1 Exameneisen Havenbeveiliger Verduidelijking exameneisen 1 november 2009 Voor alle exameneisen geldt dat waar gesproken wordt van kennis van de begri...
Exameneisen Havenbeveiliger Verduidelijking exameneisen 1 november 2009 Voor alle exameneisen geldt dat waar gesproken wordt van kennis van de begrippen ook voorbeelden van deze begrippen kunnen worden gevraagd in een examen. Wijzigingen mei 2011 Algemene opmerkingen: De exameneisen voor alle examenprogramma’s zijn geredigeerd, waar dit mogelijk was zijn ‘inhoudelijke details’ weggelaten en dubbelingen eruit gehaald (deze details behoren natuurlijk wel in het gebruikte lesmateriaal terug te komen en komen ook terug in de examens) 2.01: 3.01: 4.01: 4.02: 5.01:
6.01: 6.02:
toegevoegd: Inspectie Verkeer en Waterstaat (vanaf 1 januari 2012 Inspectie Leefbaarheid en Transport) gewijzigd: ‘belangrijke’ is vervangen door ‘vitale’ toegevoegd: Benoemt het begrip profiling (afkomstig uit 4.02) vervallen vervallen: kent de gevaren van biologische, radiologische, nucleaire en chemische wapens. weet hoe te handelen bij een bommelding en weet welke beveiligingsmaatregelen er in die situatie moeten worden genomen. vervallen: de meest gebruikte werkwijzen van daders tijdens gepleegde aanslagen. vervallen
Basiskennis Havenbeveiliger 1. 1.01 Beschrijft de organisatie van de beveiliging in een (zee)haven en de verdeling van taken en bevoegdheden op basis van artikel 1, 2, 4, 12, 14 en 17 van de Havenbeveiligingswet; de organisatie van de beveiliging in een (zee)havenlocatie; de negen soorten terminals; de ISPS-code vanuit de IMO-regelgeving de Verordening Europese Commissie ter beveiliging van havenfaciliteiten en schepen (725/2004); de haventerminologie (zie lijst met begrippen).
2. Taken van verschillende functionarissen en instanties in een (zee)haven 2.01 Noemt de relevante taken van de volgende functionarissen en instanties in een (zee)haven: Port Security Officer; Port Facility Security Officer; Zeehavenpolitie Rotterdam/Waterpolitie KLPD; Koninklijke marechaussee en de douane; Company Security Officer (CSO); Ship Security Officer (SSO); Inspectie Verkeer en Waterstaat (vanaf 1 januari 2012 Inspectie Leefbaarheid en Transport); Havenbedrijf van de betreffende haven en gemeentelijke functionarissen. 3. 3.01 Benoemt: de taken en bevoegdheden van een havenbeveiliger binnen de dagelijkse werkzaamheden op de (zee)havenlocatie (veiligheidsniveau 1 van de ISPS-code) het houden van toezicht op activiteiten op de havenfaciliteit en de daarbij behorende wateren, aanlegsteigers en pieren hoe hij zich zonder gevaar voor anderen en zichzelf over de terminal kan bewegen; de afwijkende taken in de andere veiligheidsniveaus van de ISPS-code taken met betrekking tot aanslagen, sabotage en verstekelingen op de scheepvaart in het algemeen en op de havenfaciliteit en schepen die daar liggen afgemeerd in het bijzonder omstandigheden op de havenfaciliteit die risicoverhogend kunnen werken de organisatie aan boord van een schip en van de diverse functionarissen aan boord; de veiligheidsvoorschriften aan boord de verschillende specifieke gevaren op terminals bedreigingen en veranderende omgevingsfactoren, zoals politieke en religieuze factoren, bedrijfs(tak)activiteiten en media exposure de verschillende transportmiddelen die op het haventerrein worden gebruikt het doel van risicomanagement hoe vitale objecten worden geïdentificeerd in het kader van terroristische middelen en doelen. 4. Toegangscontrole 4.01 Beschrijft en onderscheidt de bevoegdheden van een havenbeveiliger bij het uitvoeren van een visitatie, een fouillering en een paspoort- en identiteitscontrole. Benoemt het begrip profiling. Beschrijft en onderscheidt de documenten en formulieren die worden gebruikt bij toegangscontrole van personen en goederen. Benoemt en herkent de zes sectoren waarin een voertuig in het kader van visitatie wordt verdeeld. Exameneisen Havenbeveiliger Versie 005, mei 2011
Beschrijft de mogelijkheden om gevaarlijke voorwerpen toe te voegen aan scheepslading en vracht. Beschrijft de werking van de apparatuur die wordt gebruikt bij de toegangscontrole op de havenfaciliteit. Beschrijft het belang van correcte omgangsvormen, met aantoonbare kennis van (sub)cultuurgebondenheid van normen en waarden. 5.
Herkenning van wapens, explosieven en onderdelen of combinaties van wapens en explosieven 5.01 Beschrijft en onderscheidt de meest gebruikte wapens, explosieven en onderdelen of combinaties van wapens en explosieven bij (terroristische) aanslagen. Benoemt en herkent de onderdelen/samenstellingen van Improvised Explosive Devices; 6. Omgaan met gevaarlijke en levensbedreigende situaties: 6.01 Geeft aan hoe wordt gecommuniceerd met de PFSO in geval van een gevaarlijke of levensbedreigende situatie, zoals omschreven in het PFSP/bedrijfsnoodplan.
Begrippen/uitdrukkingen in relatie tot containers Container 20/40/45 voet Standaardmaten van containers Containerstack Plaats waar containers opgeslagen staan Flat Container met wegklapbaar kop- en eindstuk Open topper Container met een open bovenzijde (zeil) Reach stacker Voertuig (met schuifarm en spreader) om containers te verplaatsen Reefer Koel/vries container Spreader Apparaat (uitschuifbaar) waar een container mee opgepakt wordt Straddle carrier Voertuig om containers in het stack of op een chassis te plaatsen Strippen/stuffen Lossen/laden van een container Tankcontainer Tank in een frame ter grote van een container TEU Standaardbenaming voor een 20 voet container Twist lock Hiermee worden containers onderling en op het dek bevestigd. Begrippen/uitdrukkingen in relatie tot de Port Facility’s Brugkraan Kraan die in het containerstack gebruikt wordt om containers te verplaatsen Cargadoor Scheepsbevrachter (draagt zorg voor de lading) Douane entrepot Opslagruimte voor niet ingeklaarde goederen Douane loods Loods met goederen waarover nog geen douanerechten zijn voldaan Loods/veem/silo Opslagruimte/voor speciale goederen/voor granen Meerschema Plan waarop de schepen zijn ingetekend (ligt in de loge) Roeiers/Koperen ploeg/Vlettelieden/ Mensen die de schepen daadwerkelijk afmeren Bootmannen Stuwadoor Havenbedrijf dat de schepen laadt en lost Tallyman/Controleur Controleert de lading op soort en aantal Tautliner Trailer met schuifzeilen
Uitdrukkingen/begrippen in relatie tot de schepen a/b of A/B Matroos (benaming op de crewlist) Agentschap Bedrijf dat de rederij vertegenwoordigt in een haven Waterklerk Medewerker van een agentschap (gaat aan boord) Bakboord Linkerzijde van een schip vanaf de brug gezien richting de boeg Bill of loading Document waar alle gegevens opstaan m.b.t. lading Bulkcarrier Schip bestemd voor losgestorte lading (kolen/erts) Chief engeneer/engeneer Hoofd Machinist/Machinist Chief officer/chief mate 1e stuurman Crewlist Bemanningslijst met daarop alle relevante gegevens Gangway Trap waarmee het schip betreden kan worden Keesje Het verzwaarde uiteinde van een werplijn die wordt gebruikt door mensen die afmeren. Loods Persoon die het schip de haven binnenbrengt Roll on Roll off (RoRo) Schip waarmee trailers vervoerd worden Ships office Scheepskantoor (meestal op het A-deck) Sjorren Zeevast maken van containers aan boord Stuurboord Rechterzijde van een schip vanaf de brug gezien richting de boeg Stuwen Zeevast zetten van lading aan boord Tros(sen) Lijnen waar het schip mee afgemeerd wordt Soorten bedrijven m.b.t. de risico analyse (soort lading) Containerterminal Bedrijf waar containers behandeld worden Natte bulk terminal (food) Een terminal waar bijv. eetbare oliën (palmolie/sojaolie/enz.) opgeslagen worden Natte bulk terminal (non-food) Een (petrochemische terminal) ruwe olie/benzine/enz. Droge bulk terminal (food) Een terminal waar graan/meel/enz. op- en overgeslagen wordt Droge bulk terminal (non-food) Een terminal waar erts/kolen/enz. op- en overgeslagen wordt Ro-Ro terminals/Passagier terminals Terminal waar auto’s en trailers vervoerd worden/passagierschepen General Cargo (food) Stukgoed terminal waar fruit/enz. op- en overgeslagen wordt General Cargo (non-food) Stukgoed terminal waar alle overige goederen in verpakking op- en overgeslagen wordt Scheepswerven Bedrijf waar schepen gebouwd of gerepareerd worden