FEDAFIN
GEDRAGSREGELS VAN DE VERZEKERINGS- EN HERVERZEKERINGSSECTOR1 EN DE SECTOR VAN DE BANK- EN BELEGGINGSDIENSTEN INZAKE GEREGELDE BIJSCHOLING VAN DE BEROEPSKENNIS
Aan de hand van deze gedragsregels, die de respectieve beroepsverenigingen van de verzekeringssector (Assuralia) en de banksector (Febelfin), alsook de beroepsverenigingen van tussenpersonen van de verzekerings- en banksector (Feprabel, FVF, BVVM, BZB en Fedafin) hebben onderschreven, willen beide sectoren uitvoering geven aan de wettelijke verplichting tot geregelde bijscholing van de beroepskennis van de tussenpersonen. Beide sectoren zijn van oordeel dat deze gedragsregels een passend antwoord bieden op de wettelijke verplichting tot bijscholing van de beroepskennis van de tussenpersonen en als dusdanig ook een referentiekader en een toetsnorm vormen voor alle geaccrediteerde opleidingsverstrekkers die opleidingen aanbieden die in aanmerking komen in het kader van de wettelijke verplichting tot geregelde bijscholing. Beide sectoren verbinden zich ertoe uitvoering te geven aan deze gedragsregels die aan de FSMA zijn voorgelegd. De FSMA heeft deze gedragsregels gunstig onthaald en zal deze als referentiekader hanteren bij haar toezicht op de naleving van de bijscholingsplicht en bij de accreditatie van opleidingsverstrekkers. Voornoemde beroepsverenigingen, die de gedragsregels hebben onderschreven, zullen deze aan hun leden meedelen en hen ertoe aanzetten deze na te leven en ernstig toe te passen. De gedragsregels zijn van toepassing op alle opleidingen die plaatsvinden na 1 september 2015.
1
1
De herverzekeringsbemiddeling is hier en in de rest van de tekst inbegrepen.
Versie 12 juin 2015.
Artikel 1: Wettelijke verplichting De geregelde bijscholing is een wettelijke verplichting: - voor de verzekerings- en herverzekeringsmakelaar, -agent en -subagent, alsook voor de verantwoordelijke voor de distributie, krachtens de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (art. 270, § 7); - de makelaar, de agent en, bij rechtspersonen, de effectieve leider(s), krachtens het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot uitvoering van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten. (art. 7, § 2, laatste lid). De FSMA is bevoegd voor de erkenning van de bij wet voorziene bijscholing. Geregelde bijscholing in de zin van deze gedragsregels betekent dat de verzekeringsmakelaar, -agent, -subagent, zijn(hun) verantwoordelijke(n) voor de distributie en de verantwoordelijke(n) voor de distributie bij een verzekeringsonderneming, alsook de makelaar of de agent in bankbeleggingsdiensten en, bij rechtspersonen, de effectieve leider(s) zich geregeld bekwamen en bijscholen in respectievelijk het verzekerings- en herverzekeringsbedrijf en het bank- en beleggingsdienstenbedrijf. Zij worden in deze gedragsregels “de betrokkene(n)“ genoemd. Om te voldoen aan de verplichting tot geregelde bijscholing, zoals vermeld in deze gedragsregels, moeten de betrokkenen opleidingen volgen die punten opleveren. Deze opleidingen strekken ertoe hun beroepskennis te actualiseren, om zo hun beroepsbekwaamheid verder te ontwikkelen en hen in staat te stellen hun cliënten correct te informeren en te adviseren.
Artikel 2: Berekeningsprincipes en puntensysteem 2.1
2
Inhoud van de geregelde bijscholing De betrokkene voldoet aan zijn verplichting tot geregelde bijscholing:
voor de verzekeringsen herverzekeringsmakelaar, de verzekeringsen herverzekeringsagent, zijn verantwoordelijke(n) voor de distributie, inclusief de verantwoordelijke(n) voor de distributie bij een verzekeringsonderneming, alsook de makelaar of agent in bank- en beleggingsdiensten en de effectieve leider(s): wanneer hij(zij) op het einde van elke opeenvolgende periode van 3 jaar 30 opleidingspunten heeft(hebben) verzameld, door het volgen van opleidingen of opleidingsactiviteiten die een actualisering van zijn(hun) kennis bewerkstelligen;
voor de verzekerings- en herverzekeringssubagent en zijn verantwoordelijke(n) voor de distributie: wanneer hij(zij) op het einde van elke opeenvolgende periode van 3 jaar 20 opleidingspunten heeft(hebben) verzameld, door het volgen van opleidingen of opleidingsactiviteiten die een actualisering van zijn(hun) kennis bewerkstelligen.
Versie 12 juin 2015.
De opleidingen of opleidingsactiviteiten hebben voor de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen en de verantwoordelijke(n) voor de distributie betrekking op: a) de technische kennis over de geldende wetgeving en het bedrijfsbeheer, overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, a, b, c, e en f, en B, van de wet van 4 april 2014; b) de technische kennis over de onderscheiden verzekeringstakken, overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, d, van de wet van 4 april 2014.
De opleidingen of opleidingsactiviteiten hebben voor de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten en hun effectieve leiders betrekking op: a) de technische kennis over de geldende wetgeving en het bedrijfsbeheer, overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, A, a, d, en B, a, b, van het KB van 1 juli 2006; b) de technische kennis over de financiële producten en de bank- en beleggingsdiensten overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, A, b en c, van het KB van 1 juli 2006.
2.2
Aanvang van de geregelde bijscholing
A. Voor de verzekeringsmakelaar en -agent, hun verantwoordelijke(n) voor de distributie, en voor de verantwoordelijke(n) voor de distributie bij een verzekeringsonderneming, alsook voor de makelaars en agenten in bank- en beleggingsdiensten en hun effectieve leider(s): De eerste periode van drie jaar vangt aan op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van inschrijving in het register van de tussenpersonen bij de FSMA of van de aanduiding in de lijsten als verantwoordelijke voor de distributie van verzekeringsondernemingen of verzekeringstussenpersonen of in de lijsten van de effectieve leiders in bank- en beleggingsdiensten. Voor de betrokkenen die vóór 31 december 2008 zijn ingeschreven of waren aangeduid, ving de eerste driejaarlijkse periode aan op 1 januari 2009 en nam deze een eind op 31 december 2011. B. Voor de verzekeringssubagenten en hun verantwoordelijke(n) voor de distributie: De eerste periode van drie jaar vangt aan op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van inschrijving in het register van de verzekeringstussenpersonen bij de FSMA of van de aanduiding in de lijsten als verantwoordelijke voor de distributie. Voor de betrokkenen die vóór 31 december 2009 zijn ingeschreven of waren aangeduid, ving de eerste driejaarlijkse periode aan op 1 januari 2010 en nam deze een eind op 31 december 2012.
2.3
Opleidingen die in aanmerkingen komen
Twee soorten opleidingen komen in aanmerking: - Klassiek: een door een lesgever klassikaal gegeven opleiding; - Op afstand: een opleiding gebaseerd op door de opleidingsverstrekker aangeleverd didactisch materiaal, bestaande uit een luik zelfopleiding en een luik toetsing van de aldus verworven kennis aan de hand van het slagen in een test. Een opleiding op afstand komt enkel in 3
Versie 12 juin 2015.
aanmerking als de betrokkene kan worden geïdentificeerd en als de tijd besteed aan de verwerving van de kennis kan worden gemeten.
2.4
Puntensysteem
Elk opleidingsuur bij een geaccrediteerde opleidingsverstrekker dat in aanmerking komt (= +/- 60 minuten), geeft recht op 1 opleidingspunt. Voor afstandsonderricht is het aantal opleidingsuren gelijk aan het door de opleidingsverstrekker geschatte aantal studie-uren dat vereist is om de kennis te verwerven; Het doceren van een cursus of het geven van voordrachten op studiedagen levert de lesgever eenmaal per jaar twee punten op per lesuur (ter compensatie van voorbereidingswerk). Een overschot van opleidingspunten, met een maximum van 15 opleidingspunten, mag eenmaal worden overgedragen naar de daaropvolgende periode van 3 jaar. In afwijking van voorgaande alinea geldt, voor de verzekerings- en herverzekeringssubagent en zijn verantwoordelijke(n) voor de distributie, dat een overschot van opleidingspunten, met een maximum van 10 opleidingspunten, mag eenmaal worden overgedragen naar de daaropvolgende periode van 3 jaar.
Artikel 3: Accreditatieprincipes 3.1
Alle opleidingsverstrekkers die geregelde bijscholingen organiseren, dienen te voldoen aan de organisatorische, inhoudelijke, vormelijke en kwalitatieve criteria als bepaald in artikel 5.
3.2
Door deze gedragsregels te onderschrijven verbinden de leden van Assuralia, Feprabel, FVF, BVVM, Febelfin, BZB en Fedafin en de met hen verbonden opleidingsverstrekkers zich ertoe om de in artikel 5 bepaalde organisatorische, inhoudelijke, vormelijke en kwalitatieve criteria na te leven. Zij worden door de bevoegde sectorale accreditatiecommissie geaccrediteerd om geregelde bijscholingen te organiseren zolang zij deze criteria naleven.
3.3
Na deze gedragsregels te hebben onderschreven en na te zijn geaccrediteerd, krijgt de opleidingsverstrekker van de sectorale accreditatiecommissie een uniek accreditatienummer, dat moet worden vermeld bij elke verwijzing naar opleidingen en opleidingsactiviteiten die opleidingspunten opleveren. De met toepassing van artikel 3.2 verleende accreditaties zijn voor onbepaalde duur geldig zolang zij niet door de in artikel 3.2 bedoelde sectorale accreditatiecommissie worden ingetrokken.
3.4
De accreditatiecommissies zullen de lijsten van de in artikel 3.2 bedoelde geaccrediteerde opleidingsverstrekkers publiceren op internet.
Artikel 4: Sectorale accreditatiecommissies 4
Versie 12 juin 2015.
4.1
Opdracht
Er wordt een sectorale accreditatiecommissie voor de verzekerings- en herverzekeringssector alsook een sectorale accreditatiecommissie voor de sector van bank- en beleggingsdiensten opgericht. De accreditatiecommissies hebben als opdracht:
zich uit te spreken over de aanvragen tot accreditatie; op te volgen of de geaccrediteerde opleidingsverstrekkers de organisatorische, inhoudelijke, vormelijke en kwalitatieve criteria naleven waartoe zij zich hebben verbonden; door hen verleende accreditaties in te trekken als zij vaststellen dat een opleidingsverstrekker niet langer beantwoordt aan de cumulatief geldende organisatorische, inhoudelijke, vormelijke en kwalitatieve criteria, of geen lid meer is van een beroepsvereniging.
De sectorale accreditatiecommissie van de verzekerings- en herverzekeringssector spreekt zich uit over de aanvragen tot accreditatie ingediend door de leden van Assuralia, Feprabel, FVF en BVVM die als opleidingsverstrekkers willen optreden, alsook over de aanvragen ingediend door de aan deze beroepsverenigingen verbonden opleidingsverstrekkers. De sectorale accreditatiecommissie van de sector van bank- en beleggingsdiensten spreekt zich uit over de aanvragen tot accreditatie ingediend door de leden van Febelfin, BZB en Fedafin die als opleidingsverstrekkers willen optreden, alsook over de aanvragen ingediend door de aan deze beroepsverenigingen verbonden opleidingsverstrekkers. Elke accreditatiecommissie is gemachtigd om de opleidingsverstrekkers die tot haar bevoegdheid behoren, accreditaties toe te kennen voor opleidingen over zowel verzekeringen ("accreditaties A") als bank- en beleggingsdiensten ("accreditaties B"). Het directiecomité van de FSMA is bevoegd voor de behandeling van door andere dan voornoemde personen ingediende aanvragen tot accreditatie.
4.2
Samenstelling
De sectorale accreditatiecommissie van de verzekerings- en herverzekeringssector is samengesteld als volgt: - drie vertegenwoordigers van Assuralia; - een vertegenwoordiger van Feprabel; - een vertegenwoordiger van de FVF; - een vertegenwoordiger van de BVVM. De sectorale accreditatiecommissie van de sector van bank- en beleggingsdiensten is samengesteld als volgt: - een vertegenwoordiger van Febelfin; - een vertegenwoordiger van Febelfin Academy;
- een vertegenwoordiger van de BZB; 5
Versie 12 juin 2015.
- een vertegenwoordiger van Fedafin. Bovendien zetelt in elke sectorale accreditatiecommissie een waarnemend lid, zonder stemrecht, aangeduid door de FSMA. De leden van de sectorale accreditatiecommissies worden aangesteld voor een periode van 3 jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. Het mandaat van de leden van de accreditatiecommissies wordt niet vergoed.
4.3
Werking
De accreditatiecommissies vergaderen op de plaats bepaald in hun reglement van inwendige orde. Jaarlijks zal een activiteitenverslag worden opgesteld. De commissies vergaderen op vraag van de vertegenwoordigde beroepsverenigingen of van de FSMA en dit minstens driemaal per jaar. De accreditatiecommissies kunnen ook gebruik maken van de schriftelijke besluitvormingsprocedure. Het reglement van interne orde legt de regels hiervoor vast. De accreditatiecommissies beslissen bij consensus. Zij kunnen slechts geldig beslissen als de meerderheid van de leden aanwezig is. Als geen consensus kan worden bereikt, wordt de aanvraag doorverwezen naar het in artikel 4.4 bedoelde intersectorale begeleidingscomité, dat een oplossing zal proberen te vinden. Indien het probleem aanhoudt, zal de aanvraag tot accreditatie voor beslissing worden voorgelegd aan het directiecomité van de FSMA. De leden van de accreditatiecommissie zijn gehouden tot discretie over de aan de commissie verstrekte informatie. Na elke vergadering deelt de sectorale accreditatiecommissie haar beslissing schriftelijk mee aan de geïnteresseerde, te weten: - ofwel wordt de aanvraag tot accreditatie afgewezen met vermelding van de motieven van de beslissing; - ofwel wordt de aanvraag tot accreditatie aanvaard en ontvangt de opleidingsverstrekker zijn accreditatienummer.
4.4
Intersectoraal begeleidingscomité
Het intersectorale begeleidingscomité is samengesteld uit de leden van de sectorale accreditatiecommissies en drie vertegenwoordigers van de FSMA. Het voorzitterschap wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de FSMA. Elk lid mag worden begeleid door medewerkers. Het intersectorale begeleidingscomité vergadert op de zetel van de FSMA. Het vergadert minstens tweemaal per jaar.
6
Versie 12 juin 2015.
Het begeleidingscomité heeft als opdracht: - advies te verlenen over de toepassing van de wettelijke verplichting tot bijscholing; - vragen op te lossen over de interpretatie van de gedragsregels en de FAQ’s inzake bijscholing; - te waken over de uniforme toepassing van de accreditatieregels door de sectorale commissies; - aan de bevoegde organen voor te stellen om de gedragsregels en FAQ’s inzake bijscholing te actualiseren. Het begeleidingscomité beslist bij consensus. Het begeleidingscomité accrediteert zelf geen opleidingsverstrekkers.
Artikel 5: Organisatorische, inhoudelijke, vormelijke en kwalitatieve criteria 5.1
Organisatorische criteria de opleidingsverstrekker moet voor elke bijscholingsactiviteit de gegevens actualiseren die nodig zijn voor de opmaak van een opleidingsfiche die beantwoordt aan de vereisten van artikel 6; EN de opleidingsverstrekker legt voor elke bijscholingsactiviteit een deelnemersregister aan. Hij dient daartoe per klassikale opleidingsactiviteit te beschikken over een gehandtekende lijst van aanwezige deelnemers en lesgever(s). Voor afstandsonderricht dient hij over een evenwaardig (elektronisch) deelnemersregister te beschikken; EN de opleidingsverstrekker verstrekt aan elke deelnemer aan een bijscholingsactiviteit een deelnameattest met vermelding van: de naam van de deelnemer aan de opleiding; de identiteit van de opleidingsverstrekker; het unieke accreditatienummer van de opleidingsverstrekker; de titel van de opleiding; de datum van de opleiding; de datum van de test (voor afstandonderricht) de duur van de opleiding; het aantal opleidingspunten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verzekeringen (A) en/of bank- en beleggingsdiensten (B); inzake verzekeringen, de takken die tijdens de opleiding aan bod komen of, in voorkomend geval, de aanduiding dat het een algemene opleiding betreft; de datum waarop het attest wordt opgemaakt; de handtekening van de opleidingsverstrekker of zijn verantwoordelijke.
7
Versie 12 juin 2015.
Dit attest kan in het kader van over verschillende opleidingsactiviteiten gespreide opleidingsprogramma’s de vorm aannemen van een gesystematiseerde overzichtsfiche per kalenderjaar; EN de opleidingsverstrekker bewaart, per bijscholingsactiviteit, gedurende 7 jaar - voor eventuele controle door de FSMA - de aanwezigheidslijst, de opleidingsslides, de syllabussen en een kopie van de afgeleverde aanwezigheidsattesten, ... de opleidingsverstrekker bepaalt bij afstandsonderricht de duur en de organisatie (waarbij het volgen van de opleiding kan worden gemeten) en voorziet in een test aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de opleiding wordt gevolgd. Het programma bevat een beveiligingsprotocol.
5.2
Inhoudelijke criteria de opleiding heeft betrekking op de algemene of technische kennis, waaronder wetgeving en bedrijfsbeheer, overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, a, b, c en e, en B van de wet van 4 april 2014; EN/OF de opleiding heeft betrekking op de algemene of technische kennis over de onderscheiden verzekeringstakken, overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, d, van de wet van 4 april 2014; EN/OF de opleiding heeft betrekking op de algemene of technische kennis over producten, wetgeving en bedrijfsbeheer, overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, A, a, b, c, d, et B, a, b, van het KB van 1 juli 2006; EN de opleiding wordt regelmatig geactualiseerd.
5.3
Vormelijke criteria de opleiding wordt volgens een klassieke opleidingsmethodologie verstrekt door een lesgever; EN/OF de opleiding kan via afstandsonderricht worden gegeven in zoverre de deelname individueel wordt geregistreerd volgens een beveiligingsprotocol en het volgen ervan kan worden gecontroleerd, met name door de organisatie van een test over de aldus verworven kennis; EN/OF
8
Versie 12 juin 2015.
5.4
de opleiding kan worden gegeven via een lesopdracht, presentatie, voordracht in het kader van een beroepsmatig evenement, in zoverre de inhoud ervan in overeenstemming is met punt 2.1 van de gedragsregels.
Kwalitatieve criteria
De geaccrediteerde opleidingsverstrekker doet een beroep op gekwalificeerde lesgevers (i.e. die ter zake over voldoende technische expertise en over een zekere didactische vaardigheid beschikken). De geaccrediteerde opleidingsmateriaal.
opleidingsverstrekker
maakt
gebruik
van
kwalitatief
hoogstaand
Artikel 6: Opleidingsfiche 6.1
Voor elke bijscholingsactiviteit dient de geaccrediteerde opleidingsverstrekker een opleidingsfiche op te stellen.
6.2
Deze opleidingsfiche (bijlage 1) vermeldt minstens de volgende gegevens: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
de identiteit van de opleidingsverstrekker; de datum, het uur en de plaats van de opleiding; de duur van de opleiding; het onderwerp/de titel van de opleiding; de doelstelling van de opleiding; een duidelijke beschrijving van de inhoud van de opleiding; de identiteit van de spreker/lesgevers; de doelgroep; de vorm; het lesmateriaal (syllabus, slides, boeken, documenten, …); het aantal punten dat wordt toegekend per type activiteit (verzekeringen, herverzekeringen, bank- en beleggingsdiensten) overeenkomstig het in artikel 2.3 vermelde puntensysteem.
Bijlagen: 1. gestandaardiseerde opleidingsfiche; 2. FAQ’s.
9
Versie 12 juin 2015.
Bijlage 1 – Gestandaardiseerde opleidingsfiche Gegevens met betrekking tot een opleiding in het kader van de bijscholing (één fiche per verzekerings-/herverzekeringsactiviteit en per activiteit in het kader van bank/beleggingsdiensten) Titel opleiding
Doelgroep
Doelstelling(en)
Samenvatting van de inhoud
Vorm 1. Klassikaal (met fysieke aanwezigheid) 2. Afstandsonderricht (mits beveiligingsprotocol, meetbaarheid en bewijs van het volgen ervan) 3. Lesopdracht/presentatie/voordracht Opleidingsmateriaal (syllabus, slides, boeken, documenten, …) De opleiding heeft betrekking op: - de technische kennis over de geldende wetgeving en het bedrijfsbeheer overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, a, b, c, e en f, en B, van de wet van 4 april 2014; - de technische kennis over de onderscheiden verzekeringstakken, overeenkomstig artikel 270, § 1, 1°, A, d van de wet van 4 april 2014; - de technische kennis over de geldende wetgeving en het bedrijfsbeheer, overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, A, a, d, en B, a, b, van het KB van 1 juli 2006; - de technische kennis over de financiële producten en de banken beleggingsdiensten overeenkomstig artikel 7, § 1, 1°, b en c van het KB van 1 juli 2006. Planning:
Data: Duur (begin- en einduur): Plaats:
Aantal punten Docent(en)/Spreker(s)
10
Versie 12 juin 2015.