Katern voor scholing, her- en bijscholing
65
Een uitgave van Intech Elektro en ICT en otib september 2012
inHoud 1
Ex-zones: wat mag en kan een installateur zelf doen?
4
Otib-nieuws
4
Cursussen
5
Fotowedstrijd
Ex-zones: wat mag en kan een installateur zelf doen? De ‘nieuwe’ Atex-richtlijnen zijn inmiddels alweer bijna tien jaar oud, maar nog altijd is er behoefte aan informatie. Zowel Rittal als Bartec krijgt regelmatig vragen over besturingskasten die zijn bedoeld voor explosiegevaarlijke ruimten. Tijdens de themadag ‘Praktijkgericht samenstellen van besturingskasten voor de Ex-zone’ gaven beide bedrijven aan wat ‘mag’ en wat installateurs eigenlijk niet moeten willen doen. Door: ing. Marjolein de Wit - Blok Fotografie: Industrie
en is bedoeld om handelsbelemmeringen te minimaliseren en de veiligheid van producten te waarborgen. - De Atex 137 (1999 / 92 / eg) is de installatie- of sociale richtlijn voor werkgevers om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te beschermen. Hoewel het van groot belang is dat alle bedrijven die met explosieveiligheid te maken hebben kennis hebben van de normen, blijkt uit de statistieken dat het met deze kennis waarschijnlijk slecht is gesteld. Op basis van cijfers van nen blijkt bijvoorbeeld dat er sinds
Ter herinnering: richtlijnen zijn wettelijk verplicht, normen zijn hulpmiddelen om aan de richtlijnen te voldoen. Wat dat betreft zijn de Atex-richtlijnen (atmosphères explosibles) dus wettelijk verplicht voor alle bedrijven die te maken hebben met explosiegevaarlijke zones. Om het overzichtelijk te houden zijn er twee richtlijnen: - De Atex 95 (94 / 9 / eg) is de productrichtlijn die geldt als verplichting voor de fabrikant
categorie 1 of M1
categorie 2 of M2
elektrische apparaten EG-type onderzoek (III)
categorie 3
andere apparaten
EG-type onderzoek (III)
interne fabricage controle
interne fabricage controle en gegevens – aangemelde instantie
productie QS-borging (VII)
overeenstemming met type (VI)
(IV)
produckeuring (V)
QS-productie
CE-markering
door fabrikant of aangemelde instantie
1. De productie van equipment voor productcategorieën 1 of 2 leidt tot een
eg-typeonderzoek
of eenheidskeuring.
Installateurs doen er verstandig aan zich te beperken tot categorie 3. 65 1
IE09 Impuls 65.indd 1
15-08-12 16:14
ex-zones: wat mag en kan een installateur zelf doen?
2. Voorbeeld van een samenwerking tussen Rittal en
3. Ex de-bedieningskast met Rittal
Bartec: Ex p-overdrukkast met Rittal TS 8-bestu-
304-behuizing.
kel
rvs
ringskast als uitgangspunt.
1997 van nen-en-iec 60079-14, ‘Ontwerp, keuze en opstelling van elektrische installaties’, in totaal maar net 2.600 normen zijn verkocht, waarvan slechts een klein gedeelte de momenteel geldige normeditie betreft. Een relatief klein aantal in relatie tot het aantal bedrijven dat – op welk vlak dan ook – te maken heeft met explosieveiligheid. Nu is de kopieercultuur in Nederland redelijk groot, maar voor elk zichzelf respecterend installateur lijkt het verstandig zelf een norm aan te schaffen en deze in de dagelijkse werkzaamheden ook toe te passen.
Fabrikant of installateur
Het zwaartepunt van de themadag ‘Praktijkgericht samenstellen van besturingskasten voor de Ex-zone’ lag, zoals de naam al aangeeft, bij het samenstellen van Ex-besturingskasten. Hierbij is het belangrijk dat de installateur voor zichzelf vaststelt of hij met zijn activiteiten een fabrikant wil worden of installateur blijft. In het geval hij fabrikant wordt, is hij verplicht een technisch constructiedossier samen te stellen, een eg Verklaring van Overeenstemming (VvO) en gebruikershandleiding op te stellen en mee te leveren, en om zijn product conform de Atex-richtlijn te markeren. Wanneer hij installateur is, betekent dit dat hij apparaten of beveiligingssystemen installeert die elk op zich al zijn voorzien van een ce/Atex-markering volgens Atex 95 en die zijn geleverd met een eg VvO.
In het kader van het vraagstuk ‘fabrikant of installateur’ – in een aantal gevallen toch een grijs gebied – is het vermeldenswaardig dat Atex 95 onderscheid maakt tussen componenten en ‘equipment’. Bij equipment gaat het om zaken die zelfstandig kunnen functioneren na het aansluiten ervan. Hierbij valt te denken aan rookmelders of thermostaten. Gaat het om componenten, dan gaat de richtlijn uit van zaken die niet zelfstandig kunnen functioneren en altijd samen met andere componenten of equipment moeten worden gecombineerd voor een zinnig eindresultaat. Hierbij valt te denken aan plc’s en rijgklemmen. Door deze omschrijving is al aan te voelen dat equipment – mits voorzien van een certificering en eg VvO – door de installateur mag worden geïnstalleerd. Bij het gebruik van componenten, zowel wanneer hij componenten samenbouwt als wanneer hij ze toevoegt aan equipment, wordt hij zonder meer fabrikant en krijgt te maken met de bijbehorende verplichtingen.
verschillende andere producten te vinden die door een aangemelde instantie zijn aangemerkt als equipment, terwijl daarbij door andere partijen duidelijke vraagtekens worden geplaatst. Belangrijk is in elk geval te kijken naar het certificaatnummer van het Atex-certificaat: wanneer daar een ‘X’ achter staat, betekent dit dat er speciale voorwaarden gelden wat betreft veilig gebruik. Hierin kunnen waarschuwingen staan, bijvoorbeeld over de heersende maximale temperaturen, te gebruiken kabels of andere installatiematerialen en het soort toepassing; bijvoorbeeld vast of mobiel. Fabrikanten die de moeite nemen deze informatie in samenspraak met de aangemelde instantie aan hun productcertificaat toe te laten voegen, zijn volgens de initiatiefnemers van de themadag te prijzen.
Zelf doen of niet?
Door de bank genomen kan een installateur zich in de dagelijkse praktijk het beste uitsluitend bezig houden met het samenvoegen en installeren van equipment (figuur 1). Het produceren van equipment voor productcategorieën 1 of 2 mondt immers uit in een eg type-onderzoek of eenheidskeuring. Wil de installateur dit zelf doen, dan is hij onder meer verplicht op een Atex-gecertificeerde werkplek te werken en/of het eindresultaat te (laten) certificeren, wat altijd gepaard gaat met relatief hoge kosten. Een eg VvO moet in alle gevallen worden meegeleverd.
Werkbare situatie
Om het voor de installateur werkbaar te houden, heeft Atex 95 bepaalde componenten toch aangemerkt als zijnde equipment: bijvoorbeeld kabelwartels. Zou dat niet zijn gebeurd, dan zou iedere installateur bij de selectie en keuze van een kabelwartel het proces van een fabrikant moet doorlopen. Daarnaast zijn er in de markt
4. In het kader van Atex moet een installateur altijd goed beseffen of hij ‘fabrikant’ wordt of installateur blijft. Het plaatsen van verschillende componenten in een lege Ex-kast maakt hem tot fabrikant.
65 2
IE09 Impuls 65.indd 2
15-08-12 16:14
ex-zones: wat mag en kan een installateur zelf doen?
5. Voorbeeld van Ex-product: Hummel Exioskabelwartels in de ‘compound barrier’-uitvoering. De bijgevoegde kneedbare en thermohardende kunststof epoxy isoleert de ader van elke kabel na uitharding van de omgeving. De gebruiker kan deze zelf aanbrengen.
Hoewel een beoordelingsprocedure bij een aangemelde instantie voor productcategorie 3 niet verplicht is, is het wel mogelijk om deze producten vrijwillig te laten certificeren. Sommige eindgebruikers in de Europese Unie eisen een dergelijke vrijwillige typecertificering. Daarnaast wordt buiten de EU de eg VvO niet altijd geaccepteerd en wordt een document van een onafhankelijk testlaboratorium verlangd. Uiteraard vervangt zo’n vrijwillige typecertificering niet de eg VvO. Kijkend naar het samenstellen van besturingskasten is het praktisch gezien mogelijk een lege kast te kopen die is geschikt voor toepassing in Ex-zones en deze naar eigen inzicht te vullen. Als het goed is eindigt het certificaatnummer van de lege kast op een ‘U’. Dit staat voor het Duitse woord ‘Unvollständig’: incompleet. Ook is de cemarkering niet aangebracht. Kortom: de lege kast geldt als component en niet als equipment. Wanneer een installateur hier kabelwartels en aansluitklemmen in aanbrengt, dan treedt hij op als fabrikant en is Atex 95 van toepassing.
Wettelijke verplichting
Voor productcategorie 3 is de verplichte beoordelingsprocedure misschien nog te overzien, maar voor de productcategorieën 1 of 2 geldt daar bovenop de wettelijke verplichting voor een certificering door een aangemelde instantie (notified body), wederom gecombineerd met een eg VvO en handleiding. Het gaat hier dan in de meeste gevallen om inspanningen die een gemiddelde installateur over het algemeen niet wil of kan leveren. Wanneer een kast wordt samengesteld door een hiertoe bevoegd bedrijf, kan het totaal uiteindelijk worden gecertificeerd als
equipment waar de ‘U’ in het certificaatnummer dus ontbreekt. In dat geval heeft de installateur te maken met equipment die hij zonder meer mag installeren. Daarbij moet hij onder meer letten op de temperatuurklasse die in het certificaat staat aangegeven en de ce/Atex-markering. Wanneer de laatste ontbreekt, is er geen sprake van equipment dat voldoet aan de eisen van Atex 95 en mag dus niet worden geïnstalleerd in explosiegevaarlijke gebieden.
Weet waaraan je werkt
Voor installateurs die ervoor kiezen kanten-klare en volledig gecertificeerde kasten te plaatsen, is het alsnog belangrijk om te weten waar ze nu eigenlijk mee werken. Er zijn bijvoorbeeld verschillende beschermingsvormen vastgelegd in de serie en 60079-normen. Enkele voorbeelden zijn: - het gebruik van een drukvast omhulsel (Ex d); - inwendige overdruk waardoor de explosiegevaarlijke gassen buiten de kast wor den gehouden (Ex p); - intrinsieke en veilige producten (Ex i). Pas wanneer de installateur goed op de hoogte is van de achterliggende bescherming, is hij in staat een veilige situatie te creëren. Bij een Ex d-kast is het bijvoorbeeld belangrijk om te beseffen dat een drukvaste behuizing
geen ‘drukdichte’ behuizing is. Dit type omkasting is zo ontwikkeld dat hij een kortstondige dynamische drukopbouw kan opvangen (geheel afgestemd op het volume van de kast); het afbouwen van deze drukverhoging gebeurt via de zogeheten vlamdoofweg. Dit is een krappe, lange weg naar de omringende atmosfeer. Het afdichten van deze vlamdoofweg of het vergroten ervan door bijvoorbeeld beschadigingen, zorgt ervoor dat de beoogde beschermende werking teniet wordt gedaan. Ook het aanbrengen van extra openingen in de behuizing, zoals schroefdraadgaten, kan funest zijn. Schroefdraadgaten mogen daarom uitsluitend door de fabrikant worden aangebracht waarbij deze rekening houdt met een maximum aantal per zijwand en een minimale steekmaat tussen de draadgaten. Beide volgens de boortekening die bij de certificering hoort. Een ander aspect is het gebruik van lampen in schakelkasten. Veel lampen op een deksel kunnen namelijk veel warmte afgeven en hiermee als mogelijke potentiële ontstekingsbron fungeren. Het gebruik van led’s is een mogelijke oplossing om dit probleem te omzeilen.
Meer informatie - www.bartec.nl - www.rittal.nl
Conclusie
De themadag ‘Praktijkgericht samenstellen van besturingskasten voor de Ex-zone’, die door Bartec en Rittal werd georganiseerd, werd afgesloten met bemoedigende woorden: - De installateur mag heel veel (zo niet alles), maar zou u het ook moeten willen? - Bij alles wat u doet: weet wat u doet (kennis)! - Advies: weet waar u goed in bent, maar ook waar u niet goed in bent!
65 3
IE09 Impuls 65.indd 3
15-08-12 16:14
otib-nieuws
Offensief professionalisering praktijkopleiders gestart Praktijkopleiders zijn in bedrijven onmisbaar voor het opleiden van jonge technici naar aankomend vakman. Het vakmanschap van de praktijkopleider is cruciaal voor de slagingskans en motivatie van de leerlingen. Het belang van praktijkopleiders wordt al langer onderkend en ondersteund door fme-cwm, de Koninklijke Metaalunie, Uneto-vni, de drie technische opleidingsfondsen A+O, Oom en Otib en kenniscentrum Kenteq. Deze partijen hebben nu de handen ineen geslagen om gezamenlijk de deskundigheid van de praktijkopleider te verbeteren.
Het opleiden in de praktijk van jongeren is een vak. In alle drie de branches hebben praktijkopleiders naast vakmanschap dezelfde competenties nodig, zoals inzicht in de wereld van de jeugd, inlevingsvermogen en didactische eigenschappen als trainen en coachen, om zowel sociale als vakinhoudelijke aspecten over te brengen. Uit onderzoek blijkt dat het niveauverschil tussen praktijkopleiders en de positie van de praktijkopleider per bedrijf sterk verschilt. De samenwerkingspartners gaan de positie van praktijkopleiders versterken met
Veilig en gezond werken
De website www.ii-mensenwerk.nl biedt uitgebreide informatie over veilig en gezond werken in de installatiebranche. Met teksten, tips en filmpjes worden zowel werkgevers als werknemers geïnformeerd over allerhande gevaarlijke situaties en hoe ze daar adequaat mee kunnen omgaan. Daarbij wordt ook duidelijk aangegeven wie in welke situatie waarvoor verantwoordelijk is. Met onder andere instructiefilmpjes en ‘best practices’ krijgen zowel werkgevers als werknemers concrete handvatten voor uiteenlopende praktijksituaties. De site wordt regelmatig vernieuwd met nieuwe voorbeelden en praktische handvatten.
Extra EVC-begeleiding en -vergoeding Het Ervaringscertificaat (evc) brengt alle ervaring, kennis en kunde in kaart. De werkgever krijgt met het evc inzicht in welk vakmanschap hij in huis heeft. De werknemer weet precies wat zijn ervaring, kennis en kunde waard zijn in het vakgebied en de branche. Otib verstrekt werkgevers al langer een financiële tegemoetkoming bij een evc-traject. Om de aanwezige kennis, kunde en vakmanschap nog beter in kaart te brengen en werknemers zich te laten ontwikkelen, biedt Otib in 2012 voor vijfhonderd werknemers in de technische
installatiebranche 500 euro extra budget. De speciale aantrekkelijke extra’s van evc 500: - Ondersteuning werkgever en werknemer door een evc-begeleider van Otib. - Bij afronding met het evc is een subsidiebedrag van 1.000 euro beschikbaar, aan te vragen door de werkgever en uniek voor dit project. - Ondersteuning van de werknemer bij een verzilveringsprocedure van het evc bij een Roc. Informatie: www.EVC500.OTIB.nl.
RBPI’s Zuid Nederland samengevoegd
De rbpi’s van de regio Limburg/Brabant- Oost en de regio Zeeland/West-Brabant zijn afgelopen juni formeel samengevoegd. De nieuwe rbpi Zuid-Nederland is vanaf nu voor alle werkgevers in het zuiden het verbindende element tussen alle lokale overlegsituaties in de driehoek werkgevers, werknemers en scholen. De nieuwe voorzitter van rbpi ZuidNederland is Frans Bergman van etw Breda. Vanuit Otib zijn de regiomanagers Jan van Ooyhuizen en Willem Golverdingen het aanspreekpunt. Kijk voor meer informatie op www.rbpi.nl.
gerichte informatie en deskundigheidsbevordering om daarmee het effect van praktijkleren te verhogen voor zowel leerbedrijven als leerlingen. Voor de komende tijd is afgesproken dat verdere ontwikkeling van de praktijkopleider plaatsvindt door een gezamenlijk aanbod van trainingen en workshops. Ook worden de onderlinge contacten tussen de praktijkopleiders meer ondersteund en gestimuleerd.
Tijdelijke verhoging OSR- en BPV-regeling Het bestuur van Otib heeft besloten de onbedoelde toename van de algemene reserve, door de hogere heffingsopbrengsten, op de jaarrekening, direct te besteden aan vastgestelde bestemmingen: de osr- en bpv-regeling. Hierdoor ontvangt elk bedrijf dat bij Otib is aangesloten voor 2012 een osr-tegoed van 500 euro als bedrijfssaldo, ongeacht de bedrijfsgrootte. Dit tegoed kan op de gebruikelijke wijze worden besteed aan cursuskosten. Na 1 april 2013 vervallen de eventuele restanten van dit bedrijfstegoed. Afhankelijk van de benutting kan deze maatregel mogelijk ook in 2013 gelden. Verder wordt – mede door de afname van bbl-leerlingen – de tegemoetkoming in het kader van de bpv-regeling voor de schooljaren 2012 – 2013 en 2013 – 2014 tijdelijke verhoogd naar maximaal 1.100 euro per leerling (dit was 900 euro). Meer informatie: www.otib.nl/subsidies.
65 4
IE09 Impuls 65.indd 4
15-08-12 16:14
cursussen
fotowedstrijd
Cursussen Algemene kennis Installatiegeluid Wie: Iedereen. Informatie: www.kgigroep.nl.
Asbest herkennen
Wie: Iedereen die beroepsmatig met asbest in aanraking kan komen. Informatie: www.bme.nl.
Asbestinstructie voor risicoklasse 1 werkzaamheden
Wie: Medewerkers renovatie- en onderhoudsbedrijven, werknemers in risicoklasse 1. Informatie: www.ito-opleidingen.nl.
Basiscursus Duurzame daken
Wie: Kaderfunctionarissen installatiebedrijven, adviseurs installatietechniek, beleidsmedewerkers opdrachtgevers. Informatie: www.bdaopleidingen.nl.
Deskundig leidinggevende projecten verontreinigde grond (DLP)
Wie: (gww) Projectleiders, milieukundigen, veiligheidsdeskundigen, toezichthouders, opzichters, projectleiders, medewerkers van ingenieursbureaus en milieuadviesbureaus, leidinggevenden van aannemersbedrijven en soortgelijke functionarissen. Informatie: www.ito-opleidingen.nl.
Deskundig Asbestverwijderaar
Wie: Medewerkers bij asbestverwijderingsprojecten. Informatie: www.bme.nl.
Energieprestatieadvies/certificaat Utiliteit Wie: (toekomstige) epa-maatwerk adviseurs, ontwerptechnici, projectleiders, installateurs. Informatie: www.isso.nl.
Energieprestatieadvies/certificaat Woningbouw Wie: (toekomstige) epa-adviseurs. Informatie: www.isso.nl.
Voorman sloopwerken
Wie: Personen die leiding geven op een slooplocatie. Informatie: www.bme.nl.
Deskundig Inventariseerder asbest
Wie: Medewerkers van sc540-gecertificeerde inventarisatiebureaus, adviesbureaus, laboratoria en dergelijke, die asbestinventarisaties in gebouwen en objecten uitvoeren. Informatie: www.bme.nl.
Duurzame daken
Wie: Projectleiders, management. Informatie: www.bdaopleidingen.nl.
Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet’ Onder het motto ‘Zo moet het niet’ zoekt de redactie van Intech Elektro en ICT naar duidelijke voorbeelden van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst winnen een Isso-handboek ter waarde van 245 euro. De foto’s (van goede kwaliteit), vergezeld van een korte beschrijving en naam en adres van de inzender, kunnen – o.v.v. ‘Zo moet het niet’ – worden gemaild naar
[email protected], of per post naar Intech Elektro en ict, t.a.v. redactie, postbus 188, 2700 AD Zoetermeer.
Prijswinnaar van de maand
Deze maand gaat het Isso-handboek naar Gert Penning van Elektrotechniek Emmen in Emmen. Deze firma werd benaderd door iemand in Wesuwe Siedlung, net over de grens in Duitsland, met de vraag of ze een uitbreiding in de groepenkast wilden maken voor een compressor. Penning stelde voor om eerst even de situatie te bekijken. Toen hij de groepenkast had gezien stelde hij voor om eerst een nieuwe te plaatsen in plaats van in de bestaande groepenkast een extra groep bij te knutselen… Zijn eerste ingeving was de foto te mailen naar Intech Elektro & ICT voor de rubriek ‘Zo moet het niet’. Het Isso-handboek is inmiddels onderweg. Namens de redactie: van harte gefeliciteerd. Kijk voor meer foto’s van slecht uitgevoerde installaties op www.intechei.nl, ‘Zo moet het niet’.
65 5
IE09 Impuls 65.indd 5
15-08-12 16:14