Factsheet Scheepsbouw 2013 Aanleiding project
De inspectie SZW heeft in 2013 als onderdeel van de meerjarensectoraanpak Metaal 2011-2014 een inspectieproject uitgevoerd bij scheepsbouw en – reparatiebedrijven. In deze factsheet zijn de belangrijkste resultaten van dit inspectieproject weergegeven. Aanleiding voor de inspecties waren: - de tegenvallende inspectieresultaten van de inspecties in 2008/2009. Er bleken relatief veel overtredingen op de onderwerpen veilige werkomgeving (valgevaar, gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie in een omsloten ruimte), machineveiligheid en lasrook. - De werkzaamheden in de branche leiden relatief vaak tot ongevallen. Deze blijken vooral veroorzaakt te worden door de hijs- en hefwerkzaamheden en het getroffen worden door bewegende voorwerpen. - Bij de bouw van schepen zijn in het verleden veelvuldig asbesthoudende materialen toegepast. Uit eerdere inspecties van de ILT is gebleken dat er bij reparatie en onderhoud door de werven onvoldoende aandacht wordt gegeven aan de mogelijke asbestblootstelling. Vanwege dit signaal is er in dit project ook aandacht aan asbest gegeven, door na te gaan of het risico is onderkend in de Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). De inspecties zijn uitgevoerd in de periode mei en juni 2013.
Beschrijving Sector
Er werkten in 2012 29.466 werknemers in de Nederlandse scheepsbouw. Dit betekent dat 6,6% van het totaal aantal werknemers in de metaal (441.800) werkzaam is in de scheepsbouw- en reparatiesector (bron: Scheepsbouw Nederland 2012). In totaal omvat de sector 923 bedrijven (economisch actieve vestigingen). Bouw en onderhoud van ‘groot materieel’ (SBI 331501, 301, 3011) heeft 391 vestigingen (42%); de sport en recreatie-sector (SBI 331502, 3012) heeft 532 vestigingen (58%). Een groot deel van met name de grote werven is te vinden in het noordelijke werkgebied van de Inspectie SZW Groningen (24%) en in de regio Rotterdam (42%). Kleine werven zijn verspreid over heel Nederland.
Doelstellingen
Het project is uitgevoerd om bij te dragen aan het beter verankeren van de arbozorg in de dagelijkse bedrijfsvoering van bedrijven in de scheepsbouw. De belangrijkste doelstellingen luidden: 1 Het opheffen van onveilige en ongezonde situaties in bedrijven als gevolg van niet naleving van de Arbeidsomstandighedenwet op het punt van: - Werken in besloten ruimten inclusief gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (VBVBE) - Blootstelling aan en opslag van gezondheidsschadelijke stoffen met name lasrook, styreen, oplosmiddelen en asbest
Tabel 1 Aantal economisch actieve vestigingen op basis van gegevens kamer van koophandel 2012 Sbi
Aantal vestigingen onderhoud en scheepsbouw economisch actief
Onbekend
331501
Reparatie en onderhoud van schepen (geen recreatieschepen)
4
6
160
331502
Reparatie en onderhoud van sport- en recreatievaartuigen
9
135
301
Scheepsbouw
22
2
24
3011
Bouw van schepen en drijvend materieel (geen sport- en recreatievaartuigen
7
1
51
47
8
114
3012
Bouw van sport- en recreatievaartuigen
2
6
287
73
5
373
35
22
633
214
19
923
Totaal onderhoud en scheepsbouw
0 en 1
2 t/m 9
10 t/m 99
>100
Totaal
77
6
253
15
159
- Valgevaar, bijvoorbeeld door het werken op hoogte of valgevaar door niet afgeschermde gaten en sparingen in de werkvloer - Algemene veiligheid/veiligheid arbeidsplaats en werken met arbeidsmiddelen/ machines (alleen bij ernstig gevaar) - RI&E/Plan van Aanpak - Voorlichting, Onderricht en Toezicht (VOeT), met name bij kwetsbare groepen als jongeren in leerwerksituaties; 2 Het bevorderen dat binnen de bedrijven consequente en constante aandacht is voor veilig en gezond werken als logisch onderdeel van de bedrijfsvoering, met name met het oog op de verschillende aan het werk zijnde partijen, en in het bijzonder voor jonge werknemers/ stagiairs in opleiding, anderstaligen en uitzendkrachten; 3 Het signaleren van met inlenersproblematiek samenhangende risico’s van mogelijke fraude; 4 Het bevorderen van het gebruik van branchespecifieke hulpmiddelen bij bedrijven met overtredingen op het gebied van gezond en veilig werken (o.a. inzet verbetercoaches/ verbetercheck besloten ruimten, Arbopraktijkboek Scheepsbouw) Inspectieonderwerpen De volgende inspectieonderwerpen stonden in dit project centraal: • werken in besloten ruimten • blootstelling aan gevaarlijke stoffen • valgevaar • RI&E Naast deze onderwerpen is in bepaalde situaties ook geïnspecteerd op inventarisatie van asbestrisico’s, machineveiligheid, de inrichting van de arbeidsplaats en naar voorlichting, onderricht en toezicht, met name wanneer er stagiaires of leerlingen in een leerwerktraject werkzaam waren. Bij werkzaamheden met vuur in/aan/op tankschepen1 en bij onderwerpen die met arbeidsmarktfraude kunnen samenhangen zoals onderbetaling van buitenlandse werknemers, hebben de projectdeelnemers signalen afgegeven aan collega’s die zich specifiek bezig houden met de genoemde onderwerpen. Dit heeft in een aantal gevallen tot acties geleid. De bedrijven De geïnspecteerde bedrijven behoren voor het merendeel tot de SBI-codes 30 en 33 (scheepsbouw en –reparatie en jachtbouw en -reparatie). De verdeling over grootteklassen is te zien in tabel 2. 1
Vanwege specifieke wetgeving gericht op beheersing van de hoge risicofactoren verricht de Inspectie SZW inspecties naar tankschepen in een apart meerjarenprogramma.
Tabel 2 Verdeling soort bedrijven naar grootteklasse Grootteklasse
Scheepsbouw
Jachtbouw
Overig
Totaal geïnspecteerde bedrijven
0 of geen
3
1
1
5
1
0
1
0
1
2 t/m 4
4
16
3
23
5 t/m 9
5
13
1
19
10 t/m 19
12
3
0
15
20 t/m 49
21
4
1
26
50 t/m 99
15
0
1
16
100 t/m 199
5
1
0
6
200 t/m 499
0
1
0
1
500 t/m 749
3
0
0
3
Totaal
68
40
7
115
Bron: I-net Er is risicogericht geselecteerd: de grote scheepswerven die slecht scoorden in het vorige project; de werven die door de inspectie voor Leefomgeving en Transport zijn aangedragen vanwege onvolkomenheden met asbestrisicoinventarisatie plus een selectie uit de kleinere werven voor de plezierjacht- en bouw op basis van ongevalsinfo en onbekendheid bij de Inspectie SZW. Alle bedrijven in deze branche zijn met een aankondigingbrief geïnformeerd over het project. Ze zijn aangespoord om gebruik te maken van de verbeterchecks van sociale partners en om de verbetercoaches van 5xBeter in te schakelen.
Inspectieresultaten Algemeen beeld De selectie voor dit inspectieproject bestond uit 115 bedrijven, dit is 13% van de subsector scheepsbouw en jachtbouw: • 68 scheepsbouw- en reparatiebedrijven; • 40 jachtbouw- en reparatiebedrijven; • 7 aan scheepsbouw (en reparatie) en jachtbouw (en reparatie) verwante bedrijven. Van deze bedrijven bleken er 101 (88%) niet in orde. Dit betreft de totale groep geïnspecteerde bedrijven, zowel op scheepswerven als op jachtwerven. Inspecteurs troffen hier risicovolle situaties aan en er is dan ook handhavend opgetreden. Een onderscheid tussen scheepswerven en werven gespecialiseerd in het bouwen en repareren van jachten, toont het volgende beeld:
De handhavende interventies bestonden uit o.a. stimulerende interventies, eisen, waarschuwingen en stilleggingen en zijn als volgt verdeeld over de geïnspecteerde bedrijven:
Figuur 1 Scheepsbouw- en reparatie (N=68) 11,5%
in orde niet in orde
Hieruit blijkt dat de scheepsbouw- en reparatiebedrijven iets meer in overtreding zijn (8%) dan de bedrijven in de jachtbouw. Dit neemt niet weg dat het aantal overtredingen bij zowel scheepsbouw- en reparatiebedrijven als de jachtbouw- en reparatiebedrijven fors is te noemen. Veel overtredingen hadden betrekking op onvoldoende zorgvuldigheid bij het werken in ruimtes met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging en/of brand, maar ook op valgevaar, gevaarlijke stoffen, onvoldoende risicoinventarisatie en beleid daarop, en op machineveiligheid.
Scheepbouw Jachtbouw Overige
totaal
stimulering
waarschuwing
stillegging met boete
in orde niet in orde
stillegging zonder boete
19,5%
kennisgeving eis
Jachtbouw- en reparatie (N=40)
200 180 180 160 131 140 119 120 100 80 68 60 40 32 20 18 18 12 5 7 6 20 780 100 0 0 0 0 eis
88,5%
80,5%
Figuur 2 Handhavingsinstrumenten
Duidelijk wordt dat de zwaardere instrumenten (stilleggingen) vooral bij scheepswerven nodig bleken, in verhouding tot de jachtwerven. Bij de werf waar de stillegging met boete is opgemaakt bleek sprake van ernstig valgevaar. Op het achterdek van een in aanbouw zijnd schip werden las- en montagewerkzaamheden verricht. Er was op meerdere plaatsen sprake van valgevaar. Zo waren er sparingen in het dek aangebracht, o.a. voor de toegang tot het lager gelegen dek. Hier was duidelijk sprake van valgevaar met een valhoogte van ongeveer 6 meter. Tevens bleken er rondom het dek geen veilige steigers, stellingen, bordessen, of werkvloer, noch een hekwerk, leuning of andere voorzieningen aangebracht, waardoor ook daar sprake was van valgevaar. De werkzaamheden op het achterdek zijn stilgelegd vanwege ernstig valgevaar voor de personen die daar aan het werk waren. Zij mochten niet eerder aanvangen, dan nadat er veiligheidsvoorzieningen aangebracht waren. Dit is meteen door de werf opgepakt. Later op die dag hebben de inspecteurs geconstateerd dat er hekwerken aangebracht waren en kon de stillegging worden opgeheven.
Bij 15 andere werven mochten bepaalde werkzaamheden niet gestart worden vanwege potentieel ernstig gevaar (stillegging zonder boete). Hierbij ging het ook om valgevaar en om machines, zoals kantbanken, metaalzagen en kolomboren die onvoldoende waren afgeschermd of waarvan de beveiligingsinrichting defect of overbrugd was.
Omvang en soort overtredingen Tabel 3 Overzicht overtredingen en het aantal bedrijven waarop de overtredingen betrekking hebben Aard overtredingen
Scheepsbouw
Jachtbouw
Overig
Totaal
aantal overtredingen
aantal bedrijven
aantal overtredingen
aantal bedrijven
aantal overtredingen
aantal bedrijven
aantal overtredingen
%
aantal bedrijven
Inrichting arbeidsplaats
61 (1,7)
51
32 (1,1)
25
1
1
94
30%
77
a - VBVBE
25
19
13
10
0
0
38
29
b - Valgevaar
24
22
13
9
0
0
37
c- overig
12
10
6
6
1
1
19
RI&E
34
27
29
24
4
4
67
31 17
21%
55
Gevaarlijke stoffen
41 (1,3)
31
30 (1,7)
18
9
6
80
25%
55
Arbeidsmiddelen
28
19
23
16
4
3
55
17%
38 9
VOeT
16
8
5
3
0
0
21
7%
Totaal
180
61
119
33
18
7
317
100%
Zoals uit bovenstaande overzicht blijkt hadden de meeste overtredingen (30%) betrekking op de inrichting van de arbeidsplaats: VBVBE, valgevaar en rommelige onveilige arbeidsplaatsen met overal luchtslangen, gasslangen en gereedschap op de vloer. Ook de onderwerpen gevaarlijke stoffen en RIE scoren hoog, te weten respectievelijk 25% en 21%. Bij scheepswerven valt met name op dat de inrichting arbeidsplaats op de eerste plaats staat. Gemiddeld heeft een scheepswerf 1,7 overtredingen op dit onderwerp in vergelijking met 1,1 overtreding bij jachtwerven. Bij de jachtwerven komen overtredingen op het gebied van gevaarlijke stoffen relatief vaker voor. Daar wordt o.a. veel gewerkt met polyester, dat gepaard gaat met styreenblootstellingsrisico’s. Inspecteurs zijn situaties tegengekomen waarbij met de hand polyester aangebracht werd zonder dat men adembescherming droeg. VBVBE: risico’s bij ‘werken in besloten ruimten’ De 39 overtredingen op het onderwerp ‘besloten ruimten’ hadden voor het merendeel (27) te maken met het niet of niet juist verrichten van de metingen, noodzakelijk om te bepalen of men de ruimte veilig kan betreden zonder gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging en/of brand. Overige overtredingen betroffen het niet of niet permanent observeren van de werknemer die een ruimte in gaat waar sprake kan zijn van bedwelming, verstikking etc.
Tabel 4 Overtredingen bij VBVBE onderzoek gevaar voor verstikking/bedwelming/ vergiftiging/brand ontbreekt of is onvolledig
27 x
Niet (permanent) observeren, beschermen, hulp bieden van en aan werknemer
7x
gevaren explosieve atmosferen in het kader van RI&E niet beoordeeld en/of vast gelegd in explosieveiligheidsdocument
2x
maatregelen bij gevaar voor verstikking/bedwelming/ vergiftiging/brand/ explosie ontbreken of zijn onvolledig
2x
geen specifieke werkkleding ter beschikking gesteld aan werknemers in gebieden waar explosieve atmosferen kunnen ontstaan
1x
Asbest In het project is bij scheepsreparatie- en onderhoudswerven ook gelet op de wijze waarop het bedrijf aandacht aan asbest besteedde, met name in de risico-inventarisatie en -evaluatie. Uit eerdere inspecties van de ILT is gebleken dat er bij reparatie en onderhoud door de werven nog onvoldoende aandacht wordt gegeven aan de mogelijke asbestblootstelling. In dit project bleek bij 13 werven de RI&E op het punt van asbest onvoldoende. In 8 gevallen ontbrak het onderwerp asbest in de RIE, 3 keer had het bedrijf geen asbestprotocol en in 2 gevallen moesten de werknemers een opleiding krijgen om asbest te herkennen. Vergelijking met inspecties uit 2008 In het kader van dit project zijn 41 bedrijven geïnspecteerd die ook bezocht zijn in het kader van project A875 (2008). Van deze bedrijven hadden 39 bedrijven opnieuw overtredingen.
Tabel 5 vergelijking eerder bezochte met niet eerder bezochte bedrijven
Bedrijven in orde Niet in orde
Eerder Nieuwe geïnspecteerd) bedrijven (N=74)
Totaal (N=115)
aantal
%
aantal
%
aantal
%
2
4,8
12
16
14
12
39
95,2
62
84
101
88
41
Tabel 6 Vergelijking instrumentinzet bij bedrijven die zowel in 2008 als 2013 zijn geïnspecteerd 2008
2013
Eis Arbo
2
10
Kennisgeving Eis
2
8
10
6
Stillegging + Boeterapport
5
1
Boeterapport
2
0
Proces-verbaal
1
0
Waarschuwing
121
115
6
4
149
144
Stimulering Totaal
Scheepsbouwen reparatie
Alleen geinspecteerd in 2013 35
68
8
32
40
7
7
74
115
Jachtbouwen reparatie totaal
totaal
33
overige
Het aantal tekortkomingen in 2013 bleek over het geheel genomen iets kleiner dan in 2008, namelijk 144 in 2013 tegenover 149 in 2008. Verder blijkt dat in 2013 de ernst van de overtredingen naar verhouding minder groot was. Er werden in 2013 minder boeterapporten opgemaakt
Stillegging zonder boete
Geïnspecteerd in 2008 en 2013
74
Bij 20 bedrijven bleek in 2013 sprake van overtredingen op hetzelfde onderwerp als in 2008.
Instrument
Tabel 7 ‘eerder geïnspecteerd ‘en ‘nieuwe‘ bedrijven, uitgesplitst naar type werf
41
Om vast te stellen of bedrijven die voor een tweede keer door de inspectie zijn bezocht betere resultaten laten zien op arbeidsomstandighedengebied, is een vergelijking gemaakt binnen de groep scheepsbouw- en reparatiewerven. Daar is het aantal werven onderling van voldoende en vergelijkbare omvang. Kijken we naar de 33 scheepsbouw- en reparatiewerven die in 2013 voor de tweede keer zijn bezocht, valt op dat er een lichte verbetering heeft plaatsgevonden. Het gemiddeld aantal overtredingen per bedrijf is gedaald van 3,5 naar 2,3. Voor een belangrijk deel betreft het het aantal waarschuwingen dat fors is verminderd. Ook het aantal zware instrumenten, is met tweederde gedaald, nl. van 18 naar 6. Bij de 35 scheepsbouw- en reparatiewerven die we in 2013 voor het eerst hebben bezocht ligt het gemiddeld aantal overtredingen per bedrijf op 2,9. Tabel 8 Handhaving bij scheepsbouw- en reparatiewerven (exclusief jachtwerven) Soort HH (33 werven) Licht: (stimulering)
De 41 werven die zowel in 2008 als in 2013 zijn bezocht, bestaan voor het merendeel uit werven gespecialiseerd in scheepsbouw- en –reparatie, nl. 33. De overige 8 ondernemingen zijn werven in jachtbouw- en reparatie. De 76 werven die voor het eerst in 2013 een bezoek van de inspectie hebben gehad, bestaan uit 35 scheepsbouw- en -reparatiewerven, 32 jachtbouw en –reparatiewerven en 7 andersoortige bedrijven zoals financiële holdings, bedrijven in scheepsbetimmering en schoonmaakbedrijven.
2008 6
4
Middelzwaar: (waarschuwing, eis, kennisgeving eis)
93
67
Zwaar: (stillegging met of zonder boete, boeterapport, proces-verbaal)
18
6
Aantal overtredingen
117
77
Gem. 3,5
Gem. 2,3
‘Nieuwe’ bedrijven in 2013 (35 werven) Licht: Middelzwaar:
3 96
Zwaar:
4
Totaal
103 (Gem. 2,9)
2013
Conclusie en vervolgacties
Scheepsbouw- en reparatiewerven die de inspectie voor de tweede keer bezoekt vertonen een lichte verbetering in aantallen en ernst van overtredingen ten opzichte van de inspectieresultaten bij een eerste bezoek. Ofschoon de resultaten verbeteringen laten zien ten opzichte van eerdere inspecties, laten de huidige resultaten van de inspecties eveneens zien dat deze subsector ook in de toekomst zeker nog aandacht van de Inspectie SZW behoeft. De inspectieonderwerpen VBVBE, blootstelling aan gevaarlijke stoffen (inclusief asbest), valgevaar en de RI&E scoorden hoog tijdens de inspecties. Scheepsbouw Nederland ziet een verbetering in de sector, maar erkent dat er nog een flinke verbeterslag nodig is. De ambitie is dat het werken in de scheepsbouw bij alle bedrijven veilig moet kunnen gebeuren. Scheepsbouw Nederland verwacht dat het niveau van kleine bedrijven te verbeteren is met de inzet van een goede arbocatalogus en de ondersteuning van verbetercoaches. De Inspectie heeft met de sector afgesproken dat de sector actiever aandacht gaat besteden aan het informeren en stimuleren van bedrijven om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, met name op het punt van VBVE en valgevaar. Zo komt er volgend jaar extra aandacht voor de scheepsbouw tijdens de Week van de Veiligheid. De sector heeft recent een verbeterde arbocatalogus ‘werken op hoogte’ ingediend en gaat hieraan, na positieve toetsing, actief publiciteit geven. Ook op het punt van gevaarlijke stoffen komt meer beweging in deze sector, als gevolg van branchebrede initiatieven hierover. Brancheorganisatie HISWA heeft zich eveneens bereid getoond zich actief op te stellen en bij haar leden aandacht te vragen voor de resultaten en aanbevelingen van deze factsheet. In dit project zijn geen uitgebreide asbestinspecties verricht met betrekking tot de daadwerkelijk door de werven getroffen beheersmaatregelen. De Inspectie SZW vindt het gezien de ernst van het arbeidsrisico nodig hier nader bij stil te staan. In 2014 voert de Inspectie daarom een beperkt aantal specifiek op asbestrisico’s gerichte inspecties uit bij reparatie- en onderhoudswerven.
Deze factsheet is een uitgave van: Inspectie SZW De Inspectie SZW maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Projectnummer A1138 Projectleider Anja van Vlerken Projectsecretaris VijfKeerBlauw | SSS-623541 © Rijksoverheid Oktober 2014