Examenprogramma Examenlijn
Loonadministratie
Diploma
Praktijkdiploma Vakopleiding Payroll Services
Module
Sociale en Fiscale wetgeving en Arbeidsrecht I
Afkorting
VPS – FS1
Niveau
HBO
Versie
1.0
Geldig vanaf
1 januari 2012
Vastgesteld op
10 mei 2011
Vastgesteld door
Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens u.a.
Veronderstelde voorkennis
PDL diploma Vrijstelling PDL-diploma op basis van de 35+ regeling en aantoonbare werkervaring op het gebied van de loonheffingen en salarisadministratie.
Inhoud Algemeen ............................................................................................................................................. 2 Loonbelasting....................................................................................................................................... 3 Algemeen ......................................................................................................................................... 3 Wet op de loonbelasting 1964.......................................................................................................... 4 Sociale zekerheid................................................................................................................................. 7 Algemeen ......................................................................................................................................... 7 Wet financiering sociale verzekeringen (WFSV).............................................................................. 7 Werkloosheidswet ............................................................................................................................ 8 Ziektewet .......................................................................................................................................... 8 Zorgverzekeringswet ........................................................................................................................ 8 Toeslagenwet ................................................................................................................................... 8 Arbeidsrecht ......................................................................................................................................... 9 Burgerlijk wetboek (arbeidsovereenkomsten) .................................................................................. 9 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag ................................................................................ 9 Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen ................................................................................. 9 Algemene wet gelijke behandeling................................................................................................. 10 Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst ................................................................................. 10 Wet algemeen verbindend verklaren van bepalingen van cao’s ................................................... 10 Wet op de ondernemingsraden...................................................................................................... 10 Buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen .................................................................................. 10 Wet melding collectief ontslag........................................................................................................ 10
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
1
Alg em e en De module Sociale en Fiscale wetgeving en Arbeidsrecht I richt zich op alle facetten die te maken hebben met de indiensttreding tot en met de uitdiensttreding van de werknemer incl. de werkloosheidswet. Van de examenkandidaat wordt conform het examenreglement inzicht van zijn kennis gevraagd. Tevens dient de examenkandidaat de kennis toe te kunnen passen op de praktijkcasussen die tijdens het examen voorgelegd worden. Hierbij dient de examenkandidaat naar aanleiding van de praktijkcasussen de samenhang tussen de 3 verschillende invalshoeken, arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht en fiscaalrecht, geïntegreerd te benaderen en weten op te lossen. Indien de casus vraagt naar wetteksten, dan dient de examenkandidaat zijn antwoord met wetteksten te kunnen onderbouwen. Er zal tijdens het examen alleen gevraagd worden naar wetteksten die opgenomen zijn in de voorgeschreven wettenpocket. Hoofddoelstelling met betrekking tot de geïntegreerde benadering van arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht en fiscaalrecht De kandidaat is in staat om: • de arbeidsverhoudingen met de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden te vertalen naar de • fiscale-, sociale- en arbeidsrechtelijke regelgeving; • andmatig loonberekeningen te maken; • de salarisadministratie te controleren en aan te passen bij gewijzigde gegevens; • op duidelijke wijze loonstroken uit te leggen aan collega’s; • zelfstandig de loonadministratie te voeren; • de aangifte loonheffingen opstellen; • correctieberichten op te maken; • initiatieven te nemen naar aanleiding van ontwikkelingen op het vakgebied • (pro-actieve houding aannemen). Algemene exameneisen • • • •
•
Kennis, opfrissing op niveau PDL; de kennis van de PDL-materie wordt aanwezig geacht. Een vraagstelling op PDL-niveau, mits passend binnen de exameneisen VPS, wordt niet uitgesloten; verdieping en verbreding van kennis, met inbegrip van de geldende beleidsbesluiten op het gebied van de loonheffingen; toepassing en inzicht; het kunnen toepassen van de opgedane kennis en in gegeven situaties beoordelen en interpreteren van verstrekte gegevens uit de dagelijkse praktijk, toegespitst op de loonadministratie; initiatieven kunnen nemen.
De kandidaat moet in staat zijn om de inhoud van de fiscale- (met name de Wet op de loonbelasting 1964 met het daarbij behorende uitvoeringsbesluit en de uitvoeringsregeling), sociale en arbeidsrechtelijke wetgeving te vertalen naar de loonadministratie. Op onderdelen van deze wetgeving dient diepgaande kennis aanwezig te zijn. De kandidaat is op de hoogte van de wetgeving die in de module wordt genoemd en kan aangeven op basis van welke wettelijke bepaling(en) beslissingen zijn genomen en kan dit ook in praktijk brengen. Daarbij wordt uitgegaan van de wetteksten zoals vermeld in de voorgeschreven wettenpocket.
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
2
L o o n b el a st i n g Algemeen
Kennis Kennis van het werkgebied van de Belastingdienst: • organisatiestructuur Belastingdienst; • het burgerservicenummer (BSN) Kennis van de opbouw van de wet naar wetsartikelen, uitvoeringsbesluiten, uitvoeringsbeschikkingen en uitvoeringsregelingen van: • AWB; • AWR ; • Wet op de loonbelasting 1964; • jurisprudentie; • internationale verdragen en richtlijnen; Kennis van typeringen en heffingssystemen: • directe en indirecte belastingen; • persoonlijke en zakelijke belastingen; • voldoenings- en afdrachtbelasting; • aanslag en aangifte belasting; • navordering en naheffing; • belastingobject en belastingsubject. Verdieping AWR: • competente inspecteur; • aangifte; • betalen, tijdig-niet tijdig; • onjuiste aangifte/betaling; • verrekening negatieve aangifte omzetbelasting; • Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 (BBBB 1998); • bezwaar en beroep; • formele voorschriften; • termijnen; • werking systeem heffingsrente en revisierente; • werking systeem verzuim- en vergrijpboeten; AWB bezwaar en beroep: • formele voorschriften; • termijnen. Algemene termijnenwet. Toepassing Bezwaar en beroep: • het kunnen benoemen van de noodzakelijke elementen met betrekking tot bezwaar- en beroepschriften met de daaraan verbonden formele vereisten; • het maken van controleberekening heffingsrente;
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
3
Invordering: • betaling naheffingsaanslag; • invorderingsmogelijkheden Belastingdienst bij niet betaling; • toerekening van de betalingen; • invorderingsrente en berekeningswijze; • aansprakelijkheid in het algemeen en aansprakelijkheid van de werkgever in het bijzonder: o WKA; o WBA; o WBF; o G-rekening/depotstelsel; o Vrijwaring. Wet op de loonbelasting 1964
Kennis Belastingsubject: • begripsbepaling; • tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking (uitkeringen); • heffing/eindheffing; • samenloop met premieheffing volksverzekeringen en werknemersverzekeringen; • binnenlandse, buitenlandse werknemer; • (fictieve) dienstbetrekking; • inhoudingsplichtige. Tarief: • tarieftabel en tabel bijzondere beloningen; • heffingskortingen; • tijdvakprincipe; • herleidingsregels. Wijze van heffing: • één heffingspercentage voor LB en premieheffing volksverzekeringen; • verhaalsrecht inhoudingsplichtige; • afdracht op aangifte; • verplichtingen werkgever en werknemer; • burgerservicenummer(BSN); • identificatieplicht. Eindheffing: • eindheffing; • eindheffingsbestanddelen; • tabeltarief en enkelvoudig tarief; • wijze van heffing; • eindheffing bij toepassing van de werkkostenregeling • uitvoeringsregeling werknemersspaarregeling. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering. Aanvullende regelingen: • delegatie voor bijzondere groepen van werknemers; • regels ter vergemakkelijking van de heffing van de inkomstenbelasting.
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
4
Belastingheffing van artiesten en beroepssporters: • gage; • kostenvergoedingsbeschikking; • heffingspercentage; • binnenlandse/buitenlandse artiest/beroepssporter; • verplichtingen. Belastingheffing buitenlandse gezelschappen: • gage; • heffingspercentage; • verplichtingen. Overgangs- en slotbepalingen. Verdieping Werknemersbegrippen en werkgeversbegrippen: • schematische indeling en van toepassing zijnde wetsartikelen; • dienstbetrekking; • fictieve dienstbetrekking; • inhoudingplicht; • vaste inrichting; • verdragsituaties. Tarief: • eindheffing en de daarbij behorende tarieven; • schijventarief en progressie; • belastingtabellen en de toepassing hiervan; • diepgaande kennis van het systeem van heffingskortingen; • bijzondere beloningen; • anonieme werknemers. Heffing: • diepgaande kennis van de administratieve verplichtingen voor de werknemer en de in houdingsplichtige; • inrichtingsvoorschriften loonadministratie; • opgaaf gegevens voor de loonheffingen en identificatieplicht. Bijzondere regelingen: • diepgaande kennis van afdrachtverminderingen: o de afdrachtvermindering onderwijs; o de afdrachtvermindering zeevaart; o de S&O-afdrachtvermindering. Toepassing Tarief en heffing: • voor vakantiebonnen; • studenten- en scholierenregeling; • voor artiesten en beroepssporters; • begrippen kunnen definiëren: o bruto loon; o loon voor de werknemersverzekeringen; o loon voor de Zvw o tabelloon en loon voor loonheffing o onderdelen uitsluitend voor de loonheffing en/of Zorgverzekeringswet; • afdrachtverminderingen kunnen berekenen; • invloed van de afdrachtverminderingen op de aangifte loonheffingen. Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
5
Loonadministratie: • inrichting van een loonadministratie: o aangiftebrief o verzamelloonstaat; o jaaropgaven; o bewaarplicht; o loonstrook verstrekken; • dossiervorming werknemergegevens: o arbeidsvoorwaarden; o identificatiebewijs; o opgaaf gegevens voor de loonheffingen. Wet inkomstenbelasting Kennis •
•
•
Zekerheid omtrent de aard van de voordelen uit een arbeidsrelatie: o verklaring arbeidsrelatie; o beschikking; Wijze van heffing: o aanslag; o voorheffingen; Belastbaar loon.
• Verdieping Niet van toepassing.
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
6
So ci a le z e k er h e id Algemeen
•
•
• •
•
Verzekeringen en voorzieningen: o kennis van het verschil tussen particuliere verzekeringen en sociale verzekeringen; o kennis van het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen; o kennis van particuliere verzekeringen tegen “gaten” in de sociale zekerheid. Sociale kaart: o inzicht in regelingen in de sociale zekerheid, de uitvoerders en toezichthouders; o inzicht in de financiering van de sociale zekerheid. Werkgever: o inzicht in wie werkgever is. Uitvoering: o inzicht in uitvoering door UWV Werkbedrijf; o inzicht in mogelijkheden eigen risico dragen. Financiering: o inzicht in gedifferentieerde premie WGA; o inzicht in sectorpremie; o inzicht in mogelijkheden van premiekorting; o dagloonbegrip.
Wet financiering sociale verzekeringen (WFSV)
In het kader van de werknemersverzekeringen het loonbegrip omschrijven, vaststellen en berekenen. Omschrijven welke wettelijke regelingen van toepassing zijn bij de premieafdracht voor de Werknemersverzekeringen. Hierbij komen onder andere aan de orde: • premieverschuldigdheid werkgever en werknemer; • werkgeversdeel en werknemersdeel van de premie; • verbod tot verhaal op de werknemer; • loontijdvakkensystematiek voor de premieberekening en –afdracht; • premie ingevolge de Werkloosheidswet; • premie, bijdrage en aanspraken ingevolge de Zvw; • premie en gedifferentieerde premie ingevolge de WAO/WIA; • eigen risico dragen; • maximum premieloon; • franchise; • anoniementarief; • overheidswerkgevers en overheidswerknemers; • 65-plussers; • premievrijstelling; • sectorindeling; • premiekorting; • voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR); • correctieberichten. Berekenen: het bedrag van het premieloon werknemersverzekeringen en het uitkeringsloon werknemersverzekeringen.
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
7
Werkloosheidswet
Werknemer: • kennis van en inzicht in bestaan van echte, fictieve of oneigenlijke dienstbetrekking; • kennis van uitzonderingen. Werkgever: • inzicht in wie werkgever is. Uitkering: • kennis van voorwaarden voor recht op uitkering en verlengde uitkering; • kennis van uitsluitingsgronden; • kennis van verplichtingen werkloze werknemer; • kennis van maatregelen; • kennis van bepalingen einde uitkeringsrecht; • kennis van de uitbetaling van de uitkering; • kennis van vakantiebijslag; • kennis van aftrek van inkomsten; • kennis van de hoogte en duur van de uitkering; • kennis van uitkering bij betalingsonmacht van werkgever; • inzicht in uitvoering door UWV; Financiering: • inzicht in premie; • inzicht in de verdeling van de premie naar het sectorfonds en het werkloosheidsfonds. Ziektewet
Werkgever: • inzicht in wie werkgever is; • loondoorbetalingsverplichting werkgever (eveneens geregeld in BW). Uitvoering; Inzicht in uitvoering door UWV. Zorgverzekeringswet
Verzekerden: • kennis van “verzekeringsplicht”. Financiering: • inzicht in nominale premie en inkomensafhankelijke bijdrage; • kennis van het Zorgverzekeringsfonds; • Inzicht in en kennis van de grondslag van de inkomensafhankelijke bijdrage; • berekenen: de inkomensafhankelijke bijdrage. Toeslagenwet
Uitkering: • kennis van voorwaarden voor recht op toeslag; • kennis van de hoogte van de toeslag; • kennis van de maatregelen; • kennis van vakantie-uitkering; Uitvoering: • inzicht in uitvoering door UWV; Financiering: • inzicht in financiering. Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
8
Ar b e id sr e ch t Burgerlijk wetboek (arbeidsovereenkomsten)
Arbeidsovereenkomst: • kennis van en inzicht in arbeidsovereenkomst in relatie tot andere arbeidsverhoudingen; • kennis van en inzicht in rechtsvermoedens; • kennis van arbeidsovereenkomst met minderjarige. Gelijke behandeling: • inzicht in gelijke behandeling mannen en vrouwen; • inzicht in gelijke behandeling bij verschil arbeidsduur. Bijzondere bedingen: • kennis van boetebeding; • kennis van concurrentiebeding. Verplichtingen van werkgever en werknemer: • kennis van gegevens schriftelijke opgave; • kennis van getuigschrift; • kennis van verplichting tot bescherming tegen gevaar; • kennis van aansprakelijkheid werknemer ten aanzien van werkgever. Einde arbeidsovereenkomst:kennis van en inzicht in de verschillende wijzen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst; • kennis van en inzicht in de opzegverboden; • kennis van en inzicht in einde door dood werknemer en/of werkgever; • kennis van en inzicht in beëindiging tijdens proeftijd. • kennis van en inzicht in opzegging: o dringende redenen; o kennelijk onredelijke opzegging werkgever/werknemer; o schadeloosstelling; • kennis van en inzicht in ontslag op staande voet; • kennis van en inzicht in ontbinding door kantonrechter. Uitzendovereenkomst: • kennis van en inzicht in de uitzendovereenkomst. Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Algemeen: • kennis van werknemerbegrip; • kennis van loonbegrip. Minimumloon: • kennis van en inzicht in de bepalingen omtrent de hoogte van het minimumloon; • kennis van mogelijkheid tot dispensatie. Minimumvakantiebijslag: • kennis van en inzicht in de bepalingen omtrent de hoogte van de minimumvakantiebijslag; • kennis van uitzonderingen op minimumvakantiebijslag. Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen
Gelijke behandeling: • kennis van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid; • kennis van gelijke beloning voor arbeid van gelijke waarde. Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
9
Algemene wet gelijke behandeling
Gelijke behandeling: • kennis van gelijke behandeling van personen; • kennis van verboden onderscheid; • kennis van de commissie gelijke behandeling. Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
Collectieve arbeidsovereenkomst: • kennis van het begrip collectieve arbeidsovereenkomst; • inzicht in partijen bij een cao; • inzicht in aanvang en einde cao. Werking cao: • kennis van en inzicht in de werking van een cao. Wet algemeen verbindend verklaren van bepalingen van cao’s
Algemeen verbindend verklaring: • inzicht in de algemeen verbindend verklaring van bepalingen; • inzicht in de geldigheidsperiode van de algemeen verbindend verklaring. Wet op de ondernemingsraden
Medezeggenschap: • kennis van de medezeggenschap in ondernemingen met 10-50 werknemers; • kennis van de verplichting tot instelling van een ondernemingsraad; • kennis van de taak en samenstelling van de ondernemingsraad; • kennis van de rechten en bevoegdheden van de ondernemingsraad. Buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen
Werkingssfeer: • Einde arbeidsverhouding: o kennis van en inzicht in het verbod de arbeidsverhouding te eindigen zonder ontslagvergunning; o kennis van en inzicht in het afspiegelingsbeginsel. Wet melding collectief ontslag
Melding collectief ontslag: • kennis van de verplichting tot melding.
Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
10