Filippus en de doop van de Ethiopiër Doopdienst zondag 17 juni 2012 Jan Pool (senior voorganger van Shelter Haarlem) Handelingen 8:26-40 ‘Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ ‘Filippus deed wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om daar God te aanbidden en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen.De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u ook wat u leest?’ De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten. Dit was het schriftgedeelte dat hij las: ‘Als een schaap werd hij naar de slacht geleid; als een lam dat stil is bij zijn scheerder deed hij zijn mond niet open. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen? Want op aarde leeft hij niet meer.’ (Dit is een schrift gedeelte uit het boek Jesaja. Jesaja profeteert hier ca. 700 jaar voordat het gebeurde namelijk het sterven van Jezus.) ‘De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ Daarop begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze schrifttekst als uitgangspunt nam’. Filippus spreekt met hem over het evangelie van Jezus. Dat was de boodschap die zij hadden. Zij predikten niet een vage God, zij predikten geen religie, zij predikten geen kerk, zij predikten Jezus. Een stukje terug in vers 4 staat: ‘De volgelingen die uiteengejaagd waren, spraken over Jezus en vertelden wat Hij gedaan had. Filippus bijvoorbeeld, ging naar de stad Samaria en vertelde dat Jezus de Christus is.’ En hier zien wij dus staan dat Filippus met de eunuch spreekt over het evangelie van Jezus. Evangelie betekent ‘blijde boodschap’ of ‘goed nieuws’. Wat is dat goede nieuws? Jezus zegt dat in Zijn eerste preek in Lukas 4:18-19 dat Hij is gekomen om goed nieuws te brengen en dat de tijd van Gods genade is aangebroken. Jezus zei tegen een wereld die in zonde leefde, tegen een wereld die het verknald had door zonde, tegen een wereld die vol was van leugenaars, uitbuiters, bedriegers, overspeligen en moordenaars, maar ook een wereld vol van kapotgeslagen, afgewezen, hopeloze mensen: ‘De tijd van Gods genade is aangebroken!’ Jezus zei dat niet alleen, Hij bracht deze woorden ook in praktijk. Jezus leefde Zijn boodschap. Jezus deed maar één ding: Gods liefdevolle hart voor mensen laten zien. De meeste zondaars hielden ervan om in Jezus’ nabijheid te zijn. Zij genoten van Zijn gezelschap, zochten Hem op, nodigden Hem uit in hun huizen en op hun feesten. De mensen voelden dat Jezus van hen hield, zelfs als Hij duidelijke en soms harde woorden sprak. Er waren ook mensen die, die boodschap van genade niet konden hanteren. Dat waren de farizeeën en schriftgeleerden. De religieuze leiders van die tijd. Zij gaven elke week onderwijs in de synagogen. Zij waren de hoeders van de Joodse tradities en zij bepaalden
1
hoe de wet moest worden toegepast. De Farizeeën waren zeer wettisch; zij geloofden dat je op grond van eigen verdiensten Gods gunst kon verkrijgen. De boodschap van genade haalde alles onderuit waar zij heilig in geloofden: Dat jij vreselijk je best moest doen om God te behagen. Dat je nauwgezet al die wetten moest onderhouden om in de gunst bij God te komen. En nu komt daar deze Jezus aan met Zijn boodschap van genade. Godslasterlijk was het! Zij waren woedend. Zij haatten Jezus en probeerden Hem op allerlei manieren in diskrediet te brengen. Hun afkeer voor Jezus en Zijn boodschap van genade ging zover dat zij Hem uiteindelijk wilden doden. Op een keer vertelt Jezus hun het verhaal dat bekend staat als het verhaal van ‘De verloren zoon’. Ik wil dat voorlezen en toelichten. Het staat in Lukas:15. ‘Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.’ Dit was ongelofelijk onbeschaamd. Iedereen die de cultuur van het Midden-Oosten kent beseft dat dit schandalig is wat deze jongen doet. Als in die cultuur een zoon zijn erfdeel opvroeg, dan zei hij in feite: ‘Pa, ik wou dat u dood was. U staat mijn plannen in de weg. U bent een hinderpaal. Ik wil mijn vrijheid. Ik wil me kunnen ontplooien. Ik wil zelf bepalen wat ik met mijn leven doe en hoe ik leef. Geef me nu mijn erfdeel maar, dan kan ik gaan. De zoon wenst in feite dat zijn vader dood was Een dergelijke houding zien wij toch eigenlijk nog steeds? God heeft ieder mens geschapen. In die zin is Hij de geestelijke Vader van ieder mens. Hij heeft met ieder mens een plan. Hij heeft voor ieder mens een bestemming. Om in die bestemming te kunnen wandelen heeft Hij ieder mens ‘bezit’ ‘erfenis’ of ‘vermogen’ gegeven. Wij hebben een lichaam gekregen, karaktereigenschappen, talenten, gaven enz. Wat doen nu heel veel mensen? Zij ontkennen het bestaan van een Schepper. Zij beschouwen God als dood. Zij willen geen bemoeienis van God in hun leven. God is maar een hinderpaal. Zij willen vrijheid. Zij willen zelf bepalen wat ze met hun leven en hun vermogen doen. Zij willen zelf bepalen hoe zij met hun seksuele vermogens omgaan. Zelf bepalen hoe zij met geld omgaan. Zij willen zelf bepalen hoe ze omgaan met hun gaven en talenten. Zelf bepalen hoe zij leven... Zij hebben God verlaten... Terug naar ons verhaal. Wat doet deze vader? Vers 12b ‘De vader verdeelde zijn vermogen onder hen.’ Hij geeft de jongen wat hij vraagt! Dit was in de ogen van de Farizeeën een hele zwakke reactie. Had deze vader geen ruggengraat? Kon zijn eer hem dan totaal niet schelen? Waarom liet hij als hoofd van het gezin zijn gezag niet gelden en verstootte hij de jongen niet? De zoon vertrekt... ‘Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.’
2
Hij trok zich niets aan van de waarden en normen die hij van zijn vader geleerd had. Hij hoefde nooit meer rekenschap af te leggen. Hij was ’vrij’. De jongen ‘genoot’ volop van zijn vrijheid. Hij ‘genoot’ volop van zijn vermogen. Hij leefde op ‘zijn’ manier. Heerlijk van God los... Maar leven op je eigen manier heeft zo zijn gevolgen. Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Leven op je eigen manier noemt de Bijbel zonde. Als we over zonde spreken, dan is het eerste waar wij aan denken: liegen, bedriegen, overspel, stelen of moorden. Maar zonde is niet per se het begaan van de een of andere vreselijke misdaad. Zonde is God niet de plaats geven die Hem rechtmatig toekomt. Zonde betekent geen rekening met God houden. En wat is het resultaat van zonde? Zonde levert nooit wat zij belooft. Het plezierige ‘vrije’ leven leidt uiteindelijk naar een weg van verdriet, pijn, vernieling en hopeloosheid. Het leidt uiteindelijk naar een ‘verloren’ leven. Kijk maar naar de zoon: ‘Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem.’ Wat een triest einde! Het leven van de zoon was een afschuwelijke nachtmerrie geworden. Hij verloor zijn geld, zijn vrienden, zijn reputatie, zijn zelfrespect, zijn vreugde, zijn vrede, zijn hoop. De weg waar hij voor gekozen had bleek een snelweg richting zelfvernietiging te zijn. Het aparte is, dat wanneer mensen in een situatie van pijn en verdriet en hopeloosheid terechtkomen, dat ze dan opeens God de schuld geven. ‘Waarom doet God niets?’ ‘Als er een God is, waarom staat hij dat dan toe?’ Maar je hebt toch zelf voor een weg zonder God gekozen? Je wilde toch vrij zijn? Je wilde toch zelf bepalen hoe je zou leven? Wanneer wij God verlaten en onze eigen weg gaan heeft dat consequenties. Maar God straft ons niet! Hij staat wel toe dat wij de gevolgen van de zonde ondervinden. Niet omdat Hij een behagen schept in onze angst, pijn, eenzaamheid en verdriet, maar opdat wij de vernietigende gevolgen van de zonde zullen inzien en naar Hem zullen toe rennen. Hij alleen kan ons bevrijden van de macht van de zonde en ons herstellen van de gevolgen van de zonde. De zoon zag in dat hij terug moest naar zijn vader. ‘Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.’ Dit is wat de Bijbel noemt een ‘bekering’. Bekering is 180 graden omdraaien. Bekering betekent teruggaan naar je Schepper. Bekering betekent erkennen dat je fout geweest bent. De zoon bekeerde zich. Hij ging terug naar zijn vader. Hij zou alles belijden en erkennen dat hij fout was geweest. En dan maar hopen dat zijn vader hem als een dagloner in dienst wilde nemen... Nou, de Farizeeërs, die naar Jezus luisterden wisten wel hoe het verhaal zou aflopen. Deze jongen had zijn vader onteerd en tot schande gemaakt. De vader zou natuurlijk furieus zijn.
3
Hij zou nu de kans krijgen de jongen keihard aan te pakken en te straffen. De zoon zou zijn verdiende loon krijgen. Maar wat er nu volgde was voor het wereldbeeld van de Farizeeën een geweldige schok. Want hoe vervolgt Jezus Zijn verhaal? ‘Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.’ In de grondtekst staat, toen de vader hem zag aankomen, hij met diepe gevoelens van liefde en ontferming bewogen werd, naar hem toe sprintte en hem kuste en kuste en kuste… En wat doet hij vervolgens als hij bij de jongen komt? Die is zijn zonden aan het belijden, maar de vader laat hem niet eens uitpraten. Hij overlaadt hem met omhelzingen en vreugdekussen. Er is geen zweem van boosheid bij de vader. Integendeel, hij gaat helemaal uit zijn dak omdat zijn zoon weer terug is. Hij denkt maar aan één ding: een feestje bouwen. 'Vlug! Haal de mooiste kleren die we in huis hebben en geef hem die om aan te trekken. Geef hem een ring voor zijn vinger en een paar schoenen. Slacht het kalf dat we hebben vetgemest. Wij gaan feestvieren.’ De vader is werkelijk uitzinnig van vreugde. Daar vindt plaats waar Sefanja al over sprak: ‘Hij zal opgetogen van blijdschap over je zijn. Hij zal je liefhebben en niet beschuldigen. Hij zal over je juichen met een lied van vreugde.’ Sefanja 3:17b (Engelse vertaling) Jezus vertelt ons met deze gelijkenis: Zo is God!! Zo ontzettend genadevol en lief is God de Vader. Die genade is gratis, maar niet goedkoop! Jezus gaf Zijn leven, zodat jij die genade en liefde van God kon ontvangen. Christus koos voor een onverdiende hel, zodat we een onverdiende hemel konden krijgen. Opgejaagd door de Farizeeën, verraden door een vriend, vergeten door Zijn discipelen, mishandeld door de Romeinen. Zij sloegen Hem zonder genade, spijkerden Hem aan een kuis, de ergste marteling die een mens kan overkomen. En dan die helse pijnen, die verschrikkelijke dorst en verlaten door de Vader. De kosten van Gods liefde en genade kunnen niet worden overdreven. Met die liefde houdt God ook van jou! Die liefde van God is krachtiger dan al je mislukkingen en tekortkomingen, dan al je teleurstellingen en zonden. Die liefde kan jou weer hoop geven. Die liefde kan jou weer toekomst geven. Die liefde kan jou genezen. Weet je, elk mens is van nature geneigd om zijn eigen weg te gaan. We willen allemaal zelf bepalen hoe we ons leven leiden. Je bent misschien niet zo’n ‘zondige’ weg gegaan als de verloren zoon, maar misschien heb jij ook een leven geleid waar God geen plaats in had. Die eigen weg heeft ook jou pijn, verdriet, afwijzing en eenzaamheid gegeven. Of misschien ben je christen, maar zijn er gebieden in je leven geweest waarin je eigenlijk God geen zeggenschap wilde geven. Of misschien ben je net als de ‘thuisgebleven’ zoon. Die werd woedend dat zijn vader zo verheugd was!! Hij zegt: ‘Al jaren lang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest… u heeft voor mij nog nooit zo’n feest georganiseerd… Deze zoon zag zijn vader als een strenge meester die je stipt moest gehoorzamen en waar je dingen door goed gedrag moest verdienen.
4
Veel christenen zien God helaas ook op die manier. Ze leiden aan het Oudste Zoon syndroom. Ze zien God niet als Vader, maar als Meester. Ze gedragen zich daardoor niet als zonen, maar als slaven. Maar Jezus laat hier op een geweldige wijze het karakter van God zien. Hij is een liefdevolle vader! Dat is het evangelie van Jezus. Dat is de boodschap die Filippus deelde met de Ethiopiër. En wat gebeurde er toen die Ethiopiër de boodschap van genade begreep? Hij zei tegen Filippus: ‘Kijk,water! Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?’ Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch, waarna Filippus hem doopte. Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde.’ Filippus liet zich dopen. Filippus werd door God aanvaard als kind. Filippus werd een zoon van God. Deze mensen die hier staan, zijn op de één of andere manier hun eigen weg gegaan. De één heeft misschien geleefd als de verloren zoon, de ander heeft een wat minder heftig leven achter de rug... maar het gaan van je eigen weg is de zonde die je doet.... Maar, ze hebben ervoor gekozen om vrijwillig een liefdesrelatie aan te gaan met God. Ze beseffen dat er iets tussen hen en God in stond. Een schuld… Ze hebben het offer van Jezus aanvaard… Daarom laten ze zich nu dopen. Dopen is sterven aan dat oude leven dat je leidde. God lapt je niet op, maar wil je een nieuw leven geven. De doop is een begrafenis. Het einde van het leven dat onafhankelijk wil zijn, het einde van een leven dat het zelf wil doen en zelf wil bepalen. Dat leven wordt begraven! En je staat op als een nieuw mens…. Je mag een heel nieuw leven beginnen… Net als de zoon uit het verhaal. ‘Weet je niet dat een ieder die in Christus Jezus gedoopt is, met Hem één geworden is in Zijn dood.? Die doop in Hem was (is) onze begrafenis. En zoals Christus weer levend is gemaakt door de heerlijke macht van de Vader, zo mogen wij nu ook een heel nieuw leven leiden. We weten dat de persoon die wij vroeger waren, niet meer leeft. Die is met Christus aan het kruis gestorven.’ Romeinen 6:4-6
5