Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen Gemeente Groningen, dienst RO/EZ, afdeling Bouw- Woningtoezicht en Monumenten
BOUWHISTORISCHE VERKENNING
Adres: Status: Periode: Onderzocht door: Auteur: Datum:
Nieuwe Ebbingestraat 41, Groningen BBP 9 november 2006 J.A. van der Hoeve, T. Tel en H. Wierts J.A. van der Hoeve 27 maart 2010
Inleiding Deze bouwhistorische verkenning is uitgevoerd in het kader van het project Bouwhistorische inventarisatie en verkenning van de binnenstad van Groningen. Dit is het eerste project in het kader van de cultuurhistorische inventarisatie van het hele grondgebied van de gemeente Groningen die tot doel heeft de cultuurhistorische kwaliteiten in beeld te brengen. De bouwhistorische verkenning bevat een korte schets van de bouwgeschiedenis van het pand, een beschrijving van het interieur en het exterieur en een waardestelling. Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op het gebouw zelf, waarbij in beperkte mate gebruik is gemaakt van schriftelijke bronnen en oud kaartmateriaal. De bouwgeschiedenis wordt daarom in hoofdlijnen weergegeven. Ook is het mogelijk dat achter de huidige voorzetwanden en verlaagde plafonds oudere constructies en interieurafwerkingen verborgen zitten. Bij deze verkenning waren niet alle ruimten toegankelijk, zodat geen volledig beeld van de indeling en interieur-afwerking kon worden verkregen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van het bouwdossier van de dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken van de Gemeente Groningen. De eenlaags aanbouw voor de winkel en de achterbebouwing is niet bij de verkenning betrokken, omdat deze onderdelen door hun datering van na 1850 buiten de scope van dit onderzoek vallen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve/ Gemeente Groningen
1
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
SITUERING/ STRUCTUUR Het pand Nieuwe Ebbingestraat 41 ligt in het bouwblok dat wordt omsloten door de Nieuwe Ebbingestraat (begrenzing aan de westzijde), de Pijpstraat (noordzijde), Gedempte Boterdiep (oostzijde) en de Korenstraat (zuidzijde). Nieuwe Ebbingestraat 41 heeft een complexe bouwmassa, gevat achter een brede, eenduidige schijngevel. Kern van de bouwmassa is een tweelaags diephuis, voorzien van een hoog mansardedak met nagenoeg rechte onderschilden. Het voorste deel van de zuidgevel is hoger opgetrokken en vormt daarmee een insnede in het mansardedak. Tegen de linkerzijgevel van het diephuis staan twee tweelaags aanbouwen met platte daken, die onderling verbonden zijn door middel van een smal tussenlid met een lessenaardak. Naast dit smalle tussenlid bevindt zich een binnenplaatsje, waarvan de begane grond als onderdeel van de winkel is overbouwd. Tegen de achtergevel staat een eenlaags aanbouw voor de winkel.
49
55 t /m 53
46
57
8
b a49
48
-b 59
a
-a 56
6- a
58
-a 51
60 2 4- a
-a 44
-a 54
41
40 13 -a 1 1
39 -a
2
9-a at a tra 7s a n re a5 3Ko
1 2/ 39
-b 44
-a 14
-a 41
-a 46
15
38
1-a 1/4
34
3
/1 42
-e 13
/m 1t
t /m 30
a 42
R
am erd o tt
a 243
e a tj tra s r me
4 6 7
4
-a 45
-a 48
3-a
43
8 a 6-
-a 47
2
-a
-b 49
50
1-e
a
45
-a 51
42
t 30 /m
34
-b 35
t /m 30
37
12
1-a
33
40
-a
-a 11
34
3 5-a
-a 38
BOUWGESCHIEDENIS Het pand Nieuwe Ebbingestraat 41 ligt in de vroeg-17de-eeuwse stadsuitbreiding ten noorden van de middeleeuwse stad. Volgens de vogelvluchtplattegrond van Groningen door E. Haubois (1643) was de oostzijde van de Nieuwe Ebbingestraat in het midden van de 17de eeuw al grotendeels bebouwd. Op de hoek van de Korenstraat en Nieuwe Ebbingestraat bevond zich echter een grote siertuin, omgeven door een houten schutting. Het volgende ijkpunt in de bouwgeschiedenis is de weergave op de kadastrale minuut uit circa 1830. Volgens deze kaart waren de panden Nieuwe Ebbingestraat 39 en 41 samengevoegd tot een complex, waarnaast een steeg (tussen Nieuwe Ebbingestraat 41 en 43). Op grond van de verkaveling en de bouwhistorische verkenningen van de huidige panden Nieuwe Ebbingestraat 41 en 43 valt te concluderen dat dit samengestelde complex uit twee zelfstandige panden bestond, een diephuis op de hoek van de Korenstraat / Nieuwe Ebbingestraat (Nieuwe Ebbingestraat 39) en een kortere en brede diephuis daarnaast (Nieuwe Ebbingestraat 41). Het laatstgenoemde pand had een smalle aanbouw, verbonden met het hoofdgebouw door middel van een iets smaller tussenlid.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
2
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
Detail van de vogelvluchtplattegrond van E. Haubois uit 1643. Op de hoek van de Nieuwe Ebbingestraat en de Korenstraat (hier: Haverstraat) bevindt zich een siertuin, ingedeeld in vier vakken. Deze tuin wordt omgeven door houten schuttingen.
49
55 t /m 53
46
57
8
b a49
48
-b 59
a
-a 56
6- a
58
-a 51
60 2 4- a
-a 44
-a 54
41
40 13 -a 11
39 -a
2
9-a at a ra 7st a n re a5 3Ko
1 2/ 39
-b 44
-a 14
-a 41
-a 46
15
38
1-a 1/4
34
3
/1 42
-e 13
/m 1t
t /m 30
a 42
Ro
am rd tt e
a 243
tje raa rst e m
4 6 7
4
-a 45
-a 48
3-a
43
8 a 6-
-a 47
2
-a
-b 49
50
1-e
a
45
-a 51
42
t 30 /m
34
-b 35
t /m 30
37
12
1-a
33
40
-a
-a 11
34
3 5-a
-a 38
Uitsnede uit de kadastrale minuut uit omstreeks 1830 met daarop aangegeven de moderne huisnummering.
In het pand zelf zijn nauwelijks aanwijzingen voor de oudste datering. In de achtergevel zijn bouwsporen zichtbaar van een (afgetopte) topgevel, behorend bij een tweelaags diephuis met een zadeldak. Deze aftopping kan wijzen op een beëindiging van het oorspronkelijke dak met een wolfseind, maar ook afgebroken zijn bij een latere verbouwing. Op de eerste verdieping van de achtergevel viel het metselwerk op te meten. De maatvoering van de baksteen en het metselwerk kan wijzen op een date-
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
3
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
ring in de late 18de of vroege 19de eeuw.1 In deze periode is een beëindiging van het dak aan de voorzijde in de vorm van een zadeldak niet goed denkbaar. Opvallend in dit kader is de grotere hoogte van het voorste deel van het huis. Dit deel van het huis heeft een volledige tweede verdieping. Bovendien zijn de voorkamers op de eerste verdieping hoger dan de overige kamers op dat niveau. Dit vormt een aanwijzing voor het feit dat het voorste deel van het huis bestond uit drie bouwlagen met een schilddak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat lag. Het lagere zadeldak van het achterste deel van het huis moet daar dan haaks op hebben aangesloten. Dergelijke huizen met samengestelde daken komen meer voor aan de Nieuwe Ebbingestraat, vooral echter in de 19de eeuw.
Aanzicht, doorsnede en plattegronden op een tekening van de bestaande situatie in 1925. Tekening uit het bouwdossier van de dienst RO/EZ.
In de late 19de eeuw of omstreeks 1900 heeft het huis een grondige verbouwing ondergaan. Daarbij werd de bestaande kap vervangen door een zeer steile mansardekap met bijna loodrechte onderschil1
Het baksteenformaat bedraagt 21½-23 (24) x 10½-11½ x 5-5½ cm, de tienlagenmaat 61½-62 cm.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
4
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
den. Op die wijze werd het gebouw in feite verhoogd met een extra verdieping. Het voorste deel van de steeg werd bebouwd met een tweelaags aanbouw. Het hele complex kreeg een nieuwe voorgevel, deels uitgevoerd als een schijngevel. Ook in de achtergevel zijn verschuivingen in de vensters te zien, evenals aanpassingen in het metselwerk. In het interieur zijn diverse elementen uit deze periode herkenbaar. In 1906 werd achter het huis een losstaand fotografisch atelier gebouwd. Het gebouwtje had en kap met drie ijzeren spantjes en een rij vensters in de noordgevel. Later is de ruimte tussen het atelier en de werkplaats dichtgebouwd met een serre. Bij verbouwingen later in de 20ste eeuw is het pand grondig gewijzigd. Tot 1925 had het huis een woonhuiskarakter. Daarna is de woonkamer aan de voorzijde verbouwd tot winkel ten behoeve van fotografisch atelier A. Warburg. De begane grond van de voorgevel kreeg een winkelpui, voorzien van een portiek met ontsluitingen voor de winkel en de bovenwoning. In 1945/46 wordt de winkelruimte vergroot door de achterkamer bij de winkel te trekken. De gang met links daarvan een kamertje, herkenbaar aan het venster links van de pui, blijven gehandhaafd. Deze situatie was nog steeds aanwezig in de jaren zestig. Pas in de late 20ste eeuw werd de entree tot de bovenwoning in de linker venster-as geplaatst, zodat ook de winkelpui kon worden verbreed. Deze winkelpui is meermalen gewijzigd. De huidige situatie is omstreeks 2006 tot stand De voorgevel in 1925, foto bouwdossier dienst RO/EZ gekomen. De indeling en interieur-afwerking van de bovenwoning vertonen veel aanpassingen uit de tweede helft van de 20ste eeuw, mede vanwege de herbestemming tot studentenkamers. De steeg naast het huis is in de loop van de 20ste eeuw geheel bebouwd, deels zelfs in twee lagen (naast het diephuis). De verdieping van dit tweelaags gebouw stamt uit 1961. Ook diverse vensters en ramen in voor- en achtergevel van het gebouw zijn vernieuwd. De werkplaats en serre met daarnaast de tuin zijn in de tweede helft van de 20e eeuw vervangen door een grote eenlaags aanbouw.
BESCHRIJVING gevels en kap De voorgevel is een drielaags flauw hellende topgevel, afgedekt door een overstekende gootlijst. Het overstek wordt gedragen door sierlijke schoorconstructies, waartussen ajour gezaagd houtwerk. In de top bevindt zich een makelaar met een sierlijke bekroning. Op oude foto’s valt te zien dat deze bekroning sterk is versoberd. De gevel is afgewerkt met een pleisterlaag, voorzien van een patroon van schijnblokken, schijnstrekken boven de vensters en spekbanden. De spekbanden hebben een versiering in de vorm van rustica. Dit geldt ook voor de sluitblokken in de schijnstrekken boven de vensters.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
5
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
De gevel is verdeeld in vier venster-assen, namelijk drie gelijkmatig geplaatste venster-assen aan de rechterzijde en één solitaire venster-as aan de linkerzijde. Deze gelijkmatig verdeelde venster-assen corresponderen met het diephuis, de solitaire venster-as bevindt zich ter plaatse van de overbouwde steeg.
Detailopname van de 19e eeuwse geveltop.
De linker venster-as op de begane grond bevat een brede toegang tot de bovenwoning, die dateert uit de late 20ste eeuw (circa 1970?). Deze toegang bestaat uit een deurkozijn met bovenlicht, waarin een brede deur is geplaatst. Deze deur bevat vier panelen, waarvan de twee bovenste zijn ingevuld met ijzeren roosters. Vermoedelijk zijn dit de roosters van de oorspronkelijke deur, die zich in de tweede venster-as van links bevond. Bij de plaatsing van een winkelpui in 1925 is deze deur hergebruikt in de portiek. Ook de pilaster midden op de deur kan hergebruikt zijn. De winkelpui heeft zijn huidige vorm kort na 2000 gekregen. Op de eerste verdieping bevinden zich vier gelijke vensters uit circa 1900, oorspronkelijk voorzien van ongedeelde stolpramen. Deze ramen zijn in de late 20ste eeuw vernieuwd in soortgelijke vorm. Opvallend zijn de eenvoudige pleisterdecoraties onder de vensterbanken, zogenaamd lamberquins. De tweede verdieping heeft drie vensters met stolpramen (rechterzijde) en één schijnvenster (linkerzijde). De ruimte achter het schijnvenster is onbebouwd. Midden boven deze vensters bevindt zich één rondvenster met een gietijzeren raampje. Op grond van een foto uit 1925 valt op te maken dat de gevel redelijk gaaf bewaard is gebleven, afgezien van de wijzigingen op de begane grond. Oorspronkelijk had ook de begane grond een woonhuiskarakter. De entree bevond zich iets links van de tweede venster-as van links, waardoor de indeling op de begane grond gelijkmatiger van opzet was dan van de verdiepingen. Het deurkozijn (met bovenlicht) was voorzien van een ‘klassieke’ omlijsting met een omlopende architraaflijst, bekroond door een fries en kroonlijst. In de deur bevonden zich twee ijzeren roosters. De vensters op de begane grond bevatten T-schuiframen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
6
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
Aan de achterzijde is de scheiding in het diephuis en de overbouwde steeg goed herkenbaar. Het diephuis heeft een steile ‘mansarde-topgevel’, waarvan de top is afgesnoten. De begane grond is aan het zicht onttrokken door een eenlaags aanbouw met plat dak (winkel). Verder is de gevel uitgevoerd in schoon metselwerk, slechts voorzien van een hoge plint van zwart geschilderd pleisterwerk (onderste zone van de eerste verdieping). Wel vertoont het metselwerk resten van een verwijderde afwerking in pleisterwerk of kalk, zodat de bouwsporen moeilijk te lezen zijn. Desondanks valt uit de zichtbare sporen op te maken dat de kern van de gevel bestaat uit een (afgetopte) puntgevel. Het is vooralsnog de vraag of de aftopping gevolg is van de verbouwing van circa 1900 of de aansluiting vormt voor een wolfseind van het oorspronkelijke dak. Op basis van de maatvoering van de baksteen en de tienlagenmaat van het metselwerk is een datering in de late 18de eeuw of vroege 19de eeuw waarschijnlijk. Op de eerste verdieping bevinden zich twee vensters, bestaande uit zware kozijnen met kraalprofielen en (stolp)ramen van betrekkelijk recente datum. Aan de hand van de aansluiting in het metselwerk wordt vermoed dat deze vensters nieuw geplaatst of verschoven zijn. Rechts van het rechter venster zijn sporen van een invulling te zien. Verder ontbreken rollagen of andere voorzieningen in het metselwerk, terwijl de neggen hak- en breekwerk vertonen. Boven dit rechtervenster is een 17de-eeuws sieranker herkenbaar, ongetwijfeld hergebruikt. Op de tweede verdieping bevinden zich drie vensters. Ook deze vensters lijken niet origineel. Het linkervenster is recent vernieuwd, maar bevindt zich wel op een oudere plaats. Wel zijn de neggen opgehakt. Het middelste venster is tot stand gekomen door de verlenging van een ouder venster, waarvan het kozijn met luiksponning en duimen bewaard is gebleven. Het raam is vernieuwd. Uit het hakwerk in de neggen en aanpassingen in het metselwerk valt op te maken dat ook dit venster niet tot de originele opzet behoort. Het rechtervenster is van betrekkelijk recente datum. Ook het venster in de top moet zijn vernieuwd. Pal hierboven is een hijsbalk zichtbaar. De oudste kern van het huis heeft een mansardedak met zeer steile kapschilden. De steile onderschilden zijn gedekt met betonpannen (noordzijde) en ijzeren platen (zuidzijde), de flauwe bovenschilden met mastiek.
De achtergevel boven het platte dak van de aanbouw.
De achterkant van de schijngevel.
plattegronden De begane grond van het huis is ingericht als winkel. In het voorste deel van de voormalige steeg aan de linkerzijde bevindt zich een opgang naar de bovenwoning. In de verdere plattegrond valt de samenstelling van het diephuis en de overbouwde steeg goed te herkennen, ook in de aanbouw aan de achterzijde. De steeg is pas secondair aan de winkel toegevoegd. Het achterste deel van de steeg heeft ook nu nog het karakter van een overbouwde buitenruimte. Via de eenlaags aanbouw aan de achterzijde
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
7
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
bestaat een verbinding met de winkelruimte in het pand Korenstraat 2. Deze winkelruimte ligt enige treden lager. Op de eerste verdieping is het onderscheid tussen het diephuis en de overbouwde steeg zeer duidelijk te herkennen. Het diephuis heeft aan de voorzijde een brede voorkamer, voorzien van drie vensters in de voorgevel. De voorgevel heeft een vensterwandbetimmering met diepe, schuine neggen. Wellicht bevat deze betimmering nog binnenluiken. Tegen de noordwand staat een schouw, voorzien van een schoorsteenmantel met flagstones (1961). Verder vertoont de interieur-afwerking geen bijzonderheden. Van de overige ruimten op de verdieping van het diephuis was alleen de overloop achter de voorkamer toegankelijk, waar ook de trap naar de tweede verdieping staat. Deze ruimte heeft een ziende, enkelvoudige balklaag. De verdere indeling lijkt vernieuwd, want alle aan de overloop grenzende wanden zijn van betrekkelijk recente datum. In de zijruimten ter plaatse van de overbouwde steeg bevinden zich een voorkamer (19de eeuw?), voorzien van een enkelvoudige balklaag met naaldhouten balken met een kraalprofiel. Daarachter is de overloop, waar de trap vanaf de begane grond aanlandt. Deze overloop wordt aangelicht door de glasplaten in het lessenaardak van het tussenlid. De achterste aanbouw vertoont geen bijzonderheden in de inrichting en afwerking, afgezien van de 19de-eeuwse paneeldeur (herplaatst?). De tweede verdieping moet bij de verhoging van het pand omstreeks 1900 geheel zijn vernieuwd, vermoedelijk met uitzondering van de achterwand van de beide voorkamers. Het vloerniveau van deze beide kamers ligt iets hoger, omdat de onderliggende voorkamer op de eerste verdieping een grotere hoogte heeft. Het voorste deel van deze verdieping bevat een voorkamer (twee traveeën) en een zijkamer met portaaltje (één travee). De interieur-afwerking van beide kamers is bij meerdere verbouwingen in de 20ste eeuw vernieuwd. Alleen de schouw in de voorkamer heeft een oudere oorsprong, de gemetselde schoorsteenmantel stamt uit 1961. De neggen van de vensters in de voorgevel zijn uitgevoerd met kraaldelen (ca 1900). De overloop achter deze kamers bevat trappen vanaf de eerste verdieping, naar zolder en als overbrugging van het niveauverschil op deze verdieping. De indeling van de achterste ruimten op de tweede verdieping is onbekend, aangezien deze niet toegankelijk waren. Wel viel te zien dat er (met platen betimmerde) deuren met knieren aanwezig zijn. De zolder was slechts gedeeltelijk toegankelijk Er is hier sprake van een eenvoudige kapconstructie met gordingen en beschot. De spanten zijn samengesteld uit machinaal gezaagd hout van gestandaardiseerde maatvoering. Verder zijn herstellingen en aanpassingen herkenbaar.
WAARDESTELLING Van het pand Nieuwe Ebbingestraat 41 hebben de bouwmassa, achter- en voorgevel positieve monumentwaarden, vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis. De voorgevel heeft daarnaast nog architectuurhistorische waarde vanwege de bijzondere uitvoering en detaillering. In de bouwmassa valt af te lezen dat er sprake is van een diephuis en een steeg, gekoppeld achter een brede voorgevel. Het diephuis had een tweedelige opbouw, die kenmerkend is voor veel van de 18deen 19de-eeuwse bebouwing aan de Nieuwe Ebbingestraat. Hierbij bestond het voorste deel waarschijnlijk uit drie bouwlagen met een schilddak evenwijdig aan de straat, het achterste deel uit twee bouwlagen met een (afgewolfd?) schilddak. Deze opzet is nog afleesbaar uit de verbijzondering van de voorkamer op de eerste en tweede verdieping, zowel in hoogte als afwerking. De contour van de achterbouw valt nog af te lezen in het metselwerk van de achtergevel. De steeg is bebouwd met twee tweelaags aanbouwen, gekoppeld door een smaller tussenlid. De voorgevel heeft hier het karakter van een schijngevel, herkenbaar aan het blindvenster. Dit aspect is zeldzaam. De voorgevel heeft hoge monumentwaarden, vanwege de voor de binnenstad ongebruikelijke uitvoering in ‘chaletstijl’, vooral herkenbaar in de overstekende goot, de sierlijke makelaar en het ajour gezaagde houtwerk. De gepleisterde afwerking verbijzondert zich door de toepassing van spekbanden met rustica. Uit de plaatsing van de vensters valt de samenstelling van het diephuis en de steeg te her-
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
8
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
leiden. De ramen zijn bij renovatie vernieuwd, echter wel met behoud van de oorspronkelijke indeling. De entree en winkelpui hebben indifferente monumentwaarden. De achtergevel heeft positieve monumentwaarden vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis. Bouwsporen maken duidelijk dat het huis aanvankelijk bestond uit twee bouwlagen met een (afgewolfd) zadeldak. De indeling en vensters hebben indifferente monumentwaarden, vanwege de vele aanpassingen en vernieuwingen. In het interieur heeft alleen de scheiding tussen voor- en achterruimten hoge monumentwaarden, herkenbaar door de dwarsmuur en de verschillen in de balklagen. De verdere indeling en interieurafwerking van het huis hebben indifferente monumentwaarden, vanwege de betrekkelijk jonge datering en de veel wijzigingen. Ook de kapconstructie heeft indifferente monumentwaarden. AANBEVELINGEN Het is van belang om muurwerk en balklagen nader te documenteren, zodra deze zichtbaar worden bij verbouwingen. Wellicht wordt het daarmee mogelijk om een scherpere datering van het gebouw te geven en de bouwgeschiedenis nader te ontrafelen.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
9
Cultuurhistorische inventarisatie gemeente Groningen, bouwhistorische verkenning
Nieuwe Ebbingestraat 41
BIJLAGE: Uittreksel uit het bouwdossier van de dienst RO/EZ van de gemeente Groningen.
Adres Bouwdossiernummer D.I.V. bezoek
: Nieuwe Ebbingestraat 41 : B 5246 : 19 juni 2006
1905 A. Warburg krijgt een vergunning voor het bouwen van een fotografisch atelier tegen de bestaande serre achter het pand. 1925 Het pand bevat een woning met fotografisch atelier. A. Warburg krijgt een vergunning voor het maken van een winkelpui in de voorgevel, alsmede het bestemmen en inrichten van een woonkamer tot winkel. Het werk komt nog hetzelfde jaar gereed. 1930 Het tonnenstelsel wordt opgeheven. De bestaande privaten worden voorzien van een inrichting tot waterspoeling en het afvoeren van de faecaliën naar het riool van de gemeente. 1945 Het gebouw bevat een winkel met kantoor, werkplaatsen en een bovenwoning. Er is een schoensmeerfabriekje in het pand gevestigd. D. Scheeringa krijgt een vergunning voor het wegbreken van een scheidingsmuur op de begane grond, het vergroten van de winkelruimte met kantoorruimte en het maken van een kantoortje achter de winkel. Architect W. Persijn ondertekent het bouwplan. Het werk komt in 1946 gereed. 1947 Er is brandschade aan de bovenwoning. 1961 De firma G. Stuut en zonen krijgt een vergunning voor het maken van een aanbouw tegen de achterzijde van het pand, het wijzigen van de indeling, het verwijderen van het aanwezige aanbouwtje tegen de achterzijde op de eerste verdieping en het maken van een verbindingsdeur in de scheidingsmuur tussen de te maken aanbouw en het aangrenzende gebouw Korenstraat 2/2a. A.M. Dekker is architect van het bouwplan. 1961 De firma G. Stuut en zonen krijgt een vergunning voor het aanbrengen van een reclamelichtbak tegen de voorgevel van het gebouw. 1989 De dienst ROEZ verleent toestemming voor het uitvoeren van werkzaamheden van ondergeschikte betekenis. Het betreft het aanpassen van het kamerverhuurbedrijf Nieuwe Ebbingestraat 41a.
H. Wierts.
bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve / gemeente Groningen
10