Factsheet Inkomensondersteuning In het regeerakkoord is aangekondigd dat er een nieuwe maatwerkregeling komt voor de inkomenssteun aan chronisch zieken en gehandicapten. Deze nieuwe voorziening vervangt de verschillende regelingen die er nu zijn: ● de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg); ● de Regeling specifieke zorgkosten (inclusief de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ)); ● de Compensatie Eigen Risico (CER). Naast de nieuwe voorziening voor inkomensondersteuning zijn er andere wijzigingen die financiële gevolgen hebben voor mensen die gebruikmaken van zorg en ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van eigen bijdragen, eigen risico en toeslagen. In deze factsheet schetsen we de huidige situatie en het toekomstbeeld van de nieuwe regeling. Aan het eind gaan we in op overige ontwikkelingen met financiële effecten.
1. Huidige regelingen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) Via de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) is geregeld dat chronisch zieken en gehandicapten gecompenseerd worden voor de extra kosten die zij maken door gezondheidsproblemen. De Wtcg kent verschillende compensatiemogelijkheden: 1. Een algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten. Als iemand aan de voorwaarden voldoet, wordt de algemene tegemoetkoming automatisch toegekend door het CAK over het voorgaande jaar. Er gelden verschillende bedragen voor verschillende groepen zorggebruikers, over tegemoetkomingsjaar 2012 variërend van € 148 - tot € 494,- per jaar. Het bedrag hangt af van de hoeveelheid zorg die iemand ontvangt, de leeftijd en (met ingang van 2012) het inkomen. In de bijlage ziet u de voorwaarden om in aanmerking te komen en een verdeling van de doelgroep over vier uitkeringsbedragen en twee leeftijdscategorieën. Over het jaar 2009 hadden ruim 2 miljoen mensen recht op een tegemoetkoming uit de Wtcg, goed voor een totaalbedrag van circa € 508,3 miljoen (jaarverslag CAK 2010)1. Door de invoering van inkomensafhankelijkheid neemt dit vanaf 2012 af tot 1,3 miljoen mensen en een budget van ongeveer € 400 miljoen. Voor het afschaffen van de Wtcg rekent het kabinet met een besparing van € 649 miljoen vanaf 2017. 2. Korting op de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wmo. Sinds 2009 zijn de eigen bijdragen voor zorg, hulp, begeleiding en verblijf vanuit de AWBZ en de Wmo niet meer aftrekbaar bij de aangifte inkomstenbelasting. Als compensatie zijn de eigen bijdragen verlaagd met vaste percentages voor verschillende groepen zorggebruikers. Het CAK verrekent de korting automatisch op de maandelijkse factuur van de eigen bijdrage. Voor mensen met Zorg met verblijf geldt een korting van 16% (jonger dan 65 jaar) of van 8% (65 jaar of ouder). In 2012 ging het in totaal om ongeveer 357.000 personen met Zorg met verblijf(jaarverslag CAK 2012).2 Voor mensen die gebruikmaken van zorg zonder verblijf en/of ondersteuning uit de Wmo geldt een korting van 33% op de eigen bijdrage. Het totaal aantal unieke klanten van het CAK met Zorg zonder Verblijf en/of Wmo was in 2012 809.000 (jaarverslag CAK 2012) ..3 3. Inkomenscompensatie voor arbeidsongeschikten die 35% of meer arbeidsongeschikt zijn of arbeidsondersteuning ontvangen op grond van de Wajong ontvangen . Sinds 2009 gelden bij de aangifte inkomstenbelasting geen vaste aftrekposten meer voor ouderen en arbeidsongeschikten. Als compensatie voor ouderen is de AOW verhoogd en zijn de belastingtarieven voor ouderen verlaagd. Arbeidsongeschikten die een uitkering ontvangen
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 1 van 9
vanuit de WAO, WIA (WGA en IVA), Wajong of WAZ krijgen in het najaar een vaste tegemoetkoming van de uitkeringsinstantie UWV. In 2012 bedraagt deze tegemoetkoming € 350 ,-. Het totale aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving bedroeg naar schatting in 2012 812.000.4 Fiscale regeling specifieke zorgkosten en tegemoetkoming specifieke zorgkosten Naast de Wtcg-maatregelen is er een fiscale aftrek van specifieke zorgkosten. Het is mogelijk om zorgkosten die boven een bepaald (inkomensafhankelijk) drempelbedrag uitkomen, als persoonsgebonden aftrek op te voeren bij de belastingaangifte. Het gaat om bepaalde kosten voor: ● genees- en heelkundige hulp; ● medicijnen op doktersvoorschrift; ● bepaalde hulpmiddelen; ● vervoer, zoals reiskosten naar een huisarts of ziekenhuis; ● een dieet op voorschrift van een dokter of diëtist; ● extra gezinshulp; ● extra kleding en beddengoed; ● reiskosten voor ziekenbezoek. Een toelichting op de fiscale aftrek van specifieke zorgkosten staat in een brochure van de belastingdienst.5 Mensen die uitgaven voor specifieke zorgkosten hebben afgetrokken in de aangifte, lopen daardoor mogelijk bepaalde heffingskortingen mis. De belastingdienst maakt daarom een berekening van de verschuldigde belasting zonder aftrek van de specifieke zorgkosten, om te bepalen of er sprake is van een hoger bedrag aan heffingskortingen. Als iemand op basis van die nieuwe berekening ook recht heeft op een teruggaaf, krijgt hij dat bedrag alsnog uitbetaald. Dit is de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ). In totaal maken ongeveer 1,3 miljoen mensen gebruik van de fiscale regeling (inclusief de TSZ) en het huidige budgettaire beslag bedraagt in totaal € 492 miljoen.6 Compensatie Eigen Risico (CER) Iedere verzekerde vanaf achttien jaar betaalt een verplicht eigen risico voor zijn/haar zorgverzekering. Om mensen met hoge zorgkosten tegemoet te komen, biedt de overheid sinds 2008 de Compensatie Eigen Risico (CER). De hoogte van de uitkering wordt ieder jaar door het Ministerie van VWS vastgesteld en door het CAK uitgekeerd. In 2012 was het uitkeringsbedrag vastgesteld op € 85,-. Het totale bedrag dat voor de Compensatie eigen risico is uitbetaald was in 2012 € 182,5 miljoen (jaarverslag CAK 2012) (bron: CAK). Dit betekent dat bijna 2,1 miljoen mensen de CER in 2012 hebben ontvangen. Daarnaast wordt de verhoging van het eigen risico in 2013 voor mensen met een laag inkomen gecompenseerd via extra zorgtoeslag. Huishoudens met een inkomen tot en met het wettelijk minimumloon krijgen de verhoging van het verplicht eigen risico helemaal terug via de zorgtoeslag. Het gaat om een bedrag van € 115,- op jaarbasis. Huishoudens met een inkomen boven het wettelijk minimumloon ontvangen minder of geen compensatie. Het kabinet is van plan om vanaf 2015 het eigen risico inkomensafhankelijk te maken. Mensen met een laag inkomen hebben dan een lager eigen risico dan mensen die meer verdienen. Tegemoetkoming Ouders van thuiswonende Gehandicapte kinderen (TOG)
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 2 van 9
Voor ouders met thuiswonende gehandicapte of ernstig zieke kinderen tussen 3 en 18 jaar is er momenteel de TOG, een bijdrage in de kosten van de opvoeding en verzorging. De TOG is zo’n € 215,- per kwartaal. In 2012 hebben naar verwachting circa 35.000 kinderen recht op een TOG, wat resulteert in een totaalbedrag van € 30 miljoen aan TOG-uitkeringen. Daarnaast is er voor lage inkomens een extra tegemoetkoming TOG mogelijk (het TOG-kopje), een vast bedrag van € 1.460,- per jaar. Ongeveer 3.500 huishoudens maken hier in 2012 gebruik van (totaalbudget € 5 miljoen). De SVB keert de TOG en de extra tegemoetkoming uit. Dubbele kinderbijslag De dubbele kinderbijslag voorziet in een extra inkomensonafhankelijke tegemoetkoming voor hogere kosten voor ouders wanneer hun kind (tot 18 jaar) niet thuis woont. In totaal ontvangen circa 5.500 kinderen die uitwonend zijn dubbele kinderbijslag, waarvan circa een derde betrekking heeft op kinderen die uitwonend zijn in verband met ziekte of handicap. Ouders van deze kinderen ontvangen naast de reguliere kinderbijslag een bedrag tussen de € 754,- en € 1.078,- per kind per jaar, afhankelijk van leeftijd. Het budget voor de totale regeling is ongeveer € 6 miljoen.
2. Hoofdlijnen nieuwe voorziening inkomensondersteuning Volgens het regeerakkoord is vereenvoudiging en decentralisatie mogelijk van de regelingen die gericht zijn op inkomensondersteuning (de eerder genoemde Wtcg, de fiscale regeling specifieke zorgkosten en de CER). Door decentralisatie van de financiële ondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten met meerkosten ontstaat uit een complex van ongerichte regelingen een eenduidig vangnet, waarmee de doelgroep op transparante wijze en met scherpe focus bereikt wordt, aldus het regeerakkoord. Het wettelijk kader voor het uitvoeren van deze taak door gemeenten kan een bestaand wettelijk kader zijn (Wmo of de Wet Bijzondere Bijstand) of een nieuw op te stellen wettelijk kader. Concreet komt het erop neer dat de Wtcg, de regeling specifieke zorgkosten en de CER per 1 januari 2014 worden afgeschaft. Op 1 januari 2014 treedt de nieuwe voorziening in werking. Hoe dit geregeld gaat worden, is op dit moment nog onbekend. Voor deze gemeentelijke voorziening komt een budget van ruim € 750 miljoen ter beschikking: een optelsom van ongeveer twee derde van het budget voor de Wtcg (€ 649 miljoen), de helft van het budget voor de regeling specifieke zorgkosten (€ 492 miljoen) en de helft van het budget voor de CER (€ 200 miljoen). Volgens het regeerakkoord worden ook de kindregelingen hervormd en versoberd. Dit heeft tot gevolg dat de TOG wordt afgeschaft en budgettair neutraal geïntegreerd in de kinderbijslagwet. Wij begrijpen hieruit dat het budget opgaat in de kinderbijslag en dus niet meer specifiek ten goede komt aan ouders met een gehandicapt of ziek kind. Over de dubbele kinderbijslag doet het regeerakkoord geen uitspraak; daarom laten we deze verder buiten beschouwing. Inkomenseffecten Het is moeilijk om de gevolgen van deze maatregel door te rekenen, omdat het vanaf 2014 een maatwerkregeling is, waarvan de bepalingen nog niet zijn vastgesteld. Het is aan de gemeenten om hier vervolgens invulling aan te geven, waardoor nu niet bekend is wat iemand in de toekomst kan krijgen. Ook zijn er verschillende (combinaties van) voorwaarden en variabelen die nu een rol spelen bij de bepaling van de tegemoetkomingen (zoals combinatie van leeftijd, zorggebruik en inkomen). Alleen de inkomenscompensatie voor arbeidsongeschikten (onderdeel
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 3 van 9
van de Wtcg) en de CER zijn een vast bedrag dat voor iedereen die ervoor in aanmerking komt gelijk is.
Huidige inkomensondersteuning gemeenten Het is nog niet duidelijk hoe de nieuwe maatwerkvoorziening zich verhoudt tot de bijzondere bijstand die gemeenten verlenen.7 Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in 2004 is het alleen nog maar toegestaan om categoriale bijzondere bijstand te verlenen aan 65 plussers, chronisch zieken en gehandicapten, schoolgaande kinderen (voor maatschappelijke participatie) en voor een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering.8 Voor de categoriale bijzondere bijstand wordt een vaste inkomensgrens voor huishoudens gehanteerd van maximaal 110% van de bijstandsnorm. Een gemeente is niet verplicht categoriale bijstand te geven en kan zelf de voorwaarden bepalen waar mensen aan moeten voldoen. Naast de op grond van de WWB toegestane categoriale bijzondere bijstand, bieden gemeenten verschillende vormen van (hulp bij verkrijgen van) inkomensondersteuning, zoals: ● schuldhulpverlening; ● hulp bij het verkrijgen van belastingtoeslagen; ● kwijtschelding gemeentelijke belastingen en vrijstelling of verlaging van de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen; ● individuele bijzondere bijstand (maatwerkoplossing) en langdurigheidstoeslag (gemeente bepaalt toegang en hoogte van uitkering). Volgens onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) is inkomensondersteuning in driekwart van de Wmo-loketten een onderdeel van het aanbod.9 Uit onderzoek van de Inspectie Werk en Inkomen in 2006 blijkt dat 46% van de gemeenten in beleidsregels had vastgelegd voor welke kosten en tot welk bedrag individuele bijzondere bijstand wordt verleend. 10 De inspectie concludeerde op basis van onderzoek in 2010 dat het beleid in 389 gemeenten (93%) in overeenstemming met de WWB is.11 Dit betekent echter niet dat al deze gemeenten categoriale bijzondere bijstand verleenden (de rapportage richt zich op onrechtmatige verstrekkingen en niet op categoriale bijzondere bijstand in het algemeen). Het budget voor de bijzondere bijstand maakt geen onderdeel uit van het macrobudget van de WWB, maar van het gemeentefonds. Dit is een vrij besteedbare algemene uitkering, waardoor er geen sprake is van een werkelijk budget voor bijzondere bijstand. Volgens de VNG was het fictief budget voor bijzondere bijstand in 2003 € 511 miljoen en is dit in volgende jaren verlaagd.12 Wat het fictief budget momenteel is, hebben we niet kunnen vinden. Wel is de bijzondere bijstand in 2012 geïntensiveerd met € 90 miljoen structureel, om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen zoals chronische zieken, gehandicapten en ouderen.13 Volgens het regeerakkoord wil het kabinet de categoriale bijstand beperken, maar de bijzondere bijstand verruimen (met name voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen en ouderen met een klein pensioen). Verder wordt de langdurigheidstoeslag in de WWB vervangen door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen rond moeten komen zonder zicht op verbetering. Voor het totaalpakket ‘intensivering armoedebeleid’ wordt structureel € 100 miljoen uitgetrokken.14
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 4 van 9
3. Overige ontwikkelingen met financiële effecten Verhoging eigen bijdragen AWBZ en Wmo Mensen met een aanzienlijk vermogen betaalden tot en met zorgjaar 2012 dezelfde eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen en AWBZ-zorg als anderen. Vanaf 2013 telt bij de berekening van de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wmo ook een deel van het vermogen mee (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 8% van de grondslag sparen en beleggen opgeteld15. Hierover wordt de eigen bijdrage berekend. De maatregel heeft bij het genoemde percentage van 8% de volgende inkomensgevolgen volgens het CBS 16: ● Cliënten die de hoge eigen bijdrage voor zorg met verblijf betalen, gaan er per maand gemiddeld ongeveer € 235,- (was bij 4% ongeveer € 130,- per maand) op achteruit. ● Voor cliënten die de lage eigen bijdrage voor zorg met verblijf betalen, is de inkomensdaling gemiddeld ongeveer € 12,- per maand (was bij 4% ongeveer € 3,- per maand) . ● Voor cliënten die de eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf betalen, is de inkomensdaling gemiddeld ongeveer € 22,- per jaar (was bij 4% ongeveer € 15,- per maand). ● Voor cliënten die de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning betalen, is de inkomensdaling gemiddeld ongeveer € 37,- per maand (was bij 4% ongeveer € 15,- per maand). NB. Deze inkomenseffecten hebben alleen betrekking op de eigen bijdragen van verzekerden die een vermogen hebben boven het heffingsvrij vermogen. Het overgrote deel van de bijdrageplichtigen heeft geen vermogen boven het heffingsvrij vermogen. Door het afschaffen van de Wtcg vervalt de korting die cliënten ontvangen op de eigen bijdrage naar verwachting voor Zorg met Verblijf op grond van de AWBZ per 2014 en voor Zorg zonder Verblijf op grond van deAWBZ en Wmo per 2015 (zie verder onder Wtcg. De besparing die hiermee bereikt wordt, maakt onderdeel uit van de totale besparing op de Wtcg.). Daarmee wordt de eigen bijdrage vanaf 2014 of 2015 nog hoger. De staatssecretaris heeft per brief aan de Tweede Kamer van 25 april 2013 aangegeven dat de eigen bijdragen voor zorg met verblijf zal worden verzacht. De verwachting is dat na Prinsjesdag bekend is hoe de verzachting wordt ingevuld. Van alle Wmo-aanvragers met een eigen bijdrage gaf 13% in 2010 aan dat de eigen bijdrage te hoog is en dat men daardoor moeite heeft om rond te komen. Vooral jonge mensen (tot 54 jaar) en mensen met een laag inkomen vonden het bedrag hoog.17 Voor Zorg met Verblijf geldt (meestal) de eerste 6 maanden een lage eigen bijdrage. Deze is in 2013 minimaal € 152,- en maximaal € 797,80 per maand. Daarna hangt de eigen bijdrage af van de persoonlijke situatie. De hoge eigen bijdrage is in 2013 maximaal € 2.189,20 per maand.18 Het regeerakkoord spreekt van een verhoging van de eigen bijdrage voor intramurale AWBZ per 2014 tot de zak- en kleedgeldnorm. We gaan ervan uit dat hiermee de zak- en kleedgeldgrens wordt bedoeld die het CAK nu hanteert als minimaal bedrag wat iemand over moet houden na betaling van de eigen bijdrage (er zijn ook normbedragen voor de aftrekpost zak- en kleedgeld voor de berekening van de eigen bijdrage). In 2013 is dit een bedrag per maand van € 292,94 voor alleenstaanden en € 455,63voor gehuwden. Dit bedrag is inclusief vakantiegeld en zorgtoeslag. Zoals eerder geschetst, wordt de huidige korting die cliënten vanuit de Wtcg ontvangen op de eigen bijdrage afgeschaft. De besparing op de kosten van de intramurale AWBZ is structureel € 50 miljoen. Ontwikkelingen Wmo eigen bijdrage en hulp bij huishouden Gemeenten kunnen voor een individuele voorziening een eigen bijdrage heffen, maar ze hoeven dit niet te doen. De eigen bijdrage mag op dit moment voor alle individuele voorzieningen worden toegepast, met uitzondering van de rolstoel. Een kwart van de gemeenten
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 5 van 9
vraagt sinds de invoering van de Wmo eigen bijdragen voor individuele voorzieningen terwijl ze dat voor die tijd niet deden (bron: SCP, Op weg met de Wmo, Wmo-evaluatie maart 2010). De wet stelt uiterste grenzen aan het heffen van eigen bijdragen. Bijna alle gemeenten hanteren deze grenzen in hun beleid, zodat ze maximaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van de eigenbijdrageregeling. Van de gemeenten die in de Benchmark Wmo betrokken zijn, heffen vrijwel alle gemeenten een eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. Benchmarkgemeenten vragen nu ook steeds vaker een eigen bijdrage voor de andere voorzieningen: ● roerende zaken (een los hulpmiddel dat ook meegenomen kan worden naar een andere woning, zoals een douchestoel of een tillift): toename van het aantal gemeenten van 40% in 2010 naar 58% in 2011; ● onroerende woonvoorziening (verbouwingen of aanpassingen in een woning): toename van 52% naar 71%; ● individuele vervoersvoorziening (bijvoorbeeld de scootmobiel, driewielfiets of een wandelwagen voor oudere kinderen): toename van 39% naar 59%. 19 Wat betreft de hoogte van de eigen bijdragen kiest slechts een minderheid van de gemeenten (16%) ervoor om een lagere eigen bijdrage te vragen dan de in de algemene maatregel van bestuur gestelde bovengrenzen.20 Behalve keuzes van de gemeenten zelf zijn er ook ontwikkelingen op landelijk niveau. Het kabinet wil volgens de VNG € 1,2 miljard bezuinigen op de Wmo-huishoudelijke hulp. Met het resterende budget kunnen gemeenten straks alleen nog inwoners met een laag inkomen ondersteunen. Uit de eerder genoemde benchmark komt ook naar voren dat het aantal nieuwe toekenningen voor hulp bij het huishouden daalt. Verder neemt het aantal cliënten met eenvoudige hulp (HH1, exclusief alfahulp) toe ten opzichte van het aantal cliënten met een zwaardere vorm van hulp (HH2 of HH3). Dit is mogelijk een aanwijzing dat gemeenten nu al strikter indiceren. Zvw: verhoging eigen risico Het eigen risico voor de zorgverzekering gaat in 2013 omhoog van € 220,- naar € 350,-. Wie een laag inkomen heeft, krijgt als compensatie extra zorgtoeslag. Huishoudens met een inkomen tot en met het wettelijk minimumloon krijgen de verhoging van het verplicht eigen risico helemaal terug via de zorgtoeslag. Huishoudens met een inkomen boven het wettelijk minimumloon ontvangen minder zorgtoeslag en dus minder compensatie. Het eigen risico wordt in 2015 budgettair neutraal omgezet in een inkomensafhankelijk eigen risico. De additionele uitvoeringskosten worden gedekt binnen het eigen risico. Er worden drie tredes ingevoerd voor drie even grote inkomensgroepen. De middengroep houdt een eigen risico van € 350,-, voor de lagere inkomens wordt het € 180,- en voor de hogere inkomensgroep € 595,-. Wijzigingen zorgtoeslag 2013 De zorgtoeslag is nu al inkomensafhankelijk. Vanaf 1 januari 2013 wordt de inkomensgrens voor zorgtoeslag verlaagd van € 35.059,- naar € 30.939,-. Mensen met een toeslagpartner mochten samen € 51.691,- verdienen, dat wordt € 42.438,-. Vanaf 1 januari 2013 wordt de zorgtoeslag bovendien uitgebreid met een vermogenstoets. Mensen met een vermogen dat hoger is dan het heffingsvrije vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting plus € 80.000,-, hebben vanaf 1
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 6 van 9
januari 2013 geen recht meer op zorgtoeslag. Het gaat om € 101.139,- voor een alleenstaande en € 122.278,- voor partners. Circa 6% van de huishoudens met zorgtoeslag wordt hierdoor geraakt.21 Hier staat tegenover dat de maximum zorgtoeslag stijgt, hoofdzakelijk ter compensatie voor het gestegen eigen risico. Het maximumbedrag voor alleenstaanden gaat omhoog van € 838,- (2012) naar € 1.060,- (2013). Voor huishoudens met 2 personen stijgt de maximum zorgtoeslag van € 1.742,- (2012) naar € 2.062,- (2013). Wijzigingen huurtoeslag 2013 In 2013 gaat de eigen bijdrage in de huurtoeslag extra omhoog met € 4,87 per maand. Dit bedrag komt bovenop een al eerder geregelde verhoging per 2013 van € 3,93 per maand. Hiermee worden nieuwe tekorten in de huurtoeslag tegengegaan die veroorzaakt worden door de economische crisis. De ministerraad heeft op 8 juni 2012 ingestemd met het voorstel om de eigen bijdrage in de huurtoeslag extra te verhogen.
4. Samenvattend overzicht In onderstaande tabel geven we een overzicht van de hiervoor genoemde maatregelen die effect kunnen hebben op de kosten van en inkomensondersteuning aan mensen die gebruik maken van zorg. Maatregelen inkomensondersteuning Eigen bijdrage AWBZ en Wmo
2013
2014
2015
Invoering vermogensinkomensbijtelling.
Eigen bijdrage zorg met verblijf (AWBZ)
Verhoging tot zak- en kleedgeldgrens.
Eigen risico Zvw
Verhoging naar € 350,-
Zorgtoeslag
Verlaging inkomensgrens. Invoering vermogenstoets. Verhoging max. zorgtoeslag.
Huurtoeslag
Verhoging eigen bijdrage.
Inkomensafhankelijk met 3 treden (180-350-595)
Wtcg, fiscale regeling, TSZ en CER
Afgeschaft, deel van budget gaat naar nieuwe gemeentelijke voorziening.
TOG
Afgeschaft, budgettair neutraal over in AKW.
Intensivering armoedebeleid
O.a. verruimen individuele bijzondere bijstand
Tabel 1. Overzicht maatregelen inkomensondersteuning
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 7 van 9
Bijlage 1.
Gebruik algemene tegemoetkoming Wtcg Om in aanmerking te komen voor de algemene tegemoetkoming 2012moet een cliënt voldoen aan één of meer van de volgende voorwaarden (bron: website CAK). Indicatie voor langdurige AWBZ-zorg ● U had in 2012 een indicatie voor minimaal 26 weken minstens vier etmaal per week verblijf in een AWBZ-instelling. ● U had in 2012 een indicatie voor minimaal 26 weken minstens één dagdeel per week dagopvang in een AWBZ-instelling. ● U had in 2012 een indicatie voor minimaal 26 weken minstens één uur per week AWBZ-zorg thuis. Langdurige hulp bij het huishouden via de Wmo ● U heeft in 2012 minimaal 26 weken minstens één uur per week hulp bij het huishouden via de Wmo ontvangen. ● U had in 2012 een indicatie voor minimaal 26 weken minstens één uur per week hulp bij het huishouden vanuit een pgb Wmo. Bepaalde zorg vergoed vanuit de basisverzekering van de zorgverzekeraar ● U heeft in 2012 langdurig geneesmiddelen afgenomen voor bepaalde chronische aandoeningen. ● Er is in 2011 bij u een behandeling gestart voor bepaalde chronische aandoeningen in een ziekenhuis. ● U heeft in 2011 een behandeling gehad in een revalidatiecentrum. ● U heeft in , 2010, 2011 of 2012 hulpmiddelen gekocht of laten repareren. ● U heeft in 2012 fysiotherapie of oefentherapie gehad voor bepaalde chronische aandoeningen. Bent u jonger dan 18 jaar of militair? Dan gaat het om 2011 en 2012. ● U heeft na 31 december 2011 hulpmiddelen voor een blijvende aandoening vergoed gekregen van uw zorgverzekeraar. Indicatie voor gebruik van een rolstoel U had op 31 december 2012 een indicatie vanuit de Wmo voor het gebruik van een rolstoel in 2012. Met ingang van de Wtcg 2012 (uit te keren in 2013) is de Wtcg inkomensafhankelijk geworden. Voor de Wtcg 2012 kijkt het CAK naar de inkomensgegevens (het toetsingsinkomen) van 2010.De volgende drempelinkomens zijn voor de Wtcg 2012 van toepassing: - € 24570,- voor een eenpersoonshuishoudsamenstelling - € 35100,- voor een tweepersoonshuishoudsamenstelling Indien het inkomen boven de drempel ligt, vindt geen uitkering van de Wtcg plaats. Uitzondering hierop zijn situaties waarin meerdere Wtcg-gerechtigden binnen een huishouden aanwezig zijn. Dan vervalt slechts één Wtcg-uitkering.
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 8 van 9
Onderstaande tabel geeft aan welke huishoudens de Wtcg niet meer ontvangen in 2013. Aantal Aantal % Aantal huidige mutatie nieuwe situatie situatie 65418.600 -100.100 -24% 318.500 alleenstaande 657.300 -1.300 -18% 6.000 eenoudergezin 65- echtpaar 489.500 -355.600 -73% 133.900 zonder kinderen 65- echtpaar 120.800 -87.100 -72% 33.700 met kinderen 65-/65+ 88.500 -39.000 -44% 49.500 echtpaar 65+ 586.100 -104.700 -18% 481.400 alleenstaande 65+ echtpaar 331.100 -95.600 -29% 235.500 Totaal 2.041.900 -783.400 -38% 1.258.500 Bron: Nota van toelichting
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21
VWS, kamerbrief met analyse van regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten (kenmerk Z3120461), juni 2012. CAK, Jaarverslag 2011. CAK, Jaarverslag 2011. UWV, Cijfers en trends UWV, november 2012. http://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/specifieke_zorgkosten_2012_ib2921t22fd.pdf VWS, kamerbrief met analyse van regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten (kenmerk Z3120461), juni 2012. VNG-reactie op het regeerakkoord, Bijzondere ledenbrief 8 november 2012. Verzamelbrief minister Sociale zaken werkgelegenheid d.d. 9 november 2006, kenmerk intercom /2006/86435. SCP, Op weg met de Wmo, maart 2010. IWI, Categoriale bijzondere inkomensaanvulling - Verkennende studie, 2006. IWI, Onderzoek categoriale aanvullende inkomensondersteuning door gemeenten, juli 2011. http://www.vng.nl/nieuws/06-04-20/bijzondere-bijstand-feit-en-fictie http://www.rijksbegroting.nl/2012/voorbereiding/begroting,kst160395.html http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand/bijzondere-bijstand Het oorspronkelijke wetsvoorstel ging uit van een bijtelling van 4%. In een brief (verzoek om spoedbehandeling van het wetsvoorstel, kenmerk DWJZ-3134005) heeft de staatssecretaris het over een extra bijtelling van 8%, dus een totale bijtelling van 12%. Dit komt overeen met de rijksbegroting 2013, http://www.rijksbegroting.nl/2013/voorbereiding/begroting,kst173865_29.html. Brief staatssecretaris VWS met kenmerk Z-3133935 SCP, Op weg met de Wmo, maart 2010. Zie http://www.hetcak.nl/portalserver/portals/cak-portal/pages/k1-1-4-8-bereken-uw-eigen-bijdragezorg-met-verblijf.html SGBO, Benchmark Wmo, resultaten over het jaar 2011. SCP, Op weg met de Wmo, maart 2010. Begrotingsvoorbereiding VWS, zie http://www.rijksbegroting.nl/2013/voorbereiding/begroting,kst173865_29.html
LP/13/0155/fscg
juli 2013
© bureau HHM
Pagina 9 van 9