd ict-beleid kan nu pas van de grond komen. Daar zijn verschillende redenen voor, zoals de voorgenomen nieuwbouw van de school. Ook op ict-gebied zal die voor het Calandlyceum een grote sprong voorwaarts moeten worden. Langzaam, maar zeker bouwt de school aan een ict-praktijk. Het managementteam van de school met zijn portefeuillehouder ict bouwt samen met de speciaal aangestelde en geschoolde ictcoördinator aan een gestage implementatie van de computer in de lessen. Daarbij worden initiatieven van de basis gehonoreerd, maar wordt evengoed de ict-schroom van sommige docenten verdisconteerd. Op het Calandlyceum blijken docenten-scholing en het organiseren van onderlinge hulp en bijstand via de ict-contactdocenten en de speciale informatica-assistenten hun vruchten af te werpen.
57
9.0
Lessen voor anderen Of het nu de uitkomst van een bewust gekozen strategie is of het resultaat van door de school moeilijk te beïnvloeden externe en interne omstandigheden, feit is dat het ictbeleid van het Calandlyceum een verrassend effectieve mix blijkt van initiatieven van onderaf en beleid van bovenaf. Daarbij kunnen de volgende praktijken een voorbeeld voor andere scholen zijn: - Kies voor snelheid, blijvend goede ondersteuning en onderhoud (systeembeheer) in plaats van kwantiteit. - Ondersteuning van informatica-assistenten in de klassen werkt drempelverlagend voor docenten en biedt leerlingen meer gelegenheid om begeleid te worden. - Start bij de scholing van docenten met een basispakket, gerelateerd aan dagelijks gebruik, zodat docenten meteen kunnen toepassen wat ze leren (e-mail, lay-out e.d.) - Geef scholing op maat (gedifferentieerd naar niveau). - Geef goede praktijkvoorbeelden veel ruimte én aandacht.
58
Bijlage 1 Caland Lyceum Amsterdam Hoekenes 61 1068 MR Amsterdam
Tel.nr.: 020-6198399 Website: www.hetcalandlyceum.nl Kontaktpersoon: De heer H. Speelman School bezocht op: 8 november 2000 School bezocht door: Marja Blom, Theo Muntingh, Jacqueline de Veth, Ron van der Kooij Gesprekspartners : H. Speelman (ict coordinator), K. gorter (portefeuille-houder),W. van Heusden systeembeheerder, J. Siegman, K. Nuland, J. Westenberg, M. Bunning, H. Vonk, J. Hauwert, W. Vlakveld, E. Weemhoff, M. Bakker, P. Heerschop, H. Annsingh, diverse leerlingen.
59
Ict-schoolportret Fontys Hogescholen, (Lerarenopleidingen Vo o rt ge z et Onderwijs Algemene vakken, de vestigingen Tilburg en Sittard) www.fontys.nl
1.0
Algemene karakteristiek De Fontys-instellingen De Fontys-instellingen zijn sinds januari 2000 opgedeeld in 34 hogescholen. Een Groepsraad, bestaande uit de Raad van Bestuur en een aantal groepsdirecteuren, geeft vorm aan het bestuurlijk proces. Binnen de Fontys-organisatie bestaan de sectoren Economie, Techniek, Kunst, Gezondheidszorg, Mens en Maatschappij en Onderwijs. De sector Onderwijs omvat dertien hogescholen. Daartoe behoren onder andere de Fontys Lerarenopleidingen te Tilburg en Sittard. Naast een viertal Pabo’s omvat de sector Onderwijs tweedegraads lerarenopleidingen, eerstegraads opleidingen (DAV-1), een Academie voor Lichamelijke Opvoeding en de Pedagogisch Technische Hogeschool. De lerarenopleidingen van Fontys liggen verspreid over een groot aantal plaatsen. De Fontys Lerarenopleidingen in Tilburg en Sittard leiden op voor de algemene vakken, met uitzondering van de kunstvakken: deze zijn ondergebracht bij de Fontys Hogeschool voor de Kunsten. De tweedegraads opleidingen worden zowel in voltijd als in deeltijdstudies aangeboden. De eerstegraadsopleidingen worden in het algemeen in deeltijd aangeboden, echter voor de vakken Wiskunde, Natuurkunde en Scheikunde ook in voltijd. Tussen de opleidingen die in Sittard en in Tilburg worden verzorgd, bestaan sinds jaar en dag nauwe banden. ICT-ontwikkelingen binnen Fontys Binnen Fontys vinden experimenten plaats met discussielijsten, Blackboard, de communicatieve mogelijkheden van Learning Space, BSCW en dergelijke. Door Vespucci, Firstnet, PROFIKS en een aantal projecten Kwaliteit en Studeerbaarheid is meer inzicht ontstaan in transformatie van leerprocessen en benutting van ict daarbij. Fontys streeft naar een mix van onderwijs op locatie en afstandsonderwijs. Binnen Fontys realiseert men zich dat flexibilisering, individuele routes, onderwijs op maat, tijd- en plaatsonafhankelijke toegang tot informatie en samenwerkend leren, vragen om grootschalige inzet van ict. Uit de kadernotitie ‘Web-enabled, ict in Fontys-onderwijs’ (november 1999) blijkt dat ict speerpunt van beleid is. Vo o rt gebouwd wordt op de prioriteiten en actiepunten die in de instituutsplannen zijn verwerkt. Aansturing van het implementatieproces geschiedt vooral via de instituutsdirecteuren. Er wordt vanuit gegaan dat leren plaats vindt als studenten en medewerkers actief kennis const ru e ren door nieuwe informatie te integreren met eerder opgedane erva ri n gen of met wat eerder of elders geleerd is. Dat vraagt om een open leeromgeving, waarin studenten met elkaar, met docenten, met experts en met beroepsbeoefenaars communiceren en samenwerken. De verschillende opleidingen worden meer Web-enabled gemaakt door: - het verstrekken van e-mailadres plus inbelmogelijkheid aan alle studenten en medewerkers als een eerste stap in het on-line studeren en werken en door het beschikbaar stellen van een eigen website aan alle studenten en medewerkers voor hun producten, portfolio, curriculum vitae en dergelijke. - het openen van een website voor aankomende studenten en kenniszoekende bedrijven en een website met banenaanbod plus bedrijfs-/instellingspresentaties voor Fontysafgestudeerden;
60
- de mogelijkheid voor studenten/cursisten om via het Web informatie aan te vragen en in te schrijven voor opleidingen en modulen; - studiegidsen, model Onderwijs en examenregeling plus bijlagen per studierichting, studentenstatuut, afstudeerregelingen op internet c.q. intranet te plaatsen; - roosters en studievo o rt gang opvraagbaar te maken via inte rn et; - links mogelijk te maken naar bibliotheek zoeksystemen; - onderwijsinhouden elektronisch beschikbaar te stellen; - elektronische toetsing, assessment en leerroute-planning aan te bieden.
2.0
Veranderingen in het onderwijs De lerarenopleidingen voor het vo o rt ge z et onderwijs staan voor de belangrijke taak om een forse omslag te maken ge ri cht op: - Veranderingen in het onderwijsaanbod - Vergroting mark t ge ri ch theid (studenten, docenten, schoolorganisaties) - Overgang naar een vraag-gestuurde organisatie - Ontwikkeling van een samenhangend flexibel stelsel van lerarenopleidingen De innovatie vindt plaats binnen de kaders van het overheidsbeleid zoals verwoord in o.a. ‘Maatwerk voor morgen’ en ‘Onderwijs on line’. De lerarenopleidingen hebben gezamenlijk de veranderingen geoperationaliseerd in de innovatieplannen Educatief PartnerSchap (EPS). Het EPS vormt het leidende programma waarbij sprake is van een projectmatige aanpak, waarbij de instituten de vergroting van hun mark t ge ri ch theid en de omslag naar een vraaggerichte werkwijze, in onderlinge samenwerking en afstemming, willen realiseren. In september 1999 zijn bij de Fontys-lerarenopleidingen urgentieprogramma’s (zoals zij-instroom trajecten) en duale trajecten gestart; op middenlange te rm ijn moet een geheel flexibel stelsel van lerarenopleidingen tot stand komen. Ook zal in samenwerking met het werkveld het curriculum worden bijgesteld, waarbij beroepspraktijk en competentiegericht opleiden centraal staan. Voor de uitvoering van deze projecten is een projectorganisatie opgezet die in nauwe samenhang met de lijnorganisatie de omslag van de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen naar een vraaggerichte we rk w ijze realiseert. Binnen ‘Maatwerk voor Morgen’ en dus ook binnen EPS neemt ict een belangrijke plaats in. Zestig procent van de projectgelden dient aan de ontwikkeling van een ict-rijke 1 leeromgeving besteed te worden. Zowel in ‘Maatwerk voor morgen’ als in EPS wordt aangegeven dat veranderingen in de maatschappij vragen om het voortdurend bijstellen van de competenties van docenten. Leraren in het vo o rt ge z et onderwijs dienen in staat te zijn hun eigen leerproces te sturen. Dat vraagt om een andere aanpak binnen de lerarenopleiding. Studenten moeten in staat gesteld worden om te leren hun eigen ontwikkeling te monitoren en te sturen. Dat kan met behulp van portfolio’s en assessments die ingezet worden voor de drie fasen van de opleiding: propedeuse, hoofdfase en LIO-fase (Leraar in Opleiding). Ict speelt hierbij een grote rol, zowel bij de communicatie als bij de praktische uitwerking. Samenwerking tussen de docenten en studenten van de lerarenopleiding en docenten uit het vo o rt ge z et onderwijs en bve-veld is van groot belang voor het welslagen van de EPS -projecten. Voor hen allen houdt de uitvoering van de EPS-projecten nogal wat veranderingen in. Het is niet doenlijk in dit bestek uitvoerig aandacht te schenken aan alle ontwikkelingen, want er is veel aan de orde. We kiezen ervoor de ‘mooiste’ voorbeelden kort te beschrijven.
61
Producerend leren - In het kader van de tweedejaars module ‘Didactiek van Kennis van Land en Volk: Aspects of America’ kregen voltijd- en deeltijdstudenten van de tweedegraads lerarenopleiding Engels al in aanvulling op de basiscursus DRO een beknopte cursus Frontpage, de standaard Microsoft Office applicatie voor het ontwerpen van webpagina’s. Onderdeel van de afsluiting van de module is het vervaardigen van een web-omgeving in Frontpage die leerlingen in het tweedegraads veld op een motiverende en multimediale wijze laat kennismaken met een aspect van de Amerikaanse cultuur. De tweedegraads studenten van de andere talenopleidingen krijgen nu ook een beknopte cursus web-design. Een voorbeeld van een multimediale leeromgeving bij de afdeling Science is die voor het vak Krachten in het eerste studiejaar van de tweedegraads lerarenopleiding. Te vinden op de website http://www.fontys.nl/lt/na/PROJECTE/krachten/verkeer0.htm Studenten werken in groepjes van vier aan opdrachten die in de studiewijzer worden verstrekt. Ze verdelen zelf het werk. Elk lid is medeverantwoordelijk voor het eindproduct. Gebleken is dat deze werkwijze goed werkt bij ouderejaars studenten. Zowel het logboek als de individuele kennis worden beoordeeld; de kennis door een tentamen en door een waardering van het op schijf ingeleverde materiaal. De media die worden aangeboden zijn video, cd-rom, boek, modellen, experiment -al dan niet met IPCOACH-, en het simulatiepakket Interactieve Natuurkunde 2.5. De docent heeft een aanbod van doceerblokken van ca. 15 minuten die de studenten kunnen inzetten. De studenten vinden deze werkwijze en het gebruik van de verschillende media boeiend.
Open leeromgevingen - Op de gratis en vrij toegankelijke website: www.ict4lt.org staat een Engelstalige verzameling modules over allerlei aspecten van verrijking van het talenonderwijs met behulp van ict. Binnen de deeltijd eerstegraads- talenopleidingen wordt het pakket gebruikt ter voorbereiding op de vakoverstijgende en beroepsvoorbereidende module: ‘Ict en het Talenonderwijs’. Cursisten van de eerstegraads opleiding kunnen zelfstandig en onafhankelijk van tijd en plaats hun deficiënties vaststellen én wegwerken op het gebied van ict, zodat ze voldoen aan het ingangsniveau voor de DRO modules bestandsbeheer, tekstverwerker en internet/e-mail. - Bij de cursus Astronomie zoals die voor derdejaarsstudenten van de tweedegraads opleiding Natuurkunde is gegeven in het kader van omgevingsnatuurkunde wordt ook gebruik gemaakt van een open leeromgeving. De cursus wordt in zijn geheel op het intranet aangeboden. De cd-rom Redshift wordt gebruikt voor foto’s van sterren en sterrenbeelden, maar ook kan een telescoop gesimuleerd worden, waarin tijd- en plaatsafhankelijkheid kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast worden een
62
tekenprogramma en een spreadsheet-programma gebruikt. De open leeromgeving wordt gebruikt ter voorbereiding van de wekelijkse bijeenkomsten, waarbij verschillende opdrachten worden gepresenteerd. Communicatieve leeromgeving - Om na te gaan of het intranet ook geschikt was voor samenwerkend leren over de vestigingsplaatsen heen werd voor het vak Natuurkunde van het vrije veld een schil ontworpen en gebruikt om met studenten vanuit Eindhoven, Sittard en Tilburg dit onderwerp in (plaatsgemengde) groepen te bestuderen. De studenten kozen een onderwerp, maakten contact via e-mail en publiceerden met behulp van Frontpage op intranet. De studentresultaten zijn te vinden op http://vesuvius.fontys.nl/jossmits.minnaert Onderhoud van zo’n site blijkt moeilijk te zijn. Daarom wordt steeds vaker gebruik gemaakt van commerciële websites, zoals viadesk (http://www.viadesk.com) waar werkgroepen geformeerd kunnen worden en waarop ook kan worden gepubliceerd. Voorbeelden daarvan zijn het project Duurzame Samenleving en vakdidactiek voor de DAV-1 Natuurkunde. Tele-leeromgeving - Een voorbeeld van een tele-leeromgeving is de module Mythologie in het eerste jaar van de DAV-1 opleiding Talen. Deze vakoverstijgende en beroepsvoorbereidende module wordt aan alle talenstudenten aangeboden. De module is erop gericht studenten kennis te laten maken met mogelijkheden voor geïntegreerd literatuuronderwijs en CKV-1 (culturele en kunstzinnige vorming). De module wordt geheel on-line afgewikkeld in een in Blackboard vervaardigde tele-leeromgeving. (Op www.blackboard.com is algemene i n fo rmatie over Blackboard te verkrijgen. De Nederlandse versie van Blackboard is beschikbaar via het kringen-onderdeel van kennisnet: www.kennisnet.nl) De gratis Blackboard-huls omvat alle functionaliteiten van de commerciële versie, maar heeft de beperking van een maximale omvang van 5 MB. Om die reden is de module geheel ‘textbased’ Via cd-roms worden ondersteunende audio-visuele files ter beschikking gesteld. De module wordt onder meer afgesloten met het vervaardigen van een PowerPoint presentatie. De presentatie dient multimediale elementen te bevatten en koppelingen mogelijk te maken met geïntegreerd literatuuronderwijs en CKV-1. De presentaties worden opgenomen in de portfolio’s van de studenten. Ervaring leert dat studenten die de cursus in het eerste jaar hebben gevolgd steeds vaker kiezen voor het aanleveren van (delen van) het afstudeerwerk in digitale, multimediale vorm op cd-rom. - Voor de lerarenopleiding Natuurkunde is voor studenten, die reeds in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid in een ander vak, een tele-leeromgeving gecreëerd. De behoefte aan teleleren is ontstaan door de overmaat aan reiskosten en reistijd die de studenten kwijt waren. De tele-leersite is te vinden op het internet: http://www.fontys.nl/lt/na/davinci/cursus95.htm. De studie-inhoud is voor ca. 90 procent beschreven in studiewijzers en opdrachten. Bij de opdrachten wordt ook gebruik gemaakt van een multimediale omgeving. Bij de practicumopdrachten en vakdidactiekopdrachten kan gebruik gemaakt worden van de schoolomgeving van de student. Communicatie met de student vindt voornamelijk plaats via de e-mail.
63
3.0
Veranderingen voor studenten en cursisten Het Digitaal Rijbewijs Onderwijs als basispakket Vanaf het begin van de opleiding worden tweedegraads studenten nu geconfronteerd met ict. Zowel binnen de vakgroepen als in het studielandschap kunnen ze gebruik maken van een groot aantal computers, die vrijwel allen ook de mogelijkheid bieden op internet te komen. Elke student krijgt een eigen e-mailadres en inbelmogelijkheid om gebruik te kunnen maken van de informatie die beschikbaar is op het Fontys Intranet. Voorbeelden van informatiebronnen zijn: - stagewerkboeken: http://gateway.fontys.nl/educatief/schoolpr/sp2.htm - website voor de Unit Beta: http://antihista.mine.nu - projectsite met onderzoeksresultaten voor Natuurkunde: http://vesuvius.fontys.nl/discworld/ Om het ict-gebruik zo optimaal mogelijk te maken, krijgen alle eerstejaarsstudenten in de eerste periode een basispakket ict aangeboden: het Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO). Aan het voldoen aan de eisen van de modulen van het DRO zijn studiepunten verbonden. Door deze opzet raken studenten gewend aan het functioneel toepassen van ictmogelijkheden. Verdere toespitsing vindt plaats binnen de vakopleidingen. Tussen de ve rs chillende clusters van opleidingen bestaan verschillen in toepassing van ict in het curriculum.
4.0
Veranderingen voor opleiders, leraren en begeleiders De omslag die de tweede- en eerstegraads lerarenopleidingen dienen te maken om daadwerkelijk maatwerk te gaan leveren, houdt voor een groot deel van zowel opleiders als docent-begeleiders uit het vo o rt ge z et onderwijs grote veranderingen in voor de wijze waarop zij tot nu toe hun onderwijs cq begeleiding uitvoeren. Het belang van deskundigheidsbevordering op ict-gebied wordt alleen maar groter. Een aantal opleiders moet nog op het niveau van Digitaal Rijbewijs Onderwijs gebracht worden; hetzelfde geldt voor de docent-begeleiders in de scholen. Voor de opleiders geldt dat het niveau van het DRO niet voldoende zal blijken te zijn; verdergaande deskundigheidsbevordering is intern mogelijk. Tot nu toe hebben docenten zelf de initiatieven tot ict-innovatie genomen, met volle steun van de instituutsleiding.
5.0
Veranderingen in de organisatie De omslag van een aanbod-gestuurde naar een vraag-georiënteerde lerarenopleiding vraagt om aanpassingen in de interne organisatie. Voor de EPS-activiteiten worden projectgroepen samengesteld, deels binnen de locatie, deels over verschillende lerarenopleidingen in het land heen. Om het proces van professionalisering op ict-gebied te bevorderen zijn Centra voor Leertechnologie in Tilburg en Sittard opgestart. Deze twee centra vormen de digitale werkplaatsen, waar opleiders, studenten en leraren uit het vo o rt ge z et onderwijs onder deskundige begeleiding en coaching kunnen werken aan de productie van digitaal verrijkte leerstof en inrichting van digitale leeromgevingen. De ictvoortrekkers binnen de lerarenopleidingen van Tilburg en Sittard zijn voor het merendeel ook werkzaam als coach/consultant voor en binnen de twee centra. Een snelle overdracht van door hen opgebouwde kennis en van hun netwerken is daardoor mogelijk.
64
Het CLT Tilburg biedt: - toegang tot meer geavanceerde apparatuur en applicaties; - mogelijkheid tot demonstratie van toepassingen en materialen voor kleine groepen (vijf tot tien personen); - mogelijkheid tot instructie en training van kleine groepen in geavanceerde en additionele toepassingen; - een digitale werkplaats: samenwerkend produceren en over de schouders bij anderen meekijken bij het gebruik van geavanceerde en additionele toepassingen; - een documentatiecentrum van ‘good practices’, van exemplarische cd-roms en van voor het onderwijs interessante urls en documentatie/informatie-netwerken.
6.0
Relatie met de omgeving De Fontys lerarenopleidingen hebben een sterke relatie met hun omgeving. Het gaat daarbij om gezamenlijke aanpak van de stages, collectieve en individuele nascholing van leraren in het vo o rt ge z et onderwijs en het bve-veld en om verschillende pilots ter versterking van het gebruik van ict in het primaire proces. Voorbeelden van dit laatste zijn: - Het Michael project In 1997 is een pilot-project voor professionalisering gestart, waarbij de lerarenopleiding samenwerkt met de Michael scholengemeenschap. De onderzoeksvragen daarbij zijn: hoe kan ict in het leerplan worden opgenomen en hoe leren kinderen in een ict-rijke leeromgeving? Vanuit de lerarenopleiding werden computers geleverd en in een netwerk geïnstalleerd. De doelstellingen van het project zijn: - ontwikkelen van een nieuwe didactiek met gebruikmaking van ict - verbeteren van leerresultaten - opstellen van technische specificaties voor een in te richten ict-lokaal - ontwikkelen van begeleidings- en scholingstrajecten. In 1997 is gestart met de vakken Aardrijkskunde, Duits, Informatiekunde, Nederlands, Biologie, Engels, Geschiedenis en Wiskunde. In 1998 kwamen daarbij Frans, Natuurkunde en Scheikunde. Opleiders, studenten van de lerarenopleiding en docenten van de school werken bij het bereiken van de doelen nauw samen. Zo wordt nieuw lesmateriaal ontwikkeld, uitgevoerd en vormen van begeleiding uitgeprobeerd. Door de samenwerking ontstaat op de scholengemeenschap een nieuwe leeromgeving en verandert het opleidingsmodel van de lerarenopleiding. Vanuit de Katholieke Universiteit Brabant wordt het leren en werken met ict op de scholengemeenschap onderzocht. Met PROMITT-gelden is in mei 1999 een project gestart, waarbij docenten en studenten van de eerste graadsopleiding Afdeling Talen en docenten van de Scholengemeenschap Roncalli te Bergen op Zoom samenwerken in het bouwen, implementeren en evalueren van een prototypische digitale leeromgeving voor de autonome bestudering van een thematisch, geïntegreerd literatuurproject voor de bovenbouw havo/vwo. Teams, telkens bestaande een opleidingsdocent, een DAV-1 cursist en een docent van Roncalli hebben anderhalf jaar gewerkt aan een eindproduct dat bestaat uit twee onderdelen: Het eerste onderdeel is een cd-rom over het thema :’Tirannie’. De cd-rom biedt een autonome leerroute door Duitse, Engelse, Franse en Nederlandse teksten en stelt leerlingen in staat de literaire competenties te verwerven die zij nodig hebben om
65
leesverslagen te produceren die voldoen aan de eindtermen. Voor hun leesverslagen kunnen de leerlingen boeken, schrijvers of onderwerpen kiezen die op de cd-rom behandeld worden of een vrije, zij het thematisch verwante, keuze maken. Het tweede onderdeel omvat de Roncalli tele-leeromgeving (blackboard/kenniskringen). Met behulp van een kring op kennisnet en een on-line koppeling met de cd-rom jukebox van Roncalli worden leerlingen op afstand begeleid in het doorwerken van de cd-rom en in het vervaardigen van hun leesverslagen. Beide deelproducten zijn op Roncalli getest. De reacties van de leerlingen zijn tot nu toe overwegend positief. Door de intensieve samenwerking is zowel de ict-deskundigheid van de leraren op het Roncalli als die van de docenten en studenten van de lerarenopleiding sterk vergroot. Regio-on-line Regio-on-line is opgezet door medewerkers van de lerarenopleiding en van het facilitair bedrijf van Fontys om ondersteund door de computer, onderzoek te doen in de eigen omgeving en de resultaten hiervan te publiceren op internet. Het programma is bedoeld voor zowel de hogere groepen van het basisonderwijs als voor het vo o rt ge z et onderwijs en wordt ook door studenten van de opleiding gebruikt. Het programma is goed in te zetten bij de mens- en maatschappijvakken, maar ook bij Biologie of Techniek. In de onderzoeksmodule wordt een leerling stapsgewijs door een onderzoek geleid; met het programma ‘Boekmaker’ kunnen de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd. Uitgegaan wordt van een actief lerende leerling die zo zelfstandig mogelijk aan de slag gaat. Het gemaakte boek wordt vervolgens op de speciale regio-on-line site op internet gepubliceerd. Resultaten, zijn te vinden op de website www.rol.nl (boeken raadplegen). Quote In het voorjaar van 2000 werd het programma Regio-on-line door twee LIO-studenten geïmplementeerd in een lessenreeks in de brugklas voor het vak Aardrijkskunde. Zij hebben hun implementatie beschreven in een afstudeeronderzoek, waarin de vraag centraal stond: In hoeverre is de boekmaker van het programma Regio-o-line geschikt als toepassing van ict-gebruik binnen omgevingsonderwijs voor het vak Aardrijkskunde binnen de brugklas van het vo o rt ge z et onderwijs? Hun conclusie is dat de Boekmaker van het programma Regio-on-line geschikt is als toepassing van ict-gebruik binnen omgevingsonderwijs voor het vak Aardrijkskunde. “ Dit baseren we op het feit dat door de uitvoering van een ROL-project m.b.v. de Boekmaker enorm veel kerndoelen met zowel ict-vaardigheden of kerndoelen met b et rekking tot omgevingsonderwijs bereikt of gedeeltelijk bereikt kunnen worden. In vergelijking tot andere educatieve geogra fi s che softwarepakketten, kun je bij ROL als docent veel meer bepalen welke kerndoelen je wilt bereiken. Het mooie is dat bijna alle omgevingsonderwijs en ict-kerndoelen aan de hand van een of meerdere ROL-projecten bereikt kunnen worden.” - Een computerprogramma is pas geschikt als de leerlingen het ook leuk vinden om er mee te werken, dit was zeker het geval, gezien de uitslag van de leerling-enquêtes. Nog een reden waarom we de Boekmaker een goed computerprogramma vinden, is dat de Boekmaker zich bezig houdt met multimedia en telematica. Je vangt dus als het ware twee vliegen in een klap.
66
- Het zou wellicht een tip kunnen zijn om gebruiksvriendelijkheid van het computerprogramma wat aan te passen. Hierbij zou gedacht kunnen worden om het computerprogramma te programmeren in een Windowsvenster, zodat iedereen zijn of haar gewenste resolutie kan instellen. Het zou ook zeker verstandig zijn om het programma zo te programmeren dat het knopgebruik uniform is aan alle andere gangbare software. Het knopgebruik van de Boekmaker is immers totaal anders in knopgebruik dan veel gebruikte andere computersoftware.” Docenten van de afdeling talen van de lerarenopleiding Tilburg hebben samen met docenten van de lerarenopleiding Talen van de Katholieke Universiteit Leuven een open leeromgeving ontwikkeld genaamd DELLE. Ook deze leeromgeving bevat modules (niveau gevo rd e rden) over aspecten van ict en het (vreemde)talenonderwijs. Elke module bestaat uit een theoriegedeelte, een gedeelte met doorverwijzingen en bibliografische gegevens en een gedeelte met praktische oefeningen en evaluatie-opdrachten.
7.0
Reflectie en ambities Na de fase van ‘laat duizend bloemen bloeien’ is nu de periode aangebroken, waarbij de opgebouwde verworvenheden en nieuwe inzichten structureel over alle opleidingen ve rs p reid worden. Het management van de lerarenopleidingen vo o rt ge z et onderwijs heeft de ambitie binnen vier jaar via de EPS projecten alle opleiders zodanig te scholen dat ze een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen en implementeren van digitale leeromgevingen, zowel binnen de eigen opleiding als op scholen waarmee samengewerkt wordt. Minimaal tien procent van de we rk t ijd is scholingstijd en wordt besteed aan EPSprojecten waarbij ict een zeer belangrijke rol speelt. Een snel groeiend aantal opleiders is reeds betrokken bij de hiervoor beschreven voorbeelden; van hun expertise wordt gebruik gemaakt bij de professionalisering van de andere docenten. Binnen het project Educatief PartnerSchap (EPS) speelt reflectie een belangrijke rol. De eigen ontwikkeling van studenten wordt vastgelegd in het digitaal portfolio. Aangezien de opleiding zich in de sta rt fase van het werken met portfolio’s en assessments bevindt, kan nu nog niet aangegeven worden of de digitale mogelijkheden effectief worden ingezet (de erva ri n gen van de Ichthus-Pabo met het werken met digitale portfolio’s zijn zeer positief). Bij de inzet van digitale portfolio’s op de lerarenopleidingen van Fontys wordt gebruik gemaakt van de uitwerkingen zoals die nu reeds plaats vinden op de EFA (lerarenopleiding combinatie van Hogeschool Holland en Hogeschool van Amsterdam).
67
8.0
Waardering Op deze tweede en eerstegraads lerarenopleiding zijn binnen verschillende vakopleidingen en binnen enkele clusters interessante voorbeelden van ict-toepassingen aangetroffen. Aan deze voorbeelden ligt nog geen uitgekristalliseerd instituutsbeleid ten grondslag. Dat maakt de situatie kwetsbaar. De leiding van de lerarenopleiding heeft het wel mogelijk gemaakt dat ict-enthousiaste medewerkers voldoende ruimte kregen om te experimenteren met ict-inzet bij vormen van producerend leren, bij open leersituaties, bij samenwerkend leren en bij tele-leren. Ook is gezorgd voor een goede infrastructuur. Het is nu tijd al de opgedane ervaringen via een centraal geleid beleid over te dragen aan alle opleiders.
9.0
Lessen voor anderen Bij de uitwerking van de EPS-projecten is ove rd ra cht van ervaringen naar de andere lerarenopleidingen voorzien. Het is belangrijk om ervaringen met ict-rijke leeromgevingen, zowel binnen de opleidingen als in samenwerkingsprojecten met scholen, aan elkaar ter beschikking te stellen. Het direct in het begin van de opleiding vaardig maken op het niveau van DRO en daarna opereren met open leeromgevingen werken volgens het model van producerend leren, maakt dat studenten ict als een ‘gewoon’ onderwijsmiddel ervaren en hanteren. Open leeromgevingen worden door studenten zeer positief beoordeeld, mede omdat de actualiteit op prijs wordt gesteld. Echter het actueel houden van de bet ro k ken website vraagt veel energie. De samenwerkingsprojecten met Roncalli en Michael SG laten zien dat een wisselwerking tussen de lerarenopleiding en de VO-school kan leiden tot een goede afstemming van inhoud en we rk w ijze op niveau en belangstelling van leerlingen. Daarbij moet aangegeven worden dat het verkrijgen van een digitaal bewustzijn een behoorlijke incubatietijd vergt. Tele-leeromgevingen zijn flexibel in plaats en tijd; de website is 24 uur per dag beschikbaar, vragen kunnen relatief snel beantwoord worden, reiskosten voor cursisten zijn beduidend lager. Dat zijn evidente voordelen, maar bij tele-leren wordt ook een groot beroep gedaan op planningsvaardigheden en zelfdiscipline van studenten/cursisten. Het formeren van expertisecentra zoals het CLT heeft een positieve invloed op het gebruik van verschillende mogelijkheden van ict in de lerarenopleiding en op scholen voor VO en bve waarmee samengewerkt wordt. De beknopte cursus Frontpage, zoals die voor de tweedegraads talenstudenten wordt ingezet als een vorm van producerend leren, is gemakkelijk en volledig overdraagbaar. Dat geldt ook voor de open leeromgevingen die beschreven zijn bij de afdeling Talen, zij dat met enige aanpassingen in de toegangsregelingen.
68
Bijlage 1 Fontys Lerarenopleiding Tilburg Prof. Goossenslaan 1-01 5022 DM Tilburg Telefoon: 0877-877077 Website: www.fontys.nl, e-mail:
[email protected] Kontaktpersoon: De heer J.A.L.J. Colmbijn School bezocht op: 10 oktober 2000 School bezocht door: Jan Dijkstra, Ferry de Rijcke, Peter van den Dool, Bert Jaap van Oel Gesprekspartners: Jan Colmbijn, Luc Kuijk, Piet Rosmalen, Frans van der Heijden, Regie Driessen, Tom Bonsen, Jan Es-sers, Carel Burghout, Monique Maas, Chrit Leenders, Frits Schulte, Annette Glassdorf, Chris de Jong, Wim Lansu, Harrie van Stipthout, Jan de Gruijter, Adriaan Broeders (Michaelcollege), Adrie Hopstaken (SGRoncalli)
1 Voor alle tweede- en eerstegraads lerarenopleidingen in het HBO tezamen 72 miljoen verdeeld over twee jaar.