* Stand van zaken in de Nederlandse economie * Waarom sparen én beleggen belangrijk is * Nederlandse woningmarkt herrijst langzaam uit zijn as BARBARA BAARSMA Directeur SEO Economisch Onderzoek en hoogleraar marktwerking over de noodzaak van hervormingen voor een stabielere economie
juni 2014
Voorzitter van Bouwend Nederland Maxime Verhagen nog altijd voorstander van het topsectorenbeleid
HANS HAGENAARS Directeur particulieren bij ING benadrukt het belang van financiële bewustwording in Nederland
WILLEM VERMEEND Voormalig staatssecretaris van Financiën en internetondernemer zet zijn kaarten op de nieuwe maakindustrie en beter onderwijs
FINANCIEEL FIT IN BETERE TIJDEN met slimme tips voor bescherming en groei van uw vermogen
DE NIEUWE LEXUS GS 300h VANAF € 46.390,-
VANAF NU STANDAARD OP ELKE LEXUS AUTOMAAT
CLIMATE CONTROL
CRUISE CONTROL
HAAL- & BRENGSERVICE
Met de tweede generatie Lexus Hybrid Drive combineert de GS 300h een geavanceerde 2,5 liter benzinemotor met een krachtige elektromotor. Dit vertaalt zich in een zeer laag brandstofverbruik en fiscale voordelen. De nieuwe Lexus GS 300h heeft dan ook slechts 20% bijtelling, uniek in z’n klasse. Ook uniek is de zeer rijke uitrusting. Zo heeft deze ruime zakensedan naast een automaat en climate- en cruise control standaard ook nog eens 17” lichtmetalen velgen en een parkeerhulpcamera. Uiteraard heeft u ook recht op onze veelgeprezen haal- en brengservice. De GS 300h is al verkrijgbaar vanaf € 46.390,- en lease vanaf € 699,- p/m*. U bent van harte welkom in de showroom.
WELKOM BIJ Brandstofverbruik (EC/195/2013J) varieert van 4,7 l/100 km (21,3 km/l) t/m 5,0 l/100km (20,0 km/l). CO2 emissie 109-115 g/km. *Gebaseerd op de vanafprijs € 46.390,-. Prijzen incl. BTW en excl. kosten rijklaar maken. Kijk op lexus.nl voor de verkoopvoorwaarden. Lexus Financial Services leasetarief p/mnd o.b.v. Full Operational Lease, 60 mnd en 20.000 km/ jaar, incl. 75% bonus/ malus, excl. BTW en brandstof. Afgebeeld: GS 300h PRESIDENT LINE met metallic lak t.w.v. € 69.240,-. Wijzigingen voorbehouden. Importeur: Louwman & Parqui B.V. Meer info bel 0162 – 585 288.
Grip op je Vermogen 1 – 2014 Colofon Grip op je Vermogen Postbus 152 1000 AD Amsterdam Website www.gripopjevermogen.nl E-mail
[email protected]
Inspirerend en leerzaam
Hoofdredactie Johan Brinkman Medewerkers Frank van Alphen, Bram van Eijndthoven, Marten van Garderen, Bob Homan, Linda Jongejan (event manager), Foppe Oberman, Thessa Plevier, Yu Mee Tan, Arne van der Wal, Bas Jan Warmelink Ontwerp en lay-out Tom van Staveren, Eric van den Berg Graphic Island Eindredactie Liesbeth Wijnands Fotografie Rene van der Hulst, Joris Telders, Polle B. Willemsen Illustratie cover Graphic Island Data grafieken Bloomberg Uitgever Louise van Nispen Productie Loes Mes Drukker Roto Smeets Weert Advertenties Elsevier Media Telefoon: 020 - 515 96 66 E-mail:
[email protected] Website: www.elseviermedia.nl
© 2014 Reed Business
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Enkele artikelen in dit magazine zijn afkomstig van ING Bank N.V. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, handelsregister nr. 33031431 Amsterdam en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Beleggen brengt risico’s met zich mee. U kunt uw inleg verliezen.
H
ierbij bieden wij u de vierde editie van Grip op je Vermogen aan, het halfjaarlijkse magazine van Elsevier en kennispartner ING. U kunt hierin traditiegetrouw uw denkbeelden over een breed scala aan persoonlijke financiële vraagstukken toetsen aan de opinies van deskundigen van naam en faam. Maar ook zaken als vernieuwend ondernemen en het groeipotentieel van de Nederlandse economie komen uitgebreid aan bod. Gelukkig is er veel veranderd sinds de lancering van dit magazine in 2012. Toen beheerste de eurocrisis het nieuws en was in de woorden van de allereerste spreker van het congres Grip op je Vermogen – oud-politicus Frits Bolkestein – ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. Dat lijkt lang geleden. Niet dat we nu allemaal blaken van optimisme, maar het ziet ernaar uit dat de economie in Nederland en de rest van Europa wel degelijk aan het herstellen is. Daarmee zijn we helaas niet automatisch terug bij de situatie van vóór de crisis. Want de vermogenspositie van vrijwel alle Nederlanders is in de afgelopen crisisjaren verslechterd, bijvoorbeeld waar het uw pensioen of de eigen woning betreft. Daarover, maar vooral ook over wat u zelf in de praktijk kunt doen om uw vermogen te beschermen en te laten groeien, zullen wij u in dit magazine informeren. We hopen dat u inspirerende en informatieve leesmomenten zult hebben, zeker ook gezien de vele waardevolle tips die u meteen op uw persoonlijke situatie kunt toepassen. Tot slot staat in dit magazine een verslag in woord en beeld van het vijfde congres Grip op je Vermogen, dat op 25 april in Utrecht werd gehouden. Kijk voor meer impressies op onze website www.gripopjevermogen.nl. De voorbereidingen voor het zesde congres, dat op vrijdag 3 oktober 2014 in het World Forum in Den Haag plaatsvindt, zijn intussen al in volle gang. Wellicht treffen wij elkaar deze herfst (weer) in de Hofstad.
Louise van Nispen, Uitgever
Ronald Stoel,
Directeur Personal Banking ING nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 3
Terras overdekking
RCS Auch n° 397 909 938
Zwembad overdekking
Geniet 100% van uw zwembad
of uw terras met een overdekking ZWEMBAD
TERRAS
GRATIS
Vraag snel uw gratis boek, 92 bladzijden ideeën en advies over zwembad- en terrasoverdekkingen www.abrisud.com
Leuvensesteenweg 46 b 1932 SINT-STEVENS-WOLUWE (ZAVENTEM) BELGIQUE
Grip op je Vermogen 1 – 2014
Inhoud 06
INTERVIEW Maxime Verhagen
‘Samenwerking is de sleutel in gouden driehoek tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap’ Ook als voorzitter van Bouwend Nederland is voormalig minister van Economische Zaken Maxime Verhagen een enthousiast voorstander van het stimuleren van kansrijke sectoren. En hij ziet investeringen van Nederlandse pensioenfondsen als een absolute noodzaak.
16 26 42 50
INTERVIEW Barbara Baarsma
‘Grijp nu de kans de economie stabieler te maken’ Instituties als het pensioenstelsel en de woningmarkt moeten volgens Barbara Baarsma, directeur SEO Economisch Onderzoek, op de schop. ‘Gekissebis over noodzakelijke hervormingen leidt tot welvaartsverlies.’
INTERVIEW Hans Hagenaars ‘Tijd is een bondgenoot van de belegger’
Voor de menselijke geest is het moeilijk de lange termijn in het oog te houden. ‘Maar,’ zegt Hans Hagenaars, directeur particulieren bij ING, ‘wie de tijd heeft, kan er verstandig aan doen een deel van zijn geld te beleggen.’
INTERVIEW Annemarie van Gaal ‘Mooi moment om in actie te komen’
Mediaondernemer en auteur Annemarie van Gaal is bang dat Nederland op een ambitieloze maatschappij afkoerst. ‘In ons onderwijssysteem en belastingstelsel zitten weeffouten die de verkeerde prikkels geven.’
INTERVIEW Willem Vermeend
06 Interview Maxime Verhagen 11 Financieel fit voor later 16 Interview Barbara Baarsma 20 Voorzichtig optimisme 23 Hoezo sparen én beleggen? 26 Interview Hans Hagenaars 30 Vuistregels voor beleggers 35 Verandering biedt kansen 41 Bescherming tegen inflatie en fiscus 42 Interview Annemarie van Gaal 47 Financiële planning 50 Interview Willem Vermeend 53 Nederlandse woningmarkt 54 Pensioen is splijtzwam tussen jong en oud 56 Grip op je Vermogen V: congresverslag 58 Column Johan Brinkman: ‘Kunt u nu het voortouw nemen?’ 58 Kalender
‘Nieuwe maakindustrie heeft de toekomst’
Omdat de economie steeds sneller van kleur verschiet, moet beter onderwijs volgens internetondernemer en oud-staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend de hoogste prioriteit krijgen. ‘Dat moet meer nadruk leggen op ondernemerschap en techniek.’
nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 5
Interview met Maxime Verhagen
6
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Oud-minister en voorzitter van Bouwend Nederland Maxime Verhagen:
‘Samenwerking is de sleutel in gouden driehoek tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap’ Maxime Verhagen was als minister van Economische Zaken een van de grondleggers van het topsectorenbeleid. Hij is nog steeds een enthousiast voorstander van het stimuleren van kansrijke sectoren en waarschuwt voor te hard bezuinigen op subsidies voor innovatieve bedrijven. Bovendien pleit de CDA’er voor intensievere samenwerking met Europa. tekst: Frank van Alphen
foto: Rene van der Hulst
Is de overheid de aangewezen partij om economische groei te bevorderen? ‘Maatschappelijke uitdagingen als klimaatverandering, de vergrijzing en de dreigende grondstofschaarste moeten opgelost worden. Dat vraagt betrokkenheid van de overheid. Die kan dat niet alleen. De inhoud van het topsectorenbeleid is ontwikkeld door de teams die bestonden uit vertegenwoordigers van het grote en kleine bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid. Met andere woorden: het beleid is niet alleen achter Haagse bureaus bepaald, maar ook door de betrokkenen zelf.’
Wat zijn de voordelen van het topsectorenbeleid? ‘Het topsectorenbeleid stimuleert de samenwerking tussen de drie O’s: onderzoekers, ondernemers en overheden. Die samenwerking zorgt ervoor dat Nederland concurrerend blijft. We behoren in sectoren als agrofood, logistiek, che-
mie, life sciences, watermanagement en de creatieve industrie tot de top. Het is natuurlijk zaak die positie ondanks een slinkende beroepsbevolking en de opkomst van nieuwe concurrenten vast te
Wie is Maxime Verhagen? Politicus Maxime Verhagen (1956) is van huis uit historicus. De geboren Maastrichtenaar zat voor het CDA in het Europees Parlement, de Tweede Kamer en was fractievoorzitter. Van 2007 tot 2010 was hij minister van Buitenlandse Zaken en van 2010 tot 2012 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en tevens vicepremier. Tegenwoordig is hij adviseur van de VDL Groep, commissaris van de Chemelot Campus en bestuurslid van VNO-NCW. Het merendeel van zijn tijd besteedt Verhagen aan Bouwend Nederland.
houden. De sleutel is samenwerking. ‘Onderzoekers en ondernemers moeten meer van elkaar profiteren. Onderzoek kan dan beter worden omgezet in vernieuwende producten. Van bedrijven verwacht ik dat ze meer geld uittrekken voor onderzoek. Zo gaan we van kennis naar kunde naar kassa. Wageningen staat model voor dit soort samenwerkingsverbanden. Nergens in Nederland weten ondernemers en wetenschappers beter hoe ze samen aan nieuwe producten kunnen werken dan in de agrofoodsector. De toegevoegde waarde en innovatiekracht van de Nederlandse agrofoodsector zijn daarvoor enorm.’
Hoe combineer je economisch stimuleringsbeleid met de noodzaak tot bezuinigen? ‘Dat is heel lastig. Tegelijkertijd met de introductie van het topsectorenbeleid kwam er een forse bezuinigingsopgave die de budgetten flink aantastte. In het basispad van het CPB van 2010 was het totale budget van het Fonds Economische Structuurversterking (FES), dat tot dan toe werd gevuld uit een deel van de aardgasbaten, geschrapt ter dekking van het financieringstekort. Geen enkele politieke partij had in zijn verkiezingsprogramma geld gereserveerd voor de voeding van het FES. ‘Bij de volgende bezuinigingsoperatie van het tweede kabinet-Rutte verdween ook het budget voor de innovatienummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 7
Interview met Maxime Verhagen
prestatiecontracten waar met name het MKB van profiteerde. Extra nadeel in crisistijd is dat veel steunmaatregelen fiscaal zijn vormgegeven. Als je vanwege tegenvallende omzetten moet bezuinigen, krijg je dus ook minder fiscaal voordeel. Bedrijven kregen minder ondersteuning dan ze hadden ontvangen wanneer de steun in de vorm van subsidies was gegoten. De cofinanciering door het bedrijfsleven van onderzoek valt in crisistijd ook tegen. Kennisinstellingen worden hierdoor minder geprikkeld om toegepast onderzoek in plaats van fundamenteel onderzoek te doen.’
Vanuit het MKB klinkt vaak de kritiek dat het topsectorenbeleid te veel is gericht op grote bedrijven. Is die kritiek juist? ‘Nee, in opzet zeker niet. Bij aanvang waren er meer fondsen voor het MKB beschikbaar dan voor grote bedrijven. Hier is later weer op bezuinigd, maar er komt dit jaar gelukkig weer 32 miljoen extra beschikbaar voor het MKB. ‘Verder hebben er vanaf het begin in de teams van de topsectoren vertegenwoordigers van het MKB gezeten. Bij de ontwikkeling van het topsectorenbeleid was niet alleen VNO-NCW, maar ook MKB Nederland betrokken, in de persoon van Hans Biesheuvel.’
Hoe kan de overheid het MKB een grotere rol geven? ‘Het helpt enorm als regels voor het aanvragen van subsidie worden versimpeld. Kleine bedrijven zijn ook gebaat bij een speciaal loket waar ze worden geholpen bij het indienen van een aanvraag. Verder kan de overheid MKB’ers van dienst zijn in natura door onderzoek te steunen waar zij ook de vruchten van kunnen plukken.’
Moeten Nederlandse pensioenfondsen meer investeren in Nederland? ‘Ja. Binnenlandse investeringen zijn naast export van groot belang voor de economische groei. Juist nu de overheid
‘Juist nu de overheid moet bezuinigen, zijn investeringen van Nederlandse pensioenfondsen absolute noodzaak.’
moet bezuinigen, zijn investeringen van Nederlandse pensioenfondsen absolute noodzaak. Uiteraard moet het rendement voor deze fondsen voldoende zijn. Twee initiatieven, de Nationale Hypotheek Instelling (NHI) en de Nederlandse Investerings Instelling (NII), moeten tot stand komen om het voor institutionele beleggers interessant te maken hier te beleggen.’
Hoe stimuleren die investeringen de economische groei? Kijk naar de landen om ons heen. Landen die investeren in infrastructuur hebben een hogere economische groei. Hier kan de NII een grote rol spelen die investeringen aan te trekken. Denk aan investeringen in zorgvastgoed die nodig zijn vanwege de vergrijzing. De NHI kan de concurrentie op de hypotheekmarkt aanwakkeren. Dat leidt op den duur tot lagere hypotheekrentes. Dat is goed voor de bouwsector en de werkgelegenheid in die sector. Dat laatste is van groot belang gezien de vrees voor baanloze economische groei.’
Is verduurzaming van de economie een kans? ‘Ja. Je slaat meer vliegen in één klap wanneer je je richt op verduurzaming. Je levert een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken als vergrijzing, schaarste aan grondstoffen en klimaatverandering. Bovendien ben je automatisch actief op groeimarkten.’
Is in dat kader de overstap naar hernieuwbare energiebronnen een ontwikkeling waar Nederland op in moet spelen? ‘We moeten zeker investeren in alternatieve energiebronnen, maar laten we het belang van energiebesparing niet vergeten. Het rendement op investeringen in energiebesparing is nu nog groter dan geld steken in de opwekking van windenergie bij de huidige stand van de techniek. Investeringen in isolatie van woningen en scholen plus initiatieven als “nul op de meter” en energieneutrale woningen zijn dan ook van groot belang naast het opwekken van duurzame energie.’
Sluiten de Nederlandse plannen voldoende aan bij Europees beleid? ‘Het innovatiebeleid van de Europese Commissie en dat van Nederland hebben veel gemeen. Brussel helpt via Horizon 2020 mee om Europa competitiever te maken. Er is een duidelijke link tussen Horizon 2020 en het topsectorenbeleid. Ook Brussel streeft met Horizon 2020 naar vermindering van overbodige regels en meer onderzoek gericht op innovatieve producten die bijdragen aan de oplossing van de sociale en ecologische uitdagingen. ‘Nederland is betrokken bij veel onderzoek dat deels wordt gefinancierd door Europa. We doen mee aan zo’n 3.000 van de 15.000 EU-onderzoeksprojecten. Nederlandse ondernemingen en kennisinstellingen hebben ruim 1,7 miljard euro aan Europese ondersteuning ontvangen vanuit het lopende Europese onderzoeksprogramma. ‘Om in aanmerking te komen voor Europese ondersteuning moet bedrijven en nationale overheden ook zelf geld meebrengen. Daarom moeten we uitkijken met bezuinigingen. Voor je het weet gooi je het kind met het badwater weg. Als we snijden in Nederlandse cofinanciering lopen we immers ook de Europese steun mis.’
Maxime Verhagen reist sinds begin dit jaar af en toe naar de Verenigde Staten in zijn rol als boegbeeld van de Nederlandse defensie-industrie. Hij onderhandelt over de zogeheten JSF-orders. Dit zijn orders voor Nederlandse bedrijven voor de productie en het onderhoud van de F-35, de Joint Strike Fighter. Zijn missie is om een brug te slaan tussen Nederlandse bedrijven en Amerikaanse opdrachtgevers.
8
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
FOTO: POLLE B. WILLEMSEN
ADVERTORIAL
Grip op de crisis
Ronald Ronald Stoel, directeur directeur ING Personal Banking Banking Personal
Elke klant zijn eigen Personal Banking-team
RONALD STOEL, DIRECTEUR ING PERSONAL BANKING Van richting veranderen kost energie. En dat is wat er nu gebeurt met de economie: de economische ontwikkelingen geven een flinke ruk aan het stuur. Dit kan zorgen voor bedreigingen, maar ook voor mogelijkheden. Ik ben een optimistisch mens: ik zoek naar kansen in deze uitdagende De introductie begin vannaar eende persoonlijk klantteam Personal tijden. Door te2014 zoeken kansen kunnen we uvoor helpen Banking-klanten van ING tot veel positieve klantreacties geleid. grip opheeft uw vermogen te houden.
Directeur Ronald Stoel over betrokkenheid die het verschil maakt.
N
et op de dag dat u gepland heeft om de financiën op orde te brengen is het de eerste mooie lentedag van het jaar. Een rondje hardlopen in het bos lijkt dan inds jaar heeft iedere van ING Personal ineens eenbegin stukdit aantrekkelijker danklant uw beleggingen beheBanking een eigen team van adviseurs beschikren. Ik weet niet of dit u beeld herkent, maar mij overkomt baar Ik voor vermogensvraagstukken. Deeen accounthet zeker. hoefzijn u natuurlijk niet te vertellen dat goede manager, personal banker en kantooradviseur werken safinanciële planning belangrijk is, ondanks dat het nadenken men om persoonlijke en proactieve dienstverlening te bieden over financiën niet altijd ieders favoriete bezigheid is. Maar aan de klanten van ING. Hiermee biedt ING haar klanten met de huidige economische situatie in ons achterhoofd is het de mogelijkheid om nog bewuster passende financiële keuwel belangrijk om goed te beseffen hoe uw vermogen beheerd zes te maken. wordt en waar u het in de toekomst voor wilt gebruiken. Veranderende klantbehoefte Voor veel terugtrekkende mensen kan de economische cri- complexere ‘Een verder overheid en steeds sis negatieve effecten hebben. De waarde van vermogensvraagstukken dwingen onze klanten om nog woningen met is in hun veel gevallen tus-Het doel van bewuster financiënafgenomen: bezig te zijn. sen augustus 2008 en januari 2013 daalden ING Personal Banking is om klanten grip te geven op hun huizenprijzen Nederland gemiddeld metonze klanten, vermogen. Eeninvast team, met kennis van 19 procent. De pensioenen en salarissen staan stelt ze daartoe nog beter in staat,’ aldus Ronald Stoel, onder druk, en het CPB verwacht dat de werkloosheid in 2014 directeur Personal Banking bij ING. stijgt naar 6,5 procent. Politieke beslissingen inWaar klanten tot voor kort terecht kondenhebben bij eenook van vloed op uw financiën, denk verhoging vanmet het eigen de personal bankers, is dataan nude een vast team een personal banker complexe financiële risico in de zorg ofvoor de discussie over de maniervraagstukken, om de woningde accountmanager als eerste aanspreekpunt en de markt weer op gang te helpen. Dat maakt het des te belangrijkantooradviseur dagelijkse Voor ker om inzicht in uwvoor financiën te krijgen bankzaken. en goed na te denken de dit een wilt vastdoen. en betrokken team dat overklant wat ubetekent met uw vermogen opHet de ishoogte is van zijn of te haar wensen belangrijk om bewust zijn vragen hoe wilt en omgaan meten uw in samenhang een passend en persoonlijk vermogen. Geld werkt sparen aan als buffer voor onvoorziene omstan-
S
digheden is altijd aan te raden. Ook kunt u tussentijds een gedeelte van uw hypotheek aflossen, om een mogelijke restschuld aan het einde van de looptijd te voorkomen. Beleggen antwoord ING Personal Banking een kosteloze kan u een hierop. hoger rendement opleveren dan is sparen, maar daar dienstverlening voor klanten met eenmeer vermogen vanaf horen ook risico’s bij. Er zijn natuurlijk mogelijkheden, 75.000 euro. maar wat te kiezen? Niets doen is geen optie. Bij de ING helpen wij u graag bij het vinden van antwoorden Proactief en persoonlijk op uw financiële vragen. De economische crisis zorgt ervoor Het afgelopen jaar zijn er extra personal bankers aangedat de wereld is veranderd. Daarom zorgen onze experts van trokken voor deze vernieuwende aanpak. Alle Personal het ING investment Office voor duiding van de informatie Banking-klanten zijn geïnformeerd over hun vaste contactover de economie en de beurzen en delen deze personen met daarbij de contactgegevens. Ook zullen de met u. Ook wordt deze visie vertaald naar de beadviseurs vanzelfsprekend klanten proactief gaan benaderen leggingsstrategieën de ING. MetING behulp van voor een servicegesprek. In dit van gesprek kan finande visie van het ING investment Office kunnen ciële vraagstukken met de klant bespreken en de klant bijadviseurs een brug slaan tussen econovoorbeeld ookonze uitnodigen voor (online) seminars of de financiële mische situatie en uw persoonlijke financiële informatieavonden. ‘We merken dat klanten erg positief op planning. deze persoonlijke aanpak reageren,’ zegt Stoel. ‘Ze waarderen Wat voor u ookenvoor ogen we de proactieve houding van toekomst hun adviseurs stellen hethebt, op prijs helpen u graag bij het verkennen van uw financiële mogelijkdat het team inzicht geeft in hun actuele financiële situatie. heden.hierbij Personal specialisten vansparen, de ING beleggen hebben veel Denk aanBanking de dilemma’s tussen of ervaring met kaart brengenover van uw het onderaflossen. Ookhetdein onzekerheid de situatie, pensioenopbouw, schenken of erven de en financiering studie aanvan zoeken welke opties uenheeft hoe deze zovan goeddemogelijk kinderen ter sprakefinanciële komen.’ Een van de voornaamste sluiten bijkunnen uw persoonlijke wensen. Door een goed doelen deze geïntegreerde aanpakopiseen omkantoor te signaleren gesprekvan te hebben over uw financiën, van de dat klant met eenkunt vraagstuk geholpen kan uw worden nog INGeen of gewoon thuis, u zonder zorgen over financiën voordat de klant zelf het probleem ervaart. opPersonal het vlak op die mooie lentedag naar buiten. Dat is de‘Juist rust die van betrokkenheid maken wennu het verschil,’ aldus Stoel. Banking van de ING u biedt.
Inzicht in uw financiën is de eerste stap
Zoekt u een bijZondere reis naar het mooiste land ter wereld?
Het woud in Nieuw Zeeland is weer veilig. Tenminste, als het aan deze Maori dames ligt. Vroeger trokken zij er zo op uit om hun stam en hun grond te verdedigen. Tegenwoordig gaan zij ook op pad om voor het bos te strijden. Maar dan samen met u. U wordt meegenomen op een adembenemende tocht door het Urewera Regenwoud waarna u samen met hen woudreuzen plant. Negen zelfs, die wel duizend jaar oud worden. Zo investeert u in een duurzame reis. Wandelen in het bos, maar dan heel anders. Met echte Nieuw-Zeelanders, net als wij; wij komen er immers vandaan
en weten u precies die plaatsen te laten zien die u bij niemand anders te zien krijgt. Daarom maken deze exclusieve ontmoetingen een onmisbaar onderdeel uit van de rondreis die we voor u, en vooral met u, organiseren. Daarbij regelen we kleinschalige accommodaties en activiteiten voor u, en een uitgekiend rustig reisschema, met eigen vervoer, zodat u optimaal van Nieuw Zeeland kunt genieten. Voorproefje? Bel 030-27 25 335 voor een afspraak bij ons of bij u thuis. U bent ook welkom op één van onze presentatiedagen op de Oudegracht in Utrecht. Of kijk op www.travelessence.nl.
onze locale kennis maakt het verschil ...
Zelfredzaamheid
Bent u financieel fit voor later? Een AOW-leeftijd van 72 jaar is anno 2014 niet onmogelijk meer. De hypotheekrenteaftrek gaat steeds verder omlaag en de opbouwmogelijkheden voor pensioenen worden vermoedelijk ook ingeperkt. Wie na zijn werkzame leven op dezelfde voet wil verder leven, moet op tijd de regie in eigen hand nemen. tekst: Bram van Eijndthoven
W
e worden allemaal ouder. Van de meisjes die nu geboren worden, wordt waarschijnlijk de helft ouder dan honderd jaar. Door de vergrijzing neemt de komende jaren het aantal mensen dat werkt af en het aantal mensen dat gebruikmaakt van de sociale zekerheid toe. Als we niets doen, stijgen de lasten in de zorg en de sociale zekerheid explosief. De overheid heeft al maatregelen genomen. De AOW-gerechtigde leeftijd is aangepast en de pensioenleeftijd is inmiddels op 67 jaar gesteld. Ook het ontslagrecht wordt waarschijnlijk verder aangepast en de opbouwmogelijkheden voor pensioenen worden naar verwachting beperkt. De hypotheekrenteaftrek wordt de komende jaren met 0,5% per jaar verlaagd en vermoedelijk zal de
overheid steeds minder sociale voorzieningen in stand houden. Kortom, zodra u stopt met werken en nog voldoende geld wilt hebben om leuke dingen te blijven doen, moet u meer zelf regelen en daar al tijdig mee beginnen.
De wensen Zoveel mensen, zoveel wensen. Veel gehoord is: ‘als ik stop dan wil ik…’ Vult u het zelf maar eens in. Welke wensen u ook heeft, meestal kosten ze geld. Denk aan een boot, een tweede huis in Frankrijk, veel reizen, enzovoort. Of uw wensen straks haalbaar zijn, hangt af van de mogelijkheid om voldoende vermogen op te bouwen. Het is van groot belang om tijdig een goed overzicht te krijgen van uw inkomsten en uitgaven en ook tijdig te beginnen met vermogensopbouw voor later.
Iemand die nu 30 jaar is, zal naar verwachting pas met 70 jaar en 9 maanden van zijn AOW kunnen genieten.
De grote uitgaven De grootste uitgaven doen de meeste mensen aan hun woning. Of dit nu de hypotheek voor uw eigen woning is of de huur van uw huurwoning. Bij een hypotheek betaalt u hypotheekrente, de eventuele lasten voor de aflossing van de hypotheekschuld en andere nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 11
TOTAL BODY SCAN Dé APK voor uw lichaam INCLUSIEF HARTONDERZOEK! van € 1590,nu
*
€ 895,-
T/M 30 JUNI 2014
Uw dag bij Prescan Welkom
MRI-scans
09:30 Cardiologisch onderzoek
10:30 De uitslag
Prescan ontdekte bij mij een niertumor. Ik was er op tijd bij.
12:00 Bekijk al onze mogelijkheden en de complete onderzoeksdag bij Prescan op www.prescan.nl
Bel: 074 - 255 9 255 www.prescan.nl *Excl. € 49,- administratiekosten
13:00
Zelfredzaamheid
eigenaarslasten. En ja, ook een aflossingsvrije hypotheek moet ooit afgelost worden. Lost u niet af op uw hypotheek, dan zult u op een andere manier toch een bedrag moeten opbouwen om deze wel af te lossen. Bij een huurwoning zien we dat de woonlasten de laatste jaren stijgen. Dit komt mede doordat de huurtoeslag is verlaagd en voor veel huishoudens met hogere inkomens zelfs is afgeschaft. Dit terwijl de huurprijzen alleen maar zijn gestegen. Nederland is een land van verzekeringen. Veel Nederlanders hebben verzekeringen die misschien niet nodig zijn. Dit zorgt voor veel onnodige kosten. We kennen honderden verschillende verzekeringen, variërend van de ziektekostenverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering, een verzekering voor de auto, een verzekering voor ons huisdier, een verzekering voor de eigen woning tot een verzekering om de woonlasten door te kunnen betalen bij ziekte of werkloosheid. Naast de zogenoemde ‘schadeverzekeringen’ hebben veel Nederlanders ook nog eens één of meerdere verzekeringen voor de opbouw van vermogen of inkomen voor later. Al met al zijn verzekeringen voor de meeste Nederlanders een belangrijke uitgavenpost. De vuistregel hierbij is: verzeker alleen die risico’s die je niet direct zelf kunt opvangen. Een van de andere grote kostenposten in Nederland zijn kinderen. De kosten voor kinderopvang zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Doordat de kosten voor de overheid steeds verder stegen, is in 2013 een verlaging doorgevoerd voor de kinderopvangtoeslag. Hierdoor betalen vooral ouders met hogere inkomens steeds meer voor de kinderopvang. In 2014 is de regeling iets verruimd, zodat er per kind weer meer vergoed wordt. Ook hogere inkomens profiteren hiervan. Na de kinderopvang komt school. Ook hieraan zijn allerlei kosten verbonden. Iedere ouder hoopt natuurlijk dat zijn kinderen gaan studeren, maar helaas wordt ook dit steeds duurder. Gemiddeld kost een kind tot het achttiende levensjaar tussen de 75.000 euro en 90.000 euro. Acht van de tien kinderen gaan een vervolgstudie doen. De kosten voor een vierjarige studieperiode bedragen voor thuiswonende kinderen gemiddeld 29.000 euro en voor uitwonende kinderen gemiddeld 52.000 euro.
In 2001 is bepaald dat er nog maar maximaal dertig jaar hypotheekrente mag worden afgetrokken. De inkomsten Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen uw huidige besteedbare inkomen en het inkomen nadat u gestopt bent met werken. Uw huidige inkomen bestaat vaak uit loon, een uitkering, winst uit onderneming, uit dividend of onttrekkingen aan uw vermogen. Wanneer u met werken stopt, valt een groot deel van deze inkomsten vaak weg. Hier komen gewoonlijk AOW, pensioen en lijfrentes voor in de plaats. Ook wordt vermogen vaak gebruikt om het inkomen aan te vullen. Denk hierbij aan rente, dividenden of periodieke opnames.
Hogere AOW-leeftijd We weten dat er de komende jaren een aantal veranderingen aankomt dat op iedereen van invloed zal zijn. Daar kunt
u helaas weinig aan doen. Deze veranderingen zijn het gevolg van diverse wetsvoorstellen die recent zijn doorgevoerd. De AOW-leeftijd is vandaag de dag verhoogd naar 65 jaar plus 2 maanden. In 2019 wordt dit 66 jaar en in 2023 67 jaar. In april van dit jaar is een wetsvoorstel ingediend om de AOW-leeftijd al in 2018 op 66 jaar te zetten en op 67 jaar in 2021. Daarnaast wordt de AOW-leeftijd verder verhoogd met de levensverwachting. Iemand die nu 30 jaar is, zal naar verwachting pas met 70 jaar en 9 maanden van zijn AOW kunnen genieten.
Pensioenplannen In 2015 zal de Pensioenwet naar alle waarschijnlijkheid worden aangepast. Voor inkomens boven de 100.000 euro bestaat er dan geen mogelijkheid meer voor de werkgever om pensioen op te bouwen voor zijn werknemer. Boven deze grens kunt u dan nog wel aanvullend ‘pensioen’ opbouwen via een nettolijfrente met vrijstelling in box 3. Dit houdt echter wel in dat u dit uit uw nettoinkomen moet doen. Daarnaast gaan de huidige pensioenregelingen vaak uit van een gemiddeld salaris, wat lager is dan het laatstverdiende salaris. Ook ligt het beleggingsrisico vaak bij de deelnemers. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 13
Zelfredzaamheid
inzicht in uw financiële mogelijkheden. Als blijkt dat uw verwachte netto beschikbare inkomen na het stoppen met werken niet in lijn is met uw huidige consumptieniveau, moet u óf uw ambities aanpassen óf tijdig zelf in actie komen om meer inkomen voor later op te bouwen.
Op tijd stappen ondernemen
Verder lopen zij een renterisico op het moment dat het pensioen daadwerkelijk moet worden aangekocht. In het verleden was de hoogte van het pensioen behoorlijk zeker. Dat is tegenwoordig steeds minder vaak het geval.
Renteaftrek hypotheken In 2001 is bepaald dat er nog maar maximaal dertig jaar hypotheekrente mag worden afgetrokken. Dat betekent dat in 2031 de renteaftrek voor hypotheken die in 2001 bestonden en de dertigjaartermijn hebben bereikt verdwijnt. De brutohypotheeklasten worden nettolasten indien u niet heeft afgelost op die eigenwoningschuld. Met name deze wijziging van fiscale behandeling van de hypotheekschuld zal een grote impact hebben op de huizenbezitters die niet hebben afgelost op de eigenwoningschuld. Deze fiscale maatregel staat al in de wet sinds 2001, maar toen leek dertig jaar nog ver weg.
Risico’s Tijdens uw werkzame leven kunt u door middel van bijvoorbeeld sparen en beleggen een reserve opbouwen voor later. Vanuit financieel oogpunt bezien loopt u een aantal risico’s gedurende deze periode van opbouw. Zo loopt u om te beginnen een arbeidsongeschiktheidsrisico. Als u arbeidsongeschikt wordt, nemen uw inkomsten waarschijnlijk af. U kunt op dat moment wellicht minder vermogen opbouwen en misschien heeft u zelfs onvoldoende inkomsten om uw levensstijl vol te houden. Daarnaast bestaat er het risico dat u veel 14
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
U heeft minimaal een rendement nodig dat inflatie en eventuele belasting verslaat om uw doelen te kunnen halen. ouder wordt dan u verwacht. Veel mensen zien dit niet als risico, maar vanuit een financieel perspectief is het dat wel. U kunt dan uiteindelijk onvoldoende vermogen hebben om van te leven. Dit noemen wij het langlevenrisico. Als derde risico kennen we het overlijdensrisico. Het overlijdensrisico is het risico dat er door overlijden onvoldoende inkomen of vermogen is voor de nabestaande(n). Meestal leidt het overlijden tot een grotere inkomensachteruitgang dan is voorzien en is dit een risico dat vaak niet gedragen kan worden uit de bestaande reserves.
Eten, drinken, vrolijk zijn In een goed financieel plan is het uitgangspunt uw huidige consumptieniveau. Wij noemen dit het inkomen dat u kunt gebruiken voor eten, drinken en vrolijk zijn. Het consumptief besteedbare inkomen is het inkomen dat u overhoudt nadat uw vaste lasten zijn voldaan en het geld dat u spaart op de spaarrekening is gezet. Een vergelijking tussen uw huidige consumptieve inkomen en het inkomen dat u krijgt nadat u bent gestopt met werken geeft u
Wat kunt u doen om balans in uw financiële situatie te brengen? Breng eerst uw inkomens- en vermogenspositie in kaart. Als u dit heeft gedaan, is een volgende stap het geven van een geschikte invulling aan de verschillende vermogenscomponenten. Is het aflossen van de hypotheek misschien een aantrekkelijke optie? Of wilt u voor iets anders vermogen opbouwen? Bij vermogensopbouw wordt sparen vaak gezien als een veilige manier om vermogen op te bouwen. Beleggen in aandelen en obligaties wordt gezien als risicovoller, maar biedt ook de kans op een hoger rendement. Vooral op langere termijn. Hoe lager het rendement, hoe hoger de invloed van de vermogensrendementsheffing van 1,2% (boven de vrijstelling) en inflatie. Inflatie en belasting kunnen ervoor zorgen dat uw koopkracht zelfs daalt. U kunt dan morgen minder kopen voor uw geld dan vandaag. U heeft dus minimaal een rendement nodig dat inflatie en eventuele belasting verslaat om uw doelen te kunnen halen. Voor doelen met een langere looptijd is beleggen in aandelen en obligaties, in een combinatie met sparen, het overwegen waard. Welke combinatie voor u het meest geschikt is, hangt af van de hoeveelheid risico die u kunt nemen en de hoeveelheid risico die u wenst te nemen. Met een goede inventarisatie van uw wensen en de financiële gevolgen van deze wensen kunt u bij een zorgvuldige invulling van uw spaarvormen en beleggingen deze wensen mogelijk laten uitkomen. Tijdig beginnen is hiervoor wel noodzakelijk. Bij vermogensopbouw draait het om de samenhang tussen rendement, risico en tijd. Door hier nu aandacht aan te besteden, heeft u straks een zorg minder. U bent dan voorbereid om te kunnen genieten van uw vermogen. Ook kunt u wellicht eerder stoppen met werken dan op het tijdstip waarop u van uw AOW gaat genieten.
www.porsche.nl/targa-open
Stijlicoon. De nieuwe 911 Targa. De nieuwe 911 Targa is de belichaming van een tijdloos concept. En vertegenwoordigt niet alleen de comeback van de karakteristieke aluminium Targa beugel, maar combineert het iconische ontwerp van de eerste 911 Targa met een innovatief, volledig automatisch daksysteem. Scan nu deze advertentie met de Layar app en zie hoe de dakconstructie werkt.
Porsche Centrum Amsterdam Sijsjesbergweg 50, 1105 AL Amsterdam. Telefoon 020 4 911 911. Porsche Centrum Eindhoven De Scheper 305, 5688 HP Oirschot. Telefoon 088 8 911 911. Porsche Centrum Gelderland Ressenerbroek 2, 6666 MR Heteren. Telefoon 026 356 0 911. Porsche Centrum Groningen Bornholmstraat 25, 9723 AW Groningen. Telefoon 050 8 537 911. Porsche Centrum Leusden Zuiderinslag 8, 3833 BP Leusden. Telefoon 033 4 949 911. Porsche Centrum Rotterdam Landaulettestraat 9, 3063 NR Rotterdam. Telefoon 088 911 9 911. Porsche Centrum Twente Vonderweg 33, 7468 DC Enter. Telefoon 054 7 384 911.
Gemiddeld brandstofverbruik 8,7 – 9,5 l/100 km en CO ² -emissie 204 – 223 g/km
Interview met Barbara Baarsma
16
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Hoogleraar marktwerking en SER-kroonlid Barbara Baarsma:
‘Grijp nu de kans de economie stabieler te maken’ Barbara Baarsma, directeur SEO Economisch Onderzoek, hoopt dat Nederland niet blijft steken in gekissebis over de noodzakelijke hervormingen van onder meer het pensioenstelsel en de arbeidsmarkt. ‘Dat leidt tot welvaartsverlies. Die hervormingen zijn nodig om de economie stabieler te maken.’ tekst: Frank van Alphen
Hoe moeten die instituties worden hervormd zodat de Nederlandse economie stabieler wordt?
foto: Rene van der Hulst
De economie trekt weer aan. Is dat herstel duurzaam? ‘Het is natuurlijk prettig dat we weer wat economisch herstel zien, maar dat wil niet zeggen dat nu vanzelf alles goed komt met de Nederlandse economie. Het is tijd een aantal instituties als het pensioenstelsel, de woningmarkt en de bankensector verder te hervormen. De manier waarop die arrangementen zijn ingericht, maken onze economie volatiel. Als het goed gaat, gaat het in Nederland nog beter. Maar als het slecht gaat, zakken we dieper weg. En duurt het langer voor we weer uit een recessie zijn.’
Hoe maken ons pensioensysteem en de woningmarkt de economie zo gevoelig voor schokken? ‘Door het pensioenstelsel en de relatief hoge hypotheekschuld zijn we sterk verbonden met schommelingen op financiele markten. Neem de pensioenfondsen. De rente wordt laag gehouden door de ECB om landen de kans te geven hun schulden af te lossen. Pensioenfondsen moeten als de rente laag is de premies verhogen en de pensioenen verlagen.
problemen spelen die ons jarenlang gevangen kunnen houden in politiek gekissebis. De economie groeit niet meer zo hard als in de vorige eeuw. Toen werd de koek ieder jaar groter. Dan is het makkelijk ruimhartige regelingen op te tuigen.’
Die lage rente heeft voor Nederland via de pensioenen dus flinke nadelen. ‘Ook de hoge hypotheekschuld in vergelijking met de waarde van de huizen maakt ons afhankelijk van financiële markten. Banken hebben balansen met veel hypothecaire leningen en aan de andere kant een tekort aan langlopende deposito’s. Daardoor zijn ze afhankelijk van internationale kapitaalmarkten. Dat was voor de crisis al zo, maar deze kapitaalmarkt is duurder geworden. Hierdoor zijn we meer dan ons lief is verweven met financiële markten. ‘Instituties als pensioenen en ook de arbeidsmarkt moeten opnieuw worden vormgegeven, omdat er herverdelings-
‘Ik heb geen kant-en-klaarrecept, maar wel een paar uitdagende startpunten. Het pensioenstelsel zal flexibeler moeten worden. Misschien moeten jongeren een deel van de premie kunnen gebruiken als ze een huis willen kopen. Bij ouderen spelen de stijgende zorgkosten. Ik denk dat je dat ook kunt koppelen aan pensioenregelingen.’
Onlangs is de aftrekbare pensioenpremie verlaagd. Is dat een goede eerste stap? ‘Er zijn goede redenen de fiscaal gefaciliteerde premie te verlagen. Bijvoorbeeld omdat mensen langer werken. Of omdat we vinden dat de Nederlandse
Wie is Barbara Baarsma? Barbara Baarsma (1969) is directeur van SEO Economisch Onderzoek en bijzonder hoogleraar marktwerking aan de UvA. Verder is ze kroonlid bij de SER en houdt ze toezicht bij Loyalis, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis en Woonzorg Nederland. Baarsma geeft adviezen over marktwerking in onder meer het onderwijs, de telecomsector en de verzekeringsmarkt. Ook op het gebied van mededingingszaken (fusies, staatssteun) wordt Baarsma regelmatig geraadpleegd door overheid en bedrijfsleven. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 17
Interview met Barbara Baarsma
overheid te veel belastinginkomsten vooruitschuift. De overheid heeft immers een latente belastingclaim van honderden miljarden op het pensioenvermogen. Ook kun je een maximumsalaris vaststellen waarboven mensen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun pensioen. Probleem bij de laatste verlaging van de premie is dat die voorkomt uit een bezuinigingsdoelstelling. Er zit geen visie op het pensioenstelsel achter. Daarom is het goed dat het kabinet dit jaar wil praten over de toekomst van ons pensioenstelsel.’
Hoe maken we de arbeidsmarkt minder rigide? ‘We zitten aan de ene kant met ouderen met vaste contracten die veel bescherming genieten en aan de andere kant met jongeren die een flexcontract krijgen. Ouderen blijven daardoor op hun plek zitten. Ik zou het toejuichen als ouderen wat van hun zekerheden overhevelen naar de jongere generaties. Daardoor stimuleer je een betere verdeling van het werk tussen jong en oud. Dat bevorder je bijvoorbeeld door werkenden niet langer een contract voor onbepaalde tijd te geven. De arbeidsmarkt zou een stuk opknappen als alle werknemers een contract voor maximaal vijf jaar krijgen. Na die periode bespreken werkgever en werknemer hoe ze verder gaan. Dat geeft een prikkel tot levenslang leren. Ook wordt demotie dan een acceptabel alternatief als een werknemer minder productief is geworden.’
Op de woningmarkt is al een aantal hervormingen doorgevoerd. Gaat dat de goede kant op? ‘Ja, het mag wat sneller, maar in principe gaan we in de goede richting. Het is prima dat de hypotheekrenteaftrek wordt beperkt. Verder is het gunstig dat er meer huurwoningen komen in het middensegment. Vooralsnog kan je alleen kiezen tussen relatief goedkope sociale woningbouw of een huis kopen. Er is nog geen behoorlijk middensegment.
‘De arbeidsmarkt zou opknappen als alle werknemers een contract voor maximaal vijf jaar krijgen. Dat geeft een prikkel tot levenslang leren.’
Daardoor zit de woningmarkt op slot. Het is niet aantrekkelijk je goedkope huurwoning te verlaten. ‘Dat er nauwelijks doorstroming was op de woningmarkt heeft ook een link met de arbeidsmarkt. Mensen hebben geen prikkel een andere baan te nemen als ze door verhuizing hun goedkope woning kwijtraken en er niet op vooruitgaan. ‘Een ander voordeel van de afschaffing van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente is dat het marginale belastingtarief dan omlaag kan. Dat leidt tot een hoger besteedbaar inkomen en maakt meer werken aantrekkelijker.’
Met het topsectorenbeleid wil de overheid de innovatiekracht van ons land vergroten. Is dat de juiste aanpak? ‘De overheid moet in de eerste plaats zorgen voor de juiste randvoorwaarden, zoals goede infrastructuur en een hoogopgeleide bevolking. Bedrijven of sectoren selecteren die het gaan maken, is uiteindelijk aan de markt. Voor je het weet geef je bedrijven staatssteun. Wel kan de overheid knelpunten wegnemen door netwerken te verbreden. Dat kan door verbindingen te leggen tussen overheden, ondernemers en onderzoekers. Dat hoeft geen bakken met geld te kosten, maar kan net dat zetje geven dat nodig is.’
De meeste banengroei en innovatie worden verwacht van het MKB. Heeft de overheid wel voldoende oog voor kleinere bedrijven?
‘Een probleem is dat het MKB voor de financiering sterk afhankelijk is van banken. En die zijn door strengere regels terughoudend geworden. Het is goed als alternatieve vormen van financiering een kans krijgen. Denk aan kredietunies en crowdfunding. De overheid kan dat soort initiatieven stimuleren door niet direct met strenge regels te komen die ook gelden voor banken. Regels zijn wel nodig, maar voor deze nieuwe financieringsvormen kan een lichter regime worden gehanteerd.’
Een ander hoofdpijndossier zijn de stijgende zorgkosten. Is het mogelijk die in toom te houden? ‘De zorgsector is een complexe sector. De kosten beteugelen is niet eenvoudig. Technologische ontwikkeling leidt bijvoorbeeld meestal tot kostenstijging. In Nederland worden zorgkosten boven het eigen risico ongelimiteerd vergoed. Het kan geen kwaad te kijken hoe men in het buitenland omgaat met zorgkosten. In Singapore spaart men fiscaal vriendelijk voor zorg en om overgebruik tegen te gaan, moet bij elke behandeling een eigen bijdrage worden betaald. Ik zeg niet dat we dat systeem moeten kopiëren, maar het kan ons wel op ideeen brengen.’
Wientjes van VNO-NCW en Heers van FNV hebben weinig trek in een fundamentele discussie over het pensioenstelsel. Zijn de geesten wel rijp voor meer hervormingen? ‘Ja, we hebben bij de SER een jaar geleden ongevraagd advies opgesteld hoe we de economie naar stabieler vaarwater kunnen dirigeren. Die analyse wordt gedeeld door veel betrokkenen. Maar het kan geen kwaad te blijven hameren op de noodzaak een aantal vraagstukken aan te pakken. We moeten ervoor waken dat de sense of urgengy als reactie op de crisis verdwijnt omdat de kou nu uit de lucht is. Back to normal is geen optie.’
Minister Henk Kamp van Economische Zaken wil dit jaar een drietal iconen kiezen die symbool staan voor innovatie en ondernemerschap. Barbara Baarsma zit in de jury die onder voorzitterschap van Hans Wijers de kandidaten gaat vergelijken. Aansprekende projecten van bedrijven, maar ook van kennisinstituten of consortia komen hiervoor in aanmerking.
18
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
A JAGUAR FOR THE PRICE OF A CAR. Jaguar XF en XF Sportbrake standaard met 8-trapsautomaat.
VANAF € 51.900
HOW ALIVE ARE YOU? Min./max gecombineerd verbruik: 4.9-12.7 l/100km. CO2 uitstoot resp. 129-297 g/km. Vanafprijs XF 2.2D 120kW (163PK) € 51.900 is incl. BPM en BTW en excl. kosten rijklaar maken. Zie voor kosten en voorwaarden www.jaguar.nl. Lease vanaf € 999 o.b.v. Full Operational Lease, 48 maanden, 20.000 km p.j. excl. 21% btw en brandstof. Jaguar Financial Services. Wijzigingen voorbehouden.
De stand van het land
Herstel economie breder gedragen in 2014
Voorzichtig optimisme
Voor 2014 verwacht ING weer een beetje groei voor de Nederlandse economie, maar op een relatief laag niveau. De Nederlandse economie laat dan ook twee gezichten zien. Aan de ene kant zijn er de bedrijfsinvesteringen die de groei trekken en de export die ook nog steeds een positieve bijdrage levert. Aan de andere kant houdt de Nederlandse consument voor het grootste deel van dit jaar de hand nog op de knip. tekst: Marten van Garderen
Welke invloed heeft de overheid op onze economie? Het begrotingstekort voor 2013 is verrassend laag uitgekomen, zo blijkt uit de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het lag met 2,5% ruim onder de norm waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd. Dat had veel te maken met incidentele meevallers, zoals de 4G-veiling en uitkeringen van dividenden van De Nederlandsche Bank en ABN Amro. Voor dit jaar voorzien we dat het tekort iets onder de norm uitkomt en voor 2015 zal het begrotingstekort naar verwachting met 2,1% zelfs ruim binnen de marge blijven. Dit betekent dat er geen redenen meer zijn om extra te bezuinigen, sterker nog, de eerste discussies over lastenverlagingen zijn in de Tweede Kamer al gestart. Dit alles is goed nieuws voor de economische groei op korte termijn, die niet verder beperkt zal worden door extra bezuinigingen.
Hoe gaat het met het Nederlandse bedrijfsleven?
Hoe gaat het met onze belangrijkste handelspartners? Onze handelspartners zien dit jaar een redelijke tot stevige groei. Onze belangrijkste exportmarkten, de eurozone, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten schakelen een tandje bij. In de eurozone bestaan nog wel zorgen over de lage inflatie en over de schulden in de zuidelijke landen. De Europese Centrale Bank (ECB) doet er alles aan om deze zorg weg te nemen: door de rente 20
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Het herstelpatroon van de economie mag dan klassiek zijn, het tempo is wel lager dan na eerdere recessies.
Sectoren die traditioneel voorop lopen in de economische cyclus zien ook dit keer als eerste hun productie weer aantrekken. Industrie, transport en handel groeien bovengemiddeld, en ook de agrarische sector doet het goed. In deze sectoren zijn bedrijven relatief groot, en juist grotere bedrijven zijn optimistisch over de toekomst. Een ander beeld zien we in de horeca en de detailhandel, sectoren die traditioneel afhankelijk zijn van de consument. Daar vallen naar verwachting ook dit jaar klappen: de volumes dalen er nog en bijvoorbeeld in de horeca neemt het aantal faillissementen toe. Gemiddeld genomen staat het midden- en kleinbedrijf er op dit moment in Nederland dan ook minder goed voor dan de grotere bedrijven. Al met al zorgt de aantrekkende productie ervoor dat steeds meer bedrijven langzaamaan hun capaciteit tekort zien schieten. Daarom gaan ze weer investeren. In 2014 levert dit naast de export een belangrijke bijdrage aan de economische groei.
Hoe staan Nederlandse consumenten ervoor? laag te houden verkleint de ECB de kans op deflatie en maakt zij de schuldenlast zo draaglijk mogelijk.
Gevraagd naar hun oordeel over de eigen financiële situatie zijn Nederlandse consumenten nog altijd behoorlijk som-
ber. De somberheid onder consumenten neemt wel af, maar de belangrijkste pijlers onder hun financiële situatie zijn nog steeds broos. De koopkracht is jaren op rij gedaald. Dit jaar neemt de koopkracht van een doorsneehuishouden weliswaar weer toe, met ruim 1%, maar tegelijkertijd bereikt het aantal werklozen dit jaar zijn piek, bijna 9% van de beroepsbevolking zal dan zonder werk zitten. Veel bedrijven, maar ook overheden zijn nog bezig om te herstructureren en ook al trekt de economie aan, het stof op de arbeidsmarkt zal pas in de loop van dit jaar neerdalen. Dan zal de werkgelegenheid langzaam weer gaan groeien en weten werknemers of zij nog een baan hebben. Dit valt samen met voorzichtig herstel op de huizenmarkt. De prijsdalingen lijken ten einde gekomen te zijn en meer mensen begeven zich weer op de markt. Het aantal transacties ligt nu zo’n 30% hoger dan in de eerste helft van 2013. Dat is op zichzelf goed nieuws voor sectoren als de woninginrichting, het notariaat en de bouw. Kijken we naar de ontwikkeling van het inkomen, de baanzekerheid en de situatie op de woningmarkt, dan zien we dat in 2014 zowel het inkomen als het vermogen van consumenten zich beter ontwikkelt dan voorgaande jaren en verwachten we dat aan het einde van dit jaar ook consumenten voorzichtig aan weer meer durven te besteden.
Groei in de provincies De economieën van bijna alle Nederlandse provincies zijn in 2013 gekrompen. Alleen Groningen noteerde een plus, dankzij de gaswinning. Het ING Economisch Bureau verwacht dat bijna alle provincies dit jaar weer groeien.
> Groningse economie 2,7% gegroeid De economie van Groningen groeide vorig jaar 2,7%, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is de enige provincie die groeide. Dat is vooral te danken aan de gaswinning. Het grootste gasveld van Nederland ligt bij het Groningse plaatsje Slochteren. De winning van gas en andere delfstoffen pakt behoorlijk gunstig uit voor de economie van de noordelijke provincie. Zonder delfstoffenwinning was de Groningse economie vorig jaar juist met 1,2% gekrompen.
> Overige provincies gekrompen De overige elf provincies krompen in 2013. Zij werden echter lang niet allemaal even hard geraakt. De
Wijkt het herstel af van andere periodes? De Nederlandse economie laat een gematigd herstel zien. Het economisch sentiment in Nederland was vorig jaar bijna het meest pessimistisch van de hele eurozone. Inmiddels is Nederland opgeklommen tot de middenmoot. Dat doet Nederland via een klassiek herstelpatroon: de overheid heeft de eerste klappen opgevangen, daarna trok de export aan, nu volgen de investeringen en later dit jaar en in 2015 ook de arbeids- en huizenmarkt en daarmee de consument. Het herstelpatroon van de economie mag dan klassiek zijn, het tempo is wel lager dan na eerdere recessies. De overheid, consumenten en banken moeten hun balansen op orde brengen, en zolang dat proces gaande is, zal de groei gematigd blijven.
economische ontwikkeling van de provincies is erg afhankelijk van de bedrijven die er actief zijn. Overijssel (-1,6%) kromp het meeste, doordat de chemische industrie daar veel last had van de crisis. In Noord-Holland (-0,7%) was de krimp beperkt, doordat bedrijven in onroerend goed (huizen en bedrijfsgebouwen) het relatief goed doen. De totale Nederlandse economie kromp in 2013 met 0,8%.
> Provincies groeien weer in 2014 Het ING Economisch Bureau verwacht dat bijna alle provincies dit jaar weer groeien. Flevoland (1,5%), Noord-Brabant (1,1%) en NoordHolland (1,1%) presteren het beste. Dat is onder meer te danken aan de exporterende bedrijfstakken die daar aanwezig zijn. Zo exporteren de groothandel en agrarische sector in Flevoland veel. Nu het in steeds meer landen economisch weer wat beter gaat, neemt ook de vraag naar Nederlandse goederen en diensten toe. Nederlandse exporteurs profiteren daarvan. Bron: ING Economisch Bureau
+2,7%
Regionale economische groei in 2013 (groei BBP in %)
-0,9% -0,9%
laagst (< -1,5%) -0,7%
lager (-1,5% tot -1,0%)
-0,6%
-1,2%
-1,6%
-1,2%
-1,2%
gemiddeld (-1% tot -0,5%) hoger (-0,5% tot 0%) hoogst (> 0,0%) Bron: CBS
-1,1% -0,7%
-1,5%
nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 21
© Brandnertal Tourismus
VEILIG INVESTEREN EN VAKANTIE IN DE OOSTENRIJKSE ALPEN
FERIENPARK BRANDNERTAL
CHALET MATIN
V OR A R L B E RG
VORARLBERG
exclusief ski-in/ski-out vakantiepark op 1.200 m in een schitterend wandelgebied, golfbaan, zwemmeer
luxe appartementen op 900 m in winter- en zomerparadijs Brandnertal
professioneel management door Landal GreenParks uitstekende bezetting van het park: goede rendementen 3 weken eigen gebruik per jaar en last-minute boekingen direct te betrekken, bezichtiging te allen tijde mogelijk
professionele verhuurservice via Landal GreenParks 8 weken eigen gebruik per jaar en last-minute boekingen inkomstengarantie, aantrekkelijk rendement direct te betrekken, bezichtiging te allen tijde mogelijk
Jäger Bau, een Oostenrijks bouwbedrijf sinds 1922, realiseert al jaren investerings- en tweede huis projecten in Oostenrijk en Zwitserland. A DV I E S EN V ER KO O P T +31 (0)33 820 02 02 jaegerprojects.nl
Vermogensopbouw – deel 1
De zoektocht naar rendement kent meerdere wegen
Hoezo sparen én beleggen?
Sparen is best veilig, maar u wordt er niet veel rijker van. Dat hoeft natuurlijk niet erg te zijn. Door die veiligheid is sparen vaak de basis voor het goed beheren van uw geld. Maar wat als u meer rendement nodig heeft om uw doelen te bereiken? ‘Ga dan ook beleggen,’ wordt vaak gezegd. Maar brengt beleggen niet heel veel risico met zich mee? tekst: Bas Jan Warmelink
V
ooral over een langere periode kan beleggen een hoger rendement opleveren dan sparen. Sterker nog, in de afgelopen veertig jaar is er geen periode van vijftien jaar te vinden waarin een goed gespreide aandelenportefeuille het slechter heeft gedaan dan het spaarrendement. Dat betekent niet dat het verstandig is om nu direct ál uw geld te gaan beleggen. Een combinatie van sparen en beleggen is meestal de beste keuze. Welke combinatie van sparen en beleggen het best bij u past, is afhankelijk van een aantal factoren. Denk daarbij aan hoe lang u uw geld kunt missen en hoeveel risico u kunt en wilt nemen. Op pagina 30 leest u meer over de vuistregels die u helpen bij het beoordelen van uw situatie.
Risico en rendement Zonder risico te nemen realiseert u ook geen hoog rendement. Dat geldt niet alleen voor beleggen, maar voor alles wat u met uw geld doet. Wat bedoelen we eigenlijk met risico? In deze context bedoelen we met risico: de kans dat u uw doelstelling niet haalt. Voor sparen geldt dat u vrijwel zeker uw geld terugkrijgt en ook rente ontvangt. De rente is nu relatief laag en uw geld groeit langzaam, maar u weet waar u aan toe bent. De kans op verrassingen is klein. Wanneer u belegt kan de waarde van uw beleggingen fluctueren. Afhankelijk van bijvoor-
beleggen verkleint u dus het risico van een slecht rendement.
Rendement en looptijd Bij de keuze tussen beleggen of sparen – meer of minder risico – zijn er verschillende factoren om rekening mee te houden. Beleggen met het geld dat u opzijlegt voor noodgevallen is niet verstandig. Dit geld moet immers snel beschikbaar zijn en het risico op een waardedaling moet zo klein mogelijk zijn. Met sparen kan de rente de inflatie en belastingen mogelijk niet goedmaken, maar u heeft de zekerheid beschikking te hebben over het geld wanneer u dat nodig heeft. Maar wanneer u bijvoorbeeld geld over heeft waar u geen directe bestemming voor heeft of dat u langere tijd kunt missen, dan kunt u daar wellicht meer risico mee nemen. Beleggen is dan wel een optie. Uiteindelijk zijn er drie factoren die bij het beheren van uw geld van invloed zijn: het startbedrag, het rendement en de looptijd. Daarbij wordt het eindbedrag meer beïnvloed door het rendement en de looptijd dan door het startbedrag.
Rendement-op-rendement
De kans dat u verrast wordt, is bij beleggen groter dan bij sparen. Die verrassing kan zowel positief als negatief zijn. beeld de economie worden uw beleggingen meer of minder waard. U weet dus niet vooraf wat uw belegging op een bepaald moment waard is. De kans dat u verrast wordt, is bij beleggen dus groter dan bij sparen. Let wel: die verrassing kan zowel positief als negatief zijn. De waarde van uw belegging kan minder, maar ook meer zijn dan u vooraf verwachtte. Maar meer risico (oftewel: meer onzekerheid) betekent dus niet vanzelfsprekend een hoog rendement. Wanneer u langer belegt kunt u meer risico nemen met uw geld, omdat u eventuele verliezen kunt goedmaken. Door uw geld langer te
Hoe werkt dat? Een voorbeeld. Een eenmalige storting van 1.000 euro levert bij een rendement van 5% en een looptijd van vijftien jaar 2.079 euro op. Twee keer zoveel inleg, namelijk 2.000 euro, levert een twee keer zo hoog eindvermogen op. Maar een twee keer zo hoog rendement van 10% of een twee keer zo lange horizon van dertig jaar, levert een vier keer zo hoog eindvermogen op ten opzichte van de inleg van 1.000 euro, namelijk 4.177 euro. Dat betekent dus: hoe langer u vermogen opbouwt, des te kleiner is de invloed van de hoogte van de eerste inleg en des te groter de invloed van de hoogte van het jaarlijkse rendement en van de looptijd. Dit komt door het rendement-op-rendementeffect. Dit effect is van toepassing op het percentage rendement dat u behaalt, maar uiteraard ook op de kosten. Wanneer u gedurende een aantal jaren 0,5% hogere kosten heeft, kan dit door hetzelfde principe van rendement-oprendement, maar dan van kosten-opkosten, ook een aanzienlijk negatief effect hebben op het eindvermogen. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 23
Vermogensopbouw – deel 1
Beleggen loont op lange termijn Over het algemeen geldt dat als u een korte looptijd – bijvoorbeeld twee jaar – hebt, u eigenlijk niet zou moeten beleggen. Bij een negatief rendement is de tijd te kort om dat koersverlies goed te kunnen maken. Maar bij een langere looptijd is het omgekeerde het geval. Uw vermogen heeft dan de tijd om een tegenvaller op te vangen. Hoe langer u belegt, des te meer de tijd het risico op een negatief totaalrendement terugdringt. Op basis van de resultaten over de afgelopen veertig jaar weten we dat beleggen in wereldwijde aandelen over een langere periode meer oplevert dan sparen. Zelfs met de sterke marktschommelingen van de afgelopen jaren is het rendement op beleggingen hoger geweest dan bij sparen. Bedenk wel: de waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Sparen, obligaties of aandelen Hoe risicovoller uw belegging, hoe meer de waarde kan fluctueren. In beleggerstermen heet dit de mate van volatiliteit. Een hoge volatiliteit geeft kans op veel vermogensgroei, maar ook kans op veel verlies. Aandelen hebben een hogere volatiliteit dan obligaties en zijn daarmee risicovoller. Obligaties zijn op hun beurt weer risicovoller dan spaargeld. Op basis van de resultaten over de afgelopen veertig jaar weten we dat als u kortere perioden belegt, uw rendement vooral bij meer risicovolle beleggingscategorieën in hoge mate kan fluctueren. Bij langere perioden kunt u verwachten dat de goede jaren in toenemende mate de slechte jaren compenseren. Met steeds grotere waarschijnlijkheid komt u in de buurt van het langjarig gemiddelde rendement en neemt de kans op verlies verder af. Als u uw geld dus langere tijd kunt missen, kunt u meer risico nemen. Naarmate uw horizon korter wordt, is het verstandig minder risico te nemen.
Sparen versus beleggen Maar hoe verhoudt het rendement op beleggingen zich tot het rendement 24
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
op spaargeld? Om dit te illustreren, kijken we naar beleggingen in wereldwijde aandelen. In de grafieken hieronder ziet u hoe vaak het rendement op beleggen hoger was dan het rendement op sparen. Hoe meer tijd, hoe vaker het is voorgekomen dat beleggen in wereldwijde aandelen een beter rendement had dan het gemiddelde spaarrendement. Vanaf vijftien jaar is het helemaal niet meer voorgekomen dat sparen meer opleverde dan beleggingen in wereldwijde aandelen.
Risico’s? Ga er verstandig mee om Het is waar. Beleggen brengt risico’s met zich mee. Maar er is een aantal methodes om goed met die risico’s om te gaan. Een van de methodes is – zo-
als u op pagina 30-32 kunt lezen – uw beleggingsportefeuille goed te spreiden en de risicokarakteristieken af te stemmen op uw persoonlijke situatie. Daarmee stemt u het risico dat u wilt nemen af op de tijd dat u uw geld kunt beleggen. Want naarmate uw horizon langer is, nemen de risico’s die beleggen met zich meebrengt af. Vooral wanneer u weinig tijd heeft, is het onverstandig om te beleggen. Hoe meer tijd u heeft, hoe beter u tegenvallers kunt opvangen en hoe logischer het is om ook een gedeelte van uw geld te beleggen. Goed beheer van uw geld begint met een spaarrekening. Maar als uw geld begint te lijken op vermogen kan beleggen u helpen uw langetermijndoelen te bereiken.
Beleggen versus sparen Bij 5-jaarsperiode
Bij 15-jaarsperiode
Bij 10-jaarsperiode
26
26 23 9
4
4
1
0
0
Aantal periodes met negatief rendement beleggen Aantal periodes met positief rendement maar lager dan sparen Aantal periodes met hoger rendement beleggen dan sparen Bron: Ortec Finance Research Center 2013
Bovenstaande vergelijking is voor beleggen gebaseerd op rendementen in de MSCI World Developed Markets Index voor verschillende periodes, in verhouding tot rendement op spaargeld, in de afgelopen 40 jaar (1973-2012), na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%.
Aandelen wereldwijd
Rendement op jaarbasis
Max Gem Min
46%
60%
16%
40% 20% 0% -20%
0%
4%
-40% -60% 0
-38%
5
10
15
20
aantal jaren waarin belegd werd
Bron: Ortec Finance Research Center 2013
Gemiddeld rendement van de MSCI World Developed Markets Index in afgelopen 40 jaar (1973-2012) bij verschillende beleggingsperiodes, na correctie voor valutaeffecten en jaarlijkse kosten van 0,5%. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren.
A
ls u in de afgelopen veertig jaar één jaar had belegd in wereldwijde aandelen, had u een rendement gehad tussen -38% en +45%. Bij een periode van twintig jaar was het minimale rendement +4% en het maximale rendement +16%. Vanaf dertien jaar had iedere periode een
positief rendement. Naarmate de tijd toenam, naderden het minimale en maximale rendement steeds meer naar het gemiddelde rendement. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
ADVERTORIAL
BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS
HET PERSPECTIEF VAN EUROPESE AANDELEN Jeroen Knol van BNP Paribas Investment Partners legt uit wat volgens hem Europese aandelen zo aantrekkelijk maakt.
E
uropese aandelen zijn het afgelopen jaar snel opgelopen vanaf de lage niveaus die ze in de crisis bereikten. Ze zijn daarom over het algemeen niet meer zo goedkoop. ‘Een belegger kan niet klakkeloos een paar Europese aandelen kopen en verwachten dat ze met de markt en het economisch herstel mee omhoog lopen,’ zegt Jeroen Knol, senior Portfolio Manager European Equities bij BNP Paribas Investment Partners in Londen. ‘Je moet nu selectief zijn en naar de factoren kijken die de aandelenkoers van een bedrijf kunnen stuwen op de middellange termijn.’
Contraire blik
veer 20 procent onder het historisch gemiddelde.’ Europese aandelen zijn sinds het begin van de crisis, ondanks de recente koersstijgingen, ongeveer 38 procent achtergebleven bij Amerikaanse aandelen. Tegelijk zijn Europese dividendrendementen nog steeds aantrekkelijk. Op dit moment lijken de financiële waarden, met name banken, relatief goedkoop. Maar een andere cyclische sector zoals de bouwsector, die het nog steeds zwaar te verduren heeft, kan ook een optie zijn in de samenstelling van een portefeuille. ‘Daarnaast proberen wij op een contraire manier naar de markt te kijken en ondernemingen of sectoren te selecteren die tijdelijk uit de gratie zijn en daarom aantrekkelijk zijn geprijsd. Dat geldt bijvoorbeeld nu voor sommige bedrijven met een link naar opkomende markten, nadat daar de groei is vertraagd, maar hier moet je nog wel letten op prijsniveaus.’
‘Ondernemingen of sectoren die uit de gratie zijn kunnen aantrekkelijk zijn geprijsd’
Bij de selectie van Europese aandelen gaan Knol en zijn collega’s bij BNP Parisbas Investment Partners niet over een nacht ijs. Er zijn verschillende factoren die deze aandelen aantrekkelijk maken. De winst van Europese ondernemingen is er één van. In een aantal sectoren bevindt die zich gemiddeld nog steeds op een historisch laag niveau met name in de puur Europese en cyclische ondernemingen. De koers/winst verhouding van de aandelen ziet er dan ongunstig uit. Maar dit betekent tegelijk dat bij herstel van de bedrijfswinsten de koersen mee kunnen stijgen. Knol: ‘We kijken daarom graag naar de koers ten opzichte van historisch gemiddelde winsten, wat een genuanceerder en stabieler beeld geeft van de winstcapaciteit op de lange termijn. En dan zie je dat we nog op een relatief laag niveau zitten, onge-
WAT IS BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS? Wij zijn één van de grootste vermogensbeheerders ter wereld. Wij behoren tot de top van Europese beheerders en zijn ook nadrukkelijk aanwezig in Azië. Onze teams opereren in de grootste financiële centra van Europa, Azië en Noord- en Jeroen Knol Latijns-Amerika en dankzij ons partnerSenior Portfolio schapmodel zijn wij tegelijkertijd in staat Manager Euroom ons aan de plaatselijke marktomstan- pean Equities digheden aan te passen. Onze plaatselijke vermogensbeheerders, die in sommige gevallen voor jointventurepartners werken, geven ons een diepgaand inzicht in de markten waarin we actief zijn.
Diversificatie In de Europese economie zijn de eerste tekenen van stabilisatie nog maar kort zichtbaar. Het herstel verloopt met horten en stoten. Zo lijken de bedrijfswinsten zelfs iets tegen te vallen. Toch verwacht Knol dat het herstel, hoewel traag, uiteindelijk doorzet. Voor een deel is het trage herstel te wijten aan het feit dat Europese bedrijven een flink deel van hun omzet uit opkomende markten halen. En juist daar viel de markt iets terug. ‘Maar op de middellange termijn zien de vooruitzichten voor Europese aandelen er juist goed uit. Europa heeft naar verhouding meer ‘wereldwijde internationals’ dan andere regio’s. Dit leidt tot meer diversificatie en kan dus op langere termijn meer stabiliteit van bedrijfswinsten betekenen. Europese bedrijfswinsten zijn hoger dan 3 jaar geleden, maar hebben nog een lange weg te gaan. De bedrijfswinsten zijn pas voor ongeveer 25 procent teruggekomen.’ Ondanks dat de Europese markten de komende jaren zelf een lagere groei zullen laten zien dan bijvoorbeeld opkomende markten, kan dit nog steeds tot aantrekkelijke aandelenrendementen leiden, denkt Knol. ‘De Europese multinationals die in opkomende markten opereren geven de belegger een minder risicovolle exposure dan wanneer deze daar zelf zou beleggen. Ze bezitten lokale kennis en beheersen het valutarisico voor een groot deel intern. Op die manier laten ze de belegger meedelen in de groeimogelijkheid die er in de opkomende landen is.’ n
Interview met Hans Hagenaars
26
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Directeur particulieren bij ING Hans Hagenaars:
‘Tijd is een bondgenoot van de belegger’
Hans Hagenaars, directeur particulieren bij ING, zou graag zien dat Nederlanders meer geld opzijzetten. ‘Veel mensen hebben geen buffer, terwijl sociale voorzieningen steeds minder riant worden. Ik schrik van het feit dat 40% van de huishoudens nog geen 2.000 euro op een spaarrekening heeft staan.’ tekst: Frank van Alphen
foto: Rene van der Hulst
U houdt een pleidooi voor meer geld opzijzetten? Waarom is dat nu zo belangrijk? ‘Het tempo waarin de welvaartsstaat wordt versoberd, is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen en die ontwikkeling zal nog wel even doorgaan. Op alle gebieden zijn overheidsregelingen minder riant geworden. Pensioenregelingen zijn fiscaal beknot. De renteaftrek is aan banden gelegd. Studenten moeten meer lenen als ze willen studeren. De baanzekerheid is afgenomen. En in de zorg worden steeds vaker eigen bijdragen gevraagd. Al die ontwikkelingen vergroten de noodzaak om zelf voorzieningen te treffen. ‘Stel dat je kinderen gaan studeren. Vrijwel niemand realiseert zich hoeveel dat kost. Als je niets leent, kost een volledige studie voor een gemiddelde uitwonende student zo’n 50.000 euro.’
Alles wordt slechter. Dat klinkt somber. Kan een particulier zich wel indekken tegen al deze financiële tegenvallers? ‘Jazeker. Wat dat betreft hebben we juist een positief verhaal. Onze boodschap is dat vrijwel iedereen een buffer
kan aanleggen om financieel steviger te staan. Daarbij moet je kijken naar de inleg, de looptijd en het rendement. De inleg is voor iedereen duidelijk. Een huishouden moet zelf bepalen wat maandelijks opzij kan worden gezet. Een klein bedrag is geen probleem, maar het is belangrijk te wennen aan regelmatig sparen. Het doel waarvoor geld opzij wordt gezet, bepaalt de looptijd. Dit kan voor de kortere termijn zijn, bijvoorbeeld de studie van een kind, of voor een langere termijn, zoals pensioenaanvulling.’
Hoe denken klanten over rendement? ‘Soms hoor ik mensen verzuchten: “Waarom zou ik moeilijk doen over een
paar procent meer rendement?”. Maar bij lange looptijden is de impact van een paar procent rendement enorm (zie pagina 23 onder het kopje Rendementop-rendement).’
Hoe kun je zorgen voor een hoger rendement? ‘Dit onderwerp leeft enorm bij onze klanten. Dat wordt deels ingegeven door de lage spaarrente. Een veelgestelde vraag is dan ook hoe je een hoger rendement kunt behalen op je spaargeld. Een antwoord kan zijn dat je met een deel van het geld dat je niet nodig hebt, voor je langetermijndoelen gaat beleggen.’
Dat is een boodschap die niet bij iedereen aanslaat. Veel mensen associëren beleggen sinds de crises van 2000 en 2008 met hoge risico’s in de vorm van enorme koersdalingen. ‘We zien zowel een onderschatting als een overschatting van de risico’s van beleggen. Er is een groep die beleggen beschouwt als een snelle manier om rijk te worden. Die mensen denken dat ze
Wie is Hans Hagenaars? Hans Hagenaars (1961) studeerde bedrijfskunde (specialisatie marketing) aan de Universiteit Nijenrode en de Erasmus Universiteit. Zijn eerste baan was productmanager sparen en beleggingsfondsen bij ABN Amro, waarna hij zijn carrière vervolgde bij McKinsey en Royal Nederland/Allianz. In 1999 trad Hagenaars aan bij ING Groep. Hij ging daar aan de slag als hoofd relatiemanagement en directielid van de Postbank. Sinds 2012 is Hagenaars directeur particulieren bij ING Nederland. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 27
Interview met Hans Hagenaars
met een paar beleggingen in korte tijd hoge rendementen kunnen boeken. Dat is onderschatting van het risico. Je kunt in een jaar ook heel veel geld verliezen. Zeker als je je beleggingen niet goed spreidt. ‘De andere groep overdrijft de risico’s van beleggen. In het verleden hebben aandelen het op de langere termijn altijd beter gedaan dan sparen. Dat blijkt uit een analyse die we hebben gemaakt van de rendementen over de afgelopen veertig jaar van de MCSI World Index, een veelgebruikte index voor het rendement op aandelen. We hebben de rendementen van verschillende periodes, zoals één jaar, tien jaar en vijftien jaar, naast elkaar gezet. Het gemiddelde rendement is over de verschillende periodes nagenoeg hetzelfde. ‘Bij één jaar zijn enorme uitschieters waar te nemen. Er zijn jaren waarin de koersen zo’n 45 procent stijgen en er zijn jaren waarin aandelen bijna de helft van hun waarde verliezen. Dat beeld is al veel minder extreem bij tien jaar. Beleggers die vijftien jaar lang bleven beleggen in de MCSI World Index hebben over de afgelopen veertig jaar een positief rendement behaald. Dit toont de sterke band aan tussen de looptijd en het rendement. Wie de tijd heeft, kan er verstandig aan doen een deel van zijn geld te beleggen. Tijd is een bondgenoot van de belegger.’
Welke aandelen raadt u aan? ‘Ik ga mensen niet vertellen in welke aandelen ze moeten beleggen. Dat is mijn taak niet. Ik wil wel nogmaals het belang van spreiding benadrukken. Spreiding dempt het risico en is de beste manier om niet onaangenaam verrast te worden. Beleggers die zelf aandelen van bedrijven selecteren, zijn vaak veel minder goed gespreid dan ze denken. Ze hebben een beperkt aantal ondernemingen in de portefeuille. Voor een goed gespreide portefeuille heb je aandelen nodig van bedrijven uit verschillende regio’s en uit verschillende sectoren. Je moet echt een wereldwijd gespreide portefeuille opbouwen, waarin plaats is voor verschillende risicocategorieën, zoals aandelen, obligaties en vastgoed. Leg nooit al je eieren in één mandje. ‘Wie niet precies weet hoe hij een 28
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
goede portefeuille moet opbouwen, kan beter kiezen voor een beheerportefeuille. Bij beheer bepaalt de bank of vermogensbeheerder waarin wordt belegd. Het grote voordeel is dat emoties dan geen invloed hebben op aan- en verkoopbeslissingen. Particuliere beleggers laten zich – hoewel ze dat vaak ontkennen – meestal leiden door emoties. Dan loop je een grote kans precies op de verkeerde momenten te kopen en te verkopen.’
Beleggen doet het goed op de lange termijn. Spreid je beleggingen en laat je niet leiden door emoties. Het zijn raadgevingen die al jaren worden gegeven. Heeft u de indruk dat consumenten wijzer zijn geworden? ‘Ja. Over de hele linie zijn mensen zich bewuster geworden van het belang van financiële zaken. De financiële crisis, de daling van de huizenprijzen en de vermindering van de baanzekerheid hebben daar allemaal aan bijgedragen. ‘We merken het ook aan de belangstelling voor ‘financiële informatieavonden’ die onze kantoren organiseren. Een thema als huren of kopen leeft echt. Tien jaar geleden was kopen de norm. Nu de aftrekbaarheid van de hypotheekrente is beperkt en huizenprijzen niet meer automatisch stijgen, denken mensen langer na over zo’n beslissing. Niet onbelangrijk: het grootste deel van ons geld geven we uit aan wonen.’
Economen en politici roepen Nederlanders op meer te besteden omdat dat goed zou zijn voor de economie. ING vindt dat we moeten gaan sparen en beleggen voor later. Is dat niet tegenstrijdig? ´Wij kijken bij ING op huishoudniveau. Er zijn veel huishoudens die er goed aan zouden doen om wat geld opzij te zetten. Ik schrik behoorlijk van het feit dat 40% van de huishoudens nog geen 2.000 euro op een spaarrekening heeft staan. Economisch gezien is geld opzijzetten voor later geen probleem. Dat geld wordt later uitgegeven. Als het
ook nog eens goed heeft gerendeerd, is er straks meer bestedingsruimte.’
ING tracht het financieel bewustzijn te bevorderen. Wat ervaart u daarbij als grootste obstakel? ‘Voor de menselijke geest is het moeilijk de lange termijn in het oog te houden. We doen liever dingen die op de korte termijn voldoening geven. We zijn geneigd financiële beslissingen uit te stellen. Verder hebben veel mensen geen zin in ingewikkelde financiële verhalen. Ze vinden het een moeilijke materie en haken af. Wij hebben financiële planning voor de gewone man opgezet. Om het behapbaar te maken, hebben we de financiële planning in vier stukken gehakt: inkomen en bestedingen, alles rond het huis, sparen en beleggen en het vierde blok is pensioen. ‘Deze onderwerpen zijn vaak weer gekoppeld aan concrete vragen. Een voorbeeld is aflossen of sparen. Dat is ook een onderwerp waar veel belangstelling voor is. Wie antwoorden zoekt, kan op internet een aantal vragen invullen die helpen tot een oplossing te komen. Soms pakt een stuk aflossen heel gunstig uit. Bijvoorbeeld als je door die aflossing een minder hoog percentage van de waarde van het huis leent, waardoor de huizenbezitter in een lager hypotheektarief valt.’
Een hypotheek is fiscaal minder aantrekkelijk geworden. Is dat een goede ontwikkeling? ‘Wie nu een huis koopt, kan voor nieuwe hypotheken alleen nog een annuïtaire hypotheek afsluiten. Ook kunnen mensen minder lenen dan een paar jaar geleden. We gaan met dit soort maatregelen meer in de pas lopen met de rest van Europa. ‘Deze trend is overigens nog een reden om vroeg te beginnen met geld opzij te zetten. Het percentage dat mensen mogen lenen, zal naar verwachting verder dalen. Dat betekent dat je eigen geld moet meebrengen als je je eerste huis wilt kopen. Dat geld moeten jonge mensen – of hun ouders – dan wel hebben.’
Een paar keer per jaar belt Hans Hagenaars met klanten van ING. Hij nodigt hen dan uit om een avond over financiën te komen praten. ‘Dat wordt enorm op prijs gesteld. En ik hoor weer zaken die leven bij de klanten,’ aldus Hagenaars.
TOEKOMSTPLANNEN. TE LAGE RENDEMENTEN. TIJD VOOR VERANDERING? De kans is groot dat u zich afvraagt of uw beleggingen wel voldoende opbrengen om – nu en in de toekomst – aan uw behoeften te voldoen. Die vraag is op dit moment actueler dan ooit. Want terwijl mensen gemiddeld langer leven, is de rente zo laag dat beleggingen als spaargeld en traditionele staatsobligaties waarschijnlijk niet de inkomsten en vermogensgroei kunnen bieden die u nodig heeft. Vooral niet als u er rekening mee houdt dat de inflatie de waarde van uw beleggingen op termijn kan verminderen. Daarom kan het de moeite waard zijn om een andere aanpak te overwegen en uw geld breder, over meer typen beleggingen te spreiden. Het is nu tijd om in actie te komen en uw mogelijkheden te bespreken met uw financieel adviseur.
“MAAR WAT KAN IK HET BESTE DOEN MET MIJN GELD?”
BLACKROCK BIEDT IDEEËN VOOR EEN ANDERE AANPAK VAN UW BELEGGINGEN. Het kan het juiste moment zijn om minder te beleggen in spaargeld en te zoeken naar nieuwe manieren om inkomsten te genereren of uw vermogen te laten groeien. Bij BlackRock weten we dat het belangrijker dan ooit is om gunstige mogelijkheden te benutten. Dat is een van de redenen waarom grote ondernemingen, overheden en beleggers over de hele wereld een beroep doen op onze expertise en ervaring. Van diezelfde capaciteiten kunt ook u profiteren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor toekomstig rendement en het is niet zeker dat u uw oorspronkelijke inleg terugkrijgt. Wanneer u een deel van uw geld terugtrekt uit spaarproducten en relatief veilige beleggingen, met als doel een hoger rendement te behalen, dient u te accepteren dat u meer risico loopt dat u geld verliest. HET IS TIJD VOOR BELEGGERS. TIJD OM IN ACTIE TE KOMEN. Bespreek met uw adviseur welke mogelijkheden BlackRock en iShares voor u kunnen bieden en ga voor meer informatie naar blackrock.nl
Uitgegeven door BlackRock Investment Management (UK) Limited, in het Verenigd Koninkrijk geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Conduct Authority, geregistreerd onder nummer 2020394 en gevestigd op het adres: 12 Throgmorton Avenue, Londen EC2N 2DL. Telefoon: +44 (0)20 7743 3000. Voor uw bescherming worden telefoongesprekken doorgaans opgenomen. BlackRock is in Nederland gevestigd op het adres Rembrandttoren, 17e verdieping, Amstelplein 1, 1096 HA Amsterdam. BlackRock is een handelsnaam van BlackRock Investment Management (UK) Limited. © 2014 BlackRock, Inc. Alle rechten voorbehouden. BLACKROCK, BLACKROCK SOLUTIONS, ALADDIN, iSHARES, LIFEPATH, SO WHAT DO I DO WITH MY MONEY (MAAR WAT KAN IK HET BESTE DOEN MET MIJN GELD?), INVESTING FOR A NEW WORLD en BUILT FOR THESE TIMES zijn geregistreerde en ongeregistreerde handelsnamen (trademarks) van BlackRock, Inc. en haar dochterondernemingen in de Verenigde Staten en daarbuiten. Alle andere handelsnamen (trademarks) zijn van de respectievelijke eigenaren.
Vermogensopbouw – deel 2
Wanneer een aantrekkelijk rendement uw doel is...
Vuistregels voor beleggers Het is mogelijk dat u uw vermogen moet laten groeien om uw financiële doelen te bereiken. Maar inflatie en belastingen zorgen ervoor dat uw koopkracht juist in waarde afneemt. Beleggen is dan wellicht een optie om meer rendement te behalen. Met een doordacht plan werkt u op een gestructureerde manier naar uw doelstellingen toe. tekst: Foppe Oberman
I
n veel gevallen moeten uw spaarpotjes flink groeien om straks uw hypotheek af te kunnen lossen, uw pensioen aan te vullen of een andere grote uitgave te kunnen doen. Dat vraagt om een doordacht plan dat aansluit bij uw situatie en uw voorkeuren. Gestructureerde vermogensopbouw start dus met inzicht in uw mogelijkheden en wensen. Een onderdeel van goed vermogensbeheer kan zijn om sparen te combineren met beleggen. Vooral wanneer u al een bedrag op een spaarrekening heeft waarmee u onvoorziene uitgaven kunt doen, is het verstandig om te kijken of beleggen kan helpen bij het realiseren van uw doelen. Hoe groot die buffer moet zijn, hangt af van u en uw huishouden. De BufferBerekenaar op nibud.nl kan u een indicatie geven. Met de rest van uw vermogen kunt u overwegen om te gaan beleggen als dat aansluit bij uw situatie en uw wensen.
Doelen Of u nu gaat beginnen met beleggen of dat u daar al mee bezig bent: het is goed om uw doel(en) zo concreet en helder mogelijk te maken. Ieder doel heeft namelijk invloed op de manier waarop u het beste geld ervoor opzij kunt zetten. Zo maakt het veel uit of u belegt voor een aanvullend pensioen 30
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Kies uw beleggingen op hun toekomstverwachtingen in plaats van op hun verleden. in de verre toekomst of voor de studie van uw kinderen in de meer nabije toekomst. Afhankelijk van uw doel ligt de nadruk van uw vermogen op vermogensgroei, vermogensbehoud of regelmatige inkomsten. Niet alleen het formuleren van uw doelstellingen vooraf, ook het tussentijds toetsen van uw vermogen aan uw doelstellingen houdt u scherp. Dat helpt u om op een gestructureerde manier naar uw doel(en) toe te werken en de juiste keuzes te maken.
Beleggingshorizon Een belangrijke vraag bij vermogensopbouw is: hoeveel tijd heeft u naar verwachting om uw doelbedrag(en) op te bouwen? Deze verwachte looptijd, ook wel beleggingshorizon genoemd, bepaalt namelijk al in grote lijnen met hoeveel risico u kunt beleggen. Zoals u waarschijnlijk weet, gaan bij beleggen het verwachte rendement en het risico hand in hand. Hoe hoger het verwachte rendement, des te groter meestal ook het risico. Daar staat tegenover dat hoe langer u de tijd heeft om te beleggen, hoe meer kans u heeft dat een tussentijdse waardedaling zal worden opgevangen door het gemiddelde rendement op lange termijn. Want dat is de essentie: uw horizon moet voldoende lang zijn, zodat uw vermogen voldoende groeit om uw doelen te bereiken. Dan kan het zijn dat uw langetermijnrendement alle tussentijdse waarde-
dalingen goedmaakt. Al zijn die natuurlijk nooit leuk om mee te maken.
Risicobereidheid Uw risicobereidheid is een heel persoonlijke zaak, met een logische en een emotionele kant. Bij het bepalen van uw risicobereidheid beoordeelt u hoeveel waardeschommeling u kunt accepteren gedurende de looptijd. Ook beoordeelt u uw mentale risicobereidheid: hoeveel waardeschommeling u wilt accepteren. Om dit laatste te bepalen kunt u zich de vraag stellen wat een tussentijdse waardedaling van uw beleggingen met 20% in één jaar zou doen met uw gemoedsrust. Onder andere met uw antwoord op de vraag ‘hoe belangrijk is het dat ik mijn doelbedrag haal?’ stelt u vast hoeveel risico u kunt nemen. U kunt bijvoorbeeld wel genoegen nemen met een kleinere boot, maar u kunt niet minder aflossen op uw hypotheek. Hoe meer tijd u heeft, hoe meer risico u kunt nemen en des te hoger is meestal het verwachte rendement. Daardoor stijgt ook de kans dat u op lange termijn een bepaald doelbedrag of minimumrendement realiseert. Oftewel: hoe groter het percentage beleggingsproducten met veel risico – bijvoorbeeld aandelen – in uw portefeuille, des te hoger is het verwachte rendement op langere termijn.
Tweedeling in risico Bij beleggen wordt meestal een tweedeling in soorten beleggingen aangehouden: de zogenoemde ‘vastrentende waarden’ zoals (staats)obligaties enerzijds en de ‘zakelijke waarden’ zoals aandelen en vastgoed anderzijds. Deze laatste categorie kent een hoog risico, vastrentende waarden schommelen
Resterende looptijd en beleggingsprofiel Verhouding zakelijke / vastrentende waarden Zeer offensief
Offensief
Neutraal
Defensief
Sparen
90% 70% 50%
Dit is slechts een voorbeeld. Pas uw beleggingsprofiel(en) altijd aan uw persoonlijke omstandigheden en doelen aan.
30% Bron: ING, maart 2014
10%
Vastrentende waarden Zakelijke waarden >16 jaar
12-16 jaar
8-12 jaar
4-8 jaar
2-4 jaar
< 2 jaar
Resterende looptijd in jaren
Uw risicobereidheid is een heel persoonlijke zaak, met een logische en een emotionele kant
een ongelijke verhouding dempt de waardeschommeling van het totaal. De procentuele verdeling over vastrentende en zakelijke waarden wordt de assetallocatie genoemd en die vloeit voort uit uw risicobereidheid en de verwachte looptijd; dit wordt op uw beleggingsrekening vastgelegd in het beleggingsprofiel. U kunt voor ieder financieel doel een aparte beleggingsrekening openen, elk met een eigen beleggingsprofiel.
minder sterk in waarde. Ook bewegen de koersen van beide categorieën meestal niet in dezelfde richting. Dat maakt ze heel geschikt om tegelijkertijd in een portefeuille op te nemen. Gecombineerd dempen ze immers elkaars uitschieters. Zodoende blijven de koersschommelingen van de hele portefeuille beperkt. De onderlinge verhouding van zakelijke en vastrentende waarden hoeft niet fiftyfifty te zijn. Ook
Beleggingsprofiel bepaalt risico
Laat u niet leiden door het verleden
S
Zeer defensief
ommige beleggers houden te lang vast aan een slecht presterend aandeel of een slecht presterende obligatie. ‘De koers zal ooit wel weer op het oude niveau komen...’ Dat kan een misleidende gedachte zijn. Bij beleggen geldt vaak de uitdrukking: ‘wie geschoren wordt moet stilzitten’. Daarmee wordt bedoeld dat bij dalende koersen u niet direct al uw beleggingen moet verkopen. Maar dat betekent niet dat u slecht presterende aandelen of obligaties in uw portefeuille moet laten zitten. Wanneer u een goed gespreide portefeuille heeft, is het beter om die slecht presterende belegging te wisselen voor een belegging met betere vooruitzichten. Blijf dus beleggen en kies uw beleggingen op hun toekomstverwachtingen in plaats van op hun verleden.
Hoe langer uw verwachte beleggingshorizon en/of hoe groter uw risicobereidheid, des te offensiever uw beleggingsprofiel kan zijn. ING hanteert vijf beleggingsprofielen, variërend van Zeer defensief, via Defensief, Neutraal tot Offensief en Zeer offensief. Bij een offensiever beleggingsprofiel van een beleggingsrekening, en dus een grotere risicoacceptatie, past een groter percentage aandelen en vastgoed in de assetallocatie. Zoals gezegd: per doel bepaalt u uw beleggingsprofiel en dus de assetallocatie op basis van de verwachte looptijd en uw risicobereidheid. Deze uitgangspunten regelmatig checken is belangrijk: zorg ervoor dat uw beleggingsprofiel, en dus uw assetallocatie, aansluit bij uw doel, resterende looptijd en risicobereidheid. U kunt uw verdeling te allen tijde aanpassen, bijvoorbeeld als uw doel dichtbij komt of uw risicobereidheid verandert. Als u meerdere doelen heeft, kunt u per doel een specifiek beleggingsprofiel, en dus een specifieke assetallocatie, hebben. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 31
Vermogensopbouw – deel 2
Assetallocatie tijdig aanpassen Beleggen vergt een actieve houding en regelmatige aandacht. Het is verstandig om vooraf voor uzelf vaste evaluatiemomenten te bepalen. Deze gebruikt u om uw eigen situatie opnieuw te bezien en om te kijken hoe uw beleggingen ervoor staan. Gebruik deze evaluatiemomenten ook om jaarlijks uw risicobereidheid opnieuw vast te stellen. Het kan zijn dat uw financiele situatie, doelstelling of looptijd is gewijzigd, wat van invloed kan zijn op uw risicobereidheid. Zo is het verstandig om tegen het einde van de horizon het risico van uw beleggingsportefeuille te verlagen. Als u bijvoorbeeld uw pensioenleeftijd nadert, wordt de resterende looptijd voor uw pensioenbelegging korter en resteert er dus minder tijd om een eventuele tegenvaller op te vangen. U kunt dan het beste het risico verlagen door uw assetallocatie aan te passen. Hiermee voorkomt u dat u vlak voor het bereiken van uw doel tegen grote verliezen aanloopt. U kunt uw risico verminderen door de zakelijke waarden (aandelen en vastgoed) om te zetten naar vastrentende waarden (obligaties). U kunt het risico ook nog verder reduceren door uw beleggingen geheel of gedeeltelijk om te zetten naar liquiditeiten (spaargeld). Ook het omgekeerde is waar. Als u nog jaren de tijd hebt en tussentijdse waardeschommelingen kunt accepteren, kan een tijdige wijziging van uw beleggingsprofiel uw rendementskansen flink vergroten.
Spreiden is het geheim Als u uw portefeuille met een brede spreiding opbouwt, spreidt u uw risico’s. U maakt daarmee de waardeontwikkeling van uw beleggingen, en dus uw verwachte rendement, minder kwetsbaar voor dalingen. Sterker nog: u verhoogt uw rendementskansen bij een gelijkblijvend risico. Dit klinkt misschien vreemd, maar dit principe, diversificatie genaamd, is wetenschappelijk onderbouwd en heeft de ontdekkers zelfs een Nobelprijs opgeleverd. Door te spreiden over verschillende soorten beleggingen verdeelt u het risico en verbetert u uw vooruitzichten op een goed rendement bij een minder groot risico. Spreiden dempt ook het risico als u dat binnen een beleggingscategorie doet. 32
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Het diversificatieprincipe is wetenschappelijk onderbouwd en heeft de ontdekkers zelfs een Nobelprijs opgeleverd.
staat. Alle drie beoordelen ze beleggingsfondsen en trackers op diverse criteria, zoals het verwachte rendement in relatie tot de risico’s. Aan beleggen in beleggingsfondsen en trackers zijn wel kosten verbonden die in rekening worden gebracht door de fondsbeheerder.
Hou vol, ook bij tegenslag
Beleggingsfondsen en trackers Als u investeert in een beleggingsfonds of indexfonds (‘tracker’), hoeft u niet zelf specifieke aandelen of obligaties te selecteren. Voor een beleggingsfonds geldt dat u dan als het ware in een mandje met verschillende aandelen of obligaties belegt die door de fondsbeheerders zijn geselecteerd. Een belangrijk voordeel is dat u een beleggingsfonds kunt selecteren dat uit zichzelf al past bij uw doelstellingen en risicobereidheid, omdat in het fonds een bepaalde verdeling over verschillende beleggingscategorieën of een verdeling binnen een beleggingscategorie wordt aangebracht. Hiermee heeft u direct een goede spreiding en bent u minder kwetsbaar als een specifiek aandeel slecht presteert. Voor het selecteren van beleggingsfondsen en trackers kunt u morningstar.nl en lipperleaders. com raadplegen, of kijken wat er in de top-100 beleggingsfondsen van Elsevier
Als u eenmaal een goed gespreide beleggingsportefeuille heeft, is het verstandig om belegd te blijven volgens de aanpak die u vooraf heeft vastgesteld. Ook als het even tegenzit. Bij verlies ‘op papier’ zijn beleggers vaak geneigd om hun beleggingen deels of geheel te verkopen. Dat gebeurt meestal net op het verkeerde moment: nadat de grote koersverliezen al zijn geleden. Door te verkopen ‘realiseert’ een belegger zijn – tot dan toe alleen papieren – verlies. De gedachte van beleggers die hun beleggingen willen verkopen, is meestal om op het moment van herstel weer in te stappen. Ook dat blijkt helaas zeer lastig te timen. Het herstel is over het algemeen het sterkst direct nadat de koersdaling heeft plaatsgevonden. Tegen de tijd dat beleggers zich realiseren dat de beurs zich herstelt, zijn de koersen al gestegen en heeft de belegger een belangrijk deel van het herstel gemist. Maar wel het verlies geïncasseerd. De grafiek hieronder wijst op de moeilijkheid van juist timen en suggereert dat ‘blijven zitten’ bij tussentijdse dalingen in het verleden een zinvolle tactiek was.
Voorbeeldbelegging van € 100.000 in de MSCI Europe Index Index over de afgelopen 20 jaar (1993-2012) 600.000 497.622 400.000
313.571 213.696
200.000
Belegd blijven
5 beste beursdagen missen
10 beste beursdagen missen
155.490
15 beste beursdagen missen
117.935
90.960
20 beste beursdagen missen
26 beste beursdagen missen
Bron: BlackRock, Thomson Reuters Datastream (2013), MSCI Europe Index (dividenden herbelegd)
Kaalheid is voor veel mannen een doorn in het oog. Hun personality wordt aangetast: iets waartegen kapper noch kleermaker opgewassen is. Frustrerend, met name voor wie een vlekkeloze presentatie belangrijk is. Dankzij HaarStamcel Transplantatie® (HST) is kaalheid tegenwoordig een keuze. Voorzijde, kruin, dieper wordende inhammen: met HST krijgt u uw haren gewoon weer terug. Precies daar waar u dat wilt. Omdat de techniek zo verfijnd is kunnen ook behandelingen in het gelaat uitgevoerd worden om wenkbrauwen, snor en baard te herstellen dan wel te creëren.
Toe aan een nieuwe toekomst? HST is uniek. Pijnloos, géén littekens, zeer snel herstel en behoud van het donorgebied. Plus: een levenslange groeigarantie! Maak een afspraak bij onze kliniek in Amsterdam of Maastricht. Tijdens een gratis en vrijblijvend consult zullen wij met plezier al uw vragen beantwoorden.
Hair Science Institute Amsterdam: +31 (0)20 575 23 30 Maastricht: +31 (0)43 601 81 01 www.hasci.com
[email protected]
Dit kunnen wij voor u betekenen.
weken
10 euro atisch stopt autom
Profiteer ook. Ga nu naar www.beleggersbelangen.nl/proefabonnement
Anticiperend vermogen
Langetermijntrends beïnvloeden beleggingsbeslissingen op de korte termijn
Verandering biedt kansen Opkomende markten, demografische ontwikkelingen, productiviteitsgroei, gewijzigde voedsel- en aankooppatronen, het zijn allemaal trends die op de lange termijn grote veranderingen in onze samenleving teweeg zullen brengen. Voor de wat kortere termijn lijken onderwerpen als informatietechnologie en robotisering perspectiefrijk voor beleggers. tekst: Bob Homan
V
aak wordt me gevraagd wat ik vind van de laatste werkloosheidcijfers uit de Verenigde Staten, de gestegen of gedaalde export uit China, of de politieke crisis in Oekraïne. Dit zijn zaken die beleggers bezighouden. En terecht, financiële markten kunnen heftig reageren op goede of slechte cijfers of op onverwachte gebeurtenissen. Vooral op de korte termijn zijn dit gebeurtenissen die financiële markten beïnvloeden. ‘Maar,’ denkt u nu vast, ‘beleggen is toch juist voor de lange termijn?’ En daar heeft u natuurlijk helemaal gelijk in. Vooral als u gaat beleggen in risicovollere beleggingscategorieën als aandelen of vastgoed, heeft u een lange adem nodig. We hebben het dan over een aantal jaren; voor het meest risicovolle profiel van de ING-beleggingsstrategieën hanteren wij een periode van minimaal zestien jaar. Maar tegenvallende cijfers op de arbeidsmarkt beheersen de financiële markten veel minder lang dan zestien jaar. De economische conjunctuur zorgt ervoor dat er periodes zijn waarin de economie aantrekt, en periodes waarin de economie krimpt. Cijfers over de arbeidsmarkt of exporten geven aan op welk punt van de economische cyclus we zitten, maar ze zeggen
Bob Homan, hoofd ING Investment Office.
Het economisch evenwicht in de wereld verschuift richting Azië. Dit heeft grote gevolgen, ook voor ons. niet direct erg veel over de ontwikkelingen op de langere termijn.
Omgaan met verandering Een goede belegger let op veranderingen en houdt daar rekening mee. Veranderingen bieden namelijk kansen, maar
ze duiden ook op risico’s. Neem bijvoorbeeld een bedrijf dat minder winst maakt. Hoe komt het dat dit bedrijf minder verdient en zijn de inkomsten nog wel genoeg? Kan het bedrijf innoveren, zodat nieuwe producten de oude kunnen vervangen zodra de huidige verkopen aan hun grenzen komen? Het kan zijn dat de winst onder druk staat omdat het economisch even tegenzit. In dat geval kan het bedrijf door verstandige bedrijfsvoering de problemen hopelijk overwinnen. Maar wanneer er bijvoorbeeld structurele veranderingen in de samenleving plaatsvinden, kan het zijn dat het bedrijfsmodel niet meer levensvatbaar is. Maar dat kan ook andersom uitpakken, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe technologie succesvol blijkt te worden. Wanneer u net als ik al wat jaartjes meedraait, herinnert u zich vast nog wel de eerste computers. Vergeleken met de huidige computers konden die erg weinig en waren ze erg duur. Vooral in het begin was het onvoorstelbaar tot welke revolutie dit zou leiden en dat iedereen nu met een krachtige computer in zijn of haar broekzak rond zou lopen – onze telefoons. Deze verandering bracht beleggers kansen, en als u deze trend vroeg herkend had en aandelen van computerbedrijven had gekocht, had u een heel goed rendement kunnen maken.
Welke veranderingen zie ik? Ik zie een aantal trends die onze samenleving op de lange termijn behoorlijk kunnen veranderen. Op de eerste plaats is dat de economische groei van de opkomende markten. Vooral China en India springen hierbij in het oog, hier woont namelijk een groot deel van de wereldbevolking. In de illustratie nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 35
Anticiperend vermogen
Steeds meer welvaart
Economisch evenwicht in de wereld sinds het jaar nul
Bron: Maddison Project Working Paper 4, 2012
Demografische ontwikkelingen Deze economische verschuiving zorgt voor meer welvaart in de opkomende markten. Als gevolg hiervan zie ik nog een andere trend die grote invloed heeft op de toekomst: namelijk de groei van de wereldbevolking en het steeds grotere aantal mensen dat in de stad woont. Ook dit is een ontwikkeling die
zich vooral afspeelt in de opkomende markten. Door automatisering wordt landbouw steeds productiever en zijn er minder mensen nodig om voedsel te verbouwen. Tegelijkertijd zijn in de steden – de productiecentra – juist meer mensen nodig en zijn de lonen daar vaak hoger dan op het platteland. Hierdoor zal in de steden een steeds grotere middenklasse ontstaan, die meer te besteden heeft en hogere eisen stelt aan de kwaliteit van leven. Beleggers vinden dan bijvoorbeeld kansen in de sectoren die zich bezig houden met infrastructuur, voedsel- en watervoorziening.
Van lange naar korte termijn ‘Leuk, al die trends,’ zult u zeggen. ‘Maar dit is wel erg lange termijn. Hoe beleg ik daar nú in?’ Beleggen in dit soort lange trends is inderdaad lastig. Veel beleggers hebben geen beleggingshorizon van twintig of dertig jaar. Daarom is het
Stedelijke en landelijke bevolkingsontwikkeling 1950-2050 6.000 Minder ontwikkelde gebiedenstedelijke bevolking
5.000 bevolking in miljoenen
hierboven ziet u het economische gewicht van deze landen. Tot ongeveer 1800 namen China en India het grootste gedeelte van de wereldeconomie in beslag. Na 1800 industrialiseerde de westerse wereld, waardoor landen als Engeland en de Verenigde Staten veel productiever werden. In China en India bleven mensenhanden de voornaamste manier van produceren, terwijl in Engeland, Duitsland en later de Verenigde Staten de productie werd overgenomen door machines. De laatste jaren komen China en India dichter bij de westerse wereld. Door automatisering en invoer van een meer kapitalistisch systeem neemt de productiviteit daar enorm toe. Het gevolg is dat het economisch evenwicht in de wereld verschuift richting Azië. Dit heeft grote gevolgen voor de mensen in Azië, maar ook voor ons. Een simpel voorbeeld hiervan is dat het gebruik van grondstoffen verder zal toenemen in de toekomst, terwijl deze juist steeds schaarser worden. Duurdere grondstoffen betekenen bijvoorbeeld hogere prijzen voor producten in de winkels.
Maar de groei van de welvaart vindt niet alleen plaats in Azië of andere opkomende markten in Afrika of ZuidAmerika. Wereldwijd gezien groeit het bruto binnenlands product nog steeds, ook in de ontwikkelde markten. Een van de gevolgen van deze welvaartsgroei is dat we steeds betere zorg krijgen. We bereiken dit door technische innovaties en onderzoek, waardoor we steeds meer ziektes kunnen genezen. Tegelijkertijd worden mensen ook steeds ouder. De levensverwachting in Nederland is gestegen van 73,4 jaar in 1960 naar 81,2 in 2011. Dat mensen steeds ouder worden, betekent ook dat hun zorgbehoefte verandert. Zorg wordt steeds beter en doordat we langer leven kunnen we er langer gebruik van maken. Maar ook de consumentenpatronen veranderen. Door de toenemende welvaart verandert het voedselpatroon, met name de consumptie van vlees laat een enorme toename zien. Ook de manier waarop mensen hun producten aanschaffen verandert. Sinds 2005 zien we bijna een verviervoudiging van het aantal aankopen via internet.
4.000
Minder ontwikkelde gebiedenlandelijke bevolking
3.000
Meer ontwikkelde gebiedenstedelijke bevolking
2.000
1.000 Meer ontwikkelde gebiedenlandelijke bevolking 1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050
Bron: VN, The World Urbanisation Prospects, 2011 revision
nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 37
Anticiperend vermogen
3D-printen is een manier van geautomatiseerd produceren die ons leven sterk zal veranderen.
belangrijk om concrete onderwerpen te vinden die veroorzaakt worden door dit soort lange trends. Ik wil er graag twee uitlichten waarvan we de gevolgen nu al merken of anders dat op korte termijn zullen doen.
Informatietechnologie Het eerdere voorbeeld van de computer laat zien dat informatietechnologie al enkele decennia de wereld beïnvloedt. Maar de ontwikkelingen zijn nog lang niet achter de rug. De grootste veranderingen komen nog. Computers hebben de hoeveelheid informatie die we kunnen verwerken sterk vergroot. Het analyseren van die gegevens gaat steeds makkelijker, het herkennen van patronen of het leggen van verbanden geeft ons steeds meer inzicht. Al die elektronische apparaten doen hun werk op dit moment in hun eentje. Uw koelkast heeft weinig van doen met de thermostaat van uw centrale verwarming. Maar technische vooruitgang maakt het mogelijk alles aan elkaar te koppelen en informatie op centrale locaties te verwerken. Steeds meer ‘slimme’ producten en apparaten zorgen ervoor dat we niet meer gebonden zijn aan een locatie. Via uw telefoon, tablet of zelfs uw bril kunnen we alles doen, overal bij zijn.
Robotisering De toenemende welvaart in Azië zorgt ervoor dat de lonen daar stijgen. Hogere lonen betekenen hogere productiekosten, tenzij we met minder mensen meer gaan produceren. Alleen zo kunnen de 38
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Het gebruik van grondstoffen zal verder toenemen, terwijl deze juist steeds schaarser worden. kosten laag blijven en kan toch aan de groeiende vraag worden voldaan. Of niet? Een oplossing is het meer gebruikmaken van robots. Robots worden steeds geavanceerder. Ze zijn steeds gemakkelijker te programmeren – en dus flexibeler –, worden steeds goedkoper en hebben geen pauze nodig. Ook 3D-printen is een voorbeeld van een geautomatiseerde manier van produceren, waarbij de hoge mate van flexibiliteit het productieproces enorm verkort en goedkoper maakt. Worden we dan massaal werkloos? Ik denk het niet. Sinds de industriële revolutie is de productiviteit van een arbeider elk jaar toegenomen, maar dit heeft niet geleid tot massale werkloosheid. We bedenken iedere keer weer nieuwe producten en diensten. Dit is terug te zien in de welvaart. Het nationaal inkomen van een land stijgt met de productiviteitsgroei mee. Ik verwacht dat dit ook in de toekomst zo zal zijn.
Verwachtingen voor 2014 Bovenstaande voorbeelden geven aan dat juist langetermijnveranderingen invloed hebben op de korte termijn. Een
belegger moet de langetermijntrends in de gaten houden om kortetermijntrends in een goed perspectief te kunnen plaatsen. Onze verwachting voor 2014 stond in het teken van ‘minder crisis, meer groei’. We voorzagen tekenen dat de economische conjunctuur draait en positiever zou worden. Dat is goed voor beleggingen in risicovollere categorieën als aandelen of vastgoed. De onrust in Oekraïne, streng winterweer in de Verenigde Staten en tegenvallende berichten uit de opkomende markten maakten echter dat de goede stemming op de beurzen in het begin van 2014 omsloeg en bijvoorbeeld de AEX in korte tijd 8% verloor. Moeten we ons positieve scenario nu aanpassen? De Amerikaanse economie lijkt door de extreme winterkou inderdaad wat afgekoeld. Economen taxeren het kou-effect op 0,3% minder groei van het nationaal product van de Verenigde Staten. De opkomende markten maken duidelijk een moeizame fase door, al zijn de verschillen tussen de diverse landen groot. Wij letten scherp op winsten die bedrijven melden over het afgelopen kwartaal en het boekjaar. Ook die waren minder goed dan verwacht. Veel grote ondernemingen zijn toch iets minder optimistisch geworden of hebben zelfs een winstwaarschuwing moeten afgeven. Daar staat tegenover dat het prille herstel in Europa doorzet. Gelukkig maar, zou ik zeggen. En ook in de VS gaat de banengroei door, zij het even iets trager.
Wij blijven positief We houden natuurlijk rekening met de gebeurtenissen van dit moment, maar we blijven positief over de economische ontwikkelingen voor de rest van dit jaar. De winstgroei van bedrijven zal waarschijnlijk iets lager uitkomen, en we zetten dus niet al onze kaarten op aandelen. Maar we blijven geloven in ons positieve basisscenario uit oktober 2013 van ‘minder crisis, meer groei’. Centrale banken hebben fors ingegrepen, overheden hebben maatregelen genomen en consumenten beginnen voorzichtig weer vertrouwen te krijgen. Daarnaast heeft de economische crisis geen van de échte langetermijntrends veranderd: Azië groeit nog steeds, de welvaart groeit ook, we worden steeds ouder en technologische vernieuwingen blijven komen. Wij zien kansen genoeg, zowel op de lange als op de korte termijn.
ADVERTORIAL
J.P. MORGAN ASSET MANAGEMENT
UVeelHEEFT DE BOOT NIET GEMIST mensen twijfelen of het nu wel het juiste moment is om te gaan beleggen. Begrijpelijk, maar niet terecht, aldus Vincent Juvyns.
N
a het uitbreken van de kredietcrisis en de daarop volgende recessie hebben particuliere beleggers en masse de aandelenmarkten teleurgesteld de rug toe gekeerd. Na enkele moeilijke jaren hebben de financiële markten zich echter sterk hersteld en zelfs nieuwe records aangetikt. ‘Helaas hebben maar weinig particulieren daarvan kunnen profiteren,’ zegt Vincent Juvyns van J.P. Morgan Asset Management. ‘Men heeft in 2008 wel veel verloren, maar van de rally van de laatste jaren hebben relatief weinig mensen geprofiteerd. Dat kun je zien aan de volumes: die waren laag.’ Nu de beurzen zich hebben hersteld, bekruipt bij menigeen het ongemakkelijke gevoel de boot te hebben gemist. ‘Ik merk dat veel mensen overwegen te gaan beleggen, maar zich terecht de vraag stellen: ‘hoe ver kunnen die koersen nog stijgen?’ Ze vrezen dat ze eigenlijk al weer te laat zijn,’ zegt Juvyns. ‘Toch is de vraag over het juiste instapmoment van minder belang. Interessanter is om te kijken naar vragen als: ‘Wat wilt u bereiken? Wat is voor u belangrijk?’ En dan luidt het antwoord altijd dat het Vincent Juvyns verstandig is om te gaan beleggen, ook nu de beurzen sterk zijn gestegen.’ Juvyns heeft begrip voor die aarzeling. Onderzoek uit de
gedragswetenschap laat zien dat die vraag heel menselijk en te verklaren is. Maar markten vallen nu eenmaal niet te timen, dus de vraag of dit het juiste moment is om in te stappen, doet er eigenlijk niet zo veel toe. Juvyns: ‘We weten immers niet of het komend jaar net zo goed zal verlopen. Maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is de komende 5 tot 10 en 20 jaar.’
‘De beste beleggingstip? Begin vandaag nog, wacht niet tot morgen. Wie wacht doet zichzelf tekort’
WAAROM IS HET BELANGRIJK OM NU TE GAAN BELEGGEN? WWW.JPMAM.NL Een grote groep beleggers staat momenteel langs de zijlijn. Ze overwegen in te stappen in de financiele markten, maar twijfelen. Een gemiste kans. Niet alleen door de interessante beleggingskansen die 2014 biedt. Ook maakt sparen alleen het bijzonder lastig grote financiële doelen in de toekomst – zoals pensioen – te behalen. Het is cruciaal is om belegd te blijven en met een gebalanceerde portefeuille bent u op alle marktomstandigheden voorbereid.
Altijd winnaar
‘Neem een eenvoudige gemengde voorbeeldportefeuille en kijk naar hoe aandelen in de afgelopen lastige tien jaar, ondanks tegenslag op de markten, hebben gepresteerd. Zelfs in die moeilijke periode zou daarmee een rendement van 8 procent zijn behaald. Spreiding is belangrijk. Beleggingscategorieën reageren elk anders op verschillende marktsituaties. Door een goede spreiding ben je niet alleen voorbereid op het verwachte, maar juist ook op het onverwachte.’ Volgens Juvyns doen aandelen het over een langere periode altijd beter, ook al zijn ze op het eerste gezicht risicovoller. Terwijl op vastgoed, dat lang als een veilige belegging werd gezien, soms wel 20 procent moest worden afgeschreven. ‘Begin vandaag nog met beleggen, wacht niet tot morgen! Wie wel wacht, doet zichzelf te kort. De markten zullen blijven stijgen, ondanks de volatiliteit aan het begin van dit jaar. Het is nooit te laat om te beginnen. VINCENT JUVYNS Wie nu 60 jaar is, maakt een Executive director bij J.P. goede kans om ouder dan 80 Morgan Asset Managejaar te worden. Voldoende inment en global market komsten uit activa zijn noodstrategist. Juvyns is verantwoordelijk voor het ver- zakelijk voor de oude dag. Beleggingsfondsen die zijn saschaffen van marktgeremengesteld met dividendaanlateerde en economische analyses in de Benelux via delen, keren gemiddeld 3,4 procent uit. Dat is meer dan het Market Insights-prohet dubbele van rente op een gramma van J.P. Morgan spaarrekening.’ n Asset Management.
Elsevier schept orde in de informatiechaos De wereld om ons heen verandert razendsnel en door nieuwe media neemt de hoeveelheid ongenuanceerde informatie alleen maar toe. Elsevier trekt zijn eigen plan. Met haarscherpe analyses, eigenzinnige columns en betrouwbare achtergrondverhalen zodat u zich als lezer een gefundeerde mening kunt vormen.
‘
Elsevier schrijft zoals wij tegen de zaken aankijken. Niet flauw zijn en vooruit willen’ – Reactie van een lezer
€ 24,50 per maand
Twee jaar Elsevier * + Elsevier Juist * + alle iPad-edities + een nieuwe iPad voor slechts € 24,50 per maand. Bestel nu via www.elsevier.nl/ipadactie. *Dit abonnement loopt tot wederopzegging
VERRASSEND NUCHTER
Bestedingsvermogen
Alleen voldoende rendement gaat koopkrachtuitholling tegen
Bescherm uw vermogen tegen inflatie en fiscus Inflatie tast de waarde van uw vermogen aan. Bovendien moet u afrekenen bij de fiscus als uw vermogen boven de vrijstelling uitkomt. Om de koopkracht van uw vermogen op peil te houden is het daarom zaak voldoende rendement te maken. tekst: Marten van Garderen
H
et leven wordt duurder. Of het nu gaat om een etentje in een restaurant, een bezoek aan de kapper of de dagelijkse boodschappen: de prijzen gaan omhoog. Zo bedroeg de inflatie de afgelopen tien jaar 19% volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door de inflatie kunt u vandaag de dag minder kopen voor één euro dan tien jaar geleden. Een euro is dus minder waard geworden. Op dezelfde manier holt de inflatie uw vermogen uit. Tenzij u genoeg rendement maakt. Dat kan door uw geld te beleggen of op een rentedragende rekening te zetten. Als uw rendement gelijk is aan de inflatie blijft de koopkracht van uw vermogen in principe op peil. Op het moment dat uw rendement achterblijft bij de inflatie kunt u steeds minder kopen van uw vermogen. Een rekenvoorbeeld laat zien hoe krachtig het effect van inflatie op langere termijn is. Stel u hebt 10.000 euro en de inflatie is 2%. Legt u dat geld in een kluis, dan kunt u er geen rendement mee maken en ligt de koopkracht van uw vermogen na vijf jaar zo’n 10% (943 euro) lager. Na 35 jaar kunt u met uw geld nog maar de helft kopen. Bij een gemiddelde inflatie van 4% halveert binnen achttien jaar de helft van de koopkracht van uw vermogen.
Inflatie én fiscus verslaan Niet alleen de inflatie heeft het gemunt op uw vermogen. Wie meer dan 21.139
Koopkrachtontwikkeling van vermogen In %, zonder rendement 100 90 80 70 60 50 40 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 bij 2% inflatie bij 4% inflatie Bron: ING Economisch Bureau
euro vermogen heeft, moet daarover vermogensrendementsheffing (VRH) betalen. De Belastingdienst baseert die VRH op een fictief rendement van 4%. De fiscus gaat er dus vanuit dat u 4% rendement maakt en wil dat u over dat rendement 30% belasting betaalt. Per saldo betaalt u 1,2% belasting over het vermogen dat boven de vrijstelling uitkomt. Voor fiscale partners geldt het dubbele: 42.278 euro. Komt uw vermogen boven de vrijstelling uit, dan moet u dus de inflatie én de fiscus verslaan. Het ING Economisch Bureau gaat ervan uit dat de inflatie op de lange termijn gemiddeld ongeveer 2% per jaar bedraagt. Tel daar de VRH van 1,2% bij op en u moet minimaal 3,2% rendement per jaar maken om ervoor te zorgen dat de koopkracht van uw vermogen boven de vrijstelling op peil blijft. Pas als u meer dan 3,2% rendement in een jaar maakt, groeit uw vermogen in reële termen. Dat wil zeggen dat u er na dat jaar meer goederen en diensten van kunt kopen.
Goed nieuws Gelukkig is er goed nieuws op het inflatiefront. In een jaar tijd is de inflatie meer dan gehalveerd. In februari bedroeg de inflatie 1,1% volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Een jaar geleden was dat nog rond de 3%. De daling heeft deels een technische oorzaak. We meten de inflatie als de stijging van het prijspeil ten opzichte van een jaar geleden. De verhoging van de btw (oktober 2012) en de assurantiebelasting (januari 2013) zijn inmiddels meer dan een jaar geleden en dus zien we het effect daarvan niet meer terug in de inflatie. Daarnaast zorgden de gunstige prijsontwikkeling van voedingsmiddelen en de daling van de brandstofprijzen ervoor dat de huidige prijsstijging heel bescheiden is. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 41
Interview met Annemarie van Gaal
42
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Mediaondernemer en auteur Annemarie van Gaal:
‘Mooi moment om in actie te komen’
Zakenvrouw en programmamaker Annemarie van Gaal heeft graag de regie in handen. Ook consumenten en beleggers moeten volgens haar het initiatief naar zich toe trekken. ‘Consumenten kunnen hun gezamenlijke inkoopkracht beter benutten en beleggers hebben meer zicht op risico’s als ze zelf een bedrijf volgen.’ tekst: Frank van Alphen
foto: Rene van der Hulst
De economie lijkt zich te herstellen. Hoe kan de particulier daar het beste bij aanhaken? ‘Het mooie is dat je voor de voordelen van economisch herstel in Nederland niets hoeft te doen. Je profiteert bijvoorbeeld vanzelf van hogere aandelenkoersen en een wat hogere huizenprijs. Dat laatste is geweldig voor gezinnen met een huis dat onder water staat. Die zien hun restschuld langzaam slinken. Dit wil niet zeggen dat je maar moet stilzitten. Ik vind dit een mooi moment om weer eens goed naar je beleggingen te kijken. Misschien moet je je portefeuille aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Het is goed voorstelbaar dat je op zoek moet naar aandelen van bedrijven die extra profiteren van aantrekkende economische groei.’
De zoektocht naar dat soort ondernemingen kost veel tijd.
Je kunt je geld toch ook in een beleggingsfonds stoppen? ‘Dat is natuurlijk ook een optie, maar zelf heb ik het altijd leuk gevonden bedrijven te volgen. Ik raad mensen die beginnen met beleggen aan zich te verdiepen in een paar ondernemingen. Dat is leerzaam. Bovendien ben je daardoor meer betrokken bij je beleggingen. Een ander voordeel is dat de belegger de
risico’s beter kan inschatten. Je zult als betrokken belegger minder vaak voor onaangename verrassingen komen te staan, omdat je de bedrijven waarin je belegt kent en op de voet volgt. Als je bijvoorbeeld belegt in TomTom, lees je alle artikelen over dat bedrijf. Je vraagt je af of je het eens bent met hun visie op de markt en je maakt afwegingen of ze wel of niet een overname zouden moeten doen. De koers kan altijd nog onverwachte bewegingen maken, maar die kun je dan wel duiden. Dat geeft je het gevoel meer grip op je vermogen te hebben. De keerzijde is dat je niemand de schuld kunt geven als je belegging de mist in gaat. Het was je eigen keus.’
Is meedoen aan crowdfunding ook een vorm van beleggen die u aanspreekt? ‘Laat ik vooropstellen dat een particulier
Wie is Annemarie van Gaal? Annemarie van Gaal (1962) begint haar loopbaan bij VNU. In Moskou zet ze samen met Derk Sauer een uitgeverij op. Ze geven Russische versies uit van Cosmopolitan en Marie Claire. Terug in Nederland werkt de mediaondernemer onder meer mee aan de tv-programma’s Dragons Den en Dubbeltje op zijn Kant. Daarnaast publiceert Van Gaal boeken over ondernemen. Haar nieuwste boek heet Exit: alles wat je moet weten over scheiden. Van Gaal heeft een eigen communicatiebedrijf en is columnist bij Het Financieele Dagblad en Margriet. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 43
Interview met Annemarie van Gaal
dit soort relatief risicovolle beleggingen alleen moet doen met geld dat hij kan missen. Als je dat in je achterhoofd houdt, is crowdfunding een hartstikke leuke manier om jonge enthousiaste ondernemers een handje te helpen. Vaak gaat het om kleine bedragen die voor een startende ondernemer een wereld van verschil maken: Een oven voor een jonge bakker of wat financiële armslag voor een schrijver die zijn eerste toneelstuk in het theater wil krijgen. Meestal gaat het niet alleen om een financiële vergoeding, maar ook om een beloning in natura. Wie bijvoorbeeld een kaasproducent geld leent, kan afzien van een rentevergoeding en kiezen voor een andersoortig rendement, in dit geval dus kaas.’
Ondernemers hebben moeite met de terughoudendheid van banken. Terecht? ‘Sinds de financiële crisis letten banken meer dan ooit op allerlei zekerheden en controlemechanismen. Deels is dat te wijten aan strengere regelgeving. Wie vandaag de dag geld wil lenen moet een gedegen businessplan op tafel leggen voorzien van een zeer uitgebreide financiële toelichting. En dat is voor sommigen al een behoorlijke hindernis. Maar dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld een patatverkoper geen goede ondernemer zou zijn. Gelukkig voor hem spelen andere ondernemers op deze vraag in. Zo is er een Nederlandse producent van verkoopwagens met koeling en frituurapparatuur die levert aan marktkooplieden waarin het bedrijf vertrouwen heeft. En daar kunnen ze ook geld lenen. De baas van dat bedrijf is ooit zelf op de markt begonnen en wil op deze manier goede ondernemers op weg helpen.’
U let niet alleen op de inkomstenkant, maar ook op uitgaven. Waarom zijn uitgaven zo belangrijk? ‘Uitgaven zijn van belang omdat elke keer weer blijkt dat veel mensen meer betalen dan nodig is voor hun verze-
‘Het huidige stelsel prikkelt niet om meer te gaan werken. Zo koersen we af op een ambitieloze maatschappij.’ keringen, telefoon of energie. Het is telkens weer verrassend hoeveel je kunt besparen als je een beetje moeite doet. Ook als je tevreden bent met je huidige leveranciers loont het de moeite af en toe de kosten te vergelijken. Iedereen kan flink besparen door zich een middagje kwaad te maken. Zet al je vaste uitgaven op een rij en vraag je af of ze wel nodig zijn. Misschien maak je nauwelijks gebruik van je sportschoolabonnement. Zeg het op en ga af en toe een rondje in de buitenlucht rennen. Is bovendien leuker dan die sportschool. Kosten regelmatig vergelijken in combinatie met kritisch kijken naar je uitgaven levert altijd besparingen op. Dat bedrag kan oplopen tot wel 1.000 euro per jaar voor een gemiddeld huishouden.’
Wat kan de overheid doen om de economie te stimuleren? ‘Er moet iets veranderen aan de wijze waarop belasting wordt geheven. Het huidige stelsel prikkelt niet om meer te gaan werken. Zo koersen we af op een ambitieloze maatschappij. Ik hoor regelmatig van vrouwen die in deeltijd werken dat het geen zin heeft meer uren te gaan werken, omdat ze dan bepaalde toeslagen niet meer krijgen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. In zekere zin staat er nu een boete op meer werken. We moeten af van die toeslagen en zouden tot een bepaalde grens, bijvoorbeeld 20.000 euro, geen belasting moeten heffen. Dat maakt werken en meer uren maken voor veel mensen weer aantrekkelijk. Zo’n belastingsysteem is ook veel eenvoudiger dan het huidige stelsel.’
Wat staat als ondernemer boven aan uw wensenlijst? ‘In het algemeen zijn regelingen voor het bedrijfsleven veel te veel gemaakt voor de grote bedrijven. MKB’ers worden over het hoofd gezien. Een van de oorzaken is dat er nauwelijks politici zijn die zelf ondernemer zijn geweest. Ze hebben nooit iemand uit eigen zak een salaris hoeven betalen. Neem de maximale ontslagvergoeding van 75.000 euro. Als een ondernemer met een paar werknemers het volle pond moet betalen bij een ontslag, is dat het einde van zijn onderneming. Datzelfde geldt voor twee jaar doorbetalen van het salaris bij ziekte. Dat is niet op te brengen. Stel dat een werknemer een ernstig skiongeluk krijgt. Zijn baas moet dan het loon twee jaar blijven betalen. Bovendien moet hij het reïntegratieproces in de gaten houden, contact met de zieke werknemer blijven onderhouden en vooral alle regels secuur uitvoeren. Fouten leveren zo weer een boete op. Zo’n ondernemer komt niet meer toe aan ondernemen.’
Hoe kan het onderwijs beter aansluiten op wensen van werkgevers? ‘Net als bij het belastingstelsel zit bij het onderwijs een weeffout in het systeem dat de verkeerde prikkels geeft: studenten worden niet gestimuleerd hun uiterste best te doen. De hoeveelheid geld die HBO’s ontvangen, is grotendeels afhankelijk van het aantal studenten. Daarom is het niet in het belang van de onderwijsinstelling als studenten hun studie in twee jaar in plaats van in vier jaar afmaken, terwijl dat best mogelijk is. Een ander bezwaar tegen deze constructie is dat ROC’s allemaal zogenaamd sexy opleidingen in het leven roepen om maar zoveel mogelijk leerlingen te lokken. Opleidingsinstituten zouden moeten worden beloond als studenten een baan vinden. Dat stimuleert ze tot opleidingen die wel aansluiten bij de behoefte van het bedrijfsleven.’
Annemarie van Gaal is het gezicht van de campagne Sloop de Crisis, omdat ze gelooft in de kracht van collectief inkopen. ‘Consumenten moeten zich organiseren en zich niet opstellen als makke schapen,’ aldus Van Gaal. Sloop de Crisis verzamelt consumenten die van energieleverancier willen wisselen en zoekt vervolgens een aanbieder met de gunstigste voorwaarden. 44
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
A FRIK T! DÈ ACIALIS SPE
SAFARI IN AFRIKA? Ruim 100 inspiratiereizen vindt u op www.jambo.nl en in onze brochure of bel met onze Afrika specialisten op 020-2012740 voor een reis op maat.
Kenia . Tanzania . Madagaskar . Seychellen . Mauritius . Zuid-Afrika Oeganda . Zimbabwe . Namibië . Botswana . Mozambique . Zambia De mogelijkheden zijn eindeloos, privé reizen geheel conform uw wensen!
ADVERTORIAL
Het team van AKER uitvaarten
VAT OP UW UITVAART AKER uitvaarten brengt de menselijke maat in de uitvaartbranche.
A
fscheid nemen doet pijn. Het snijden zelf, maar vooral het afgesneden zijn, zo verwoordde dichteres Vasalis het gevoel dat iedereen in zijn leven meermaals ervaart. Een uitvaart is een emotioneel proces, onlosmakelijk onderdeel van de verwerking van het verlies. ‘Daarom is het zo jammer dat een uitvaart vaak zo’n zakelijk en uniform karakter heeft. Degene die de uitvaart regelt wordt daarbij nogal eens overdonderd en krijgt niet wat hij of zij echt wil,’ zegt Ingrid Straten, directeur van AKER uitvaarten. Samen met haar zus Cynthia van Dooren richtte ze deze franchise-organisatie enkele jaren geleden op. ‘We wilden de menselijke maat terugbrengen in de branche.’ Volgens Straten onderscheidt AKER uitvaarten zich door het leveren van maatwerk en de wijze waarop. Waar de traditionele uitvaartondernemer zo veel mogelijk prijzige standaardproducten slijt, probeert AKER juist alle wensen te verwezenlijken door met suggesties op maat te komen. Door intensief contact met de nabestaanden wordt de uitvaart persoonlijk en betaalbaar. Een uitvaart zou zo persoonlijk mogelijk moeten zijn, vinden Straten en Van Dooren. ‘Het kan in kleine dingen zitten,’ vertelt Van Doo-
ren. ‘Als we horen dat opa altijd Haagsche hopjes in zijn zak had, dan zorgen wij dat er bij de uitvaart schaaltjes met hopjes staan. Straten en Van Dooren hebben bewust gekozen voor een ongebruikelijk verdienmodel in de branche: een fee in plaats van de gebruikelijke provisies. Het provisiesysteem zorgt ervoor dat nabestaanden nogal eens zaken krijgen opgedrongen die ze niet echt willen, maar waar de uitvaartonderneming nu eenmaal goed aan verdient. Dat systeem maakt een uitvaart vaak ook nog eens onnodig duur, blijkt uit onderzoek. ‘Doordat we een fee in rekening brengen zijn we niet afhankelijk van provisies. In het traditionele model is het: hoe duurder hoe beter. Wij verdienen niets op de producten die we inkopen en willen dat ook helemaal niet,’ zegt Straten. ‘Kortingen die we weten te bedingen geven we volledig door aan onze opdrachtgever.’ Niet zelden valt een door AKER georganiseerde uitvaart nog goedkoper uit ook, terwijl het afscheid toch volledig naar de wensen van de nabestaanden is geschied. Straten: ‘Als iedereen na afloop het gevoel heeft écht afscheid te hebben genomen, is dat onze grootste beloning. Je neemt er de pijn niet mee weg, maar helpt wel het verlies te verwerken.’ n
AKER hanteert geen provisiemodel, maar werkt op basis van een fee
Financiële planning
Inventarisatie van risico’s en doelen is een belangrijke stap
Financieel plan niet alleen voor de superrijken
Een financieel plan helpt licht werpen op uw financiën. Zo’n persoonlijk financieel plan moet vooral geen ingewikkeld document zijn dat de hoofdpersoon zelf niet begrijpt. De eerste schets kunt u met een beetje puzzelen zelf maken. tekst: Frank van Alphen
E
en persoonlijk financieel plan is een beschrijving van uw financiële situatie. En – minstens zo belangrijk – uw gewenste doelen. Het plan laat zien wat u zoal moet doen en laten om die doelen te bereiken. Financiële planning komt het meest voor bij vermogende particulieren. Die hebben nu eenmaal meer geld, waardoor ze eerder aanlopen tegen fiscale vraagstukken of moeten kiezen hoe ze hun vermogen willen beleggen. Dat wil niet zeggen dat financiële planning alleen nuttig is voor rijke particulieren. Ook anderen doen er verstandig aan regelmatig hun financiën onder de loep te nemen. Een belangrijke reden is dat de overheid steeds minder regelt. Burgers worden geacht hun eigen boontjes te
De vaste uitgaven stijgen flink als de aftrekbaarheid van de hypotheekrente na dertig jaar vervalt. doppen en dat vereist enig inzicht in de eigen financiële situatie. De eerste stap bij het maken van een financieel plan is de inventarisatie van inkomsten en uitgaven. Zet op een rijtje hoeveel er maandelijks binnenkomt in het huishouden. Bij de uitgaven komen de vaste lasten, zoals verzekeringen, woonlasten en energiekosten. Als niet duidelijk is hoeveel geld u uitgeeft aan boodschappen, kleding en uitgaan,
moet u dat een tijdje bijhouden. Op Nibud.nl is te vinden wat een huishouden gemiddeld kwijt is aan dat soort posten. Bij het inkomen en de uitgaven is er extra aandacht voor verwachte veranderingen. Het huishoudinkomen gaat bijvoorbeeld omlaag omdat een van de partners minder gaat werken of omdat de pensioendatum binnenkort wordt bereikt. Ook kunnen de vaste uitgaven flink stijgen omdat de aftrekbaarheid van de hypotheekrente na dertig jaar vervalt. Uit het overzicht van de inkomsten en de uitgaven blijkt hoeveel naar een spaarrekening gaat of hoeveel u elke maand tekort komt. Dat zal geen verrassing zijn, maar met dit overzicht in de hand ziet u hoe de vork in de steel steekt. Een ander onderdeel van de inventarisatie is het opstellen van een balans met bezittingen en schulden. Bij de bezittingen staan spaargeld, beleggingen en het huis. Vergeet niet dat ook een pensioenaanspraak een waardevol bezit is. Bij de schulden speelt bij de meeste huishoudens de hypotheek de hoofdrol.
Risico’s De volgende stap is het in kaart brengen van de eventuele risico’s. Wat zijn de financiële gevolgen van ingrijpende zaken als arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en het overlijden van een van de partners? Soms zijn die zaken verzekerd via de werkgever en het pensioenfonds. Zo hebben werknemers voor een bepaalde tijd recht op doorbetaling van het loon bij ziekte. Soms moeten wellicht nog aanvullende verzekeringen worden afgesloten. Bij elk van de risico’s zoekt u uit hoe die zijn afgedekt. Vaak gaat het om een combinatie van sociale voorzieningen en zelf getroffen maatregelen. Wie werkloos raakt, heeft meestal een bepaalde tijd recht op WW en is daarna aangewezen op zijn eigen reserves en zijn eigen nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 47
Financiële planning
vindingrijkheid. En bij elk risico zult u zelf moeten bepalen wat u kunt en wilt dragen. Dat is onder meer afhankelijk van leeftijd en gezinssamenstelling. Bedenk dat het onbetaalbaar is alle risico’s volledig uit te sluiten en af te dekken. Het is een persoonlijke keuze of een risico op een aanvaardbare en betaalbare manier is afgedekt. De groeiende groep zzp’ers moet extra alert zijn op niet afgedekte risico’s. Ze hebben bijvoorbeeld geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en bouwen niet automatisch pensioen op. Dat vergroot de noodzaak voor zelfstandigen om een financieel plan op te stellen. Onder het kopje risico’s valt nadrukkelijk ook een laag pensioen. Of er een tekort is, is lastig precies vast te stellen. Zeker als de pensioendatum nog ver weg is. Een 35-jarige moet dan een beeld hebben van zijn gewenste uitgavenpatroon op 70-jarige leeftijd. Het pensioen van de 35-jarige kan nog alle kanten op schieten door zijn carrièreverloop, periodes van vrijwillige of onvrijwillige werkloosheid of een scheiding.
Pensioen Tot voor kort bouwden werknemers onder ideale omstandigheden (veertig jaar werken, geen onderbrekingen, niet te veel wisselen van baan) circa 70% van het gemiddelde brutosalaris op. Dat wordt gezien als maatstaf voor een redelijk pensioen. Toch kan het een flinke achteruitgang zijn ten opzichte van het laatstverdiende loon, dat doorgaans een stuk hoger is dan het gemiddelde salaris. Meer dan één op de drie huishoudens haalt die 70% niet volgens Marike Knoef van de Universiteit van Leiden. Bovendien zijn er veel pensioenregelingen niet meer op eindloon maar op middelloon gebaseerd. Door allerlei beperkingen van de fiscaal toegestane pensioenopbouw zijn de vooruitzichten voor de huidige generatie werkenden somberder. Daarnaast worden ontwikkelingen als de stijgende levensverwachting en tegenvallende rendementen in de toekomst vaak afgewenteld op de deelnemers. Vroeg beginnen met sparen en beleggen is de aangewezen manier om de pensioensituatie te verbeteren. Zelfs als u een laag inkomen hebt, is het vaak mogelijk maandelijks iets opzij te zetten. Wie eenmaal gewend is te sparen, 48
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Tips voor jong en oud
H
ypotheekaflossing, vermogensoverdracht, schenkingen aan de kinderen, goede doelen, eerder stoppen met werken of een tweede huis, het zijn allemaal doelen voor de lange termijn die u in uw financieel plan kunt opnemen. De verwezenlijking daarvan staat of valt met een zorgvuldige inventarisatie van uw inkomsten, uitgaven, de risico’s en mogelijk op handen zijnde stelselwijzigingen enerzijds en anderzijds de mogelijkheid om door sparen en beleggen tijdig vermogen op te bouwen. Rendement, risico en tijd zijn hierbij de sleutelwoorden. Een doordachte invulling van uw (veilige, maar weinig profijtelijke) spaarvormen en (meer fluctuerende maar op de lange termijn meestal beter renderende) beleggingen staat aan de basis van uw mogelijke succes. Begin op jonge leeftijd met een spaarrekening, maar als uw spaargeld op vermogen begint te lijken, wordt het tijd om na te denken of beleggen iets is waarmee u die rust en voldoening gevende langetermijndoelen zou kunnen bereiken. Voor de huizenbezitters die zich afvragen of ze hun hypotheek moeten aflossen of hun vermogensopbouw moeten continueren geldt dat aflossen financieel voordelig kan zijn als zij vermogensrendementsheffing moeten betalen over hun vermogen. Dat levert na deze heffing vrijwel niets op en aflossen scheelt rentekosten. Bij een langere horizon is beleggen echter nog steeds een aantrekkelijk alternatief. Wel levert de huizenbezitter in aan flexibiliteit als hij zijn hypotheekschuld (deels) aflost. Wanneer hij later weer geld nodig heeft, kan hij de rente niet meer aftrekken van zijn inkomen.
‘Vroeg beginnen met sparen en beleggen is de aangewezen manier om de pensioensituatie te verbeteren.’ blijft dat meestal wel doen. Op latere leeftijd kunt u het bedrag iedere keer verhogen als uw inkomen stijgt. Zo voorkomt u dat u meer gaat uitgeven als u meer gaat verdienen.
Doelen In het financieel plan is een aparte bladzijde gewijd aan doelen. Die variëren van sparen voor een nieuwe auto tot beleggen om het pensioen aan te vullen. Veel particuliere beleggers zeggen dat pensioenaanvulling het voornaamste doel is van hun beleggingen. Dat blijkt uit een onlangs gehouden onderzoek van vermogensbeheerder Schroders onder zo’n duizend beleggers. Ruim 60% noemt pensioen als belangrijkste doel. Bij vermogende particulieren is overdracht van het vermogen ook een belangrijk onderdeel van het financiële plan. Schenkingen aan de kinderen kun-
nen eveneens een verstandige zet zijn. Dit kalenderjaar gelden nog de extra verhoogde vrijstellingen voor schenkingen aan kinderen. Lang niet alle ouders willen dat hun hele kapitaal naar de (klein) kinderen gaat. Vandaar dat in veel plannen ook aandacht is voor goede doelen. Doelen zijn niet alleen puur financieel van aard. De een wil halverwege zijn loopbaan ander werk gaan doen. Een ander wil een jaar vrij nemen om een boek te schrijven. Weer een ander droomt van een eigen manege. Een financieel plan kan helpen dat soort doelen te verwezenlijken. Tot slot nog dit: het doel van een financieel plan is niet het behalen van het hoogste rendement of de grootste belastingbesparing. Wanneer u dat als doel neemt, loopt u het risico dingen te doen die niet stroken met uw persoonlijke wensen. Het niet de bedoeling dat u bijvoorbeeld om belastingtechnische redenen naar België verhuist, terwijl u daardoor uw (klein)kinderen veel minder ziet dan u eigenlijk zou willen.
Wie meer wil weten over financiële planning heeft de keus uit tientallen publicaties. Voor beginners zijn boekjes van NRCcolumnist Erica Verdegaal een goede keus.
ADVERTENTIE
Explosieve groei beleggingsexperts Aantal deskundigen neemt fors toe door Zelf Vermogensopbouw van ING Steeds meer mensen zijn op weg om beleggingsexpert te worden. Dit komt doordat zij Zelf Vermogensopbouw van ING gebruiken. Dat biedt hun een online dashboard dat meer inzicht en tools geeft op het gebied van fondsbeleggen. Zo weten beleggers precies hoe ze ervoor staan en kunnen ze de touwtjes helemaal zelf in handen houden. En dankzij de unieke experimenteertool komen ze al-tijd goed beslagen ten ijs. Als ware beleggingsexperts.
Voor deze transacties en voor alle andere transacties worden geen kosten berekend. Binnen Zelf Vermogensopbouw is het tevens mogelijk om beleggingsdoelen concreter te maken. Voor elk doel kunnen beleggers een aparte rekening openen, met een bijpassende horizon en risicobereidheid. Op die manier zetten zij bewuste stappen richting hun doelen en kunnen zij bijsturen om de kans op het realiseren ervan te vergroten.
Zelf Vermogensopbouw geeft in één oogopslag weer hoe beleggingshorizon, risico en verwacht rendement met elkaar samenhangen. Hierdoor hebben beleggers meer grip op hun beleggingen en komen dus minder snel voor verrassingen te staan.
Ook biedt het dashboard verschillende voorbeeld verdelingen die helpen bij het opbouwen van een goed gespreide portefeuille. Deze sluiten aan op de risicobereidheid van beleggers. Zo houden zij altijd het overzicht en nemen zij nooit onnodig veel risico.
Zelf Vermogensopbouw is ook handig voor beleggers die hun portefeuille gespreid willen op- en afbouwen. Zij kunnen automatisch inleggen en opnemen.
Maar wat Zelf Vermogensopbouw echt uniek maakt, is de mogelijkheid om vrijblijvend te experimenteren. Spelenderwijs kunnen beleggers zien hoe de waarde van
hun portefeuille zich ontwikkelt als zij hun beleggingshorizon verleggen, hun inleg veranderen of meer of minder risico nemen. Ze kunnen hun portefeuille vervolgens direct aanpassen naar de gewenste samenstelling. Kortom, Zelf Vermogensopbouw is er voor iedereen die behoefte heeft aan meer inzicht bij het behalen van het gewenste rendement. Jong, oud, man, vrouw, ervaren of minder ervaren. Met Zelf Vermogensopbouw voelt iedere belegger zich een echte beleggingsexpert. Wilt u ook beleggingsexpert worden? Bekijk de video, of vraag een beleggingsrekening aan op ING.nl/zvo. Beleggen brengt risico’s met zich mee, u kunt uw inleg (gedeeltelijk) verliezen. Bekijk onze tarieven op ING.nl.
“Dat experimenteren is leerzaam én leuk!” Suzan Maaskant – beleggingsexpert sinds 6 weken
Interview met Willem Vermeend
In 2008 werd in het verlengde van de ACURIL-conferentie het initiatief genomen tot een seminar voor alle bibliotheken in de ‘Dutch Caribbean’. De ontmoeting van collega’s tijdens ACURIL gaf een impuls aan de reeds bestaande behoefte aan meer contact en afstemming, overigens niet al. 50
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Voormalig staatssecretaris van Financiën en internetondernemer Willem Vermeend:
‘Nieuwe maakindustrie heeft de toekomst’
Willem Vermeend is oud-politicus en ondernemer. Een zeldzame combinatie, die hem tot een buitenbeentje in de PvdA-fractie maakte. Hij gelooft niet dat de overheid ondernemers de weg kan wijzen, omdat de economie steeds sneller van kleur verschiet. Vermeend zet zijn kaarten liever op kleine, flexibele bedrijven en beter onderwijs. tekst: Frank van Alphen
foto: Rene van der Hulst
Denkt u als voormalig politicus dat Den Haag de economie kan stimuleren? ‘Politici past enige bescheidenheid op dat gebied. Toen ik bij de PvdA begon in de jaren tachtig dacht ik dat ik wel even het een en ander kon bereiken. Dat viel flink tegen. Het duurt bijvoorbeeld maanden voor je een wetsvoorstel rond hebt. Je moet eerst je eigen fractie overtuigen en dan nog andere partijen, lobbygroepen en allerlei overheidsorganen. Economen die zeggen dat politici te weinig vaart maken, hebben makkelijk praten. De politieke werkelijkheid is weerbarstig. Overigens staan de meeste economen zelf ook ver van het bedrijfsleven. De gemiddelde econoom zou ik nog geen friettent laten runnen.’
Dit kabinet wil Nederland concurrerend maken door negen topsectoren te steunen. Is dat een goede aanpak? ‘Ik geloof niet in het aanwijzen van topsectoren. Hoe kunnen ambtenaren en bedrijfsleven weten welke sectoren over tien of twintig jaar toonaangevend zijn? Probleem is dat de economie steeds sneller verandert. Als je met je ogen
knippert, is het ene bedrijf verdwenen en een andere start-up doorgebroken. Wat nu een topsector is, kan over een paar jaar een wegkwijnende sector zijn.’
Verandert de economie sneller dan pakweg tien jaar geleden? ‘Ja, veranderingen zijn door digitalisering en een combinatie van technologieën in een stroomversnelling geraakt. Ik verwacht de komende decennia meer veranderingen dan de afgelopen vijftig jaar. Oorzaken zijn de opmars van mobiel internet, technologische ontwikkelingen die elkaar versterken en de
globalisering. Ik merk het bij game- en app-makers waarbij ik ben betrokken. Je concurreert vanaf de lancering van je product direct met de beste appbouwers in Azië en de VS. ‘Twee technologische ontwikkelingen zullen de economie ingrijpend veranderen: 3D-printing en het zogenaamde “internet der dingen”. Voor ons is het bemoedigend dat met name Europa en de VS profiteren van deze trends. 3Dprinting maakt het mogelijk weer meer producten op maat dicht bij de klant te maken. Dat gaat ten koste van massaproductie in de lagelonenlanden. Bij het internet der dingen moet je denken aan het verbinden van fysieke zaken via internet. Voorbeelden zijn sensoren in een dijk die doorgeven hoe hoog de waterdruk is of vuilcontainers in Barcelona die een seintje geven als ze vol zijn. Door deze technologie is het mogelijk processen efficiënter in te richten: de vuilcontainer wordt alleen geleegd als dat nodig is.’
Wie is Willem Vermeend? Willem Vermeend (1948) is internetondernemer, partner bij BMC Groep, bijzonder hoogleraar Economics and E-Business aan de Maastricht School of Management en commissaris bij enkele internationale ondernemingen. Van 1984 tot 2002 was de PvdA’er actief in de politiek. Hij begon als Tweede Kamerlid en werd in 1994 staatssecretaris van Financiën. Van 2000 tot 2002 was Vermeend minister van Sociale Zaken in het tweede paarse kabinet onder leiding van Wim Kok. Hij publiceerde diverse boeken en schrijft samen met Rick van der Ploeg een column op de site van De Telegraaf. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 51
Interview met Willem Vermeend
Welke sector heeft het meeste baat bij internet der dingen? ‘Ik verwacht de meeste toepassingen in de medische sector. Zelf loop ik al rond met een polsband die mijn hartslag en bloeddruk registreert. Die gegevens kunnen zo naar een arts als dat nodig is. E-health zal door deze ontwikkelingen echt doorbreken. Ook hier geldt dat de impact het grootst is op westerse economieën. Die hebben immers een grote en sterk groeiende zorgsector.’
Een van de belangrijkste doelen van economische groei is voldoende werkgelegenheid. Scheppen al deze ontwikkelingen voldoende nieuwe banen? ‘Deze technologische ontwikkelingen leiden niet direct tot meer arbeidsplaatsen. De komende tijd verdwijnen er meer banen dan erbij komen. Veel werk waarin routine een belangrijke rol speelt, wordt geautomatiseerd. Ook een deel van de werkzaamheden van bijvoorbeeld accountants kan beter, goedkoper en sneller door een computer worden verricht. ‘Ander probleem is dat de overheid zelf geen banen meer kan creëren. Vroeger groeide de overheid, maar tegenwoordig wil de overheid juist inkrimpen. Politici zijn voor banengroei helemaal afhankelijk geworden van het bedrijfsleven. Een politicus die roept dat hij duizenden banen gaat scheppen, heeft het niet helemaal begrepen. ‘Van grote ondernemingen moeten we evenmin al te hoge verwachtingen hebben. Die krimpen steeds verder in en richten zich op hun kernactiviteiten. Het midden- en kleinbedrijf is de banenmotor. De meeste banen worden gecreëerd door kleine bedrijven met maximaal tien werknemers. De volgend groep zijn ondernemingen met tien tot vijftig medewerkers.’
Wat voor soort werknemers is op dit moment in trek? ‘Op alle niveaus is behoefte aan mensen met technische vaardigheden. We
‘Scholen moeten leerlingen duidelijk maken dat je in de toekomst met technische vaardigheden een veel grotere kans hebt op een baan.’ hebben veel te lang gedacht dat meer dienstverlening de sleutel tot succes was en dat de maakindustrie geen toekomst had. Veel bedrijven hebben hun productie verplaatst naar lagelonenlanden. Het neveneffect is dat ook kennis en innovatiekracht zijn verhuisd. De eenzijdige nadruk op witte boorden is een grote denkfout. We moeten snel omschakelen. Neem bijvoorbeeld 3D-printers. Je hebt niet alleen ontwerpers nodig, maar ook mensen die printers onderhouden en repareren. ‘Zuid-Duitsland laat zien hoe belangrijk het is om je productie grotendeels binnen de grenzen te houden. Daar staat technisch werk ook in hoger aanzien. Een ingenieur wordt daar meer gewaardeerd dan een manager.’
Houdt het onderwijs voldoende rekening met de vraag naar technisch geschoold personeel? ‘Omdat we dachten dat een diensteneconomie de toekomst was, moest iedereen minstens havo doen en hebben we de ambachtsschool afgeschaft. Maar het onderwijs moet meer nadruk leggen op ondernemerschap en techniek. Scholen moeten leerlingen duidelijk maken dat je in de toekomst met technische vaardigheden een veel grotere kans hebt op een baan en dat ondernemerschap een mooie uitdaging is. In Engeland geven ze op de basisschool al les over 3D-printing. Dan laat je zien wat de mogelijkheden zijn en maak je leerlingen enthousiast.’
De roep om een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt klinkt al jaren. Waarom wil het maar niet vlotten? ‘Goed onderwijs staat of valt bij goede enthousiaste docenten. Ik keek vroeger uit naar mijn lessen economie. We hebben goed opgeleide leraren nodig. Die krijgt je door ze beter te belonen en meer status te geven. In die zin heeft D66 het al jaren bij het rechte eind. Er moet meer geld voor onderwijs komen. Op die manier kun je blijven concurreren met andere landen. In Finland en Duitsland hebben ze dat goed begrepen. Daar is veel meer aandacht voor onderwijs.’
Hoe kan de overheid MKB’ers stimuleren? ‘De overheid kan een klimaat creëren waarin ondernemerschap goed gedijt: minder administratieve lasten, voldoende mogelijkheden voor bedrijfskredieten, een flexibele arbeidsmarkt en een lagere lastendruk op arbeid. Daarnaast moet in het onderwijs meer aandacht worden geschonken aan ondernemen. Dat wil niet zeggen dat iedereen maar ondernemer moet worden. Een samenleving heeft ook artsen, kunstenaars en topsporters nodig. ´Een ander aandachtspunt is de financiering. Een van de redenen waarom start-ups in de VS eerder van de grond komen, is dat ze makkelijker aan geld kunnen komen. Er zijn daar informal investors die geld steken in veelbelovende ondernemers. Voor een goed idee is er altijd geld. Die durfinvesteerders weten dat slechts een paar van hun investeringen zullen slagen. In Nederland is de financiering van bedrijven vooral een zaak van de banken. Die nemen minder risico’s dan durfinvesteerders. De overheid kan net als in andere landen dit soort investeringen bevorderen door investeerders fiscaal te belonen. Dat geeft een geweldige impuls.´
Willem Vermeend heeft onlangs een ‘websiteboek’ gelanceerd over 3D-printing (www.3dprintwereld.com). Volgens hem leidt 3D-printing tot een nieuwe industriële revolutie, die grote gevolgen heeft voor winkels, transporteurs en fabrieken. In deze digitale publicatie zijn allerlei filmpjes opgenomen waarin de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van 3D-printing worden besproken. 52
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Woningmarkt
Toenemend vertrouwen wijst op naderende omslag
Nederlandse woningmarkt krabbelt voorzichtig op Het vertrouwen in de woningmarkt onder consumenten neemt weer toe. Woningverkopen zitten flink in de lift en de prijsdaling vlakt af. In Amsterdam stijgen de prijzen zelfs alweer. Ook Wim Flikweert, marketingmanager hypotheken bij ING, is optimistisch gestemd. ‘Als starters gaan kopen, kan de hele markt weer in beweging komen. Dat zie je nu langzaam gebeuren.’ tekst: Redactie GOJV
S
inds begin vorig jaar keert het vertrouwen in de woningmarkt langzaam terug. Nog maar 11% van de Nederlandse bevolking denkt dat de huizenprijzen verder zullen dalen en een groeiend deel (38%) rekent de komende tijd zelfs op lichte prijsstijgingen. Dat blijkt uit het maandelijkse sentimentsonderzoek van de Vereniging Eigen Huis. Ook de vergelijkbare Woonindex van ING duidt op een toenemend vertrouwen. Bijna de helft van de ondervraagde koopwoningbezitters en starters verwacht dat de bodem is bereikt en dat vanaf nu de huizenprijzen niet meer zullen dalen.
Groeiend optimisme Het groeiende optimisme legt volgens Wim Flikweert, manager marketing hypotheken, strategie en innovatie bij ING, de basis voor een herstel. ‘Voor de woningmarkt vormde het lage vertrouwen de voorbije jaren het grootste obstakel. Mensen blijven aan de kant totdat ze de prijzen zien stabiliseren, anders zijn ze een dief van hun eigen portemonnee.’ Aan de betaalbaarheid heeft het volgens Flikweert nooit gelegen. Die is toegenomen. In februari van dit jaar lagen de huizenprijzen op hetzelfde niveau als elf jaar geleden. Vanaf de piek medio 2008 bedraagt de prijsdaling zelfs 20,3%. Bovendien is de hypotheekrente gedaald naar historisch lage niveaus en
theekschuld is groter dan de waarde van de eigen woning. Hoewel er mogelijkheden zijn om de restschuld van de oude woning bij de aankoop van een nieuwe woning mee te financieren, hebben veel mensen moeite om hun verlies te nemen. ‘Deze verliesaversie is momenteel een van de grootste problemen van de woningmarkt,’ aldus Flikweert. Niettemin ligt er volgens hem een stevige basis onder de woningmarkt. ‘Je ziet nu dat ongeveer de helft van de woningbezitters en starters denkt dat de bodem is bereikt. De overwaardering is er volgens de markt dus grotendeels uit.’
Fors tekort
is de overdrachtsbelasting verlaagd van 6% naar 2%. Daar staat wel een lagere leencapaciteit tegenover door aanscherping van de hypotheekregels. Zo heeft het Nibud de woonquote – het financieringslastpercentage – de afgelopen jaren neerwaarts bijgesteld en wordt de LTV-ratio (Loan to Value ) afgebouwd van 104% naar 100% in 2018. Huishoudens kunnen daardoor minder lenen.
Gezonde basis Voor starters is er op de woningmarkt volop keus. ‘Als starters gaan kopen, kan de hele markt weer in beweging komen. Dat zie je nu langzaam gebeuren,’ zegt Flikweert. Maar bij de doorstromers zit de restschuld nog vaak in de weg. Inmiddels zijn er ruim 1 miljoen huishoudens die ‘onder water staan’; hun hypo-
Door huurverhogingen wordt huren, als alternatief voor een koopwoning, ook een stuk duurder, zo geeft Flikweert aan. ‘Wanneer je nu een huurwoning betrekt, betaal je veelal direct de marktprijs. Die is sterk toegenomen de afgelopen jaren.’ Bovendien is er volgens hem een fors tekort aan woningen en dat zal alleen nog maar verder oplopen, afgaande op de verwachte groei van het aantal huishoudens en de achterblijvende nieuwbouwproductie. ‘Het gevolg is dat jonge mensen langer thuis blijven wonen en de latente vraag alleen maar toeneemt.’ Flikweert denkt dat het nog wel even zal duren voordat de nieuwbouwproductie weer is hersteld. Maar ook dan speelt de markt alleen maar in op de vraag op dat moment en niet op de opgehoopte latente vraag. Per saldo zullen de woningprijzen de komende jaren de inflatie volgen, zo verwacht Flikweert. Factoren als het structurele woningtekort, de toename van het aantal huishoudens en de huurprijsstijgingen versus strengere hypotheeknormen en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek houden elkaar daarbij redelijk in evenwicht. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 53
Oudedagsvoorziening
Delen van risico’s niet langer vanzelfsprekend
Pensioen is splijtzwam tussen jong en oud
Het huidige collectieve pensioenstelsel dupeert jongeren én werknemers die zzp’er worden. Dat moet en kan anders, vinden velen. Maar op het prijskaartje van een eerlijker stelsel staat volgens experts een bedrag van zo’n 100 miljard euro. tekst: Redactie GOJV
P
resident Klaas Knot van De Nederlandsche Bank noemt ons pensioenstelsel vanwege de vergrijzing ‘niet houdbaar’. Hij wil een fundamenteel debat over de manier waarop werkenden pensioenaanspraken opbouwen en de wijze waarop de lusten en lasten tussen jong en oud zijn verdeeld. ‘Zonder herziening van de pensioenen zal het draagvlak onder jongeren afnemen, en dat holt het stelsel uit,’ aldus de bankpresident, een opmerking die minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem voorbarig vindt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken wil niet op de uitkomsten van ‘een breed maatschappelijk debat’ vooruitlopen, maar ze beïnvloedt die wel door aan pensioenfondsen vanaf 2015 grotere financiële buffers op te leggen. Hierdoor zullen de pensioenen vaak jarenlang niet aan de inflatie aangepast kunnen worden.
Centraal Planbureau De kritiek van het Centraal Planbureau (CPB) richt zich op de ‘doorsneepremie’, die zo’n 90% van de werknemers betaalt omdat deze wettelijk verplicht is voor de bedrijfstakpensioenfondsen, 54
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
‘Jonge werknemers steunen de pensioenopbouw van oudere werknemers. Deze vorm van solidariteit is het meest controversieel.’ maar die oneerlijk kan uitpakken voor jongeren en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Werknemers en werkgevers betalen nu samen een vast percentage van het salaris aan pensioenpremie, gemiddeld zo’n 17%, ongeacht de leeftijd van de werknemer. Een jonge werknemer zou met zo’n 6% premie kunnen volstaan, omdat zijn inleg langer kan worden belegd. Zestigers zouden eigenlijk meer dan de vaste premie moeten afdragen, zo’n 25%, omdat hun premies nog maar kort kunnen renderen. En dus subsidiëren jonge werknemers een jaar of twintig de pensioenopbouw van oudere collega’s.
Volgens het CPB hoeft dit geen probleem te zijn als werkenden hun hele loopbaan bij een pensioenfonds blijven aangesloten. Dan worden zij in de tweede helft van hun carrière gesubsidieerd door de nieuwe generatie jongeren. Maar veel werknemers – al zo’n 12% van de beroepsbevolking – beginnen rond hun 45ste als zzp’er. Het CPB berekent dat een werknemer dan twintig jaar premie heeft betaald voor de opbouw van het pensioen van oudere collega’s, waardoor hij zelf zo’n 35% van zijn pensioen mist. ‘Bij een nieuw pensioenstelsel zouden we niet meer kiezen voor de doorsneepremie,’ zegt Marcel Lever van het CPB. Hij pleit voor een ‘faire’ relatie tussen premie en jaarlijkse pensioenopbouw. Alternatieven hebben volgens Lever allemaal nadelen. ‘Een met de leeftijd stijgende pensioenpremie is ongunstig voor oudere werknemers, omdat ze duurder worden voor werkgevers. Die betalen doorgaans tweederde van de totale premie. Ouderen prijzen zich dan uit de arbeidsmarkt.’ Een gelijke premie voor iedereen kan blijven bestaan als jongeren meer pensioen gaan opbouwen dan oudere werknemers. Jongeren krijgen dan meer waar voor hun geld en ouderen prijzen zich niet uit de markt. ‘Maar,’ zegt Lever, ‘het ontmoedigt ouderen langer door te werken als ze nauwelijks meer pensioen opbouwen.’ En wanneer oudere werknemers minder pensioen opbouwen, verschuift het accent van de pensioenopbouw naar de eerste loopbaanhelft. Dat maakt opgebouwde aanspraken kwetsbaar voor de gevolgen van jarenlange inflatie. En voor langdurig werkloze jongeren ontstaat een groot pensioengat.
Pensioenfederatie Volgens directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie, de koepel van pensioenfondsen, is er bij het CPB sprake van een eenzijdig verhaal. ‘Het is aantoonbaar dat we dankzij het delen van risico’s beter af zijn met het huidige stelsel. Dankzij de wijze van premie heffen kunnen pensioenfondsen de gevolgen van een beurscrisis of stijgende levensverwachting uitsmeren over jonge en oudere werknemers, ex-werknemers en gepensioneerden. Het pensioendebat zou moeten beginnen met de vraag welke vormen van risicodeling we wil-
len houden.’ Voor het probleem van de zzp’ers ziet Riemen creatievere oplossingen dan het afschaffen van de doorsneepremie. ‘Je zou zzp’ers kunnen verplichten in een pensioenfonds te blijven. Dan krijgen ze een beperkte subsidie van jongeren.’
Subsidiëring Mannen betalen nu mee aan de pensioenopbouw van vrouwen, omdat die gemiddeld langer leven. Laagopgeleide werknemers subsidiëren de pensioenopbouw van hoogopgeleide carrièremakers, omdat die gemiddeld zes jaar langer leven dan laagopgeleiden. Gezonde mensen betalen mee aan de pensioenopbouw van arbeidsongeschikten en jonge werknemers steunen de pensioenopbouw van oudere werknemers. Deze laatste vorm van solidariteit is het meest controversieel, zeker nu er dit jaar voor het eerst meer vijftigers dan dertigers op de werkvloer rondlopen. Pensioenexperts spreken liever van ‘solidariteit’ dan van risicodeling. Als alle vormen van solidariteit uit het stelsel worden geplukt, zou dat het bestaansrecht van de pensioenfondsen slopen. De plicht om mee te doen aan de pensioenregeling die de werkgever aanbiedt, is volgens de mededingingsregels alleen van kracht als de regeling solidair is en de ene groep dus meebetaalt aan het pensioen van de andere groep.
Jonge politici Voor veel jonge werknemers is ‘solidariteit’ een besmette term. Ze pleiten voor een stelsel waarin werknemers individueel rechten opbouwen. Jonge politici hebben op de website nieuwpensioenstelsel.nl een ‘10-puntenplan’ gezet. Ze willen een spaarplicht invoeren voor iedere werkende, ook voor zzp’ers. Werknemers mogen dan zelf hun pensioenuitvoerder kiezen en bouwen daar hun eigen rechten op. Premies van jongeren worden risicovoller belegd. Premies van ouderen worden steeds minder risicovol weggezet. De jongerenpartijen snijden zo de omstreden subsidie ‘van jong naar oud’ uit het stelsel. Reeds opgebouwde rechten worden volgens hen niet aangetast. maar zij negeren een enorm transitieprobleem. De huidige dertigers, veertigers en vijftigers hebben jaren de pensioenopbouw van ouderen gesubsidieerd en zouden
volgens de jonge politici daarvoor niet gecompenseerd hoeven worden. ‘Dat is een rekening van bijna 100 miljard euro,’ becijfert Lever van het CPB, een gigantisch financieel probleem dat als een donkere wolk boven elk alternatief voor het huidige stelsel hangt.
Werkgevers Veel werkgevers hebben hun voorkeur al bepaald. Zij willen af van het bijstortingsrisico als beleggingen van pensioenfondsen niet genoeg renderen en willen overstappen op ‘beschikbare premieregelingen’. Alle risico’s – minder beleggingsopbrengsten, meer inflatie, dalende rente – liggen bij de werknemer.
Interessant alternatief Het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA kwam in januari met een interessant alternatief van econoom Lans Bovenberg voor het bestaande stelsel. Het verenigt de sympathieke kanten van een collectief stelsel (minder risico) met elementen van de beschikbare premieregeling, waarin deelnemers individuele rechten krijgen en invloed hebben op hun beleggingen (meer keuzevrijheid). De subsidiëring van oudere werknemers door de jongeren verdwijnt en dupeert dus ook zzp’ers niet. Volgens Lever is het CDA-voorstel transparanter dan het huidige stelsel, maar het biedt geen oplossing voor gepensioneerden als de inflatie aanwakkert en de waarde van hun pensioen verdampt, of als zij structureel ouder worden dan
voorspeld. Alleen collectieve pensioenregelingen kunnen zulke risico’s het hoofd bieden doordat ze worden uitgesmeerd over de generaties. En ook Bovenbergs stelsel noopt tot compensatie van dertigers, veertigers en vijftigers voor zo’n 100 miljard euro. Het gevolg zou zomaar kunnen zijn dat alles bij het oude blijft.
Eigen pensioenregeling voor zzp’ers
V
oor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) is een eigen pensioenfonds in de maak. Belangrijkste kenmerken van deze collectieve pensioenregeling zijn deelname op basis van vrijwilligheid en een met het oog op de wisselende inkomsten van zzp’ers flexibele periodieke inleg. Verder zal in deze pensioenregeling de zogenaamde opeetverplichting ontbreken, dat wil zeggen dat het pensioenvermogen niet eerst hoeft te worden aangesproken alvorens men een beroep op bijstand kan doen. De duur van de pensioenuitkering zal van tevoren worden bepaald. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid is het mogelijk om (een deel van) het pensioen eventueel eerder op te nemen. Kabinet en zzp-belangenorganisaties streven ernaar om deze regeling op 1 januari 2015 van kracht te laten worden. nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 55
Een waardevolle traditie
Interactief debat met de zaal.
Maxime Verhagen.
Grip op je Vermogen over mondiale en nationale veranderingen
Het appeltje voor de dorst is broodnodig De vijfde editie van het congres Grip op je Vermogen ging over optimisme, dynamiek en uitdagingen voor de toekomst, zowel op nationaal als individueel niveau. Nationaal stond de concurrentiepositie centraal, individueel vooral de noodzaak van vermogensopbouw als appeltje voor de dorst. tekst: redactie GOJV foto’s: Joris Telders
M
et sprekers als de oud-ministers Maxime Verhagen en Willem Vermeend, ondernemer Annemarie van Gaal, hoogleraar Barbara Baarsma, en ING-directeur Hans Hagenaars bood het hoofdprogramma van het congres Grip op je Vermogen een gevarieerde aanblik. Maxime Verhagen, tegenwoordig voorzitter van Bouwend Nederland, en Barbara Baarsma, naast hoogleraar marktwerking ook directeur van SEO Economisch Onderzoek, gingen in op het groeipotentieel van de Nederlandse economie en het industriebeleid van de overheid dat daar het beste bij past. Ook bij Willem Vermeend, nu internetondernemer, speelde dit onderwerp een belangrijke rol. Hans 56
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Annemarie van Gaal.
opgezet om onderzoekers en ondernemers meer van elkaar te laten profiteren, wat moet leiden tot vernieuwende producten en diensten. Er zijn negen sectoren gekozen waarin Nederland sterk is, waarvan verwacht kan worden dat zij in de toekomst concurrerend blijven en die een belangrijke rol kunnen spelen bij uitdagingen als de opkomst van nieuwe landen met grote koopkracht, voedselgebrek, grondstoffenschaarse, water en energie, en vervuiling. Daarnaast zijn een stijging van de arbeidsproductiviteit, een toename van de beroepsbevolking en opleiding belangrijk voor economische groei. De overheid moet verder het midden- en kleinbedrijf steunen, waar de nieuwe starters en snelle groeiers zitten. En pensioeninstellingen en verzekeraars moeten gestimuleerd worden om meer van hun belegd vermogen op Nederland te richten.
Topsectorenbeleid: nee Hagenaars, directeur particulieren van ING Nederland, benadrukte het belang van eigen vermogensopbouw en Annemarie van Gaal onderwierp het publiek aan een test over financiële educatie.
Topsectorenbeleid: ja Maxime Verhagen schetste de wijzigingen in het economisch speelveld waarin Nederland zich bevindt, met concurrentie van opkomende landen en met nieuwe ontwikkelingen die de concurrentiepositie van ons land kunnen bedreigen. Volgens hem is de uitgangspositie echter goed, met wereldspelers als ASML, DSM en Ten Cate. Om ook de toekomstige concurrentiepositie van de Nederlandse industrie veilig te stellen heeft de overheid het zogeheten topsectorenbeleid
Barbara Baarsma vroeg zich af waarom er überhaupt gestreefd zou moeten worden naar economische groei, een vraag die zij eerst benaderde vanuit het individuele geluksperspectief. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een stijgend inkomen een bron van geluk vormt. Als tweede reden noemde zij de krimpende beroepsbevolking. Ten derde wees Baarsma op de herverdeling van inkomsten die in Nederland plaatsvindt, zoals door de heffing van progressieve belastingen en sociale premies. Zolang de belastingen niet volgens een optimaal tarief worden geheven heeft dit een remmende werking op de economie. De vierde reden voor economische groei is de tendens dat met name in de publieke sector – onderwijs, zorg – de arbeidsproductiviteitsgroei achterblijft bij de loongroei, waardoor het
Willem Vermeend.
Het publiek wordt getest op financiële educatie.
kostenaandeel in de economie stijgt. Zij ziet bij het stimuleren van economische groei vooral een overheidsrol weggelegd bij het opruimen van barrières voor marktwerking en een adequaat mededingings- en kartelbeleid. Ook denkt zij aan flexibilisering van de arbeidsmarkt en betere financieringsmogelijkheden voor innoverende bedrijven. Baarsma is tegen het topsectorenbeleid omdat dit huidige successectoren ondersteunt, die niet de winnaars van morgen hoeven te zijn. De overheid dient zich juist te richten op het scheppen van algemene voorwaarden voor groei en welvaart.
Innovatiegolf Willem Vermeend onderstreepte dit, maar waagde zich toch aan een voorspelling over de Nederlandse bedrijfsstructuur. Hij verwacht dat Nederland weer gaat groeien, waarbij nieuwe producten en processen een rol zullen spelen, zoals robots, 3D-printing en clouddiensten waarbij smartphones en big data belangrijk zijn. Dit wordt volgens hem een innovatiegolf, waarbij alles met elkaar gaat communiceren. Maar er is ook een probleem: ons onderwijs leidt op voor banen die er in de nabije toekomst niet meer zullen zijn. Vermeend erkent dat het moeilijk is om de toekomst te voorspellen, maar adviseert het onderwijs in te richten op de kwaliteiten van de jeugd (goed met computers en goed in multitasken) en te zorgen voor beter onderwijs door betere en beter betaalde leraren.
Beleggen Hans Hagenaars ging in op twee ontwikkelingen in Nederland, die de noodzaak van het voorsorteren op
vermogensopbouw sterker maken. De eerste is dat de Nederlander steeds ouder wordt, wat gepaard gaat met meer kosten. Ook moet de overheid haar uitgaven in de hand houden en kan zij zich minder permitteren bij het ondersteunen van burgers. Daarom wordt de hypotheekrenteaftrek in fasen versoberd, zullen studenten steeds meer zelf hun studie moeten financieren en moeten de stijgende zorgkosten van de steeds ouder wordende Nederlanders onder controle worden gebracht. Dit dwingt burgers om meer voor zichzelf te zorgen. En die noodzaak wordt nog groter nu ook de pensioenuitkeringen door stelselwijzigingen naar verwachting lager zullen worden. Als mogelijkheden tot vermogensopbouw noemde Hagenaars het belang van de overweging om naast sparen ook te beleggen. Beleggen in aandelen kent weliswaar historisch gezien het hoogste rendement, maar er zijn meer risico’s aan verbonden. Daarom ging Hagenaars in op de factor tijd. Als lang wordt belegd, neemt het effect van koersdalingen af, omdat er naast slechte beursjaren ook goede jaren zijn. Op langere termijn wordt de kans op uiteindelijk verlies daardoor kleiner en de kans op een positief rendement groter. Een klein rendementsverschil per jaar geeft een groot verschil in rendement bij de uitkomst op lange termijn. De factor tijd ziet hij daarom als grootste bondgenoot bij vermogensopbouw. En bij het opbouwen van vermogen is de combinatie van sparen en beleggen dus belangrijk. De boodschap van Hagenaars is tweeledig: neem zelf tijdig het initiatief, waarbij de grootste kans op een goede vermogensopbouw ontstaat bij de combinatie van sparen en beleggen.
Hans Hagenaars.
Barbara Baarsma.
Druk bezochte meeting points (boven) en workshops (onder).
nummer 1 2014 | GRIP OP JE VERMOGEN 57
Kalender
ING Nederland Sparen biedt zekerheid op de korte termijn. Om uw langetermijndoelen te realiseren is een combinatie van sparen + beleggen vaak een verstandige keuze. Beleggen biedt namelijk zicht op meer rendement. Wilt u weten wat een combinatie van sparen + beleggen voor uw rendement kan betekenen? Kom dan naar onze bijeenkomst bij u in de buurt. Meld u aan via www.ing.nl/sparenplusbeleggen. dinsdag 10 juni 2014 - 19.30 uur ING Den Haag Tournooiveld ING Emmen ING Amersfoort De Beurs ING Apeldoorn woensdag 11 juni 2014 - 19.30 uur ING Bussum ING Den Bosch ING Schagen ING Rotterdam Stadhuisplein ING Zwolle donderdag 12 juni 2014 - 19.30 uur ING Amsterdam Rijnstraat ING Haarlem Houtplein ING Hoofddorp ING Zoetermeer dinsdag 17 juni 2014 - 19.30 uur ING Oisterwijk ING Hilversum ING Haren
Grip op je Vermogen In het najaar organiseert Grip op je Vermogen naast haar halfjaarlijkse congres een drietal online seminars over fiscale eindejaarstips, indexbeleggen en dividendbeleggen. Inschrijven voor deze online seminars of het congres in Den Haag kan via www.gripopjevermogen.nl. Bekijk deze website ook voor actuele informatie over pensioen, beleggen, financiële planning, de woningmarkt en fiscale zaken. Daarnaast vindt u op de website de video’s en presentaties van eerdere seminars en congressen. Volg ons ook op Twitter via #gojv14. woensdag 10 september 2014: 20.00-21.00 uur Online seminar: dividendbeleggen vrijdag 3 oktober 2014 Congres Grip op je Vermogen in het World Forum te Den Haag donderdag 13 november 2014: 20.00-21.00 uur Online seminar: fiscale eindejaarstips woensdag 3 december 2014: 20.00–21.00 uur Online seminar: indexbeleggen
58
GRIP OP JE VERMOGEN | nummer 1 2014
Column Johan Brinkman
Kunt u nu het voortouw nemen?
H
oe kan de economie van Nederland blijven groeien en hoe kan de financiële positie van haar ingezetenen blijven verbeteren? Dat waren – kort door de bocht – de hoofdvragen van de vijfde editie van het congres Grip op je Vermogen, dat op 25 april in het Beatrix Theater in Utrecht werd gehouden. Een verslag hiervan staat op pagina 56-57. Van voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland tot directeur particulieren Hans Hagenaars van ING Nederland en van econoom Barbara Baarsma tot investeerder Annemarie van Gaal en internetondernemer Willem Vermeend, alle sprekers formuleerden op geheel eigen wijze hun antwoorden en oplossingen. Van mijn kant wil ik ook een kleine bijdrage leveren: groei en verbetering kunnen alleen maar worden bereikt door herstel van ons zelfvertrouwen. Wat is er mis met ons zelfvertrouwen? Veel! In de jaren negentig leek Nederland voorop te lopen in de economische hausse in de westerse wereld na het einde van de Koude Oorlog. In politiek Den Haag heerste een welhaast saaie stabiliteit en wereldleiders als de Amerikaanse president Bill Clinton en de Britse premier Tony Blair prezen ons poldermodel. Onze particuliere uitgaven bloeiden als nooit te voren. Ik zal hier geen beschouwing wijden aan de oorzaken van de omslag in ons vertrouwen die sinds 2000 in ons land heeft plaatsgevonden. Maar ik wil u, als u een van degenen bent die het vertrouwen in Nederland en/of uw eigen situatie heeft verloren, wel een hart onder de riem steken: zo slecht doen we het niet. Er zijn genoeg terreinen waarop Nederland en Nederlanders wereldwijd excelleren. Ik zal een paar voorbeelden noemen. Wist u dat onze modeontwerpers (Viktor & Rolf) en architecten (Rem Koolhaas) tot de internationale top behoren? En dat de televisieformats van John de Mol en Reinout Oerlemans over de hele wereld vermaard zijn? En dat onze dj’s (van Tiësto tot Armin van Buuren)
overal tot de besten worden gerekend? Net als onze modellen, voetbalcoaches en topbestuurders? Het is waar: in ons land worden deze successen gezien als uitzonderingen op de regel dat ‘we’ achterlopen. We lijken ons te laven aan het gezegde dat hier ‘alles vijftig jaar later gebeurt’ en wentelen ons in zelfmedelijden. Na de euforie van het einde van de twintigste eeuw dus het chagrijn van het nieuwe millennium. Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt, van het ene uiterste in het andere. Met deze dichtregel van Goethe kom ik terug bij mijn stelling: groei en verbetering kunnen alleen maar worden bereikt door herstel van ons zelfvertrouwen.
Er zijn genoeg terreinen waarop Nederland en Nederlanders wereldwijd excelleren Natuurlijk bepalen feiten in demografie, economie en politiek onze omgeving. Maar de mate waarin we die omgeving zelf kunnen beïnvloeden, valt of staat wel met onze gemoedstoestand. Zonder – nationaal en individueel – vertrouwensherstel zijn groei en verbetering onmogelijk. Beschavingen kennen bloei en verval. Na onze Gouden Eeuw volgde in de achttiende eeuw de neergang. Pas eind negentiende eeuw begon door een samenloop van maatschappelijke, economische en culturele vernieuwingen wat wordt genoemd ‘De Tweede Gouden Eeuw’. Aan de basis daarvan stonden individuele burgers die op hun gebied het voortouw namen en excelleerden. Kunt u nu het voortouw nemen?
Johan Brinkman, hoofdredacteur
[email protected]
bnpparibas-ip.nl
Betrouwbare beleggingservaring toegesneden
PARTNER VOOR SUCCES op uw lokale behoeften
BNP Paribas Investment Partners
Ons netwerk van beleggingsexperts opent niet alleen kansen voor u, maar biedt u ook de broodnodige kritische inzichten om die kansen ten volle te benutten. Laten we dus nu en in de toekomst samen nieuwe doelstellingen blijven nastreven. BNP Paribas Investment Partners is de wereldwijde merknaam van de vermogensbeheeractiviteiten van de BNP Paribas Groep.
Groeit uw geld voldoende mee met de ambitie van u en uw kind?
Denk vooruit. Combineer sparen met beleggen voor uitzicht op meer rendement. En bereik op lange termijn het vermogen dat u nodig heeft. Meer weten? Doe de Rendementswijzer op ING.nl en bekijk wat de mix tussen sparen en beleggen voor u kan betekenen.
Oranje is vooruit willen