Onderdeel 5 Informatievoorziening
f8
Verslaggeving
18.l Interne
en externe berichtgeving
Meerkeuzevragen
lc 2D
l8.r Ê
a
b c d_
e
Exteme berichtgeving, die verstrekt het concem speciaal voor buitenstaanders en is dus het gemakkelij kst verkrij gbaar. Interne berichtgeving bevat vaak 'bedrij fsgeheimen' of is totaal niet interessant een buitenstaander. Tot de categorie 'bedrijfsgeheimen' behoren bijvoorbeeld 'oor strategische beleidsvoornemens over uitbreiding.n en nieu*" vestigingen. iot de tweede caógorie (niet lnteressant voor een buitenstaander) behoort onder meer het vakantierooster van d-e meàewerke.s van een bepaald filiaal. Zie intemet.
Dit is exteme. berichtgeving._ Inteme berichtgeving zet Ahold op het eigen intranet. Dat netwerk is alleen toegankelijk voor medewerkers (met gebruik van inlognaam en wachtwoord). leveranciers, concurrenten, aandeelhouders, vakbonden, finaiciele
18.2
instellinsen e.d.
I
Enkele belanghebbenden (en hun mogelijke vragen) zijn: - De werknemers: behoud ik mijn baan? - De Ieveranciers: kan ik blrjven leveren (en betaald krijgenl? - De aandeelhouders: krijg ik nog dividend, houden mijïaandelen hun waarde? - De banken: krijg ik de verstrekte leningen (inclusief iente) terugbetaald? De klanten: kan ik mijn inkopen op diJlocatie blijven doen? - De overheid: de belasting wordt toch wel betaaldi 18.3
a b c
Het doel zal meestal zijn reveranciers, aandeerhouders, banken, werknemers e,d. te misleiden. De organisatie wil de zaken mooier voorstellen dan ze zijn. Onnodig te zeggen dat deze handelwijze niet alleen onwettig maar ook immoreel is. De beleggers worden door dit soort manipulaties misleid. Ten onrechte krijgen ze de indruk dat : hun belegging goed rendeert. Sommige beleggers zullen wellicht hun financieeibelang , J;-organisatie nog uitbreiden door aandelen bij te kopen. ondememingen aie ,i.n uuï a.r. praktijken schuldig maken, zijn feitelijk oplichters. onze wetgeving bevat gedetailleerde richtlijnen vorgens welke organlsaties hun boekhouding moeten-voeren Zie het Burgerlijk wetboek, boek 2, titei 9: De jaanekening h"t.1a^*ersta-g (arÍ. 360 tlm 446). "n
18.2 Jaarverslag
en
jaarrekening
Meerkeuzevragen
3C 4B
148
M&O
Hoofdstuk l8
Antwoordenboek
18.4
-
0
publicatieplicht (deponering van de jaanekening brj de Kamer van Koophandel); alleen de grote ondernemingen hebben een volledige publicatieplicht; accountantscontrole; geldt alleen voor de grote ondernemingen; wettelijke richtlijnen voor de opstelling van de jaanekening; aansprakelijkheid van beshrurders (directie, commissarissen) voor onjuiste informatieverstrekking.
18.5
a b
c
Het bedrijf wil zich zo goed mogelijk presenteren en zal kiezen voor de hoogst denkbare waarde. De nieuwwaarde is natuurlijk overdreven, maar de dagwaarde zal men toch te laag vinden. Men zal rekening moeten houden met een afschrijvingsbedrag. De ondememing zal deze afschrijving zo klein mogelijk laten zijn. In dit geval zal men zich zo'arm'mogelijk willen voordoen en maximaal de dagwaarde als balanswaardering aanhouden. En bij voorkeur nog iets lager, maar daar moet men dan wel goede argumenten voor hebben. Nee, hiervoor heeft de wet voorschriften gegeven. In ieder geval zal men rekening moeten houden met eenjaarlijkse afschrijving. Het systeem van afschrijving moet vermeld worden en mag niet
willekeurig zijn.
M&
O
havo
Hoofdstuk
18
Antwoordenboek
149
19
De balans
19.1 De balans Meerkeuzevragen
lc 19.1
€
Het volgende model dient slechts als voorbeeld. Niet alle posten zullen voor elk gezin relevant zijn. Wellicht zullen ook posten ontbreken in bepaalde situaties. Balans per <...datum...>
Actief
A I lI lll IV V VI
Vaste activa Gezinswoning (indien eigen huis) Auto, fiets, boot e.d. Duurzame huishoudelijke apparatuur Duurzameelektronischeapparatuur Meubels en woningstoffering Spaargelden,eflectenbezit
B I II III IV
l/lottende actíya
Eigen vermogen Langlopende schulden
Hypothecaire lening Overige opgenomen leningen
€ €
Kortlopende schulden 'Roodstand' bij de bank Nog te betalen rekeningen
€ € €
Kleding Overigehuishoudelijkematerialen Voonaadlevensmiddelen Liquide middelen (kas, bank, giro)
Totaal 19.2
Ê
Totaal inventarislijst (zie Theorieboek) Spaarrekening
Girorekening Inhoud poÍemonnee Totaal bezit Lening bij vader Firtên
€ 3.790,00
€ €
250,00 108,34
€ 4.216,89
€
s00.00
Ê171ÁRq
r,Àffi^dÁ6
r9.3 Nog te financieren (te lenen) is een bedrag van € 100.000 (namelijk € 200.000 € 50.000
-
€ 50.000).
19.2 De diverse balansposten: de debetzijde Meerkeuzevragen Alternatief A is onjuist, omdat de post Lonen niet op de balans kan voorkomen. Lonen is een kostenpost en die treffen we aan op de resultatenrekening. Altematief B is onjuist, omdat de post Winsten niet op de balans kan voorkomen. Winsten staan eveneens geregistreerd op de resultatenrekening. Altematief D is onjuist, omdat de post Verkoopkosten niet op de balans kan voorkomen. Verkoopkosten worden vermeld op de resultatenrekening.
3
c
150
M&O
Hoofdstuk l9
Antwoordenboek
Vaste en vlottende activa behoren beide tot de voorraad productiemiddelen van een organisatie. Beide kunnen in waarde dalen. In het algemeen is niet te zeggen welk van beide meer waard is, een vlottend of een vast actief.
5A óD
Zo'n jaanekening is als het ware de optelsom van
de
jaarrekeningen van elk van de
onderdelen van het concem. Dit is een voorbeeld van een overlopend (of transitorisch) passieÍ. Deze post komt aan de creditzijde van de balans. 19.4
Ê Balans per......
lnventaris
€ r 7.000
Eigen vermogen
€ 60.363
Voorraad
€ 33.000
Banklening
€ 15.000
Bankgirorekening
€.21.6',74
Crediteuren
€
Kas
€
'7
s.600
.289
€ 80.963
€ 80.963
Let op: het winkelpand is geen eigendom, maar een huurpand en komt daarom niet op de balans. 19.5
a
b
c d e
betaald. Aan het eind van 2000 (begin 2001) staat er geen goodwill opdebalans. Van de goodwill diein 2001 is betaald (€ 8,2 rnln), wordt eind 2001 € 1,2 mln afgeschreven en dat is ongeveerl50á van de betaalde goodwill. Exact is de gevraagde afschrijvingstermijn niet te berekenen, omdat we niet weten in welke maand ofmaanden de goodwill is betaald. Aannemende dat men iederjaar l5%o afschrijft, heeft men circa 7 jaar nodig om de goodwill volledig afte schrijven. Het is juist dat de post 'Bedrijfsgebouwen en terreinen' op de balans is toegenomen met € 3,2 mln. Dat is het saldo van investeringen en desinvesteringen.
computers, telefooncentrales, kantoorinventaris, bednjfsauto's Dat zijn deelnemingen waarin de deelname van het concem niet zo groot is dat ze de ondememing volledig kan beheersen. Dat soort 'minderheidsbelangen' worden niet in de geconsolideerde j aarrekening opgenomen.
19.6
a b c
I
Deze conclusie is niet onverkort uit de gegeven cijfers te trekken. Het is weljuist dat er in 2000 geen goodwill is betaald. Maar dat wil nog niet zeggen dat er dan in 2000 ook geen nieuwe dochterondememingen zijn aangekocht. Als die aankopen niet gepaard zrjn gegaan met het betalen van goodwill, zien we daar in deze cijfers niets van terug. In 2001 zrjn er in ieder geval wel dochterondernemingen aangekocht. Er is immers goodwill
e
gebouwen, inventaris Materieel vaste activa: te exploiteren olievoorraden. Deze voonaden vertegenwoordigen een aanzienlijke waarde die in de toekomst te gelde wordt gemaakt als tot exploitatie van de voonaden rvordt overgegaan. Vaste activa. De windmolens behoren tot de categorie duurzame productiemiddelen.
t9.7 De vooruitbetaalde huur is ook een bezitting. Het bedrag is een vordering op de verhuurder van het kantoorpand. We hebben zijn tegenprestatie (het ter beschikking stellen van het pand) nog te vorderen. Als door welke oorzaak ook de huur in de toekomst onmogelijk zou worden (bijvoorbeeld het kantoorpand brandt at), dan is de vooruitbetaalde huur terug te vorderen.
M&O
havo
Iloofdstuk
19
Antwoordenboek
15t
19.3 De diverse balansposten: de creditzijde Meerkeuzevragen c Tot de passiva van een bedrij f (alternatief n) behoren ook de posten van het
8 9
D
10 A
1l
Eigen vermogen, De overige alternatieven leiden alleen tot verschuivingen in de sarnenstelling van de activa van een bedrijf. Altematief n is onjuist, omdat de post Kas en bank altijd aan de debetzrjde en nooit aan de creditzijde van de balans voorkomt. Altematief c is onjuist, omdat de post Debiteuren altijd aan de debetzijde en nooit aan de creditzijde van de balans voorkomt. Alternatief D is onjuist, omdat de post Verkoopkosten geen balanspost is. maar een post voor de resultatenrekening. € 300.000 Nettowinst
Vennootschapsbelasting € 140.000
Tantièmes
Dividend (7% van €
I II 12 c
1.000.000)
€ €
25.000 70.000
€ 23s.000 65.000 uitgekeerd. dividend wordt geplaatste aandelen Alleen over de B opstelhng. Zie bovenstaande c De volgende posten maken deel uit van het eigen vermogen: € 15.000.000 Aandelenvermogen 3.000.000 Ongeplaatste aandelen € 12.000.000 Ceplaatste aandelen 300.000 Agloreserve 1.200.000 reserve Algemene € 13.500.000 Totaal eigen vermogen
€
Rest naar reserve
€
€ €
19.8
Ê Balans
€ 600.000
Aandelenvermogen Aandelen in portefeuille
€ L000.000 € 600.000
Geplaatst aandelenvermogen
Agioreserve € 600.000
€ 400.000 c 200.000
€ 600.000
19.9A Berekening van het eigen vermogen: Statutair aandelenkapitaal AÍ': Aandelen in portefeuille
€ 6.000.000 € 3.000.000 € 3.000.000
Af: Nog te storten door aandeelhouders € 1.000.000 Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Bij : Herwaarderingsreserve Bij: Agioreserve
€ 2.000.000 400.000
€ € € €
150.000
200.000 Bij: Dividendreserve 300.000 Bij: Algemene reserve € 1.400.000 BU: Nettowinst € 4.450.000 Totaal eigen verrnogen Let op: Het rekenin 3-courantkrediet en de vordering op (ofschuld aan) de Postbank maken geen deel uit van het eigen vennogen. De gegevens omtrent die posten doen in deze opgave dus niet ter zake.
r52
M&O
Hooi'dsluk l9
Antwoordenbock
19.98
Ê Balans per I januari 2007
Actieí
A.
Vqste
.tctiva
Gebouwen
lnventaris
B,
€ €
4.780.000 180.000
€
4.960.000
PassieJ
Eigen vermogen
€
1.614.500
Voorzieningen Pensioenvoorziening
€
1.000.000
€
2.500.000
Vlottende activa Langlopende schulden
Voorraad handelsgoederen Debiteuren Tegoed bij de bank
€ € €
Bankkrediet
200.000 50.000 40.000
Kortlopende schulden en overlopende passiva
290.000
Crediteuren
Belastingen 135.500
€ 19.10
€
s.250.000
5.250.000
Ê
Jaarlijkse toevoeging aan voorziening groot onderhoud bedraagt € 6.480.000 (60
l9.ll a Een voorziening wordt gevormd
x l2 x € 9.000).
ten laste van het resultaat van een bepaald boekjaar.
Het is een kostenpost, die primair ontstaat in de resultatenrekening en vervolgens \4/ordt
b
opgenomen in de balans. Êen reserye ontstaat door herwaardering, door agio bij een emissie of dooÍ winstbestemming. De vorming van de reserve verloopt nooit via de resultatenrekening, maar wordt rechtstreeks in de balans geboekt. Een gevormde voorziening rekenen we tot het vreemd vermogen. Een reserve beschouwen we als elgen vermogen. De Voorziening onderhoud daalt dat jaar met € 2.500 (= l2 x € 2.000 - € 26.500). De gemaakte onderhoudskosten zijn hoger dan de totale dotatie aan de vooÍziening.
19.12I
a b
c d
60lo vereist een beschikbaar bedrag van € 360.000 (6% van € 6.000.000). De gevraagde bedragen zijn in de onderstaande tabel vet gedrukt.
Eenjaarlrjks dividend van
Jaar
2003 200/. 200s 2006 200'7
aan
aan
Beschikbaar Dividenduitkering
Toevoeging
voor
de dividendreserve de dívidendreserve dividendreseme € 340.000 € 140.000 € 160.000 € 180.000
dividend 500.000 e360.000 € 200.000 €360.000 € 600.000 c 400.000 €800_000 € 500.000 € 50.000 e360.000
€
€ 200.000 € 300.000
Onttrekking
Eindstand
€ 380.000 € 680.000 € 370.000
€ 310.000 Ja. De dividenduitkering is in de genoemde jaren minimaal € 360.000. In dejaren waarin een zeer goed resultaat is gescoord, ligt de dividenduitkering hoger dan dit minimum. De dividendreserve wordt opgebouwd vanuit de winstbestemming. Winst is in alle gevallen een onderdeel van het eigen vermogen en dat geldt ook vooÍ reserves. Voorzieningen zijn daarentegen verwachte verplichtingen tegenover derden.
M&O
havo
Hool'dstuk 19
Antwoordenboek
153
19.13
a
b c d
0
De gevraagde bedragen zrjn vet afgedrukt.
Pakhuis
AanschaJwaarde Jaarlijkse
I il ill
€ 20.000.000 € 22.000,000 € 30.000.000
AJgeschreven
aJichrijving
t/m 3l-12-03
€ 500.000 € 550.000 € 750.000
€
€ €
18.000.000
Boekw'aarde op 3l - l2-03 2.000.000 € 16.000.000 € 28.000.000
€
6.000.000 2.000.000 De post'Pakhuizen' vertegenwoordigt een bezitting van de ondememing. Bezittingen staan altijd debet op de balans. De boekwaarde van pakhuis I bedraagt € 2.000.000. Als dat pand dan verkocht wordt voor € 5.000.000 incasseert de onderneming een winst van € 3.000.000. Het eigen vermogen neemt als gevolg daarvan met hetzelfde bedrag (€ 3.000.000) toe. Het antwoord op deze vraag is aÍhankelijk van de gekozen waarderingsgrondslag. Als de ondememing heeft gekozen voor waardering tegen boekwaarde (d.i. aanschafuaarde verminderd met totale afschrijvingen tot op dat moment) dan hebben de waarderingen uit de taxatierapporten geen gevolgen voor de balanswaardering. In dat geval geldt de volgende berekening. De boekwaarden van de panden is eind 2004 ten opzichte van eind 2003 gedaald met het bedrag van de jaarlijkse afschrijving. Boekwaarde 3l-12-04 van pakhuis II bedraagt € 15.450.000 (€ 16.000.000 - € 550.000). Boekwaarde 3 l- l 2-04 van pakhuis III bedraagt € 27 .250.000 (€ 28.000.000 - € 750.000). Als de ondememing de panden wil waarderen tegen'actuele waarde', dan zou ze op pakhuis ll een boekverlies moeten incasseren van € 8.450.000 (€ 15.450.000 - € 7.000.000). Op pakhuis III zou dan een herwaardering plaatshebben van € 4.750.000 (€ 32.000.000 - € 27.250.000). Het 'voorzichtig koopmansgebruik' zou betekenen dat het boekverlies direct ten laste wordt gebracht van de resultatenrekening in 2004, terwijl de herwaardering wordt vastgehouden in een Herwaarderingsreserve (die credit op de balans wordt geboekt).
19.4 Waardering van acliva Meerkeuzevraag 13 B Het totaal aan debetzijde van de balans neemt toe als de ontu,ikkelkosten worden 'geactiveerd'. De creditzijde moet dan met hetzelfde bedrag stugen. Aangezien er geen uitbreiding van schuld plaatsvindt, resteert een stijging van het eigen verÍnogen. Dit bestanddeel van het eigen vermogen moet wettelijk de vorm kijgen van een reserve. Deze reserve mag nimmer worden aangewend voor het doen van winstuitkeringen. 19.14
a
b c
154
KPN heeft
bij de aankoop van het bedrijfE-Plus meer betaald dan de boekhoudkundige waarde
(bezittingen minus schulden) van dat bedrijf. Dat meerdere noemen we de goodwill. De goodwill wordt in eerste instantie geactiveerd (opgenomen aan de debetzrjde van de balans) en vervolgens schrijft men daar jaarhjks op af. Men heeft goodwill betaald in de veronderstelling dat E-PIus in de nabije toekomst voor zeer goede rendementen zou zorgen. Achteraf blijkt dat niet het geval, zodat nu een versnelde afboeking van de goodwill plaatsvindt. Dezelfde redenering als bij a. Bij aanschafvan de licenties is een extra hoge prijs betaald in de verwachting dat deze licenties veel winst zouden opleveren. Ook die verwachting is niet uitgekomen. Het eigen vermogen is met hetzelfde bedrag gedaald als het bedrag waarmee deze activa zijn afsewaardeerd.
M&O
HooÍdstuk l9
Antwoordenbock
19.5 De waardering van materiële vaste activa Meerkeuzevragen
14B 15A
16 n
aanschafw.aalde-- restYaarde
"=
Jaarlijkse afschrijving
afschrij"'", =
Jaarlijkse
economischelevensduur
€4JI9
-
€ 3.000
datis t62ltvovande aanschafwaard. Irt,':1oro^ ,, too*1. € 18.000
17 a. 18B r9.15
\
120.000: =
Boekwaarde na lste jaar:75%ovan€ Boekwaarde na 2de jaar:75% van € 90.000 Afschrijving aan het eind 3de jaar: 25oÁ van € 61 .500
Frocentuefe
=
'iaarliikse '
alscluUvfng
€ 6.500
-
Restwaarde = €
- /
lUU"/o
€18.000-€2.000 . -= e 4.uuu
4-
=
c4000
j;}^
^"^ € 18.000
r
l00o/, = 22,220/'
-
6.500
(8 x €
700):€900
Ê 700
c 6.500
l.-r:u =
6
Restwaarde =€ 9.000 -(6 x € 1.350) = € 900 Levensduur = 4 jaar Restwaarde = € 4.500 (4 x € 1.000)=€ 500 Procentuele afschrijving = Aanschafrvaarde = 3
ctooo
;_= € 4.500
"
I00o/o
-
22.220Á
x€2.000+€ 500=€6.500 Êrnoo
Procentuele afschriivine =
f
afschriir - ine
Jaarlijkse afschrijving = l5%van€9.000:€ 1.350 € 9.000 - restwaarde
t
e
resl waarde
aansc hafwaarde
Procentuele afschri ivine
d
€ 16.875
restwaarde 8
c
=
€ 67 .500
economische levensduur
JaafluKse alscnruvlng
e /uu=
-
aanschafwaarde
Procentuele afschrijving
o
€90.000
e
Jaanu KSe arscluu\'rng
a
)
€ 6.500
Totale afschrijving in 5 jaar = 5 x I8oÁ = 90%o van de aanschafivaarde Restwaarde = l00yo - 90% = l0oÁ van de aanschafwaarde Restwaarde = 100á van van de aanschafwaarde - € 2000 Aanschafwaarde
M&
O
havo
=
100
l0
r,
€ 2.000
Hoofdstuk
19
:€
20.000
Antwoordenboek
r55
19.16
^b c
0
x (80% x € 20.000) : e 3.200 l5Vox(85oÁx85"Á x€ 12.000)=€ 1.300,50 11,5%o x (82,5% x 82,50Á x 82,50Á x € 5.600) = € 550,29
20Yo
19.17A
€
a
Maandelijkse alschrijving
€2.700_€300 "'" = " - ';;
b c
Afschrijving na 4de jaar =
40o/o
it"
= € 50
x (60Yo x 600/o x 600Á x € 2.100) = € 233,28 Boekwaarde na 4de jaar= 60To x 601:o x 60Vox60Vox€2.700=€349,92
19.178 O € 60.000+€4.000-€19.200
= € 8.960
5
êR qÁn b '-'--- x l00oÀ=
€64.000
c
€ó4.000-
Examen havo
46
-t2
,
140Á
€ 8.960 = € 29.651,11
2001 I, opgave I
r9.18 De maandelijkse reservering bedraagt
qg%f-1!'fl9 : € 447,92.
19.19
9ëi99Jf#ll_f-.!!!99 = € 327.08. a De maandelijkse alschrijving beo.uur, '4A b Het taxibedrijf berekent de maandelijkse afschrijving uit het oogpunt van kostencalculatie. Voor Maarten is de maandelijkse reservering een financieringsvraagstuk. Hij wil immers over vter jaar probleemloos een nieuwe auto kunnen aanschaffen. Het financieringsvraagstuk speelt overigens ook wel voor het taxibedrijf, maar dat is niet op te lossen door de maandelijkse afschrijving te berekenen.
0
19.20 verbetering van de techniek (bijv. energiezuiniger koelvitrines), verandering van mode, andere verkoopmethoden Gebruiksduur is 5 jaar of 60 maanden. Restwaarde (na aftrek van verwijderingskosten) = € 22.500 - € 15.000 - € 7.500. € 150 000 + € 35'000 - € 7'500 Maandelijkse afschrijving = € 2.958,33. 60
a
b
:
c
Afschrijving over het 2dejaar = 0,2 x 0,8 x € 185.000 = €29.600,
.
dat is per maand
156
M&
€ 29.600
*
O havo
=€
2.466.67.
Hoofdstuk
19
Antwoordenboek
19.21
o
a,b,c Dafum: I maart 2005 Merk
Code
Aanschafprijs
Verwachte Verwachte Maandelijkse Jaarlijkse levensduur restwaarde afschrijving afschrijving in maanden
0302 Mercedes 0309 Mercedes 0404 Volvo 041
€ 49.000
€ 54.000 € 48.000 € 43.000 € 58.000
I Volvo
0501 Mercedes
48 € 10.000 € 812,50 c9.750 48 € 10.000 e9t6,67 € 11.000 40 €7.000 €1025,00 €12.300 40 €8.500 €862,50 €10.3s0 48 €12.000 €958.33 47.500
C.4.575,00
€ 54.900
Verwachte Verwachte Maandelijkse levensduur restwaarde afschrijving
Jaarlijkse
€
d
Datum: I juni 2005 Code Merk
0302 0309 0404 04l
l
0501 0505
Aanschafprijs
in maanden Mercedes Mercedes
Volvo Volvo Mercedes Nissan
€ 49.000
€ 54.000 € 48.000 € 43.000 € 58.000 € 32.000
48 48 40 40 48 48
afschrijving
€10.000 € 812,s0 €9.7s0 € 10.000 €. 916,67 € 11.000 € 7.000 €1.025,00 €12.300
€ 8.s00 € 862,50 € 10.350 €12.000 € 958,33 €il.500 € 5.000 € 562.50 C 6.7s0 52.500 € 5.137,50
€ 61.650
Verwachte Verwachte Maandelijkse levensduur restwaarde afschrijving
Jaarlijkse
€ e
Datum: I juni 2005 Code Merk
0302 Mercedes 0309 Mercedes 0404 Volvo 041
I
0501 0505
Volvo Mercedes Nissan
Aanschafprijs
in maanden € 49.000
€ € € € €
54.000 48.000 43.000 58.000 32.000
54 54 46 46 54 54
f Datum: I juni 2005 Code Merk
Aanschafprijs Verwachte levensduur
0302 0309 0404 041
I
Mercedes Mercedes
Volvo Volvo
0501 Mercedes 0505 Nissan
€ 49.000
€ s4.000 € 48.000 € 43.000 € 58.000 € 32.000
in maanden 48 48
40 40 48
48
afschrijving
10.000 € 722,22 € €10.000 € 814,81 € €
€ 7.000 € 891,30 €8.500 € 750,00 € 12.000 € 851,85 €5.000 € 500.00 € 52.500 € 4.530,l8
8.666,67 9.777,78
€10.695,60
€9.000,00 C 10.222,20
€6.000.00 € 54.362,25
Verwachte Maandelijkse Jaarlijkse restwaarde afschrrjving afscfuijving Zie toelíchting
€ 8.000 € 854,17 € 10.250 € 8.000 € 958,33 € il.500 € 5.600 € 1.060,00 €. t2.'720 € 6.800 € 905,00 € 10.860 € 9.600 € 1.008,33 € 12.100 € 4.000 € 583.33 € 7.000
€ 42.000 € 5.369,16 € 64.430 Toelichting bij berekening van de nieuwe verwachte restwaarde. Voer in elke cel in 0,8 x de waarde in de overeenkomstige cel uit de spreadsheet onder e.
M&O
havo
Hoofdstuk
19
Antwoordenboek
157
19,22A
a Aanschafwaarde lnstallatiekosten Totale investering Restwaarde Afte schrijven in l0jaar
€ 56.000
€
levensduur) jaarlijkse afschrijving bedraagt € 59:000 = € 5.000. - l0
b
(economische
2.000 € 58.000 € 8.000 € 50.000
We gaan er van uit dat de overige gegevens (installatiekosten, restwaarde en levensduur) niet veranderen. De jaarlijkse afschrijving passend bij de nieuwe aanschafwaarde bedraagt € 50.000 + € 2.000 - € 8.000 = € 4.400. In de aÍgelopen driejaar is danjaarlijks € 600 te veel
l0
afgeschreven, totaal
€
1.800. Op grond van dit alles dienen de volgende aanpassingen plaats te
vinden in de financiële adminisrratie:
-
c
Machines: afwaarderen van € 58.000 (totale investering) met € 6.000 naar € 52.000. Afschrijving machines: reeds afgeschreven bedrag (€ 15.000) met € 1.800 verminderen tot
€ r3.200.
Per saldo moet een vermogensverlies genomen worden van € 4.200 (= € 6.000 - € 1.800). Als er nog een Herwaarderingsreserve aanwezig is, moet dit bedrag ten laste van die reserve worden gebracht. Is dat niet het geval dan drukt dit verlies op de exploitatie van het lopende boekjaar. Zie vÍaag b. Het lopende boekjaar wordt alleen belast voor dat deel van het vennogensverlies van € 4.200 dat niet ten laste is te brengen van een aanwezige Herwaarderingsreserve.
19,2288 a
€3.200-3x12x€85=€140
b Boekwaarde: € 3.200-29 x € 85 = C735 Verkoopopbrengst op I december 2001 € 100 Verlies € 635 Examen havo 2A02
- 2, opgave
5
r9.23A Ê a,
b
De jaarlijkse afschrijving bedraagt
€75.000-€s.000
:
€ 10.000
per jaar.
Op I januari 2006 is de aanschafwaarde € 75.000, bedragen de totale afschrijvingen € 30.000 (er is inmiddels drie keer € 10.000 afgeschreven) en heeft de machine derhalve nog een boekwaarde van € 45.000. In de gedeelteliike balans ziet dat er als volgt uit. Gedeeltelijke balans per Machine
Afschrijvingen
75.000 30.000
Boekwaarde machine
45.000
l januari 2006
De actuele waarde van een nieuwe machine is 1,25 x € 75.000 = € 93.750. Dit is een herwaardering ten opzichte van de oude waarde van € 18.750 (€ 93.750 - € 75.000). We veronderstellen dat de resnvaarde met hetzelfde percentage stijgt en uitkomt op € 6.250 (1.25 x € 5.000). De herwaardering leidt tot een herberekening van de jaarlijkse afschrijving. De jaarlijkse
afschrijving wordt
€93.750-€6.250
= € 12.500. Dit betekent dat in de atgelopen drie jaar
jaarlijks € 2.500 te weinig is afgeschreven (€ 12.500 - € 10.000). Over de drie jaar samen is dat € 7.500. Met dat bedrag moeten we de afschrijvingen verhogen. Het daarbrj behorende verlies moet direct in de boeken tot uitdrukking komen (zie vraag b). Na de verwerking van alle effecten van de herwaardering van de machine ziet de gedeeltelijke balans er dan als volgt uit (zie vraag a).
158
M&O
Hooldstuk l9
A
twoordenboek
Gedeeltelijke balans per I januari 2006 Machine Afschriivingen
93.750
Herwaarderingsreserve
37.500
Af: Verlies inhaalafschriiving
Boekwaarde machine
56.250
18.750
7.500 I 1.2s0
19.238 O
,
t00 I17,5
t_xtlyJ.ó/)t_ts1b.)uu
a
€ 165.000-€16.500
l0
É l4 Rsn b '""--
l0
€ 14.850 perjaar
,l00o/o=9o/o
€ 165.000
s (.-: x€ t4.850+lx€
c
€ 165.000
d
Het eigen vermogen stljgt, doordat: - er een herwaarderingsreserve ontstaat (van € 10.687,50);
t2
t4.850)=€
109.312,50
of
-
de herwaarderingsreserve toeneemt (met
Examen havo
€ 10.687,50).
2004 l, opgate 1
19.6 De waardering van handelsvoorraden Meerkeuzevragen
19 B 20B 2lc
22
M&O
Bewering I: In perioden van stijgende prijzen zijn de laatst ingekochte partijen steeds weer duurder dan de vorige partijen. Bij de berekening van de (bruto)winst wordenjuist de laatste en dus duurdere - partijen verondersteld verkocht te zijn. Deze methode geeft daarom de hoogste inkoopwaarde en de laagste brutowinst. Bewering II: De oudste partijen worden verondersteld het eerst verkocht te zijn. In de voorraad zijn dan begrepen de recent ingekochte goederen. Als voorraadwaardering van die goederen houden we dan ook die meest recente prijzen aan. in geval van dalende prijzen zal het vervangingswaardestelsel een hogere winst te zien geven dan lifo. Bij stíjgende prijzen is datjuist andersom.
havo
HooÍdstuk
19
Antwoordenboek
159
19.24A e De achterste kolom uit de volgende rekentabel bevat veígecursiveerd de gevraagde winstbedragen,
datum
ontvangsten hoeveel- príjs
afgiften hoeveel-
heid heid I voonaad apr.6 inkoon 5 620 56
apr.
apr.9 verkoop apr. apr.
I
20
120 54 230 56
heid 54 | 120 56 5 620 6740 1120à54 5620à56
I
5390 4
5
verkoop
apr.2l apr.28
19.248
a b c
5390à56
I 120 l
inkoop 4 500 57 120 56 2480 5't I
570 5'/
omzet inkooppriis
wintt
omzet (íifo)
168.750
'73.360
95.390
500 620
533.750
239
450.000
204.080 245-920
120
294'610
r20 à 56 51
1120à56
4500à57
I
verkoop
winstberekening
350
4270 56 42'/0
verkoop
14
voorraad
príjs hoeveel- pris
3 600
2020 I
570 450
2 020 à
5'7
196.250
89.490
106-760
450 à 57
0
Voorbeelden van juiste antwoorden: - commercieel risico;
-
diefstal; beschadiging.
500+ 800-350= 3 950 spaanplaten voorraad = (3 500-350) x C21,40+ 300 x €23 = €74.310 Etamen havo 2005 - |, opgave 4 3
79.24C
a
b
c
I
verkocht:
= € 252,00 = € 176,00 30 stuks met inkoopprijs € 2,25 = € 67.50 120 stuks met inkoopprijs € 2,10 80 stuks met inkoopprijs € 2,20
€ 495.50 € 695,00 Opbrengst van de verkopen:210 x € 3 +20xe3,25 € 495.50 Inkoopwaarde van de omzet 199,50 Gerealiseerde brutowinst Bij gebruik van het lifo-systeem wordt de brutowinst lager, omdat door de stijgende inkoopprijzen de inkoopwaarde van de omzet voor prod:uct Cqrdy ín de maand mei 2000 bij het lifo-systeem hoger wordt dan bij het fifo-systeem.
=
Eramen havo 2000
79,24D
-
=
-
€
2, opgave 4
fr
a b
(2 800+3
c
Toepassing van de lifo-methode in week 12 zou betekenen dat de inkoopwaarde van de in week l2 verkochte huisbrandolie gewaardeerd wordt tegen € 0,38, waardoor de brutowinst hoger zou zijn.
500+6
100) x
€0,50=€6.200
2800x€0,40= dinsdag: 1500 x € 0,40 + 2 000 ,. € 0,38 = donderdag: 6100 x€0,38= maandag:
Examen havo
160
M&
2002
€1.120 € 1.360 €2.318 c 4.798
2, opgave 4
O havo
lloofdstuk
19
Antwoordenboek
19,25
Door de rekentabel op te stellen, krijgen we alle gevraagde antwoorden (a ím d)'vanzelf in beeld. Onderaan de tabel staan de nummers a t/m d onder de desbetreffende antwoorden.
datum
ontvangsten hoeveel- príjs
heid
I 4
mei voorraad mei inkoop 9 000
afglften
voorraad
winstb€rekening
inkoop- hoeveel- ptijs hoeveelbedrag heid heid 2
22,20
199.800
9
000 000
||000
pris omzel
inkoopprijs wittst onzet (Jíío)
2l,46 22,20
2000à2r,4ó 9 000 à 22,20
8
mei inkoop 7 000
23,68
7 000
165.760
l8
000
2 000 à 21,46
9 000 à22,2r 7 000 à 23,68
1l
mei
000 2t,46 4 000 22,20 6 000
verkoop
2
r2
000
i77.600
l3l.720
45.880
159.100
I11.000
48. t00
5 000 à 22,20 7 000 à 23,68
17
22
mei
verkoop
5
mei inkoop ll000
000
22,20
_5@ 7 000
24,42 268.620
I
I
18
30
mei
000 l 000
verkoop
7
7 000 à 23,68
000 000
24,42
7 000 à 23,68
|
000 à24,42
23,68
24,42
J@
voonaad
l0
260.480 190.180 70.300
000
24,42
597,180 432.900 r64.280
t80
634.
=b
=c
:d
19.26I De achterste kolom uit de volgende rekentabel bevat veígecursiveerd de gevraagde winstbedragen datum
ontvangsten
afgiften
hoeveel-
hoeveel-
heid
I voorraad jan.6 inkoop 2 500
prijs
heid
voorraad
prijs hoeveel- pris
jan.9 jan.
14
jan.20
jan.2l jan.28
2 3
24,65
600 24,65
verkoop
I
verkoop
inkoop 2 000
900 24,65
24.80
500 500 000
winst
23,70 24,65 500
à23;t0
2 500 à 24,65 600
2
400
I
900
|
500 2 000 2 s00
500 à 23,70 900 à24,65
45.000 14.790
30.210
t42.s00 46.835
95.665
120.000 39.680
80.320
52.500 17.030
35.470
23;70 24,80 500 à23,70
2 000 à 24,80
1600 24,80 l 600
verkoop
900
400 24,80 300 23,70
verkoop
havo
Hoofiistuk
19
500 à 23,70 400 à 24,80
700
200
Totaal behaalde brutowinst op de verkopen in januari
M&O
omzet inkoopprijs omzet (lifo)
heíd
jan.
winstberekening
Antwoordenboek
23,70
24t.665
ról
19.27 datum
0ntYangsten hoeveel- prijs inkoopbedrag heid
mei 4 mei I
voorraad inkoop
120
32
afgiften
YOOrraad
winstberekening
hoeveel. prijs
hoeveel- pris
omzet i koopprijs
heid
heid
500
r20 620
3.840
wittst
omzet (lífo) 30 32
500 à 30 120 à 32
6
mei
verkoop
r20
32
80
30
200
420 9
mei
14
mei
inkoop
80
33
360 80 440
2.640
1.960
2.280 1.800
480
30
60
ó0
verkoop
8.200 6.240 30 33
360 à 30
80à33 l7
mei
inkoop
40
3t
40 480
t.240
3l 360 à 30
80à33 40à31
2l
mei
verkoop
40
3l
80
33
55
30
l'75
m€i
30
verkoop vooorraad
50
255
19.28
1.950
1.500
450
19.780 15.070
4.110
Ê Toepassing van de fifo-methode: ontvangsten afgiften hoeveel- prijs hoeveel- prijs
datum sept.
1.820
30
'7.'t20
aI
5.530
30
305 26
7.350
heid
I
hoeveel- prijs
000 6 000
248
verkoop
4
verkoop
3
000
240
000
240
000
(ííb)
240 248
8
l4
sept.7
omzet
heid
heíd
voorraad
sept.6 inkoop 6 000
winstberekening omzet inkoopprijs winst
voorraad
8 000 à 240 6 000 à 248
4 000
1.216.000 960,000
256.000
936.000720.000
216.000
l0 000 4 000 à 240 6 000 à 248
sept. 12
sept. 13
inkoop 8 000
3 000 7 000
1000 000
4
M&O
havo
Hoofdstuk l9
000 I 000 à 240 6 000 à 248 8 000 à 256
240 248
1.600.000 t.232.000 368.000
5 000 10
t62
000 à 240 6 000 à 248
8 000
256
15
sept. 15 verkoop
I
000
2 000 à 248 8 000 à 256
Antwoordenboek
a 2 Toepassing van de lifo-methode datum ontvangsten afgiften hoeveelsept.
I
pris
hoeveel- prijs
heíd voorraad
sept.6 inkoop
6
000
heíd 248
voorraad winstberekening pris omzet inkoopprijs winst heid omzeÍ (liío) 8 000 240 6 000 248
hoeveel-
l4 000 8 000 à 240
6 000 à 248
sept.7
verkoop
4 000
248 4 000 l0 000
000 l 000
sept. 12 verkoop
sept. 13
2
inkoop 8 000
2 000 à248
248 240
256
3 000 7 8
000 000
l5 sept. 15 verkoop
b
5 000
1.216.000 992.000 224.000
8 000 à 240
256
000
936.000 736.000
200.000
240 256 7 000 à 240 8 000 à 256
1.600.000 |.280.000 320.000
5 000
l0 000 7 000 à 240 3 000 à 256
In deze opgave doet zich de situatie voor dat de prijzen aanhoudend stijgen. Bij toepassing van de fifo-methode (a l) heeft de voorraad een waarde van 2 000 kg à € 248 + 8 000 kg à€ 256 : e 2.544.000. Bij toepassing van de lifo-methode (a 2) heeft de voonaad een waarde van 7 000 kg à € 240 + 3 000 kg à € 256 : € 2.448.000. Uit dit rekenvoorbeeld blijkt dat bij toepassing van de fifo-methode (a 1) de voorraad gewaardeerd is op basis van de recente (hoge) prijzen. Bij toepassing van de lifo-methode (a 2) kan bijvoorbeeld de 7 000 kg à€ 240 nog heel lang in de voorraadwaardering meelopen (namelijk zolang de voorraad niet onder de 7 000 kg komt), waardoor de voorraad als totaal wel erg laag gewaardeerd wordt. Uit het oogpunt van vooraadwaardering is de fifo-methode derhalve het meest correct.
M&O
havo
Hooldstuk
19
Antwoordenboek
ló3
19.29
d.tum
hoereel-
prijs
heid I 4
mei vooÍTaad mei inkoop
32
120
winstberekening
voorraad
afgiften
onwangsren
hoeveel-
inkoophedrag
500 120 620
3.840
pt
is
onzet inkoopprijs o zet (liíb)
)rinsl
30 32
s00 à 30 120 à 32
6
mei
verkoop
200
30
8.200
200 420
6.000
2.200
300 à 30
r20 à 32 9
mei
verkoop
60
2.280 l.lt00
60
30
360
480
240 à 30
t20 à 32 14
mei inkoop 80
ll
2.640
80
33
440
240 à 30
r20 17
mei inkoop
40
3t
à 32
40
80à33 3l
480
2,10 à 30
t.240
120 à 32
80à33 40à31 21
mei
175 30
verkoop
175
7.350
5.250
2.100
65à30
105
t20 à 32
80à33 40à31 26
mei
verkoop
50
30
L950 L500
50
450
l5à30
255
voooraad
120 à 32
80à33 40à31 19.780
7.720
a b c
14.550
5.230
De totale brutowinst bedraagt € 5.230 (zie het totaal van de laatste kolom). De in deze opgave gebruikte fifo-methode geeft in dit geval de hoogste brutowinst. De inkoopprijzen vedonen over het geheel genomen een strjging (ondanks dat de laatste inkoop op l7 mei een prijsdaling laat zien). Bij stijgende prijzen geeft de fifo-methode altrjd een hogere brutowinst omdat dan de lagere inkoopprijs van de oudste partij als inkoopwaarde wordt gezet tegenover de omzet.
r9.30
Ê
De verschillende waarderingsmethoden leiden in geval van gelijkblijvende pÍijzen (geen stijgingen en geen dalingen) tot dezelfde balanswaardering en resultaatberekening. Afivijkingen ontstaan als de inkoopprijzen dalen ofstijgen. De volgende tabel vat een en ander samen.
Balanswaardering Stijgende prijzen
Fifo-methode Lifo-methode
Hocer dan lifo
Acnele waarde
Als frfo of hoser
Lager dan
fifo
Dalende priizen Lager dan lifo
Hoser dan fifb
Als fifo of laser
Resultaatberekenins Dalende priizen iieende priizen Hoser dan litb Lager dan lifo Hoser dan fifo Lager dan fiÍb Als lilo of laeer Als lifo of hoger
St
N.B. Het is beslist niet de bedoelins dit overzicht uit het hoofd te leren! Probeer de verbanden te begrijpen.
t64
M&O
Hoot'dstuk l9
Antwoordcnboek
1931 Fifo-stelsel d|tum
a
mÍt 3-8 mrt 3-8 mÍ I
10-15
mÍt
ontvangst€n
afglften
voorrrsd
hoeveelheid prijs
hoeteelheid prijs
hoeveelheid
Voorraad Ontvangen
7
200
36,75
Afgeleverd Afgeleverd
17-22ÍÍ|trt Ontvangen
3
2 10
000
200 000
36,75
36,75
prijs waarde 000 36,75 2&.600 7 200 4 000 36,75 147.000 36,75 73.500 2 000 2 000
42,25
l0 000
36,75 L',)
)<
Z+29
Ínrt
Afgeleverd
Afgeleverd
\OO
496.000
r2 000
17-ZZnít
73.500
4)t
?\
2 000 6 300 8 300
?Á
2 000
42,25
42,25 3 700 1 700
42,25 42,25
156.325 7
t.825
b
Lifo-stelsel drtum I
mÍ mÍt mrt
3-8 3-8 10-15
mrt
Voorraad Onwangen Afgeleverd Afgeleverd
17-22
lr|,Ít
Ontvangen
ontvangstên
rfgiften
voorrrad
hoeveelheid prtjs
hoeveelheid prijs
hoeveelheid
7
200
3 200 2 000
l0
000
17-22rr!Ít Afgeleverd
000 200 4 000 2 000 2 000 l0 000 12 000 '1
36,7s 36,7 5
42,25
8
300
42,25
l
700
2 000
prijs 36,75 36,75
264.600
42,25
422500
36,75 36,75
Írt
M&O
I
Afceleverd
navo
700 300 2 000
Hoofdstuk 19
Antwoordenboek
147.000 73.500 73.500
496.000
42,25 36,75
7
r.825
73.500
14s.325
3 700
24-29
waarde
42,25 36,7s
l
700
36,'15
62.47 5
165
c Vervangingswaarde datum I
mÍt
3-8
mrt
rnÍ mÍ
3-8
l0
l0-15
mÍt
ontvangsten
hoeveelheid prijs
afgiften hoeveelheid prijs
voorraad hoeveelheid prijs
Voorraad
Ontvangen
0 7
200
7 200
36,75
Afgeleverd Herwaardering
3
Afgeleverd
2
17-22ríEt Ontuangen l0 000
200 000
36,7 s
40
42,25
Herwaardering
l7-22mrt
24-29
mrt
Afgeleverd Herwaardering
8
Afgeleverd
166 M&O
2
Hoolilstuk I 9
300
000
42,25
43
Antwoordenboek
waarde 0 264.600
4 000 4 000 4 000
40
160.000
2 000
40
80.000
2 000
40
36,75
1?5
147.000
l3.000
80.000
2 000
a) )< ) )1
422.s00 4.500
t2 000
at )<
507.000
)\
ts6.325
0.75 43
159.100
l0 000
24mÍt
0
3 700 3 700 3 700
a)
I
43
700
2.77 5
73.100
20
Deresultatenrekening
20,2 De externe resultatenrekening van een handelsonderneming Meerkeuzevragen
IA
2^ 20.1
e
a
In een geconsolideerde wins! en verliesrekening zijn de winsten en verliezen (baten en lasten)
b
samengenomen van de ondememingen die deel uitmaken van het concem. De netto omzet is de omzet waarvan de kortingen reeds zijn afgetrokken. De bruto omzet is het totaal van de verkochte hoeveelheid uitgedrukt in de vastgestelde verkoopprijzen (dus voor aftrek
c d e f g h
van koning).
Goodwill is de meerwaarde die een ondememing heeft boven de waarde die uit de balans reeds blijkt. Deze meerwaarde is het gevolg van het (bijzondere) winstpotentieel van zo'n ondememing. Bij ovemame van een ondememing moet de ovememende ondememing de goodwill betalen. Deze meerwaarde moet zich in de volgende jaren terugverdienen uit de bijzondere winsten (zie c). Geleidelijk zal dat winstpotentieel dus afnemen. De waardering van de goodwill moet daarom ook geleidelijk afnemen. We bereiken dat door afte schrijven op de goodwill. Hiermee zijn bedoeld de rentebaten en rentelasten. Rentebatên ontstaan door (overtollige) financiële middelen rentedragend uit te zetten (bijv. bij de bank). Rentelasten ontstaan als de onderneming geldleningen opneemt. Hagemeyer neemt deel in het vermogen van andere ondememingen. De opbrengsten die ze daaruit verkrijgt, worden onder deze post verantwoord. Het gaat hier om deelnemingen die niet geconsolideerd worden (de zgn. minderheidsdeelnemingen). In sommige ondememingen die deel uitmaken van de consolidatie hebben ook nog andere ondememingen een financieel belang. Zíj hebben recht op een deel van de winst van die dochterondernemingen. En dat winstaandeel moet in mindering worden gebracht op het totaalresultaat van de dochterondememing. Buitengewone resultaten zijn resultaten die niet in directe relatie staan tot de feitelijke bedrijfsactiviteiten. Voorbeelden: winsten ofverliezen die ontstaan als dochterondememingen worden afgestoten, kosten die samenhangen met reorganisatie van het bedrijf. De toevoeging 'na belasting' duidt erop dat de verschuldigde belastingen al van het vermelde bedrag zijn afgetrokken.
M&
O
havo
Hoofdstuk
20
Ant\À,oordenboek
t67
20.2 Dat heeftjouw klasgenoot uitstekend gezien. van 2000' We berekenen de procentuele ontwikk;ling van dejaarcijlèrs 2001 ten opzichte van die Een positief percentage is een stijging, een negatief percentage betekent een daling'
a b
Procentuele ontwikkeling
1,59% 7,43% 8,20% 9,1'l%
Netto omzet Kostprijs van de omzet Bruto-omzetresultaat
Verkoop- en algemene beheerkosten
2t0,7 80h
Overi ge netto-bedrrj fsopbrengsten
Afschrijving goodwill
5,71% 209,t2%
Bedrijfsresultaat Aandeel in resultaat deelnemingen voor belastingen
-
Bedrijfsresultaat voor afschrijving goodwill
Uitkomst der financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoeÍèning voor belastingen Belastingen Aandeel van derden Resultaat uit gewone bedrijfsuitoeÍ'ening na belastingen Buitengeu oon resultaat na belastingen Resultaat na belastingen
1,20%
t4,84% 16,63%
556% 7,43% 0,83%
8,94%
69j4% 60,3t%
We zien in deze tabel het volgende. I De kostprijs van de omzeistijgt rninder dan de netto omzet Daardoor strjgt het bruto omzetresultaat procentueel meer dan de netto omzet. Dat is gunstig' 2 De verkoop- en algemene beheerkosten stijgen relatief meer dan de omzet' Het gaat hierbij tevens om een groót bedrag. Dit \À'erkt zeer ongunstig uit voor het totaal' 3 De overige netó bedrijfsopbrengsten stijgen procentueel wel veel (ruim 2 I Oyo) maar absoluut gaat het om kleine bedragen, zodat dat lveinig invloed heeft' 4 óe afschnjving goodwilistrjgt procentueel hèel veel (bijna 210%), maar hier gaat het ook om een vrij groot bedrag. Dit is ongunstig5 Uitkomsi der financiële baten À lastèn thet renteresultaat) ontwikkelt zich ook ongunstig' Het gaat hier namelijk om een toename van een negatief resultaat' 6 Ondánks het bovenstaande daalt het resultaat uit gewone bedrij lsuitoefening 'slechts' met
7
5,56% (voor belastingen). Er is een aanzienlijkJveislechtering opgetreden in het resultaat uit buitengewone baten en lasten.
Conclusie: relatief Het tegenvallende resultaat wordt vooral veroorzaakt door kostenstij gingen Er zijn zowel op als abs-oluut grote kostenstijgingen van de verkoop- en algemene beheerkosten, de afschrijving goodwill en áe per saldo betàalde lente. Deze kostenstijgingen overtroffen de strjging van de grote ómzet. Bovendien is 6e verslechtering van het buitengewoon resultaat na belastingen van invloed op het uiteindelijk resultaat.
ló8 M&O
IIoof'dstuk 20
Annvoordenboek
20,3 Opgenomen geldleningen'. Als deze leningen Iuiden in een andere valuta dan de euro, leidt Hagemeyer een koersverlies als die vreemde valuta in waarde stijgt ten opzichte van de euro. Aflossing en rentebetalingen vragen dan meer euLo's. Als de vreemde valuta ten opzichte van de euro daalt, is dat in het voordeel van
^
b
c d
Hagemeyer. Uitstaande beleggingen: Als Hagemeyer beleggingen (aandelen, verstrekte leningen) heeft die luiden in een andere valuta dan loopt het bedrijfeveneens koersrisico. Stijgt die andere valuta in waarde ten opzichte van de euro dan leveren de ontvangen rentebetalingen en aflossingen meeÍ euro's op, Bij een daling van die vreemde valuta is er sprake van een nadeel. De ontvangen betalingen leveren dan juist minder euro's op. Kennelijk is Hagemeyer op grote schaal aan het reorganise ren. Zoals zo veel bedrijven zal ook Hagemeyer aan het begin van de nieuwe eeuw flinke kostendalingen willen bewerkstelligen. Meestal leidt dat tot het ontslag van relatief grote aantallen medewerkers, onder meer doordat machines het werk van mensen ovememen, Ontslagen medewerkers zullen hiervoor min ofmeer schadeloos gesteld moeten worden ('gouden' en 'bronzen' handdrukken). Hagemeyer is van mening dat deze kosten als incidenteel zijn te beschouw'en en dat ze niet direct samenhangen met de bedrijfsuitoefening van Hagemeyer. Het is inderdaad niet'notmaal' voor een handelsonderneming om regelmatig grote aantallen medewerkers te ontslaan. Jaar 2000 Resultaat na belastingen € 386.676.000
Afschrijving goodwill Afschrijving materiële vaste Cash flow 266e Jaar 2001
Resultaat na
€ activa €
belastingen
Aischnjving goodwill Afschrijving materiële vaste Cash flow 26s1
11.597.000
56.294.000 C 454.567.000
€ 153.479.000
€ activa €
35.849.000 61.738.000 € 251.066.000
20.4Q
a Nettowinst
€ 320.000
Afschrijvingen €580.000
b
flow
Cash € 900.000 De cash flow wordt niet beiïvloed door subjectieve ondememersbeslissingen over de hoogte van de afschrijvingen. De nettowinst wordt daar wel door beïnvloed. Nemen bijvoorbeeld de afschrijvingen met € L000 af, dan neemt de nettowinst met € 1.000 toe.
M&
O
havo
l.loofdstuk
20
Antwoordenbock
169
20.s o a werknemers (vakbonden), aandeelhouders, leveranciers (handelaren en fabrikanten), concuÍrenten, banken en andere financiers b Geconsolideerde winst- en verliesrekening van Koninklijke Ahold Nv (x € I .000)
(in%) 200t 29,200Á ó6.593.0ó5 30,82% 51.877.136 23,80yo 14.715.929
+ of
Netto-omzet
Af: kostprijs van de omzer Bruto-omzetresultaat
Al
onbepaald 106.413 3079,83% 166.496 5.236 18,97y. 2.705.392 2.214.093
Bijzondere lasten
Afschrijving goodwill Bedrijfsresultaat
90.065 87.021 -/- 808.990 26.19% -l-296,90% 10t.484 51.542 1.162 -182,70% -l-961 -l669.265 54,380À -/- 1.033.233 4,20o/o 1.672.t59 1.604.828 l4,osv" l- 45'7.364 -/- 401.010 0,91y, 1.214.795 1.203.818 14.553 14.562 -0,06% t3,12% -l- 115.827 -l- 102.389 -0,22vo Lil3t21 L.Lt 5gl1 3,50%
Rentebaten Rentelasten
-/- 1.020.853
Koersverschillen Overige financiële baten en lasten Uitkomst financiële baten en lasten Resultaat bedrijfsuitoefening voor belastingen Belasting naar de winst Resultaat na belastingen Resuhaat uit deelnemingen Aandeel derden
Netto resultaat Dividend cumulatief preferente fi nancieringsaandelen Resultaat toekomend aan gewone aandeelhouders Gewogen gemiddeld uitstaande gewone aandelen íx 1 Winst per gewoon aandeel
f g
2000 51.541.601 39.654.486 11.887.115
22,0',70/a 9,650.092 7.905.31 0 22,62v. 2.087.536 1.702.4'76
Verkoopkosten Algemene beheerskosten
c d e
-
l
t8,85% -l-
38.11',7
-t-
l'7.444
-z,rrvo ru75314 1 098É17
000) 16,29% -t2,s9%
€
857.509 73'7.403 1,2s € 1,43
Nee, terwrjlde netto omzet met ruJ'm 29To is gestegen, is het netto resultaat met 0,22To gedaald. Dit is een zeer ongunstige ontwikkeling. De kostprrjs is sterker gestegen dan de nefto-omzet. Verder is de afschrijving op goodwill een nadelige factor. Tenslotte zrjn de rentelasten en de koersverschillen van grote invloed geweest.
resultaat € l.l13.521 Afschrijvingen € 1.680.577
Netto
flow € 2.794.098 Dit bedrag geeft aan dat uit hoofde van de exploitatie (ook wel genaamd de operationele activiteiten) Ahold in het afgelopen jaar een overschot aan liquide middelen heeft gecreëerd van Cash
€ 2.794.098.
20.6@ Antwoorden afhankelijk van de cijfers uit het meest recente jaarverslag. 20.7 Q a Nee, dit is het resultaat van de eenvoudige deelsom waarbij het totaal behaalde netto resultaat is gedeeld door het uitstaande aantal aandelen. Wat er met dit winstbedrag gaat gebeuren. is een kwestie van winstverdeling. b De werkelijke winstuitkering kan maximaal gelijk zrjn aan de winst per aandeel, tenzij men weÍkt men een dividendreserve waaruit een aanvulling gehaald kan worden. Meestal is de dividenduitkering per aandeel echter aanrnerkelijk lager dan de winst per aandeel. c Er zijn ook nog andere winstgerechtigden (bijv. tantièrnisten) en een deel van de winst voegt men toe aan de reserves teneinde mogelijke tegenvallers op te kunnen vangen.
170 M&o
HooÍdstuk 20
AntwooÍdcnboek
20.3 De interne resultatenrekening van een handelsonderneming Meerkeuzevragen
3D 4 A 5A
6c 7 A
Bewering II: Het is inderdaad onmogelijk alle kosten van te voren (exact) te kennen, maar de werkelijke kosten kunnen zowel hoger als lager uitvallen dan de verwachte.
Bewering ll: werkelijke omzet = werkelijk verkochte hoeveelheid x werkelijke verkoopprijs per stuk
Ê
20.8
Brutowinst =
500 x (€
2,99 C1,65\=€2.010
0
20.9
a
I
Dejuiste spreadsheet zal de volgende resultaten vertonen.
ABC I BEREKENINGBEHAÁLDEBRUTOWINST 2 Afzet 3 Verkoopprijs 4 Inkoopprijs
I 500
stuks
€ 2,99 per stuk € 1,65 per stuk
5
6
7 Omzet 8 lnkoopwaarde 9 Brutowinst
€ 4.485
€ 2.47 5 € 2.010
ln formulevorm ziet de spreadsheet er als volgt uit.
I 2 3 4
BC
BEREKENINGBEHAALDEBRUTOWINST Afzet
1500
2,99 1,65
Verkoopprijs Inkoopprijs
stuks per stuk per stuk
6
7 8 9
Omzet Inkoopwaarde
=82*83 =82*84
Brutowinst
=B7-B8
ABC
I BEREKENINGBEHAALDEBRUTOWINST 2 Afzet 3 Verkooppnjs 4 Inkoopprijs
1750 2,99
stuks per stuk € 1,65 per stuk €
5
6
7 Omzet 8 Inkoopwaarde 9 Brutowinst
M&
O
havo
Hooldstuk
20
€,
5.233
€ 2.888
€.2.345
Antwoord€nboek
\'7 |
0
20.10 Gerealiseerde brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet = € 88.680 - (2 400 x € 19,95) = € 40.800. De verwachte brutowinst was€ 43.875 (zie opgave 14.3). Een verschil van€3.075. Het verschil moet volledig verklaard worden uit de ontwikkeling van de omzet en de afzet, omdat de inkoopprijs overeenkwam met de
a
b
verwachting.
/ t:t'13
-""" í{.
Op de eerste plaats was de verkoopprus per stuk lager dan verwacht, namelijk €, 36,95
Er was een verkoopprijs van € 37,50 verwacht. Bovendien zijn er 100 stuks minder verkocht dan was voorzlen.
20.r1
0I
L
b
Afzet Verkoopprijs Omzet
Afzet Inkoopprijs
I
Inkoopwaarde omzet
A {'I
Brutowinst
(A*V)-(Art)
Algemene kosten Verkoopkosten Overheadkosten Inkoopkosten
AK VK
ok=Ak+vk IK
Bedrijfskosten
(ok + rk)
lnterestopbrengsten
Io
Nettowinst
(A * V)
1'72 M&O
Hoofdstuk 20
-(A * I)-( Ok+ Ik) + lo
Antwoordenboek
i
24oo )'
c
Vervolgens zetten we dejuiste getallen in de spreadsheet. Omzet en inkoopwaarde omzet hoeven we in dit geval niet te berekenen. Die bedragen zijn zonder meer gegeven.
Afzet Verkoopprijs Omzet
A V
Afzet Inkoopprijs
A
472 .000
I
Inkoopwaarde omzet
286.000
Brutowinst
186.000
kosten VeÍkoopkosten Overheadkosten Inkoopkosten Algemene
51.000 35.000 86.000 23.000
Bedrijfskosten
109.000
Interestopbrengsten
4.500
Nettowinst 20.12
a
81
500
0 t'?1100
. r rr"ol. ' í= \. €e8 )
De afzet heeÍt kennelijk 3 300 stuks bedragen
= = €
Brutowinst bedraagt 50% van de omzet = 50o/o van€323.400 lnkoopkosten (volgens verwachting) = 3300 x 5Vo van€ 49 Algemene kosten = 12,5% van€323.400 Verkoopkosten 0,9 x
:
€44.100 kosten Interestopbrengst Gerealiseerde nettowinst
=
€ 161.700 8.085
€.40.425 € 39.690
Totaal bijkomende
b
€ 88.200 € 73.500 € 4.000 € 77.500
Het verschil tussen gerealiseerde nettowinst en verwachte nettowinst is € 38.450. Dit verschil dient hieronder verklaard te worden. Hogere brutowinst na aftrek van inkoopkosten 300 x € € 14.700
Meer
49:
inkoopkosten
De overheadkosten bevatten een voordeel van € 60.000
De verkoopkosten bevatten een voordeel van€
Meer
interestopbrengst
Totaal verklaarde verschil tussen voor- en
M&
O
havo
lloofdstuk
20
-
€ 40.425
=
44.100-€ 39.690 =
nacalculatie
Antwoordenboek
-€
735
€
500
e 19.575 e 4.410 € 38.450
173
L
B
I
D
GEGEVENSVOORCALCULATIE
2
3 4 5 6 7 8 9
Afzet
3000 €98 €49 5,00%
BTw) urw) lnkoopkosten Algemene kosten Verkoopkosten lnterestopbrengst Verkoopprrjs (excl. tnkoopprijs (excl.
stuks per stuk per stuk van de inkoopwaarde
€60.000
15,00% van de omzet (excl. BTw) €3.500
10
II
BEREKENINGVERWACHTE NETTOWINST
12
13 Omzet 14 Inkoopwaarde 15 Brutowinst 16 lnkoopkosten 17 Algemene kosten 18 Verkoookosten
€294.000 € 147.000
€147.000 €7.350 €60.000 €44.100
19 20
€r 11.450 €35.550
21 lnterestopbrengst 22 Verwachte nettowinst
C3é0A. €39.050
24 GEGEVENSNACALCULATIE 25
26 Werkelijke omzet 27 Werkelijk verkoopprijs 28 Inkooppirjs (excl. erw) 29 Inkoopkosten 30 Algemene kosten
€323.400
€98 €49
per stuk per stuk 5,00% van de inkoopwaarde 12,5Do/o van de oÍr.zel 90,00oá van de voorgecalculeerde verkoopkosten
3l Verkoopkosten interest
32
Werkelijke
34
BEREKENINGWERIGLIJKE NETTOWINST
€4.000
35
36 Afzet
3300 stuks
38 Omzet 39 Inkoopwaarde 40 Brutowinst 41 Inkoopkosten 42 Algemene kosten 43 Verkoopkosten
e3n.400 €161.700 €161.700 €8.085 e4O.425
€39.690
44 45
€88.200 €73.500 €4.000
46 lnierestopbrengst 47 Werkelijke nettowinst
C7'7
48
49
ANALYSE VAN VERSCHIL TUSSEN VOOR- EN NACALCULATIE
174
M&
O havo
Hootdstuk
20
Antwoordenboek
.500
)U
51 52 53 54 55 56
€14.?00 voordeel
Hogere brutowinst
-€735 nadeel
Meer inkoopkosten
€19.575 voordeel €4.410 voordeel
Minder algemene kosten Minderverkoopkosten Meer interestopbrengst Verschil voor- en nacalculatie
QllQ
voordeel
€38.450 voordeel
57
In bovenstaande spreadsheet zljn de volgende formules gebruikt. C
1 .,
GEGEVENSVOORCALCULATIE
3 4 5 6 7 8 9
Afzst
D
3000 stuks
BTw) erw) Inkoopkosten Algemene kosten Verkoopkosten Interestopbrengst
98 49
Verkoopprijs (excl. lnkoopprijs (excl.
per stuk per stuk
0,05 van
de inkoopwaarde
60000
0,15 van de omzet (excl. BTw) 3500
l0
II
BEREKENINGVER\ryACHTE NETTOWINST
12
:83*B4 :83*85
13 Omzet 14 lnkoopwaarde 15 Brutowinst 16 Inkoopkosten
l7
18
19
=C l3-C 14
:86*Cl4
kosten Verkoopkosten Algemene
=B7
=88*Cl3 =SOMí816:BI8) :c l5-c 19
20
:89
2l Interestopbrengst 22 Verwachte nettowinst
=SOM(C20;C2I)
z)
24
GEGEVENSNACALCULATIE
25
2ó Werkelijke omzet 27 Werkelijk verkoopprijs 28 Inkoopprijs (excl. arw) 29 Inkoopkosten 30 Algemene kosten
323400
98 49
0,05 van de inkoopwaarde 0,125 van
3l Verkoopkosten 32
Werkelijke
per stuk per stuk
0,9
interest
de omzet van de voorgecalculeerde verkoopkosten
4000
JJ
34
BEREKENING WERKELIJKE NETTOWINST
35
36 Afzet 37
38 39 40 M&
O
=826/827
Omzet Inkoopwaarde Brutowinst havo
Hoot'dstLrk
20
stuks
=826 =836*828 :C38-C39
Antwoordenboek
175
4l Inkoopkosten 42 Algemene kosten 43 Verkoopkosten
=B29*C39 =830*C38 =B3l +B 18
44
=SOM(841:B43)
45
=C40-C44
46 47
lnterestopbrengst
=B32
Werkelijkenenowinst
=C45+C46
48
49
ANALYSE VAN VERSCHIL TUSSEN VOOR. EN NACALCULATIE
50
51 52 53 54 55 56
=C40-Cl5 =816-841 :87-842 =Bl8-843 =C46-C2l =SOM(CSl:C55)
Hogere brutowinst
Meer inkoopkosten Minder algemene kosten Minderverkoopkosten Meerinterestopbrengst Verschil voor- en nacalculatie
voordeel nadeel voordeel voordeel
voordeel voordeel
57
d
Als je de formules uit de spreadsheet van vraag c goed hebt ingevuld, vindje onderstaande
uitwerkins.
GEGEVENS NACALCULATIE Werkelijke
omzet
C323.400
Werkelijk verkoopprijs Inkoopprijs (excl. nrw)
€98 €,49 5,0%
Inkoopkosten kosten
Algemene
10,09'"
Verkoopkosten Werkelijke interest
€4.000
90,0%
per stuk per stuk van de inkoopwaarde van de omzet van de voorgecalculeerde verkoopkosten
BEREKENING WERKELIJKE NETTOWINST
3.300
Afzet
stuks
Omzet €323 .400 Inkoopwaarde €161.700 Brutowinst €161.700 Inkoopkosten €8.085 Algêmene kosten C32.340 Verkoopkosten €39.690
(10% lager dan de voorcalculatie)
€80.l l5 €81.585 €4.000 €85.585
Interestopbrengst Werkeliike nettowinst
116
M&
O havo
Hoofdstuk
20
Antwoordenboek
ffiN
vooR-
EN
NAcALCULATIE
€ 14.700 voordeel € 735 nadeel € 27.660 voordeel € 4.410 voordeel € 500 voordeel € 46.535 voordeel
Hogere brutowinst Meer inkoopkosten Minder algemene kosten Minder verkooPkosten Meer interestopbrengst Verschil voor- en nacalculatie
20.r3A o geven a Voor de volledigheid geven we ook de spreadsheetuitwerking van de voorcalculatie' We eerst de resultaten en daama de formules.
A GEGEVENSVOORCALCULATIE
I 2 Venvachte afzet 3 Aantal werkdagen 4 GemiddeldeverkooPPrijs 5 Uitlijnen 6 VerwachteinkooPPrtjs 7 Overheadkosten 3 g l0 II 12 l3 Verkoopkosten l4 Inkoopkosten
144 banden
Per werkdag
240 per Par €90 per band 18,75 per band €67,50 per band €
huur Pand energiekosten
overig Personeel kosten installaties interestkosten
€6.000 per maand €750 per maand € 155.000 per.laar €8.000 per jaar €6.000 perjaar €200.000 per laar €40.000 perjaar
l5
16 BEREKENING VOORCALCULATIE
l7 l8
Verwachte omzet Verwachte inkooP
19 20
Verwachte brutowinst Verwachte overheadkosten
€2.332.800
Zl 22 23 24 25
el.425.600 huur Pand energiekosten
overig Personeel kosten installaties interestkosten
26
27 VerwachteverkooPkosten 28 VerwachteinkooPkosten 29 Verwachtebedrijfskosten 30 Verwachtenettowinst
M&O
navo
Hootdstuk
€3.758.400
20
€72.000 €9.000 €155.000 €8.000 €6.000 €250.000 €200.000 €40.000 €490.000 €935.600
AnMooÍdenboek
t't7
In de spreadsheet zijn de volgende formules gebruikt.
/\ I 2 3
4 5
o
B
GEGEVENS VOORCALCULATIE Verwachte afzet Aantal werkdagen Gemiddelde verkoopprijs
144 banden per werkdag
240 perjaar 90 per band 18,75 per band
Uitlijnen Verwachte inkoopprijs
67,5 per band
Overheadkosten 8 huur pand 9 energiekosten 10 overig personeel kosten installaties t2 interestkosten 7
6000 per maand
750 per maand 155000 perjaar
ll
8000 6000 200000 40000
l3 Verkoopkosten l4 Inkoopkosten l5 BEREKENING VOORCALCULATIE t7 Verwachte omzet
perjaar per jaar per jaar perJaar
16
=82*83*(84+85) =82+83*86 =c17-Cl8
l8 Verwachte inkoop 19 Verwachte brutowinst 20 Verwachte overheadkosten 2l huur pand 22 energiekosten overig personeel 24 kosten installaties 25 interestkosten
=12*88 =lZaB9
=Bl0 =B11
=812 =SOM(B2l:B25) =B l3
26 27 28
Verwachte verkoopkosten Venvachte inkoopkosten 29 Verwachte bedrij fskosten
=Bl4
t78
M&O
Hoofdstuk
:SOM(B26:B28)
=ct9-c29
30 Verwachte netto\ryinst
20
Antwoordenboek
Met behulp van het formuleblad is de uitwerking van de nacalculatie niet zo moeilijk. Let wel op datje de renteopbrengst moet invoegen. Die is nog niet opgenomen in het formuleblad.
I GEGEVENSNACALCULATIE 2 Gerealiseerde afzet 3 Gerealiseerde aantal werkdagen 4 Gerealiseerde gemiddelde verkoopprijs 5 Uitlijnen 6 Gerealiseerde inkoopprijs 7 Overheadkosten (totaal +10%) 8 huur pand (verwacht + l0%) 9 energiekosten (verwacht + 10%) l0 overig personeel (venvacht + l07o) 1l kosten installaties (verwacht + l0%) 12 interestkosten (verwacht + l0oÁ) 13 Verkoopkosten (ongewijzigd) 14 Inkoopkosten (verwacht +5%) 15 Renteopbrengst 1
6
17 18 19
20
b
€18,75 per band
€65
per band
€6.600 per maand €825 per maand €170.500 perjaar €8.800 perjaar €6.600 perjaar €200.000 perjaar €42.000 perjaar €5.000
BEREKENING NACALCULAT]E
omzet inkoop brutowinst
€3.915.000 €2.340 000 €1.575.000
Gerealiseerde Gerealiseerde Gerealiseerde Gerealiseerde overheadkosten huur
pand 22 energiekosten 23 overig personeel 24 kosten installaties 25 interestkosten 26 27 Gerealiseerde verkoopkosten 28 Gerealiseerde inkoopkosten 29 Gerealiseerde bedrijfskosten 30 3l Rente-opbrengst 32 Gerealíseerde nettowinst 2l
160 banden per werkdag
225 per jaar €90 per band
e'79.200 €9.900 €
170.500
€8.800 €6.600 €275.000 €200.000 €42.000 €517.000 €1.058.000 €5.000 €1.063.000
De verschillen geefje in de spreadsheet aan door de overeenkomstige getallen van voor- en nacalculatie van elkaar af te trekken. Je vindt dan de volsende resultaten.
VERSCHILLENANALYSE Te verklaren
verschil
C127.400
Hogere brutowinst Meer overheadkosten Meer inkoopkosten Extra interestopbrengst
€149.400 voordeel €25.000 nadeel €2.000 nadeel
Verklaard verschil
€t27.400
Q!@Q voordeel
De hogere brutowinst is veroorzaakt door:
M&
minder werkdagen (staking?); gemiddeld per dag meer verkochte banden; een lagere gemiddelde inkoopprijs per band.
O
havo
Hoofdstuk
20
Antwoordenboek
t19
20.138 O
a
Verkoopprijs exclusief BTw:
Kostprijs:
912s
"€Oe,tS
Vaste verrekenprijs
ll=0 o<
P I l9
c d e r
n,lZ = €
= ><
66,15
€52,92
€ 35,91
Geschatte overheadkosien per
b
,. e
=
€ 37.80
-
proOuct € 15,12
Nettowinstopslag: € 66,15 -e52,92=e13,23 per product Voorcalculatorische nettowinst: 40 000 x €. 13,23 = € 529.200 41 000 x (€ 66,15 -€ 52,92) = €.542.430 38 000 x (€ 37,80 -€ 36,05)-€ 69.500 =-€ 3.000 (nadelig) 4l 000 xC15,l2-C624.430= €4.5t0(nadelig) c 542.430 - €. 3.000 -€ 4.510 : € 534.920
20.r4 a Inkoopprijs: Toegestane kosten 20 000 x € 0,30 =
€ 6.000 € 6.600 600
Werkelijke kosten 20 000 x € 0,33 = Nadelig budgetresultaat op de inkoopprijs Inkoopkosten: geen budgetresultaat Verkoopkosten: Toegestane kosten 20 000 x € 0,33
kosten
b
=
€
(-)
€ 6.600
Werkelijke € 3.200 Voordelig budgetresultaat Totaal voordelig gerealiseerd budgetresultaat Gerealiseerde omzet 20 000 x € 1,20 =
€ 3.400 (+) € 2.800 (+)
Gerealiseerde inkoopwaarde 20 000 x € 0,33 = Gerealiseerde brutowinst Gerealiseerde inkoopkosten (gelijk aan voorcalculatie) l8 000 Gerealiseerde verkoop- en overige kosten Nacalculatorische nettowinst
€ 24.000 6.600 c 17.400 540 3.200
€ x llVo x € 0,30 =
€ €
€ 13.660
2O.4 De resultatenrekening van een niet-commerciële organisatie Meerkeuzevragen
8B 9 D
Het exploitatieresultaat vergt de opstelling van een exploitatierekening ofStaat van Baten en Lasten.
l0c ll c 12D
De vermogenspositie is alleen afte lezen uit een balans.
20.Éa Op websites van grote maatschappelijke niet-commerciële instellingen kunje deze informatie vaak aantreffen. Wat de kleine verenigingen betreft, zouje inje eigen omgeving moeten kijken. Misschren ben je zelf wel lid van een (sport)vereniging.
180
M&
O havo
Hoofdstuk
20
Artwoordenboek
20.16
a
0
Inkomsten
Jaarrekening 2003
Contributies (530 x € 142,50) Sponsors
Advertenties clubblad Ontvangen rente Kantine (opbrengsten) Saldo
€ e € € € €
75.525
Reiskosten
4.750 4.250 L200
Huur veld Huur zaal
68.650 425
Trainingskosten Medische kosten Betaalde rente Bestuurskosten Representatie-uitgaven Lidmaatschap KNKV
Kantine (inkopen) Kantine (overige kosten)
€
b c
€ c € € c € € € c € € €
19.800
2.750 13.850 17.500
1.750 1.750 6.500 4.000
27.500 37.600 21.800 154.800
De uitgaven overtreffen de inkomsten. Vandaar dat het saldo aan de inkomstenzijde is bijgeschreven om de tellingen van inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk te kijgen. De vereniging heeft in 2003 dus meer uitgegeven dan ontvangen. Dit saldo moet gelijk zijn aan de daling van de voorraad betaalmiddelen (kas, bank en giro) die heeft plaatsgevonden tussen I januari en 3l december van hetjaar 2003.
20.fi
a b c d e f g h
154.800
Uitgaven
e
categorie categorie categorie categorie categorie categorie categorie catesorie
M&O
2
4 5
2
6 3
4 4
havo
Hoofdstuk 20
Antwoordenboek
l8l
20.18 0 In 2004 ontvangen Hiervan had nog betrekking op 2003
a
contributies € 30.805 (af:) € 3.280 € 27 .s25
Bovendien was bestemd voor 2005
Nog te vorderen over 2004 Baten
b
2004
d
650
€ 26.875 2.900 € 29.775
(bij:)
€
Opmerking Het is terecht dat we de eind 2004 nog niet ontvangen contributies over 2004 wel tot de baten rekenen, omdat de leden die nog niet betaald hebben daar contractueel wel toe verplicht zijn. Over de baten is dus geen discussie, er is alleen een inningprobleem. Als uiteindelijk blijkt dat de vereniging dit probleem niet kan oplossen (van enkele leden is de contributie oninbaar) dan wordt op dat moment zo'n post als een verliespost genomen. Zo kan in het jaar 2004 een verliespost ontstaan die eigenlijk betrekking heeft op 2003. In 2004 betaalde € 42.500 Hiervan had nog betrekking op 2003 1.500
huren
(af:) €
Nog verschuldigd over 2004
c
(af:) €
2004
€ 41.000 1.500
(bij:)
€
Lasten €.42.500 De koelkast was in de boeken gewaardeerd voor € 150. Dat was de koelkast blijkbaar niet echt waard. Want op het moment van verkoop brengt het apparaat maar € 100 op. Hier ontstaat dus een Iast (een verlies) van € 50. De aankoop als zodanig is geen last. Wel vindt er een uitgave plaats van € I .200. De afschrijving van € 200 aan het eind van het jaar is wél een last (een kostenpost) die op het jaar 2004 drukt.
20.19
0 Staat van Meer en Minder
begroting Baten
Contributies Opbrengst
wedstrijden
€ € €
Kantine Sponsoring
Interestbaten Overige baten
€ € €
2004
74.000 70.000 130.000 10.000
4.000 10.000
€ 298.000 Lasten
Trainersvergoedingen Overige
kosten
€ € € €
2004
€
t25.597
10.000 12.500
€. 9.750 € 14.780
42.500 37.500
e € € 312.500
€
Nadelig saldo
14.500
meer
ft)
€ 73.350 -€ 650 c 67.692 -€2.308 +€ 1.528 € 131.528 + € 2.500 € 12.500 +€ 350 € 4.350 +€2.530 € 12.530 € 301.950 c 2t.776 c 67 .657
KNAU € 20.000 Wedstrijdkosten € 65.000 Kantinekosten € 125.000
Afdrachten
Drukwerk Huur banen
baten/laslen
of minder
+€
3.950
+€t.'776 + € 2.657
+€ -€
597
250
+€2.280
+C2.428 44.928 35.950 -€ 1.550 €320.438 € 18.488
+€ 7.938 -€3.988
Conclusie De vereniging heeft een nog groter nadelig exploitatiesaldo gerealiseerd dan begroot was. Het zal duidelijk zijn dat bestuur en leden het beleid nroeten aanpassen. Dit kan zo niet lang doorgaan.
182
M&
O havo
Hooldstuk
20
Antwoordenboek
(
)
20.20I Prijsstijgingen kunnen zich voorgedaan hebben brj wedstrijdkosten, kantinekosten, drukwerk en overige kosten. Afdrachten KNAU, huur banen en trainersvergoedingen zullen gebaseerd op meer of minder formele afspraken (contracten), waarin het prijsniveau voor minstens een jaar is vastgelegd De vereniging heeft niet zo veel mogelijkheden op korte termijn tarieven aan de opbrengstenzijde te verhogen. Contributies zijn door de ledenvergadering voor het lopende verenigingsjaar vastgesteld. Hetzelfde zal waarschijnlijk gelden vooÍ de toegangskaarten voor de wedstrijden De prijzen in de kantine zal het besfuur wel kunnen verhogen, maar al te drastische ingrepen zullen de leden niet accepteren. Sponsors hebben hun bijdrage vastgelegd in een sponsorcontract en daar zal tussentijds weinig aan te doen zijn. De interestvergoeding ontstaat op de vermogensmarkt en is dus niet te beinvloeden door het bestuur. De post overige baten is een verzameling kleine opbrengsten. Van enkele daarvan zou het bestuur het prijsniveau kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld bij verkoop van afgeschreven materiaal zoals oude wedstrijdballen). 20.21
a
Jaarrekening 2004 Inkomsten
Jaarrekening 2004
Contributies Sponsors
Advertenties clubblad Ontvangen rente Kantine (opbrengsten)
Uitgaven Reiskosten
Huur veld Huur zaal Trainingskosten Medische kosten Betaalde rente Bestuurskosten Representatie-uitgaven Lidmaatschap KNKV
Kantine (inkopen) Kantine (overige kosten)
Begroting 2004
Meer(+)/minder( )
€
4.850
€
750
€ 1.200 € 68.650
c 70.675 € 5.000 € 3.500 € 2.200 c 64.060
€
4.590
€ 154.375
€ 145.435
€
10.190
€ 19.800 € 2.150 € 13.850 € 17.500 € 1.750 € 1.750 € 6.500 € 4.000 c 27 .500 € 37.600 € 21.800
€ 17.500 € 1.750 c 12.250 € 15.000 € 750 €0 € 4.000 € 3.000 € 25.000 € 35.580 € 2s.300
€ 2.300 € 1.000 € 1.600 € 2.500 € 1.000 € 1.750 € 2.500 € 1.000 € 2.500 e 2.020
€
€ 140.130
€ 18.170 € 3.500
e /)-flf € 4.150 € 4.250
154.800
c
250
€
1.000
€ 1.250
€ 3.s00
€
€ 5.730 5.305 c 425 Met uitzondering van de Overige kosten van de kantine-exploitatie, geven alle uitgavenposten een overschrijding te zien. Men heeft kennehjk niet zo'n goed inzicht gehad in de kostenontwikkeling. Aan de andere kant zijn ook de meeste opbrengsten onderschat. Aangedrongen moet worden op het zorgvuldiger ramen van ontvangsten en uitgaven. Relatiefgrote overschrijdingen aan de uitgavenkant bevatten de medische kosten, de bestuurskosten en de representatie-uitgaven. De ledenvergadering zal met betrekking tot de twee laatste posten zeker van het bestuur willen weten waardoor deze overschrijdingen zijn veroorzaakt. Vervolgens valt op dat er voor € 1.750 interest is betaald, terwijl er niets begroot was voor die post. Heeft het bestuur schulden gemaakt? Zo ja,waawoor? Had de ledenvergadering daar geen toestemming voor moeten geven? Saldo
M&O
havo
Hootdstuk 20
AntwooÍdenboek
183
20.22
a b c d e f
*
een vordering:
debet op de balans debet op de balans debet op de balans (De bestelauto zelf komt in het geheel niet meer op de balans voor.) een schuld: credit op de balans een vooruit ontvangen bedrag: credit op de balans een schuld: credit op de balans een vooruitbetaling: een vordering:
20.23 De baten zijn hoger gerveest dan de lasten. Het gevolg daarvan is dat het eigen vermogen van de organisatie is gestegen. Een winstsaldo veroorzaakt een stijging van het eigen vermogen, terwijl een verliessaldo l.ret eigen
a b c
vermogen doet alnemen. Dat is mogelijk, bijvoorbeeld als in die periode schulden zijn afgelost ofals er investeringen zijn gedaan in vaste activa.
20.24
a b
c
d e f g
De openbare bibliotheek is een niet-commerciële organisatie omdat ze niet naar winst streeft. Aannemende dat er geen investeringen hebben plaatsgevonden in 2004 kunnen we de atichrijving op materiële vaste activa als volgt berekenen. Gebouw (€ 1.584.660 - € l.5l 1.300) = € 73.360 Inrichting (€ 568.652 - € 508.231) = € 60.421 Totale afschrijving in 2004 € 133.781 De organisatie heeft geen eigen vernogen gepresenteerd in deze balans. Toch is dat er rvel. De collectie boeken en andere media heeft ongetwijfeld een bepaalde waarde. Als die op de balans zou zijn opgenomen, was er voor een zelfde bedrag aan eigen vermogen zichtbaar geworden. Op deze manier is het eigen vermogen een stille reserve in deze balans. Organisaties die een jaarrekening moeten opstellen volgens de eisen van het burgerlijk wetboek mogen geen stille reserves in hun balans opnemen. Een openbare bibliotheek valt echter niet onder de werking van deze voorschriftenDe toelichting geeft aan dat de waarde van deze activa niet valt vast te stellen. De oorzaak daarvan is dat dit soort collecties in de loop van de trjd alleen maar meer waard worden. De historische waarde ervan neemt iederjaar toe. Het is echter niet te bepalen wat dat betekent voor de waarde ln het maatschappelijk verkeer. Om die reden laat men deze post verder orrbenoemd. Openbare bibliotheken ontvangen eenjaarlijkse bijdrage van de ingeschreven lezers en een jaarhjkse gemeentelijke subsidie. Bovendien blrjkt uit de balans dat de gemeente een langlopende lening heeft verstrekt van bijna 2 miljoen gulden. 'Gewone' hypotheken worden verstrekt door banken. Een bank zal echter niet gernakkelijk een hypothecaire lening verstrekken aan een organisatie die zelf geen eigen vermogen heeti. ln dit geval zou een bank beslist eisen dat de gemeente borg zou staan voor de verstrekte lening. De gemeente heeÍï het kennehjk voordeliger gevonden, de lening dan rnaar zelf te verstrekken. De bibliotheek heelt met een tekort gedraaid van € 1.380.795, De gemeente zal dit tekort door rniddel van een subsidie aanzuiveren.
lt34 M&O
Hoolilstuk 20
Antwoordenbock
Onderdeel 5 Examenopgaven os.l 0
a b
c d
0,40 x 0,50 x € I miljard =€200 miljoen Binnen de marktspecialisatie van het algemeen warenhuisassoÍiment zijn meer dan hvee ondememingen werkzaam. Wehkamp had in 1998 een marktaandeel van 500% en heeft daannee een marktpositie om rnarktleider te zijn. Bestand C, want in dit bestand is het percentage (potentiële) postorderklanten het grootst. Het verschil tussen beide bestanden is dat het eerste bestand de inkomensklasse tot € 18.000 omvat en de inkomensklasse van € 32.000 tot € 44.000 niet. Deze laatste inkomensklasse is kleiner van omvang ( I 6,3% versus 16,7%) maar het percentage potentiële postorderklanten is daarentegen hoger (19,4% versus 15,7%). De groep potentiële postorderklanten is in de inkomensklasse van € 32.000 tot € 44.000 hoger ( 19,4% van l6,3Vo) dan in de inkomensklasse tot € I 8.000 ( I5,7% van 16,7%). Home Delivery kan het best bestand twee kiezen omdat het kleiner van omvang is. waardoor de verzendkosten van de catalogi lager zullen zijn en de groep potentiële klanten het grootst is. In informatiebron I ontbreken gegevens over de omvang van de bestanden. van afroomprijsstrategie € 6.000
e f q " - ---
4000r€24.50
h
\
100%=6.12%
Verwachte inkoopprijs Opslag inkoopkosten'. 6,12%o van €
Vvp
Overheadkosten:
Kostprijs
24,50
2jYovan€26
24.50
€
26,00
€ €
1.50
€ 68,64 17,5% € 12.01 Gewenste verkoopprijs € 80,65 4 000 x € 37 ,44 = € 149.760 (verwachte begrotingsverschillen: nihil.)
Brw
inclusiefsrw
Gerealiseerd verkoopresultaat: Gerealiseerd budgetresultaat: Resultaat op inkopen:
4400x€37,44- €
(4400x€26) (4400 x€25 +€4.900) = Resultaat op overheadkosten: (4 400 x € 5,20) - (€ 14.800 + Nacalculatorische winst Exatnen havo
o5.2
a
.b c
5.20
€ 3l,20 € 37 .44
Winstopslag: l20oÁ van € 3l,20 Verkoopprijs exclusiefBTl
i j
€
2000 l,
-€
€ 15.200) =
164.736 voordelig
500 nadelig
€ 2.880 voordelig € 167.116 voordelis
opgaNe 3
0
Voorbeelden van een juist antwoord: rentekosten; huurkosten; verzekeringkosten onroerende zaken. 475.000-€ € 25.000
-
'
l0
=€45.000
l50q = 80q + 20q + 45 000 + 70 000 + 85 000 sOq = 269 a,t q = 4 000 producten per jaar Exane huvo 2000 - 2, opgat e I
M&O
havo
OndeÍdeel
5
Anlvoordenboek
185
os.3
a b c
0
40 __:: . € 336.000 = € 96.000 140 20Yo van Q.60.000
€ 96.000
-€
Examen havo 2002
o5.4
a
.h c
12.260
l,
-
?
+
5.200 =€ 12.260 í "rjor.x€
-
(12 x € 3.600) = € 40.540
opgave 2
0
Voorbeelden van juiste antwoorden: - Door de intemetzuil trekt de ondememing nieuwe klanten aan waardoor de omzet in horecaproducten verhoogd wordt. - Door de intemetzuil wordt de verblijísduur van de cafébezoekers langer waardoor de omzet toeneemt. - De intemetzuil kan goed gebruikt worden binnen de promotieactiviteiten € 1.900+ € 380 -€120
=ct'o
36
Boekwaarde: €2.280 - 13x€60= Verlies: € 1.500 -€ 300
=
Examen havo 2003
-
€ 1.500 € 1.200
2, opgave 3
o5.5I a De totale opbrengsten zijn bij een schoolbijdrage van € 10.000 maximaal en bedragen dan €- 1.000.000. Bij zowet de lagere als de hogere schoolbijdragen perjaar bereikt men een oÍuet van b c
d
€
1.000.000 niet. tot het marketinginshument product: in de advertentie staat aangegeven op welke wljze TIO het onderwijs, de dienst, wil aanbieden Voorbeelden van een juist antwoord: - TIO past geconcentreerde marketingstrategie toe, want TIO richt zich op een speciale doelgroep, gedoubleerde 4-havoleerlingen. of - TIO past gedifferentieerde marketingstrategie toe, want TIO richt zich op de gedoubleerde 4havoleerlingen met het profiel EM en NT. 42 begeleidingslessen: 14 x 3:
Dracticumlessen: 3
'
totaal aantal
t
2>
lesuren
::60 = 15
24
-
66
12 x 1,08 x I .25 x € 3.3 I I : € 136.159 (afgerond in hele euro's) " ïzo " € 210.000 f kosten ALE&MEE: 2.000 x € 105 x + + C221.250 kosten SJE & PaÍners: 105 (€ 1.526 € 124) € 48.000:
g h
ALE&MEE is dus goedkoper. Voor alle drie de partijen geldt dat hier sprake is van het beihvloeden van personen van wie de mening over de ondememing van belang kan zijn. kosten brj
eV:
opbrengsten
186 M&O
br.;
-:: x10x€8= Nr:
havo
ln5_4. 1!ili
)
€
720
, € 100 = €
1.200
Onderdcel
5
AntwooÍdenboek
i
Opbrengst:
€
schoolbijdrage: 105 x € 9.900 = profielwerkstuk NT
€ €
1.039.500 1.200 1.040.700
totale opbrengst KosIen: loon docenten (vraag 136.159 studiemateriaal (vraag 210.000 kosten profielwerkstuk 720 overige 634.300 totale kosten 1.001.179 39.521. Vetwachte nettowinsí Conclusie: de verwachte nettowinst is meer dan het gewenste resultaat van € 35.000.
kosten
e) f) EM
€ € € €
€
c
Etamex havo 2003
-
2, opgave 5
05.6 e l,006rr " € 43.800 = €46.779,10
a b
c
Voorbeelden van juiste antwoorden: - Omdat de ondememing een meer dan normale winstcapaciteit heeft. Omdat de ondememing een groot klantenbestand heeft. Omdat de ondememing een zeer goede naam heeft. c 99.6t9,95 Ovemamewaarde op I januari 2003: 1,006-?a x € I15.000: januari € 46.779.t0 Spaarsaldo I 2003 € 52.840,85 Bij te storten bedrag
-
Examen havo 2003
-
2, opgave 6
os.7 Ê
a
b
Voorbeelden van juiste antwoorden: - concurrenlieoverwegingen; - de huidige inventaris is versleten en moet vervangen worden; - de mogelijkheid de winkel te verkopen in verband met pensioen van Leon.
Verwachte balans per 31 december 2004 na modernisering inventaris in euro's Inventaris
45.000
Auto Voonaad Liquide middelen
40.000
16.000
Eigen vermogen Crediteuren 60Á-Lening
5.000 106.000
106.000
c
brillen:
0,45 < € 210.000
€250
contactlenzen:
x 1 bril = 378 brillen
0,5x € 210.000 € 150
xI
set = 700 sets contactlenzen
brillen: 1,05 x € 250 = € 262,50 contactlenzen: 1,05 x € 150 = € 157,50 brillen: 400 x € 262,50 = contactlenzen: 1,2 x 700 x € 157,50 = overig: 0,05 x € 210.000 = verwachte omzet over 2005 0,65 x € 247.800 = € 161.070 g 7.800 x € 1,05 +€ 310 =€ 8.500
f
h
€ 8.500
M&O
-
€500
havo
61.000 r 5.000 30.000
€ 105.000 € i32.300 € 10.500 € 247 .800
= € r.600
Onderdeel
5
Antwoordenboek
187
Verwachte resultatenrekening over 2005
(in euro's)
e
Orcznt
€
Inkoopwaarde van de omzet
BÍutowinst Bedrijfskosten: personeelskosten afschrijving op autorefr actometer afsckijving op overige invencaris kosten van de 670 lening: 6% x € 30.000 huisvestingskosten autokosten variabele verkoopkosten: 50á x e 247 .800 overige kosten
€ € € € € € e €
247.800 86.730
j
Verwachtewinstgroei:
€ 46.400
1.600
7.100 1.800
19.200 4.860 12.390 10.600
Dit is meer dan de veÍeiste gÍoei van 20Yo, d:us Leon - 1, opgave 2
M&O
Ondcrdeel 5
€ €
104.190
56.880
x l00Yo = 23Yo gaat de inventaris in 2004 moderniseren.
Emmen haw 2004
lE8
161.070
46.640
Verwachte nettowinst € 56.880-€46.400
€
Antwoordenboek