19 JUNI 2014
Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie…
Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie… En als alle betrokken partijen zich flexibel gaan opstellen…
Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie… En als alle betrokken partijen zich flexibel gaan opstellen… En over 10 jaar is alles gewoon te doen via elearning, zonder de huidige ‘voorzieningen’…
Het is niet helder wat formeel onder deeltijds onderwijs wordt verstaan en dus wat een deeltijdse student binnen het formele systeem is.
De overheid dient bekostigde hogescholen te verplichten op basis van alle mogelijkheden die ze hebben met het verzorgen van het formele (erkende) onderwijs, ook de private markt rond het levenlang leren te bedienen. (naar: essay Dirk van Damme / situatie USA)
Het opdelen van opleidingen in stukken van 30 of 60 EC is niet hetzelfde als flexibilisering van onderwijs en leidt vervolgens tot een sterke daling van het aantal gediplomeerden.
Een eenheid van 30 EC met een eigen civiel effect dient bij borging daarvan door een externe partij (branche) mede onder een eigen accreditatie door de NVAO te vallen.
Het versterken van de werkplek binnen deeltijds onderwijs is alleen mogelijk als de student minimaal 15 uren per week aan de studie mag werken en gedurende de studie in steeds ‘hogere’ functies werkzaam kan zijn.
In de wet dient het onderscheid tussen voltijd, deeltijd en duaal te verdwijnen en gaat het alleen om een opleiding. Het is aan de hogeschool om vervolgens het concept bij een accreditatie te verdedigen.
Bij de discussie over de bekostiging (en vormgeving) van deeltijds onderwijs dient te worden meegenomen dat er opleidingen zijn waarbij de afgestudeerden voor het grootste deel werken in een sector van de arbeidsmarkt waarbij de overheid de bekostiging voor haar rekening neemt.
Er dient goed te worden nagedacht over het begrip ‘studiesucces’. Er wordt nu uitgegaan het behalen van het diploma, zonder al teveel vertraging. Het kan ook een situatie betreffen waarbij op basis van het hebben afgerond van een of meerdere delen van de studie binnen de werkomgeving een andere baan is verkregen, incl. beter salaris, kans op verdere promotie.
Om de student te stimuleren om zo snel mogelijk het diploma te behalen, dient er een vorm van beloning voor de student te komen – en niet een bonus die naar de school gaat.
Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het kwijtschelden van een deel van de studieschuld als aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan.
De overheid dient de Ad nadrukkelijk te promoten in de richting van alle doelgroepen als een instrument om leerwegen te flexibiliseren en als een reguliere graad in het hbo opgenomen.
Een Ad-programma kan zonder eigen accreditatie door de NVAO door een hogeschool binnen een opleiding worden gestart als de eerstvolgende formele accreditatie van de opleiding incl. die Ad binnen 2 jaar daarna plaatsvindt
Alle hogescholen onderzoeken in de komende twee jaren gezamenlijk, onder de paraplu van de Vereniging Hogescholen, de mogelijkheden om Ad’s in de markt te zetten op basis van de landelijke en regionale vraag, mede gelet op het aantal potentiele studenten.
Voucher = 3000 Collegegeld bekostigd = 2000 Bekostiging totaal = 5000 (dekkend?) Studiegeld privaat = 4500 Inleveren bij bekostigd: geen effect Inleveren bij privaat: studiegeld wordt 1500 (dus private student van 4500 naar 1500)
Vragen: Gaat collegegeld bekostigd naar 1500? Of bij privaat naar 2000? Kan de voucher ook voor de helft bij privaat worden gebruikt (bijdrage van 4500 naar 3000)?
In het geval hogeschool X in de eigen regio een Bacheloropleiding aanbiedt maar geen reden ziet voor het verzorgen van de bijbehorende Ad, ook als er een duidelijke vraag naar een (variant van de) Ad, dient een overeenkomst te worden aangegaan met hogeschool Y uit een geheel andere regio voor het aanbieden ervan. Vraag: Hoe?
Het advies spreekt over meer mogelijkheden voor deeltijdse studenten m.b.t. werkend-leren buiten de vestigingsplaats – net zoals bij duaal het geval is. Vragen: Hoe is het bij duaal? Is dit een realistisch advies?
Noem de twee belangrijkste zaken uit het advies die in ieder geval in de komende tijd een plek in de pilots (experimenten / verdere uitwerking) dienen te krijgen.
Er dienen voor Ad’s nieuwe varianten te komen zoals een gedualiseerde deeltijd, met een studietijd die langer is dan twee jaar.
Toelichting: Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat iemand na mbo-4 vier jaar lang op een flexibele wijze ‘studeert’ binnen een speciaal contract met een bedrijf. De eerste drie jaar hiervan gebeurt dit door het werk te combineren met allerlei soorten scholing zodanig dat aan het eind van die periode in nog maar 1 jaar de Ad kan worden behaald in een volledige deeltijdse inschrijving. Daarbij dient een diplomabonus te worden gegeven, mede gelet op het feit dat deze opzet de overheid slechts 1 jaar geld kost en deze bonus kan worden gebruikt voor het begeleiden van de student als werknemer (die scholing volgt) in die eerste 3 jaren.
Als een Ad-programma door de vraag vanuit de arbeidsmarkt niet meer past binnen de kaders (binnen een opleiding, met doorstroom), dienen er nieuwe kwalificaties op 5 te worden ontwikkeld die buiten die kaders eenzelfde status hebben.
Samenwerking tussen mbo en hbo rond de Ad’s dient niet meer te gebeuren op een wettelijke samenwerkingsovereenkomst maar door de vorming van RAC’s met een eigen aanvullende regeling