Financiën en risicomanagement Leergang Bedrijfskunde voor de Agribusiness Miranda Meuwissen, Alfons Oude Lansink Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit
Inhoud
Risico-identificatie & stress test (Miranda) Investeren onder onzekerheid (Miranda) Financiële prestatie-indicatoren (Alfons)
Stresstest
Een stresstest voor de agribusiness?
De inventarisatie van risico’s
Ook: HOT SPOTS keten
Omgeving Veevoer
Arbeid
Broodgrondstoffen
Restproducten
LIDL
Bakkerij Orders
Kennis (NBC)
Financier Energie
Onderbouwing met cijfers
Voorbeeld risicomatrix: Toevoer water Z-A Scenario’s (totaal = 9): 3: slechte thuis-hygiëne door gebrek aan water; 8: hoog bacterie-gehalte door laag chloor-niveau; 9: Sabotage II: IMPACT (# MENSEN) 1-9
I: IMPACT (GEZONDHEID) Beperkt
Middelmatig
Redelijk groot
Groot
Catastrofaal
30249
2501250
> 1250
Zeer frequent
Zeer frequent
RegelMatig
RegelMatig
Mogelijk
Mogelijk Zelden Bijna nooit
1029
3 9
Zelden
3
Bijna nooit
8, 9
8 IV: IMPACT X KANS
III: RANKING IMPACT
Gewogen
Gezondheid x3
#Mensen x1
Gewogen
Rank
Scenario 3
4
5
4.25
1
Zeer frequent
Scenario 8
2
5
2.75
3
Regelmatig
Scenario 9
1
5
2.00
9
Mogelijk
1
1.5-2.4
2.5-3.5
Zelden Bijna nooit
3.6-4.5
3 9
8
5
Stresstest agribusiness (handout)
Risicomanagement (tomaten, Spanje)
Risicomanagement
Gemiddeld
CV (%)
Extreme waarden 5% 95%
BASIS: Productie en verkoop als NL “stil” ligt (oktober-mei)
0.58
36.6
-49
68.6
ALT-I: Dicht op markt, actief bezig met prijsvoorspellingen, concentreer op weken met hoge prijzen
0.63
35.5
-47.4
67.9
ALT-II: Uitstellen van afzet (1 week) als prijs daalt (>25%)
0.59
36.3
-48.5
68.0
Investeren onder onzekerheid
Tijdwaarde van geld Waarom is een euro die vandaag wordt uitbetaald meer waard dan een euro die over 10 jaar wordt uitbetaald:
• Individuen geven voorkeur aan consumptie nu, in plaats van later!
• Onzekerheid over een toekomstige cash flow. • Inflatie leidt tot een lagere koopkracht voor dezelfde euro.
Contante waarde van geld 1 januari 2014 heeft iemand € 100 op een spaarrekening staan tegen 6% rente.
1 januari
Rente
Spaarrekening
2014
-
100
100
2015
0.06x100=6
106
1.06x100
2016
0.06x106=6.4
112.4
1.062 x100
Investeringen Vaste activa Gebouwen Installaties Machines Emissierechten Licenties Centraal bij elke investering: wat is de extra cash flow die wordt gegenereerd?
Bepalen van de kasstroom van een investering o
Nieuwe machine: € 200.000 (levensduur 10 jaar) o
Jaarlijkse besparing kosten: € 50.000 o
Belastingpercentage: 30%
€ Cash flow voor belasting
50.000
Afschrijving
20.000
Winst (voor belasting)
30.000
Belasting 30% Winst na belasting Extra cash flow investering
9.000 21.000 21.000 + 20.000 = 41.000
Payback period (terugverdientijd) Wat is de payback period van een investering met de volgende cash flows
Net Present Value (netto contante waarde) Stel je investeert €100 in een nieuw project met een looptijd van 2 jaar. De cash flows in jaar 1 en jaar 2 bedragen €60. De rente is 6%. Jaar
Cash Flow (€)
Present value op t=0
0
-100
-€100
1
60
2
60
€60 1.06 €60 1.062
€9.44
€100
€ .
€ .
.
Gemiddelde Boekhoudkundige Rentabiliteit (GBR) De gemiddelde netto kasstroom min afschrijving, gedeeld door gemiddeld geïnvesteerd bedrag
Gemiddelde kasstroom - gemiddelde afschrijving Gemiddelde investering Investering: kasstroom/jaar: Levensduur: Restwaarde:
GBR =
€ 1.000.000 € 250.000 5 jaar 0
€ 250.000 - (€ 1.000.000/5) (€ 1.000.000 + € 0)/2
= 0,10
Welke Cash Flows moet je meenemen?
Cash Flows
Sunk Costs
Neveneffecten
Opportunity Costs
Toegerekende kosten
Sunk Costs
Definitie
Voorbeelden: - Marktonderzoek naar het potentieel van een nieuw product - Een licentie die al is gekocht
• Een sunk cost is een cash flow die al heeft plaatsgevonden. Het project verandert daar niets meer aan.
Regel • Sunk costs worden niet meegenomen in de investeringsanalyse.
Opportunity Costs Voorbeeld: - Een loods staat nu leeg, maar kan ook verhuurd worden.
Definitie • Opportunity costs zijn inkomsten die verloren gaan bij uitvoering van een project
Regel • Opportunity Costs worden meegenomen in de analyse.
Neveneffecten
Definitie
Voorbeelden: - Erosie: vergroten productie van een bepaalde potplant verlaagt de marktprijs. - Synergie: vergroten productie potplant verlaagt de overheadkosten per eenheid.
• Een neveneffect is ofwel een erosie of een synergie. • Erosie: verlaging cashflow als gevolg van het project • Synergie: verhoging cash flow als gevolg van het project.
Regel • Neveneffecten worden meegenomen
Toegerekende kosten Voorbeeld: - De afdeling Finance en Control verricht taken voor alle onderdelen van het bedrijf.
Definitie • Toegerekende kosten zijn de kosten van overhead die gemaakt worden voor alle afdelingen van een bedrijf.
Regel • Worden alleen meegenomen indien het project tot hogere uitgaven leidt.
CASE (handout)
Project A
Project B
Investeringsbedrag
€ 360.000
€ 360.000
Looptijd
2 jaar
3 jaar
Restwaarde
€ 40.000
€ 54.000
Jaarlijkse afzet
16.000 stuks
Eerste jaar 15.000, tweede jaar 17.000 en derde jaar 19.000.
Verkoopprijs
€ 24 per eenheid
Eerste jaar € 21, tweede jaar € 18,- en derde jaar € 16,-
Variabele kosten
€ 5 per eenheid
€ 6 per eenheid
Overige constante kosten
€ 90.000 per jaar
€ 55.000 per jaar
CASE-vervolg (met onzekerheid)
Stelling
INVESTERINGSBESLISSINGEN NEEM IK VOOR DE HELFT OBV BEREKENINGEN EN VOOR DE ANDERE HELFT
OBV GEVOEL EN KENNIS VAN DE SECTOR
Vragen?