De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen De VS-100 is compatibel met muziekproductiesoftware van Apple, zoals Logic Pro/Express en GarageBand. Nadat u de betreffende VS-100 control surface plug-in (ofwel die voor Logic Pro/Express of die voor GarageBand) op uw Mac hebt geïnstalleerd, kunt u op een simpele en comfortabele manier Logic Pro/Express of GarageBand aansturen vanop uw VS-100.
Systeemvereisten • Besturingssysteem: Mac OS X 10.5 Leopard of recenter • Softwareversie: Logic Pro/Express 8 of recenter, GarageBand ’09 of recenter
Installatie NOTE U dient eerst de VS-100 driver te installeren alvorens u de VS-100 Control Surface Plug-in installeert.
1. Sluit Logic Pro/Express of GarageBand af indien ze nog open staan. 2. Dubbelklik op “VS-100ControlSurfacePlugin.pkg” en volg de instructies op het scherm voor de installatie. MEMO Na installatie is het mogelijk dat de onderstaande control surface setup-dialoogbox verschijnt wanneer u Logic Pro/Express opstart; Sluit in dat geval gewoon de dialoogbox.
* Apple, GarageBand, Leopard, Logic, Mac OS X, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. * Alle productnamen in dit document zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Copyright © 2010 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie mag noch geheel noch gedeeltelijk gereproduceerd worden, in gelijk welke vorm, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION. VS-100
1
De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen
De Control Surface gebruiken Als u de VS-100 aansluit op een computer en aanzet, dan dient de sectie binnen de rechthoek in onderstaande illustratie als control surface voor Logic Pro/Express of GarageBand.
De indicator is uit
Computer
De “Control Surface Mode” instellen 1. Houd de [DISPLAY]-toets ongeveer één seconde ingedrukt om naar het scherm van de systeeminstellingen te gaan. 2. Draai aan de [CURSOR/VALUE]-knop om de cursor op “DAW Select” te plaatsen en druk op de [CURSOR/VALUE]-knop. 3. Draai aan de [CURSOR/VALUE]-knop om “Sonar” te kiezen en druk dan op de [CURSOR/VALUE]-knop om de wijziging te bevestigen.
Control Surface-scherm Wanneer u Logic Pro/Express of GarageBand gebruikt, kunt u met de [DISPLAY]-toets switchen tussen het Level Meter-scherm en het Control Surface-scherm. Het Control Surface-scherm toont informatie over Logic Pro/Express, GarageBand of plug-ins die kunnen worden aangestuurd vanaf de VS-100.
Control Surface-scherm Level Meter-scherm
Control Surface-scherm
1. Items (spoor of bus) die kunnen worden aangestuurd in de channel strip-sectie 2. Naam van de parameter die toegewezen is aan de [VALUE]-knop 3. Waarde van de parameter die toegewezen is aan de [VALUE]-knop
2
De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen 5. [MUTE]-toets
Channel Strip-sectie Deze sectie regelt de parameters voor de sporen en bussen in Logic Pro/Express en GarageBand.
Met deze toets schakelt u de Mute-functie in of uit voor de huidige channel strip. Als de Mute-functie aan staat voor de huidige channel strip, dan brandt de indicator van de [MUTE]-toets. U kunt de monitoring van het input-signaal voor de huidige channel strip in-/uitschakelen door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de [MUTE]-toets drukt. * Als de huidige channel strip een bus is, dan is deze functie niet beschikbaar. * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express.
6. [SOLO]-toets Met deze toets schakelt un de Solo-functie in/uit voor de huidige channel strip. Als de Solo-functie aan staat voor de huidige channel strip, dan brandt de indicator van de [SOLO]-toets.
1. Track Select-toetsen Met deze toetsen selecteert u welk spoor (of welke bus) u wil aansturen. U kunt bepalen of de huidige strip een spoor of de MASTER bus moet zijn, door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de Track Selecttoets drukt.
2. [ASSIGN]-toets Druk meermaals op de [ASSIGN]-toets om de verschillende functies te doorlopen die kunnen worden toegewezen aan de [VALUE]-knop. De momenteel toegewezen parameter verschijnt op het scherm (p. 2). Muziekproductiesoftware
Pan
Send1
Send2
Logic Pro/Express
Pan
Send 1 Gain
Send 2 Gain
Pan
Niveau van signaal naar ECHO.
Niveau van signaal naar REVERB.
GarageBand
U kunt Solo voor alle sporen tegelijk in-/uitschakelen door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de [SOLO]-toets drukt.
7. [ARM]-toets Met deze toets zet u de huidige channel strip in recording standby. Als de huidige channel strip in recording standby staat, dan brandt de indicator van de [ARM]-toets. * Als de huidige channel strip een bus is, dan is deze functie niet beschikbaar. Wanneer u automatiseringsdata opneemt, dan kunt u de huidige channel strip in recording standby zetten door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de [ARM]-toets drukt. * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express.
8. [SHIFT]-toets Deze toets wordt gebruikt in combinatie met andere toetsen.
MEMO Aan de MASTER bus kunt u geen fuctie toewijzen.
3. [VALUE]-knop Met deze knop wijzigt u de waarde van de huidige parameter.
4. Kanaalfader Met deze fader regelt u het volume van de huidige channel strip. De kanaalfader is gemotoriseerd en contactgevoelig zodat hij kan bewegen in respons op het volume van de huidige channel strip. Hij beweegt ook tijdens de weergave, volgens de automatiseringsdata. Om automatiseringsdata op te nemen: beweeg de fader (en laat hem weer los) tijdens de opname van automatiseringsdata.
MEMO Meer informatie over het opnemen, van automatiseringsdata vindt u via de online Helpfunctie van Logic Pro/Express of GarageBand.
3
De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen
Transport-sectie Hier bedient u de weergave- en opnamefuncties van Logic Pro/Express of GarageBand.
ACT-sectie Als u op de [ACT]-toets drukt zodat de indicator oplicht, dan kunt u de gain van de EQ regelen.
1. [ACT] -toets 1. [LOOP]-toets Hiermee schakelt u de Loop-functie van Logic Pro/Express of GrageBand in of uit.
2. [VIEW]-toets Druk op deze toets om de Logic Pro/Express Arrange View op te roepen. U kunt ook de Mixer View voor Logic Pro/Express oproepen door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op [VIEW] drukt. * Deze functies zijn beschikbaar in Logic Pro/Express.
3. [MARKER]-toets Hiermee voegt u een marker in op de huidige tijdspositie. * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express.
4.
-toets Hiermee verplaatst u de huidige tijdspositie naar het begin van het project. U kunt naar de vorige marker springen door [SHIFT] ingedrukt te -toets drukt. houden terwijl u op de * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express. U kunt naar de volgende marker springen door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de -toets drukt. * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express.
5.
-toets Druk op deze toets om de huidige tijdspositie achteruit te schuiven. U kunt 1 maat achteruit springen door [SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de -toets drukt.
6.
-toets Druk op deze toets om de huidige tijdspositie vooruit te schuiven. U kunt 1 maat vooruit springen door [SHIFT] ingedrukt te houden -toets drukt. terwijl u op de
7.
-toets Druk op deze toets om de opname of weergave te stoppen.
8.
-toets Hiermee start u de weergave.
9.
-toets Hiermee start u de opname op de sporen die in recording standby staan.
4
Als u op de [ACT]-toets drukt zodat de indicator oplicht, dan kunt u met de knoppen [R1] - [R4] de gain van de EQ regelen voor Logic Pro/ Express of GarageBand.
2. [R1]–[R4] -knoppen Hiermee regelt u de parameters voor de gain van de EQ. Knop
Logic Pro/Express
GarageBand
R1
Gain voor Band2
Gain voor Band1
R2
Gain voor Band4
Gain voor Band2
R3
Gain voor Band5
Gain voor Band3
R4
Gain voor Band7
Gain voor Band4
3. [CURSOR VALUE] -toets Hiermee activeert u de EQ voor het geselecteerde spoor (huidige channel strip).
De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen
Footswitches U kunt ook footswitches gebruiken om de functies van Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen. TIP RING
Wit
Rood
(TIP)
(RING)
BOSS FS-5U
BOSS FS-6 Footswitch 1
Footswitch 2
Polariteitsschakelaar
Footswitch 2
Zet de schakelaars zoals hieronder getoond.
B
Footswitch
Functie
Footswitch 1
Weergave
Footswitch 2
Opname
Footswitch 1
A
5
De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen
De Control-sectie uitbreiden Als u de systeeminstelling “DAW Full Asgn” activeert, dan kunt u ook de toetsen en knoppen van de Inputsectie gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen. Hoe u de systeeminstelling “DAW Full Asgn” activeert, leest u in het hoofdstuk “Systeeminstellingen” van de VS-100 handleiding.
NOTE Wanneer “DAW Full Asgn” aan staat, kunt u de regelaars niet meer gebruiken voor de digitale mixer, de compressor, de equalizer of de reverb. Als u een van deze functies of instellingen wil regelen, dan moet u “DAW Full Asgn” uitschakelen.
1. [R1]–[R4]-knoppen
5. [COMP/EQ]-toetsen
Hiermee regelt u de parameters voor de EQ of de effecten.
2. [CURSOR/VALUE]-toets Met deze toets opent u de “EQ” plug-in.
3. [COMP/EQ]-toetsen Hiermee start u de geselecteerde plug-in. * Dit werkt enkel in Logic Pro/Express.
4. [PAN]-knoppen
Toets
Logic Pro/Express
COMP/EQ 1
Window Set 1 verschijnt.
GarageBand
COMP/EQ 2
Window Set 2 verschijnt.
COMP/EQ 3L/4R
Window Set 3 verschijnt.
COMP/EQ 5L/6R
Window Set 4 verschijnt.
Geen aanstuurbare parameters.
6. Level-knoppen
Hiermee regelt u de Q-parameter van de EQ.
6
Hiermee laat u een Window Set verschijnen.
Hiermee regelt u de frequentieparameter voor de EQ.
Knop
Logic Pro/Express
GarageBand
Knop
Logic Pro/Express
GarageBand
PAN 1
Q van Band 4
1
Frequentie van Band 2.
Frequentie van Band 2.
PAN 2
Q van Band 5
Geen aanstuurbare parameters.
2
Frequentie van Band 3.
–
3L/4R
Frequentie van Band 4.
Frequentie van Band 4.
5L/6R
Frequentie van Band 5.
Frequentie van Band 5.
COAX (7/8)
Frequentie van Band 6.
–
MAIN MIX
Frequentie van Band 7.
Frequentie van Band 7.
1PS