Raad van kerken O – W – D – H. Orgelspel Woord van welkom Aansteken van de kaarsen Intochtslied:
door de RvK.afgevaardigde Marlies
(we gaan staan) Evenals een moede hinde…
allen Psalm 42: 1 en 2. NLB 42
Liturgische begroeting Ceremonie met het water Karafdragers: Roseline E. AartArie JM. Susan C. Jan v.R. Herrie V. en Katelijne. ondertussen zingen allen: Lied: U kennen, uit en tot U leven… allen Gez. 653: 1,3. NLB 653: 1-3. Drempelgebed v. Almachtige God, laat uw adem over ons komen. Breng eenheid en respect voor verschillen. a. Beadem ons met verdraagzaamheid, dat we elkaar waarderen en één gemeenschap vormen. v. Beadem ons met vuur. Maak één wat is gescheurd en genees wat ziek is. a. Beadem ons met uw genade, dat we haat overwinnen, dat we ons bevrijden van geweld. v. Beadem ons met leven. Versla de dood en overwin het graf. a. Gezegend bent U, God van barmhartigheid, Vader, Zoon en heilige Geest, U, die alle dingen nieuw maakt. Amen. Lied: U kennen, uit en tot U leven…
allen
Gez. 653: 6,7
NLB. 653: 6-7.
Kyrie Glorialied: Loof God, loof Hem overal… Moment voor de kinderen
Psalm 150 : Vers 1-2. NLB 150: 1 – 2.
Kijk eens wat ik heb meegenomen. Weten jullie wat dat is? Een kristal Wat gebeurt er met een kristal als er licht doorheen schijnt? Dan zie je allemaal verschillende kleuren, net een regenboog. En als je hem een beetje beweegt, dan lijkt het net op…water. Vandaag gaat het over water. Dat hebben we net al gezien toen er water in het doopvont werd gegoten. Water namens verschillende kerken in één doopvont. Want het mooie is, als kerken zijn we best een beetje verschillend, maar de doop is iets wat we delen met elkaar. Straks gaan we een verhaal lezen over een ontmoeting bij een waterput. Jezus heeft dorst, maar hij heeft geen emmer om water uit de put te halen. Daarom spreekt hij een vrouw aan, een buitenlandse vrouw. Is dat wel verstandig? En wat denk je, zou zij hem water geven? We gaan straks horen hoe dat afloopt. Als je straks goed naar het verhaal luistert, dan hoor je dat Jezus ook nog over een ander soort water spreekt. Water kan dus verschillende betekenissen hebben in de bijbel. En dat past dan weer mooi bij de kristal, of bij de waterdruppel: Als er licht op schijnt zie je soms ineens heel veel verschillende kleuren. We gaan nu met elkaar 2 keer lied 359 zingen en ik denk dat iedereen de melodie wel kent. Lied: Leven is gegeven…
NLB. 359: vers 1. 2 x zingen NLB 359: 1.
Lezing 1. Genesis 24: 42 – 46
Marlies
Tussenzang En de Geest en de bruid zeggen: Kom ! En die het hoort zegt: Kom ! En wie dorst heeft kome. En wie wil, neemt het water des levens om niet; neemt het water des levens om niet. Lezing 2. Johannes 4: 4-19, 27-30, 39-42.
tekst op de beamer door drie cantores
deze tekst op de beamer geen nootjes.
Daarna zingen we ubi caritas
Het geschiedde dat Jezus onderweg ging van Judea naar Galilea. Daarvoor moest hij door Samaria heen. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’
‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ Daarop zei de vrouw: ‘Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent! Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Wat wilt u daarmee?’ of ‘Waarom spreekt u met haar?’ De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe. In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in hem door het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van me.’ Ze gingen naar hem toe en vroegen hem bij hen te blijven. Toen bleef hij nog twee dagen. Nog veel meer mensen kwamen tot geloof door wat hij zei; ze zeiden tegen de vrouw: ‘Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben hem zelf gehoord en we weten dat hij werkelijk de redder van de wereld is.’ Acclamatielied:
Ubi caritas et amor…
allen
NLB. 568a - 3x zingen NLB 568a
Lieve mensen, Wanneer je vandaag op de kaart de plaats Sichar wilt vinden, dan kom je uit op de westelijke Jordaanoever. Een gebied waar al lang wordt gestreden en waar nog maar weinig mensen durven vertrouwen in vredesvoorstellen. Een gebied waar sinds jaar en dag wordt gedacht in wij en zij. Hoe vergelijkbaar is het toneel van de ontmoeting tussen Jezus en de vrouw uit Samaria. Normaal gesproken vermijden joden en Samaritanen elk contact met elkaar. Voor de Joden zijn Samaritanen gemengd en onzuiver. Samaritanen vinden het op hun beurt moeilijk om de Joden te accepteren, omdat ze hun tempel op de berg hebben vernietigd. Joden reizen daarom liever niet door Samaria. Ze verkiezen meestal om een omweg te nemen. Een vertaling naar onze tijd is niet heel moeilijk. Ik denk dat velen van u het wel zullen herkennen: dat die ander, die zo anders is, ook wel een beetje bedreigend kan zijn? Dat we, zeker na de afgelopen weken, misschien wel met een soort angst naar bepaalde wijken kijken, waar zoveel mensen wonen die anders zijn dan wij? Dat we ons daar minder op ons gemak voelen. Dat we eerst willen weten hoe er over de aanslagen wordt gedacht, voordat we iemand durven te vertrouwen?
Voor Jezus is “door Samaria gaan” noodzakelijk om de ander te ontmoeten, de ander die zo verschillend is en die gezien wordt als bedreiging. Die ander die ook nog een vrouw is en die hij volgens de normen van zijn eigen cultuur niet zomaar zou mogen aanspreken. Hij doorbreekt daarmee meerdere taboes: het taboe van contact met een Samaritaan waarvan je onrein zou kunnen worden en het taboe van alleenstaande mannen en vrouwen die niet zomaar met elkaar mogen praten. En toch doet hij het. Toch wil hij de vrouw ontmoeten en haar de hand reiken. De vrouw schrikt ervan: Hoe kunt u als Jood mij om drinken vragen? En daarmee raakt ze aan de kern van waar ik het vandaag over wil hebben: Durven wij elkaar om drinken te vragen? Of in de figuurlijke zin: Durven wij bij elkaar de bron aan te boren van het water dat leven geeft? Want hebben wij elkaar daar niet juist voor nodig, in plaats van dat we in een boog om elkaar heen lopen. Een hoogleraar aan de VU, Hans de Wit deed de afgelopen 15 jaar onderzoek naar hoe christenen over de hele wereld de bijbel lezen. Juist dit verhaal over de Samaritaanse vrouw bij de bron legde hij voor aan meer dan 130 groepen Christenen in Europa, Afrika, Azië en Amerika. Daarmee deelden ze niet alleen het verhaal over de bron, maar deelden ze ook de bron die leven geeft; de bijbel.
Een van de kernvragen van het onderzoek was: Wat gebeurt er als christenen die leven en geloven in zeer verschillende omstandigheden eenzelfde Bijbeltekst lezen en daarover met elkaar in gesprek raken?
Al vrij snel bleek dat mensen het verhaal zich heel verschillend toe-eigenden. Een groep ex-prostituees uit de Filipijnen die samen de bijbel lazen herkenden zich onmiddellijk in de Samaritaanse vrouw, terwijl Nederlanders bleven worstelen met de vraag hoe je in het algemeen met de tekst moet omgaan. Wij, de Nederlanders, wilden meer weten over de historische achtergronden van de tekst en over de literaire structuur. En toch ontgaan je dan ook dingen, juist als je het verhaal zo grondig bestudeerd op grond van allerlei geschreven bronnen. Zo was men zich in de zuidelijke landen bijvoorbeeld veel meer bewust van het feit dat het toch wel heel vreemd is dat de vrouw rond het middaguur water ging halen.
Zo’n zware taak doe je toch niet op het heetst van de dag. Wat zou daar achter zitten? Zou de vrouw de drukte willen vermijden van het gebruikelijke uur om water te putten? Zou ze uitgestoten zijn uit de gemeenschap, vanwege haar vele mannen? Een groep christelijke Zulus vroeg zich af wat de vrouw alleen bij de bron deed. Een bron is toch een ontmoetingsplek. Zou ze iets van plan zijn geweest? Zou ze iets gewild hebben van Jezus?
Een groep vrouwen van gedetineerden uit India herkenden zich onmiddellijk in de vrouw. Als Jezus zegt: haal je man, is dat een voor haar vervelende vraag. Ook de exprostituees uit de Filippijnen haalden dat moment eruit: We hebben de neiging, zeiden ze, om ons verleden te verduisteren. Maar pas als je je verleden onder woorden brengt, het publiek maakt, kan er genezing optreden. Stellen wij soms ook niet van die ongemakkelijke vragen, bijvoorbeeld als we vragen naar iemands partner, terwijl de persoon alleenstaand is? En hoe voelt iemand zich in onze gemeenschappen, nadat zijn of haar relatie is stukgelopen? Het zijn de vrouwen uit de Filipijnen en uit India die me bewust maken van deze vragen. Een groep uit Bolivia herkende de vraag van Jezus naar de man, vanuit de eigen machocultuur, waarin het vanzelfsprekend is dat de vrouw toestemming van de man nodig heeft voordat ze zelf naar buiten kan treden. In onze cultuur is dat veel minder sterk aanwezig, maar de machtsverhouding tussen mannen en vrouwen is niet op alle terreinen zoals we die zouden willen.
Wat kunnen wij als kerken, ook naar elkaar toe, betekenen als het gaat om de emancipatie van vrouwen en het bevorderen van gelijkwaardigheid.
In het onderzoek van Hans de Wit werden naast deze verschillen ook overeenkomsten ontdekt. De belangrijkste overeenkomst in het verstaan van het Bijbelverhaal is wel dat algemeen ontdekt wordt dat het Bijbelverhaal culturele codes kraakt, die leiden tot het uitsluiten van mensen. Het verhaal doorbreekt ideeën over onderdrukking en minachting van de vrouw. De groepen leerden van elkaar hoe de uitgesloten vrouw wordt tot een bron van nieuw evangelie. En je kunt je dus afvragen of er in onze kerken ook mensen zijn die niet volledig tot hun recht komen of die niet voldoende gehoord worden. Mensen die, wanneer we met hen in gesprek gaan, wellicht voor ons juist een bron van evangelie kunnen zijn.
Concluderend over het onderzoek zou je kunnen zeggen dat het bij het Bijbellezen veel meer om interactie gaat, die tot een nieuw perspectief leidt, dan om het vastleggen van een betekenis. De tekst is als een prisma, een kristal, je ontdekt er iedere keer weer iets nieuws in. In het verhaal van de Samaritaanse vrouw bij de bron heeft Jezus zich afhankelijk gemaakt van de hulp van Samaritanen. Hij heeft dorst en, zoals de vrouw fijntjes opmerkt, geen emmer om water te putten. Zouden wij elkaar ook zo om hulp kunnen vragen? Als gemeenteleden van verschillende kerken? Of als mensen van verschillende godsdiensten? Ik zeg daarmee niet dat we precies hetzelfde moeten worden. Dat we allemaal hetzelfde geloven. Maar zou het niet goed zijn om elkaars bronnen van inspiratie te leren kennen? Zou dat niet helpen om de weg naar vrede te vinden?
Na haar gesprek met Jezus laat de Samaritaanse vrouw haar kruik staan en gaat ze terug naar het dorp om over haar ontmoeting met Jezus te vertellen. Dat betekent dat ze verder kan in haar leven; zij is niet langer beperkt door de rol die de maatschappij haar heeft opgelegd. Ze heeft iets groters gevonden, iets beters dan het water waar ze voor kwam. In het evangelie van Johannes is zij de eerste persoon die Jezus verkondigt als de Messias.
Wat kunnen wij bij de bron van Jacob laten staan? Misschien onze angst om anders te zijn dan mensen om ons heen? Misschien onze angst voor mensen die anders zijn dan wij? Of onze onwennigheid om iets van ons geloof te laten zien aan anderen? Vandaag zijn we hier bij elkaar met mensen van verschillende kerken, uit verschillende streken van het land, van verschillende leeftijden, verschillend geslacht. Zullen we het eens proberen. Gewoon bij de koffie. Jezelf voorstellen aan iemand die je nog niet kent en een gesprek beginnen over wat voor jou een bron van inspiratie is. Zullen we die onwennigheid of die angst gewoon is bij de put van Jacob laten staan? Braziliaanse Christenen schrijven ons in de brochure van de Raad van Kerken: Gods grootheid is zonder grenzen en daarom kan niemand in zijn eentje de diepte van de bron peilen. We doen onszelf enorm te kort als we altijd in ons eigen veilige kringetje blijven. We hebben hulp nodig van onze broeders en zusters. Des te meer we zoeken naar verbondenheid, we onze emmers delen en onze stukken touw samenvoegen, des te dieper kunnen we putten uit de bron. Als wij accepteren dat we elkaar nodig hebben, dan kunnen we van elkaar leren.
Kom, zegt Jezus, volg mij een vreemde wereld in. Durf vreemdeling te zijn, durf van die ander te leren Kom, als je dorst hebt, en ik geef je levend water. Moge de Geest ons inspireren om die weg te gaan, die weg naar de ander, de weg achter Jezus aan. Amen Antwoordlied: En de geest en de bruid Bevestiging van het geloof: (we gaan staan)
( de tekst komt uit Honduras)
Ik geloof, almachtige God, dat U de aarde gemaakt heeft, de hemel, de zee en alles wat bestaat. Alles in de hemel, op de aarde en in de zee behoort u toe. Vader, God van alle mensen, voor U zijn we allemaal gelijk. U bent de Vader van de armen, omdat allen voor U even lief zijn. Ik geloof dat U mens werd in de schoot van Maria, een dorpsvrouw, arm en maagd. U geeft aan de mensen hun waardigheid terug, door in ons het beeld te herstellen, waarnaar de Vader ons schiep. Ik geloof dat U leven bent en licht, waarlijk God en echt mens. De Vader heeft u ons getoond, Die voor ons zorgt en van ons houdt. U bent bij ons gebleven, toen de leiders U vermoordden. Voor altijd leeft U lijdend in ons. Ik geloof dat U deze moordzuchtige wereld omvormt door de kracht van de Geest en de goddelijke macht van de liefde. Verrezen leeft U. U bent bij ons in de strijd voor de opbouw van uw rijk. Uw rijk dat liefde is, gerechtigheid en vrede. Amen. De kinderen komen terug uit de kindernevendienst Bericht van overlijden en lichtje aan steken
Voor de volgende mededelingen, en dat zijn er 3, wil ik vragen of u, indien mogelijk wilt gaan staan: Vanuit de Protestantse Kerk van Oosterbeek en Wolfheze Op maandag 12 januari is volkomen onverwachts overleden Ada Murray- Eugster overleden. Tijdens een overleg van het wijkteam waar zij deel van uitmaakte werd zij getroffen door een zware hersenbloeding, waaraan ze later die avond is overleden. Ada werd 69 jaar. Zij woonde met Luuk aan Molenberg 1, 6862 EZ Oosterbeek. Gisteren was de afscheidsdienst in de Vredebergkerk, waarna zij is begraven op natuurbegraafplaats Heidepol. Ada Murray was lid van de Protestantse Gemeente OosterbeekWolfheze. Op vrijdagmiddag 16 januari is op 91 jarige leeftijd overleden ANDRÉ ATTASIO, echtgenoot van IEN ATTASIO-JIMMINK. Zij wonen op Sonnenberg nr. 14 te Oosterbeek. Na hun verhuizing uit Doorwerth bleven zij voorkeurslid van de Prot. Gemeente Doorwerth-Heveadorp. De afscheidsbijeenkomst is a.s. vrijdag om 13.45 uur in het Rouwcentrum van Uitvaartverzorging Mijnhart, Utrechtseweg 220 te Oosterbeek. De crematie vindt daarna plaats in kleine kring in Crematorium Moscowa. Op vrijdag 16 januari overleed eveneens Jan Sellies in de leeftijd van 91 jaar. Jan Sellies woonde op de Utrechtseweg 101 en was lid van de Christelijk Gereformeerde kerk in Oosterbeek. De afscheidsdienst zal komende vrijdag plaatsvinden om 11 uur in de Vredebergkerk. Voorafgaand aan de dienst is er gelegenheid tot afscheid nemen. Ter nagedachtenis aan deze overledenen zijn we een moment stil, waarna we het eerste couplet zingen van het lied: Licht dat ons aanstoot in de morgen. Terwijl wij zingen zullen kaarsjes worden aangestoken aan het licht van de paaskaars en deze zullen worden gebracht bij het gedachtenispaneel. Daarmee laten wij het licht van de opstanding schijnen, over hen die ons zijn ontvallen, omdat wij geloven, dat de dood niet het einde is, maar een nieuw begin. Voorbede
Jan, formuleert zelf de voorbede, niet op beamer
Lied: O Lord hear my prayer… Kinderen delen gebedskaartjes uit aan alle aanwezigen Collecte: Er is slechts één collecte. De RvK. bestemt deze voor de vrijwilligersorganisatie Medical Checks for Children (MCC). Neuroloog Mechelien Ruijs werkt in ziekenhuis Rijnstate. Ook werkt zij van tijd tot tijd vrijwillig in Bangladesch voor MCC. Zij behandelt in het district Barisal schoolgaande kinderen die ondanks dat ze naar school gaan, te arm zijn om ziektekosten te betalen. Tevens ontvangen hun ouders gratis gezondheidsvoorlichting. Uitgangspunt van MCC is: Per gebied vijf jaar op rij missies uit te voeren en zo een generatie kinderen de kans te geven gezond op te groeien. MCC opereert uitsluitend met vrijwilligers.
Elke donatie is dus van harte welkom. Dank voor uw bijdrage! Slotlied: De steppe zal bloeien…
allen NLB.608, vers 1 en 2 NLB.608, 1-2.
Zegen: (gemeente gaat staan) De zegenbede van St. Patrick… Orgelspel Tijd om elkaar even te ontmoeten of na te praten bij een kop koffie/thee.