EVMT 23 Motordiagnose
Zelfstudie en huiswerk
Naam Cursist: ___________________________ Trainer: _________________________________ Datum: _________________________________
copyright 2011
Instructeur
Zelfstudie
2
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
3
Introductie Dit Zelfstudiepakket is een voorbereiding op de RPT-dag "Motordiagnose", die je binnenkort gaat volgen. Tijdens deze RPT-dag ga je een aantal opdrachten uitvoeren. De informatie in de Zelfstudie is speciaal gericht op deze opdrachten. De Zelfstudie vormt een aanvulling op de Theorieleerstof die bij de beroepsopleiding hoort. In de Zelfstudie moet je een aantal vragen beantwoorden. Doe dit zo goed als je kunt. Het helpt je ook om met succes door de Starttoets te komen. De vragen worden tijdens de dag door de instructeur besproken. Neem daarom de ingevulde Zelfstudie mee naar de RPT-dag en bewaar hem goed. Hij kan ook zeer nuttig zijn bij de voorbereiding op het praktijkexamen.
Doelstellingen: Na afloop van deze dag kun je met betrekking tot Motor in gebruik stellen: controles en metingen verrichten om een motor gebruiksklaar te maken
een inspectierapport invullen
de startprocedure uitvoeren
aangeven waarop gelet moet worden bij het in gebruik stellen van een motor
Schaderapport opstellen en kostencalculatie maken: alle gegevens uit een schadetaxatie overzichtelijk noteren
de kostprijs per productief uur en vervolgens het werkplaatstarief berekenen
Endoscopie: met een endoscoop werken
uitsluitsel geven over een schadebeeld verkregen met een endoscoop
diverse drukken meten voorafgaand aan endoscopie
Turbo controleren/reviseren en meten: de werking van een waste-gate controleren
de lagerspeling van een gemonteerde turbo controleren een uitspraak doen over de olietoevoer en olieafvoer van de turbo aan de hand van metingen
Mechanische diagnose
diagnose stellen aan mechanische delen van een motor
een uitspraak doen over de oorzaak van de defecte mechanische delen
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
4
Beoordeling: Aan het einde van de RPT-dag vult de trainer een beoordelingsformulier in. Dit formulier wordt aan de cursist meegegeven. Hierop staan de beoordelingen voor de uitgevoerde werkorders. Ook geeft de trainer een algehele beoordeling voor de manier waarop er de hele dag gewerkt is. De beoordeling voor de verschillende onderdelen is Goed (G), Voldoende (V) of Onvoldoende (O). Succes!
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
5
Motor in gebruik stellen Bij het in gebruik stellen van een motor kan het om twee soorten motoren gaan. Het kan een nieuwe motor zijn of een gereviseerde motor. Voor beide gelden echter dat de fasen van controle gelijk zijn. De vijf fasen van controle zijn: 1. Metingen en afstellingen aan de motor 2. Controle en beoordeling van de door de motor aangedreven systemen/componenten 3. Controle op de werking van met de motor in verband staande systemen 4. Beoordelen van de conditie van de motorcomponenten 5. In fasen starten van de installatie. Metingen en afstellingen aan de motor De motor moet allereerst zelf worden nagekeken. Dit nakijken gebeurt aan de hand van metingen. Metingen die verricht moeten worden zijn:
Uitlijning van de motor(en) en overbrengingen
Druk- en temperatuurmetingen van;
het koelsysteem
het smeersysteem
het brandstofsysteem
zo nodig de uitlaatdruk
gekoppelde lucht- en oliesystemen
Spanningsverlies en stroom met betrekking tot de elektrische installatie.
Uit deze metingen kan blijken dat het een en ander dient te worden afgesteld. Als deze afstellingen zijn gedaan moet alles weer worden gecontroleerd. Een verkeerde afstelling kan verstrekkende gevolgen hebben. Controle en beoordeling van de door de motor aangedreven systemen/componenten In geval van een nieuwe installatie wordt een groter aantal componenten gecontroleerd en worden deze ook uitgebreider gecontroleerd. Voorbeelden zijn de uitlijning en/of functie van bijvoorbeeld keerkoppelingen,schroefas, PTO's, aangedreven generatoren of pompen, elastische koppelingen e.d. Bij een bestaande installatie kunnen we ervan uitgaan, dat een gedeelte van bovengenoemde onderdelen niet of zeer moeilijk kan worden gecontroleerd. Voor beide gevallen geldt echter dat de controle- en beveiligingsapparatuur goed moet worden gecontroleerd. Controle op de werking van met de motor in verband staande systemen Belangrijke controlepunten hierin zijn:
Alle componenten die zonder frictie horen te draaien, (bijv. een aangedreven generator) moeten ook daadwerkelijk licht en soepel draaien
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
6
De systemen voor uitlaatgassen, koelwater, koel- of verbrandingslucht, smeerolie, hydraulische olie enz. moeten geheel gebruiksklaar zijn (geen gesloten kranen, geblokkeerde leidingen, vergeten blindplaten e.d.) Het op peil zijn van de systemen voor olie of water De aanwezigheid van voldoende startenergie (accu's opgeladen of luchtflessen gevuld) Het goed functioneren van het startsysteem en vooral het stopsysteem van de motor Eventueel de regelstang en de bediening op werking controleren.
Beoordelen van de condities van de motorcomponenten Van een nieuwe motor is het beoordelen van de componenten niet al te moeilijk. Mits de componenten de juiste afmetingen hebben, zullen er niet zoveel problemen ontstaan. De kans op problemen bij bestaande installaties is groter. Er zal dus meer aandacht gegeven moeten worden aan de componenten van bestaande/gereviseerde installaties. In fasen starten van de installatie Om de installatie te starten zullen diverse fasen moeten worden doorlopen. Het te volgen traject is als volgt:
Ontluchten van brandstof-, koelwater-, smeerolie- of hydraulische systemen
Alle benodigde kranen en ventielen openen
Indicateurkranen openen (indien aanwezig)
Proefstart maken zonder brandstoftoevoer (motor op stop)
Indien geen bijzonderheden korte tijd starten, bij voorkeur tot de smeeroliedruk van de motor is opgebouwd. Bij grotere motoren is er de mogelijkheid om deze met aparte (nood)pompen op te pompen Motor starten met brandstoftoevoer.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de motor altijd op een andere manier dan met de normale startstopmethode kan worden stilgezet. Door diverse oorzaken, bijvoorbeeld een blokkerende regelstang in de brandstofpomp, kan de motor op een of alle cilinders op hol slaan. Elke motor kan op verschillende manieren worden gestopt, door onderbreking van de brandstoftoevoer of door de luchttoevoer te stoppen. Of bij een gasmotor kan de ontsteking uitgeschakeld worden. Denk hieraan voor de motor wordt gestart.
Controleer alle systemen zodra deze enige tijd in bedrijf zijn geweest op goede werking. Pas wanneer deze naar behoren werken kan geleidelijk belasting op de motor worden gezet. Uiteindelijk controle van de gehele installatie bij vollast (wanneer mogelijk).
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
7
Inspectierapport Om aan te kunnen tonen dat de installatie goed is bevonden, wordt bij de motor een inspectierapport geleverd. Hier staan alle uitgevoerde controles, afstellingen en metingen in. Dit rapport wordt dan ook tijdens of na het in gebruik stellen ingevuld. Een voorbeeld hiervan is weergegeven op bijlage I. Omdat dit rapport een document is wat overlegd moet kunnen worden is het belangrijk dat het met schone handen wordt ingevuld. In het document mogen ook geen pen- of potloodkrassen staan. Als er een fout is gemaakt, moet deze fout op gepaste wijze worden hersteld. Schaderapport opmaken (zie bijlage II) Bij het opmaken van een schaderapport wordt begonnen met de persoonlijke- en motorgegevens te noteren. Hierna zullen de gegevens ontleend aan de taxatie ingevuld worden. Belangrijk hierbij is het aangeven van het herstellen of vervangen van onderdelen. Het totaal aantal werkuren wordt genoteerd. Dat wil zeggen dat de werktijden niet bij het herstellen of vervangen komen maar apart vermeld worden. Hierna zullen de prijzen berekend worden zowel inclusief als exclusief BTW. Bij het invullen van prijzen moet erop gelet worden dat er standaard bedragen bij het totaal opgeteld moeten worden. Hieronder vallen onder andere klein materiaal, stalling, hellingskosten en dergelijke. Het invullen van een schaderapport moet met schone handen gebeuren. Dit is nodig omdat er een expert langs kan komen die het rapport moet nalezen en het rapport gaat naar de verzekering. Het opmaken van een schaderapport kost tijd. Daarom kan en mag er geld gevraagd worden voor een schaderapport opmaken, als een klant besluit niet tot reparatie over te gaan. Belangrijk is dan ook dat vooraf in overleg met de klant bekend is of er wordt overgegaan tot reparatie of niet. Een motor kan total-loss verklaard worden. Dat wil zeggen dat de reparatiekosten hoger zijn dan dat de motor op dat moment nog waard is (dagwaarde). VRAAG 1. Wat bepaalt de dagwaarde van een motor?
Leeftijd, staat, de vraag, (indien van toepassing) draaiuren-stand
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
8
KOSTENBEGROTING Een kostenbegroting geeft in de vorm van een rekening weer wat een reparatie, onderhoudsbeurt of schadeherstelling moet gaan kosten. Een kostenbegroting is op te delen in twee stappen, namelijk:
kostprijsberekening
rekening opmaken.
Kostprijs werkplaatstarief berekenen In het werkplaatstarief worden de bedrijfskosten verwerkt. Deze bedrijfskosten kunnen bestaan uit:
directe lonen
indirecte lonen
sociale lasten
gereedschapkosten
overige personeelkosten
werkplaatsgarantiekosten
huisvestingskosten
administratiekosten
algemene kosten
Bepaling van de productieve uren Productieve uren zijn uren waar een opbrengst tegenover staat. Niet alle uren kunnen worden doorberekend. Voorbeeld: Verloonde uren: 52 weken à 38 uren = 1976 uren Niet beschikbare uren:
Verlof, vakantie
Scholing
Ziekte ==> totaal 320 uren.
Beschikbare uren: 1976 - 320 = 1656 uren. Niet alle beschikbare uren kunnen worden doorberekend, zeker in een dienstverlenend bedrijf zal men rekening moeten houden met improductieve uren. In de branche is een percentage van 10% aanvaardbaar. Deze 10% wordt berekend over de beschikbare uren.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
9
Na aftrek van de improductieve uren blijven de productieve uren over.
Verloonde uren
1976
Af: niet beschikbare uren
Beschikbare uren
Af: improductieve uren 10%
Productieve uren
3201656 166 1490
Hierdoor kunnen we ook een bezettingsgraad berekenen. Dit is de verhouding tussen de aanwezige uren en de daadwerkelijk geklokte uren van een monteur. Bezettingsgraad =
0,9
Met andere woorden: van elk aanwezig uur(60 min) van de monteur zijn 53 min daadwerkelijk geklokt op een werkorder. Door het werken met begrote cijfers bij de kostprijsberekening kan het werkelijk aantal productieve uren aan het eind van het jaar afwijken van het begrote aantal productieve uren. Werkplaatsomzet De werkplaatsomzet is als volgt opgebouwd:
Salarissen
€ .......
Sociale lasten
€ .......
Overige lasten
€ .......
Winst
€ .......
Begrote omz. werkp.
€ .......
Werkplaatstarief De werkplaatsomzet gedeeld door de productieve uren geeft het werkplaatstarief. Werkplaatstarief is het bedrag dat aan de klant berekend wordt voor verrichte arbeid. De benaming loon wordt gebruikt voor de beloning van de monteur.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
10
Rekenvoorbeeld Een motorenbedrijf heeft over haar werkplaats de volgende gegevens ter beschikking:
Monteurssalarissen
€ 200.000,-
Sociale lasten
€ 60.000,-
Overige werkplaatskosten
€ 223.440,-
Winst
€ 21.760,-
Gemiddeld aantal monteursalaris per uur € 20,-
Gemiddeld aantal afwezige uren
= 1500
Productieve uren
= 6800
Gevraagd: Bereken de kostprijs Werkplaatskosten:
Monteurssalarissen
€ 200.000,-
Sociale lasten
€ 60.000,-
Overige lasten
€ 223.440,- +
Totale werkplaatskosten
€ 483.440,-
Productieve uren: =
6800 uren
De kostprijs per productief uur:
totale werkplaatskosten = € 483.440,- = € 71.09 productieve uren 6800
Werkplaats tarief:
Om de werkplaatsomzet te bepalen, moeten de kosten en de winst bij elkaar worden geteld:
Totale werkplaatskosten
€ 483.440,-
Winst
€ 21.760,- +
Werkplaatsomzet
€ 505.200,-
Werkplaatstarief: werkplaatsomzet = € 505.200,- = productieve uren
€ 74,29
6800
Alle bedragen zijn fictief, dat wil zeggen dat de bedragen puur voor het rekenen zijn. Er kunnen geen rechten aan deze gegevens ontleend worden.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
11
VRAAG 2. Wat is een reëel bedrag voor een kostprijs per productief uur of
werkplaatstarief?
€60,00 exclusief € 71,70 inclusief Endoscopie Een motor kan op verschillende manieren worden onderworpen aan een diagnose. Om een diagnose uit te voeren zonder de motor uit elkaar te halen, is de compressiemeting zeer geschikt. Hiermee kan worden aangetoond dat de motor niet goed functioneert. Aan de hand van de lektest kan worden gekeken aan welk deel van de motor het falen te wijten valt. Een vervolg hierop kan zijn endoscopie. Met de endoscoop kan men mogelijke schades in een motor lokaliseren zonder dat er tot demontage van bijvoorbeeld de cilinderkop moet worden overgegaan. De endoscoop kan door het verstuivergat worden gestoken waarna men de verbrandingskamer, de cilinderwand, de zuiger en de kleppen kan controleren op eventuele onregelmatigheden. Zonder dure demontage en montage kan vrij nauwkeurig worden vastgelegd wat de schade is. Men kan dan berekenen of de reparatie wel verantwoord is. Zo kan de endoscoop ook gebruikt worden voor de inwendige inspectie van andere delen. Er zijn diverse soorten endoscopen en voor verschillende toepassingen in diverse prijsklasse. We noemen er enkel: Starre endoscopen ook wel borescopen genoemd werken met een lenzen stelsel. Daar waar starre endoscopen kunnen worden toegepast bieden ze een uiterst scherpe beeldkwaliteit. Het beeld materiaal met een starre endoscoop kan worden vast gelegd met een speciale camera. Ze zijn leverbaar in diameters van 1 mm tot 10 mm – lengtes van 50 mm tot 1480 mm – openingshoeken van 10 tot 105 graden en kijkrichtingen van 0 tot 120 graden.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
12
Glasvezel endoscopen werken met glasvezels. Hierdoor hebben ze ten opzichte van andere endoscopen een zeer lage aanschafprijs. De sonde is bij deze endoscoop gevuld met glasvezels waardoor het licht gaat, en waardoor je kijkt. Ze zijn leverbaar in diameters van 4 mm en 5.8 mm – lengte van 900 mm – openingshoek van 67 graden – en kijkrichting van 0 graden
Video endoscopen werken met een cmos of ccd camera chip in het uiteinde van de tip. Video endoscopen zijn bij uitstek geschikt voor het vastleggen van de beelden voor eventueel rapportages. Ze zijn leverbaar in diameters van 3.8 mm tot 11 mm – lengtes van 1000 mm tot 30000 mm – openingshoeken van 30 tot 100 graden – kijkrichting van 0 tot 90 graden.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
13
DRUKVULLING Een technische goede oplossing om het vermogen te verhogen is de cilinders door middel van drukvulling van extra lucht (lees zuurstof) te voorzien. Daardoor wordt bereikt dat bij een gelijk blijvende cilinderinhoud en bij hetzelfde toerental een groter vermogen aanwezig is. Hier zijn nu verschillende technische mogelijkheden voor:
Mechanische drukvulling (bijvoorbeeld: Roots-compressor, G-lader)
Pulserende drukvulling (benut de aanwezige drukgolven in een inlaatspruitstuk)
Uitlaatgas drukvulling (turbocompressor).
Deze laatste wordt bij de motoren het meeste toegepast en deze zullen we dan ook uitgebreid behandelen.
De voordelen ten opzichte van een vrij aanzuigende motor zijn legio en het is daarom ook niet verwonderlijk dat de moderne zware dieselmotoren bijna allemaal zijn uitgerust met turbo's.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
14
De meest voorkomende merken turbocompressoren zijn:
Holset: vooral op Europese dieselmotoren tussen 100 kW en 500 kW.
Schwitzer: vooral op Amerikaanse motoren.
KKK: vooral op Europese dieselmotoren
Garrett: (de grootste), wereldwijd gemonteerd.
We gaan niet in op alle verschillende type's en toepassingsmogelijkheden, al moet men wel een gedegen theoretische kennis hebben van de turbo's om de verschillende karakteristieke klachten goed te kunnen plaatsen. Dat geldt met name voor olielekkages, olieverbruik en rookklachten. DIAGNOSE TURBODIESELMOTOREN Bij een goed onderhouden en goed werkende motor zal een turbo jarenlang zonder storingen functioneren. Meestal komen de klachten door slecht onderhoud of verkeerd gebruik van de turbo. Wijs de gebruiker steeds op de correcte manier hoe hij een motor met turbo aanen afzet. Als de motor, draaiend met volle belasting, direct wordt afgezet (nog even gas geven voordat men de motor afzet), dan zal de turbo nog een hele tijd blijven doordraaien, terwijl de olie druk al is weggevallen. Dit resulteert veelal in lagerschade bij de turbo. Wijs hem er ook op dat als hij de motor start hij deze even (ca. 20 seconden) stationair laat draaien alvorens gas te geven. Dit dient om te zorgen dat er voldoende oliedruk bij de turbo aanwezig is. Het is ook van belang dat hij het oliepeil regelmatig controleert en de juiste, voorgeschreven olie gebruikt om bij te vullen. In de afbeelding hiernaast zien we met welke spelingen men heeft te maken bij de lagering van de turboas. Ook toerentallen van de turbo kunnen zeer hoog worden afhankelijk van de grote van de motor en type turbo kunnen deze oplopen tot 240 000 tr/min. Het smeeringscircuit van de turbo Op het moment dat de turbo druk levert is het noodzakelijk dat er voldoende olie bij de turbo komt. Dit is natuurlijk afhankelijk van de grote van de turbo, maar bij een kleine turbo is dit al snel 3 tot 5 liter per minuut,dit in verband met de oplopende temperatuur. De temperatuur van de olie bij de ingang van de turbo is maximaal 150°C. Deze wordt verhoogd met ongeveer 20°C binnen in de turbo.De maximale temperatuur van de wanden in de turbo is 250°C tijdens de werking en kan 330°C bereiken bij uitschakeling in warme toestand.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
15
Olie verdampt vanaf 240°C waardoor de olie verkoold. Deze verkoolde olie zet zich af in de turbo waardoor deze langzaam dicht slipt. Olietoevoergaatjes gaan dicht zitten en de warmteoverdracht wordt minder en als dit regelmatig gebeurt zie men dat dit het begin van het einde van de turbo is.
VRAAG 3. Welke klachten of symptomen duiden op turbostoringen?
Te weinig trekkracht
Hoog olieverbruik
Blauwe rook
Luidruchtige werking van de turbo
Zwarte rook
Te weinig trekkracht Te weinig trekkracht en zwarte rook gaan veelal samen met turboklachten en duiden beide op een tekort aan luchttoevoer. Dit kan zijn: een lek in het in- of uitlaatsysteem of verstoppingen van de luchttoevoer.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
16
VRAAG 4. Waarom zal een lek in het uitlaatsysteem gevolgen kunnen
hebben voor de turbodruk aan de inlaatzijde?
Een lek in het uitlaatsysteem vóór de turbo zorgt ervoor dat er minder uitlaatgas langs de uitlaatgasturbine zal stromen. Dit betekent dus dat er minder energie beschikbaar is voor de compressor, waardoor deze een lagere druk zal leveren. Een lek in het uitlaatsysteem na de turbo zal echter geen merkbaar verschil geven voor de te leveren turbodruk.
Lekkage zal men - met enige ervaring - kunnen opsporen door te luisteren of anders door middel van meten en afpersen.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
17
Blauwe rook Blauwe rook duidt op de verbranding van olie. Dit kan veroorzaakt worden door óf een olie lekkende turbo óf door de motor zelf. Controleer hierbij eerst of het oliepeil niet te hoog is en of het luchtfilter of de luchtaanvoerpijpen niet verstopt of afgekneld zitten. Er ontstaat nu immers een groot vacuüm aan de compressorkant van de turbo, waardoor er olie via het lagerhuis van de turbo wordt aangezogen. Controleer ook of de turbinewielen goed vrij lopen (niet slepen of beschadigd zijn). De olie-afvoerleiding moet op goede ligging gecontroleerd worden:
Demonteer dan de retourleiding en controleer deze op vernauwing, verstopping of beschadiging. De carterventilatie is ook zeer belangrijk; controleer deze nu op goede werking. Maak ten slotte het uitlaatspruitstuk los en controleer dit op oliesporen. Is dit het geval, dan is het euvel waarschijnlijk te wijten aan de motor. Olietoevoer Voor een correcte werking van een turbo moet de olietoevoer goed zijn en zonder onderbreking stromen. Een manier om dit te controleren is om de olietoevoerleiding aan de turbo los te maken en deze in een maatbeker te leggen. Nu start men de motor een halve minuut, zonder dat deze aanspringt, en kijkt men hoe de olie wordt aangevoerd en de hoeveelheid die geleverd wordt in een halve minuut. Afhankelijk van de grote zijn dit 2 tot 10 liter afhankelijk van de fabrieksgegevens.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
18
Hoog olieverbruik Als alle voorgaande controles uitgevoerd zijn, zal de oorzaak waarschijnlijk in de motor zelf gezocht moeten worden. Luidruchtige werking van de turbo Controleer eerst alle drukleidingen die verbonden zijn of deel uitmaken van het inen uitlaatgedeelte. Als dit allemaal goed is, zal het geluid waarschijnlijk van de turbo zelf afkomstig zijn. Kijk of de turbo-as vrij rond loopt en of de turbine- en compressorwielen van de turbo niet aanlopen of beschadigd zijn. Als dat het geval is, moet de turbo gerepareerd of vervangen worden.
Storingstabel We gaan nu verder met het analyseren van de defecte turbo.
Er zijn drie basisoorzaken voor beschadigingen van een turbo:
Een tekort aan smering
Inslag van vreemde voorwerpen
Vervuilde smeerolie.
Overspeed
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
19
Een tekort aan smering Dit zal zich uiten in een defect aan de lagers. Gevolg: versnelde slijtage en daardoor aanlopen van de turbinewielen of vastlopen van de as en zelfs het breken hiervan. Het meten van de oliedruk bij de drukleiding is daarom zeer belangrijk. De olietemperatuur van een goed werkende turbo moet liggen tussen de 60°C en 90 °C. Bij een tekort aan smeerolie zal de temperatuur bijna onmiddellijk oplopen tot wel 250 °C. Je heb in de grafiek op blz. 16 kunnen zie wat er dan met de olie gebeurt. Ook de olie-afvoer is zeer belangrijk in verband met een vlotte doorstroming van de olie. Als de afvoer dichtkoekt of afgekneld is, zal de doorgang sterk belemmerd worden. Realiseer je ook, dat behalve olie, ook nog een belangrijke hoeveelheid uitlaatgassen door dezelfde retourslang moeten worden afgevoerd. Voor elk deel olie moeten 4 à 5 delen gas mee. Vandaar dat de diameter van de afvoerslang zo groot gekozen is. VRAAG 5. Welke gevolgen kunnen er optreden bij een slechte olieafvoer in
de turbo?
Olie lekkage Hoog olieverbruik Blauwe rook Inslag van vreemde voorwerpen Losgeslagen delen uit de motor, zoals brokstukken van de kleppen of zuiger kunnen grote schade aan de turbinewielen veroorzaken. Wanneer een voorwerp de vanen van het turbinewiel treft, zullen deze verbuigen. Daardoor ontstaat onbalans en dus trillingen, waardoor de turbine-as of de vanen kunnen breken. Beschadiging aan het compressorwiel ontstaan meestal door schurende materialen zoals zand en vuil. Deze zorgen voor slijtage van de vanen, hetgeen resulteert in vermogensverlies. Het binnentreden van zand en vuil komt meestal door een vuil of defect luchtfilter of een lek tussen luchtfilter en turbo. VRAAG 6. Waar duiden verbogen vanen op?
Binnentreden van stukjes zacht materiaal (bijv. poetsdoek, rubber).
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
20
Vervuilde of slechte kwaliteit olie Dit zal gevolgen hebben voor de mechanische toestand van de turbo (lagers, verstopte olieboringen en aangekoekte olie). De turbo wordt onder druk gesmeerd met de aanwezige motorolie. Aangezien de passingen en de oliedoorvoergaatjes zo klein zijn en de olie zeer hoog belast wordt, zal het duidelijk zijn dat men niet op de kwaliteit van de olie mag beknibbelen. Ook de verversingstermijnen van olie en filters moet men strikt opvolgen. Overspeed Dit verschijnsel doet zie voor bij zeer hoge toerentallen van de turbo. Dit kan gebeuren door overtoeren van de motor(op hol slaan) of een defecte regeling van de turbo. Denk hierbij aan waste-gate of variabel turboregelingen. Hierbij worden stukken uit de turbine- of compressorbladen getrokken. Turbodruk-regeling Omdat men bij de moderne motoren al bij lage toerentallen een hoog vermogen wil hebben, wordt de turbo zo overbemeten dat deze al bij een laag toerental een behoorlijke druk kan leveren. Dit houdt echter in, dat men bij hoge toerentallen een te hoge turbodruk krijgt. Om deze druk te regelen wordt er met behulp van een membraan en een klep een bypass-kanaal (waste-gate) gecreëerd op de uitlaat- of turbinezijde van de turbo. Hiermee wordt de maximale druk in het inlaatsysteem geregeld.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
21
Variabel turbo Kleinere en moderne turbo‟s kunnen tegenwoordig uitgevoerd zijn als variabele turbo. Hiermee wordt bereikt dat de turbo bij lage toerentallen al in werking treed. Men heeft het effect van een kleine turbo die bij lage toerentallen al druk levert en bij hoge toerentallen veel liters lucht kan leveren. Hiermee wordt over een breed toerentalgebeid een hoog koppel geleverd en het zogenaamde “turbogat” verdwijnt.
Verstelbare schoepen
Verstelbare ring over turbinewiel
Scheuren in turbinehuizen Vrijwel alle turbo's vertonen na verloop van tijd krimpscheuren. Vooral bij motoren die zwaar belast worden, treden deze scheuren snel op. In de meeste gevallen zijn deze scheuren toelaatbaar en doen niets af aan de werking van de turbo.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
22
In de turbinevoet zijn de volgende scheuren ongevaarlijk, mits het afdichtingsoppervlak intact is:
Scheurtjes met een maximale lengte van 15 mm. Op een hoek is de maximale lengte 6 mm. (A) Scheurtjes in het tussenschot van de turbinevoet, zelfs door en door op voorwaarde dat ze maximaal 35 mm lang zijn. Twee scheurtjes in het tussenschot moeten minimaal 12 mm van elkaar af zitten. (B) Twee scheurtjes die naar elkaar toelopen moeten ten alle tijden minimaal 6 mm van elkaar verwijderd blijven en mogen elk niet langer dan 15 mm zijn. (C)
Het werken aan turbo's Reparatiewerkzaamheden aan de turbo kan men beter aan de specialist overlaten. Als je weet dat de turbo snelheden bereikt die liggen tussen de 30.000 en 240.000 toeren per minuut, dan kun je je voorstellen wat dit betekent voor de nauwkeurigheid waarmee men moet werken met betrekking tot lagering en uitbalancering. Er zijn echter situaties waarbij je zelf wat aan de turbo moet repareren. Zaak hierbij is, dat men heel zorgvuldig en nauwkeurig de fabrieksgegevens opvolgt. Reiniging Om te beginnen moet de omgeving, vooral rond de turbo, goed schoon zijn. Dit houdt in dat zowel de motor, rond de turbo, als de turbo zelf gereinigd moet worden. Om het een en ander schoon te krijgen kan het beste met voorgeschreven reinigingsmiddelen worden gewerkt. Om nu zand of andere delen uit naden en hoekjes te krijgen kan ook gebruik worden gemaakt van perslucht. Hierbij moet echter wel in acht worden genomen dat perslucht schade (roestvorming) kan veroorzaken op „kale‟ metaaldelen. Dit omdat er vocht in de lucht kan zitten. Demontage Als de omgeving rond de turbo schoon is kan met de demontage worden begonnen. Raadpleeg voor de demontage altijd het werkplaatshandboek. Veel fabrikanten hanteren hun eigen werkvolgorde en niet elke turbo is gelijk. Tijdens de demontage is het van groot belang dat er niet met grof geweld wordt gewerkt. Dat wil zeggen dat er niet met hefbomen, zoals schroevendraaiers en de koevoet of iets dergelijks, de behuizing van het middengedeelte wordt gescheiden. Namelijk bij een juiste werkmethode kunnen de twee behuizingen zonder al teveel kracht van elkaar worden gescheiden. Hiertoe moeten wel alle bevestigingen zijn losgehaald. Als er wel met hefbomen wordt gewerkt is de kans zeer groot dat de pasvlakken moeten (beschadigingen) oplopen waardoor de werking van de turbo verslechterd of in het ergste geval ophoudt.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
23
Controle Als de turbo uit elkaar ligt kan deze op velerlei punten worden gecontroleerd. Controlepunten zijn:
Radiale en axiale speling turbine as
Slingering turbine as
Zijdelingse slingering turbine wiel ten opzichten van turbine as
Visuele controle van alle onderdelen op beschadigingen
Controle van de lagering
Controle van afdichtingen
Voorwaarde voor controle is dat alles volgens voorschrift is gereinigd. Dit voorkomt dat er eventuele meetfouten worden gemaakt. En met schone spullen werkt het allemaal iets gemakkelijker. Nadat deze controles zijn uitgevoerd kan hieruit een conclusie worden getrokken. Dit kan varieren van reparatie tot vervangen van delen of de gehele turbo. Montage Na het oplossen van de problemen, eventuele reparaties zijn uitgevoerd, kan de turbo weer in elkaar worden gezet en op de motor worden geplaatst. Het is belangrijk hierbij te onthouden dat keerringen en pakkingen altijd moeten worden vervangen. Wordt dit niet gedaan, is de kans op lekkages op deze plekken zeer groot. Verder moeten de delen allemaal (nog steeds) schoon zijn. Op de plaatsen waar het staat voorgeschreven moet de nodige olie of smeermiddelen worden aangebracht, om de maximale prestaties en minimale schade te krijgen. Verder is het van groot belang dat alle bevestigingen volgens het voorgeschreven moment worden aangehaald. Een te klein moment kan lekkages opleveren en een te groot moment kan schade in de vorm van scheuren opleveren. Tips voor montage van een nieuwe of ruilturbo Het is zeer belangrijk dat voordat men een nieuwe of gerepareerde turbo gaat monteren, men de oorzaak van het defect van de vorige turbo opspoort en verhelpt. Als de oorzaak niet wordt weggenomen, zal ook de nieuwe turbo aan hetzelfde euvel kapot gaan. Dit kan al na enkele minuten.
Olie-afvoerpijp Deze volledig demonteren en schoonmaken, controleren op beschadigingen, deuken en vernauwingen. Bij twijfel altijd vervangen.
Carterventilatie Deze moet schoon zijn en correct werken.
Pakkingmateriaal Geen vloeibare pakkingen gebruiken op de olietoevoer- en afvoerleidingen.
Olie en filters Nieuwe olie- en luchtfilters monteren en olie verversen.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
24
In- en uitlaatsystemen Uitlaat controleren op gasdichtheid. De inlaat controleren op lekkages en de intercooler op vervuiling en lekkages controleren.
Voorsmeren Voordat de olietoevoerleiding wordt gemonteerd, dient de turbo voorgesmeerd te worden via de olietoevoeraansluiting.
Starten Nadat de turbo gemonteerd is, de motor starten en enkele minuten stationair laten lopen. Daarna pas het toerental opvoeren.
Proefdraaien en na afloop controleren op olie- en in- of uitlaatlekkages. Systeem controle Om het een en ander over de werking van de drukvulling te weet te komen kan een systeem controle worden uitgevoerd. De systeem controle staat veelal omschreven in het werkplaatshandboek. Punten die tijdens zo‟n systeem controle aan bod kunnen komen zijn:
Turbodruk(ken)
Snelhe(I)d(en)
Oliedruk(ken)
Belasting(en)
Olietemperatu(u)r(en)
Versnelling(en)
Toerental(len)
Maar ook controle van olie- en koelvloeistofleidingen op verstopping en ligging en controle van de turboregeling zoals de waste-gate horen bij de systeem controle. Na deze systeem controle worden de gemeten waarden vergeleken met de fabriekswaarden en kan er een conclusie uit worden getrokken. Hiermee is er dan meer informatie bekend over een eventuele storing, schade of iets dergelijks. Een systeem controle kan leiden tot demontage van de turbo, maar een systeem controle kan ook worden uitgevoerd na demontage. Daarmee kun je namelijk je eigen werkzaamheden controleren en kijken of de problemen zijn opgelost. Mechanische controle motoronderdelen Tijdens de RPT-dag is er ook een opdracht om diagnose te stellen aan beschadigde delen van een motor. Ervaring is hier zeer belangrijk. Blijf kijken en vragen in jouw werkplaats en ben nieuwsgierig naar probleemgevallen. Hiermee bouw je een schat aan ervaringen op Dit is het einde van de Zelfstudie. Deze Zelfstudie is zo universeel mogelijk opgezet. Er bestaat echter in de praktijk geen universele uitvoering. Alle fabrikanten hebben hun eigen uitvoeringen en oplossingen. Als je hierover onduidelijkheden bent tegengekomen of vragen hebt, zoek dit dan uit in je eigen werksituatie en breng het op de RPT-dag ter sprake tijdens de behandeling van de Zelfstudie. Veel succes op de RPT-dag.
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
Instructeur
Zelfstudie
25 VOORBEELD INSPECTIERAPPORT
Dealerstempel
Merk Type Bouwjaar Sleutelnummer Opleverdatum Service-opdrachtnummer
Omschrijving
JA
Ligt motor waarschijnlijk in lijn? Zijn originele dempers gebruikt? Is indrukking voorste dempers gelijk? Is indrukking achterste dempers gelijk? Zijn motorsteunen origineel? Is fundatie geschikt? Is luchttoevoer voldoende? Is motor goed toegankelijk?
Brandstofsysteem Is een waterzak aanwezig? Is de inhoud van de waterzak minimaal 1 liter? Is de waterzak aftapbaar? Doorlaat van de toe- en afvoerleiding voldoende? Retour boven in tank? Ontluchting? Flexibel aangesloten op motor? Elektrisch systeem Is boordnet op accu of startmotor aangesloten? Laadt accu op? Is doorsnede accukabels voldoende?
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
NEE
Instructeur
Zelfstudie
26
Omschrijving
JA
Uitlaatsysteem Uitlaatsysteem droog Is doorlaat van de uitlaat voldoende? Is uitlaat voldoende beveiligd tegen binnenstromend buitenwater? Is uitlaat flexibel aangesloten op motor? Komt uitlaat boven de waterlijn uit? Bevindt koelwaterinjectie-aansluiting zich op vereiste hoogte? Zo niet, is beluchtingsventiel aanwezig? Bediening Type bedieningskast Blijft toerental gelijk bij schakelen van neutraal naar vooruit? Blijft toerental gelijk bij schakelen van neutraal naar achteruit? Worden de juiste standen van keerkoppeling bereikt bij schakelen? Is kabel spanningsvrij in neutrale positie? Zijn kabels goed gemonteerd? Is stopkabel goed gemonteerd? Koelsysteem Tussenkoeling Heeft toe- en afvoerleiding voldoende doorlaat? Is doorlaatdiameter buitenboordkraan voldoende? Is er een wierbak? Zijn de doorlaten hiervan voldoende? Is het uitgesloten dat de zuigleiding samenknijpt? Kan er koelwater in het uitlaatspruitstuk komen? Is zwanenhals aanwezig? Kielkoeling Is systeem zelfontluchtend? Is koeloppervlak juist? Hebben leidingen voldoende doorlaat? Wordt er gekoeld d.m.v. pijpen? Is zwanenhals aanwezig?
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
NEE
Instructeur
Zelfstudie
27
Omschrijving
JA
Schroefasinstallatie Flexibele koppeling? Schroefasdiameter Schroef Diameter Spoed Aantal bladen Gedragingen motor tijdens proefvaart Draait de motor goed? Stationair toerental Max. toerental belast Max. toerental onbelast Trilde het schip? Start de motor direct na proefvaart? Toelichting indien een vraag met nee is beantwoord:
Ingebruikstelling
Handtekening
Datum Plaats
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11
NEE
Instructeur
Zelfstudie
28
VOORBEELD SCHADERAPPORT Dealerstempel
Factuurnr. Naam klant Adres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Merk
Type
Bouwjaar
Sleutelnr
Motornr
Draaiuren-stand
Naam schip Technicus
Datum
Demontage en montage van:
Onderdelen
Bedrag
Opmerkingen/aanvullende afspraken
€
Naam expert
tel.
Verzekeringsmij
tel.
Polisnummer Schadenummer Klein materiaal
Nieuwwaarde
Plaatwerk
Dagwaarde
Spuitwerk
Restwaarde
Werk van derden
Taxatiekosten*
Berging/stalling
*Altijd te voldoen OPDRACHT TOT SCHADEREPARATIE
Arbeidsloon € UUR à €
€
TOTAAL EXCL.BTW BTW(..........%)
€ €
TOTAAL INCL.BTW
€
Datum
EVMT 23 MOTORDIAGNOSE 08-11