Hoofdstuk 1: Inleiding Met een rekenblad kunnen we gegevens berekenen, vergelijken, ordenen en presenteren. Excel start je op via het menu start. Waar je bij programma's het submenu office kan terugvinden.
Formulebalk: In de formulebalk kan je formules intypen. Elk formule start met een =-teken. Werkbladen: Als je Excel opent, dan wordt er een werkmap geopend. Elke werkmap start met drie verschillende werkbladen. Rijen en kolommen: elk werkblad bestaat uit rijen en kolommen. Cellen: De rijen en de kolommen vormen samen cellen.
2
Opdracht 1: Zet een kruisje in de juiste kolom. Tabblad
Groep
Opdrachtknop
Celstijlen Verbindingen Formules Tabellen Controleren Namen beheren Opdracht 2: In welke groep van het tabblad start vind je volgende opdrachtknoppen terug? Opdrachtknop
Groep
Procentnotatie Invoegen Vet Knippen Som Opdracht 3: In welke tabblad vind je volgende groepen terug? Groep
Hoofdstuk 2: Basishandelingen 1 Een nieuwe werkmap maken
Om een nieuw bestand te maken klik je de Officeknop, links bovenaan het applicatievenster, kies je "Nieuw" uit het menu, en klik je de knop Maken.
2 Werkmap of werkblad 2.1 Verschil tussen werkmap en werkblad Een werkmap bestaat uit verschillende werkbladen. Bij het starten zijn er drie werkbladen. Die dan nog de naam blad1, blad2 en blad3 hebben.
2.2 Actief werkblad In het voorbeeld hierboven is blad 1 het actieve werkblad en blad 2 en 3 de niet-actieve werkbladen. Je kan tussen de verschillende werkbladen navigeren door op de naam van het werkblad te klikken. Hoe kan je een actief werkblad onderscheiden van de andere werkbladen?
5
2.3 Naam van een werkblad De naam van het werkblad kan je altijd wijzigen. Je hebt twee mogelijkheden om de naam van een werkblad te wijzigen. Mogelijkheid 1: Dubbelklik (LM) op de naam van het werkblad en typ een nieuwe naam in. Mogelijkheid 2: Klik met de RM op de naam van het werkblad en kies voor naam wijzigen.
2.4 Werkblad toevoegen of verwijderen Je kan ook altijd extra werkbladen toevoegen. Werkwijze: Je klikt met je RM (naast de namen van de andere werkbladen) en kiest voor werkblad invoegen. Op dezelfde manier kan je ook werkbladen verwijderen.
6
3 Rijen en kolommen 3.1 Rij of kolom Een werkblad bestaat uit verschillende rijen en kolommen. Kolommen lopen verticaal en worden benoemd met een letter (startend met A). Rijen lopen horizontaal en worden benoemd met een getal.
3.2 Rijen en kolommen invoegen Je kan altijd rijen en kolommen invoegen. Nieuwe kolommen worden links ingevoerd van de geselecteerde kolom, en rijen worden ingevoegd boven de geselecteerde rij. Je kiest dus eerst waar de rij of de kolom hoort te staan. Dan heb je twee mogelijkheden: Mogelijkheid 1: Invoegen -- Rijen of kolommen Mogelijkheid 2: RM -- invoegen -- rij of kolom 3.3 Rijhoogte en kolombreedte Rijen en kolommen hebben altijd dezelfde breedte en hoogte als je de werkmap opent. Je kan deze breedte en hoogte per kolom en rij veranderen. Hiervoor schuiven we onze muisaanwijzer tussen de twee kolommen, over de lijn, tot deze wijzigt in een kruis.
7
4 Cellen 4.1 Wat is een cel Een cel is een hokje in het werkblad. Elke cel krijgt een naam. Deze naam bestaat steeds uit een letter en een getal. De naam van de cel noemen we het celadres.
Welke naam heeft deze cel? _____________________________ 4.2 Actieve cel In bovenstaande tekening is de cel C5 de actieve cel. Hoe herken je de actieve cel? ___________________________________________________________________________ _ 4.3 Celbereik Meerdere cellen die samen geselecteerd zijn noemen we een celbereik. We kunnen één Bereik selecteren of meerdere Bereiken selecteren. Meerdere Bereiken kunnen naast elkaar liggen, over elkaar liggen, of van elkaar liggen. Wanneer we een Bereik specificeren, is elk Bereik geïdentificeerd door een Top linkse cel en een Bottom rechtse cel, gescheiden door een dubbele punt.
8
6 Opdrachten l
Welk werkblad is het actieve werkblad? _______________________
l
Hoe weet je dit? ____________________
l
Kleur celbereik B5:E7 groen
Opdracht 2: Open een nieuwe werkmap en maak een overzichtelijke lijst met speciale actieprijzen voor een schoenenwinkel. Hieronder zie je het resultaat:
Sla op in je eigen excel map onder de naam E1
9
Opdracht 3:
Welk gegeven staat er in cel E5? ____________ Welk gegeven staat er in cel B7? ____________ Welk gegeven staat er in de cel D9? _________ Wat is de som van de getallen in cel D9 en cel I8? _______ Wat is het verschil van de getallen in cel J10 en cel F8? _____ Wat is het product van de getallen in cel J5 en D1? ______ Wat is het product van de getallen in de cel J8 en H1? ______ Wat is de som van de getallen in bereik B2:D4? ____________ Wat is de som van de getallen in bereik F3:G5? ____________ Wat is de som van de getallen in bereik C6:E8? ____________