Re a g e re n
Co n c e rn s ta f
o .e n .s @h a a rle m.n l
Afd e lin g On d e rzo e k e n
Me i 2 0 13
S ta tis tie k Gro te ma rkt 2 2 0 11 Ha a rle m
Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek
Digipanel Haarlem
Financiering energiebesparende voorzieningen peiling draagvlak voor leningen onder bewoners van koopwoningen
1 De gemeente Haarlem hanteert de doelstelling klimaatneutraal. Om die reden is er een uitdaging de energiebesparing op te voeren. Ingrepen die daarbij een rol kunnen spelen, zijn bijvoorbeeld het plaatsen van: dubbel glas, een Hr-ketel, spouwmuurisolatie, gevelisolatie, vloerisolatie, bodemisolatie en dak- of vlieringisolatie. De afdeling milieu van de gemeente Haarlem, de opdrachtgever van dit onderzoek, wil graag weten welk draagvlak er bij bewoners in koopwoningen is voor verschillende (nieuwe) financieringsvormen voor energiebesparende voorzieningen in de woning Om te meten welke behoefte er is aan energiebesparende voorzieningen en voor welke financieringsvormen er belangstelling bestaat, heeft OenS Haarlem een online enquête uitgevoerd onder de Haarlemse digipanelleden. Daarbij is tevens gekeken of achtergrondkenmerken, zoals type woning, gezinssituatie, inkomen, aanleiding geven tot significante verschillen. In de tekst staan uitsluitend significante verschillen vermeld (betrouwbaarheidsniveau: 95%). Deze inzichten bieden de opdrachtgever mogelijk aanknopingspunten voor de onderscheiding van klantdoelgroepen om daar eventueel toekomstige (marketing)acties op af te stemmen. 2.458 digipanelleden kregen begin februari 2013 per e-mail een uitnodiging om ‘online’ mee te doen aan het onderzoek. De respons is 47%. Een deel van de respons heeft betrekking op huurders die buiten het kader van deze rapportage vallen; de gepresenteerde cijfers hebben in totaal op 889 respondenten in koopwoningen betrekking.
2 Afbetaling via de energieaansluiting is (voor de niet-VVE’s) het aantrekkelijkst Aan respondenten die niet tot een VVE behoren zijn drie vormen van lenen voorgelegd. Afbetaling via de energieaansluiting1) blijkt het vaakst aantrekkelijk te zijn (41%). Daarna volgt een gemeentelijke duurzaamheidslening (33%) en daarna greenloans (15%). VVE: collectief lenen voor duurzame installaties en renovaties met gelijk blijvende maandlasten is aantrekkelijkst Van de drie onderscheiden vormen van lenen voor VVE’s is collectief lenen voor duurzame installaties en renovaties, met gelijk blijvende maandlasten, het meest populair: 46% vindt het aantrekkelijk. Dit percentage is 44 voor een gemeentelijke duurzaamheidslening en 35 voor lenen binnen een Energiecoöperatie om collectief duurzame energie op te wekken. Kenmerken van een lening: lage rente, overdraagbaar en makkelijk aan te vragen Een lage rente is het vaakst genoemde kenmerk van een eventuele lening voor het (laten) plaatsen van energiebesparende voorzieningen in de woning (51%). Een kwart noemt de overdraagbaarheid van de lening aan een nieuwe koper en ongeveer een vijfde (21%) wil dat de lening makkelijk is aan te vragen. Behoefte aan informatie: via gemeente en digitaal 23% heeft behoefte aan meer informatie over beschikbare vormen van financiering van energiebesparende voorzieningen in de woning. De gemeente is veruit de belangrijkste partij als het gaat om de vraag van wie men deze informatie wil ontvangen (55%). Men zoekt vooral digitale manieren om de informatie te ontvangen: email: 48% en internet: 17%. Ondervraagden bezitten eigen geld Zes op de tien ondervraagden heeft 5.000 euro eigen geld beschikbaar om er eventueel een pakket energiebesparende voorzieningen in huis mee te betalen. 1)
Energieleveranciers en/of energienetwerkbedrijven bieden dit product niet aan: in de praktijk is het dus geen optie.
Er is een (latente) behoefte aan energiebesparende voorzieningen Bijna vier op de tien (39%) zou zonnepanelen (laten) plaatsen als er geen belemmeringen zouden zijn qua geld, tijd, informatie e.d.. Anderen kiezen voor vloerisolatie (11%) en dubbelglas (11%). Marktpartijen zijn populair om energiebesparende voorzieningen te laten plaatsen De meeste respondenten (57%) zouden hun gewenste energiebesparende voorziening het liefste door een marktpartij laten plaatsen. Bijna een vijfde (19%) wil de voorziening het liefste plaatsen met buurtbewoners (als opdrachtgever). Financiële redenen zijn het belangrijkst bij plaatsen energiebesparende voorzieningen Bijna vier op de tien (38%) vindt de directe besparing op de energierekening zeer belangrijk bij het plaatsen van de genoemde energiebesparende voorziening. Voor ongeveer een vijfde (21%) is ook de korte terugverdientijd van de investeringen zeer belangrijk. Dit percentage is voor het milieu (Co2 -reductie) 26 en 19 voor de toekomst van volgende generaties. Bijna een kwart zegt expliciet energiebesparende voorzieningen te willen (laten) plaatsen 24% zegt expliciet ja tegen de vraag of men de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis wil (laten) plaatsen. Circa de helft is te ‘verleiden’ tot investeren als besparing groter is dan het af te betalen bedrag 17% zegt nee tegen de vraag of men in de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis wil (laten) plaatsen en 53% zegt misschien (ja: 24% en weet niet: 6%). Aan de vrij grote groep die misschien zegt tegen investeringen, samen met hen die nee zeggen, is gevraagd of bepaalde omstandigheden hen over de streep kunnen trekken. De grootste groep (48%) kan alsnog worden ‘verleid’ tot investeren in energiebesparende voorzieningen als de besparing op de energierekening groter is dan het bedrag dat men moet afbetalen. Dit percentage is 32 als er een subsidie is die 10% van de totale kosten dekt. Ruim een kwart (28%) wil alsnog investeren als de investering aan de woning is gekoppeld en niet aan de respondent zelf.
3
Significante verbanden bij sleutelvariabelen milieu- hogere prijs waarde
lager hoger
gas en inkomen opgeleid elektra
afbetaling via de energieaansluiting is aantrekkelijk een gemeentelijk duurzaamheidslening is aantrekkelijk wil lening met lage rente wil lening die overdraagbaar is wil zonnepanelen wil informatie over lenen voor energiebespesparende voorzieningen wil komende 2 jaar energiebesparende voorzieningen is te 'verleiden' om energiebesparende voorzieningen te plaatsen
x
x
x
x x
x
x x x
Hoge prijs voor gas en elektra stimuleert energiebesparing Als respondenten maandelijks veel betalen voor gas en elektra (180 euro en meer en in een enkel geval 130 euro en meer) is de wens om energie te besparen (door te lenen) groter. Ook is men dan vaker te ‘verleiden’ om energie te besparen en men zoekt vaker informatie over de financiering van energiebesparing. Respondenten die zeggen dat alle duurzame voorzieningen al in de woning aanwezig zijn, betalen vaker een lage maandelijkse prijs (tot 130 euro) voor gas en elektra. Dit is ook het verband dat te verwachten valt: investeringen leiden tot een lagere prijs voor gas en elektra.
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
Milieuwaarde als ‘diepere’ verklaring voor energiebesparend gedrag 54% van de respondenten heeft een milieuwaarde. Dat wil zeggen dat men het belangrijk vindt dat milieubesparende voorzieningen in de woning worden aangebracht zoals zonne-energie. De meting van deze waarde is gebeurd via een algemene vraag met in totaal 14 verschillende woonwaarden, zoals vrijheid, zorgzekerheid, luxe, uitstraling en sociaal contact met buren. Respondenten met de milieuwaarde willen vaker energiebesparende voorzieningen plaatsen. Ze vinden lenen om dat te doen vaker aantrekkelijk. Ze willen vaker zonnepanelen, zoeken vaker informatie over energiebesparing en ze zijn vaker te ‘verleiden’ om energiebesparende voorzieningen te (laten) plaatsen. De milieuwaarde hangt opvallend samen met de leeftijd van de ondervraagden: de score is hoger score naarmate de leeftijd hoger is (tot 55 jaar). 38% van de 18-34 jarigen brengt deze milieuwaarde naar voren en voor de 35-44 jarigen en de 45-54 jarigen loopt dit aandeel op tot respectievelijk 47% en 61%.
Huishoudens met een lager inkomen willen vaker lenen De eerste vier sleutelvariabelen in de tabel hiernaast, die direct ingaan op lenen, hebben een hogere score binnen de groep huishoudens met een lager inkomen (tot 3.000 euro netto per maand). Hoog opgeleiden willen vaker energie besparen Hoger opgeleiden (WO + HBO) geven vaker expliciet aan energie te willen besparen in de komende twee jaar. Ook zijn ze vaker te ‘verleiden’ om energiebesparende voorzieningen te plaatsen en ze hebben vaker behoefte aan informatie over beschikbare vormen van financiering van energiebesparende voorzieningen in de woning.
4 27% is lid van een VVE Ruim een kwart (27%) van de ondervraagden in koopwoningen is lid van een VVE (242 respondenten). In 70% van de gevallen gaat het om een VVE met 10 of meer woningen (26 of meer woningen: 51%). 79% van de VVE-respondenten is tevreden over het functioneren van de VVE (ontevreden: 6%).
Ruim de helft heeft een milieuwaarde Het plaatsen van energiebesparende voorzieningen is onder andere afhankelijk van beschikbaar geld en de toegang tot passende vormen van financiering. Op een ‘dieper’ niveau speelt ook een milieuwaarde een rol.
Gemiddeld rapportcijfer zelfoordeel energiebewustzijn: 7,1 Aan de respondenten is aan de hand van een rapportcijfer van 1 tot en met 10 gevraagd hoe energiebewust men zichzelf vindt (1 = helemaal niet energiebewust tot 10 = heel erg energiebewust). Het gemiddelde rapportcijfer is 7,1. Ruim één op de tien (11%) geeft zichzelf een onvoldoende en ruim driekwart (76%) een zeven of hoger.
Er is een algemene vraag gesteld met daarin 14 verschillende woonwaarden, zoals vrijheid, zorgzekerheid, luxe, uitstraling en sociaal contact met buren. Binnen die groep van waardenindicatoren is de milieuwaarde geoperationaliseerd als: dat het belangrijk is dat milieubesparende voorzieningen in de woning worden aangebracht zoals zonne-energie. Deze indicator komt bij de hierna verklarende achtergrondanalyses veelvuldig als significant naar voor en heeft daarmee een zekere voorspellende waarde.
Ruim een kwart blijft antwoord op maandlasten gas en elektra schuldig Ruim een kwart (29%) weet niet precies uit het hoofd hoe hoog de maandlasten voor gas en elektra zijn. Van degene die het wel weten, betaalt ongeveer een derde maandelijks tot 130 euro. Circa een derde betaalt tussen de 130 euro en 180 euro en eveneens circa en derde geeft 180 euro of meer per maand uit aan gas en elektra.
54% van ondervraagde respondenten vindt de milieuwaarde belangrijk. In de naoorlogse voorraad (60%) en in Schalkwijk (63%) scoort deze indicator nog hoger. Ook de respondenten die zichzelf een rapportcijfer van acht of hoger geven voor hun energiebewustzijn, brengen vaker deze milieuwaarde naar voren (66%).
Energiebewust op een schaal van 1 tot 10 volgens respondent zelf
minder dan 6 6
7 8 en meer
De indicator voor de milieuwaarde hangt ook opvallend samen met de leeftijd van de ondervraagden: de score is hoger score naarmate de leeftijd hoger is (tot 55 jaar). 38% van de 18-34 jarigen brengt de milieuwaarde naar voren en voor de 35-44 jarigen en de 45-54 jarigen loopt dit aandeel op tot respectievelijk 47% en 61%. Op de hoogte van de besparingen die men kan realiseren Ruim de helft (52%) is het eens met de stelling: ik ben goed op de hoogte van de besparingen die ik kan realiseren met energiebesparende voorzieningen voor mijn woning. 16% is het er oneens mee en 30% zegt het er noch eens noch oneens mee te zijn (weet niet: 2%). Zij die de maandlasten van gas en elektra hebben kunnen aangeven, zijn het voor 56% eens met deze stelling. Voor hen die de prijs niet konden specificeren, is dit percentage 44.
5 Afbetaling via de energieaansluiting is (voor niet VVE-ers) het aantrekkelijkst Aan respondenten die niet tot een VVE behoren zijn drie vormen van lenen voorgelegd. Afbetaling via de energieaansluiting2) blijkt het vaakst aantrekkelijk te zijn (41%). Daarna volgen de gemeentelijke duurzaamheidslening (33%) en greenloans (15%). Uitgangspunt bij afbetaling via de energieaansluiting is dat de bespaarde energiekosten gelijk of hoger zijn dan de aflossing van de energiebesparende investeringen inclusief rente. Het voordeel in deze constructie is dat het niet uitmaakt als men binnen enkele jaren verhuist; deze vorm van lenen is namelijk gekoppeld aan de woning (het adres) en niet aan de bewoner. De nieuwe koper neemt de lening over. Men hoeft zich daardoor niet druk te maken over de vraag of men de investering wel op tijd terugverdient Het voordeel van een gemeentelijke duurzaamheidslening is de korting van 3% ten opzichte van de geldende marktrente. Het nadeel van deze financieringsvorm is de strenge inkomenstoets (lastige procedure). Het maximaal te lenen bedrag is 25.000 euro. Het voordeel van een greenloans is de iets gunstigere rente dan de geldende marktrente en de eisen om de lening af te sluiten zijn minder streng (geen notaris, beperkte inkomenstoets). Het rentevoordeel is echter tegelijk het nadeel: de rente is hoger dan bij de duurzaamheidslening. 2)
Energieleveranciers en/of energienetwerkbedrijven bieden dit product niet aan: in de praktijk is het dus geen optie.
Afbetaling via de energieaansluiting Voor 41% van de niet-VVE ondervraagden is afbetaling via de energieaansluiting een aantrekkelijke vorm van lenen. Huishoudens met een lager inkomen (tot 3.000 netto per maand) geven vaker aan deze vorm van lenen aantrekkelijk te vinden (47%). Dat geldt eveneens voor respondenten met de milieuwaarde (47%). Voor ondervraagden die maandelijks meer betalen aan gas en elektra (130 euro en meer per maand) is de aantrekkingskracht ook groter (45%).
Aantrekkelijkheid van drie vormen van lenen (niet-VVE) % aan-
% zeer aan-
trekkelijk
trekkelijk
afbetaling via de energieaansluiting
41
12
gemeentelijke duurzaamheidslening
33
10
greenloans
15
1
Gemeentelijke duurzaamheidslening Voor 33% van de niet-VVE ondervraagden is een gemeentelijke duurzaamheidslening aantrekkelijk. Als men maandelijks veel betaalt aan gas en elektra (180 euro en meer) is dit aandeel hoger (38%). Ook voor huishoudens met een lager inkomen (tot 3.000 euro netto per maand) is deze manier van lenen vaker aantrekkelijk (41%). Dat geldt eveneens voor respondenten met de milieuwaarde (41%).
6 VVE: collectief lenen voor duurzame installaties en renovaties met gelijk blijvende maandlasten is het aantrekkelijkst Van de drie onderscheiden vormen van lenen voor VVE’s is collectief lenen voor duurzame installaties en renovaties, met gelijk blijvende maandlasten, het meest populair: 46% vindt het aantrekkelijk. Dit percentage is 44 voor een gemeentelijke duurzaamheidslening en 35 voor lenen binnen een Energiecoöperatie om collectief duurzame energie op te wekken. VVE’s kunnen zich verenigen in een collectief. Binnen dit collectief kan men grote bedragen vanaf 1 miljoen euro lenen voor duurzame installaties en renovaties. Idealiter blijven dan de maandlasten gelijk: de servicekosten gaan omhoog maar de energierekening gaat naar beneden. VVE’s kunnen zich verenigen in een Energiecoöperatie. Het is dan mogelijk om een groot bedrag te lenen vanaf 1 miljoen euro voor de oprichting van een lokaal duurzaam energiebedrijf om eigen duurzame energie op te wekken.
Aantrekkelijkheid van drie vormen van lenen (VVE) % aan-
% zeer aan-
trekkelijk
trekkelijk
collectief lenen voor duurzame installaties en renovaties met gelijk blijvende maandlasten gemeentelijke duurzaamheidslening
46
13
44
10
35
6
lenen binnen een Energiecoöperatie om collectief duurzame energie op te wekken
7 Voor de helft is lage rente een kenmerk van een lening Stel dat u energiebesparende voorzieningen in uw woning zou (laten) plaatsen die u met een lening financiert: welke kenmerken zou die lening dan voor u moeten hebben (maximaal drie antwoorden mogelijk)?
Kenmerken van een lening die men eventueel gaat gebruiken
Een lage rente is het vaakst genoemde kenmerk van een eventuele lening voor het (laten) plaatsen van energiebesparende voorzieningen in de woning (51%). Een kwart noemt de overdraagbaarheid van de lening aan een nieuwe koper en ongeveer een vijfde (21%) wil dat de lening makkelijk is aan te vragen.
% lage rente
51
overdraagbaar aan nieuwe koper
25
makkelijk aan te vragen
21
alles wordt voor mij geregeld, uitvoering en financiering
15
koppeling aan mijn maandlasten (bijv. via de energierekening)
14
extra maandlasten moeten gelijk of lager zijn/worden dan de investeringskosten kostenbesparing door samenwerking met buurtbewoners
51% noemt een lage rente als kenmerk voor een lening voor energiebesparende voorzieningen in de woning. Voor werkzame personen en samenwonende huishouden met één of meer kinderen is dat nog aantrekkelijker (beiden: 61%). Vooral voor jonge huishoudens (18- 34 jarigen: 62%; 35-44 jaar: 61%) en huishoudens met een lager inkomen (tot 3.000 netto per maand euro) is een lage rente aantrekkelijk (64%). Dat geldt eveneens voor de respondenten met de milieuwaarde (56%).
14 10
betrouwbare financier
9
een groene bank
6
een korte looptijd
6
kostenbesparing door samenwerking binnen energiecorporatie
5
borgstelling bij werkloosheid e.d.
4
mijn eigen bank
3
kostenbesparing door samenwerking met woningbouwcorporatie
0
Een kwart zegt overdraagbaarheid aan een nieuwe koper belangrijk te vinden. Dat aandeel is hoger bij de volgende segmenten/doelgroepen: gestapelde bouw (36%), naoorlogse bouw (35%), Oost (35%), alleenstaanden (37%) huishoudens zonder kinderen (32%), huishoudens tot 3000 euro netto per maand (32%), 18-34 jarigen (35%) en respondenten die lid zijn van een VVE (34%).
8 Zes op de tien heeft 5.000 euro eigen geld beschikbaar Stel dat u momenteel een pakket energiebesparende voorzieningen in uw woning zou plaatsen van 5.000 euro inclusief BTW. Kunt u dan eigen geld gebruiken of heeft u een lening nodig?
Acceptabele terugverdientijd van een investering: 88% tot 10 jaar Bijna negen op de tien (88%) geven aan dat een acceptabele terugverdientijd, van een investering in energiebesparende voorzieningen in de woning, tot 10 jaar is. Voor bijna vier op de 10 (39%) is de terugverdientijd tot 5 jaar (10 jaar en meer: 6%; weet niet en anders: 7%).
Op deze vraag antwoordt 61% dat men volledig eigen geld kan gebruiken. 14% heeft voor dit hele bedrag een lening nodig.
Acceptabele terugverdientijd van een investering in energiebesparende voorzieningen in de woning % 0-5 jaar
39
5 tot 10 jaar
49
10 tot 15 jaar
5
15 jaar of meer
1
weet niet
5
anders
2 100
Eigen geld of een lening voor het eventueel plaatsen van pakket energiebesparende voorzieningen van 5.000 euro inclusief BTW % kan volledig eigen geld gebruiken
61
kan deels eigen geld gebruiken/heb deels lening nodig
19
heb voor het hele bedrag een lening nodig
14
weet niet totaal
5 100
9 23% heeft behoefte aan informatie over financiering 23% heeft behoefte aan meer informatie over beschikbare vormen van financiering van energiebesparende voorzieningen in de woning. De gemeente is veruit de belangrijkste partij als het gaat om de vraag van wie men deze informatie wil ontvangen (55%). Men zoekt vooral digitale manieren om de informatie te ontvangen; per mail: 48% en internet: 17%.
Partij van wie men de informatie het liefste wil ontvangen
Hoe men de informatie het liefste wil ontvangen % per mail
48
internet
17
per brief
16
persoonlijk (face to face)
12
op een buurtavond
5
anders
3 100
% gemeente
55
professioneel adviseur
13
energieleverancier zoals Nuon of Essent
8
energienetwerkbedrijf zoals Liander
7
leverancier van de energiebesparende producten
5
buurtnetwerk
4
bedrijf dat de producten plaatst
2
bank
1
anders
3
weet niet
3 100
23% heeft behoefte aan meer informatie over beschikbare vormen van financiering van energiebesparende voorzieningen in de woning. Dat aandeel is hoger (34%) als men maandelijks veel betaalt aan gas en elektra (180 euro en meer). Bij personen die werken (28%), 35-44 jaar zijn (34%) in huishoudens leven waarin men samenwoont met één of meer kinderen (30%) is ook meer behoefte aan informatie. Dat geldt eveneens voor respondenten met de milieuwaarde (35%). Hoger opgeleiden (WO+HBO: 28%) willen vaker informatie dan personen die lager zijn opgeleid dan WO of HBO (20%). De informatiebehoefte van mannen (28%) is hoger dan die van vrouwen (20%).
10 Investeren in zonnepanelen, vloerisolatie en dubbelglas Aan zonnepanelen is momenteel de grootste behoefte. Bijna vier op de tien (39%) zou deze voorziening (laten) plaatsen als er geen belemmeringen zouden zijn qua geld, tijd, informatie e.d. Vloerisolatie (11%) en dubbelglas (11%) volgen op afstand.
Energiebesparende voorziening waaraan de grootste behoefte bestaat (bij voldoende geld, tijd, informatie e.d.) % zonnepanelen
39
vloerisolatie (isolatie vloer op begane grond woning)
11
dubbel glas
11
buiten- of binnen gevelisolatie
8
dak- of vlieringisolatie
5
Hoog Rendements (HR) ketel
4
zonneboiler
3
bodemisolatie
2
overige isolatie (leidingen, brievenbussen)
2
39% wil zonnepanelen plaatsen als er geen belemmeringen zouden zijn (qua geld, tijd e.d.). In de naoorlogse voorraad en in Oost is dit percentage hoger (respectievelijk 59% en 54%). Dat geldt eveneens voor respondenten die de milieuwaarde belangrijk vinden (46%). De jongste respondenten (18-34 jaar) geven minder vaak aan zonnepanelen te willen (30%).
11% wil vloerisolatie aanbrengen als er geen belemmeringen zouden zijn (qua geld, tijd e.d.). In de vooroorlogse voorraad (15%), in de sector eengezinswoningen (14%) en in Noord (15%) is dit percentage hoger. Hetzelfde geldt voor ondervraagden die samenwonen als (echt)paar met één of meer kinderen (17%).
geen van deze voorzieningen: duurzame voorzieningen zijn al aanwezig anders
11 3 100
Duurzame voorzieningen zijn al aanwezig: 11% 11% van de respondenten meldt dat duurzame voorzieningen allemaal al aanwezig zijn. In de gestapelde bouw (18%), in Schalkwijk (19%) en in VVE-woningen (17%) is dit aandeel hoger. Hetzelfde geldt voor de ondervraagde 65-plussers (22%). Ook in de groep respondenten die maandelijkse een lage prijs voor gas en elektra betalen (tot 130 euro), is het aandeel hoger (16%).
11% wil dubbel glas plaatsen als er geen belemmeringen zouden zijn (qua geld, tijd e.d.). In de vooroorlogse voorraad (15%) en in het centrum (20%) is dit percentage hoger. Hetzelfde geldt voor alleenstaanden (20%) en ondervraagden in huizen met een hoge maandelijks te betalen prijs (180 euro en meer) voor gas en elektra (16%).
11 Financiële redenen zijn het belangrijkst bij plaatsen energiebesparende voorziening Bijna vier op de tien (38%) vindt de directe besparing op de energierekening zeer belangrijk bij het plaatsen van de genoemde energiebesparende voorziening. Voor ongeveer een vijfde (21%) is ook de korte terugverdientijd van de investeringen zeer belangrijk. Dit percentage is voor het milieu (Co2 -reductie) 26 en 19 voor de toekomst van volgende generaties.
Marktpartijen zijn populair om energiebesparende voorziening te plaatsen De meeste respondenten (57%) zouden hun gewenste energiebesparende voorziening het liefste door een marktpartij laten plaatsen. Bijna een vijfde (19%) van de respondenten wil de voorziening het liefste plaatsen met buurtbewoners (als opdrachtgever).
Partij door wie men energiebesparende voorziening het liefste in de woning zou plaatsen %
Redenen voor plaatsing energiebesparende voorziening %
% zeer
belangrijk
belangrijk
directe besparing op de energierekening
53
38
korte terugverdientijd van de investeringen
50
21
de toekomst van volgende generaties
48
19
het milieu (CO2-reductie)
46
26
verhoging van het comfort
39
27
woning wordt beter verkoopbaar
33
8
behalen van een energielabel
20
5
marktpartij(en) aan de hand van een offerte
57
samen met buurtbewoners (als opdrachtgever)
19
iemand die alles voor me regelt
12
doe het zelf
8
anders
5 100
12 24% geeft expliciet aan te willen investeren Bijna een kwart (24%) zegt expliciet ja tegen de vraag of men in de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis wil (laten) plaatsen. 17% zegt expliciet nee en een vrij grote groep (53%) misschien (weet niet: 6%). Reden niet investeren: financieel en geen verbouwing op komst Er zijn vele verschillende redenen waarom men de komende twee jaar (misschien) geen energiebesparende voorzieningen wil (laten) plaatsen. De belangrijkste betreffen financiële redenen (bespaar nauwelijks, wil geen geld lenen, heb niet genoeg geld, wil geld anders besteden, maandlasten worden te hoog, door recessie is inkomen/baan onzeker), naast het feit dat men (voorlopig) niet gaat verbouwen.
Wil de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis (laten) plaatsen % Ja
24
Nee
17
Misschien
53
Weet niet
6 100
Redenen waarom men de komende twee jaar (misschien) geen energiebesparende voorzieningen in huis wil (laten) plaatsen (meer antwoorden zijn mogelijk, % van genoemde redenen) %
24% wil in de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis (laten) plaatsen. Voor sommige segmenten/groepen is dat aandeel hoger: eengezinswoningen (27%), vooroorlogse woningen (29%), Zuid-West (28%), samenwonend met één of meer kinderen (30%), HBO-ers+WO-ers (25%), werkzame personen (27%), 35-44 jarigen (35%), mannen (29%) en niet participerend in een VVE (26%). Ook is het aandeel hoger onder huishoudens die maandelijks veel, 180 euro of meer, aan gas en elektra betalen (28%). Hetzelfde geldt voor de personen met de milieuwaarde (31%). Voor andere segmenten/groepen is het aandeel lager: Schalkwijk (16%), alleenstaanden (17%), lager dan HBO of WO opgeleid (22%), AOW, gepensioneerd of rentenierend (18%), 65 jaar en ouder (17%), vrouwen (16%) en lid van een VVE (19%).
we gaan (voorlopig) niet verbouwen
11
ik bespaar er nauwelijks mee
10
ik wil hiervoor absoluut geen geld lenen
10
ik heb niet genoeg eigen geld voor deze investeringen
9
wil mijn geld aan andere dingen besteden
9
mijn maandlasten worden te hoog als ik hiervoor zou lenen
9
door de recessie is mijn inkomen/baan onzeker
9
het comfort verbetert er nauwelijks door
8
heb angst dat ik meer onroerendezaakbelasting (OZB) moet betalen omdat de woningwaarde zal stijgen door de investeringen
6
ik ben niet bezig met energiebesparing
4
anders
5
duurzame voorzieningen zijn al aanwezig
9 100
13 Circa de helft is te ‘verleiden’ tot investeren als besparing groter is dan het af te betalen bedrag 17% zegt nee tegen de vraag of men in de komende twee jaar energiebesparende voorzieningen in huis wil (laten) plaatsen en 53% zegt misschien (ja: 24% en weet niet: 6%).
Zou u de komende twee jaar alsnog energiebesparende voorzieningen in huis (laten) plaatsen als u wist dat:
Aan de vrij grote groep die misschien zegt tegen investeringen, samen met hen die nee zeggen, is gevraagd of bepaalde omstandigheden hen over de streep kunnen trekken. De grootste groep (48%) kan alsnog worden ‘verleid’ als de besparing op de energierekening groter is dan het bedrag dat men moet afbetalen. Dit percentage is 32 als er een subsidie is die 10% van de totale kosten dekt. Ruim een kwart (28%) wil alsnog investeren als de investering aan de woning is gekoppeld en niet aan de respondent zelf.
de besparing op uw energierekening groter is dan het bedrag
(% ja van hen die zeggen misschien of niet te willen investeren) %
dat u moet afbetalen er voor u een subsidie is die 10% van de totale kosten dekt
32
de investering aan uw woning gekoppeld is en niet aan u zelf
28
er voor u een goedkope lening is (2%)
20
u de lening binnen 5 jaar kan afbetalen
20
u niet zou zijn verhuisd op het moment dat de investering rendabel wordt u naast een lening ook eigen geld kan inbrengen
Bijna de helft van hen die niet of misschien energiebesparende voorzieningen in huis willen (laten) plaatsen in de komende twee jaar (48%) geeft aan dat alsnog te doen als men wist dat de besparing op de energierekening groter is dan het bedrag dat men moet afbetalen. Dit percentage is nog hoger voor: hen die maandelijks veel, 180 euro en meer, betalen aan gas en elektra (59%), zij die weten welk bedrag ze maandelijks betalen aan gas en elektra (51%), samenwonenden met één of meer kinderen (57%), HBO-ers+WO-ers (51%), 45-54 jarigen (58%), mannen (51%), werkzame personen (52%) en de respondenten met een milieuwaarde (53%). Het aandeel is lager onder hen die de maandelijkse prijs van gas- en elektra niet weten (39%), alleenstaanden (34%), lager dan HBO+WO opgeleiden (40%), AOW-ers, gepensioneerden, rentenierend (39%) en vrouwen (43%).
48
19 17
Opdrachtgever:
Samensteller:
Internet:
Auteur:
Bronvermelding:
Gemeente Haarlem/
Gemeente Haarlem/CS/
www.haarlem.nl/
dr. J.M. Kersloot
Alles uit deze uitgave mag
Stadszaken/Milieu
Onderzoek en Statistiek
feitenencijfers
vrij worden gebruikt, mits
Postbus 511
onder duidelijke vermel-
2003 AA Haarlem
ding van de samensteller
Telefoon: 023-5113018
en de naam van de
E-mail: o,
[email protected]
rapportage