passie voor immaterieel erfgoed | www.immaterieelerfgoed.nl
Fik erin !
Rieten hoeden en gestreepte stropdassen Eten met stokjes
Zeven ellen metworst en een halve varkenskop
Een boom opzetten tegen de veepest en ook…
Passie voor een traditie Staphorster ambacht weer hip Dag van de Barí
2015 special
Traditie
Nationale inventaris
Nationale inventaris
Levend erfgoed Toen ik voor het eerst hoorde dat de landen aangesloten bij UNESCO een nieuw verdrag wilden sluiten om het immaterieel erfgoed te gaan beschermen, moest ik wel even nadenken. UNESCO noemt het immaterieel erfgoed, maar in feite gaat het om de tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Wereldwijd werd de behoefte gevoeld om dat erfgoed te gaan beschermen. Het is immers kwetsbaar erfgoed en heel belangrijk voor de identiteit en de culturele diversiteit.
Tradities
Tradities zijn altijd gewoonten van nu, maar hebben ook een wortel in het verleden en een band met de toekomst. Tradities neem je namelijk over van je ouders en grootouders en geef je op jouw beurt weer door aan je kinderen en kleinkinderen. Vaak gaat dat onbewust. Denk maar eens aan het gebruik om een beschuit met muisjes te serveren als er een kindje geboren wordt. Je vraagt je niet af waar dat gebruik vandaan komt en waarom je dat doet. Het hoort er gewoon bij. Het voelt alsof iedereen het op de hele wereld zo doet. Toch is het een typisch Nederlandse gewoonte, die nergens anders voorkomt. Om de tradities te beschermen, is dit UNESCO Verdrag opgesteld, dat Nederland in mei 2012 koninkrijksbreed heeft ondertekend. Nu zijn wij bezig om een Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland samen te stellen, één van de verplichtingen die bij het Verdrag horen.
Beschermen van immaterieel erfgoed
Het beschermen van het immaterieel erfgoed gaat anders dan bij materieel erfgoed. Het gebruik van het eten van een beschuit met muisjes bij geboorte kun je niet in een archief of museum deponeren. Het is immers levend erfgoed, dat in de harten, hoofden en handen zit van mensen. Je kunt tradities alleen beschermen door de liefde ervoor door te geven aan de volgende generatie. Daarvoor is het belangrijk dat je die volgende generatie ook de ruimte geeft om er dingen aan te veranderen. Tradities moeten immers met hun tijd meegaan, anders verdwijnen ze. Vandaar dat in dit UNESCO Verdrag de mensen die hun traditie willen doorgeven centraal staan en dat immaterieel erfgoed dynamisch erfgoed is. Nu wij al weer drie jaar bezig zijn met immaterieel erfgoed willen wij u laten zien welke tradities er inmiddels op de Nationale Inventaris staan en hoe mensen bezig zijn om hun traditie door te geven aan de toekomst. Ik hoop dat u er enthousiast van wordt en bij u zelf te rade gaat welk immaterieel erfgoed u zelf hebt en wilt doorgeven. Wilt u meer weten over het UNESCO Verdrag en de Nationale Inventaris, kijk dan eens op www.immaterieelerfgoed.nl. Ik wens u veel plezier bij het lezen van Traditie, passie voor immaterieel erfgoed.
Schoonrijden in Hindeloopen 2
Meer informatie: www.schoonrijden.nu traditie special 2015
Ineke Strouken directeur traditie special 2015
3
Inhoud
Trad ities - Immaterieel Erfgoed
3 6
Levend erfgoed Tradities waard om door te geven
Passie
17 Zomercarnaval Rotterdam
Bij Dyonna Benett staat het Zomercarnaval Rotterdam op een hoge plek in haar leven.
Nationale Inventaris
12 Vreugdevuur Scheveningen
In Scheveningen bouwen ze elk jaar twee traditionele vreugdevuren die op Oud en Nieuw worden afgestoken om het oude jaar te verbranden en het nieuwe jaar te verwelkomen.
33 Bloemencorso Vollenhove
Tim Visscher en Jordy Winter geloven in het motto ‘Het corso brengt je samen’.
49 Woonwagencultuur
Piet van Assendorp woont op een woonwagenkamp en is trots op zijn cultuur. 'Bij ons hoeft niemand naar het bejaardenhuis, want wij zorgen voor elkaar.'
18 Varsity
De Nationale Universiteitsroeiwedstrijden werden dit jaar voor de 132ste keer gehouden. De leden van de winnende roeivereniging sprongen bloot in het water om de winnaars te feliciteren.
28 Metworstrennen
12
In de vijftiende eeuw raakte Freule Aleida met haar koets van de weg. Ze werd gered door jongelingen te paard. Dat was het begin van een spectaculaire paardenrace met als prijs: zeven ellen metworst, bier, brood en een halve varkenskop.
38 Chinese culinaire tradities
Jinai Looi zet zich in voor het behoud van de Chinese eetcultuur in Nederland. De Chinese eetcultuur heeft een lange geschiedenis. Bij het bereiden van de maaltijden moet er een goede balans tussen gerechten die yin en yang zijn gevonden worden.
45 Sint Brigida Denhalen
34
17
Sinds 1634 staat er een bijna kale boomstam op het plein voor de kerk. Dat is als gevolg van een belofte die de inwoners van het Limburgse plaatsje Noorbeek aan Sint Brigida deden als zij hun vee tegen pest zou beschermen.
Column
11 Tradities kleuren de mensen, mensen
kleuren de tradities door Hester Maij, gedeputeerde cultuur Provincie Overijssel.
28 4
traditie special 2015
Friese stoofpeertjes
Caribisch Nederland
45
32 De dag van de Barí
De Barí speelt een grote rol op Bonaire.
Ambacht
34 Staphorster stipwerk
In Staphorst versierden de vrouwen hun kleding zelf met stempels. Bijna was die traditie uitgestorven, totdat Gerard van Oosten een nieuwe verf uitvond.
Portret
24 Molenaar Jippe Kreuning
Eén van de jongste molenaars van Nederland
Voor de jeugd
26 26 26 27 42
18
Wat zijn tradities? Spreekwoorden Wist je…? Waar of niet waar? Tatoeages
Recept
23 Friese stoofpeertjes in weckfles Aankondiging
43 Draaksteken in Beesel
32
6 traditie special 2015
5
tradities - immaterieel erfgoed
Nationale inventaris
Tradities
Waard om do or te geven!
W Iedereen heeft tradities. Ze vormen een rode draad in ons leven. Wij nemen tradities over van onze ouders en grootouders en geven ze op onze beurt weer door aan onze kinderen en kleinkinderen.
at zou een leven saai zijn zonder tradities! Als wij geen feesten hadden als Moederdag en Sinterklaas, als er bij de geboorte van een kind geen beschuit met muisjes gegeten werd of bij een huwelijk geen ringen werden omgedaan. Als wij in de winter bij vorst niet meteen onze schaatsen uit het vet zouden halen en naar erwtensoep verlangen. Zonder tradities zouden wij ook geen stamppot kennen, oliebollen eten met oud en nieuw en met oranjebitter toosten op Koningsdag. Wij staan er nooit bij stil maar al deze gewoonten, die kleur geven aan het dagelijks leven, zijn het resultaat van eeuwenlang liefde, kennis en vaardigheden doorgeven aan de volgende generatie. Meestal denken wij niet na over onze tradities, ze zijn er gewoon. Maar er zijn ook tradities waar mensen zich bewust voor inzetten om ze te behouden voor de toekomst. Bijvoorbeeld het fokken van een oud schapenras, het maken van een midwinterhoorn, het vlechten van Maasheggen, het conserveren van voedsel, het bouwen van een bloemencorsowagen, het organiseren van een processie of passiespel. Het zijn allemaal voorbeelden van het immaterieel erfgoed in Nederland.
Immaterieel erfgoed Sinds kort is immaterieel erfgoed een erkende nieuwe tak van erfgoed. Op 15 mei 2012 ondertekende Nederland namelijk het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is aangewezen om het UNESCO verdrag in praktijk te brengen en de Nationale Inventaris samen te stellen. Tot immaterieel erfgoed rekenen wij de tradities en rituelen die van generatie op generatie worden doorgegeven. Immaterieel erfgoed is altijd levend en dynamisch. Het draait om mensen die zich inzetten om het te behouden en door te geven
6
traditie special 2015
en om nieuwe generaties die de traditie willen overnemen.
Nationale Inventaris Elk land dat het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed ondertekent, verplicht zich om een Nationale Inventaris te maken van het immaterieel erfgoed dat op zijn grondgebied aanwezig is. Inmiddels staan de eerste tachtig tradities op de inventaris: Metworstrennen in Boxmeer, Vreugdevuur in Scheveningen, Poaskearls in Ootmarsum, Marker borduren, Blokgooien in Drenthe, Draaksteken in Beesel en nog veel meer. Kijk voor een overzicht op www.immaterieelerfgoed.nl. De Nationale Inventaris is een weerspiegeling van het immaterieel erfgoed dat de Nederlandse bevolking belangrijk vindt, dat haar bindt en dat zij door wil geven. Daarom vragen wij ook aan jullie: ken je tradities die je wilt doorgeven aan de volgende generatie, waarvoor je je inzet en die je niet verloren wilt gaan? Laat het ons weten via
[email protected].
Wilt u meer weten over tradities en immaterieel erfgoed, stuur dan een mail naar
[email protected] en wij houden u op de hoogte.
De Nieuwjaarsduik is een wel bijzonder frisse manier om het nieuwe jaar in te gaan. Op zeer veel plaatsen in Nederland worden er nieuwjaarsduiken gehouden, waarbij mensen in badkleding in het ijskoude water springen, met massa’s tegelijk. Zo massaal gebeurt dat alleen in Nederland. De eerste keer was in 1960 in Zandvoort, toen
een groep zwemmers uit Haarlem onder leiding van Ok van Batenburg zo’n winterse duik nam. Het begon als een gekkigheidje van een aantal excentriekelingen, nu komen er zelfs buitenlanders op af vanwege de sfeer. De grootste Nieuwjaarsduik in Nederland is die in Scheveningen, waaraan zo’n tienduizend bibberende mensen meedoen.
traditie special 2015
7
tradities - immaterieel erfgoed
Beschuit met muisjes
komt van het gebruik dat de kinderen een ‘kindermanstik’ – een zoete boterham kregen. De muisjes zijn anijszaadjes die aan de moeder gegeven werden om de moedermelk op te wekken. In de achttiende eeuw werden
ze versuikerd en gegeven aan kinderen die op kraamvisite kwamen. In 1938, bij de geboorte van prinses Beatrix, bood Cees de Ruijter een reuzenblik met muisjes aan en kreeg hiermee internationale bekendheid. Tegenwoordig worden er bij bijna elke geboorte in Nederland beschuit met muisjes gegeten en zijn er blauwe voor jongens en roze voor meisjes. Bij koninklijke geboortes zijn er oranje muisjes.
tradities - immaterieel erfgoed
Pellentesque sodales feugiat Auctor non metus vitae, laoreet aliquam ex. Nulla quis sollicitudin velit. Integer facilisis mattis turpis nunc consequat facilisis. Morbi turpis metus, tincidunt eu enim id, rhoncus tincidunt neque. Info: Nunc consequat facilisis pretium quis sollicitudin velit.
Schaatsen van lange toertochten is in ons land van oudsher een belangrijke sport en zodra het ijs dik genoeg is, vertrekken de schaatsers. De tegenwoordige zachtere winters staan dit gebruik behoorlijk in de weg, maar dat maakt het niet minder aantrekkelijk. Onderweg kunnen ze dan even uitrusten en warm worden bij een koek- en zopiekraam. Vroeger was dit de plek waar de schaatsers warm bier en koek konden kopen. Nu wordt er erwtensoep met roggebrood, glühwein, en warme chocolademelk met een gevulde koek verkocht. Veel mensen denken dat ‘zopie’ van soep komt, maar dat is dus niet waar.
8
traditie special 2015
Kermis is een van de oudste feesten van Nederland. Het woord komt van ‘kerk-mis’. In de Middeleeuwen was er jaarlijks kermis op de gedenkdag van de inwijding van een kerk. Na de mis gingen de mensen buiten feestvieren. Kermis van toen leek niet op de huidige kermis. Er werden spelletjes gedaan, als katknuppelen en koekhakken, je kon dansen en drinken en er was van alles te zien: acrobaten, vuurspuwers, dansende beren. Ook de waarzegger, de kwakzalver, de vrouw met de baard en Siamese tweelingen waren typische kermisattracties. De draaimolen was er wel al. Kermis was bij uitstek een plek om vrienden te ontmoeten of een huwelijkspartner.
Keti koti betekent ‘het verbreken van de ketenen’. Het is zowel een feest als een herdenking naar aanleiding van de afschaffing van de slavernij door Nederland op 1 juli 1863. Keti koti is een Surinaams feest met veel muziek, dat duurt tot diep in de nacht. Het Nationaal Monument Slavernijverleden staat in Amsterdam en daar vindt ook het festival plaats. Er is een optocht in Surinaamse kledij, Bigi Spikri (grote spiegel) geheten. Er wordt bier en gemberbier bij gedronken om het zoete gevoel van de verbroken ketenen in herinnering te roepen. In Middelburg, van waaruit veel slavenhandel heeft plaatsgevonden, wordt ook elk jaar een herdenkingsplechtigheid gehouden.
traditie special 2015
9
tradities - immaterieel erfgoed
REPORTAGE Column
Sinterklaas is verreweg de populairste traditie in Nederland. Hoewel het bekendstaat als kinderfeest, zijn volwassenen met hun surprises en gedichten net zo verslaafd aan hun feestje. Dit ‘heerlijk avondje’ is de vooravond van de naamdag van Sint Nicolaas op 6 december. De vrijgevige Sint Nicolaas is al meer dan zevenhonderd jaar bekend in Nederland. Nederlandse kinderen zetten – trouw aan de traditie – nog steeds hun schoen met daarin een wortel voor het paard of een verlanglijstje, al staat er al lang geen schoorsteen meer waar de cadeautjes door kunnen komen. Het is een echt gezinsfeest, met lekkernijen, liedjes en grapjes. Tegenwoordig ook onderwerp van heftige discussies over de metgezel van de Sint, Zwarte Piet.
Carbidschieten, ook melkbusschieten genoemd,
is erg populair in het oosten en het noorden van Nederland. Op verschillende plekken in Nederland worden aan het eind van het jaar kampioenschappen gehouden. Het gaat hierbij om het veroorzaken van een zo hard mogelijke knal, door een brandbaar gas in een melkbus tot ontploffing te brengen. Dat gebeurt met carbid, waarvan een brokje nat wordt gemaakt waarna het gas als reactie tot stand komt. Als er een aansteker bij wordt gehouden, ontploft het gas en schiet met een knal een plastic bal weg. Deze bal is om veiligheidsredenen in de plaats gekomen van de deksel van de melkbus.
Het gebruik om een kerstboom te zetten is van oorsprong niet Nederlands, maar overgenomen van de Duitsers. Dat gebeurde aan het begin van de negentiende eeuw, waarschijnlijk aanvankelijk door Duitse immigranten in Amsterdam die ze in hun winkels zetten. Toen de koninklijke familie er ook één nam, werd de kerstboom een succes. De vroegste vermelding is uit 1842, toen de familie Nalop in Amsterdam een kerstboom op tafel aankleedde met allerlei lekkers. De kerstboom staat stijf van de symboliek. De lichtjes staan bijvoorbeeld voor het goddelijk licht en de altijd groene takken voor de onveranderlijke liefde en trouw van God tegenover de mensen.
10
traditie special 2015
‘Tradities kleuren de mens, mensen kleuren tradities’
de Poaskearls Op 15 maart 2015 werden de Ootmarsumse tradities van de Poaskearls en de rondgang van de Nachtwacht in de nieuwjaarsnacht op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland geplaatst.
Tijdens deze bijeenkomst maakte ik bekend dat de Provincie Overijssel de Overijsselse tradities die een plek krijgen op de inventaris ondersteunt met een bedrag van € 5.000,-. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed ondersteunt de erfgoedgemeenschappen bij het maken van plannen voor de besteding van dit bedrag. Als symbool voor de ondersteuning van de provincie decoreerde ik de vertegenwoordigers van de Poaskearls en de Nachtwacht met een krans, bestaande uit een serie mensfiguren in allerlei kleuren die elkaars hand vasthouden. Heel toepasselijk voor Ootmarsum, waar op eerste en tweede paasdag de mensen tijdens het vlöggeln hand in hand achter elkaar aan door Ootmarsum lopen. De Poaskearls in hun traditionele outfit voorop, onder het gezang van opwekkingsliederen. Een traditie verbindt, soms letterlijk, maar vaak ook figuurlijk. Het zegt iets over het karakter van een gemeenschap, maakt haar sterker en kan zodoende bijdragen aan de kwaliteit van leven. Tradities zijn soms heel serieus, bijvoorbeeld rond een overlijden, maar zijn vaak ook heel leuk. Ik kan me goed voorstellen dat het ‘zijn’ van een Poaskearl een verrijkende ervaring is die je de rest van je leven koestert en ook voor hen die samen met de kearls vlöggeln moet het een bijzondere ervaring zijn. De krans staat daarnaast symbool voor de mensen die er met elkaar voor zorgen dat een traditie behouden blijft, want dat is geen vanzelfsprekendheid. Tradities als het feest van de Pinksterbruidjes in Borne of het Bloemencorso van Vollenhove zijn forse logistieke ondernemingen. Het aanleren van bepaalde technieken, zoals het maken van een midwinterhoorn, of het Genemuider bovenstemzingen, vraagt tijd en passie. En er moet opvolging zijn, want een traditie moet doorgegeven worden aan een volgende generatie. En deze generatie moet de traditie willen overnemen. Dit betekent dat tradities soms worden aangepast door een volgende generatie. Een prachtvoorbeeld is de techniek van het Staphorster stipwerk die nu ook wordt gebruikt voor het verfraaien van lingerie en mobiele telefoons. Dat er soms tradities verdwijnen is niet te voorkomen, maar er komen ook nieuwe bij. Een voorbeeld zijn de zogenaamde ‘colour-runs’ die de laatste jaren, buiten de oorspronkelijke context, door steeds meer gemeenschappen worden omarmd. Ik durf dan ook te schrijven dat tradities de mens kleuren, maar dat mensen ook tradities kleuren. Wij proberen als provincie onze inwoners, waar mogelijk, te helpen kleur te geven aan Overijssel. Ik ben trots op deze inwoners en op het feit dat we als Overijssel zo ruim vertegenwoordigd zijn op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Hester Maij, Gedeputeerde Landbouw, Natuur en Cultuur, Provincie Overijssel
r Ou d en Nieuw vreugdevuu
Verbeten strijd
Het traditionele Vreugdevuur van Scheveningen wordt in de vijf dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar opgebouwd, waarbij het de uitdaging is om een zo groot en hoog mogelijke stapel te bouwen. De traditie staat sinds kort op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland.
om het hoogste vuur
Foto's: Dick Teske
Op Oud en Nieuw, om middernacht, wordt het vuur aangestoken.
12
traditie special 2015
traditie special 2015
13
Nationale inventaris
H
et traditionele Vreugdevuur van Scheveningen wordt in de vijf dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar opgebouwd, waarbij het de uitdaging is om een zo groot en hoog mogelijke stapel te bouwen. Dat is de traditie in het kort,' aldus Wesley IJzendoorn, organisator van het Vreugdevuur Scheveningen. ‘Het gaat om het competitie-element maar ook om gezelligheid. Het samen opbouwen en het enorme vuur hebben hun aantrekkingskracht op alle generaties Scheveningers. Ook nu nog komen de Scheveningers die elders wonen ervoor terug naar hun geboorteplaats. Het weerzien is erg belangrijk voor ons. Het hele jaar werk je hard en heb je te weinig tijd om bekenden te zien, maar aan het einde van het jaar neem je vijf dagen vrij en zie je iedereen weer. Het samenzijn met vrienden, daar neem je vrij voor. Je neemt je kinderen mee, zo groei je automatisch met het vreugdevuur op.' Van oudsher stond iedereen in het vissersdorp Scheveningen klaar voor elkaar. Die saamhorigheid is gebleven. Als er iets te vieren viel, ging men naar het strand om daar een fikkie te stoken. Later, toen de gewoonte van kerstbomen zetten in Nederland populair werd, verzamelden de kinderen uit de verschillende buurten de afgedankte kerstbomen. Elke buurt probeerde de meeste bomen bij elkaar te krijgen en daarmee de hoogste stapel te maken. Dit leidde nog wel eens tot ongeregeldheden met rooftochten en vechtpartijen. Hierbij was de politie de gezamenlijke vijand. Met enige regelmaat vonden er kleine veldslagen plaats, waarbij de ene keer twee buurten tegenover elkaar stonden en de andere keer de buurten tegenover de politie.
Kerstbomen rausen Na de Tweede Wereldoorlog waaide het Scheveningse gebruik over naar heel Den Haag. Grote groepen jongeren doorkruisten de stad, op jacht naar kerstbomen en naar verstopplekken van andere buurten. Deze jacht werd rausen genoemd. In die tijd vonden de vuren niet op het strand maar in de wijken plaats. De gemeente heeft verscheidene malen geprobeerd de ongeregeldheden in te dammen, bijvoorbeeld in 1952 toen ze zes plekken in de stad aanwees voor de vreugdevuren. Daar werd dan door de politiekapel stemmige muziek gespeeld om de sfeer vooral rustig te houden. Dit had niet altijd het gewenste effect en de rellen rond Oud en Nieuw bleven nog lang doorgaan. In 1961 viel daarbij zelfs een dode. Ook belandden er wel
14
traditie special 2015
Nationale inventaris
In Scheveningen wordt het nieuwe jaar welkom geheten met een enorm vreugdevuur.
k In de vijf dagen voor Oud en Nieuw wordt de stapel opgebouwd. De echte bouwers trotseren weer en wind. g De brandstapels bestaan tegenwoordig uit pallets en niet meer uit kerstbomen. m Elk jaar is er competitie tussen Scheveningen-Dorp en Duindorp.
eens andere zaken dan kerstbomen op de brandstapel, zoals autobanden en meubilair. In 1978 werden er zelfs twee gasflessen in het vuur op het Schepenplein gegooid, waardoor alle ruiten in de wijde omtrek sneuvelden. De brandweer arriveerde net op tijd om de tweede gasfles uit het vuur te trekken.
de vuren. Dat ging niet zonder slag of stoot. 'De mensen vonden het niet zo gezellig als in de wijken. Sommige buurten stopten ermee, andere buurten gingen samen aan de slag. De voorwaarde van de buurten om mee te doen aan deze verhuizing was dat de vuren zo hoog en zo groot mochten worden als de bouwers zelf wilden.’
Toch zou het te eenzijdig zijn om alleen de negatieve kanten van de vreugdevuren te belichten. Vaak was het bouwen van de stapel een gezellige aangelegenheid, waarbij de oudere buurtbewoners stonden te praten terwijl de jongeren bezig waren. Ook het verzamelen en verstoppen van de kerstbomen zorgden voor veel saamhorigheid in de buurten. Een ander voordeel was dat de jeugd iets te doen had in de vrije tijd tussen Kerstmis en Oud en Nieuw. 'Vroeger gingen wij uit verveling de straat op om kerstbomen te zoeken, maar tegenwoordig zitten ze met slecht weer liever thuis te gamen bij de kachel. Met mooi weer komen de meeste jongeren gelukkig wel helpen, maar juist met slecht weer kunnen we vaak wat extra handen gebruiken.' Dit vormt wel een beetje een bedreiging van het voortbestaan van het Vreugdevuur, maar vooralsnog geen grote bedreiging.
Ook de gemeente stelde voorwaarden aan het Vreugdevuur. Zo had de gemeente afgelopen jaar gesteld: geen kerstbomen meer, alleen maar pallets. Dit vanwege de hars in de rook die met een ongunstige wind de ramen van de nabijgelegen woningen vies maakt en ervoor zorgt dat de ramen moeilijker open en dicht gaan. Daarnaast kwam er steeds meer aandacht voor de veiligheid.
Van de wijken naar het strand Dat het uiteindelijk niet meer ging met de vuren in de buurten, was duidelijk. 'Vaak was iedereen ook een beetje dronken en ontplofte er van alles, het werd te gevaarlijk. Het asfalt ging kapot en er kwamen klachten,' vertelt Wesley IJzendoorn. In overleg met de gemeente werden er vanaf 1990 plekken op het strand aangewezen voor
Competitie Tegenwoordig ligt de spanning in de strijd om het hoogste vuur tussen de wijken Duindorp en Scheveningen-Dorp. Hemelsbreed liggen de vuren niet ver van elkaar af, enkel het water van de haven scheidt ze. Scheveningen-Dorp bouwt zijn vuur op het Noorderstrand en Duindorp op het Zuiderstrand. Tegenwoordig zijn er geen vechtpartijen meer. Het verzamelen van de pallets gebeurt door afspraken te maken met bedrijven om de pallets op te slaan in gehuurde loodsen. Met vele tientallen vrijwilligers wordt in de dagen tussen Kerstmis en Oud en Nieuw dan de brandstapel opgebouwd. Dit gebeurt met hand, maar ook met bouwliften, verreikers en heftrucks. Efficiënter, sneller en veiliger dan vroeger met als resultaat: een enorme brandstapel, die van middernacht tot ver in de kleine uurtjes blijft branden. En aan de andere kant van de haven nog één. 'Een geweldig gezicht, dat jaarlijks ook veel toeristen naar Scheveningen trekt. Mensen uit Amerika, Engeland, Duitsland en Frankrijk komen naar het Vreugdevuur. We krijgen veel media-aandacht uit binnen- én buitenland,' aldus IJzendoorn. 'En de sfeer op het strand is in feite niet veel veranderd vergeleken met vroeger. Het samen zijn en elkaar helpen, dat is er allemaal nog steeds. Vanaf zes jaar tot volwassenen in de zestig, iedereen doet wat ie kan. Ook meisjes helpen mee. Als mensen de pallets niet kunnen tillen, doen ze wat anders. Het is gewoon heel gezellig.'
Afspraken met gemeente Het klinkt als een succesverhaal: van rebels fikkie stoken in de wijk tot een gezellige competitie van vreugdevuren op het strand. Zijn er ook knelpunten? IJzendoorn aarzelt even. 'Tja,
traditie special 2015
15
Nationale inventaris
Passie
Voor Dyonna Benett is het Zomercarnaval in Rotterdam een geweldig feest. In 2015 was ze queen van de carnavalsgroep Passionada.
de reden dat we het Vreugdevuur op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed wilden laten plaatsen, heeft daarmee te maken. Het contact met de gemeente verliep namelijk nogal stroef, maar het lijkt erop dat ze momenteel iets meer begrip krijgen voor deze mooie traditie.' Een paar jaar geleden viel de brandende stapel om. Nu gebeurt dat wel vaker, vooral als je harde wind hebt, die het vuur horizontaal blaast en aan het strand komt dat vaak voor. Als iedereen genoeg afstand bewaart, is dat niet erg. Maar nu viel de stapel om naar de kant van de toegestroomde media. ‘De gemeente riep meteen om restricties: niet meer dan achtduizend pallets. Dat zou echter het competitie-element weghalen en dat is een van de pijlers van het Vreugdevuur. Natuurlijk willen wij ook dat er niemand gewond raakt. We hebben meteen een veiligheidsplan gemaakt. En de aanvraag voor de plaatsing op de Inventaris Immaterieel Erfgoed, in de hoop een betere onderhandelingspositie te hebben. Wij zitten ook niet te wachten op familieleden of vrienden die gewond raken tijdens de opbouw, daar hebben we onderling afspraken over gemaakt. Het moet wel veilig blijven.'
16
traditie special 2015
De hoogste stapel En dan nu de brandende vraag: wie had er het afgelopen jaar de hoogste brandstapel? 'Eigenlijk gaat het om en om,' vertelt Wesley IJzendoorn. 'Het ene jaar wint Duindorp, het andere Scheveningen-Dorp. Vroeger konden ze het aantal lagen tellen, toen was de stapel nog niet zo hoog. Maar tegenwoordig zitten we al gauw op 20 tot 30 meter, dat is niet te tellen, dus wordt het gemeten. Dit jaar zaten we rond de 25 meter en waren beide stapels nagenoeg even hoog.' Er is nog steeds enthousiasme genoeg in Scheveningen om twee enorme brandstapels te bouwen. De organisatie van Vreugdevuur Scheveningen bestaat uit meerdere personen die zich het hele jaar actief inzetten. Zij worden bijgestaan door vele tientallen, misschien wel honderden vrijwilligers die ze op de hoogte houden via Facebook met bijna 3000 volgers. Eens in de twee/drie maanden geven ze een feestje, zodat er ook door het jaar heen contact wordt gehouden. Dat vuur, dat blijft wel branden.
Meer informatie: www.vreugdevuur-scheveningen.nl. Van 27 tot en met 31 december kunt u de bouw volgen via www.scheveningen.nl/vreugdevuur/
Zomercarnaval Rotterdam
'Op Curaçao wordt carnaval heel uitbundig gevierd. Mijn moeder heeft van kleins af meegedaan, en haar passie heeft me aangestoken. Ik doe mee sinds mijn vijftiende. De groepsleidster van Passionada was Queen Zomercarnaval 2011. Ze heeft alles geleerd van haar tante: hoe je kostuums moet maken en groepsleden moet werven. Als je een carnavalsgroep opzet, moet je er het hele jaar door mee bezig zijn. Het is een lifestyle. Die passie staat altijd op een hoge plek in je leven. Door de crisis dreigt het Zomercarnaval te verdwijnen. Het kost namelijk veel geld om mee te doen. Toch is het belangrijk dat het Zomercarnaval ieder jaar gevierd blijft worden. Er zijn nu veel spanningen tussen verschillende nationaliteiten, maar bij het zomercarnaval is het mogelijk om alle problemen onderling te vergeten. Vooral omdat je gewoon samen kunt dansen en gezellig kunt doen. Het maakt mensen gelukkig. Het is één grote, geweldige, liefdevolle dag.'
traditie special 2015
17
Varsity
Nationale inventaris
Nationale inventaris
en bestaan 13 2 jaar ijd tr ds we ei ro ts ei sit er iv Un Nationale
Een zondag in het voorjaar, even ten zuiden van Utrecht aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Jonge mensen stromen in groten getale toe. Ze zien eruit alsof het een historische filmopname betreft: rieten hoeden en gekleurde jasjes. Iedereen is hier vanwege een bijzondere traditie: de Varsity. Sinds kort op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. 18
traditie special 2015
traditie special 2015
19
Nationale inventaris
Nationale inventaris
D
e Nationale Universiteitsroeiwedstrijden ‘Varsity’ zijn roeiwedstrijden voor studenten in Nederland, in navolging van de Britse traditie van de wedstrijd tussen roeiploegen van Oxford en Cambridge op de Theems. Het woord varsity is een verbastering van het Engelse university. In Nederland is de wedstrijd voor het eerst gehouden in 1878 tussen het in 1874 opgerichte K.S.R.V. Njord uit Leiden en het in 1876 opgerichte D.S.R.V. Laga uit Delft. Er werd over 3200 meter geroeid op het Galgewater in Leiden. Er waren twee keerboeien in de baan waar de boten omheen moesten roeien en men roeide in boten met vaste banken. Laga won.
Spread vorige pagina: Het Amsterdam-Rijnkanaal wordt voor de Varsity vrij van bootverkeer gemaakt. i De leden van de winnende roeivereniging springen bloot in het water om de winnaars te feliciteren.
In 1880 werd in Utrecht U.S.R. Triton opgericht, zodat er aan de volgende Varsity in 1882 drie ploegen meededen. Ditmaal won Njord. In 1883 is de Nederlandsche Studenten Roeibond opgericht om jaarlijks deze wedstrijd te organi-
seren. De Studenten Roeibond bestond uit de bestuurders van de drie aangesloten verenigingen. Op 30 juni 1883 is de eerste officiële Varsity gehouden met één onderdeel: de Oude Vier. Een dramatische gebeurtenis zorgde ervoor dat er maar één boot over de finish kwam, namelijk die van Njord, want de boten van Laga en Triton waren met elkaar in aanvaring gekomen bij de keerboei. In 1884 werden er drie nummers aan de wedstrijd toegevoegd: Jonge Twee, Jonge Vier en Oude Twee. De namen verwijzen respectievelijk naar het aantal jaren lidmaatschap van de roeiers en de hoeveelheid roeiers in een boot. Dat was nog maar het begin van veel meer veranderingen aan het evenement. ‘Er zijn momenteel zoveel nummers, dat ze soms niet eens allemaal geroeid kunnen worden. Het is namelijk regel dat het belangrijkste nummer, de Oude Vier, standaard om 17.00 uur geroeid wordt. Hier gaat het allemaal om, want de vereniging die de Oude Vier wint, is de winnaar van de Varsity,’ vertelt Bram Bet, voorzitter van de Varsity Commissie.
Traditionele kleding
Veel relaties zijn begonnen op de roeivereniging.
20
traditie special 2015
Uiteindelijk zijn er ongeveer zestig eerstejaars op een vereniging van 750 leden die echt fanatiek gaan roeien, dat betekent zeven dagen per week trainen. Niet iedereen heeft daar tijd voor, naast zijn of haar studie. Vergeleken bij andere sporten is het in de roeisport mogelijk om betrekkelijk laat te beginnen en snel door te stoten naar een hoog niveau, mits er genoeg getraind wordt. Er zijn redelijk veel topsporters uit de studentenroeiverenigingen voortgekomen, die nu aan wereldkampioenschappen meedoen. Tijdens de Varsity kun je zulke toppers in actie zien, dat maakt zo’n evenement natuurlijk ook bijzonder.
Belangrijkste onderdeel: de Oude Vier
Bij de Oude Vier gaat het om een strijd tussen boten met vier roeiers en een stuurman of -vrouw bestaande uit leden van één vereniging op een baan van drie kilometer. De winnende roeiers ontvangen een medaille, het gouden blik, en een toegangsbewijs voor het leven. Een van de tradities van de Varsity is dat de leden van de winnende vereniging op een stropdas na bloot in het water springen om hun winnaars te feliciteren. ‘Het is niet precies bekend hoe oud deze traditie is of waar zij vandaan komt,’ vertelt Bram Bet. ‘Men vermoedt dat het in de jaren veertig van de vorige eeuw is begonnen. Het is een typisch Nederlandse traditie, in Engeland wordt dit niet gedaan.’ Foto: Hollandse hoogte
gezelligheid. Dat mag ook. Dat is het unieke van een studentenroeivereniging: het is gezelligheid, sociale contacten en sport ineen.’
Net zoals bij andere sporten voelen de supporters zich nauw verbonden met hun ploeg. De toeschouwers hullen zich voor deze dag dan ook in de traditionele outfit van gekleurde jasjes, rieten hoedjes en bamboe wandelstokken, waarbij de clubkleuren duidelijk aanwezig zijn in de kleuren van de jasjes. Als de gemoederen hoog oplopen, komt het ook wel voor dat de supporters elkaar proberen naar de grond te trekken, het zogenaamde brassen. Ook het kluiten of plaggen gooien is regelmatig te zien. Hierbij bekogelt men elkaar met graspollen in de hoop de smetteloze jasjes te bezoedelen.
Foto: Hollandse hoogte
Hoe leuk de andere nummers ook zijn, iedereen wacht op het hoogtepunt van de dag, de Oude Vier. De ontlading met het in het water springen is één traditie, een andere is dat de winnende vereniging een kroegjool aanbiedt aan alle leden van de deelnemende verenigingen, haar eigen leden en de toeschouwers van de Varsity. Ten slotte wordt de winnende ploeg roeiers in hun eigen stad met een koets van het station afgehaald en naar de sociëteit gebracht, begeleid door een enthousiaste menigte. ‘Zoiets kan natuurlijk niet op het allerlaatste moment pas geregeld worden,’ vertelt Bet. ‘Dat betekent dus, in het geval er meerdere kanshebbers op de titel zijn, dat er in verschillende steden voorbereidingen getroffen worden voor zo’n ereronde.’
h De winnaar van de Oude Vier is tevens de winnaar van de Varsity. i De supporters proberen de leden van de andere club naar de grond te trekken, het brassen.
‘Juist het feit dat de Varsity al zo oud is en nog steeds zo belangrijk is, maakt het bijzonder voor veel mensen. Iedereen weet dat en iedereen doet daaraan mee. De combinatie van het traditionele karakter met topsport maakt het aantrekkelijk,’ legt Bram Bet uit. ‘Dat geldt ook voor mij persoonlijk. Het is veel werk om de Varsity te organiseren. Er worden toch steeds hogere eisen aan zo’n sportevenement gesteld, vooral als je wilt blijven meedoen op topniveau. Het bestuur bestaat uit tien mensen, maar wij hebben voor de dag zelf hulp van zo’n tweehonderd vrijwilligers. Het opbouwen van de tribunes, het afzetten van de baan met boeien, het ontvangen van de toeschouwers en
Verder heeft elke vereniging haar eigen tradities die met het roeien en de Varsity te maken hebben, de zogenaamde mores. Die worden mondeling doorgegeven en zijn geheim voor niet-leden.
Kennis doorgeven ‘De Varsity wordt georganiseerd en geroeid door leden van studentenroeiverenigingen,’ gaat Bet verder. ‘De oudere studenten geven hun kennis door aan de jongere generaties. Wij hebben weinig last van minder animo. Er zijn zo’n twintig studentenroeiverenigingen in Nederland en elk jaar komen er per vereniging zo’n 250 nieuwe leden bij. Uiteraard gaat niet iedereen fanatiek sporten, sommigen komen vooral voor de
traditie special 2015
21
Nationale inventaris
REcept
ereleden, er komt veel kijken bij de organisatie. We hebben ook overleg met Rijkswaterstaat, want het Amsterdam-Rijnkanaal wordt die dag afgesloten voor alle vaartuigen. We beginnen in september al met de voorbereidingen. ‘
Veranderingen
m De leden van een club zijn te herkennen aan hun kleding en de clubkleuren.
De Varsity is gebaseerd op tradities maar er zijn ook veranderingen geweest. Niet alleen de inhoud van de dag maar ook de locatie is in de loop van 132 jaar al diverse keren veranderd. Begon men ooit te roeien op het Galgewater in Leiden, al in 1883 week men uit naar de Rijn bij Oudshoorn. Vervolgens kwamen het Noorder Buiten Spaarne bij Haarlem, de Schie bij Zweth, het Noordzeekanaal, de Boschbaan te Amsterdam en het Amsterdam-Rijnkanaal aan bod.
niet iedereen het daarmee eens was, waren vanaf 1976 ook de vrouwenploegen welkom.
Toekomst ‘We proberen de Varsity telkens verder te professionaliseren,’ vertelt Bram Bet. ‘Door sponsorinkomsten waren we in staat om de baan en de roeifaciliteiten te verbeteren. Er zijn bijvoorbeeld warme douches gekomen voor de roeiers en op meerdere plekken duidelijke boeien langs de baan, daarnaast zijn de startfaciliteiten verbeterd en is er een camera bij de finish geplaatst. Ook hebben we nu een VIP-paviljoen in plaats van een VIP-schip. Door de plaatsing op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed hopen we meer aandacht van de media te krijgen om onze bekendheid op peil te houden. Dat is nodig om voldoende leden en sponsors te krijgen en dat hebben wij nodig om onze traditie levend te kunnen houden.’ Tradities hand in hand met veranderingen, topsport naast gezelligheid en een roerige historie, dat is de Varsity in een notendop. ‘Ik ben nog steeds lid van Triton,’ vertelt Bet. ‘Als oud-bestuurslid blijf ik daar nauw bij betrokken. Ik blijf ook roeien, al is het niet op wedstrijdniveau. Ik ben dusdanig verknocht aan de roeisport dat ik daar niet gauw mee zal stoppen. Ik ken mijn huidige vriendin ook van de roeivereniging. En daarin ben ik niet de enige, veel relaties zijn begonnen op de roeivereniging. Dat zie je ook bij de Varsity: hele families komen daar kijken. En zo wordt de traditie ook weer doorgegeven. Ik zal mijn kinderen zeker ook meenemen, in de toekomst.’
In 1941 werd de Varsity door de Duitse bezetter verboden. De Duitsers verboden Joden het lidmaatschap van niet-commerciële verenigingen. Als reactie daarop zegde de hele Nederlandse studentenwereld massaal het lidmaatschap van de verenigingen op uit solidariteit. Ook de studentenroeiverenigingen, die hun materiaal verborgen zodat het niet door de Duitsers geconfisqueerd kon worden. Na de oorlog zijn de grootste veranderingen vooral in de jaren zestig en zeventig gekomen. In de jaren zestig ontstonden er roeiverenigingen die geen band hadden met het studentencorps. In 1973 werden deze verenigingen ook toegelaten om mee te doen met de Varsity. En hoewel
22
traditie special 2015
Recept van Carolina Verhoeven, Landskeuken
Friese Stoofpeertjes in weckfles U hebt nodig:
* 2 sto ofpeertjes er * 2 eetlepels suik
t * 2 weckpotten me s el ks passende de ringen * 2 ro de rubber s tje me en 4 klem Was de stoofpeertjes en schil de peertjes overdwars. Het is een typisch Friese gewoonte de peertjes in één keer te schillen. Neem 2 weckpotten van een ½ liter. Spoel glazen weckpotten (randen!) en deksels zorgvuldig af en was ze in een vaatwasmachine of in ruim heet sodawater. Spoel ze daarna nog vaak na, het liefst een paar uur voor aanvang. Zet de flessen en deksels omgekeerd op een schone theedoek en laat ze uitlekken. Tijdens het vullen van de potten is het van groot belang dat de randen schoon blijven. Vul de potten met elk een peer en een eetlepel suiker. Vul dan de potten met gekookt water tot twee vingers breed onder de rand. Zodat de massa nog wat kan uitzetten tijdens verhitting, anders zal de inhoud zich over de randen persen en kan de pot niet meer goed sluiten. Controleer altijd zorgvuldig of de deksels en ringen goed op de pot passen en zet de passende onderdelen bij elkaar. Sluit de weckpotten af met twee klemmetjes. Giet water in de weckketel met een theelepel citroenzuur zodat de potten kalkaanslag vrij en schoon uit de ketel komen. Breng het water in de ketel aan de kook en temper het vuur. Vanaf nu gaat de kooktijd in. Pasteuriseer de weckpotten met peer in ruim 30 minuten.
Foto: Hollandse hoogte
Meer informatie: www.knsrb.nl/varsity
Laat de weckpotten in de ketel afkoelen. Deze weckpotten met peer zijn nu twee jaar houdbaar.
Het wecken in Roden staat op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Wilt u meer weten over wecken, kijk dan op www.carolina-verhoeven.nl. Hier kunt u ook informatie vinden over de kookworkshops van de Academie Culinaire Historie
traditie special 2015
23
Nationale inventaris
portret
M o l enaar
Jippe Kreuning
‘Molenaars hebben hun imago niet echt mee. De meeste mensen denken aan nurkse, oude mannen met baarden,’ zegt Jippe Kreuning, één van de jongste molenaars van Nederland. Toen hij vier jaar geleden de jongste was die zijn diploma vrijwillige molenaar haalde, barstte er een mediastorm los. Niet alleen vanwege zijn leeftijd, achttien jaar, maar vooral vanwege het feit dat zo’n jonge jongen voor een oud vak als molenaar had gekozen. Of, zoals hij het zelf zegt: ‘Molenaars hebben hun imago niet echt mee.’ De passie voor zijn vak heeft hij niet van een vreemde. ‘Op mijn achtste zijn we naar een molen verhuisd. Mijn vader was molenaar. Ik ben opgegroeid met het weer, de wind en het geluid van zwiepende wieken.’
Symbool van Nederland
Toch was het niet vanzelfsprekend dat hij molenaar zou worden. Sterker nog, hij had er helemaal geen zin in. Zijn vader gaf hem op voor de opleiding waar hij vervolgens met frisse tegenzin aan begon. Gaandeweg werd hij er toch door gegrepen en studeerde af als enthousiast pleitbezorger van het molenaarsambacht. ‘Molens zijn toch bij uitstek het symbool van Nederland. Kijk eens naar wat er uit de Gouden Eeuw over is: geen VOC-schepen meer, hier en daar nog wat carillons en gerestaureerde gebouwen. Maar Nederland staat nog vol met molens! En de meesten werken ook nog. Als ik bezig ben in een werkende molen, voel ik me net een kapitein, afhankelijk van weer en wind. Ik voel me dan verbonden met het verleden, want tweehonderd jaar geleden deed iemand hier hetzelfde als ik.’
Molenarcheologie
We zouden Jippe echter tekort doen als we hem alleen als molenaar neer zouden zetten. Hij is vooral een onderzoeker. ‘Elk grijs gebied wil ik ontdekken. Ik wil altijd weten waaróm iets is zoals het is, wat erachter zit.’ Op dit moment is hij bezig met een dubbele master voor Biologie en Archeologie.
24
traditie special 2015
‘Dat schijnt een vrij unieke combinatie te zijn, maar voor mij was het een logische keuze. Juist bij een vak als archeologie komt biologische kennis heel goed van pas, denk aan het onderzoeken en dateren van plantenresten bij opgravingen.’ Nu vragen sommige lezers zich wellicht af hoe dit te combineren valt met het aloude ambacht van molenaar. Maar voor Jippe is dit geen vraag, hij heeft daar een duidelijke mening over: ‘Ik zou me kunnen voorstellen dat er een Leerstoel Molenarcheologie wordt ingesteld. Er zijn toch veel dingen die we niet meer weten over het vak van molenaar.’
‘Als ik bezig ben in een werkende molen, voel ik me net een kapitein, afhankelijk van weer en wind.’ En mocht dat niet een, twee, drie lukken, dan ziet hij zichzelf nog altijd wel op een molen wonen. ‘Een van de weinige voordelen van het feit dat er zo weinig jonge molenaars zijn, is dat de kans om in de toekomst op een molen terecht te komen groot is. Maar het moet wel in Amsterdam zijn!’ Om molens en de molenaars een positiever imago te geven heeft hij nog wel een plan. ‘We zouden veel meer kunnen doen met molens. Stel je voor dat er in Nederland op een bepaalde dag of week de gemalen uitgezet worden en dat alleen alle poldermolens zouden draaien. Dan wordt heel het land droog gehouden door ons erfgoed. Als dat geen mooie publiciteitsstunt is!’ Het Gilde van Vrijwillige Molenaars verzorgt de opleiding voor molenaar: www.vrijwilligemolenaars.nl
traditie special 2015
25
voor de jeugd
Nationale voor inventaris de jeugd
Wat zijn tradities? Tradities zijn gebruiken die mensen al lang hebben. Het gaat vaak om iets wat je steeds weer doet omdat je het fijn vindt, gewoontes die je van je ouders hebt geleerd en zij weer van hun ouders. Bijvoorbeeld schaatsen en stamppot eten in de winter, of paaseieren zoeken met Pasen. Of een verjaardag, sinterklaasfeest of Koningsdag vieren. Het kunnen ook andere dingen zijn die je geleerd hebt, zoals hoe je iets moet maken of een fatsoensnorm.
Je kent zelf vast ook wel trad ities, kun je er een paar be denken?
de Nieuwjaarsduik en Valentijnsdag of Halloween. Het gaat erom dat mensen het belangrijk genoeg vinden om te doen en door te geven aan anderen.
Tradities blijven niet altijd hetzelfde, ze kunnen ook veranderen. Tegenwoordig vieren we op een andere manier Sinterklaas dan vroeger. Tradities kunnen door veel mensen gevierd worden of alleen door mensen uit een bepaald gebied of van een bepaald geloof. Als je erover nadenkt ontdek je vast en zeker dat je zelf ook tradities hebt.
Welke trad itie w il jij later do orgeven aan jo uw kinderen?
Veel tradities bestaan al een tijd maar er ontstaan ook nieuwe tradities, zoals
Spreekwoorden Tegenwoordig wordt bijna alles door machines gemaakt, maar vroeger deden mensen dat zelf. Die mensen worden ambachtslieden genoemd. Zij konden vaak bijzondere dingen maken met hun handen en gereedschap, wat ze geleerd hadden van hun vader of van een meester in het vak. Er zijn ook nu nog spreekwoorden die over ambachten en ambachtslieden gaan. Weet jij wat deze spreekwoorden en gezegden betekenen? Het antwoord staat op pagina 27.
. 1. Het geheim van de smid
2. Schoenmaker, blijf bij je lees t.
3. Het komt voor de bakker.
4. Dat is schering en inslag.
5. Een tim mermansoog hebben.
26
traditie special 2015
D
at in sommige Zuid-Limburgse dorpen een enorme, bijna kale boom op het dorpsplein voor de kerk staat? De zware boom van soms wel dertig meter lang wordt elk jaar door heel veel, mooi versierde paarden in een lange optocht uit een bos naar het dorp gebracht en daar door mensen rechtop gezet. Er komt geen machine aan te pas. In het dorp Noorbeek is dat lang geleden door de dorpelingen beloofd aan de heilige Brigida, in ruil voor bescherming van hun vee tegen ziektes. Hun boom wordt Brigida-den genoemd. Als de Brigida-den rechtop staat, viert iedereen feest.
Wist je…? D
at in Borne, een dorp in Overijssel, elk jaar met Pinksteren alle meisjes van het dorp in mooie witte jurken in groepjes door het dorp lopen? Ze zingen: ‘Rosa, Rosa, bloemen op je hoed, alle meisjes zijn zo goed, Rosa wil je dansen, dansen, dansen, Rosa wil je dansen?’ In het midden van het dorp, op het dorpsplein, komen ze bij elkaar en doen samen een grote dans rondom een met bloemen versierde paal. Daarna krijgen ze allemaal een ijsje. De meisjes heten de Pinksterbruidjes.
D
at de cijfers die we nu gebruiken lang geleden bedacht zijn door de moslims? Duizend jaar geleden zijn die cijfers en nog veel meer andere kennis vanuit het Midden-Oosten naar Europa gebracht. Vóór die tijd werden hier Romeinse cijfers gebruikt, die eigenlijk bestaan uit letters. Bij de Romeinse cijfers bestond de 0 niet, die is pas met de Arabische cijfers gekomen.
Waar of niet waar? 1. In een dorp in Friesland krijgen de kinderen geen cadeautjes met de verjaardag van Sint Nicolaas op 5 december, maar anderhalve maand later op 21 februari. Dan vieren ze de verjaardag van Sint Piter, net zoals anderen dat doen met het sinterklaasfeest. 2. In een deel van de Veluwe staan de mensen elk najaar vroeg op om in het bos alle eikels te verzamelen die ze kunnen vinden. Die vermalen ze en van dat meel maken ze broodjes, die gezegend worden in de kerk. Die eikelbroodjes geven ze aan hun dieren, zodat ze door de heilige beschermd worden tegen ziektes. 3. Op een heuvel in Limburg staat het huisje van een kluizenaar. Nu woont er geen kluizenaar meer in, maar nog steeds gaan elk jaar de mensen uit de dorpen daar in de buurt er in een lange optocht naartoe, compleet met de fanfare. Dan houden ze een kerkdienst in de openlucht en daarna eten ze met zijn allen. Voor de kinderen is er een kermis.
D
at in Tiel, de fruitstad in de Betuwe, één keer per jaar een speciale koek gebakken wordt? De bakkerij staat aan het plein waar altijd de kermis is en de koek wordt alleen verkocht tijdens de kermis. Hij heet dan ook: kermiskoek. Vroeger kochten jongens zo’n koek om hem aan het meisje te geven waar ze verliefd op waren. Als het meisje hem uitnodigde voor een stuk koek, wist hij dat ze hem ook leuk vond.
D
4. In een klein dorpje in Overijssel eten alle mensen tijdens de vastentijd alleen maar bruine bonen en vis. Dat doen ze als herinnering aan de tijd dat hun dorp lang geleden door een veldheer belegerd werd en ze alleen maar hun wintervoorraad van bonen en verse vis uit de rivier konden eten. 5. In delen van Noord-Holland is er in het voorjaar een speciale dag voor alle kinderen die dat jaar tien worden of geworden zijn. Die mogen dan hun mooiste kleren aan en lopen met een vaandel in een optocht door het dorp of stad. Dit vaandel is een soort versierde vlag met de namen van de kinderen erop geborduurd. De route is mooi versierd met bogen en slingers. Het vaandel dat elk kind draagt is soms al heel lang in een bepaalde familie en wordt door ouders doorgegeven aan hun kinderen. 6. Een dorp in Limburg wordt één keer in de zeven jaar helemaal versierd als een middeleeuws dorp met overal draken. Alle inwoners verkleden zich als middeleeuwers en er is een optocht en er zijn drakenfeesten. De antwoorden vind je op pagina 42.
at joodse kinderen tijdens het joodse lichtfeest Chanoeka een speciaal spelletje doen dat al duizenden jaren oud is? Ze spelen dan met een dreidel, dat is een soort hoekige tol met aan elke kant een Hebreeuwse letter die samen een gezegde vormen: een groot wonder gebeurde hier. Ze zingen er een liedje bij, zodat ze goed onthouden waar het feest om gaat.
Antwoord op de vragen over spreekwoorden De betekenis is: 1. Het geheim van de smid: een geheime techniek die alleen bepaalde mensen kennen. 2. Schoenmaker, blijf bij je leest: doe wat je het beste kunt en bemoei je niet met zaken waar je niets vanaf weet. 3. Het komt voor de bakker: het komt in orde, het wordt geregeld. 4. Dat is schering en inslag: Dat komt bijzonder vaak voor. Schering en inslag zijn de lengteen breedtedraden van de stof op een weefgetouw. 5. Een timmermansoog hebben: heel precies kunnen zien of iets helemaal recht is, of recht staat of hangt.
traditie special 2015
27
Nationale inventaris
Metworstrennen
e op carnavalsdag Spectaculaire paardenrac Om vier uur 's morgens op carnavalsmaandag klinkt er overal in het Brabantse kerkdorp Boxmeer luid hoorngeschal. Dat is het sein voor het begin van de Metworstrennen, die onlangs op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland geplaatst zijn. 28
traditie special 2015
O
m vier uur 's morgens op carnavalsmaandag klinkt er overal in het Brabantse kerkdorp Boxmeer luid hoorngeschal. Dat is het sein voor het begin van een spannende dag die voor vele oud-Boxmeerders een reden is om ervoor terug te komen naar hun geboorteplaats. Dan vinden namelijk de Metworstrennen plaats, die onlangs op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland geplaatst zijn. Hoewel de Metworstrennen al minstens vanaf
1740 bestaan, wordt deze traditie gerekend onder de jongerentradities. Het gaat namelijk om een wedstrijd waaraan alleen ongetrouwde mannen mogen meedoen. Nu moet hier meteen een kanttekening bij geplaatst worden, want er is ook een keer een winnaar van 47 jaar oud geweest. De voorwaarde voor het meedoen aan deze paardenrennen is dat men lid is van de Instelling der Tijdelijck Jonggesellen van Boxmeer, in het kerkdorp Boxmeer geboren en getogen is, daar nog woont en vrijgezel is.
De metworstrenners zijn ongehuwde mannen, die geboren en getogen zijn in Boxmeer.
traditie special 2015
29
Nationale inventaris
D
e reden dat we het jaartal 1740 hanteren als oprichtingsjaar van onze vereniging is dat het oudst bekende reglement uit dat jaar stamt,' vertelt Dick Goossens, voorzitter van de Vereniging 'De Metworst'. 'Naast bovengenoemde voorwaarden om mee te mogen doen aan de Metworstrennen, is er nog één belangrijke voorwaarde: men moet beschikken over een geldig ruitercertificaat. Drie maanden voor de wedstrijd is er een proef, die men met goed gevolg moet doorstaan. Het certificaat is drie jaar geldig.' Het doel van de vereniging is mooi omschreven in het reglement uit 1740: 'Het doel der Vereeniging is, om een aloud gebruik – dat ingesteld werd door eene liefdadige dame, en dat beslaat in het wedrennen om eene metworst, de jaarlijksche belooning van eene edelmoedige daad, door Boxmeersche jongeren aan bovenbedoelde dame bewezen – in onze gemeente te handhaven en in eere te houden.'
Een edelmoedige daad Het begon allemaal met Freule Aleida. Op zekere dag in de vijftiende eeuw raakte haar koets van de weg in de omgeving van Boxmeer. Gelukkig hielden niet ver van de plek des onheils enige jongelingen te paard zich onledig. Blij met wat afleiding schoten zij de freule te hulp en trokken de koets uit de greppel. Uit dankbaarheid voor deze edelmoedige en onzelfzuchtige daad schonk freule Aleida de jongelingen van Boxmeer het recht om elk jaar een aantal etenswaren af te halen bij een boerenhoeve. Deze hoeve is sindsdien getooid met de fraaie naam 'De Belaste Hoeve' en men strijdt elk jaar om de eer de prijzen aldaar af te halen. Dat is volgens de legende de aanleiding voor de Metworstrennen geweest. 'De prijzen zijn een zeven ellen lange metworst, twee broden, twee vaten bier en een halve varkenskop,' aldus Dick Goossens. 'De winnaar van de Metworstrennen haalt de prijzen op, maar alles wordt gezamenlijk door alle leden van de vereniging genuttigd. Door het jaar heen hebben we feestavonden die daaraan gewijd zijn. Elk onderdeel wordt op een aparte avond opgegeten of gedronken, zoals bijvoorbeeld het bier tijdens het fustenlegen. Dat zorgt voor intimiteit en verbondenheid. En nog even voor alle duidelijkheid: de metworst is inderdaad ruim twee meter lang.'
Reveille blazen De dag begint om vier uur met een reveille door de hoornblazers. 'De blazers zijn meestal oude ruiters, oud-koningen en oud-bestuursleden,' vertelt Goossens. 'Ze gaan te voet en voor verder afgelegen plekken staan er zes chauffeurs klaar om hen te brengen, want het blazen moet binnen een bepaalde tijd gebeuren. Er vindt alleen reveille plaats in het kerkdorp Boxmeer.' Vervolgens trekken alle inwoners en alle bezoekers naar het buiten het dorp gelegen Vortums Veld, een weg door de weilanden tussen Sambeek en Vortum-Mullem. De traditie wil dat men onderweg een warm worstenbroodje eet. Tussen acht uur en half negen worden de paarden gekeurd en wordt er geloot. Niet alleen de paarden, ook alle attributen wor-
30
traditie special 2015
Nationale inventaris
den gekeurd door de dierenarts en een aantal onafhankelijke keurmeesters. De ruiters moeten rijden in een effen witte broek, een effen blauwe kiel met aan de linkerarm een rood lint. Uiteraard rijdt men met alle noodzakelijke veiligheidsmiddelen, zoals valhelm, beschermkappen en teugels met rubberen antislip-afzetting. Sporen zijn verboden, een zweep van maximaal 75 cm is toegestaan. Na elke manche worden de paarden van de ritwinnaars (die dus nog een keer moeten rijden) gekeurd door de wedstrijddierenarts.
De eeuwige eer
De prijzen zijn een zeven ellen lange metworst, twee broden, twee vaten bier en een halve varkenskop.
Koningsrit De Metworstrennen bestaan uit afvalraces van meestal dertien ritten over een parcours van bijna achthonderd meter. De eerste rit begint rond half tien 's morgens. Men begint met voorrondes, vervolgens de halve finale, dan een intermezzo genaamd de Knollenrace. Dit is een wedstrijd voor jongens vanaf dertien jaar op werkpaarden. Alleen Belgische, Nederlandse en Ardenner trekpaarden mogen hieraan meedoen. 'Dit is een opstapje naar het grote werk voor de jongere kinderen,' vertelt Dick Goossens. Na de Knollenrace begint de finale, waarvan de winnaar de Koning van de Metworst wordt. Deze rit heet dan ook de Kunningsrit. De Koning haalt bij de Belaste Hoeve de jaarlijkse erfbelasting op en wordt daar door de Beschermvrouwe met het zilveren Koningsschild omhangen. Onder begeleiding van de andere ruiters en de zogenaamde Gekkekar rijdt de Koning terug naar Boxmeer. Daar wordt hij onder de Wilhelminaboom door de Beschermvrouwe gekroond tot Koning van de Metworst. Ten slotte wordt de erewijn geschonken en vindt er een groots Kunningsbal plaats in de feestzaal van het plaatselijke hotel. Om zes uur 's avonds is er in het clubhuis van de vereniging een Koningsreceptie. Maar dat is niet de enige plek waar gefeest wordt, in alle kroegen van Boxmeer is het de hele nacht feest. 'Het is altijd één groot feest,' aldus Goossens. 'Hoewel het een regionale aangelegenheid is, krijgen we ook aandacht uit Duitsland en Frankrijk. Maar we willen klein blijven, met niet meer dan twintig- à vijfentwintigduizend bezoekers. We zijn er supertrots op dat we nu op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed staan, dat is toch een vorm van waardering voor onze traditie en vrijwilligers.'
j In Boxmeer wordt gestreden om de titel Koning van de Metworst. f Vanaf ’s morgens vroeg staat het publiek achter de dranghekken de metworstrenners aan te moedigen. i De Koning van de Metworst krijgt het koningschild en de metworst omgehangen.
Wat is nu precies de aantrekkingskracht van de Metworstrennen voor degenen die eraan meedoen en heeft de vereniging geen moeite met het aantrekken van nieuwe ruiters? 'De aantrekkingskracht zit hem vooral in de eer om te winnen. Je komt als Koning in de boeken te staan en bent een plaatselijke beroemdheid. Je hele leven lang, want metworstkoning blijf je altijd. Alle koningen tot 1891 staan ook op de website. En als je drie keer hebt gewonnen, ben je zelfs Keizer! Maar dat is al niet meer voorgekomen sinds het begin van de vorige eeuw. Voor velen is het dé dag van het jaar. Dat kippenvelmoment als de winnaar over de streep komt, dat is onbetaalbaar. En dat wordt iedereen hier met de paplepel ingegoten.' Dat klinkt alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Hoeft de Vereniging 'De Metworst' dan helemaal geen moeite te doen om de jeugd vanachter de pc of spelcomputer vandaan te krijgen? 'Ook voor ons is het toch wel een uitdaging om de jeugd erbij te betrekken, ondanks de plaatselijke bekendheid. Vanaf een jaar of dertien wordt de jeugd redelijk ongrijpbaar. We hebben al educatief materiaal gemaakt en zullen ons in de toekomst nog meer gaan richten op de scholen. We hebben een mooi verhaal laten schrijven door Gerard Sonnemans, een jeugdboekenschrijver en hopen daarmee de interesse van de jongeren te kunnen wekken.’
Levende traditie ‘Voorlopig hebben wij aan interesse geen gebrek. Het metworstrennen leeft nog heel erg in Boxmeer. Iedereen hier wil wel metworstkoning worden en de rennen zijn een jaarlijks hoogtepunt. Daarom gaan we nog niets veranderen in de spelregels en de wedstrijd ook niet openstellen voor vrouwen, want dat is niet volgens de traditie,' aldus Goossens. Het Metworstrennen is misschien buiten Boxmeer een onbekende traditie, maar bedreigd is de paardenrace allerminst. De liefde wordt al eeuwen overgedragen van generatie op generatie. Door haar nalatenschap zorgt Freule Aleida er nog altijd voor dat Boxmeer op carnavalsmaandag de nieuwe metworstkoning kan uitroepen.
Meer informatie: www.metworst.nl
traditie special 2015
31
Caribisch nederland
Passie
Dia di Barí De Dag van de Barí
Tim Visscher en Jordy Winter zijn alle twee begonnen bij het kindercorso Vollenhove. Spelenderwijs hebben ze het bouwen van de wagens geleerd van oudere en ervaren mensen.
De barí is een trommel, gemaakt van een houten vat dat bespannen is met een dierenvel. Het is een typisch Bonairiaans slaginstrument. Op de muziek van de barí zong men teksten over de wantoestanden op de plantages. Tegenwoordig zingen de barízangers satirische teksten over misstanden in de politiek of andere bijzondere gebeurtenissen.
D
e barí wordt samen met andere instrumenten, zoals de kwarta en wiri (metalen rasp), bespeeld. De wiri geeft het basisritme aan en op de barí worden allerlei variaties gespeeld. Het is muziek van de slaven, die deze traditie hebben meegenomen uit Afrika. December is van oudsher de maand van de barí en de plek waar men bij elkaar kwam om dit te vieren was bij de Piedra Pretu, een zwarte rots bij Rincon, het oudste dorp van Bonaire.
Pekeltonnen
De barí werd vroeger gemaakt van tonnetjes waarin pekelvlees had gezeten. Tegenwoordig maakt men de vaten uit duigen en hoepels. Het dierenvel dat voor de bespanning gebruikt wordt, wordt bewerkt voordat het geschikt is. Bij voorkeur wordt het vel van geiten gebruikt, omdat dat een goede, harde klank heeft. Het vervaardigen van een barí is een ambachtelijk werk, dat vroeger van vader op zoon werd doorgegeven, maar tegenwoordig nog door weinigen uitgeoefend wordt. Aan het ambacht zijn veel verhalen verbonden over de geschiedenis en de verbondenheid met de natuur. De barímakers kennen die verhalen nog.
Kennis doorgeven
Eén van de meesters in het vak van barí maken is Hubert ‘Pachi Pe’ Mercera. Hij werkt bij Fundashon Mangazine di Rei, een cultuurpark
32
traditie special 2015
met een museum over het leven in Rincon van vroeger en nu. Het museum wil samen met de culturele stichting Fundashon Plataforma Kultural het oude ambacht van de barí vervaardigen stimuleren. Zij doen dit door middel van het project Pone Barí Ronka (Laat de barí klinken). Hierbij wordt aan kinderen en jongeren geleerd om een barí te maken en te bespelen. Onder begeleiding van Mercera en andere meesters maken zij hun eigen barí. Daarnaast leren zij het instrument bespelen, teksten te schrijven en te zingen. Om te begrijpen hoe de traditie past in het bredere beeld van het culturele leven op Bonaire, komen oudere inwoners vertellen over de traditie. Er worden ook een educatieve film en een boekje gemaakt waarin uitleg gegeven wordt. Op deze manier geven de meesters deze belangrijke culturele traditie door aan een jongere generatie, die de traditie op zijn eigen wijze zal gebruiken zodat hij kan voortbestaan. Zo zal de Dia di Barí (Dag van de barí) in december nog lang gevierd worden.
Foto: Gabriël R. Mercura Met dank aan Marieke Knol
Meer informatie over het project Pone Barí Ronka: www.plataformakultural.com
Bloemencorso Vollenhove
‘Op 1 mei beginnen we te bouwen. Van maandag tot donderdag, elke avond drie uur, en dan de zaterdagen de hele dag. De dagen voor het corso doen we de bloemen, dan werken we door tot het af is, zonder slaap, maar dat heb je er wel voor over. En op de zaterdag van het corso ben je er natuurlijk de hele dag mee bezig. Het is heel gezellig: je werkt met een vriendengroep, met familie en met buren. De groepen komen niet alleen uit Vollenhove, maar uit de wijde omtrek. Het is het mooiste feest van het jaar, ook als je niet wint. Heel Vollenhove is ermee bezig op een of andere manier. Op de zondag na het corso staan alle wagens tentoongesteld op het evenemententerrein, dan kan je ze nog eens rustig bekijken. Ondanks de concurrentie brengt het toch veel saamhorigheid. We lenen elkaar ook dingen. Niet voor niets is onze leus: 'Het corso maak je samen'.’
traditie special 2015
33
Staphorst met een stip
Techniek re dt trad itie
Een typisch Overijsselse traditie is het Staphorster stipwerk dat vroeger vooral werd gebruikt om de streekdracht te versieren. Enkele decennia geleden leek het een zachte dood te sterven. Maar niets is minder waar. Door het harde en innovatieve werk van enkele enthousiaste inwoners is het aan een compleet nieuw leven begonnen.
W
at is Staphorster stipwerk? De meeste mensen zullen het wel een keer gezien hebben, zonder het te herkennen als een traditie uit de streekdracht. Staphorster stipwerk is een zich herhalend patroon van kleine stipjes verf in verschillende kleuren op een egale ondergrond. Bij de streekdrachten was de ondergrond meestal zwart, waardoor de felgekleurde stipjes er enorm uitsprongen. De stipjes worden met stempels op de stof gedrukt. De stempels worden gemaakt van materiaal dat vroeger in huis voorradig was, bijvoorbeeld houten klosjes of kurken, waarin spijkertjes en kopspelden en andere stukjes metaal zijn geslagen. De stempels variëren van simpel (bestaand uit één puntje) tot ingewikkeld, en van klein tot groot. Ze worden in de verf gedoopt en op de stof gedrukt. Iedere stempel heeft zijn eigen kleur en als de vormen en kleuren gecombineerd worden, ontstaan er ingewikkelde patronen.
Motieven en kleuren Elke Staphorster stipper ontwikkelt zijn of haar eigen stempels en zo ook eigen patronen. Vaak is er aan de patronen en de stempels te zien wie de stof heeft bedrukt. Sommige patronen en motieven komen bij veel stippers terug, zoals blad- en bloemmotieven of voorbeelden uit de volkskunst, zoals het zonnerad, het bijenkorfje en de zesster. Bij het Staphorster stipwerk worden kleuren gebruikt die iets vertellen over de drager of draagster. Blauw is bijvoorbeeld de kleur van de rouw, dit wordt dan gecombineerd met wit en zwart. Er kunnen ook andere kleuren bij komen. Hoe meer kleur er in de blauwe patronen is verwerkt, des te minder zwaar de rouw is. Rood wordt juist alleen buiten de rouwtijd gedragen. Grote lappen stof worden volgedrukt met motieven in dezelfde patronen, steeds exact op dezelfde afstand van elkaar. Ook wordt er met stempelblokken of drukblokken op rollen stof gedrukt, zoals dat ook wel gedaan wordt met batikblokken. In Staphorst wordt dit ‘machinaal drukken’ genoemd, ook al is het niet machinaal maar handmatig.
34
traditie special 2015
traditie special 2015
35
Ambacht
ambacht
Familie Vloedgraven Nu weten we wat het is en hoe het eruit ziet, maar hoe is het ontstaan? Dan moeten we even terug naar het begin van de twintigste eeuw, toen een jonge Staphorster koopman iets zag dat zijn aandacht trok. Frans Vloedgraven, eigenaar van een textielwinkel in Staphorst, zag in 1905 op de markt in Meppel een Drentse boerin, gekleed in een zwart jakje versierd met witte bloemetjes van stipwerk. Vloedgraven bedacht dat dit uitstekend zou passen op de Staphorster klederdracht. De fabrikant van het jakje was Palthe uit Almelo. Zij gebruikten exact dezelfde techniek en drukpap als in de Middeleeuwen. De nieuwe mode sloeg aan in Staphorst en ook anderen gingen deze met stipjes versierde stoffen en stempels verkopen. Het stipwerk werd zo een wezenlijk onderdeel van de Staphorster klederdracht en volkscultuur.
Huisvlijt In 1929 stopte Palthe met de verkoop van de in Staphorst zo populaire stoffen. Om ervoor te zorgen dat er toch een toestroom van nieuwe stoffen in Staphorst gegarandeerd was, ging de zoon van Vloedgraven in de leer bij de fabriek in Almelo. Hij kwam terug met kennis over de technieken en met de benodigde materialen, zoals de stempelblokken, om stoffen zelf te kunnen bedrukken. Dat was het startsein voor de Staphorster productie van met stipwerk bedrukte stoffen. De benodigde drukpap werd gemaakt door de huisschilder in Staphorst en later door de verffabriek, nog steeds volgens het oude procedé.
Staphorster stipwerk wordt hip!
g Kleinkinderen maken met hulp van oma's klederdracht nieuwe hippe streekdracht. i Het Staphorster stipwerk is een techniek om de klederdracht te versieren. Het stipwerk wordt aangebracht met stempels die in verf zijn gedoopt.
In dezelfde tijd gingen Staphorster vrouwen ook handmatig stoffen voor hun klederdracht versieren met stipwerk. Zij maakten hun eigen stempels met voorwerpen die in huis voorhanden waren en ontwikkelden hun eigen motieven en patronen. In de loop der jaren heeft het handmatig thuis bedrukken van stoffen met stipwerk het machinaal drukken min of meer verdrongen.
Modeshow In 2010 kwam er grote aandacht voor de Staphorster klederdracht en het stipwerk. Dat was deels op initiatief van een paar inwoners die anderen enthousiast maakten om eigentijdse kleding te maken en ontwerpen, geïnspireerd op de traditionele stoffen en dracht. Voor een ander deel kwam het doordat de Spaans/Colombiaanse modeontwerper Ricardo Ramos na een bezoek aan Staphorst een collectie ontwierp die geïnspireerd was op de Staphorster klederdracht. Tijdens en na de viering van 200 jaar Staphorst in april 2011 leidde dit tot veel enthousiasme en publiciteit in Staphorst zelf en in de media. Veel Staphorsters werkten mee aan de kleding en de presentaties, met als een van de hoogtepunten een modeshow met onder meer stipwerk in eigentijdse kleding en voorwerpen.
Innovatie Een ander gevolg van deze hernieuwde aandacht voor Staphorster tradities was iets dat grote gevolgen heeft gehad voor de ontwikkeling van
36
traditie special 2015
h De klederdracht wordt nog dagelijks gedragen door een aantal oudere vrouwen. k Hun kleinkinderen dragen de traditionele dracht alleen nog op speciale dagen. i Gerard van Oosten heeft nieuwe verf uitgevonden, waardoor het Staphorster stipwerk een moderne toepassing kreeg.
sten n Oo a v ard Ger
het stipwerk. Tot dan toe werd nog steeds de vrijwel onveranderde drukpap gebruikt, maar deze voldeed al lang niet meer aan de huidige eisen. De verf was giftig, had een lange droogtijd en kon niet in de wasmachine gewassen worden. Die eigenschappen stonden innovaties in de weg. Staphorster verftechnicus Gerard van Oosten ontwikkelde nieuwe verftypen, gebaseerd op de traditionele verf, die geen giftige stoffen bevatten en in de wasmachine kunnen. De kleur en glans zijn gelijk aan die van de traditionele verf. Met deze nieuwe verf zijn er tal van mogelijkheden voor het stipwerk. Zoals in de rest van Nederland dragen ook in Staphorst steeds minder mensen klederdracht en het stipwerk werd dus met uitsterven bedreigd. De nieuwe verf heeft voor een ommekeer gezorgd: er worden nu ook plastics en andere kunststoffen bedrukt. Het resultaat is prachtig: traditioneel Staphorster stipwerk op moderne gebruiksvoorwerpen en kledingstukken, zoals sieraden, ondergoed, zwemkleding, schoenen en kerstballen. Het Staphorster stipwerk is een belangrijk onderdeel van de identiteit van Staphorst. In het Museum Staphorst heeft het Staphorster stipwerk een plek in de vaste opstelling, met aandacht voor zowel de historie als de nieuwste ontwikkelingen. Modeshows, demonstraties van stipwerkers en Staphorster Dagen zijn maar enkele van de activiteiten rondom het Staphorster erfgoed.
Vakopleiding ambachtelijk stipper Staphorst heeft zijn identiteit omarmd. Dat is niet alleen te merken in het museum, maar ook aan tal van andere initiatieven zoals Staphorst is hip en de Stichting Staphorster Stipwerk. Deze stichting heeft vorig jaar een prachtig boek uitgebracht over de oorsprong en ontwikkeling van het bekende stipwerk. Ze organiseren ook een vakopleiding om het ambacht van Staphorster stipwerkers door te geven, onder leiding van Gerard van Oosten. Er zijn al zoveel aanmeldingen voor deze vakopleiding tot ambachtelijk stipper, dat er inmiddels al meer klassen gestart zijn. Niet alleen wordt er les gegeven in het stippen en het vervaardigen van het gereedschap, ook leert men over de geschiedenis, de ontwikkeling en de diverse mogelijkheden van het Staphorster stipwerk. Al met al zal het Staphorster stipwerk voorlopig niet uitsterven, maar heeft het heel nieuwe wegen ingeslagen.
Meer informatie: www.staphorsterstipwerk.com. In het museum kunt u de tentoonstelling over de geschiedenis van het stipwerk en de stippers bezoeken: www.museumstaphorstnl. Een workshop Staphorster stipwerk kunt u volgen bij www.atelierdingstede.nl.
traditie special 2015
37
Nationale inventaris
Nationale inventaris
in opmars Authentiek Chinees eten
Balans van de vijf elementen De Chinese eetcultuur kent een lange traditie. Over het algemeen doen de vele Chinese restaurants in Nederland niet echt goed recht aan die traditie. Het wordt tijd dat dit verandert, vindt Jinai Looi. Zij heeft de geest van de tijd mee, want de gedachtegang achter het traditionele Chinese eten sluit naadloos aan bij de huidige trend van slow food.
Jinai Looi wil de Chinese culinaire tradities van haar voorouders in ere houden.
38
traditie special 2015
traditie special 2015
39
Nationale inventaris
Nationale inventaris
I
n China nemen het gezamenlijk bereiden van de maaltijden en het samen eten een belangrijke plaats in de cultuur in,' vertelt Jinai Looi, die in haar workshops lesgeeft in de basistechnieken van de Chinese keuken. 'Uiteraard moeten de Chinese mensen in Nederland integreren in de samenleving hier, maar de eettradities van onze ouders en grootouders zijn zo waardevol dat ze ook behouden moeten worden.' Looi heeft de kennis over de Chinese eetcultuur van haar ouders en andere familieleden meegekregen. Zij is daar altijd erg in geïnteresseerd geweest en doet zelf ook onderzoek naar verschillende bereidingswijzen.
staat meestal uit de resten van de hoofdmaaltijd met een hartige rijstpap. De lunch is een simpele versie van de hoofdmaaltijd.
Yin en yang Er zijn tal van ongeschreven regels en rituelen in de Chinese keuken en bij de maaltijden. Bij het bereiden van een maaltijd moet er om te beginnen een goede balans tussen de gerechten die yin (verkoelend) en yang (verwarmend) zijn. 'Yin zijn groenten, schaaldieren en bonen. Deze etenswaren ziet men als koud, ingetogen en passief. Yang staat voor actief, vurig en warm, dat zijn bijvoorbeeld vlees en hete specerijen,' legt Jinai Looi uit. 'Verder is elk ingrediënt gekoppeld aan een element, waarvan er vijf zijn: vuur, aarde, metaal, water en hout. Een maaltijd die bestaat uit ingrediënten van alle elementen is het meest compleet en in principe goed voor het lichaam. Daarbij zijn de Chinezen heel praktisch van aard. Als je iets eet dat niet zo erg gezond is, compenseer je dat met iets heel gezonds.' Om het even heel kort door de bocht weer te geven: een salade bij de patat. Maar dan op zijn Chinees, uiteraard. Als een maaltijd volgens deze principes en in een bepaalde vaste volgorde is bereid, is hij voedzaam, gezond en goed van smaak.
Lao Tse en Confucius Achter de indeling en balans van de ingrediënten liggen filosofieën als het taoïsme en het confucianisme. Lao Tse leefde van 604 tot 507 voor Christus en was de grondlegger van het taoïsme. Confucius stond aan de wieg van het confucianisme en leefde van 551 tot 478 voor Christus. Het is duidelijk dat de Chinese eetcultuur een lange geschiedenis heeft. Elke keizerlijke dynastie heeft er overigens zijn eigen draai aan gegeven, evenals elke provincie in het uitgebreide Chinese rijk. 'De smaak van de bevolking veranderde in de loop van de tijd,' vertelt Jinai Looi. 'Door contact met andere volken en handelaars kwamen nieuwe ingrediënten ter beschikking.'
40
traditie special 2015
h Alle gerechten moeten met eerbied gemaakt en gegeten worden.
De Chinese eetcultuur is samen eten en delen.
Jinai Looi heeft veel rondgereisd in China om de culinaire tradities van elk gebied te leren kennen. Ze houdt nu presentaties over die tradities en geeft workshops. Die workshops hebben een gevarieerd publiek: van kinderen vanaf vier jaar tot beroepskoks. 'Ik vind het belangrijk dat mensen het totaalplaatje leren kennen van de culinaire traditie. Het samen eten en delen van de gerechten is een typisch kenmerk van de Chinese eetcultuur. Daarbij eet men met stokjes uit een kommetje. Alle gerechten worden samen op de tafel gezet en ieder neemt wat uit een schotel en doet dat in zijn of haar kommetje. Dat eet je leeg en dan neem je iets anders.' Bij het taoïsme is evenwicht belangrijk, de balans tussen yin en yang. Bij het confucianisme staan zelfbeheersing, matigheid, redelijkheid, harmonie, tradities en eerbied voor schoonheid hoog in het vaandel. Dat is allemaal terug te vinden in de culinaire traditie, dus ook bij het nuttigen van de maaltijden. 'Er wordt niet gesproken tijdens de maaltijd, je eet rustig, geniet van de smaken en gaat niet staan. Je dient je helemaal te richten op het eten, uit respect voor de ingrediënten, de kok en als dank voor de maaltijd,' vertelt Looi.
Veranderingen Chinezen eten drie keer per dag warm om de simpele reden dat de meest gebruikte onderdelen, rijst of noedels, warme gerechten zijn. Brood wordt eigenlijk amper gegeten, enkel in de vorm van mantous, een soort kleine broodjes. De hoofdmaaltijd is 's avonds rond half acht en bestaat uit rijst, noedels of mantous. Daarbij eet men groenten en vlees of vis. Het is belangrijk dat het eten er mooi uitziet en dat de maaltijd uit verschillende kleuren bestaat. Het ontbijt be-
Onderdeel van de Chinese culinaire traditie is het gebruiken van alles wat eetbaar is. 'Dat betekent dat er insecten, kikkers, maar ook honden en katten werden gegeten. Inclusief ingewanden en restvlees zoals varkensoren,' legt Jinai Looi uit. Zoals alle tradities onderhevig zijn aan veranderingen, verandert ook de Chinese eetcultuur. De meeste Nederlanders houden niet meer van gerechten met ingewanden en orgaanvlees, maar ook bij Chinezen is er weerstand. 'Kwallen, pezen en hersenen staan niet vaak meer op het menu. Ook worden bittere smaken niet meer zo gewaardeerd. Vooral jonge Chinezen willen niet meer alles eten. En er komen steeds meer vegetariërs. Ook in China zelf groeit het verzet tegen het eten van hondenvlees.'
dat je gedwongen wordt om rustig, met kleine hapjes te eten. En dan zijn we bij slow food aangekomen.
Behoud en doorgeven De interesse in slow food, het met aandacht bereiden van eten en het bewust genieten van de smaken, is de laatste jaren erg in opmars over de hele wereld. Men waardeert de echte smaken van groenten, fruit, ambachtelijk bereide producten en dergelijke. De aandacht voor het bereiden van het eten en de toewijding aan de maaltijd in de Chinese eetcultuur sluiten daar naadloos bij aan.
Eetstokjes Dit soort veranderingen vormen het grootste gevaar voor het voortbestaan van de Chinese eettradities. Tegenwoordig staan Chinese ouders er niet meer zo op dat hun kinderen alles eten. Dat was enkele decennia geleden nog wel anders. Ook zijn er steeds meer westerse invloeden. 'Zelfs ik betrap mezelf er soms op dat ik eerder een vork pak om mee te eten dan stokjes,' geeft Jinai Looi toe. Vorken en messen zijn in de ogen van de Chinese traditie wapens. Eetstokjes zijn bijna heilig, het is het belangrijkste gereedschap om in de eerste levensbehoefte te voorzien. 'Stokjes mogen niet gescheiden worden, je trommelt er niet mee op tafel en je steekt ze absoluut nooit rechtop in een kommetje rijst. Dan staan ze op dezelfde manier als wierookstokjes die men brandt voor een overledene op een huisaltaar.' Bijkomend voordeel van het eten met stokjes is
h Een maaltijd moet een goede balans tussen gerechten die yin (verkoelend) en yang (verwarmend) zijn. i Via koopworkshops kunnen mensen de basistechnieken van de Chinese keuken leren.
Maar niet alleen de slow food-trend is positief voor het behoud van de Chinese culinaire tradities. 'Ik zie bij Nederlanders steeds meer belangstelling voor het échte Chinese eten. Er wordt meer gereisd en door het openstellen van China voor toeristen komen daar ook meer Nederlanders en leren zo het traditionele Chinese eten kennen. Ze beseffen dat dat anders is dan wat de afhaalchinees maakt,' vertelt Looi hoopvol. Ook Chinezen uit Suriname die nu in Nederland wonen, kennen de echte traditionele Chinese gerechten. Zodoende zijn er ook steeds meer ingrediënten in Nederland te koop, bijvoorbeeld in toko's. Maar de Chinese eetcultuur omvat natuurlijk veel meer dan alleen de gerechten. 'Het is belangrijk dat men inziet dat de Chinese culinaire traditie immaterieel erfgoed is en inmiddels onderdeel van de Nederlandse cultuur is geworden. Dat mag niet verdwijnen en hoort eigenlijk op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed,' aldus Jinai Looi.
Wilt u ook een cursus volgen en de basis leren kennen van de Chinese keuken, kijk dan op www.hetzesdegeluk.com
traditie special 2015
41
voor de jeugd
aankondiging
Beesel doodt zijn draak
Tatoeages Een tatoeage is een versiering op de huid met tatoeage-inkt, die er soms wel en soms niet meer af gaat. Met een speciale naald wordt de verfstof in of op de huid aangebracht. Je hebt vast wel eens mensen met een tatoeage gezien of je kent ze. Tegenwoordig is het heel gewoon om een tatoeage te hebben, veel bekende voetballers of popsterren hebben ze bijvoorbeeld. Vroeger was het meer iets voor zeelui en beschouwden veel mensen het als onbeschaafd.
Draaksteken in het Limburgse Beesel is mateloos populair. Het hele dorp raakt nu al in de ban van de draak. Alle inwoners voelen de adem van de draak met de week heter worden, want in 2016 is het weer drakenjaar.
De tatoeages van de ijsman
Nog weer vroeger waren tatoeages een manier om jezelf te versieren voor een speciale gebeurtenis of een soort teken dat je iets speciaals had volbracht, als een soort medaille. Of om te laten zien dat je bij een bepaalde groep mensen hoorde. Een paar jaar geleden is er een man in een gletsjer in de Alpen gevonden, die 5350 jaar geleden leefde. Hij had 59 tatoeages. Hij wordt ook wel de ijsman genoemd. Er zijn ook Egyptische mummies gevonden met tatoeages.
Bruidshenna
Maar tatoeages zijn niet alleen voor mannen. Bij moslims worden er met henna versieringen op de huid getekend als een meisje trouwt. Henna is een plantje dat gemalen wordt en vermengd met water een rode kleurstof wordt. De rode kleur verdwijnt na een tijdje, het is dus geen blijvende tatoeage. De versieringen die met henna gemaakt worden, hebben allemaal een betekenis, zoals het brengen van geluk en voorspoed. Ook in Nederland zijn er speciale hennakunstenaars die hennatatoeages zetten.
Teken van volwassenheid
Bij mensen uit bepaalde delen van Indonesië hebben tatoeages ook een betekenis, soms al eeuwenoud. Zij gebruiken wel een verfstof die blijvend zichtbaar is. Ook in de Chinese cultuur worden tatoeages gebruikt om iets duidelijk te maken, soms met afbeeldingen zoals een draak of tijger, en soms met speciale lettertekens. Bepaalde volken in Afrika maken met een glasscherf kleine sneden in het gezicht van een jongen of meisje dat een bepaalde leeftijd heeft. In de wonden wrijven ze zand met een kleurtje, dat later gekleurde littekens veroorzaakt. Dit is een teken dat je bij de volwassenen hoort.
42
traditie special 2015
Teken van wie je wilt zijn
Al die manieren zijn niet altijd pijnloos of erg hygiënisch. In Nederland moet een tatoeage-artiest zich wel houden aan allerlei voorschriften, zodat er geen infectie kan plaatsvinden. Er zijn ook modes in tatoeages, zoals de tribal of een sleeve. Een tribal is een tatoeage waarbij afbeeldingen uit de Maori-, de Polynesische of de Indiaanse cultuur worden gebruikt. Een sleeve is een grote tatoeage die rondom een heel stuk arm wordt aangebracht, als een soort mouw. Ook nu nog gebruiken mensen een tatoeage om te laten zien dat ze bij een bepaalde groep horen. Of als aandenken aan een geliefd persoon. En soms gewoon omdat ze het mooi vinden. Zo zie je maar: er zit meer achter de tatoeage van je geliefde voetballer of artiest dan je denkt!
Antwoorden waar of niet waar 1. Dit is waar. In Grouw wordt elk jaar op 21 februari een feest gevierd waarbij de kinderen cadeaus krijgen, net als met Sinterklaas. Sint Piter komt met de boot aan en vertrekt weer tijdens zijn feest. Het verhaal gaat dat Sint Nicolaas vergeten was om naar Grouw te gaan en dat Sint Piter er toen later heen ging met cadeaus. 2. Dit is niet waar. 3. Dit is waar. De woning van de kluizenaar, ook wel de Kluis genoemd, staat op de Schaelsberg, vlakbij Oud-Valkenburg. Van 1688 tot 1930 is de Kluis door een kluizenaar bewoond geweest. Op
de laatste zondag van juni worden daar nu een kerkdienst en een kermis gehouden. De tocht of bedevaart ernaartoe wordt Sjaasbergergank genoemd. 4. Dit is niet waar. 5. Dit is niet waar. 6. Dit is waar. In Beesel voert het hele dorp elke zeven jaar het toneelstuk Sint Joris en de draak op in het openluchttheater. Het gaat over een spannende strijd van een jongeman die vecht tegen een monster die het dorp treitert. Speciaal hiervoor wordt het dorp versierd en is er een historische optocht.
traditie special 2015
43
aankondiging
Taak van de J onkheid in N o orbeek
Het verhaal van Sint Joris die de draak verslaat was al in de Middeleeuwen bekend. Veel kerken en kloosters zijn vernoemd naar de heilige, en verenigingen en schutterijen kozen hem vaak als patroonheilige. Ook in Engeland en Catalonië genoot Sint Joris grote bekendheid. In Beesel – een dorp in Limburg – speelt Sint Joris nog steeds een grote rol. Hier werd al in 1736 tijdens de kermis, onder het zingen van het Sint-Jorislied, de draak doodgestoken. Misschien is het de eeuwige strijd tussen goed en kwaad, waardoor het Draaksteken de eeuwen
44
traditie special 2015
overleeft. Het kan ook te maken hebben met het enthousiasme in Beesel, waar dit evenement op ongekende wijze alle inwoners en ook de vroegere inwoners met elkaar verbindt. De Stichting Draaksteken Beesel zorgt ervoor dat het spektakel iedere zeven jaar weer plaats kan vinden. Tussen 12 en 20 augustus 2016 wordt het draaksteken door ruim vierhonderd Beeselnaren en oud-Beeselnaren zes keer opgevoerd bij kasteel Nieuwenbroek.
Meer informatie: www.draaksteken.nl
Sint Brigida Denhalen Ieder jaar op de zaterdag na Pasen voeren de leden van de Jonkheid Sancta Brigida in Noorbeek al sinds 1634 het ritueel van het denhalen uit, dat ervoor zorgt dat het vee in het dorp gevrijwaard blijft van de runderpest.
In een lange rij lopen de versierde paarden met de den van het bos naar het kerkplein in Noorbeek.
traditie special 2015
45
Nationale inventaris
Nationale inventaris
Zo staat in Noorbeek sinds 1634 het hele jaar een hoge, bijna kale boomstam op het plein voor de kerk. Het hele jaar, behalve op de dag dat er een nieuwe gehaald wordt, op de tweede zaterdag na Pasen. Want dan wordt ’s morgens de oude den geveld en staat er pas ’s avonds weer een nieuwe, in volle glorie. Het denhalen gaat nog vrijwel volgens de eeuwenoude traditie. De heilige heeft ook haar belofte gehouden, want in al die jaren is de runderpest wel langs Noorbeek gegaan, maar heeft er nooit halt gehouden.
Jonkheid
De Jonkheid is een bekend begrip in Limburg. Vrijwel elk dorp heeft zo’n vereniging van ongetrouwde jonge mannen. De Jonkheid heeft een aantal vaste taken. Over het algemeen gaat het om het organiseren van de jaarlijkse processie, het versieren van het huis van gouden bruidsparen, het organiseren van het sinterklaasfeest en het feliciteren van Prins Carnaval. Vaak heeft de Jonkheid ook enkele specifieke taken die bij het dorp horen. Zo is de bekendste taak van de Jonkheid in Noorbeek het halen van een den voor de heilige Brigida.
‘Eigenlijk ken je de Jonkheid al van jongs af aan, ze zijn overal bij aanwezig,’ vertelt Kevin Kleijnen. ‘Bij elke belangrijke gebeurtenis in het dorp zijn ze er, zoals met de processie waarin ze met hun eigen vaandel meelopen. En bij het kamerschieten.’
‘Het maakt me trots om zoiets te mogen doen.’
‘Deze traditie typeert de gemeenschap van Noorbeek,’ legt Kevin Kleijnen uit, Kapitein van de Jonkheid van Noorbeek. ‘Het maakt ons trots om te mogen doen wat onze voorvaderen ook altijd al gedaan hebben. Het brengt mensen bij elkaar, het is samen feestvieren. En het is niet zomaar een mei-den, het is de Brigida-den, het volbrengen van de belofte die onze voorouders lang geleden aan de heilige Brigida gedaan hebben.’
Het kamerschieten doet denken aan saluutschoten. Een kamer is het deel van een kanon waar het kruit of de kogel in zit. Een aantal kamers worden op regelmatige afstand van elkaar op de weg gelegd met een kruitspoor ertussen. Als dat wordt aangestoken, klinken er knallen. Dit wordt door de Jonkheid gedaan tijdens de processie, die in Noorbeek de Bronk wordt genoemd. Telkens wanneer meneer pastoor de heilige monstrans omhoog houdt, klinkt er een aantal knallen.
Een gebeurtenis die helemaal gewijd is aan de Jonkheid vindt plaats op de maandag na de Bronk. Dan voeren de vrijgezelle heren een reidans uit door het dorp. Samen met de plaatselijke schutterij worden er dan paaltjes omgehakt die her en der geplaatst worden. Aan de paaltjes hangt een fles jenever, die samen gedeeld wordt. Aan de bielemannen (= bijlmannen) is de eer de poalkes te houwe. Na deze vrolijke rondgang begint de kermis.
Speciaal gevoel Het is min of meer een automatisme dat je in Noorbeek als jongen bij de Jonkheid gaat. ‘Ik ben zelf op mijn dertiende bij de Jonkheid gegaan,’ vertelt Kleijnen. ‘Het bestuur bestaat uit zeven leden. Na verloop van tijd ging de vorige Kapitein weg en werd ik gevraagd. Dat was een grote eer. De gebeurtenissen waar de Jonkheid bij betrokken is, geven een heel speciaal gevoel. Het hele dorp maakt zich klaar voor die dagen, er hangt een feestelijke sfeer en de Jonkheid is duidelijk zichtbaar aanwezig. Dus toen ik gevraagd werd als Kapitein, zei ik vanzelfsprekend ja!’ ‘Je wordt natuurlijk niet zomaar gevraagd als Kapitein. Je moet bepaalde kwaliteiten bezitten en taken willen oppakken. Tegenwoordig komt er veel bij kijken om evenementen te organiseren: veiligheid, horeca en samenwerken met andere instanties. Voor het denhalen werken we bijvoorbeeld samen met Staatsbosbeheer. Het
takenpakket moet ook passen bij je ambities en je moet er tijd voor kunnen vrijmaken. Gelukkig is het voor mij te combineren met mijn werk.’
Het halen van de den De den die de leden van de Jonkheid omhakken, moet een bepaalde lengte en dikte hebben en rond de dertig meter lang zijn. Zulke bomen groeien niet in elk bos. Het bos waar momenteel de den vandaan gehaald wordt, ligt dichtbij de Belgische grens. ’s Morgens vroeg zijn enkele leden van de Jonkheid (de kappersgroep) daar al naartoe gegaan om de boom om te kappen en van de onderste takken te ontdoen. Vervolgens wordt de stam met een tractor uit het bos getransporteerd. Daar neemt een hele rij paarden het over. Elk lid van de Jonkheid – zo’n negentig man – begeleidt een paard waarvan het hoofdstel versierd is met crêpepapieren rozen en waar bovenop de haam een mooie krans is bevestigd. Vooraan de stoet lopen twee Friese paarden, daarachter zevenentwintig Belgische trekpaarden. De Friezen geven het tempo aan. ‘Je doet er bijna de hele dag over om van Noorbeek naar het bos en weer terug te lopen, bergop, bergaf. Bovendien wordt er regelmatig gestopt bij een cafeetje om de wielen te smeren. Het moment dat je het dorp binnenkomt en alle mensen langs de weg ziet staan, dat vervult je met zo’n gevoel van trots. Dat is niet te beschrijven. Daar doe je het voor.’
i Aan het begin van de avond komt de stoet met paarden aan in Noorbeek. Een laatste paard trekt in zijn eentje de den naar de kerk, zodat de stam gemakkelijk in het gat geplaatst kan worden. De getrouwde mannen duwen de den handmatig omhoog.
Vier eeuwen oud Het verhaal over de belofte gaat vier eeuwen terug. Het vruchtbare puntje van Limburg was jarenlang een speelbal tussen strijdende partijen en tot overmaat van ramp brak er runderpest uit, die de boeren dreigde te beroven van hun kostbare vee. De inwoners van Noorbeek baden tot hun patrones, Sint Brigida, die bekendstond als de beschermheilige van het vee. Zij deden de heilige een belofte: zij zouden elk jaar een Brigida-den voor haar oprichten in ruil voor bescherming van hun runderen.
46
traditie special 2015
gDe paarden zijn versierd met crêpepapieren rozen en boven op de haam is een mooie krans bevestigd. Vooraan in de stoet lopen twee Friese paarden, daarachter zevenentwintig Belgische trekpaarden.
traditie special 2015
47
Nationale inventaris
Passie
naar hun dorp, maar er komen ook elk jaar meer bezoekers. De plaatselijke hotels zijn al maanden van tevoren volgeboekt.
Jeugd denhalen Sinds een aantal jaren is er precies een week voor het denhalen het jeugd-denhalen. Dan gaan de kinderen uit het dorp met de leden van de Jonkheid naar het bos om hutten te bouwen en een boom om te hakken. Dat is uiteraard geen boom van dertig meter, maar van een meter of zeventien. Die wordt met een miniatuurkar naar het dorp gesleept door de kinderen en daar rechtop gezet door de Jonkheid. Vanaf groep acht mogen de kinderen voor hun eigen groep een bestuur en een Kapitein kiezen. ‘Na de basisschool gaan ze allemaal bij de Jonkheid, dan zijn ze het al een beetje gewend door het jeugd-denhalen,’ aldus Kevin Kleijnen. ‘Het verhaal van Sint-Brigida is bekend bij bijna alle kinderen, dat wordt op de scholen en in de kerk verteld. De Jonkheid bezoekt zelf ook scholen om te vertellen wat we doen. We hebben oud beeldmateriaal, vanaf de jaren twintig uit de vorige eeuw tot nu. Soms nodigen we ook oude mensen uit Noorbeek uit om te vertellen over vroeger. Ik word als Kapitein ook wel gevraagd door kinderen die een spreekbeurt houden of voor een interview. Als Kapitein ben je toch een soort van plaatselijke beroemdheid.’
h De den blijft het hele jaar voor de Sint-Brigida kerk staan.
48
traditie special 2015
Vervolgens wordt er een ererondje om de kerk gelopen, letterlijk. Het gedreun en gekletter van de beslagen hoeven op de keitjes is oorverdovend en de lange rij versierde paarden is erg indrukwekkend. Uiteindelijk zijn bijna alle paarden losgemaakt en moet het voorste paard in zijn eentje de lange den precies naar de goede plek brengen, zodat hij zó in het lege gat getild kan worden. Dan is de beurt aan de getrouwde mannen van het dorp om de boom op traditionele wijze rechtop te hijsen. Voor dit jaarlijkse spektakel keren veel oud-Noorbekenaren terug
‘Het denhalen is belangrijk voor de gemeenschap, voor het dorp. Het typeert het dorp, die tradities geven het dorp en het leven hier een bepaalde meerwaarde. Het brengt mensen bij elkaar want je doet het samen. En als je dan al die mensen met een glimlach mee ziet doen en uit volle borst ziet zingen, dat geeft je een enorme drive. Het is ook heel mooi om te zien hoe de jonge leden van de Jonkheid al meedoen met alle activiteiten tussen de andere mannen. Alle belangrijke momenten van kind tot man beleef je samen. Zo wordt de traditie doorgegeven.’
Wilt u het denhalen ook eens meemaken, kijk dan op www.jonkheidnoorbeek.nl.
Piet van Assendorp woont op een woonwagenkamp en noemt zich reiziger. Zijn voorouders werden in de negentiende eeuw door gebrek aan werk gedwongen om te gaan reizen.
Passie voor de woonwagencultuur
Zij trokken door het land om als scharensliep, ketellapper, stoelenmatter of artiest in hun levensonderhoud te voorzien. In 1978 verbood de Rijksoverheid het rondtrekken en dwong de woonwagenbewoners om in kampen te gaan wonen. De reizigers hebben in de loop van de tijd een eigen cultuur ontwikkeld waar zij erg trots op zijn. 'Het samenzijn met je familie is erg belangrijk. Wij zijn altijd op de hoogte van elkaar. Er wordt bij ons ook altijd extra gekookt, bezoek kan altijd mee-eten. Iedereen loopt constant bij elkaar naar binnen, dat is gezellig. Maar wel de schoenen uitdoen bij de voordeur! Geen troep in de wagen. We zijn erg op dat soort zaken. We zullen ook nooit de afwas doen in dezelfde gootsteen als waar we tandenpoetsen. En we zorgen voor elkaar. Het is ondenkbaar om je opa of oma in een bejaardentehuis te doen, dat is een schande. En als iemand ziek is, springen wij allemaal bij. Daarom vind ik het onterecht dat wij een slecht imago hebben.'
traditie special 2015
49
aanbieding
Nationale inventaris
boeken
Colofon
Circus: een bevlogen passie Ga naar een circus en kijk om je heen. Een beeld van alle tijden: kinderen met schitterende oogjes en rode wangetjes van opwinding, hoor de kreten van bewondering van volwassenen. De magie van het circus is onveranderd, zelfs in een tijd die bol staat van het amusement. Circus is een cultuurvorm in beweging, vooral in deze tijd. Het boek Circus: een bevlogen passie is geschreven door twee mensen die de geheimzinnige wereld van het circus van binnenuit kennen, Arthur Hofmeester en Mike Leegwater (‘Geen kunst is zo breed, als de kunst van het circus’). Zij laten anderen aan het woord: circusdirecteuren, de aalmoezenier van het circuswezen, de Rijdende School, maar ook journalisten over het imago van het klassieke circus. Het gaat over opleidingen, over jeugdcircussen en over het nieuwe circus. Over artiesten, hun bevlogenheid en het werken met wilde dieren. Over kinderen, die niets liever willen dan circusartiest worden, meereizen met steeds wisselende groepen mensen uit allerlei culturen. En over de toekomst van deze opwindende vorm van immaterieel erfgoed.
Lezers van Traditie kunnen dit boek bestellen voor € 12,50 in plaats van € 15,-. Maak het bedrag over op IBAN NL 25 INGB 0680 5067 56 op naam van de Stichting Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed in Utrecht onder vermelding van Ambachten en postcode met huisnummer. Bestellen kan ook via de webwinkel van www.volkscultuur.nl.
50
traditie special 2015
Traditie, passie voor immaterieel erfgoed is een uitgave van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.
Redactie
Ineke Strouken, Pepijn Dobbelaer
Auteurs
Elise Meier, Anneke Munnik, Ineke Strouken, Jolly van der Velden, Jos Wassink
Fotografie en illustraties
Dick Teske, Rick Huisinga, Sandra Kleine Staarman, Ton Fischer, Paul Aspers, Gabriël R. Mercura, Nationale Beeldbank, Hollandse Hoogte, Varsity Commissie, Stichting Staphorster Stipwerk, Vereniging 'De Metworst', Stichting Draaksteken, Jonkheid Sancta Brigida Noorbeek, Omslagfoto: Dick Teske
Advies
Gouden Handen – Ambachten in Nederland Lange tijd zat het ambacht in een donker hoekje te wachten tot de samenleving het belang ervan weer zou inzien. Die tijd is nu gekomen en dat is maar goed ook, want er zijn heel wat ambachten die zomaar zouden kunnen verdwijnen als we niet uitkijken. In het boek Gouden Handen – Ambachten in Nederland wordt een aantal van deze ambachten en de mensen erachter in de schijnwerpers gezet. Handen hebben in dit boek een hoofdrol, bijvoorbeeld die van de strovlechter (‘Als ik iets zie, denk ik altijd: kan ik dat vlechten?’) en de beeld- en ornamentsnijder (‘Voor mij is dit ambacht een deel van mezelf’). Of die van de papierschepper (‘Om een gezonde, stevige volwassene te worden is het belangrijk dat je met je hoofd, hart en handen kunt werken’). Ook komen moderne ontwerpers en deskundigen aan het woord over de waarde en de toekomst van het ambacht. Rick Huisinga zette de ambachtslieden aan het werk en fotografeerde handen en gereedschappen tijdens het proces.
Traditie 2015 special
Virtùmedia
Vormgeving
Twinmedia, Caro Grafico Grafisch Ontwerp
Traditie
passie voor immaterieel erfgoed Tradities zijn gewoonten die je overneemt van je ouders en grootouders en op jouw beurt weer doorgeeft aan je kinderen en kleinkinderen. Sinds 2012, toen Nederland het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed ondertekende, behoren ook de tradities officieel tot het Nederlands erfgoed. Het Verdrag is koninkrijksbreed ondertekend.
Druk
Veldhuismedia Meer informatie over tradities en immaterieel erfgoed: www.volkscultuur.nl www.immaterieelerfgoed.nl
Reacties naar:
[email protected] © Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.
Lezers van Traditie krijgen korting. Zij kunnen dit boek bestellen voor € 12,50 in plaats van € 15,-. Maak het bedrag over op IBAN NL 25 INGB 0680 5067 56 op naam van de Stichting Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed in Utrecht onder vermelding van Circus en postcode en huisnummer. Bestellen kan ook via de webwinkel van www.volkscultuur.nl.
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Mochten er personen of instanties zijn die menen aanspraak te maken op bepaalde rechten, dan wordt hun vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Tradities kunnen alleen beschermd worden door de mensen die de traditie koesteren. Zij moeten hun liefde, kennis en soms vaardigheden doorgeven aan de volgende generatie. En die nieuwe generatie moet op zijn beurt die traditie willen overnemen. Daarom is het belangrijk dat er ruimte is om de traditie met behoud van kernwaarden aan te passen. Immers, tradities die niet meegaan met de tijd worden folklore en verdwijnen op den duur. Immaterieel erfgoed is dus cultuur die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Het is levend erfgoed, waarin de passie van de mensen die de traditie dragen van wezenlijk belang is voor het voortbestaan. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland voert het UNESCO Verdrag uit. Een van de belangrijkste taken is het coördineren van de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Hierop worden de tradities geplaatst die groepen mensen als onderdeel van hun culturele identiteit beschouwen en die zij willen doorgeven aan de toekomst. Om op de Nationale Inventaris te komen moeten de aanvragers een erfgoedzorgplan opstellen, dat aan de gestelde criteria voldoet.
Meer informatie: www.immaterieelerfgoed.nl
Oproep
Welke traditie draagt
u een warm hart toe?
Als er een traditie is die u echt niet zou willen missen, meld het ons! Wij zijn bezig om het immaterieel cultureel erfgoed in Nederland in kaart te brengen. Denk niet dat wij uw traditie vast al op een lijst hebben staan, maar geef ons door waar u warm voor loopt. U kunt ons per e-mail bereiken op
[email protected]. Belangrijk is om de naam van de traditie, een korte beschrijving met eventueel de geschiedenis en als u het weet naam en adres van de organisatie of de contactpersoon op te geven. Alvast hartelijk dank voor uw medewerking.
traditie special 2015
51
Nieuw!
verschijnt medio november 2015
€16,90
Te bestellen tot 1 december 2015 voor € 15,via de webwinkel van www.volkscultuur.nl
52
traditie special 2015