FAQ’s experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl Versie 15 oktober 2015
Inhoudsopgave Doel experiment ...................................................................................................................................... 2 Aanvraagprocedure ................................................................................................................................. 3 Voorwaarden tot deelname .................................................................................................................... 6 Vormgeving beroepsopleiding bol-bbl .................................................................................................... 7 Voorlichting aan en begeleiding van deelnemers ................................................................................. 10 Financiering ........................................................................................................................................... 10 Wijzigingen doorgeven .......................................................................................................................... 11
1
Doel experiment 1. Wat houdt het experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl in? Mbo-instellingen met een experimentstatus kunnen een opleiding aanbieden die de beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl) combineert. Deelnemers krijgen eerst voornamelijk onderwijs binnen de school (bol) en gaan in het tweede deel van de opleiding voornamelijk aan de slag in een leerbedrijf (bbl). 2. Wat is het doel van het experiment? Het doel is te onderzoeken of met de beroepsopleiding bol-bbl de kwaliteit, toegankelijkheid en de doelmatigheid van het beroepsonderwijs verbetert. Met het experiment wordt het volgende beoogd: Betere studieprestaties, waaronder minder uitval van deelnemers en een kleinere kans op studievertraging; Betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt; Nieuwe ontwikkelingen binnen het bedrijfsleven sneller terug laten komen in het onderwijs; en Een betere uitgangspositie van jongeren op de arbeidsmarkt. Zie ook artikel 2 van het Besluit. 3. Waarover vindt (na afloop van het experiment) evaluatie plaats door het ministerie van OCW? Studieresultaten van studenten in zowel initieel onderwijs als voor herintreders; Baankansen op niveau van afstuderen; Effect op bereidwilligheid bedrijfsleven om leerplaatsen aan te bieden tegen een marktconforme beloning; Een eventueel verdringingseffect op beroepsopleidingen in de bol of bbl; en Onverwachte neveneffecten. Zie ook artikel 10 van het Besluit. 4. Wat is de meerwaarde van het experiment? Deelnemers kunnen nu toch al overstappen naar een andere leerweg? Deelnemers kunnen nu al op eigen initiatief overstappen van de bol naar de bbl. Volgens de WEB (Wet educatie en beroepsonderwijs) is het echter niet mogelijk dat:
Een mbo-instelling een zelfstandige beroepsopleiding met gecombineerde leerweg aanbiedt. Op grond van artikel 7.2.2, tweede lid WEB, kunnen beroepsopleidingen worden verzorgd in de beroepsopleidende leerweg of in de beroepsbegeleidende leerweg. Het experiment maakt het mogelijk wel een gecombineerde leerweg bol-bbl aan te bieden en in de markt te zetten. Hele cohorten of significante aantallen deelnemers tussentijds worden overgeschreven naar een andere leerweg omdat de opleiding van te voren zo is ingericht.
In artikel 7.2.7. van de WEB staan voorschriften over de begeleide onderwijsuren en het aantal uren beroepspraktijkvorming waaraan iedere leerweg afzonderlijk moet voldoen. Wanneer een instelling 2
een opleiding programmeert voor een geheel cohort of een significant gedeelte van het cohort met een tussentijdse overstap van bol naar bbl betekent dit dat aan de deelnemer te weinig onderwijstijd wordt gegeven, omdat de onderwijsinstelling aan de hogere urennormen van de bol moet voldoen. In dit experiment worden aangepaste urennormen voorgeschreven. Bovendien heeft het ook consequenties voor de deelnemer. Deze heeft in de bbl geen recht op studiefinanciering. 5. Is een beroepsopleiding bol-bbl voor bepaalde sectoren interessanter dan voor andere sectoren? De beroepsopleiding bol-bbl kan voor alle sectoren interessant zijn. In de zorg wordt bijvoorbeeld met belangstelling naar het experiment gekeken. De bbl studenten in de zorg kunnen gebaat zijn bij meer theorieachtergrond, terwijl de bol studenten gebaat zijn bij meer praktijkervaring. Dit experiment biedt flexibiliteit waar in de zorg behoefte aan is. Het helpt om de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de zorg te verbeteren. Met een generieke (theoretische) basis kan vervolgens praktijkervaring opgedaan worden. Het experiment is geagendeerd door onder meer de bouwsector, maar daarnaast wordt bijvoorbeeld ook in de horecasector interesse getoond voor een dergelijke opleiding.
Aanvraagprocedure 6. Waar en wanneer kan ik een aanvraag indienen voor een experimentstatus? Mbo-instellingen kunnen een experimentstatus aanvragen via het digitale aanvraagformulier op de website van DUO. Dit kan ieder jaar van 1 december tot uiterlijk 15 januari. U kunt een aanvraag indienen: voor een vierjarige middenkaderopleiding uiterlijk op 15 januari 2016; voor een driejarige vak- of middenkaderopleiding uiterlijk op 15 januari 2017; en voor een tweejarige basisberoeps- of vakopleiding uiterlijk op 15 januari 2018. Bij toestemming voor het experiment is het mogelijk de betreffende beroepsopleiding voor meerdere cohorten aan te bieden. 7. Waar dient mijn aanvraag aan te voldoen/uit te bestaan? Uw aanvraag bestaat uit enkele algemene gegevens over de instelling en de betrokken opleidings- of leerbedrijven. Daarnaast dient u bij uw aanvraag de volgende documenten te voegen (zie ook artikel 7 van het Besluit): Onderwijs- en examenregeling: Zoals beschreven in artikel 7.4.8. van de WEB en artikel 7.3 van het Besluit. Met daarin onder andere: • De kwalificatie waarop het experiment betrekking heeft. • Het aantal begeleide onderwijsuren zoals bedoeld in art. 7.2.7 per programmaonderdeel per studiejaar en het aantal uren beroepspraktijkvorming. • Welke studiejaren bol dan wel bbl zijn. • De regels met betrekking tot het examen zijn tijdig voor aanvang van de opleiding vastgelegd in de OER.
3
Samenwerkingsovereenkomst(en): Ondertekend door de mbo-instelling en één of meer opleidings- of leerbedrijven (indien de afspraken per opleidings- of leerbedrijf verschillen kunt u ook meerdere samenwerkingsovereenkomsten opstellen). Met daarin afspraken over een garantie van beschikbare praktijkplaatsen voor de deelnemende studenten, tegen een marktconforme beloning in de bbl-fase. Bij afwijking van de in artikel 5.1 van het Besluit voorgeschreven uren: Instemmingsbesluit van de deelnemersraad: Instemmingsbesluit met het verzorgen van een onderwijsprogramma dat minder uren omvat dan in het Besluit voorgeschreven. Verslag waarin kwaliteit van de beroepsopleiding is aangetoond: Een verslag waarin wordt aangetoond dat de kwaliteit van de opleiding zoals reeds verzorgd in de reguliere bol en bbl voldoende is. De kwaliteit is aantoonbaar indien behaalde resultaten, de tevredenheid van deelnemers en hun toekomstige werknemers kan worden vastgesteld en de kwaliteit is geborgd in het kwaliteitsborgingsysteem van de instelling. Onderwijskundige visie over de inrichting en de kwaliteit van de opleiding. In het digitale aanvraagformulier op de website van DUO kunt u bovenstaande documenten kunt uploaden. 8. Waarom moet ik een samenwerkingsovereenkomst overleggen bij mijn aanvraag? Een deelnemer begint pas na tenminste één jaar aan de bbl-fase. De samenwerkingsovereenkomst biedt een extra waarborg voor de deelnemer. De deelnemer heeft de zekerheid van een praktijkplaats waar een marktconforme dan wel beloning volgens de geldende cao tegenover staat. Deze zekerheid geldt alleen gedurende de opleiding en zegt niets over een eventuele baangarantie na het behalen van het diploma. 9. Waaruit dient de samenwerkingsovereenkomst met opleidings- of leerbedrijven te bestaan? De samenwerkingsovereenkomst dient minimaal de volgende twee onderdelen te bevatten: Een garantie van een aantal praktijkplaatsen voor alle deelnemers die de beroepsopleiding bol-bbl zullen gaan volgen; Een garantie voor een marktconforme beloning dan wel beloning volgens de geldende cao voor deelnemers tijdens de bbl-fase van de opleiding. Zie ook artikel 4 van het Besluit. 10. Er wordt gevraagd om een marktconforme beloning voor de studenten in het studiejaar bbl of de studiejaren bbl. Betekent dit dat zij een arbeidsovereenkomst moeten hebben? Nee, dit betekent niet dat de student een arbeidsovereenkomst moet hebben. Het is bijvoorbeeld voor zzp’ers niet mogelijk om een arbeidsovereenkomst aan te bieden aan een student, terwijl zij wel
4
een praktijkplaats kunnen aanbieden. Het is belangrijk dat studenten vooral de zekerheid hebben van een praktijkplaats met een marktconforme beloning, voordat zij hun studie beginnen. 11. Waarom moet ik een onderwijs- en examenregeling overleggen bij mijn aanvraag? Deze verplichting is noodzakelijk om inzicht te kunnen krijgen in hoe het onderwijs- en examenprogramma zal worden opgebouwd. Zo wordt het voor OCW onder meer duidelijk op welke wijze wordt voldaan aan de aangepaste eisen voor onderwijstijd en de eisen uit het kwalificatiedossier voor onderwijs en examinering. Het ontwikkelen van de opleiding dient bij de aanvraag gereed te zijn, zodat onder meer de kwaliteit van de opleiding beoordeeld kan worden, voordat diploma-erkenning wordt toegekend. Dit laat onverlet dat na het verkrijgen van diplomaerkenning maatwerk binnen de kaders van de wet mogelijk blijft. 12. Stel dat mijn aanvraag bij indiening toch niet compleet blijkt, kan ik deze dan (na de uiterlijke indieningstermijn) nog aanvullen? Ja, indien bij de beoordeling blijkt dat er nog informatie ontbreekt zal er contact met u worden opgenomen. U heeft dan nog twee weken de tijd om deze informatie aan te leveren. 13. Kan ik met één aanvraag meerdere jaren deelnemen aan het experiment? Ja, dat kan. Per beroepsopleiding bol-bbl mag u meerdere cohorten aanbieden. Hierbij is het wel belangrijk dat de deelnemers de opleiding voor 2021 af kunnen ronden (de experimenttermijn is 6 jaar). Daarom kunt u een aanvraag indienen: voor een vierjarige middenkaderopleiding uiterlijk op 15 januari 2016; voor een driejarige vak- of middenkaderopleiding uiterlijk op 15 januari 2017; en voor een tweejarige basisberoeps- of vakopleiding uiterlijk op 15 januari 2018. Zie ook artikel 7 van het Besluit. 14. Kan ik in één aanvraag een experimentstatus voor meerdere opleidingen aanvragen? Nee, aanvragen kunnen slechts één kwalificatie omvatten. Dit omdat een onderwijs- en examenregeling één kwalificatie mag bevatten. Het is wel mogelijk om meerdere aanvragen per instelling in te dienen. Het digitale aanvraagformulier is hiervoor zo klantvriendelijk mogelijk ingericht. Zie ook artikel 7 van het Besluit. 15. Hoeveel beroepsopleidingen bol-bbl mag een instelling aanbieden? Een onderwijsinstelling kan deelnemen met ten hoogste 10 beroepsopleidingen bol-bbl. Er geldt geen minimum aantal beroepsopleidingen bol-bbl voor deelname aan het experiment. Zie ook artikel 4 van het Besluit. 16. Als ik besluit een verkregen experimentstatus voor een bepaalde beroepsopleiding toch niet in te zetten, kan ik dan een nieuwe aanvraag doen voor een andere beroepsopleiding? Ja, dat kan. Mits uw instelling niet met al meer dan 10 beroepsopleidingen bol-bbl deelneemt. Let op! U kunt in totaal voor 10 beroepsopleidingen bol-bbl een experimentstatus toegewezen krijgen. Dit betekent dat (ongeacht of u de beroepsopleiding bol-bbl daadwerkelijk aanbiedt) u niet meer dan 10 keer een toewijzing kunt krijgen op een aanvraag. Heeft u dus 10 experimentstatussen 5
toegewezen gekregen en wilt u één van deze beroepsopleidingen bol-bbl inruilen voor een nieuwe beroepsopleiding, dan is dit niet mogelijk. 17. Wie beoordeelt mijn aanvraag en binnen welke termijn krijg ik te horen of mijn aanvraag is goedgekeurd? De beoordeling van aanvragen geschiedt door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Inspectie van het Onderwijs. Het besluit of uw aanvraag wordt gehonoreerd of is afgewezen, wordt uiterlijk na drie maanden aan u bekend gemaakt middels een formele beschikking van de minister. 18. (Bij wie) Moet ik tussentijds rapporteren over de vorderingen bij deelname aan het experiment en waar dient deze rapportage aan te voldoen? Er wordt van u gevraagd tweemaal een rapportage in te dienen bij DUO: Uiterlijk op 31 juli van het studiejaar waarin een deelnemer voor het eerst de beroepsopleiding bol-bbl kan afronden dient u een voortgangsrapportage in; en Uiterlijk op 31 juli van het studiejaar 2019-2020 dient u een eindverslag in. Bij de evaluatie worden de volgende onderwerpen in ieder geval onderzocht:
De studieresultaten van de deelnemers; De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, waaronder in ieder geval de kansen op het vinden van een baan op het niveau van de gevolgde opleiding; De mate waarin de beroepsopleiding bol-bbl van invloed is geweest op de studieresultaten en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt; De waarderingen van deelnemers, docenten, leerwerkbedrijven en opleidingsbedrijven en werkgevers van de beroepsopleiding bol-bbl; De waardering en effecten van de samenwerkingsovereenkomsten; en De effecten van aanbieden van de beroepsopleiding bol-bbl op de inschrijvingen voor beroepsopleidingen in de beroepsopleidende leerweg en beroepsopleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg.
Voorwaarden tot deelname 19. Kan een niet-bekostigde instelling deelnemen aan het experiment? Ja, niet-bekostigde instellingen kunnen een aanvraag indienen wanneer zij de betreffende beroepsopleiding al in de bol of bbl aanbieden. Het is niet mogelijk een opleiding vorm te geven waarin de bol- of bbl-leerweg wordt gecombineerd met de derde leerweg. 20. Wanneer mag een beroepsopleiding niet deelnemen aan het experiment? Beroepsopleidingen die onder aangepast toezicht van de Inspectie van het Onderwijs staan. Beroepsopleidingen die deelnemen aan het experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014-2022. Zie ook artikel 4 van het Besluit.
6
21. Kan een mbo-instelling tegelijkertijd deelnemen aan het experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo en het experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bolbbl? Ja, mits het een andere beroepsopleiding betreft. Een instelling kan niet met dezelfde beroepsopleiding aan beide experimenten tegelijk deelnemen. Zie ook artikel 4 van het Besluit.
Vormgeving beroepsopleiding bol-bbl 22. Kan ik ook een beroepsopleiding bbl-bol verzorgen? Nee, het is niet mogelijk een beroepsopleiding vorm te geven die begint in de bbl en eindigt in de bol. 23. Wat zijn de vereisten met betrekking tot onderwijstijd bij een beroepsopleiding bol-bbl? In tabel 1 vindt u terug welke eisen worden gesteld aan het aantal begeleide onderwijsuren en bpvuren per leerweg en de combinatiemogelijkheden. Zie ook artikel 5 van het Besluit. 24. Het is mogelijk om af te wijken van de urennormen. Wat houdt dit in? Met ‘Focus op Vakmanschap’ en de invoering van de wet Doelmatige leerwegen is er extra aandacht gekomen voor de intensivering van het onderwijs. In deze wet staan urennormen voor de verschillende opleidingen in het mbo. Deze urennorm staat in dienst van de kwaliteit. De minister heeft in haar brief van 30 januari 2013 aangegeven dat voorop wordt gesteld dat de instelling moet zorgen voor een voldoende intensief programma. Aan die zorgplicht wordt in ieder geval voldaan als het onderwijsprogramma voldoet aan de minimum urennormen zoals neergelegd in de wet. Het is mogelijk om af te wijken van de eisen van onderwijstijd. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. De kwaliteit is aantoonbaar indien behaalde resultaten, de tevredenheid van deelnemers en hun toekomstige werknemers kan worden vastgesteld en de kwaliteit is geborgd in het kwaliteitsborgingsysteem van de instelling. Het bevoegd gezag legt hierover verantwoording af in het (jaar)verslag. De deelnemersraad heeft instemmingsrecht op het onderwijsprogramma van de beroepsopleiding in de gecombineerde leerwegen bol-bbl met minder uren dan voorgeschreven in dit Besluit. 25. Kan de opleider zelf bepalen hoe de verdeling tussen bol en bbl eruit komt te zien? Ja dat mag, mits u aan de urennormen voldoet zoals weergegeven in tabel 1. Er zijn verschillende indelingen mogelijk, waarbij er één overstapmoment is van de bol naar de bbl. De opleiding is flexibel vorm te geven. Naast de 700 uur die als begeleide onderwijstijd in het eerste jaar wordt gevraagd, zijn de uren flexibel in te richten over de studiejaren heen. Tabel 1: Vereisten met betrekking tot onderwijstijd voor het experiment met een beroepsopleiding bol-bbl Leerweg per studiejaar
2-jarige opleiding 3-jarige
Minimum aantal begeleide onderwijsuren
Minimumaantal uren bpv
Minimum aantal klokuren
1 bol
2 bbl
3 -
4 -
Totaal 900
w.v. eerste jaar 700
860
1850
bol
bbl
bbl
-
1100
700
1470
2700
7
opleiding 4-jarige opleiding
bol bol
bol bbl
bbl bbl
bbl
1450 1300
700 700
1060 2080
2850 3550
bol bol
bol bol
bbl bol
bbl bbl
1650 2000
700 700
1670 1510
3700 3850
NB Een studiejaar binnen het experiment loopt van 1 augustus tot en met 31 juli in het daarop volgende jaar. Het is daarom niet mogelijk een beroepsopleiding bol-bbl te starten in februari (of een andere maand in het jaar). 26. Hoe zien jullie de verdeling van theorie en praktijk? Het klinkt als starten met veel theorie in de bol en daarna praktijk (in de bbl). Geeft dit wel voldoende ruimte voor leren in de praktijk? Het is aan de school om een volwaardig, evenwichtig en uitdagend onderwijsprogramma aan te bieden met voldoende uren, een goede mix aan werkvormen én adequate begeleiding. De omschrijving in artikel 7.2.7, vijfde en zesde lid in de wet Doelmatige leerwegen van begeleide onderwijsuren biedt ruimte om een eigentijds, gevarieerd onderwijsprogramma aan te bieden door een multidisciplinair onderwijsteam met bevoegde docenten, maar ook met instructeurs, gastdocenten en studiebegeleiders. Met begeleide onderwijsuren wordt bedoeld klokuren waarin onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel. In de praktijk kan dit betekenen dat de student onderwijs krijgt van een instructeur (denk bijvoorbeeld aan simulaties met technologie). Zolang dit plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van een bevoegd docent en hierover binnen het onderwijsteam afspraken zijn gemaakt, valt dergelijk onderwijs onder begeleide onderwijsuren. 27. Wat wordt verstaan onder begeleide onderwijstijd? Kan dit ook in een leerbedrijf plaatsvinden? Begeleide onderwijstijd zijn volgens de WEB klokuren waarin onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel. Dit kan betekenen dat de deelnemer onderwijs krijgt van een instructeur. Zolang dit plaatsvindt onder verantwoordelijkheid en met betrokkenheid van een bevoegd docent en hierover binnen het onderwijsteam afspraken zijn gemaakt, valt dergelijk onderwijs onder “bot”. Bot hoeft niet gegeven te worden binnen de onderwijsinstelling en de Inspectie ziet toe op de bot-uren op grond van het toezichtkader. 28. Mag een mbo-instelling ook een onderwijsprogramma vormgeven dat minder uren omvat dan wat in tabel 1 is voorgeschreven? Ja dat mag, mits de instelling in een apart document beschrijft welke onderwijsinhoudelijke visie over kwaliteit hieraan ten grondslag ligt, mede in relatie tot de doelgroep die het betreft. In deze visie moet aannemelijk worden gemaakt dat met minder uren de kwaliteit van een beroepsopleiding gewaarborgd blijft. De instelling moet aan kunnen tonen dat de opleiding die nu reeds in bol en/of bbl verzorgd wordt van voldoende kwaliteit is, aan de hand van de behaalde resultaten, de tevredenheid daarover van studenten en hun toekomstige werkgevers.
8
Bekostigde instellingen moeten daarnaast aantonen dat de deelnemersraad heeft ingestemd met het afwijken van de in artikel 5 van het Besluit voorgeschreven aantal uren. Het bevoegd gezag legt hierover verantwoording af in het jaarverslag. 29. Mag de onderwijsinstelling zelf besluiten wanneer zij taal en rekenen wil examineren? Nee, op basis van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB mag de examinering van taal en rekenen pas in het tweede gedeelte van de studie plaatsvinden. Bij de vormgeving van de onderwijs- en examenregeling van de betreffende beroepsopleiding bol-bbl dient hier rekening mee gehouden te worden. 30. Waarom is er binnen de beroepsopleiding bol-bbl sprake van één overstapmoment van bol naar bbl? Kan ik hier flexibel mee omgaan? Deelnemers kunnen alleen per studiejaar ingeschreven worden in de bol dan wel bbl. Dit hangt samen met de regelgeving rond bekostiging, studiefinanciering etc. Er zijn urennormen voor de gehele opleiding, waarvan een minimum van 700 uur begeleide onderwijsuren in het eerste jaar verplicht is. De overige urennormen kunnen flexibel ingedeeld worden over de gehele opleiding. Het blijft voor deelnemers mogelijk om op individuele basis over te stappen van leerweg. NB Een studiejaar binnen het experiment loopt van 1 augustus tot en met 31 juli in het daarop volgende jaar. Het is niet mogelijk een beroepsopleiding bol-bbl te starten in februari (of een andere maand in het jaar). 31. Kan ik mijn huidige aanbod van bol en/of bbl-opleidingen staken en vervangen door het aanbieden van gecombineerde leerwegen? Een instelling kan met meer beroepsopleidingen deelnemen aan het experiment en deze opleidingen in de bol en/of bbl (tijdelijk) stopzetten. Indien echter na de eerste of latere aanvraagrondes blijkt dat er zoveel beroepsopleidingen onder het experiment worden gebracht dat de reguliere leerwegen bol en bbl of de bekostiging onder druk komen te staan, kan de Minister besluiten om het aantal beroepsopleidingen bol-bbl te beperken. Bij deelname aan het experiment blijft het altijd mogelijk om de betreffende beroepsopleiding ook in de bol- en bbl-leerweg aan te bieden. 32. Mogen huidige deelnemers aan een opleiding zich overschrijven naar de beroepsopleiding bol-bbl? Nee, alleen aankomende deelnemers kunnen zich inschrijven voor een beroepsopleiding bol-bbl. 33. Welke kwalificatiedossiers dien ik te gebruiken voor het inschrijven van deelnemers? Vanaf studiejaar 2016-2017 dient u gebruik te maken van de herziene kwalificatiestructuur. Wanneer u in 2015 een aanvraag heeft ingediend voor een bestaand kwalificatiedossier en in 2016 overstapt op het herziene kwalificatiedossier, dan dient u dit door te geven aan DUO (
[email protected]). Zie tevens vraag 44.
9
Voorlichting aan en begeleiding van deelnemers 34. Welke informatie moet de mbo-instelling de aankomend deelnemer verstrekken? De mbo-instelling is verplicht zodanige informatie te verstrekken aan aanstaande deelnemers over een beroepsopleiding bol-bbl dat het hen in staat stelt zich voorafgaand aan de inschrijving een goed oordeel te kunnen vormen over de gevolgen daarvan. Dit houdt onder andere in: Informatie over verplichtingen samenhangend met het ontstaan en het vervallen van de aanspraak op studiefinanciering en informatie over verplichtingen met betrekking tot het betalen van lesgeld of cursusgeld. Informatie over de mogelijkheid voor een deelnemer tot beëindiging van de inschrijving van de beroepsopleiding bol-bbl en inschrijving in een beroepsopleiding in de bol dan wel bbl. Ook gedurende de beroepsopleiding is deze informatievoorziening aan deelnemers verplicht. Zie ook artikel 8 van het Besluit. 35. In hoeverre wordt van de mbo-instelling verwacht dat de zij contact onderhoud met de opleidings- en/of leerbedrijven waar deelnemers een deel van de opleiding volgen? Van de onderwijsinstelling wordt verwacht dat zij per studiejaar bbl minimaal drie contactmomenten verzorgt tussen het leerbedrijf, de deelnemer en de instelling. Zie ook artikel 8 van het Besluit. 36. Wat gebeurt er als blijkt dat er geen leerplaats is voor een deelnemer? In de samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt wanneer er onverhoopt geen leerplaats is voor een deelnemer. Los van deze afspraken dient de deelnemer volgens de WEB altijd te worden begeleid bij de zoektocht naar een (andere) leerplaats. 37. Wat gebeurt er als een deelnemer wil stoppen met de beroepsopleiding bol-bbl? De deelnemer die de beroepsopleiding bol-bbl tussentijds wil beëindigen loopt het risico dat hij niet dezelfde beroepsopleiding in de bol of bbl aan de onderwijsinstelling zelf kan afronden. Het is immers aan de onderwijsinstelling of de beroepsopleiding naast de verzorging in de gecombineerde leerwegen bol-bbl daarnaast ook nog in de bol of bbl wordt verzorgd. Er wordt daarom gevraagd van het bevoegd gezag om de deelnemer te begeleiden naar een andere beroepsopleiding al dan niet bij een andere instelling. Het alternatieve opleidingstraject dient passend te zijn bij het bereikte onderwijsniveau van de betrokken deelnemer.
Financiering 38. Is er subsidie verbonden aan het experiment? Nee, er is geen subsidie aan dit experiment verbonden. Bij een goedgekeurde aanvraag krijgt u wettelijke ruimte om een beroepsopleiding met een gecombineerde leerweg aan te bieden. 39. Hoe wordt de verdeling tussen lesgeld en cursusgeld vastgesteld? Een deelnemer betaalt lesgeld tijdens de bol-fase en cursusgeld tijdens de bbl-fase van een beroepsopleiding. Dit is vastgelegd in de Les- en cursusgeldwet. Zie ook artikel 6 van het Besluit.
10
40. Bestaat de studiefinanciering bij de beroepsopleiding bol-bbl uit een gift of uit een prestatiebeurs? Een deelnemer die een tweejarige basisberoepsopleiding of vakopleiding in de bol doet, ontvangt studiefinanciering in de vorm van een gift. Een deelnemer die een drie- of vierjarige vakopleiding of middenkaderopleiding doet, ontvangt studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs. Als een deelnemer een diploma haalt binnen de diplomatermijn van 10 jaar, wordt de toegekende prestatiebeurs omgezet in een gift. Zie ook artikel 6 van het Besluit. 41. Kan een deelnemer aanspraak blijven maken op studiefinanciering en/of een reisproduct? Ja, een deelnemer heeft recht op studiefinanciering en een reisproduct tijdens de bol-fase van de opleiding. Bij de overgang naar de bbl-fase van de opleiding moeten de studiefinanciering en het reisproduct worden stopgezet. De mbo-instelling dient te zorgen voor goede en tijdige informatievoorziening hierover. Zie ook artikel 6 van het Besluit. 42. Krijg ik als werkgever een vergoeding voor het begeleiden van deelnemers? Ja, dat kan via de Subsidieregeling praktijkleren. Op basis van deze subsidieregeling komt een werkgever die erkend is als leerbedrijf in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor begeleiding van een deelnemer in de bbl. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op het aantal weken dat tijdens de praktijkleerplaats daadwerkelijk onderricht in de praktijk van het beroep plaatsvindt. De werkgever is verantwoordelijk voor de aanvraag in de tegemoetkoming voor de begeleidingskosten. De Subsidieregeling praktijkleren is aangepast aan de andere eisen aan onderwijstijd die in dit experiment gelden.
Wijzigingen doorgeven 43. Wanneer moet ik wijzigingen doorgeven? In artikel 9 van het Besluit staat dat de instelling feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor het experiment aan de Minister meldt. U meldt dit via DUO (
[email protected]). U kunt bijvoorbeeld komend schooljaar 2015-2016 nog starten met een kwalificatiedossier volgens de huidige kwalificatiestructuur en dan vanaf schooljaar 2016-2017 doorgaan met het herziene kwalificatiedossier. Een ander voorbeeld is dat er twee bedrijven met wie u samenwerkt gaan fuseren. U dient dus dergelijke wijzigingen door te geven welke van invloed kunnen zijn op het verloop en de evaluatie van het experiment. 44. Kan ik afwijken van het aantal beoogde deelnemers dat ik in mijn projectplan heb opgegeven? Indien u in een bepaald studiejaar minder deelnemers wilt inschrijven, dan mag dit. U kunt het jaar daarop weer meer deelnemers inschrijven indien gewenst. Indien u meer deelnemers in wilt schrijven, moet u op zoek gaan naar nieuwe partners en/of garanderen dat er voldoende praktijkplaatsen beschikbaar zijn. U moet de wijziging van het aantal deelnemers en samenwerkingsovereenkomsten doorgeven aan DUO (
[email protected]). 11