!
(EX-)PARTNERS STEUNEN Uit: Mia Renders, EOT in eigen handen, Roulartabooks 2003
!
Psychologische scheiding en wettelijke scheiding Bij een psychologische scheiding investeert een partner niet meer emotioneel in het koppel. Hij/zij voelt, ziet of gedraagt zich niet meer als ‘partner van’. Beide partners missen het gevoel van ‘koppel zijn’. Een wettelijke scheiding is een situatie van feitelijk apart wonen of van echtscheiding. Een psychologische scheiding impliceert niet noodzakelijk een wettelijke scheiding. Een wettelijke scheiding impliceert niet noodzakelijk een psychologische scheiding. De twee soorten scheiding staan los van elkaar. Men is niet wettelijk getrouwd omdat men psychologisch getrouwd is. Men is niet psychologisch getrouwd, omdat men wettelijk getrouwd is. Een wettelijke scheiding veronderstelt een bewuste (rationele of emotionele) wens en beslissing om apart te gaan wonen of om een echtscheidingsprocedure aan te vragen. Voor een psychologische scheiding kiest niemand bewust. Integendeel. De teloorgang van de liefde wordt als een verlies ervaren. Plotse, felle kwetsuren (bijvoorbeeld de ontdekking dat de partner een minnaar of minnares heeft) kunnen breuklijnen worden. De beslissing nemen voor een wettelijke scheiding komt niet altijd voort uit een psychologische scheiding en chronologisch volgt de wettelijke scheiding niet altijd op de psychologische. De beslissing om wettelijk te scheiden, kan genomen worden vanuit de beleving dat men de partner niet meer graag ziet als man of vrouw. De beslissing kan ook genomen worden vanuit de overtuiging dat het koppel-zijn niet gelukkig maakt. Mensen worden ongelukkig wanneer hun fundamenteel zelfbeeld onvoldoende wordt bevestigd. Een slepend relationeel conflict tussen partners die elkaars zelfbeeld voortdurend verwerpen of negeren, maakt ongelukkig. De beslissing om wettelijk te scheiden betekent dan de stopzetting van een situatie waarin partners elkaar niet gelukkig maken. Dit impliceert niet noodzakelijk dat zij elkaar niet meer graag zien. Of men wel of niet kiest voor scheiding als oplossing van een relationeel conflict, hangt onder andere af van de manier waarop men in het gezin van herkomst conflicten heeft leren hanteren. De verwarring tussen de psychologische en de wettelijke scheiding verklaart het vaak voorkomend ongenoegen van één van de scheidenden t.a.v. de term ‘echtscheiding door onderlinge toestemming’. Hij/zij stapt niet graag in een echtscheidingsprocedure die gelezen wordt alsof beiden zowel psychologisch als wettelijk hun toestemming gaven. De partner die zichzelf nog psychologisch getrouwd voelt en die eigenlijk liever geen wettelijke scheiding wil, krijgt onvoldoende erkenning voor zijn inzet om de wettelijke scheidingsbeslissing van de ander te respecteren. De inspanning die hij doet om, bijvoorbeeld voor het welzijn van de kinderen, rationeel de beslissing van zijn partner te aanvaarden, wordt genegeerd of als vanzelfsprekend beschouwd. Het onderscheid tussen psychologische en wettelijke scheiding leidt tot de volgende schets van de verschillende manieren waarop koppels met ernstige conflicten omgaan.
!
A gedraagt zich psychologisch gescheiden en wil wettelijk getrouwd blijven. B gedraagt zich psychologisch getrouwd en wil juridisch getrouwd blijven. Ofwel blijft het conflict duren. Dikwijls onderhandelen koppels niet snel genoeg over hun meningsverschillen. Inhoudelijke conflicten lopen uit op relationele conflicten. Hoe meer
‘meer van hetzelfde’, hoe dieper gekwetst zij zich voelen, en hoe minder erkenning zij aan elkaar kunnen geven. Hun gekwetstheid verhindert hen om voldoende afstand te nemen en zo de impliciete of expliciete ongenoegens en verwijten van de partner au sérieux te nemen. Er is dan onvoldoende soepelheid om het eigen aandeel in de conflictsituatie te zien en op te pakken. Beiden graven zich in ongelukkige egelstellingen in. Ofwel slagen zij erin hun conflict te stoppen. Als het koppel de overgang maakt van verwerping of negatie naar erkenning van elkaars zelfbeeld, verloopt de communicatie opnieuw vlotter. Effectiever omgaan met meningsverschillen impliceert dat je de kritiek van de ander vertaalt als een meestal onhandige maar zinnige vraag naar verandering; een vraag naar verbetering van de relatie. Op die manier kun je zelf je eigen negatieve aandeel in het conflict oppakken. Metacommunicatie of verbaal praten over het betrekkingsaspect van de communicatie, kan de spiraal van verwerpende en negerende boodschappen stopzetten. Een gesprek met een buitenstaander, eventueel met een relatietherapeut, kan verheldering brengen en relationele misverstanden helpen oplossen. Ook een nieuwe context - een verhuis, andere werkomstandigheden, de komst van een kind,…- kan nieuwe ruimte creëren om elkaars zelfbeeld te bevestigen.
!
A gedraagt zich psychologisch gescheiden en wil wettelijk getrouwd blijven. B gedraagt zich psychologisch getrouwd en wil wettelijk getrouwd blijven. Bijvoorbeeld: de man heeft een minnares en investeert in die verhouding emotioneel zo dat hij ze beschouwt als zijn primaire koppelverhouding. Toch blijft hij kiezen voor samenwonen met ‘zijn vrouw’, die hij blijft appreciëren als zijn huisgenote en als de moeder van zijn kinderen. Niet elke minnaarsverhouding betekent dat men psychologisch gescheiden is van zijn samenwoningspartner. Soms is een minnaarsverhouding de enige, non-verbale en weliswaar onhandige manier waarop iemand kan ‘zeggen’ dat hij in de verhouding met zijn partner erkenning mist. Is de minnaarsverhouding eenmaal bekend, dan is het voor de ‘trouwe’ partner die zich gekwetst voelt, meestal een onmogelijke opdracht om zich af te vragen welke erkenning de partner zozeer heeft gemist dat hij een derde heeft toegelaten.
!
A en B gedragen zich psychologisch gescheiden, en willen wettelijk getrouwd blijven. Bij een verstandshuwelijk investeren beiden niet meer emotioneel in een toekomst als koppel. Er is afstand, weinig zelfonthulling, vervreemding en negatie van elkaars zelfbeeld. A en B investeren emotioneel buiten het koppel. Ze zijn vaak afwezig, gooien zich in hun werk of op de opvoeding van de kinderen, of hebben een minnaarsverhouding. Toch waarderen zij hun samenwonings- of formele huwelijksband, eventueel uit loyaliteit t.a.v. hun gezin van herkomst.
!
A gedraagt zich psychologisch gescheiden,wil wettelijk scheiden en beslist als eerste. B blijft zich al dan niet psychologisch getrouwd gedragen, respecteert de beslissing van A en beslist als tweede om wettelijk te scheiden. A stelt duidelijk aan B: Ik wil een wettelijke echtscheiding. Eventueel helpt hij B door B een leefbare verklaring voor zijn beslissing te geven. B beslist dan als tweede: A wil duidelijk een scheiding. Het is het verstandigst dat ik dan beslis om akkoord te gaan met een scheiding.
A is dus de eerste, eerst psychologisch, dan wettelijk. B is de tweede, dikwijls eerst wettelijk en dan pas psychologisch. Tweede beslissers van een wettelijke scheiding zien zichzelf vaak pas jaren na de echtscheiding als een ex-vrouw of ex-man.
!
A gedraagt zich psychologisch gescheiden, wil al dan niet wettelijk scheiden, en beslist niet om wettelijk te scheiden. B blijft zich al dan niet psychologisch getrouwd gedragen, wil al dan niet wettelijk scheiden, en beslist als eerste om wettelijk te scheiden. A installeert via zijn gedrag een psychologische scheiding. A is bijvoorbeeld heel dikwijls afwezig, toont geen interesse voor de leefwereld van B, neemt geen praktische initiatieven voor koppelprojecten. Dit gedrag zet B onder druk om te kiezen voor een wettelijke scheiding. Non-verbaal geeft A aan B de boodschap: Ik ben weg. Verbaal geeft A aan B de boodschap: Ik ga niet weg, jij moet beslissen. A zit in de metacomplementaire positie: A beslist dat B moet beslissen. A wil of kan de verantwoordelijkheid om te beslissen voor een wettelijke scheiding niet nemen. A verbreekt het contract ‘trouw’ of ‘getrouwd zijn’, maar zegt verbaal niet: Ik vind het contract niet belangrijk. Of: Ik wens het contract te verbreken. De situatie wordt daardoor moeilijk bespreekbaar. B wordt dan eerste beslisser voor de wettelijke scheiding. A zegt dat hij niet wil verhuizen en niet wil scheiden. Ik zie echter dat hij niet meer in mij investeert. Hij is bijna nooit thuis, hij zegt niet waar hij naartoe gaat, hij wil niet praten. Hij wil geen afspraken maken. Ik denk dat hij eigenlijk van mij af wil. Ik wil niet getrouwd blijven met een man die mij niet meer graag ziet of die ongelukkig wordt met mij. Daar krijg ik geen erkenning voor en daar word ik zelf ongelukkig van. Dus kan ik niet anders dan, tegen mijn eigen verlangen in, te beslissen om wettelijk te scheiden. Dan geef ik mezelf nieuwe kansen. B kan, hoewel hij/zij als eerste beslist voor de wettelijke scheiding, toch nog jaren en eventueel levenslang psychologisch getrouwd blijven met en trouw blijven aan A.
! Eerste beslisser en tweede beslisser !
Elk scheidend koppel vraagt om een aparte analyse. Iedere verhouding en de beleving daarvan is op haar manier telkens anders complex. Het onderscheid tussen de psychologische en de wettelijke scheiding is als invalshoek beperkt om de verschillende manieren waarop koppels omgaan met conflicten, voor te stellen. De realiteit van het scheidingsproces is uiteraard diverser en complexer. Ook het onderscheid tussen de eerste en de tweede beslisser dient genuanceerd te worden. Hoewel scheidenden alleen voor een wettelijke scheiding bewust beslissen en een psychologische scheiding hen veeleer ongewild overvalt, verwijst de term ‘beslisser’ in de schets hieronder, zowel naar de psychologische als naar de wettelijke scheiding. De voorstelling van de twee posities is niet al te letterlijk te nemen, maar heeft de volgende drie bedoelingen. Ten eerste: illustreren dat een scheiding niet verloopt volgens bepaalde, normale en vaste fasen. Een scheiding verloopt via flip/flop, d.w.z. dat vandaag wel beslist wordt om te scheiden, maar dat die beslissing morgen herroepen wordt. Sommige mensen maken snel, anderen traag de overgang van getrouwd naar gescheiden zijn. Het tempo kan individueel sterk verschillen. De context van de scheidenden beïnvloedt in sterke mate het verloop van een scheidingsproces.
Ten tweede: illustreren dat men het scheidingsproces niet kan herleiden tot de beschrijving van één scheidingsproces voor beide betrokkenen. Men dient op zijn minst twee scheidingsprocessen voor te stellen. Ten derde: illustreren dat zowel de positie van de eerste beslisser als de positie van de tweede beslisser pijnlijk is. Maatschappelijke perspectieven maken dat de eerste beslisser dikwijls in de kou blijft staan, terwijl de tweede beslisser als slachtoffer wordt gezien en begrip krijgt. Zij is naar haar minnaar gegaan en liet haar gezin in de steek. Zij heeft ervoor gekozen en dient nu maar de gevolgen te dragen. Eigen schuld, dikke bult. Het is nooit gemakkelijk om een emotionele band waarvan men veel heeft verwacht en waarin ieder op zijn manier veel investeerde, stop te zetten omdat men vaststelt dat de verhouding niet gelukkig maakt of dat men de partner niet meer bemint. Ook eerste beslissers missen na de scheiding de eenheid van een gezin. Beslissen om te scheiden vraagt moed, evenals het respecteren van de scheidingsbeslissing van de ander. We schetsen de volgende momentopname uit een scheidingsproces: A voelt zich niet meer psychologisch getrouwd, hij gedraagt zich af en toe nog alsof hij psychologisch getrouwd is, hij wil een wettelijke scheiding. Enkele dikwijls voorkomende reacties van A en B worden zwart-wit voorgesteld. Deze belevingen mogen niet veralgemeend worden. Wat aan deze momentopname voorafging (jaren van relationele spanningen, vertwijfeling, flip/flop) en wat nog zal komen (de overgang van wettelijk getrouwd zijn naar wettelijk gescheiden zijn) kan trouwens een heel andere schets geven van zelfbeeld en verhouding van A en B.
! Zelfbeeld !
Eerste beslisser De eerste beslisser maakte de overgang van getrouwd naar gescheiden en kan zichzelf zien als ex-partner. Hij dacht ook na over een situatie waarin het gezin niet meer samenwoont. Hij maakte zich ook al een voorstelling van hoe hij het ouderschap apart i.p.v. gezamenlijk constructief wil invullen. Hij kan zichzelf zien als alleenstaande ouder. De beleving van dit nieuwe zelfbeeld gaat afwisselend gepaard met opluchting en hoop enerzijds, en met verdriet, teleurstelling en een gevoel van mislukking anderzijds. De meeste eerste beslissers hebben schuldgevoelens tegenover hun partner, hun kinderen en hun ouders. Aan de buitenkant gedraagt de eerste beslisser zich op de meeste momenten als partner en als samenwonende ouder.
!
Tweede beslisser De tweede beslisser twijfelt aan zijn zelfbeeld. Hij vraagt zich af waar hij tekortschoot. Als partner voelt hij zich mislukt. Hij wordt te sterk overweldigd door zijn twijfels over zijn partnerrol, om al stil te kunnen staan bij zijn ouderrol. Hij denkt niet na over de gevolgen van een scheiding voor de kinderen. Het beste voor de kinderen is samenblijven. Hij kan zich niet voorstellen hoe hij als alleenstaande ouder de kinderen in de toekomst zou kunnen steunen in een situatie die hij momenteel met inzet van al zijn energie probeert te vermijden. Zijn wankel zelfbeeld als partner gaat gepaard met gevoelens van mislukking, gedeprimeerdheid en afwijzing. Aan de buitenkant gedraagt de tweede beslisser zich op de meeste momenten als een trouwe en geëngageerde partner.
!
Beeld van de partner
!
Eerste beslisser De eerste beslisser ziet niet alleen de tekortkomingen van zijn partner, maar kan op rustige momenten ook de positieve kanten erkennen. Hij stelt zich voor hoe de ander zich zal voelen bij de scheiding. Het beeld van de partner gaat afwisselend gepaard met kwaadheid enerzijds en met angst, moedeloosheid, verdriet, schuldgevoel, bezorgdheid en verantwoordelijkheid anderzijds. Met steun van hun omgeving, kunnen sommige eerste beslissers hun partner en kinderen voorbereiden op de scheiding, zodat er zo weinig mogelijk gekwetst wordt. Anderen gedragen zich onduidelijk en geven valse hoop. Eerste beslissers zijn soms zo bang voor de reactie van de partner, dat zij een plotse mededeling of plotse verhuis als de enige scheidingsmanier zien.
!
Tweede beslisser De tweede beslisser is te zeer overrompeld door verdriet en kwaadheid, om nog de positieve kanten van zijn partner te kunnen erkennen. Hij ziet de ander als de ontrouwe partner die hem in de steek laat. De partner is onrechtvaardig door hem geen tweede kans meer te geven. Hij is zo verblind door zijn persoonlijke onzekerheid dat hij niet kan zien dat ook de partner problemen en verdriet heeft. Zolang hij nog hoopt dat de partner niet zal weggaan, probeert hij aan de buitenkant zijn verwijten niet te tonen. Hij gedraagt zich zo aantrekkelijk mogelijk en probeert de partner terug te winnen. Hij doet extra zijn best: huishoudelijke inspanningen, een ruiker bloemen, … Het feit dat deze inzet niet gewaardeerd wordt, bevestigt zijn zelfbeeld van onschuldig en afgewezen slachtoffer en toont de partner als schuldig en ondankbaar. Zodra hij de hoop op samenblijven laat varen, komen kwaadheid en verwijten in alle hevigheid naar buiten.
! Beeld van de maatschappij !
Men ziet de eerste beslisser als de schuldige die moet gestraft worden en de tweede beslisser als het slachtoffer dat moet geholpen worden. Deze perspectieven versterken het negatieve zelfbeeld van zowel de eerste als van de tweede beslisser. Dit beeld is momenteel niet meer algemeen gangbaar. Een scheidingsbeslissing wordt minder sterk afgekeurd.
! Verklaring scheiding !
Eerste beslisser Op rustige momenten kan de eerste beslisser zien dat beide partners een negatief aandeel hebben in het ontstaan en het verloop van het conflict. Hij vreest echter dat men hem als enige schuldige, als enige oorzaak zal zien. Deze schrik voor de rol van zondebok weerhoudt hem er lange tijd van om met zijn scheidingsbeslissing naar buiten te komen.
!
Tweede beslisser De tweede beslisser voelt zich zo zwak dat hij het besef van zijn eigen negatief aandeel niet kan verwerken. De partner is de enige schuldige, de enige verantwoordelijke voor het relatieprobleem. De partner moet dan ook zoveel mogelijk de gevolgen van zijn scheidingsbeslissing dragen. De tweede beslisser voelt zich machteloos en ziet niet welke invloed hij op zijn partner heeft.
Hij overleeft door de scheiding aan de buitenkant te negeren. Hij blijft spreken over mijn partner en over onze toekomst. Hij ontkracht de scheidingsmededeling van de partner. Ze weet niet wat ze zegt. Ze weet niet wat ze doet. Ze is ziek. Ze is gek. Ze is niet verantwoordelijk voor haar daden. Ze is verward. Ze is chaotisch. Ze is onredelijk. Ze is onzeker. Ze is overwerkt. Ze is depressief door het overlijden van haar moeder. Ze wordt beïnvloed door haar familie. Door haar beste vriendin. Door haar therapeut…
! Voorbereiding scheiding !
Eerste beslisser De eerste beslisser kan de scheiding plannen. Hij bepaalt het moment waarop de scheidingsbeslissing openlijk wordt. Hij last een periode van overweging en tegenstrijdigheid in (zullen we scheiden, of niet). Hij neemt de tijd om zich rationeel af te vragen hoe hij de overgang van getrouwd naar gescheiden praktisch zal organiseren. Hij neemt de tijd om zich af te vragen of hij zich niet eenzaam zal voelen, hoe het leven met een eventuele nieuwe partner zal zijn, hoe hij de kinderen kan voorbereiden, hoe hij kan zorgen voor financiële zekerheid, enzovoort. Hij neemt geleidelijk aan meer afstand van de partner. Hij wil niet meer praten over het relatieprobleem. Hij wil praten over oplossingen voor de toekomst.
!
Tweede beslisser De shock brengt angst, paniek en onvoorspelbare emoties met zich mee. Het heden, het verleden en de toekomst worden door elkaar geschud. De tweede beslisser wordt door onzekerheid overvallen. Moet ik mijn koppelgeschiedenis herschrijven? Zal ik ooit nog gelukkig worden? Hoe kan ik een scheiding overleven? Hij voelt zich wanhopig en machteloos. De tweede beslisser probeert de scheiding te vermijden. Hij gedraagt zich ziek, afhankelijk, gek, kwaad, gedeprimeerd. Sommige tweede beslissers dreigen met zelfmoord of verblijven een tijdje in een psychiatrisch ziekenhuis. Anderen chanteren. Ze zeggen domme dingen die zij op rustige momenten relativeren. Je krijgt de kinderen niet. Wat doe je de kinderen aan? Ik zal de kinderen zeggen dat jij… Verblind door hun gekwetstheid als partner, zijn zij moeilijk in staat zich in te leven in het effect dat de scheiding op de kinderen heeft. Zij zoeken de partner via de kinderen te beïnvloeden. De tweede beslisser zoekt op een onhandige manier de nabijheid van de partner. Hij wil praten over het relatieprobleem en over mogelijke oplossingen om een koppel te kunnen blijven.
! Steun aan eerste en tweede beslisser !
De ouders van mevrouw willen hun dochter tonen dat zij haar, ondanks de scheiding, een goede dochter, een goede partner en een goede moeder blijven vinden. Om haar schuldgevoelens te verlichten, praten zij zeer negatief over hun schoonzoon. Zij wijzen hem aan als de enige verantwoordelijke voor alle problemen. De erkenning van het zelfbeeld van hun dochter impliceert de verwerping van mijnheer als goede schoonzoon, goede partner en goede vader. Mevrouw houdt nog van mijnheer. De uitspraken van haar ouders over haar man kwetsen haar. Haar ouders verwerpen haar zelfbeeld als trouwe partner. Mevrouw vindt
mijnheer een goede vader. Haar ouders zetten haar echter onder druk om mijnheer geen ruimte te geven als vader. De kinderen zijn gekwetst als hun grootouders hun zelfbeeld van kinderen die trouw zijn aan beide ouders, verwerpen. De verhoudingen komen in een spiraal van eindeloze misverstanden en verwijten terecht. Het is voor ouders meestal een onmogelijke opdracht om voor de scheiding van hun kind twee verantwoordelijken te zien. Ontgoocheling, verdriet en kwaadheid t.a.v. hun schoonkind zijn onvermijdelijke reacties. Ouders geven hun eigen kind in een scheiding extra steun. Goed bedoelde steun kan echter negatieve gevolgen hebben. Het is met de beste bedoelingen dat familie en vrienden tussenkomen. Zij beseffen echter niet dat hun hulp onrechtstreeks negatieve gevolgen kan hebben voor de kinderen van het scheidende koppel. Hun tussenkomsten doen het ouderlijk conflict dikwijls uit de hand lopen en zetten de kinderen nog meer klem tussen de ouders. Hoe sneller de destructieve emoties zakken en de scheiding rationeel kan georganiseerd worden, hoe minder kwetsuren er komen. Geen olie op het vuur gooien vraagt van omstanders een hele inspanning. Hoewel deze inspanning ongezien is of niet gewaardeerd wordt, is ze toch van onschatbare waarde voor zowel de twee scheidende partners als voor de kinderen. De beste hulp voor de kinderen bestaat er in om de samenwerking en de onderhandelingen tussen hun ouders aan te moedigen. Familie, vrienden, buren, de huisarts, juf of leerkracht die zich inzetten om een escalatie van eindeloze verwijten tussen de ouders te vermijden, kunnen een grote positieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind.
! Steun aan de eerste beslisser !
Flip/flop volgen Sommige mensen gaan snel over tot een scheidingsbeslissing. De meesten nemen de tijd om zich een scheiding in verschillende omstandigheden voor te stellen. Het ene moment zien ze een aantrekkelijk beeld en beslissen ze kordaat om te scheiden. Het andere moment zien ze de nadelen van een scheiding en kiezen ze voor samenblijven. Het vergt van omstanders begrip en geduld om de flip/flop niet te veroordelen als inconsequent gedrag. Twijfel hoort bij de innerlijke rijping van een scheidingsbeslissing. Wanneer de omstanders zijn tempo volgen, krijgt de eerste beslisser de kans om zelf een overwogen beslissing te nemen. Ze laten hem twijfelen en zoeken. Ze kunnen zijn gedachtegoed verbreden door mee filmpjes te draaien. Hoe zou je leven er in de toekomst uit zien als je bij je man zou blijven? Hoe kun je jouw thuis zo prettig mogelijk organiseren? Hoe zou je leven eruit zien als je zou verhuizen? Dikwijls staat een eerste beslisser ’s morgens op met dezelfde vraag als die waarmee hij ‘s avond gaat slapen: Zal ik samenblijven of scheiden? Een lange periode van ambivalentie kan erg vermoeiend zijn. Omstanders kunnen de eindeloosheid doorbreken door te helpen denken in termijnen. Ik hoor dat je heel veel twijfelt, elke dag opnieuw. Misschien is het gemakkelijker als je voor jezelf beslist om zeker nog drie maanden te blijven samenwonen. Dan kun je je die drie maanden engageren om uit te zoeken of jullie elkaar nog kunnen vinden. En bekijk dan na die drie maanden wat goed en wat minder goed liep. Het is niet de bedoeling dat de betrokkene dan na die drie maanden een definitieve beslissing neemt. Dergelijke druk belast het engagement.
!
Schrik omzetten in moed
Dikwijls willen mensen wel scheiden, maar durven ze de stap niet zetten. Schrik verlamt; schrik voor de reactie van de partner, van de eigen familie, van de schoonfamilie, schrik voor de reactie van de kinderen, schrik om alleen te wonen. Begrijpelijke schrik. Soms kiezen ouders partij voor hun schoonkind en verwerpen zij hun eigen kind dat zij zien als schuldig aan de scheiding. Dit is een uiterst pijnlijke situatie voor de eerste beslisser, die extra steun van vrienden nodig heeft. Omstanders nemen best de schrik van de eerste beslisser au sérieux. Zij kunnen voorstellen om verschillende scenario’s te draaien. Rampscenario’s worden omgezet in hanteerbare situaties. Eerste beslissers zijn niet alleen bang voor gedeprimeerde reacties van hun partner: Ze zal dreigen met zelfmoord, maar ook voor kwade reacties: Hij zal woest zijn, en niet meer willen praten. Het is niet de bedoeling de betrokkene te overtuigen om te scheiden. Je moet niet zo bang zijn. Zo’n vaart loopt het niet. Omstanders kunnen proberen de schrik om te zetten in actie. Ze kunnen eerste beslissers tonen hoe zij voorziene problemen kunnen aanpakken. Natuurlijk zal je man verdrietig en kwaad reageren. Je zult hem kwetsen, dat is onvermijdelijk. Wat kun je doen met die emotionele reacties? Hoe kun je zijn pijn en kwaadheid opvangen? Of: Hoe en wanneer kun je de kinderen vertellen over wat er gaat gebeuren? Hoe kun je hun verdriet opvangen? Of: Waarschijnlijk zullen veel mensen je als de schuldige zien, omdat jij beslist om weg te gaan. De kans is groot dat je schoonfamilie je ziet als de zondebok. Dat is normaal. Wat ga je daarmee doen? Of: Je zult je onvermijdelijk vele avonden alleen en waarschijnlijk zelfs eenzaam voelen. Hoe ga je je leven organiseren in de weekends? Zijn er vrienden die je kunt opzoeken? Kun je je inschrijven voor een avondcursus, in een badmintonclub of…? Of: Hoe lang denk je dat het zal duren voor je weer een evenwicht gevonden hebt? Enkele maanden? Enkele jaren?
!
Schuldgevoelens omzetten in verantwoordelijkheid Dikwijls willen mensen wel scheiden, maar voelen ze zich te schuldig om de stap te zetten. Schuldgevoelens verlammen. Het maatschappelijk perspectief veroordeelt de eerste beslisser niet alleen voor de scheidingsbeslissing maar ook voor het koppelprobleem. Deze last weegt te zwaar. Omstanders kunnen verantwoordelijkheid ontkoppelen. Eén iemand is verantwoordelijk voor de scheidingsbeslissing, en dat ben jij. Er zijn echter twee verantwoordelijken voor het ontstaan en het verloop van het relatieprobleem. Neem de volledige verantwoordelijkheid voor je beslissing, maar accepteer niet de volledige schuld voor het probleem. Vrienden kunnen een aanvaardbare verklaring voor een beslissing helpen zoeken. De meesten vinden Ik zie mijn partner niet meer graag voor zichzelf een aanvaardbare reden om te scheiden. Als de eerste beslisser vast zit in Zie ik mijn partner nog graag?, dan kan de vraag Maken jullie elkaar gelukkig? zijn gedachten verbreden. Mensen reageren opgelucht als ze merken dat “de ander niet meer graag zien” niet de enige reden is om te scheiden. Ze kunnen beslist hebben om te scheiden, en toch de partner nog graag zien. Omstanders kunnen proberen om verlamming om te zetten in actie. Wat kun je doen om de gevolgen van je scheidingsbeslissing voor je man en kinderen draaglijk te maken? Hoe zal je man zich voelen als jij plots verhuist en hij het huis leeg vindt? Zijn er andere manieren, die hem minder kwetsen? Het vraagt misschien te veel moed en tijd om hem geleidelijk voor te bereiden op de scheiding? Hoeveel tijd kun jij je man geven om jouw beslissing te beseffen, te accepteren en te respecteren? Hoe kun je hem voorbereiden?
Samenwonen met de zekerheid van een scheiding is een moeilijke opgave. Er is weinig inzet om het samenleven aangenaam te maken. Meestal gaat het van kwaad naar erger. Hoelang ga je, als je aan je vrouw gezegd hebt dat je wil scheiden, nog samenwonen? Hoe ga je het samenwonen leefbaar maken? De beste hulp die de eerste beslisser aan de tweede beslisser kan bieden, is niet helpen. Behulpzaam zijn als partner is immers valse hoop bieden. Hoe meer de eerste beslisser zich daarentegen als psychologisch gescheiden gedraagt, hoe sneller de partner beseft dat de scheidingsbeslissing definitief is. De eerste beslisser kan de onzekere periode voor zijn partner zo kort mogelijk maken. Zodra hij echt beslist heeft om te scheiden, is een duidelijke mededeling meestal de beste hulp voor de partner. Het vraagt veel moed van de eerste beslisser om, samenwonend, gescheiden gedrag te introduceren: niet meer samen slapen, niet meer vrijen, geen vakantie meer plannen. In sommige situaties is het starten van een gerechtelijke procedure (bijvoorbeeld bij de vrederechter) de enige manier om de ontkenning van de partner te doorbreken. Sommigen willen weggaan zonder de partner pijn te doen. Iemand ontzien heeft echter als gevolg dat de partner blijft hopen op samenblijven. Schrik om te kwetsen, kwetst. Omstanders kunnen de eerste beslisser de moed geven om duidelijk gedrag te tonen en niet weg te lopen van de onvermijdelijke negatieve reacties van de partner. Vrienden kunnen met de eerste beslisser zoeken naar een leefbare verklaring voor de partner en de kinderen. Welke reden om te scheiden zul je aan je vrouw en je kinderen geven? Wat vind je zelf correct en zo weinig mogelijk kwetsend? Wat zullen zij begrijpen en aanvaarden als verklaring? Tenslotte: inzet is prettiger wanneer hij erkend wordt. Het is je gelukt. Je bent erin geslaagd om hem te doen zien dat het beter is de relatie stop te zetten.
! Steun aan de tweede beslisser !
Hoop/geen hoop volgen De beste steun die de eerste beslisser kan bieden aan de tweede beslisser, is geen valse hoop geven. De eerste beslisser kan de verantwoordelijkheid hiervoor beter aan, als hij weet dat omstanders zijn partner zullen opvangen. Omstanders gaan minder provocerend en meer ondersteunend om met de hoop van de tweede beslisser. Een tweede beslisser houdt vast aan het beeld van het vroegere koppel. Vroeger zette de partner zich in voor het koppel. Vroeger had de tweede beslisser veel invloed op de partner. Hoe meer omstanders hem er rationeel proberen van te overtuigen dat een scheiding onvermijdelijk is, hoe meer hij het tegendeel probeert te bewijzen. De tweede beslisser heeft een tijd lang hoop nodig om te overleven. Hij kan wel stilstaan bij vragen die zijn hoop niet wegnemen. Wat zie je dat je man nu doet dat je hoop geeft dat hij bij je zal blijven? Wat zie je hem nu doen dat je geen hoop geeft? Op die manier krijgt de tweede beslisser de kans om zelf te zien dat de partner zich gescheiden gedraagt en dat hij een ernstige beslissing heeft genomen. Wanneer de partner expliciet zegt te willen scheiden, kan de tweede beslisser toch blijven hopen dat de partner van gedacht zal veranderen. Deze hoop bevechten, is niet effectief. Hoop toelaten, met een kritische vraag, is een betere toegang tot de gedachtewereld van de tweede beslisser. Op basis van wat ik hoor over jouw situatie, kan ik begrijpen dat je onmogelijk een scheiding kunt aanvaarden. Wat heb je al allemaal geprobeerd om de situatie te veranderen? Wat werkte? Wat werkte niet? Wat kun je nog proberen om je vrouw van gedacht te doen
veranderen? Mijnheer kan dan zelf zien of hij al dan niet invloed kan uitoefenen op de beslissing van zijn vrouw. Sommige situaties nopen tot voorzichtig maar directief doorbreken van de negatie. Slepende conflicten waarin de kinderen geklemd zitten, kunnen best snel met de onvermijdelijke scheiding afgesloten worden. Ook wanneer de eerste beslisser een gerechtelijke procedure heeft gestart, is er geen tijd voor geleidelijkheid. Omstanders doen er verstandig aan om dan druk uit te oefenen. Een tweede beslisser die de wettelijke scheiding aanvaardt, maar psychologisch getrouwd wil blijven, waardeert niet-veroordelende reacties van zijn omgeving. Hij wil trouw blijven, mag dat?
!
Angstreductie Tweede beslissers zijn, in tegenstelling tot hun partner, niet voorbereid op een scheiding. Vragen en paniek overvallen hen plots. Omstanders kunnen ervoor zorgen dat de juiste wettelijke informatie er zo snel mogelijk is. Zij kunnen voor één of voor enkele informatieve raadplegingen verwijzen naar een jurist, notaris of bemiddelaar, of naar een advocaat in een informatierol. Samen een concreet filmpje draaien van de praktische organisatie van de onmiddellijke toekomst, kan de chaos structureren en de situatie minder dramatisch maken. Zaken worden losgekoppeld van emoties. Werken met termijnen kan wat rust bieden. Beslis voor jezelf dat je de komende maand nog niet beslist of je al dan niet akkoord gaat met een scheiding. Bekijk daarna… Ook de voorbereiding van de overgang van getrouwd naar gescheiden zijn en van de hantering van de reacties van ouders, schoonouders en kinderen, kunnen de angst verminderen. De tweede beslisser krijgt armslag: ook hij heeft invloed op de start en het verloop van het scheidingsproces. Hij is niet iemand die machteloos en passief toeziet.
!
Partner- en ouderrol ontkoppelen Tweede beslissers hebben het over het algemeen moeilijker dan eerste beslissers om het gezin te splitsen in een scheidend koppel dat samen ouder blijft. Zij verwijten de partner dat hij het gezin als geheel kapot maakt. Omstanders kunnen de tweede beslisser, en onrechtstreeks ook de kinderen, helpen door verdriet en kwaadheid t.a.v. de partner enerzijds en de verantwoordelijkheid voor de kinderen anderzijds, uit elkaar te halen. Tweede beslissers zijn emotioneel vaak zo kapot dat het voor hen een onmogelijke opdracht is om hun eigen negatief aandeel in het ontstaan en het verloop van het relatieprobleem te bekijken. Het heeft dan ook geen zin om hen middenin de crisis, ervan te proberen overtuigen dat zij ook fouten maakten. Het eigen aandeel kan later verwerkt worden. Al babbelend kan gezocht worden naar een leefbare verklaring voor de scheiding; een verklaring die het fundamentele zelfbeeld van de tweede beslisser als ‘goede’ partner rechthoudt. In sommige omstandigheden, zoals bij een dreigende zelfmoord, kunnen tweede beslissers eerder aangezet worden tot kwaadheid en activiteit dan tot mateloos verdriet en depressiviteit. Kinderen zijn enorm gebaat met tussenkomsten van familieleden en vrienden die de tweede beslisser in zijn ouderrol aansporen tot verstandige initiatieven. Wat denken, voelen, wensen, zeggen de kinderen? Wat zeggen ze niet? Wat doet hen het meest verdriet? Hoe kun je hen nu helpen? Wat kun je doen dat op lange termijn het beste is voor de kinderen?
!
Een relatietherapeut
!
Wanneer een relatietherapeut raadplegen? Zijn er problemen in de relatie, dan kunnen jullie een relatietherapeut raadplegen om te helpen zoeken naar manieren om de relatie zinvoller of prettiger te laten verlopen. Voorbeelden van relatieproblemen: slepende partnerconflicten, te weinig gemeenschappelijke interesses, zich in de relatie gekwetst of onvoldoende gewaardeerd voelen, vervreemding van elkaar, bepaalde verwachtingen niet kunnen realiseren in het huwelijk, elkaar niet begrijpen, twijfel over gelukkig maken of gelukkig gemaakt worden, problemen als drankmisbruik, geweld of relaties buiten het huwelijk, enzovoort. Jullie kunnen een therapeut vragen om je te helpen elkaar anders te zien, beter te begrijpen, om meer betrokkenheid te creëren, ruzies te stoppen, enzovoort. Relatietherapie is niet noodzakelijk gericht op samenblijven, maar kan ook gericht zijn op scheiding als een mogelijke oplossing. Bij gedachten en uitspraken over scheiden, bij onzekerheid of schuldgevoelens over een scheidingsbeslissing, bij meningsverschillen over al dan niet apart wonen, kan men de hulp van een therapeut inroepen. Deze kan helpen nadenken over de betekenis van de relatie, over de mogelijke gevolgen van een scheiding, over manieren om het verdriet en de kwaadheid bij een scheiding te hanteren. Relatietherapie vereist niet dat beide partners kiezen voor de tussenkomst van een therapeut. Wanneer een partner er niet in slaagt om de andere partner te motiveren, dan kan de therapeut met een van beiden een manier zoeken om de omgangsvormen thuis te veranderen. Een relatietherapeut die met één partner werkt, blijft gericht op het relationele netwerk van de klant. Hoe een therapeut kiezen? Een therapeut is iemand die een therapieopleiding heeft gevolgd. Een therapeut kan een psycholoog zijn, een maatschappelijk werker, een psychiater of iemand met een andere beroepsachtergrond. Een psycholoog of een psychiater is niet vanzelfsprekend ook therapeut. Veel psychiaters volgden geen therapieopleiding. Veel maatschappelijk werkers hebben een langdurige therapieopleiding gevolgd. De manier van werken kan erg verschillen naargelang de gevolgde opleiding en de persoonlijke stijl van de therapeut. Wat is het verschil tussen therapie en bemiddeling? Een therapeut helpt jullie praten. Een bemiddelaar helpt jullie onderhandelen. Een therapeut helpt mensen praten over moeilijk bespreekbare onderwerpen, bijvoorbeeld over het gegeven dat A wel en B niet wil scheiden. Een bemiddelaar helpt mensen onderhandelen met het oog op een schriftelijke overeenkomst, zoals een apartwoningsovereenkomst (als jullie allebei beslisten om apart te wonen) of een echtscheidingsovereenkomst (als jullie allebei beslisten om uit de echt te scheiden). Bemiddeling kan pas starten vanaf het moment dat jullie allebei de beslissing namen om apart te wonen of te scheiden en jullie allebei willen onderhandelen, met het oog op een schriftelijke overeenkomst. De scheiding in eigen handen nemen is een opgave. Intense emoties verhinderen dikwijls dat scheidende partners zelf onderhandelen en zelf weloverwogen beslissingen nemen. Dikwijls lukt zelf onderhandelen niet, ook niet met een bemiddelaar. Bemiddeling veronderstelt dat jullie relationele spanningen het zakelijke onderhandelingsproces niet te veel verstoren. Een relatietherapeut kan jullie helpen om eerst de relationele spanningen hanteerbaar te maken.
Soms wordt zelf zakelijk onderhandelen na een therapie wel mogelijk. Dan kunnen jullie van therapie naar bemiddeling overstappen. Soms zijn de emoties zo heftig dat zelf onderhandelen, zelfs na een therapie of met een therapeut-bemiddelaar, een onmogelijke opdracht is. Dan scheiden jullie willens-nillens met twee advocaten.
!
Wat doet een relatietherapeut? Een individutherapeut richt zich op één klant, terwijl een relatietherapeut zich richt op de relatie. Een relatietherapeut gaat ervan uit dat de twee betrokkenen een aandeel hebben in het ontstaan van hun relatieprobleem. Hij probeert de bezorgdheden en verhalen van beiden te begrijpen, en de inzet van beiden zichtbaar te maken. Hij verkent de invloed van de verschillende gezinnen van herkomst, en de verschillende verwachtingen t.a.v. het koppelzijn, het man-zijn en het vrouw-zijn. Hij helpt elke betrokkene om zijn emoties en gedachtegang zo te verwoorden dat de partner begrip kan opbrengen. Tijdens het gesprek komt hij tussenbeide wanneer hij vreest dat bepaalde uitspraken te kwetsend kunnen zijn. De therapeut zoekt naar een opbouwende manier van kijken en naar omgangsvormen die voor beiden aanvaardbaar zijn. Een therapeut onkoppelt en maakt ‘elkaar graag zien’ los van ‘elkaar gelukkig maken’. Emoties los van zaken. Verleden los van toekomst. Partnerschap los van ouderschap. Voor een samenwonend koppel dat zijn relatie niet ter discussie stelt, loopt alles dooreen en is deze complexiteit juist boeiend. Bij ernstige relatiemoeilijkheden werkt ontkoppeling verhelderend. Relatietherapeuten maken conflicten hanteerbaar. Ze werken even goed voor beide klanten. Ze voelen zich verantwoordelijk voor een constructieve werkverhouding met de klanten, niet alleen individueel of als koppel, maar ook in hun groter familiaal netwerk. Zij hebben ervaring met koppelgesprekken, waarbij zij met ieders inzet en invloed constructief proberen te werken. Zij gebruiken rechtstreekse en onrechtstreekse gesprekstechnieken om de gedachteconstructies van de klanten te versoepelen. Ze geven elke klant een gelijkwaardige ruimte. Ze zijn getraind om zich tegelijkertijd in ieders hoofd in te leven en een balkonpositie t.o.v. het koppel in te nemen. De therapeut kan de eerste beslisser helpen nadenken over manieren om de beslissing zo te verwoorden dat de partner zo weinig mogelijk gekwetst wordt. Hij kan de tweede beslisser helpen als het moeilijk is om de scheidingsbeslissing van de partner te begrijpen of te aanvaarden. Hij kan een context creëren waarin de scheidingsbeslissing duidelijk wordt meegedeeld. Hij bereidt de klanten voor op een dergelijk gesprek. Wil u werkelijk horen of uw partner echt beslist heeft om te scheiden? Veronderstel dat hij antwoordt dat hij het niet zeker weet, hoe kunt u dan reageren?… Veronderstel dat hij u meedeelt dat zijn beslissing vaststaat. Wat kunt u dan doen? De therapeut voorziet opvang na zo’n emotioneel gesprek. Hij bespreekt vooraf met de klant welk familielid, welke vriend of vriendin hij onmiddellijk na het gesprek kan bezoeken. Een relatietherapeut kan geschiedenis oppakken. Hij vraagt zich af of de inhoud van de verhalen, de klanten gelukkig of ongelukkig maakt. Hij investeert tijd en energie in het leefbaar maken van scheidingsverhalen. Hij vermijdt moraliseren. Hij stelt vragen. Welke invloed heeft deze manier van kijken op uw toekomstperspectief? Hij verbreedt of herbenoemt een verhaal zodanig dat het minder destructief werkt. Hij herschrijft de kijk op geschiedenis zodanig dat een toekomst mogelijk wordt. Ik heb mijn dochters geleerd dat engagement een belangrijke waarde is biedt een ander perspectief dan Mijn huwelijksjaren waren zinloze, verloren jaren. De therapeut kan klanten ook leren omgaan met verhalen van omstanders over
hun scheidingssituatie. Hij kan bijvoorbeeld het beschuldigende verhaal van de schoonfamilie in een context plaatsen. Daardoor wordt het voor de betrokkene minder pijnlijk.
! ! ! ! ! !