1 EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer 12 Examenproject semester 2 5TSO A...
EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO – ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN
N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer
1
Examenproject semester 2 5TSO – Argumenteren en debatteren Met deze bundel bereid je je voor op het examenproject op het einde van het tweede semester: argumenteren en debatteren. Tijdens de hele lessenreeks zorg je ervoor dat je deze bundel steeds bij je hebt. Alle beoordelingsformulieren en het verloop van het examenproject zitten hierin vervat. Focus 5T – Deel 3.2 – Argumenteren p. 237 e.v. 1. Oriënterende oefeningen Klassikaal: Oefening 5 – 6 p. 237-238 (SPRE) 2. Voorbereiden Oefening 7 p. 238 (LUI) o VOLT – Moet de leeftijd waarop jongeren hun rijbewijs halen omhoog? - Soorten argument herkennen en benoemen. o 1e maal luisteren: standpunten en argumenten klassikaal bespreken, benoemen o 2e keer luisteren: tegenargumenten herkennen en benoemen Oefening 8 – 9 p. 241: Soorten argumenten bespreken, benoemen, herkennen. Oefening 10 – 11 p. 242-243: drogredenen Voorbeeld fragment: Lager Huis – Hebben jongeren recht op spijbelen? - (https://www.youtube.com/watch?v=791KUqYouHs) + korte bespreking van de vorm a.d.h.v. kijkwijzer. De kijkwijzer krijg je van de leerkracht. 3. Uitvoeren: eerste oefenmoment A. Proefdebat We organiseren een eerste debat binnen de klas. De klas wordt verdeeld in groepen van 5 tot 7 leerlingen. Jullie krijgen een stelling per groepje en deze stelling blijft behouden voor het examendebat. Op die manier wordt jullie voorkennis over het thema al geactiveerd. (SPRE)
2
Hoe gaat het debat in zijn werk? Je schrijft je standpunt op een blad en je schrijft individueel zoveel mogelijk voor- en tegenargumenten op. Je krijgt hiervoor 10 minuutjes. Daarna verdeelt de leerkracht jullie groepje in voor- en tegenstanders van de stelling. Je beargumenteert en je verdedigt je standpunt zo goed mogelijk met behulp van je voorbereiding. Je spreekbeurt eis je op door recht te gaan staan, zoals in het fragment dat je hebt gezien. De leerkracht wijst de spreekbeurten toe. Zorg ervoor dat je voldoende aan het woord bent. We bespreken elk debat kort klassikaal.
B. Reflectie Bezorg het evaluatieschema p. 5 aan de leerkracht wanneer jij aan de beurt bent voor je proefdebat. De evaluatie gebeurt met de klas en de leerkracht in samenspraak. Na je proefdebat vul je thuis het zelfevaluatieformulier p. 7 in en je bezorgt dit de eerstvolgende les terug aan je leerkracht. Je kan hiervoor ook afgaan op de klassikale bespreking van je debat en op de feedback van de leerkracht.
3
4
TUSSENTIJDSE EVALUATIE PROEFDEBAT Naam:
Datum:
Klas: 5ES/ 5CM/ 5BS/ 5OC/ 5TW
/10
Leerkracht: N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer
-Spreekdurf: neemt voldoende het woord - Inhoud: *duidelijke verwoording van het standpunt *meerdere argumenten
FEEDBACK
SCORE
/5
/5
/5
/10
/25
5
6
ZELFEVALUATIEFORMULIER PROEFDEBAT Naam:
Klas: 5ES/ 5CM/ 5BS/ 5OC/ 5TW
Datum:
/10
Leerkracht: N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer Lees onderstaande vragen en formuleer een doordacht en gefundeerd antwoord. Je noteert de antwoorden op de vragen op een takenblad. 1. Heb je goed geluisterd naar de tegenpartij? Indien niet, hoe komt dat? Wat heeft jou afgeleid? Indien wel, wat heeft ervoor gezorgd dat je niet afgeleid raakte? 2. Heb je alles gezegd wat je wou zeggen? Hoe komt het dat dit wel of niet goed lukte? 3. Heb je op je taalgebruik gelet? Wat maakte het moeilijk of gemakkelijk om verzorgd Nederlands te spreken voor deze opdracht? 4. Wat zijn volgens jou nog persoonlijke werkpunten voor het einddebat? Je kan hiervoor ook naar de evaluatie van je leerkracht kijken, maar denk er ook zelf eens over na. Schrijf hieronder min. 3 sterke punten en min. 3 werkpunten van jezelf op. 5. Duid hierboven in vraag 4 met fluo jouw belangrijkste werkpunt aan voor deze oefening.
7
8
4. Voorbereidend werk einddebat -
-
-
Je verzamelt zoveel mogelijk achtergrondinformatie over jouw stelling: concreet ga je per groepje op zoek naar 6 à 10 artikels waaruit je nuttige en relevante informatie selecteert voor het debat. (LE) Noteer telkens de bron en de datum van je bron op elk artikel. Beoordeel ook de betrouwbaarheid van je bron a.d.h.v. het bijgesloten formulier op de volgende pagina: ‘Altijd maar Google en Wikipedia’. Je schrijft gewoon kort bij elk artikel of je denkt of je al dan niet een betrouwbare bron raadpleegt en waarom. In elk artikel onderlijn je feiten in het groen en meningen in het rood. Houd ook rekening met dit onderscheid bij de voorbereiding van het einddebat. Met feiten zal je een stuk sterker in je schoenen staan dan met meningen… IN DE KLAS Je brengt de artikels mee naar de klas op het afgesproken tijdstip. Je krijgt in de klas een lesuur de tijd om a.d.h.v. al je informatie het debat voor te bereiden. Je bereidt zowel argumenten voor als argumenten tegen voor. De leerkracht begeleidt jullie waar nodig en beoordeelt de voorbereiding (relevantie artikels, bronvermelding- en betrouwbaarheidsonderzoek, onderlijnen feiten/ meningen).
5. Uitvoering: examendebat Je zit op de afgesproken examendag samen met één andere klas die rond dezelfde stellingen heeft gewerkt. Je krijgt het uur waarop je aanwezig moet zijn op voorhand van de leerkracht. Een groepje van jouw klas gaat in debat met het groepje van de andere klas die rond dezelfde stelling heeft gewerkt. Opgelet, pas nu beslist de leerkracht welk groepje pro of contra is. Het debat wordt beoordeeld door de leerkrachten. Het evaluatieformulier dat door de leerkracht wordt gebruikt, vind je op p.11. VERGEET NIET DIT EVALUATIEFORMULIER INGEVULD MEE TE BRENGEN OP DE DAG VAN HET EXAMEN. VUL HIEROP OOK JE WERKPUNT IN DAT JE HEBT OPGEGEVEN BIJ HET PROEFDEBAT.
9
De andere leerlingen beslissen welk groepje het debat gewonnen heeft. Het winnende team krijgt een extra groepspunt. Er wordt een formulier voor het publiek voorzien om objectief te kunnen oordelen over het debat en de winnaar. Dit formulier vind je op p. 13. Dit formulier breng je mee op de examendag.
10
Naam:
Klas: 5ES/ 5CM/ 5BS/ 5OC/ 5TW
Datum: Leerkracht: N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ K. Van Mulders/ N. De Vleeschauwer Titel opdracht: DEBATTEREN – EINDDEBAT Nederlands – Evaluatieformulier spreekvaardigheid
/30
GROEPSPUNT: JA/ NEEN 1: onvoldoende
2: zwak
3: voldoende
4: goed
5: zeer goed
Mijn werkpunt:
INHOUD Volledigheid: kan inpikken op argumenten van de tegenpartij Duidelijkheid: goed te begrijpen standpunt en valide argumenten
Score 1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
TAAL Algemeen Nederlands
Score 1
2
3
4
5
TECHNIEK Intonatie: klinkt overtuigend
Score 1
2
3
4
5
HOUDING Lichaamstaal: overtuigend + luistert + laat ander uitspreken
Score 1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Enthousiasme/ Betrokkenheid = neemt het woord
:
: 11
12
FORMULIER VOOR HET PUBLIEK
Debat 1 Groep pro
Groep contra
Debat 2 Groep pro
Groep contra
Debat 3 Groep pro
Groep contra
Duid op dit formulier aan wie er het beste scoort op de verschillende criteria. Wie het meeste kruisjes heeft, is de winnaar van het debat. Criteria
- beste argumenten - meest overtuigende houding - duidelijkste standpunt en argumenten - kunnen veel argumenten van tegenpartij weerleggen WINNAAR