Veranderingen Voor gemeenten, zorgorganisaties, zorgverzekeraars, woningcorporaties
Wonen, welzijn en zorg in de toekomst. Over de impact van extramuraliseren ZZP 1-4
en vooral ook burgers, verandert er de komende jaren veel rondom de financiering en beschikbaarheid van zorg. De meest in het oog springende verandering is de extramuralisering van de Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP’s) 1 tot en met 4. In het regeerakkoord is ‘scheiden wonen en zorg’ vervangen door ‘extramuralisering’. Dat laatste betekent dat de indicaties ZZP 1-4 verdwijnen. De veranderingen hebben betrekking op de sectoren Verzorging en Verpleging (VV),
fluchskrift 02/2013
www.partoer.nl
Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG) en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). In dit Fluchskrift worden feiten, plannen, cijfers en gevolgen in beeld gebracht. Nijsgjirrich voor een ieder die te maken heeft met ‘scheiden wonen en zorg’ en ‘extramuraliseren’.
Feiten en plannen
cliënten. Voor jeugdigen tot en met 22 jaar geldt deze maatregel niet. In het Regeerakkoord wordt aangegeven dat vanaf 2016 sectorbreed sprake zal zijn van scheiden wonen zorg/extramuralisering van ZZP 4. Voor zover nu bekend, zal dat gaan gelden voor nieuwe cliënten en herindicaties ZZP 4.
zorgfuncties onderdeel van ZZP-prijs
Scheiden van wonen en zorg betekent dat wonen en zorg apart gefinancierd worden. De cliënt betaalt zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd via de zorgverzekeringswet, Wmo, AWBZ en eventueel via eigen middelen. Scheiden van wonen en zorg startte op 1 januari 2013 voor de zorgzwaartepakketten VV 1 en VV 2 (sector verpleging en verzorging), GGZ 1 en GGZ 2 (geestelijke gezondheidszorg) en voor VG 1 en VG 2 (verstandelijk gehandicaptenzorg). Per 2014 wordt ook ZZP VV 3 geëxtramuraliseerd voor nieuwe cliënten. Per 2015 worden ook ZZP VG 3 en GGZ 3 geëxtramuraliseerd voor nieuwe
nog geen onderdeel van ZZP-prijs
verblijfscomponenten
wooncomponenten
persoonlijke verzorging verpleging begeleiding dagbesteding behandeling schoonmaakservice maaltijdservice receptie-, restaurant-, winkelvoorziening, magazijn, logistiek, wasservice, geestelijke verzorging, etc. gas, water, licht (eigen appartement) gas, water, licht (algemene ruimten) huurdersonderhoud eigenaarsonderhoud
kapitaallasten zorggebonden ruimten kapitaallasten (nacalculatie en vanaf 2012 geleidelijk NHC's) kapitaallasten individuele ruimten
Bij scheiden van wonen en zorg gaat cliënt zelf betalen voor groen gemarkeerde onderdelen (maar blijft sprake van een integraal pakket) Bij extramuralisering van ZZP 1 t/m 4 wordt alleen geïndiceerd voor de blauwe functies.
Bron: presentatie ledenbijeenkomst oktober 2012 Bron: presentatie VWSVWS ledenbijeenkomst ActiZ, 25ActiZ, oktober25 2012
Dit schema geeft weer wat er verandert in de financiering van het ZZP pakket door het extramuraliseren van deze pakketten. Het verschil met ‘scheiden wonen en zorg’ is ook aangegeven.
Gevolgen extramuralisering Algemeen De extramuralisering van ZZP 1 en 2 heeft nauwelijks gevolgen. De laatste jaren zijn er aanzienlijk minder indicaties ZZP 1 en 2 afgegeven. Daarnaast regelt op dit moment ruim een derde van de cliënten met ZZP VV1 en VV2 de zorg al thuis. Via een volledig pakket thuis of via de ‘normale’ CIZ indicaties. In de verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychiatrie zijn de afgelopen jaren al veel mensen met ZZP’s 1 en 2 ondergebracht in complexen, waarin wonen en zorg al losgekoppeld zijn, of men biedt ambulante zorg in de wijk. De extramuralisering van de ZZP’s 3 en 4 heeft veel grotere gevolgen voor gemeenten, zorgorganisaties, woningcorporaties en niet in de laatste plaats burgers/cliënten. Het gaat immers –naast de herinrichting van de zorginfrastructuur, de Wmo, geschikte woningen en vastgoedrisico’s- over een groep cliënten die niet zelfstandig in staat is om alle zorg en hulp goed te organiseren. Ze krijgen nu begeleiding en maken gebruik van dagopvang of dagbesteding. Daarnaast is er vaak persoonlijke verzorging nodig en soms ook verpleegkundige zorg. Dit Fluchskrift gaat vooral in op gevolgen van extramuraliseren voor de categorie zorgvragers met een zorgindicatie ZZP 3 en 4. Overige veranderingen in de AWBZ De overheveling van de functie extramurale begeleiding is uitgesteld, maar de verwachting is dat die nu in 2015 met een budgetkorting van 25% overgaat van de AWBZ naar de Wmo. Dit betekent dat gemeenten verantwoordelijk worden voor alle cliënten die op dit moment extramurale begeleiding ontvangen vanuit de AWBZ. Verder staat in het regeerakkoord dat gemeenten met ingang van 2015 verantwoordelijk worden voor de persoonlijke verzorging, begeleiding en dagverzorging. Huishoudelijke hulp wordt alleen nog vergoed voor mensen met de laagste inkomens. Alleen de zware onverzekerbare zorg blijft in de AWBZ, de rest gaat naar de zorgverzekeringswet.
Gevolgen voor burgers/ cliënten De groep mensen met een indicatie Verpleging en Verzorging 3 of 4 heeft over het algemeen veel geplande en ongeplande hulp nodig als het gaat om alle dagelijkse activiteiten zoals hulp bij wassen en aankleden, naar het toilet gaan, eten en drinken, huishoudelijke verzorging, et cetera. Bij mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking is vooral de nabijheid en continuïteit van begeleiding belangrijk. Ook hier is veel van de hulp niet te plannen omdat door het ziektebeeld de benodigde hulp sterk en onverwacht kan variëren. Een slechte nacht, medicijnen niet genomen, een andere chauffeur, te veel lawaai, invloed van vrienden e.d. hebben invloed op de hulpvraag. Waar bij ouderen minder hulp vooral leidt tot vereenzaming en niet tijdig gesignaleerde veranderingen, kan bij deze doelgroep onvoldoende zorg ook tot overlast of gevaar voor het eigen leven leiden.
Cliënten met een ZZP 4 die te maken hebben met een beginnend tot ernstig regieverlies, hebben vaak intensievere begeleiding nodig. Om die reden kiest een groot deel van deze cliënten c.q. familie ervoor om te verhuizen naar een veilige, beschermde omgeving met alle benodigde voorzieningen binnen handbereik. Omdat deze cliënten in de toekomst alleen een indicatie krijgen voor de zorgfuncties, komen de kosten van de aanvullende dienstverlening voor rekening van de bewoner. In combinatie met de huur, gas, water en licht, de servicekosten en de eigen bijdrage voor de AWBZ, kunnen de kosten voor bewoners fors oplopen. Voor een deel van de kosten kan er mogelijk een beroep gedaan worden op een bijdrage op grond van de Wmo. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de Wmo in toenemende mate een vangnet wordt voor degenen die het echt niet zelf kunnen regelen. Voor zorgvragers met alleen AOW of Wajong/Wia verslechtert de financiële situatie sterk. Naast de normale uitgaven die iedereen heeft, komen er extra uitgaven in de vorm van eigen bijdragen voor Wmo/AWBZ/Zorgverzekering en extra kosten voor services als wassen en maaltijden voor eigen rekening.
Gevolgen voor gemeenten Veel gemeenten vinden extramuralisering een gewenste ontwikkeling, maar niet zonder meer. Het vraagt flankerend beleid op onder andere het terrein wonen, zorg en welzijn, om de gevolgen voor burgers, aanbieders, corporaties en gemeenten in goede banen te leiden. Extramuralisering van ZZP 1 en 2 is al langer gaande en verloopt tot op heden vrij geruisloos. Immers ZZP 1 en 2 zorg wordt nu al veel thuis geboden. De gevolgen van extramuralisering van de ZZP’s 3 en 4 zijn veel groter. Mensen met een ZZP 3 en 4 hebben veel begeleiding, dagbesteding en persoonlijke verzorging nodig, die op dit moment voor een aanzienlijk deel vanuit de beschermde woonvormen wordt geboden. Deze groep zal een groter beroep gaan doen op de Wmo voor wat betreft huishoudelijke verzorging, hulpmiddelen, woningaanpassing en vervoer. Ook voor de terreinen woningvoorraad, inkomensbeleid en ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg heeft de extramuralisering gevolgen. Bij gemeenten komen alle veranderingen samen. Niet alleen de extramuralisering van alle doelgroepen ouderen (V&V) en mensen met een verstandelijke en psychische beperking, maar ook ontwikkelingen rondom de Participatiewet én de transitie van de Jeugdzorg. Daarbij komen de bezuinigingen en de veranderingen op de woningmarkt. Dat betekent voor gemeenten organisatorisch en financieel een grote opgave. Vanuit beleidsmatig en financieel oogpunt geven veel gemeenten nu al aan dat zij willen nagaan hoe zij door combinatie van doelgroepen en functies en door grotere inzet van vrijwilligers en mantelzorgers de nieuwe taken kunnen vormgeven.
Gevolgen voor de zorgaanbieders Zorgaanbieders die veel intramurale zorg leveren zullen bij ongewijzigd beleid worden geconfronteerd met omzetderving door leegstand, doordat er geen instroom meer is van cliënten met lichtere ZZP’s. Zorgaanbieders hebben de keus hun intramurale plaatsen op andere wijze te exploiteren: door over te gaan op cliënten met een indicatie voor de hogere ZZP’s, mits het zorgkantoor daarvoor ruimte biedt, dan wel de vrijkomende appartementen te verhuren aan cliënten met een indicatie voor extramurale zorg. Deze keuze hangt af van de wachtlijsten maar ook van de kwaliteit en verhuurbaarheid van de appartementen. Indien een zorgorganisatie zich (deels) gaat richten op bewoners met een indicatie voor extramurale zorg, heeft dit met name gevolgen voor de exploitatie van de voorzieningen en services, die binnen een groot deel van de huidige intramurale complexen worden aangeboden. Hierbij valt te denken aan 24 uurs-zorg, restaurant, dagbesteding, was-service en andere services. Omdat in de toekomst een groot deel van de bewoners geen indicatie meer heeft voor deze voorzieningen en services, zullen zij hiervoor geen bijdrage in de kosten meer ontvangen. Zorgaanbieders zien zich hierdoor genoodzaakt de voorzieningen (deels) af te bouwen of te laten verzorgen door vrijwilligers, tenzij gemeenten een financiële bijdrage leveren op grond van de Wmo of de bewoners de voorzieningen uit eigen middelen gaan betalen. Bij extramuraliseren gaat het voor de zorgaanbieders dus naast het vastgoedvraagstuk, vooral om vragen als: Welke voorzieningen en services ga ik in mijn geëxtramuraliseerde wooncomplex leveren? Hoe ga ik deze services aanbieden: in een verplicht pakket of facultatief? Hoe en door wie worden de voorzieningen gebruikt? (Ginneken, 2012).
Gevolgen voor zorgvastgoedeigenaren De extramuralisering van ZZP 1 en 2 is al lang aangekondigd en veel vastgoedeigenaren zijn samen met de huurder (veelal zorgorganisaties) al langer bezig om in strategische huisvestingsplannen na te gaan wat dat betekent voor de huidige en nieuw te bouwen complexen. Met de aangekondigde extramuralisering van ZZP 3 en 4 wordt die opgave echter vele malen groter. Ingeschat moet worden welk deel van deze groep in hun eigen (huur)woning blijft wonen en welke aanpassingen aan de woningvoorraad dat vraagt. Daarnaast heeft het (grote) gevolgen voor het bestaande zorgvastgoed. Voor de zorgwoningen kan een ‘gewone’ huur worden gevraagd. Die is echter bij lange na niet dekkend om ook alle gemeenschappelijke ruimten te financieren. Hoe deze ruimten dan wel kunnen worden gefinancierd (servicekosten?) is een groot vraagstuk. Ook de veranderingen in de berekening van de huurprijs (van punten naar WOZ waarde) heeft waarschijnlijk grote gevolgen voor de huurexploitatie van zorgcomplexen die moeten extramuraliseren. Onder zorgcomplexen liggen vaak lange huurcontracten waardoor de eerste effecten vooral op de schouders van de zorgorganisaties terecht komen. Zij kunnen echter niet lang dergelijke risico’s dragen zodat het al snel een gezamenlijk probleem is.
Cijfers
Aantal cliënten met een geldige ZZP indicatie 1-4
Om vast te stellen hoe groot de opgave is, is het goed te weten om hoeveel mensen en het gaat en hoeveel zorgplaatsen er nu zijn. Zoals eerder aangegeven zijn de gevolgen van de extramuralisering in de eerste jaren beperkt. Het gaat nog niet om grote aantallen. In heel Nederland hebben nu ruim 40.000 mensen een indicatie met een ZZP 1 of 2. De extramuralisering van de ZZP’s 3 en 4 heeft grotere gevolgen. Te meer, omdat als gevolg van de demografische ontwikkelingen het aantal ouderen, met zorgvraag, stijgt. Indicaties voor Fryslân Het kaartje hiernaast geeft voor heel Fryslân weer hoeveel mensen er een indicatie ZZP 1–4 hebben in de ouderenzorg, de verstandelijk gehandicapte zorg en de psychiatrie. De cijfers per gemeente kunt u vinden op de volgende pagina. Bron: CIZ-Bewerking Partoer
Vergrijzing In onderstaande tabel is de vergrijzing per leeftijdscategorie voor heel Fryslân weergegeven. De vergrijzing zet door en het aandeel ouderen boven de 85 jaar blijft stijgen. Wel blijken de zorgkosten zich vooral in het laatste levensjaar te concentreren ongeacht de leeftijd.
Bron: Provincie Fryslân
Ontwikkeling aantal bedden Het aantal intramurale plaatsen daalt al een aantal jaren, ondanks de vergrijzing. Onderstaande tabel geeft per sector de ontwikkeling van het aantal bedden weer.
Bron: adresboek- bewerking ABF research bv
Aantal en soort ZZP indicaties per Friese gemeente Aantal personen met een geldige indicatie voor intramurale
Aantal personen met een geldige indicatie voor intramurale
Aantal personen met een geldige indicatie voor intramurale
AWBZ-zorg op 1 juli 2012 in de sector verpleging en verzorging
AWBZ-zorg op 1 juli 2012 in de sector gehandicaptenzorg
AWBZ-zorg op 1 juli 2012 in de sector geestelijke gezondheidszorg
VV01
VV02
VV03
VV04
Achtkarspelen Ameland Boarnsterhim Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat Harlingen Heerenveen
5 0 0 10 10 0 0 5 0 20
40 5 20 20 40 15 20 15 0 70
55 0 25 35 55 15 30 15 25 105
65 0 30 45 55 20 40 30 30 95
Het Bildt Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Lemsterland Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Súdwest Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Fryslân Nederland
0 0 30 0 0 0 10 10 15 0 10 15 10 5 5 0 20 200 6290
15 20 50 0 20 0 10 25 35 0 45 80 65 5 10 0 55 695 22465
30 30 105 5 20 10 15 40 60 0 50 95 135 5 40 0 55 1060 25760
25 25 135 15 25 20 20 50 50 0 65 120 150 0 55 0 65 1235 31960
VG01
VG02
VG03
VG04
Achtkarspelen Ameland Boarnsterhim Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat Harlingen Heerenveen
0 0 0 0 5 0 0 0 0 5
15 0 5 10 15 0 5 0 5 15
30 0 10 25 50 10 15 5 15 50
25 0 0 15 20 0 15 0 10 35
Het Bildt Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Lemsterland Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Súdwest Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Fryslân Nederland
0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 50 1505
0 5 45 5 0 0 0 10 10 0 0 45 30 0 10 0 10 255 8390
5 25 65 20 0 10 5 65 20 0 15 75 95 0 40 0 25 680 19550
0 10 45 15 0 10 5 35 10 0 15 55 70 0 25 0 20 440 10515
GGZ01
GGZ02
GGZ03
GGZ04
Achtkarspelen Ameland Boarnsterhim Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat Harlingen Heerenveen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 10 0 0 10
10 0 0 0 20 0 30 5 0 20
0 0 0 5 20 0 30 0 5 20
Het Bildt Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Lemsterland Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Súdwest Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Fryslân Nederland
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 1035
0 0 50 0 0 0 0 5 0 0 0 20 15 5 0 0 5 155 6140
0 5 195 0 0 0 5 20 10 0 25 70 75 0 10 0 10 555 17525
0 0 100 0 0 0 0 10 5 0 15 25 55 0 0 0 5 325 8255
Bron: CIZ Basisrapportages AWBZ. Om de privacy van de cliënten te waarborgen, zijn de volgende maatregelen genomen: 1) Er worden alleen aantallen vanaf de waarde 5 getoond. Bij waardes van 0 tot en met 4 wordt er geen waarde, of een 0 gegeven, en 2) alle aantallen zijn op vijftallen afgerond.
Korte omschrijving van de ZZP’s 3 en 4 en het aantal uren zorg Verpleging en verzorging De grondslag voor een ZZP 3 V&V is een omvangrijke somatische problematiek en behoefte aan begeleiding en intensieve verzorging in een beschutte omgeving. De huidige groep mensen met een ZZP 4 heeft behoefte aan intensieve begeleiding met uitgebreide verzorging waarbij de grondslag verschillend kan zijn, maar is vooral psychogeriatrisch. Bij de ZZP’s 3-4 Verpleging en Verzorging hoort nu een indicatie voor begeleiding en persoonlijke verzorging van gemiddeld 9,5 uur tot oplopend 13,5 uur (ZZP 4) per week. De verdeling over de categorieën is individueel bepaald, maar veruit het grootste deel van deze uren wordt besteed aan begeleiding en persoonlijke verzorging. Geestelijke gezondheidszorg Bij een ZZP 3 GGZ is de grondslag de aard van de psychische aandoening/beperking die vraagt om een continue nabijheid van begeleiding. Er kan ook enige mate sprake zijn van gedragsproblematiek. Bij ZZP 4 GGZ is er intensieve begeleiding nodig op basis van een ernstige psychiatrische aandoening, gezondheidsproblemen en gedragsproblemen. Bij de ZZP’s 3-4 GGZ hoort nu een indicatie voor begeleiding en persoonlijke verzorging van gemiddeld 10,5 uur tot oplopend 15,5 uur (ZZP 4) per week. De verdeling over de categorieën is individueel bepaald, maar het veruit grootste deel van deze uren wordt besteed aan begeleiding. Daarnaast ontvangt een deel van deze groep ook 4-8 dagdelen behandeling of dagbesteding Gehandicaptenzorg Bij een ZZP 3 VG is de grondslag de verstandelijke beperking die leidt tot beperkt sociaal functioneren met sociaal emotionele problemen. Er is een veilige en vertrouwde leef en werkomgeving nodig om goed te kunnen functioneren. Bij een ZZP 4 VG is deelname aan het maatschappelijk leven alleen mogelijk onder begeleiding. Bij beide groepen is weinig gedrags- of psychiatrische problematiek aanwezig. Bij de LVG is er sprake van bijkomende ernstige gedragsproblematiek dat een beschermde en soms gesloten setting noodzakelijk maakt. Bij de ZZP’s 3-4 VG hoort nu een indicatie voor begeleiding en persoonlijke verzorging van gemiddeld 10,5 uur tot oplopend 15,5 uur (ZZP 4) per week. De verdeling over de categorieën is individueel bepaald, maar het veruit grootste deel van deze uren wordt besteed aan begeleiding. Daarnaast ontvangt een deel van deze groep ook 9 dagdelen dagbesteding. Voor de LVG-groep gaat het om 22–33 uur per week inclusief dagbesteding.
Colofon Deze publicatie is een uitgave van Partoer, Fries bureau voor sociaal economische vraagstukken, februari 2013. Uitgebracht in het kader van de provinciale bijeenkomst ‘Wonen, Welzijn en Zorg in de Toekomst, Over de impact van scheiden wonen en zorg/extramuraliseren ZZP 1-4’. Er volgen nog meer Fluchskriften over dit onderwerp met verdieping en concretisering van de gevolgen van de verschillende transities. Deze publicatie is financieel mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân.
Bronnen Provincie Fryslân ABF Research B.V. CIZ Basisrapportages AWBZ Partoer Opmaak Jongens van de Jong
Westersingel 4 8913 CK leeuwarden T (058) 234 85 00 www.partoer.nl