Evaluatie M25 Rotterdam
Wendy Buysse Niek Fransen Willemijn Roorda
RAPPORT
Evaluatie M25 Rotterdam
Wendy Buysse Niek Fransen Willemijn Roorda
Plaats, 29 juni 2012
2
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Inhoud 1
Inleiding .................................................................................................................................... 4 1.1
Aanleiding ............................................................................................................................ 4
1.2
Vraagstelling......................................................................................................................... 4
1.3
Aanpak onderzoek ............................................................................................................... 4
2
M25: het project ........................................................................................................................ 7 2.1
Ontstaansgeschiedenis M25 Rotterdam .............................................................................. 7
2.2
M25 in Rotterdam ................................................................................................................. 7
2.3
Doel M25 Rotterdam ............................................................................................................ 8
2.4
Doelgroep M25 Rotterdam ................................................................................................... 9
2.5
Organisatievorm ................................................................................................................. 10
2.6
De werkwijze/methodiek ..................................................................................................... 11
2.7
Verschillen met andere M25 projecten ............................................................................... 13
3
De jongeren ............................................................................................................................ 14 3.1
De deelnemende jongeren ................................................................................................. 14
3.2
Verwachtte effecten............................................................................................................ 15
3.3
De ervaringen van de jongeren .......................................................................................... 16
3.4
De effecten volgens de ouders ........................................................................................... 18
4
De vrijwillige begeleiders ........................................................................................................ 20 4.1
Samenstelling team vrijwillige begeleiders ......................................................................... 20
4.2
De ervaringen van de vrijwillige begeleiders ...................................................................... 21
5
De profijtgroep ........................................................................................................................ 23 5.1
Organisaties waarmee wordt samengewerkt ..................................................................... 23
5.2
Verwachte resultaten profijtgroepen ................................................................................... 24
5.3
Ervaringen van de organisaties: wat levert het op .............................................................. 24
6
M25 Rotterdam in de praktijk: succesfactoren en verbeterpunten .......................................... 27 6.1
Succesfactoren................................................................................................................... 27
6.2
Aandachts- en verbeterpunten ........................................................................................... 30
7
Conclusies en aanbevelingen ................................................................................................. 36 7.1
Samenvatting en conclusies ............................................................................................... 36
7.2
Aanbevelingen.................................................................................................................... 39
Bijlage Overzicht samenwerkende organisaties, profijtgroepen, activiteiten .................................. 43
3
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de aanleiding van het onderzoek, de vraagstelling en de aanpak.
1.1
Aanleiding Sinds 2009 wordt door Stichting Mara in Rotterdam het jongerenproject M25 Rotterdam uitgevoerd. Doel van het project is om jongeren in groepsverband kennis te laten maken met verschillende vormen van vrijwillige inzet in de samenleving, vooral op die gebieden waar mensen een steuntje in de rug nodig hebben. Het project loopt momenteel ruim twee jaar. In de komende jaren wil Stichting Mara het jongerenproject M25 Rotterdam verder vormgeven en verbreden. Om dat te bewerkstelligen wil Stichting Mara meer inzicht krijgen in de uitwerking van het project op de M25jongeren, de vrijwillige M25-begeleiders en de profijtgroepen waarvoor en waarmee gewerkt en op succesfactoren en knelpunten in de uitvoering. In opdracht van Stichting Mara heeft DSP-groep hier een onafhankelijk onderzoek naar uitgevoerd. Het onderzoek is gefinancierd door het Sint Laurensfonds.
1.2
Vraagstelling In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: 1
Welke effecten heeft deelname aan M25 Rotterdam voor de jongeren en in welke mate zijn de jongeren tevreden over hun deelname aan het project?
2
Welke effecten heeft de deelname aan M25 Rotterdam voor de vrijwillige begeleiders en in welke mate zijn zij tevreden over hun deelname?
3 4
Welke effecten heeft de inzet van M25 Rotterdam voor de profijtgroep? Op welke wijze werkt de methodiek van M25 Rotterdam in praktijk en welke bijdrage heeft de methodiek op het bereikte effect?
5
Wat zijn de kritische succesfactoren en belemmerende factoren bij de uitvoering en in de behaalde resultaten en effecten van M25 Rotterdam?
1.3
Aanpak onderzoek Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn verschillende onderzoeksmethoden ingezet. Documentenanalyse De volgende documenten zijn geanalyseerd:
4
jaarverslagen en jaarplannen M25 Rotterdam;
interne evaluaties, notulen en andere relevante documenten;
nieuwsbrieven M25 Rotterdam en publicaties over M25 Rotterdam;
(onderzoek)verslagen van vergelijkbare projecten.
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Focusgesprekken en interviews met jongeren Er heeft twee maal een focusgesprek (een maal met 3 en een maal met 4 jongeren) plaatsgevonden met in totaal zeven jongeren uit de kerngroep (jongeren die aan meer dan 5 activiteiten hebben deelgenomen in 2011) en drie telefonische interviews met jongeren die in 2011 aan minder dan 5 activiteiten hebben deelgenomen. In totaal zijn tien van de 47 deelnemende jongeren in 2011 gesproken, waarvan zeven jongeren van de kerngroep. Er is bij de selectie van de respondenten gekeken naar een spreiding over de verschillende parochies, leeftijd en opleidingsniveau. Er zijn geen jongeren geïnterviewd die aan M25 Rotterdam hebben deelgenomen als maatschappelijke stage. Het was de bedoeling om één focusgroep met jongeren uit de kerngroep te organiseren. Dit bleek vanwege de agenda van jongeren niet mogelijk. Daarom is gekozen voor twee focusgroepen en is één focusgroep aansluitend op een activiteit van M25 Rotterdam georganiseerd. In totaal hadden elf jongeren zich opgegeven voor het focusgesprek. Er hebben zeven jongeren deelgenomen. De volgende thema's/vragen zijn aanbod gekomen in de focusgesprekken en de telefonische interviews:
Waarom nemen de jongeren deel aan M25 Rotterdam?
Wat hebben de jongeren geleerd door deelname aan M25 Rotterdam?
Wat zijn de jongeren anders gaan doen in hun dagelijks leven door deelname aan M25 Rotterdam?
Waarom nemen de jongeren deel aan meerdere activiteiten en hoe kiezen ze de activiteiten?
Hoe verliep de uitvoering van de activiteiten? Wat ging goed en wat ging minder goed?
Hebben de jongeren zich door deelname aan M25 Rotterdam opgegeven voor ander vrijwilligerswerk?
In welke mate zijn de jongeren tevreden over hun deelname aan M25 Rotterdam?
Het focusgesprek met de jongeren werd gedaan aan de hand van stellingen en gebruik van de drie woorden methode. In de telefonische interviews is tevens specifiek gevraagd waarom jongeren aan een beperkt aantal activiteiten deelnemen. Telefonische interviews met ouders Er zijn twaalf ouders benaderd voor telefonische interviews. Bij de selectie van ouders voor de interviews is gekeken naar een mix van leeftijd van de jongeren, parochie en deelname aan de kerngroep en minder frequente deelname. Met de ouders van twee oudere jongeren (18 jaar) heeft uiteindelijk geen gesprek plaatsgevonden. De ouders van deze twee jongeren gaven aan dat hun kinderen – gezien hun leeftijd - zelfstandig hun activiteiten kiezen en zij geen zicht hebben op welke activiteiten hun kinderen bij M25 Rotterdam uitvoeren. Daarnaast was nog één ouder niet op de hoogte van de deelname van zijn/haar kind aan M25 Rotterdam. Er hebben in totaal negen telefonische interviews plaatsgevonden met ouders over 11 deelnemende jongeren. Bij één van geïnterviewde ouders had hun kind deelgenomen aan de activiteiten van M25 Rotterdam als maatschappelijke stage. In de interviews zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen:
Waarom neemt uw zoon/dochter deel aan M25 Rotterdam?
Wat heeft uw zoon/dochter geleerd door deelname aan M25 Rotterdam?
Wat is volgens u uw zoon/dochter anders gaan doen in het dagelijks leven door deelname aan M25 Rotterdam?
5
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Kunt u een inschatting geven waarom uw zoon/dochter aan bepaalde activiteiten deelneemt en aan andere niet?
Is uw zoon/dochter na deelname aan de M25 activiteiten ook ander vrijwilligerswerk gaan doen?
Focusgesprek met vrijwillige begeleiders Aansluitend op een maandelijks overleg van de groep vrijwillige begeleiders heeft een focusgesprek plaatsgevonden met vier vrijwillige begeleiders en daarnaast hebben drie telefonische interviews plaatsgevonden met begeleiders die verhinderd waren voor de focusgroep. In de gesprekken met de vrijwillige begeleiders zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest:
succesfactoren en verbeterpunten van M25 Rotterdam;
motivatie voor deelname aan M25 Rotterdam;
opbrengst van M25 Rotterdam voor de vrijwillige begeleider.
Telefonische interviews met organisaties van de profijtgroepen Er hebben tien telefonische interviews plaatsgevonden met organisaties van de profijtgroepen waarvoor in 2011 activiteiten zijn georganiseerd. Voor een overzicht van geïnterviewde organisaties verwijzen we naar de bijlage. Bij de selectie van de organisaties is gekozen voor een spreiding naar profijtgroep en naar de frequentie van samenwerking. Ook is gekeken naar spreiding van organisaties waar activiteiten zijn georganiseerd met de doelgroep en voor de doelgroep (zie hoofdstuk 5 voor een beschrijving hiervan). In de interviews zijn de volgende onderwerpen aan bod geweest:
De redenen om samen te werken met M25 Rotterdam.
Ervaringen in de samenwerking.
De opbrengsten voor de organisatie en de profijtgroep.
De mate van tevredenheid over de inzet van M25 Rotterdam.
Succesfactoren en belemmerende factoren in de uitvoering.
Interview met de beroepskrachten Met de twee beroepskrachten die vanuit stichting Mara betrokken zijn bij M25 Rotterdam heeft een interview plaatsgevonden over de uitvoering van het project en de succes- en belemmerende factoren. Tevens is de methode zoals beschreven getoetst aan de praktijk. Evaluatie uitkomsten met klankbordgroep De belangrijkste resultaten zijn gepresenteerd aan de klankbordgroep. De succesfactoren en verbeterpunten zijn bediscussieerd. Op basis van de bespreking met de klankbordgroep zijn de conclusies aangescherpt en de aanbevelingen geformuleerd.
6
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
2 M25: het project 2.1
Ontstaansgeschiedenis M25 Rotterdam Sinds 2009 wordt door stichting Mara in Rotterdam het jongerenproject M25 uitgevoerd. Het concept van het jongerenproject M25 is afkomstig uit Delft. Hier startte het R.K. Stadsdiaconaat in 2002 met het project ‘Grenzen Verleggen’ waarbij jongeren, begeleid door vrijwilligers, zich op verschillende manieren gingen inzetten voor de minderbedeelden in de samenleving. Zo organiseerden ze maaltijden voor dak- en thuislozen, een verwenmiddag voor ouderen of een uitje voor mensen met een verstandelijke beperking. De kerngedachte is dat maatschappelijke posities van mensen weliswaar ongelijkwaardig zijn, maar dat jongeren binnen het project tot de conclusie komen dat elk mens uiteindelijk evenveel waard is. De naam M25 is afgeleid van de Bijbeltekst 'Mattheüs hoofdstuk 25', waarin mensen worden aangespoord om goed te doen voor anderen. Dit verhaal staat ook wel bekend als ‘de 7 werken van barmhartigheid’. De kerk heeft een traditie van ‘goed doen voor anderen’ en inzet in de samenleving, aangeduid als diaconie. M25 sluit hier op een moderne manier bij aan door jongeren uit te dagen hun grenzen te verleggen en hen mede verantwoordelijk te maken voor de inzet voor mensen die een steuntje in de rug nodig hebben.
2.2
M25 in Rotterdam Het concept van M25 bleek zo succesvol dat het uiteindelijk in 2007 werd ‘geadopteerd’ door het bisdom Rotterdam die een campagne startte om te stimuleren dat er op meerdere plaatsen in het bisdom M25-groepen zouden worden opgezet. Deze campagne werd voorbereid door een diocesane werkgroep waarin ook Stichting Mara zitting had. Tijdens een door deze werkgroep georganiseerde introductiebijeenkomst over M25 voor parochies (februari 2008) bleken meerdere Rotterdamse parochies geïnteresseerd om samen met stichting Mara de mogelijkheden voor een M25-groep in Rotterdam te onderzoeken. Mara wilde graag aan de slag met M25, mede omdat het concept naadloos aansluit bij haar missie; mensen activeren tot vrijwillige inzet voor kwetsbare groepen. Stichting Mara startte dan ook in 2008 met een voorbereidende werkgroep voor M25 Rotterdam. Het jaar 2009 werd voor Mara vervolgens een pilotjaar om het project uit te testen in Rotterdam. Het project werd gedragen door een initiatiefgroep bestaande uit een consulent van stichting Mara en zeven vrijwilligers en twee beroepskrachten uit zes Rotterdamse parochies:
7
De Franciscus en Clara parochie.
De Spaanstalige parochie La Sagrada Familia.
De Kroatische Katholieke Missie in Nederland.
De Parochie Heilige Drie-Eenheid.
De Kaapverdiaanse/Portugese parochie Onze Lieve Vrouw van de Vrede.
De Parochie de Vier Evangelisten.
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
De parochies zijn verspreid over heel Rotterdam (Noord, Zuid, West, Centrum, Hilligersberg/ Schiebroek) en zijn een weerspiegeling van de samenstelling van de Rotterdamse (katholieke) samenleving (o.a. Kaapverdisch/Portugees, Spaanstalige en Kroatische parochie). Op basis van de ervaringen in het pilotjaar zijn aanpassingen gedaan in het project (zie 2.4) en is in 2010 het eerste projectjaar van start gegaan. Sinds 2010 wordt ook samengewerkt met de parochie van Marie Maria & Johannes onder het Kruis uit Hoogvliet voor het werven van jongeren.
2.3
Doel M25 Rotterdam Het project M25 Rotterdam wil jongeren tussen 12 en 18 jaar in groepsverband kennis laten maken met verschillende vormen van vrijwillige inzet in de samenleving, vooral op die gebieden waar mensen een steuntje in de rug nodig hebben (diaconie). Het ‘doen’ staat centraal bij M25. Jongeren zetten zich actief in voor en met zwakkeren en kwetsbaren in de samenleving. Er liggen verschillende gedachten aan het M25-concept in Rotterdam ten grondslag:
Het is belangrijk om jongeren vroeg kennis te laten maken met vrijwilligerswerk, zodat ze ervaring opdoen met het je inzetten voor anderen en wat je hiervoor terugkrijgt aan inzichten, ervaringen en gezelligheid.
M25 Rotterdam biedt jongeren een groep met een duidelijke identiteit, gezelligheid en houvast. Het biedt jongeren een oriëntatie en is grensverleggend op een positieve manier.
In het project worden waarden overgedragen; dat samen iets doen voor anderen goed en leuk is en dat het invulling geeft aan je verantwoordelijkheid voor de gemeenschap.
M25 Rotterdam bouwt bruggen tussen jongeren uit verschillende culturen en verbindt mensen die in verschillende situaties zitten.
M25 Rotterdam verbindt jongeren aan elkaar, aan de groep die zij hiermee vormen en aan het werk dat zij van hieruit verrichten. Het leert hen dat vrijwillig iets anders is dan vrijblijvend.
Volgens de beroepskracht van M25 Rotterdam heeft het project haar doel bereikt:
“als de doelstellingen uit het projectplan zijn behaald eind 2012.
als de deelnemende jongeren hebben ervaren dat het voldoening geeft/leuk is om je voor een ander in te zetten en dat je daar ook zelf iets voor terug krijgt.
als de vrijwillige begeleiders zich voldoende toegerust, ondersteund, aangestuurd en gewaardeerd voelen in hun taak als vrijwillig begeleider van M25 en in hun werkzaamheden voldoening hebben ervaren (dat verschilt erg per vrijwilliger wanneer dit zo is).
als de inzet van M25 Rotterdam voor de profijtgroep nuttig is geweest (zodat het geen aapjes kijken is geweest maar echt een win-win situatie, beide groepen moeten er beter van zijn worden).
als het project voldoende stevigheid/bestaansrecht heeft ontwikkeld om uiteindelijk op eigen benen verder te kunnen.”
8
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
2.4
Doelgroep M25 Rotterdam Reguliere deelnemers M25 Rotterdam M25 Rotterdam staat open voor jongeren van 12 tot 18 jaar uit heel Rotterdam en kent behalve leeftijd geen drempels. In het pilotjaar zijn vooral jongeren geworven via de deelnemende parochies. Het project is echter niet alleen bedoeld voor katholieke jongeren maar staat nadrukkelijk open voor alle jongeren ongeacht afkomst, geloof of opleiding. Het is bedoeld voor alle jongeren die iets willen betekenen voor de kwetsbaren in de samenleving. In het pilotjaar richtte het project zich op 14 tot 18 jarigen. De leeftijd is na het pilotjaar bijgesteld naar beneden tot 12 jaar vanwege de gemotiveerdheid van een groep van 12-13 jarigen om mee te doen aan het project. De beoogde splitsing in twee leeftijdsgroepen 12-14 jarigen en 14-18 jarigen is niet doorgevoerd. Wel worden activiteiten met zwaardere doelgroepen alleen opengesteld voor oudere jongeren. Voor de werving van de jongeren worden verschillende methoden ingezet. Er worden parochiepakketten verstuurd naar alle contactpersonen voor jongeren binnen de Rotterdamse parochies (folders, posters en informatiebrief) en voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor de vormelingen. In enkele parochies is door een M25 deelnemer en/of vrijwillige begeleider informatie gegeven over M25 Rotterdam tijdens de mededelingen in de mis en bij de verkoop van de M25 CD (die is gemaakt over en ten behoeve van jongeren met HIV, zie 3.1) na de mis bij het koffiedrinken. Ook kunnen jongeren zich via website, Hyves of Facebook bij M25 Rotterdam aanmelden. Deelnemers Maatschappelijk stage M25 (M25-MasTers) Sinds 2010 kunnen ook jongeren deelnemen aan M25 Rotterdam in het kader van een maatschappelijke stage. Zij nemen minimaal aan drie reguliere groepsactiviteiten deel, zetten zich als aparte groep drie keer in bij een organisatie waar M25 Rotterdam zich vaker voor inzet en organiseren gezamenlijk een eigen activiteit ten behoeve van één van de profijtgroepen van M25 Rotterdam. Hiervoor is contact gelegd met een middelbare school en is een aparte vrijwillige begeleider aangetrokken die als taak heeft het activeren van deze jongeren, toezicht te houden op hun inzet, hen te ondersteunen bij het organiseren van hun eigen activiteit en in de gaten houden of de jongeren hun logboek en opdrachten voor school goed bijhouden.
9
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
2.5
Organisatievorm In figuur 2.1 is de organisatie van M25 in Rotterdam - zoals bedoeld - weergegeven
Figuur 2.1
Organisatie project M25
…
…
…
M25
Klankbordgroep
Stichting MARA
Projectmedewerker
Consulent Maatschappelijke Activering
Vrijwilligersbegeleiders
Jongeren
Profijt groepen
Stichting Mara voert M25 Rotterdam uit. Zij zijn het project gestart – zoals eerder gezegd – samen met meerdere Rotterdamse parochies. Stichting Mara is eindverantwoordelijke en verantwoordelijk voor het werven van de fondsen voor het project. De consulent maatschappelijke activering is in dienst van Stichting Mara en is namens Mara verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. Zij zorgt voor het werven van fondsen, het jaarverslag, uitbreiding van het netwerk van organisaties van profijtgroepen en ondersteunt het project (aanwezig bij werkbespreking vrijwillige begeleiders, meehelpen met bedenken activiteiten en incidenteel aanwezig bij activiteiten). De projectmedewerker is in dienst van Stichting Mara en zorgt voor de uitvoering van het project M25 Rotterdam. Zij is in 2010 in dienst gekomen voor 24u per week. Haar aanstelling is in 2011 uitgebreid naar 32u per week. Haar taken zijn:
10
Ondersteunen van de vrijwillige begeleiders.
Benaderen van de jongeren.
Contact leggen en onderhouden met de organisaties van de profijtgroepen.
Netwerken.
PR: promotie, website en sociale media ((Hyves, Twitter, LinkedIN en sinds 2012 Facebook).
Communicatie intern en extern.
Administratie.
Organiseren van activiteiten voor jongeren en vrijwillige begeleiders.
Organiseren werkbijeenkomst (overleg) vrijwillige begeleiders en deskundigheidsbevordering.
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
De vrijwillige begeleiders geven mede vorm en inhoud aan de uitvoering van het project en hebben de volgende taken:
Meehelpen met het bedenken en voorbereiden van de activiteiten.
Het activeren/motiveren van de M25-jongeren om mee te doen met een activiteit.
Contactpersoon/tussenpersoon zijn voor de jongeren en het kantoor van M25 Rotterdam.
Het begeleiden van jongeren tijdens de acties (en soms het reizen van en naar).
Meehelpen met het promoten van en voorlichting geven over M25 Rotterdam.
Van de M25 jongeren wordt verwacht dat ze zich inzetten tijdens de activiteiten en meehelpen bij de promotie van het project. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een kerngroep van jongeren die minimaal 5 keer per jaar deelnemen aan activiteiten en jongeren die incidenteel deelnemen aan activiteiten (zie hoofdstuk 3). De organisaties van profijtgroepen helpen met het organiseren van activiteiten die door M25 Rotterdam worden bedacht of M25 Rotterdam sluit aan bij activiteiten van de organisaties. Tijdens de activiteiten waarbij rechtstreeks contact is met de profijtgroep, begeleiden zij de vrijwillige begeleiders en de jongeren. Sinds half 2011 is er een klankbordgroep voor M25 Rotterdam ingesteld. De taak van de klankbordgroep is meedenken over de grote lijnen van het project en over de mogelijkheden om het project te bestendigen en wellicht verder uit te rollen. In de klankbordgroep wordt inhoudelijke discussie gevoerd over kansen en mogelijkheden voor het project. Aan de beroepskrachten is gevraagd wat zij vinden van de verhouding tussen de organisatiestructuur ten opzichte van het aantal jongeren en doelgroepen dat wordt bereikt. In financiële zin is dit vergelijkbaar met een maatjesproject. Bij een maatjesproject kan je een rekenformule maken waarin je de gewenste verhouding van de ureninzet van een projectleider afzet tegen het aantal maatjeskoppels dat geformeerd en begeleid moet worden gedurende een jaar. ‘M25 is natuurlijk iets anders dan een maatjesproject.’, aldus de beroepskracht. Er zijn geen duidelijke normen/prestaties hierover afgesproken. Er wordt in het jaarplan alleen vastgesteld hoeveel activiteiten per jaar georganiseerd moeten worden en niet hoeveel doelgroepen bereikt moeten worden. Wel is in het jaarplan voor 2011 aangegeven dat aantal deelnemende jongeren in 2010 taakstellend was voor 2011. In het onderzoek is verder gebleken dat er in de loop van het project een verschuiving van verantwoordelijkheden heeft plaats gevonden ten opzichte van de projectorganisatie zoals hierboven geschetst (zie 6.2).
2.6
De werkwijze/methodiek Werkwijze activiteiten voor de jongeren In het pilotjaar is in eerste instantie gewerkt volgens de methodiek van M25 zoals ontwikkeld in Delft. Daarin worden drie fasen onderscheiden: introductie – activiteit - evaluatie. In een eerste voorbereidende bijeenkomst maken de jongeren kennis met iemand uit de ‘doelgroep’ en/of een
11
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
organisatie die zich voor de doelgroep inzet. Doel van deze bijeenkomst is dat jongeren het levensverhaal van iemand uit de doelgroep horen en/of inzicht krijgen in wat een organisatie precies doet en wat de jongeren voor hen zouden kunnen betekenen. In een volgende bijeenkomst gaan de jongeren zelf concreet iets doen. Soms steken zij direct de handen uit de mouwen (bijvoorbeeld als zij meehelpen in een bestaande activiteit), soms moeten zij zelf eerst een activiteit voorbereiden. Vervolgens wordt in een evaluatiebijeenkomst teruggekeken op de activiteit. Dit traject van informatie, bezoek, actie en evaluatie wordt verschillende keren per jaar georganiseerd voor verschillende doelgroepen. Op deze manier komen de jongeren in aanraking met verschillende mensen, organisaties en maatschappelijke problemen, die zij anders niet snel zouden leren kennen. Al vrij snel bleek in het pilotjaar van M25 Rotterdam dat de deelnemende jongeren vooral geïnteresseerd zijn in concrete acties en is men bij M25 Rotterdam afgestapt van de vorm ‘voorbereidingsbijeenkomst-activiteit-evaluatie’. Voorafgaand aan de activiteiten wordt gevraagd aan een medewerker van de organisatie waar de activiteit wordt uitgevoerd om informatie te geven over de profijtgroep. Dan wordt de activiteit uitgevoerd en na afloop van de activiteit is het de bedoeling dat er ter plekke na afloop een korte evaluatie plaatsvindt met de jongeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten activiteiten voor de jongeren:
activiteiten met de profijtgroepen (waarbij rechtstreeks contact is met de profijtgroep);
activiteiten voor de profijtgroep (sponsor- en inzamelacties, klussen, waarbij geen rechtstreeks contact is met de profijtgroep);
ontspannende activiteiten gericht op groepsvorming.
Er wordt gestreefd naar afwisseling in activiteiten en profijtgroepen. Het is de bedoeling dat de jongeren een keer per maand aan een activiteit kunnen deelnemen en in contact kunnen komen met meerdere profijtgroepen. De deelname aan activiteiten is vrijwillig. Werkwijze groep vrijwillige begeleiders De vrijwillige begeleiders komen een keer per maand bij elkaar om de activiteiten te evalueren en voor te bereiden. Daarnaast heeft het maandelijks vergaderen naast een praktisch ook een sociale functie en een functie voor het delen van ervaringen. De vrijwillige begeleiders volgen een introductietraining van drie bijeenkomsten. Deze is speciaal voor het project ontwikkeld. Vervolgens worden per jaar twee themabijeenkomsten georganiseerd over onderwerpen die door de vrijwillige begeleiders zelf worden aangedragen. De vrijwillige begeleiders worden ook in gelegenheid gesteld om op kosten van het project externe deskundigheidsbevordering te volgen. Aan de vrijwillige begeleiders worden de volgende eisen gesteld:
12
Minstens twee dagdelen per maand (waaronder een zondagmiddag) inzetbaar zijn.
De maandelijkse vergaderingen van de begeleidersgroep bijwonen.
Deelnemen aan trainingen en themabijeenkomsten van M25 Rotterdam.
Een verklaring omtrent gedrag (VOG) overleggen.
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
2.7
Verschillen met andere M25 projecten Op basis van informatie over M25 op de landelijke website van M25 en andere publicaties over M25 stellen we de volgende verschillen vast tussen M25 Rotterdam en andere M25 projecten:
M25 Rotterdam is niet aangehaakt bij een parochie maar wordt Rotterdam-breed, parochieoverschrijdend georganiseerd.
M25 Rotterdam wordt begeleid vanuit een professionele organisatie, namelijk Stichting Mara. In andere M25 projecten is er meestal een beroepskracht (pastor) betrokken vanuit de parochie en een aantal vrijwillige begeleiders.
M25 Rotterdam werkt niet met de opbouw introductie-activiteit-evaluatie. Bij sommige M25 projecten wordt ook onderscheid gemaakt tussen fasen waarin jongeren steeds meer zelfstandige activiteiten ontwikkelen en is het jaarplan van een M25-groep daarop gebaseerd.
In vergelijking met andere projecten van religieuze achtergrond (Dare@Go, Don Bosco Samen Amsterdam, Serve the City Rotterdam en World Wide Brotherhood) waarin jongeren worden gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen voor kansarmen in de samenleving richt M25 zich meer op jongere jongeren en is er een grotere variatie in doelgroepen en activiteiten .M25 is gericht op kansarmen in de Nederlandse samenleving in tegenstelling tot een aantal andere projecten die zich met name richten op kansarmen in ontwikkelingslanden.
13
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
3 De jongeren In dit hoofdstuk bespreken we de M25-jongeren (aantallen en achtergrond) op basis van informatie uit de jaarverslagen en registratiegegevens van M25 Rotterdam. We gaan in op de motivatie van de jongeren om deel te nemen aan M25 Rotterdam, hun ervaringen met het project en het effect van M25 Rotterdam op de jongeren. Hiervoor maken we gebruik van de informatie uit de focusgroepen en telefonische interviews met 10 jongeren en de telefonische interviews met negen ouders.
3.1
De deelnemende jongeren Aantal jongeren: in- en uitstroom Het aantal deelnemende jongeren is na een forse toename in het eerste projectjaar ten opzichte van het pilotjaar van 30 naar 52 jongeren, in 2011 licht gedaald. In 2011 hebben 47 jongeren deelgenomen aan activiteiten van M25 Rotterdam. Deze groep jongeren bestaat voor een kwart uit jongeren die al in het eerste pilotjaar hebben deelgenomen en voor bijna 40% uit jongeren die ook al in 2010 deelnamen aan het project. Dit gaat vooral om jongeren uit de kerngroep. De kerngroep (jongeren die aan meer dan 5 activiteiten per jaar deelnemen) is in 2011 vrijwel constant gebleven ten opzichte van 2010, respectievelijk 18 en 15 deelnemers. Alle deelnemers uit 2011 op een na maakten in 2010 ook al deel uit van de kerngroep en meer dan de helft is al in 2009 ingestroomd. Het gaat hier dus om een vrij constante groep van jongeren. De uitstroom maar ook de instroom in de kerngroep is beperkt. Naast jongeren die op vrijwillige basis deelnemen aan M25 Rotterdam, biedt het project ook de mogelijkheid sinds 2010 om deel te nemen aan M25 Rotterdam als maatschappelijke stage. In het schooljaar 2010/2011 hebben vijf jongeren dat gedaan. Geen van de jongeren is vervolgens ingestroomd als reguliere deelnemer aan M25 Rotterdam. In het schooljaar 2011/2012 nemen tot mei drie jongeren deel aan M25 Rotterdam als maatschappelijke stage. Het gaat hierbij om jongeren die al als reguliere deelnemer participeren en dit nu ook doen voor hun maatschappelijke stage. De instroom in 2011 is veel lager dan in 2010 (18 in 2011 versus 36 in 2010). De grootste instroom vindt zowel in 2010 als 2011 plaats via parochies maar de parochies waaruit jongeren instromen, verschilt per jaar. Uit de interviews met de vrijwillige begeleiders blijkt dat het verschillend is per begeleider in welke mate zij binnen hun parochie jongeren benaderen voor M25 Rotterdam. In een aantal parochies zijn specifieke voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Als er geen vrijwilliger begeleider (of beroepskracht) vanuit de parochie betrokken is, stromen er geen deelnemers vanuit de parochie in. Daarnaast stroomt ongeveer een derde in 2010 en een vijfde in 2011 in via familie/vrienden of vrijwillige begeleiders van M25. Opvallend is dat geen van de deelnemende jongeren via de wervingsmethoden van M25 Rotterdam is ingestroomd (parochiepakket en voorlichtingsbijeenkomsten voor vormelingen).
14
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
De uitstroom is procentueel ongeveer gelijk gebleven in 2011 aan de uitstroom in 2010, respectievelijk 44% en 43%. Dit betekent concreet dat er ongeveer de helft van de jongeren een jaar deelneemt aan activiteiten van M25 Rotterdam. De uitstroom bestaat vooral uit jongeren die incidenteel deelnemen aan activiteiten (minder dan 5 keer per jaar). Als belangrijkste reden om niet meer of minder deel te nemen aan activiteiten wordt in de jaarverslagen diverse redenen opgenoemd: geen tijd of belangstelling meer vanwege bijbaantjes, relatie, schoolwerk en andere vormen van vrijetijdsbesteding en gezondheidsredenen. Ook in de interviews met de jongeren worden als redenen om niet (aan meer) activiteiten deel te nemen tijdstekort vanwege stage/school en andere bezigheden opgenoemd. In het jaarverslag van M25 wordt ook aangeven dat sommige ouders hun kind nog te jong vinden voor de confrontatie met de doelgroepen waar M25 zich voor inzet. De geïnterviewde ouders hebben dit niet genoemd. Achtergrondgegevens Sinds de start van het project is het aantal meisjes onder de deelnemers oververtegenwoordigd. Ongeveer driekwart van de M25 jongeren zijn meisjes. De verdeling in leeftijd is over alle jaren ongeveer 40% 12-14 jarigen en 60% 15 tot 18 jarigen. M25 Rotterdam weten deelnemers te trekken met verschillende opleidingsachtergrond: basisschool, praktijkschool, vmbo, havo, mbo en vwo. Het merendeel doet een opleiding op vmbo-t/havo of vwo niveau. In 2011 komen 35 van de 47 deelnemende jongeren uit zeven aan het project deelnemende parochies. De ‘oudere’ jongeren komen vooral uit de Kaapverdisch/Portugese parochie en draaien al langer mee met M25 Rotterdam. De ‘jongere’ jongeren komen uit de parochie de Heilige Drie Eenheid en zijn vooral in 2011 ingestroomd. Inzet van de deelnemende jongeren De 47 deelnemende jongeren hebben zich in 2011 566 uur ingezet voor M2 Rotterdam. Dit is een gemiddelde van 12u per jongere. In 2010 was dit 10u en in 2009 6 u. Het aantal activiteiten waaraan de jongeren hebben deelgenomen varieerde van 1 tot 17 in 2011 en 1 tot 16 keer per jaar in 2010. De gemiddelde uren en activiteiten zeggen echter weinig omdat de inzet sterk verschilt per jongere. In 2011 is bovendien gewerkt aan een speciaal project: er is een CD gemaakt over en ten behoeve van jongeren met HIV. Dit was een intensief project dat bestond uit meerdere bijeenkomsten.
3.2
Verwachtte effecten Als te verwachten effecten van een M25-project in Rotterdam worden in de jaarverslagen genoemd:
Jongeren maken kennis met mensen op andere plaatsen in de samenleving, mensen die onder zeer uiteenlopende omstandigheden leven en met mensen in een andere levensfase.
15
Jongeren maken kennis met jongeren uit andere culturen.
Jongeren worden zich meer bewust van hun eigen positie, (voor-)-oordelen en inzichten.
Jongeren ontdekken hun talenten en leren verantwoordelijkheid te nemen en te dragen.
Jongeren ervaren hoe waardevol en leuk vrijwilligerswerk is.
Jongeren oefenen zich in het doen van ‘goede werken’.
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
3.3
De ervaringen van de jongeren Hoe kennen jongeren M25? De geïnterviewde jongeren geven aan dat zij in contact gekomen zijn met M25 Rotterdam via de kerk of via vrienden die zij via de kerk kennen. Enkele jongeren zijn via bekenden van hun ouders bij M25 Rotterdam terecht gekomen. Dit komt overeen met de informatie uit de jaarverslagen. Motivatie De jongeren nemen deel aan de activiteiten omdat zij het belangrijk vinden om andere mensen te helpen, om een steentje bij te dragen. Sommige jongeren doen dit vanuit het geloof, anderen omdat ze van huis uit hebben meegekregen dat je andere mensen moet helpen (los van een specifieke geloofsovertuiging). Verder vinden ze de activiteiten bij M25 Rotterdam leuk omdat het doe-activiteiten zijn. De activiteiten geven hen een voldaan gevoel. De jongeren geven aan geen voorkeur te hebben voor bepaalde activiteiten. Zij vinden alles eigenlijk wel leuk zowel activiteiten met als voor de profijtgroepen. De jongeren vinden vooral de afwisseling in activiteiten en doelgroepen leuk. De afweging voor deelname aan een specifieke activiteit wordt vooral gemaakt op basis van kunnen (of het past in hun agenda). Bij sommige jongeren speelt ook de doelgroep een rol in het besluit wel of niet mee te doen. Sommige doelgroepen worden als zwaar ervaren en dit kan confronterend zijn (bijvoorbeeld drugsverslaafden die blowen tijdens de activiteit). Overigens zijn er ook jongeren – vooral de wat oudere jongeren die zware doelgroepen juist als uitdaging zien. De minder frequente deelnemers is gevraagd naar de redenen waarom zij niet vaker meedoen. Zij geven aan dat zij dit wel zouden willen, maar door een drukke periode op school of het lopen van stage geen tijd meer hebben. Ze geven aan dat ze het jammer vinden dat ze momenteel niet mee kunnen doen. Als ze wel tijd zouden hebben, zouden ze zeker vaker mee doen. Dit laatste geldt ook voor de frequente deelnemers. De belangrijkste reden om dus niet vaker deel te nemen, is de drukke agenda van de jongeren. Uit de jaarverslagen blijkt verder dat er een groep jongeren is die incidenteel – als een soort proef na bijvoorbeeld een introductie binnen de parochie deelneemt aan een activiteit. Zich vervolgens wel opgeeft voor M25 Rotterdam maar verder niet actief wordt. De vraag werpt zich op of je die jongeren wel als M25-deelnemer moet mee rekenen. Effecten van deelname De meeste jongeren geven aan dat zij door hun deelname hebben geleerd dat het leuk is om andere mensen te helpen en voor andere mensen klaar te staan. “Het is mooi om iets voor andere mensen te doen die het minder goed hebben dan jijzelf. Ook al doe je iets kleins, mensen zijn heel dankbaar.”
16
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Ook hebben ze geleerd respect te hebben voor anderen en voor de mensen in de profijtgroepen. “Ik kijk anders naar mensen die het moeilijk hebben. Bijvoorbeeld als ik voorheen een dakloze op straat zag, dacht ik: “Die zal wel niet willen werken.” Nadat ik activiteiten met daklozen gedaan heb en gehoord heb waarom mensen dakloos worden, ben ik anders naar daklozen gaan kijken en heb ik meer respect voor hen gekregen.” Verder geven jongeren aan dat ze door mee te doen aan activiteiten van M25 leren hoe zij moeten omgaan met de doelgroep en met andere jongeren. Verder leren ze samen werken. “Ik leer bij M25 hoe ik andere mensen kan helpen” Een jongere noemt expliciet dat door M25 Rotterdam samenhorigheid wordt geleerd. “Als je samen met een groep iets doet, kan je meer betekenen voor anderen”. Door M25 leren jongeren ook veel over andere mensen in de samenleving. Zo wordt het project ‘CD maken voor jongeren met HIV’ als leerzaam bevonden, omdat zij in dit project jongeren met HIV hebben ontmoet. Hierdoor krijgen jongeren een beter beeld van de ziekte HIV. “Met M25 zie je de andere kant van de samenleving en maak je je eigen plaatje compleet. Je eigen denkbeelden worden aangevuld.” Jongeren in de focusgroep merken verder op dat vrijwilligerswerk ten onrechte een nogal saai imago heeft, dat het een soort opoffering is. De jongeren zijn het hier niet mee eens: De activiteiten zijn namelijk niet alleen leuk voor de doelgroep, maar ook voor henzelf. Het geeft hen het gevoel dat ze iets gedaan hebben. Volgens sommige jongeren heeft het leereffect vooral betrekking op het praktiseren van een aantal normen en waarden die anders vrij abstract blijven. Het gaat hierbij vooral om zingeving en normen en waarden vanuit hun geloof. M25 bevordert de gelijkwaardigheid van mensen: het gaat om wij en niet om ik. De jongeren die minder frequent hebben deelgenomen, vinden niet dat zij zich in het dagelijks leven anders zijn gaan gedragen. Frequentere deelnemers geven aan dat M25 Rotterdam hun ogen heeft geopend. Dat zij door deelname aan het project zijn gaan inzien dat zij een verschil kunnen maken. M25 is een tegenwicht van het commerciële van het gewone leven, waar alles om de eigen persoon gaat. De jongeren zouden niet zo snel vrijwilligerswerk voor een vaste doelgroep of organisatie doen. De afwisseling die M25 Rotterdam biedt, is belangrijk. Ook zijn ze bang dat ze zich bij andere organisaties moeten vastleggen en dat het dan als een verplichting gaat voelen. Mening over de begeleiding De jongeren kennen vooral de beroepskrachten (Kordula en Shirleni) als vast gezicht van M25 Rotterdam. Zij geven aan dat zij verder niet alle begeleiders kennen. Dit is namelijk afhankelijk van de activiteiten waar zij zich voor hebben opgegeven. Wel hebben de jongeren die ook naar de ontspannende activiteiten komen, kennis gemaakt met de nieuwe begeleiders. In principe maakt het de jongeren niet uit wie de begeleiders zijn. Zij worden door alle begeleiders goed begeleid en
17
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
de begeleiders zorgen er altijd voor dat alles in goede orde verloopt. Er lijkt geen specifieke voorkeur voor de begeleider vanuit de eigen parochie. In de jaarverslagen wordt aangegeven dat een begeleider vanuit de eigen parochie wel een rol speelt voor de deelname van sommige jongeren. Volgens de jongeren staan sommige begeleiders na afloop van de activiteiten stil bij wat de jongeren hebben geleerd, andere niet. Bij de brainstormbijeenkomsten wordt wel altijd teruggekeken op hoe de activiteit verlopen is en wat de jongeren van de activiteit vonden. Jongeren krijgen tijdens de brainstormbijeenkomsten ook ruimte om hun ideeën voor activiteiten in te brengen. Wat vinden jongeren van M25? De jongeren zijn erg positief over M25 Rotterdam en de activiteiten die zij organiseert. Het is er altijd erg gezellig. De sfeer in de min of meer vaste groep M25 jongeren is erg goed. M25 jongeren gaan op een leuke manier met elkaar om. “Het leuke aan M25 is dat je andere jongeren leert kennen die je anders niet zou leren kennen. Samen met hen heb je hetzelfde doel voor ogen en ga je op pad om iets te doen voor een bepaalde doelgroep. ” De gesproken jongeren merken verder op dat het goed is dat M25-activiteiten nu ook kunnen meetellen als maatschappelijke stage. Aanraden bij andere jongeren De jongeren uit de focusgroep geven aan dat zij het moeilijk vinden om aan andere jongeren uit te leggen wat M25 Rotterdam is. Zij praten er nauwelijks over op school. Uitgangspunt voor het meedoen aan activiteiten bij M25 Rotterdam is dat jongeren het leuk vinden om andere mensen te helpen en veel leeftijdsgenoten zijn nu eenmaal met andere dingen bezig (geld, mooie spullen e.d.). Alleen als de jongeren er van overtuigd zijn dat M25 wel wat voor een andere jongere zou zijn, vertellen ze erover en vragen ze de jongere een keer mee. Meerdere jongeren hebben M25 wel aangeraden bij leeftijdsgenoten. Ze vertellen hun leeftijdsgenoten dat het leuk is om te doen en bovendien erg fijn is om iets te doen voor mensen die het moeilijk hebben.
3.4
De effecten volgens de ouders Motivatie van de jongeren Volgens de ouders is de belangrijkste motivatie om mee te doen aan activiteiten van M25 Rotterdam 'andere mensen helpen'. Eén geïnterviewde ouder vertelde dat zijn kind meedeed aan M25 Rotterdam vanwege de stage. M25 Rotterdam bood veel afwisseling in de stageprojecten en dit was doorslaggevend. De ouders geven aan dat hun kinderen geen bepaalde voorkeur hebben voor activiteiten. Alle activiteiten worden leuk bevonden. Reden om niet naar een activiteit te gaan is vooral dat een activiteit niet goed uitkomt met school, stage of hobby’s.
18
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Effecten van deelname Alle geïnterviewde ouders geven aan dat hun kind veranderd is door de activiteiten bij M25 Rotterdam. Veel ouders noemen dat hun kind opener is geworden, het blikveld heeft verruimd. Dit komt doordat kinderen bij M25 leren om te gaan met mensen die anders zijn, mensen die zij niet dagelijks tegenkomen. Ouders geven aan dat hun kind de blik op kwetsbare groepen als ouderen, gehandicapten en daklozen heeft bijgesteld. Zij leren dat het fijn is om voor andere mensen klaar te staan. “Voorheen was mijn kind angstig voor ouderen, gehandicapten en daklozen. Tegenwoordig stopt ze om een praatje met hen te maken.” Ook leren kinderen bij M25 andere kanten van de samenleving kennen. Sommige ouders geven aan dat hun kind opgroeit in een veilige, vertrouwde omgeving en dat het goed is dat hun kind inziet dat er ook mensen zijn die het minder goed hebben. Dit maakt indruk op kinderen. Zij worden hierdoor maatschappelijk bewust. Verder leren kinderen door deel te nemen aan M25 zelfstandig te worden. De activiteiten worden immers los van de ouders of de school gedaan en dit is nieuw voor de meeste kinderen. Ook op sociaal gebied zien ouders vooruitgang: kinderen leren hoe zij contacten met anderen kunnen maken en hoe zij met anderen kunnen communiceren. Sommige ouders geven ook aan dat hun kind door M25 Rotterdam ondernemender is geworden en meer initiatief neemt. “De activiteiten van M25 bieden nieuwe kansen en vrijheden: door M25 zien kinderen de samenleving op een manier die zij nog niet eerder zagen. Zij kunnen de samenleving zelfstandig ontdekken, zonder hun ouders.” Uit het jaarverslag van M25 Rotterdam blijkt echter dat sommige ouders er wel bezwaar tegen hebben als hun kind zelfstandig naar activiteiten in een ander stadsdeel moet reizen. Uit de gesprekken met de ouders blijkt dat geen van de jongeren zich door de deelname aan M25 Rotterdam heeft opgegeven voor ander vrijwilligerswerk. Zij vinden de diversiteit aan activiteiten bij M25 Rotterdam een voordeel. Mening van ouders over M25 Rotterdam Ouders zijn erg positief over M25 Rotterdam en de activiteiten die het organiseert. Er is veel variatie in de activiteiten en de communicatie naar de ouders verloopt zeer prettig. De ouders vinden dat zij goed worden geïnformeerd. Aanraden bij andere ouders Alle ouders geven aan dat zij M25 Rotterdam aanraden bij andere ouders. Ze wijzen andere ouders bijvoorbeeld op wat kinderen bij M25 Rotterdam leren: open staan voor andere mensen en andere mensen helpen. Verder merken de ouders aan hun kinderen dat hun kinderen het erg leuk vinden. Ook als ouder leren ze van de deelname van hun kind aan M25, namelijk om hun kind los te laten en zelf ervaringen op te laten doen.
19
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
4 De vrijwillige begeleiders In dit hoofdstuk bespreken we de samenstelling van de groep van vrijwillige begeleiders, hun ervaringen met M25 Rotterdam en wat het project voor hen oplevert. Hierbij maken we gebruik van de informatie uit de jaarverslagen, de focusgroep en de telefonische interviews met de vrijwilliger begeleiders en het interview met de beroepskrachten van M25 Rotterdam.
4.1
Samenstelling team vrijwillige begeleiders Aantal vrijwilligers: in- en uitstroom In het pilotjaar 2009 bestond de initiatiefgroep voor M25 Rotterdam uit beroepskrachten en vrijwilligers afkomstig uit zes parochies. In 2010 en in 2011 zijn nieuwe vrijwilligers ingestroomd, maar ook vrijwilligers gestopt. Alle betrokken beroepskrachten vanuit de parochies hebben hun werkzaamheden als begeleider bij M25 Rotterdam gestopt. Op basis van het jaarverslag 2011 van M25 Rotterdam stellen we vast dat in 2011 12 vrijwillige begeleiders, 2 oproepvrijwilligers en 1 stagiaire zich minimaal één keer hebben ingezet voor een activiteit van M25 Rotterdam. Het verloop in vrijwilligers is in 2011 groter dan in 2010. In het eerste kwartaal van 2012 beschikt het project over 8 begeleiders (volgens het aangeleverde overzicht). De helft van de 12 vrijwillige begeleiders in 2011 deed dit als vertegenwoordiger van een Rotterdamse parochie. De andere vrijwilligers doen dit niet (langer) als vertegenwoordiger van een parochie. In het pilotjaar vertegenwoordigden alle vrijwilligers nog een parochie, in 2010 was dat nog driekwart van de begeleiders (zeven van de negen). De vertegenwoordiging vanuit parochies is dus verminderd gedurende de loop van het project. Uit de jaarverslagen blijkt dat het voor sommige parochies moeilijk is om een geschikte vrijwilliger te vinden. Dit beeld zien we ook terug in de instroom van vrijwillige begeleiders. Het aantal nieuwe begeleiders via de parochies loopt terug en er worden nieuwe begeleiders gevonden via andere kanalen: via een van de andere begeleiders bij M25 Rotterdam gekomen, via internet en via een netwerkbijeenkomst van De Heuvel. De reden waarom vrijwillige begeleiders uitstromen zijn van persoonlijke aard (vooral zwangerschap en andere verplichtingen waardoor geen tijd meer). Eén vrijwillige begeleider is speciaal aangetrokken voor de begeleiding van de jongeren die deelnemen in het kader van de maatschappelijke stage. Zij neemt niet deel aan de vergaderingen. Het fenomeen ‘M25-oproep vrijwilliger’ is nieuw in 2011. Het betreft hier 2 jonge vrijwilligers die zich niet committeren aan de verplichtingen die de vrijwillige M25-begeleidersgroep met zich meebrengt, maar wel concreet willen helpen met voorbereidingen van activiteiten (bijvoorbeeld boodschappen doen). Deze ‘M25-oproep vrijwilligers’ hebben geen M25-introductietraining gevolgd en krijgen geen taak in het begeleiden van jongeren in het project.
20
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Achtergrondgegevens vrijwillige begeleiders De begeleidingsgroep is relatief jong. Van de 11 begeleiders in 2011 zijn er zeven onder 26 jaar. In 2012 zijn 2 ex-deelneemsters vanuit de jongerengroep doorgestroomd naar de begeleiding omdat ze ouder zijn dan 18 jaar en niet meer als deelnemer kunnen participeren. De relatief jonge begeleidersgroep wordt door zowel de beroepskrachten als sommige vrijwilligers zelf als een aandachtspunt benoemd. Oudere vrijwilligers brengen vaak wat meer levenservaring mee en zorgen voor meer evenwicht in de begeleidingsgroep. De diversiteit van de parochies en van de jongeren wordt ook weerspiegeld in de begeleidingsgroep. Ongeveer de helft van de vrijwilligers is werkzaam in de zorgsector of volgt een opleiding in die richting. Er is een grote oververtegenwoordiging van vrouwen in de begeleidersgroep. Begin 2012 bestaat de groep uit een man en zeven vrouwen.
Inzet van de vrijwillige begeleiders De vrijwillige begeleiders hebben zich in 2011 218 uren ingezet. In 2010 was dit 145 uren. De gemiddelde ureninzet per vrijwilliger is op jaarbasis moeilijk aan te geven omdat er gedurende het jaar meerdere vrijwilligers zijn in- en uitgestroomd. Bekijken we alleen de inzet van de vrijwilligers die het hele jaar hebben deelgenomen dan is de loop van het project de inzet van de vrijwillige begeleiders toegenomen: van gemiddeld 13,5 u in 2009 naar 16u in 2010 en 18u in 2011. Er is in 2011 ook binnen de groep vrijwilligers duidelijk een onderscheid te maken tussen een groep zeer actieve begeleiders en begeleiders die minder frequent deelnemen aan activiteiten. Bij 33 van de 41 activiteiten is minimaal één vrijwillige begeleider aanwezig geweest. De zeven vrijwilligers die het hele jaar hebben deelgenomen hebben gemiddeld aan acht activiteiten deelgenomen (tussen de drie en tien activiteiten). Daarnaast hebben zij een keer per maand werkoverleg. Ook daarvan is bekend dat niet alle vrijwillige begeleiders aan alle vergadering deelnemen. Omgerekend betekent dit dat de vrijwillige begeleiders gemiddeld eigenlijk niet voldoen aan de gestelde eis van een dagdeel per maand beschikbaar zijn voor deelname aan activiteiten.
4.2
De ervaringen van de vrijwillige begeleiders Motivatie De motivatie van de vrijwillige begeleiders om deel te nemen aan M25 Rotterdam is mede gelegen in de inzet voor kwetsbare groepen (naast het begeleiden van de M25-jongeren tijdens deze inzet). Het doel van M25, namelijk jongeren in contact brengen met kwetsbare groepen en iets doen voor anderen is voor de meeste vrijwilligers de motivatie om zich bij M25 Rotterdam op te geven als vrijwilliger. Bij een merendeel van de begeleiders is dit ingegeven vanuit hun geloof. Sommige vrijwilligers zijn door hun parochie direct benaderd met de vraag of ze namens de parochie deel willen nemen aan M25 Rotterdam. Deze vrijwilligers waren/zijn actief binnen de parochie bij ander vrijwilligerswerk. Andere vrijwilligers zijn via vrijwillige begeleiders van M25 Rotterdam bij het project terecht gekomen of via een netwerkdag van de Heuvel.
21
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Effecten van deelname De antwoorden van de vrijwillige begeleiders op de vraag wat de deelname aan M25 Rotterdam voor hen oplevert zijn te labelen als voldoening, zelfontwikkeling en zelfontplooiing, zingeving van uit het geloof, bewustwording en leren omgaan met jongeren. Net als bij de jongeren geven de vrijwillige begeleiders aan dat deelname aan M25 hen voldoening geeft. Na een activiteit gaan zij met een voldaan gevoel naar huis. Ze hebben iets betekend voor een kwetsbare groep en het leuk is dat ze dit samen met jongeren hebben gedaan. “Je brengt jongeren naar een doelgroep en als je ziet dat de doelgroep en de jongeren daar blij van worden, geeft dat voldoening” Ook het feit dat je letterlijk je handen uit de mouwen steekt en iets voor iemand anders over hebt, geeft na afloop van een activiteit voldoening. Hierin verschillen de vrijwillige begeleiders niet van de jongeren. Dit sluit aan bij het doel van M25. Meerdere vrijwillige begeleiders geven aan dat de deelname aan M25 Rotterdam zorgt voor zelfontwikkeling en zelfontplooiing. M25 Rotterdam biedt de mogelijkheid om cursussen te volgen en om aan deskundigheidsbevordering te doen. Op die manier kan ook aan de eigen ontwikkeling worden gewerkt. Hoewel de meeste vrijwillige begeleiders werkzaam zijn in de zorg of een opleiding volgen in die richting, geven zij aan door de deelname aan M25 Rotterdam ook met jongeren om te leren gaan. Dit vinden zij een goede aanvulling op wat ze al vanuit hun werk/opleiding hebben meegekregen. Zij leren bij M25 Rotterdam ook met een andere doelgroep omgaan dan binnen hun werk. Zij ervaren het als leuk om op deze manier met jongeren bezig te zijn en te leren hoe met jongeren om te gaan, meer inzicht te krijgen in hoe jongeren ontwikkelen en wat er speelt bij pubers. Sommige begeleiders zien deelname aan M25 Rotterdam als een manier om hun geloof te praktiseren. Door zich in te zetten als vrijwillige begeleider kunnen ze invulling geven aan het helpen en goed doen voor anderen. Deelname aan de activiteiten versterkt hun geloof. Enkele vrijwillige begeleiders geven aan dat ook zij door in contact te komen met bepaalde doelgroepen zich bewuster worden van de situatie van sommige kwetsbare groepen in de samenleving. Door de deelname aan M25 Rotterdam heb je minder snel een oordeel over kwetsbare groepen, zoals dak- en thuislozen. “Soms hebben jongeren – maar ook begeleiders een vooroordeel over een doelgroep – maar door de activiteiten zien ze dat het heel anders is. Dit is waardevol voor de eigen ontwikkeling” Verder verbreedt het ook hun eigen blik op de doelgroep, niet alleen door het contact dat ze zelf hebben met de doelgroepen maar ook door hoe de jongeren omgaan met deze doelgroepen en wat het met hen doet als ze zien dat ze andere mensen blij maken met wat ze doen. Mening over M25 Alle begeleiders zijn positief over M25 Rotterdam en vooral over het doel van het project: jongeren in contact brengen met kwetsbare groepen door iets concreets te doen. Ook de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering en zelfontplooiing worden als positief gezien. De begeleiders geven wel meerdere verbeterpunten voor het project aan (zie hoofdstuk 6).
22
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
5 De profijtgroep In dit hoofdstuk bespreken we de organisaties van profijtgroepen waarmee wordt samengewerkt, de samenwerkingsrelatie en de meerwaarde voor de profijtgroepen. We maken hierbij gebruik van informatie uit de jaarverslagen en interviews met de beroepskrachten en tien vertegenwoordigers van organisaties van profijtgroepen.
5.1
Organisaties waarmee wordt samengewerkt Het aantal organisaties waarmee wordt samengewerkt is in de loop van het project toegenomen van 4 in 2009, naar 16 in 2010 en 18 in 2011. In 2011 zijn 24 activiteiten georganiseerd bij 18 organisaties ten behoeve van 10 profijtgroepen. We kunnen twee type activiteiten onderscheiden waarbij de M25 jongeren zich inzetten voor een profijtgroep:
‘contactactiviteiten’ waarbij de jongeren direct contact hebben met een profijtgroep;
‘ondersteunende activiteiten’ waarbij jongeren geen direct contact hebben met de profijtgroep maar waar de activiteiten wel ten goede komen van de profijtgroep.
Daarnaast heeft er ook een grote sponsoractie, namelijk het maken van een CD ten behoeve van vakantieweek voor kinderen met Hiv, plaatsgevonden. De meeste activiteiten in 2011 vonden plaats bij organisaties waarmee al in 2009 of 2010 ervaring was opgedaan. De organisaties waarmee is samengewerkt en de doelgroepen zijn weergegeven in tabel 5.1.
Tabel 5.1
Organisatie van profijtgroepen waarmee in 2011 is samengewerkt Profijtgroep
Organisaties
Dak- en Thuislozen
Missionaires of Charity Stichting Pluspunt Rotterdam
Ouderen
Humanitas Bergweg Stichting Welzijn Feijenoord
Verstandelijk/lichamelijk beperkten
ASVZ Pameijer Zorgboerderij de Buytenhof
Mensen in sociaal isolement (achterstandswijken)
Wijkpastoraat Oude Noorden (WPON) Werkgroep Diaconie parochie H3-1 Heid
Tienermoeders
Leger des Heils, Zij aan Zij
Kinderen in oude stadswijken
Kinderclub Pep (Kingswork, WPON)
Vluchtelingen
Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS) Mamre eetgroep vluchtelingen vrouwen Welkom onthaal (kerstpakketten)
Zieken
Maasstad Ziekenhuis
Nieuwe Rotterdammers
Casa Tiberias Welkom in Rotterdam
Mensen met HIV
Humanitas Hiv Hulpverlening Erasmus MC/Sophia Ziekenhuis
Daarnaast is ook samengewerkt met twee supermarkten voor de boodschappeninzamelactie voor dak- en thuislozen.
23
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
De activiteiten zijn erg divers. De M25 jongeren nemen deel aan reguliere activiteiten van de organisaties of M25 Rotterdam organiseert additionele activiteiten. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de activiteiten per organisatie en is tevens weergegeven met welke van de organisaties telefonische interviews hebben plaatsgevonden. De samenwerkingsrelatie met de organisaties verschilt. Met enkele organisaties is eenmaal een activiteit georganiseerd, met andere is een meer structurele relatie opgebouwd.
5.2
Verwachte resultaten profijtgroepen De beoogde doelen ten aanzien van de profijtgroep zijn niet expliciet in de jaarverslagen opgenomen maar in de volgende doelstelling gevat:
M25 Rotterdam bouwt bruggen tussen jongeren uit verschillende culturen en verbindt mensen die in verschillende situaties zitten.
Hieruit kunnen we afleiden dat verwacht wordt dat de profijtgroepen ook meerwaarde ontlenen aan het contact met de jongeren en dat zij leren van het contact met de jongeren.
5.3
Ervaringen van de organisaties: wat levert het op Om zicht te krijgen op de samenwerkingsrelatie met de organisaties van profijtgroepen en de meerwaarde voor de profijtgroepen hebben interviews plaatsgevonden met negen vertegenwoordigers van negen organisaties van de profijtgroepen en een vertegenwoordiger van een supermarkt. Deze laatste en een vertegenwoordiger van een organisatie wist na doorvragen wel wat M25 Rotterdam was, maar kon geen bruikbare informatie voor de evaluatie leveren. Bekendheid met M25 Rotterdam Het contact tussen M25 Rotterdam en de instellingen kwam op verschillende wijzen tot stand:
via het netwerk van de katholieke kerk (3);
door de bekendheid van en andere activiteiten van Stichting Mara (3);
op initiatief van M25 Rotterdam (3).
Activiteiten en mogelijk inzet van de jongeren Uit de interviews blijkt dat de M25 jongeren in contactactiviteiten een andere rol krijgen dan in de ondersteunende – indirecte – activiteiten. De contactactiviteiten dragen in hoge mate bij aan de meerwaarde die hierna staat beschreven. De aanwezigheid van de jongeren bij deze activiteiten is vaak een doel op zich: het contact tussen de jongeren en de profijtgroep. Omdat de jongeren nog geen/ weinig verantwoordelijkheid kunnen dragen, krijgen zij vooral praktische taken en weinig begeleidende taken. Hun rol is bijvoorbeeld de zieken ophalen in het ziekenhuis, koffie en thee inschenken. De inzet van M25 Rotterdam wordt gewaardeerd om de meerwaarde. De inzet lijkt de andere vrijwilligers/professionals niet te ontlasten tijdens de activiteit. Enkele respondenten merken op dat het werken met jongeren als vrijwilliger extra tijd kost en dat dit iets is waarmee je als organisatie rekening moet houden.
24
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Ondersteunende activiteiten zijn praktisch van aard: een gebouw verven, kerststukjes in elkaar zetten. M25 jongeren kunnen bij ondersteunende activiteiten met de juiste instructie en begeleiding de rol van andere vrijwilligers overnemen. Samenwerking Het algemene beeld van de samenwerking is positief. Vooral het contact, de flexibiliteit en het enthousiasme worden gewaardeerd. Ook wekt het vertrouwen op dat Stichting Mara M25 Rotterdam begeleidt. De organisaties die hebben samengewerkt met M25 Rotterdam ontvangen met regelmaat informatie over M25. De waardering van die informatie verschilt: de een vindt het ‘goede marketing’, de ander mist de context/ een toelichting. Mogelijk is het verschil in waardering ook ingegeven door de verschillen in de samenwerkingsintensiteit. Meerwaarde De instellingen zijn unaniem over de meerwaarde van M25 Rotterdam voor hun eigen doelgroep en voor de deelnemende jongeren. Centraal staan de termen contact, wederzijds begrip en gezichtsverbreding voor zowel de M25 jongeren als de profijtgroep. Dat jongeren van deze leeftijdsgroep zich inzetten voor anderen wordt bijzonder gevonden. Het project voorziet daarmee volgens een van de respondenten in een behoefte van jongeren om zich nuttig te maken, om tijd vrij te maken voor anderen. De projectorganisatie biedt hier de ruimte voor door te begeleiden, stimuleren en ondersteunen. De jongeren krijgen de ruimte hun ideeën te ontwikkelen. Een respondent noemt specifiek de diversiteit van de groep M25 jongeren als meerwaarde: “M25 Rotterdam weet de jongeren met een andere etnische achtergrond goed te mobiliseren en die jongeren zijn er juist veel in de kerk.” Jongeren en profijtgroepen leren van elkaar en kunnen daardoor begrip voor elkaar krijgen. Dit wordt door beiden als een positieve ervaring gezien. Het contact tussen jongeren en de kwetsbare groepen is leerzaam. Ook leren jongeren omgaan met kwetsbare groepen en wordt hun angst voor bepaalde groepen weggenomen. “De jongeren leren gewoon contact te hebben met de zieken en met de oude vrijwilligers van het ziekenhuis” Voor sommige profijtgroepen is de aanwezigheid van de jongeren op zich al een meerwaarde. Zij ondervinden plezier van de aanwezigheid en inzet van de jongeren. De aanwezigheid van de jongeren werkt positief. Het is leuk dat de jongeren er zijn. Er is een goede sfeer in de groep. De M25 jongeren gedragen zich ook bewust (bijvoorbeeld niet schelden, etc.), volgens een respondent. “De zieken vonden de inzet van de jongeren erg leuk: dat zij hier op hun vrije avond komen” “De inzet van de jongeren maakte dat de activiteit bijzonder werd” Meestal zijn vrijwilligers ouder. De meerwaarde zit in het contact tussen de jongeren en de profijtgroepen. Via M25 Rotterdam komen de profijtgroepen in contact met jongeren en daar kunnen beide groepen weer van leren. Zo kunnen jongeren met een verstandelijke beperking zich
25
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
identificeren met de M25 jongeren en leren de M25 jongeren omgaan met jongeren met een beperking. De vrouwen uit de vrouwenopvang leven geïsoleerd en komen dankzij M25 Rotterdam met meiden in contact die wel actief deelnemen aan de samenleving. De inzet van jongeren maakt meer activiteiten voor de profijtgroepen mogelijk en maakt bestaande activiteiten beter uitvoerbaar. Door de activiteiten van M25 Rotterdam zijn extra activiteiten mogelijk. “De extra activiteiten zijn ook extra voor de kinderen in de buurt. Dit is mooi meegenomen. Juist voor deze activiteiten heeft het pastoraat geen tijd en het heeft een meerwaarde als M25 die tijd investeert” “Meedraaien bij reguliere activiteiten geeft aan beide zijden winst: leidt niet tot meerwerk voor pastoraat, vult juist een gat in: win-win situatie. Dat biedt meer kansen”. “We hebben weinig omkijken en geen meerkosten voor de extra activiteiten voor de ouderen die door M25 worden georganiseerd. Dit is nodig in tijden van bezuinigingen” Benoemde kansen In de interviews hebben de respondenten van de organisaties de volgende kansen voor M25 Rotterdam benoemd:
M25 Rotterdam kan een meer structurele positie krijgen in de activiteiten van sommige organisaties. Dat vraagt wel een andere werkwijze. De vraag hierbij is of M25 Rotterdam dit wil.
Als M25 Rotterdam meer duidelijkheid kan bieden op langere termijn over data en het aantal jongeren dat beschikbaar is op die datum, kunnen meer additionele activiteiten worden georganiseerd.
Het jaarlijks kinderkamp van een parochie is een kans voor inzet van M25 jongeren. Het is wel intensief en alleen geschikt voor jongeren vanaf 16/17 jaar. Nu doen jongeren als maatschappelijke stage de spelonderdelen.
In het diaconaat zijn veel kansen voor activiteiten voor M25 jongeren. Ze worden alleen nog niet benut. De huidige vrijwilligers binnen het diaconaat zijn ouder en de jongeren kunnen juist dingen oppakken die nu niet lukken. Daar kan nog meer naar gezocht worden samen met M25 Rotterdam.
26
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
6 M25 Rotterdam in de praktijk: succesfactoren en verbeterpunten In dit hoofdstuk bespreken we de succesfactoren en verbeter- en knelpunten die genoemd zijn in de interviews met de jongeren, de vrijwillige begeleiders, de organisaties van profijtgroepen en de beroepskrachten van M25 Rotterdam.
6.1
Succesfactoren In tabel 6.1 worden de succesfactoren zoals genoemd door de verschillende groepen respondenten weergegeven. De genoemde succesfactoren kunnen worden ingedeeld naar de verschillende niveaus van het project en actoren in M25 Rotterdam: organisatie (Stichting Mara en beroepskrachten M25), (vrijwillige) begeleiding, werkvormen/activiteiten, jongeren en profijtgroepen. We bespreken de belangrijkste succesfactoren.
27
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Tabel 6.1
Succesfactoren Jongeren
Ouders
Organisatie Mara
M25 Rotterdam kondigt activiteiten altijd ruim op tijd aan
Begeleiding
goede begeleiding begeleiding zorgt dat alles in goed orde verloopt
Vrijwillige begeleiders
communicatie naar ouders is zeer goed
Werkvormen/ acitviteiten
goede sfeer/gezelligheid diversiteit leerzaam
(organisaties) profijtgroepen
variatie leerzaam
in contact met andere kanten van de samenleving
Doel project
doel/meerwaarde
doel/meerwaarde
Jongeren
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
variatie in activiteiten leuk en leerzaam
28
leerzame en leuke activiteiten variatie in activiteiten en doelgroepen iets doen vrijwillig
koppeling aan St. Mara inzet beroepskracht planning
Organisaties profijtgroep
beroepskrachten
stabiele projectstructuur
variatie in activiteiten en doelgroepen kleinschalige activiteiten (veel interactie) concrete activiteiten
doel/meerwaarde
koppeling aan St. Mara
enthousiasme begeleiders mogelijkheden voor ontwikkeling en deskundigheidsbevordering gezelligheid balans eigen inzet/inzet beroepskracht variatie in activiteiten en doelgroepen jongeren worden positief gestimuleerd
diversiteit leereffect jongeren
contact tussen jongeren en profijtgroep goede sfeer leereffect jongeren en profijtgroep
doel/meerwaarde
diversiteit in contact met jongeren
doel/meerwaarde
Doel en meerwaarde project De verschillende groepen respondenten zijn het er allemaal over eens dat een belangrijke succesfactor van M25 Rotterdam het doel van het project is (jongeren in contact brengen met kwetsbaren in de samenleving) en de meerwaarde die het oplevert voor de betrokken partijen (jongeren, begeleiders en profijtgroep). M25 Rotterdam is een positief project met een positief doel en dat op zich draagt bij aan het welslagen van het project. Professionele organisatie achter M25 Rotterdam Het feit dat M25 Rotterdam is ondergebracht bij Stichting Mara - een professionele organisatie wordt zowel door de vrijwillige begeleiders als de organisaties van de profijtgroepen als een succesfactor benoemd. Stichting Mara staat goed bekend in Rotterdam en biedt de mogelijkheid om beroepskrachten in te zetten voor de organisatie van de activiteiten en de ondersteuning van de vrijwilligers. Dit wekt vertrouwen bij de organisaties van profijtgroepen. Maar ook bij ouders wekt dit vertrouwen, waardoor ze hun kinderen stimuleren om deel te nemen aan M25 Rotterdam. De vrijwillige begeleiders geven aan het prettig te vinden dat een beroepskracht de planning en organisatie van de activiteiten op zich neemt en het contact met de organisaties van profijtgroepen onderhoudt. De vrijwilligers zouden zelf niet de mogelijkheid hebben om dit te doen. Daar hebben zij de tijd niet voor. Variatie in activiteiten en profijtgroepen en concrete doe-activiteiten Zowel de jongeren, de ouders, de vrijwillige begeleiders als de beroepskrachten noemen als belangrijke succesfactor de variatie in activiteiten en profijtgroepen. De jongeren geven expliciet aan dat dit de motivatie is om vrijwilligerswerk te doen via M25 Rotterdam en niet als vaste vrijwilliger bij een specifieke organisatie. De afwisseling zorgt ervoor dat het leuk is. Hetzelfde geldt voor de vrijwillige begeleiders. Niet alleen de variatie in activiteiten maar ook de aard van de activiteiten dragen bij aan het succes. Het gaat om concrete activiteiten waarbij jongeren iets doen met of voor de profijtgroep. De activiteiten zijn niet alleen leuk, maar ook leerzaam. “De activiteiten zijn leuk omdat je iets doet. Als je na een activiteit thuis komt, voel je je goed omdat je iets gedaan hebt” (een jongere). De jongeren geven aan dat de vrijwilligheid (je bent niet verplicht om aan een activiteit deel te nemen) een belangrijke factor is. Als activiteiten een verplichtend karakter hebben, dan ga je er met een hele andere insteek naar toe. Nu is het iets wat jezelf kiest en wat past binnen je agenda. Diversiteit van de groep jongeren De groep M25-jongeren is heel divers van samenstelling. Zowel de jongeren als de begeleiders, de profijtorganisatie en de beroepskrachten benoemen dit als een succesfactor. De jongeren geven aan dat ze door M25 Rotterdam in contact komen met jongeren waar ze anders nooit contact mee zouden hebben en dat maakt het leuk. Ook de vrijwillige begeleiders geven aan dat de kracht van het project zit in het samenbrengen van jongeren met verschillende achtergronden en uit verschillende delen van Rotterdam die met een gezamenlijk doel, namelijk mensen helpen, aan de slag gaan.
29
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Goede sfeer in de groep De jongeren en ook de organisaties van de profijtgroepen benoemen de goede sfeer in de groep als een succesfactor. De jongeren vinden het gezellig en leuk. Planning en communicatie In algemene zin zijn zowel de jongeren als de ouders, de begeleiders en de organisaties tevreden over de planning en communicatie over de activiteiten. Zij worden ruim van tevoren bekend gemaakt zodat rekening kan worden gehouden met de agenda’s van de betrokkenen. Zij vinden dat ze goed op de hoogte zijn van de aankomende activiteiten. In de mail wordt duidelijk uitgelegd wat de activiteit is, waar en wanneer de activiteit wordt uitgevoerd en wat de doelgroep is. De communicatie via mail verloopt goed. Soms worden jongeren ook gebeld. Dit wordt als prettig ervaren. De vrijwillige begeleiders geven aan dat in het laatste jaar veel verbetering is opgetreden in de communicatie over de planning van activiteiten. Het mailverkeer hierover is gestroomlijnd. Aan de andere kant worden ook knelpunten genoemd met betrekking tot planning en communicatie (zie 6.2). Mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering De vrijwillige begeleiders noemen expliciet als succesfactor dat zij via M25 Rotterdam in de gelegenheid zijn aan hun eigen ontwikkeling te werken en via de training en de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering daar volop kansen voor te krijgen.
6.2
Aandachts- en verbeterpunten In de gesprekken met de verschillende groepen respondenten zijn ook aandachtspunten en verbeterpunten aan de orde geweest. Deze zijn in tabel 6.2 gerangschikt volgens dezelfde niveaus en groepen respondenten als de succesfactoren in tabel 6.1. Vervolgens bespreken we de meest genoemde punten.
30
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Tabel 6.2
Aandacht- en verbeterpunten
Organisatie Mara
Jongeren
Ouders
Vrijwillige begeleiders
Organisaties profijtgroep
last minute wijzigingen onvoldoende oppakken kritiek en ideeën vrijwillige begeleiders
lange termijn planning data en beschikbare jongeren
onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden aandacht voor groepsdynamiek
rol, taken en verantwoordelijkheden begeleiders onduidelijk
planning en activiteiten op doordeweekse dagen
planning activiteiten op doordeweekse dagen en zaterdag tijdstip activiteiten
Begeleiding
beroepskrachten
Werkvormen/ activiteiten
Jongeren
leeftijdsgrens
(organisaties) profijtgroepen
randvoorwaarden
31
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
verhouding begeleiders/jongeren tijdens activiteiten wisselende samenstelling jongeren/begeleiders ontbreken van draaiboeken evaluatie geen vast onderdeel activiteit aantal activiteiten (pieken) verhouding organisaties/activiteiten en aantal begeleiders
onvoldoende mogelijkheid voor instructie
vrijblijvendheid (komen niet opdagen) bereikbaarheid jongeren werving nieuwe jongeren doelgroep maatschappelijke stage anders
onzekerheid over opkomst te laat komen leeftijd jongeren voor sommige doelgroepen
activiteiten soms niet goed voorbereid afzeggen activiteiten op laatste moment communicatie brengen en halen van jongeren
rol, taken en verantwoordelijkheden wisseling in begeleidersgroep werving vertegenwoordiging uit parochies omvang begeleidersgroep in relatie tot mogelijke inzet en activiteiten evaluatie geen vast onderdeel activiteit te weinig ruimte voor instructie/info door profijtorganisaties
vrijblijvendheid bereikbaarheid werving doelgroep maatschappelijke stage anders
evaluatie met organisaties afzeggingen laatste moment
Rol, taken en verantwoordelijkheden vrijwillige begeleiders niet duidelijk Voor de organisaties van de profijtgroepen is de rol en verantwoordelijkheid van de vrijwillige begeleiders niet helder. De meesten benoemen alleen de professionele begeleiding en maken geen onderscheid tussen de jongeren en de vrijwillige begeleiders. Activiteiten verlopen goed met professionele begeleiding van M25 Rotterdam erbij. Wanneer de professionele begeleiding niet aanwezig is, kost dat de organisatie meer tijd die niet beschikbaar is. De vrijwillige begeleiders kunnen deze rol niet overnemen aldus sommige respondenten. De instelling moet dan zelf de jongeren aansturen, in beweging zetten en daar is in de praktijk geen tijd voor. Sommige vrijwillige begeleiders geven zelf aan dat hun taken en verantwoordelijkheden tijdens de activiteiten niet altijd duidelijk zijn. Bij afwezigheid van de beroepskrachten missen zij soms basisinformatie (bijvoorbeeld telefoonlijst van jongeren die zich hebben opgegeven voor de activiteit, draaiboek van de activiteit). Ook is de rol die van ze verwacht wordt niet altijd duidelijk: meedoen, stimuleren/activeren of gewoon aanwezig zijn. Sommige begeleiders vinden het prima dat zij niet meer verantwoordelijkheden hebben in de voorbereiding en uitvoering van de activiteiten, andere begeleiders zouden hier juist meer verantwoordelijkheid in willen. De vrijwillige begeleiders die al langer meedraaien in het project, stellen ook een verschuiving op dit punt vast. In de beginperiode van M25 Rotterdam hadden de vrijwillige begeleiders meer verantwoordelijkheid en een duidelijke rol in het organiseren van de activiteiten, het nabellen en bereiken van de jongeren en tijdens de activiteit. Momenteel wordt het meeste door de beroepskracht geregeld en wordt vervolgens gevraagd: “wie kan er mee?”. De verwachte mate van betrokkenheid is niet altijd duidelijk. In het interview met de beroepskrachten kwam naar voren dat de wisselingen in de samenstelling van de begeleidersgroep, het relatief hoge aantal nieuwe vrijwilligers en de soms beperkte beschikbaarheid van de vrijwillige begeleiders een rol spelen. De beroepskracht heeft daarom meer in de uitvoering van het project gedaan om alle activiteiten door te laten gaan. Dit is van belang voor de jongeren en de profijtgroepen. Als een beroepskracht de zaken eenmaal overneemt en het goed regelt, heeft dit mogelijk het effect dat (een deel van) de vrijwillige begeleiders een passievere rol innemen en het prettig vinden dat het zo goed geregeld is. Zoals beschreven in hoofdstuk 2 is het de bedoeling dat de professionele projectmedewerker een faciliterende rol heeft ten aanzien van de vrijwillige begeleiders in de organisatie van activiteiten voor jongeren en profijtgroep. In de afgelopen tijd heeft zich hierin een verschuiving voor gedaan: de projectmedewerker is – deels noodgedwongen door omstandigheden – meer in de uitvoering van het project gaan doen. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid en een terugtrekkende beweging met betrekking tot verantwoordelijkheden van (een deel van) de vrijwillige begeleiders. De rol van de vrijwillige begeleiders tijdens de activiteiten is ook afhankelijk van de jongeren die aanwezig zijn, de activiteit en de organisatie waarbij de activiteit wordt uitgevoerd. Bij sommige jongeren en activiteiten moeten de begeleiders een meer motiverende en activerende rol vervullen. Bij andere activiteiten en jongeren is dit niet nodig. De jongere jongeren hebben bijvoorbeeld meer begeleiding nodig dan de oudere jongeren. Ook de jongeren die deelnamen in het kader van een maatschappelijke stage hadden een andere begeleiding dan de reguliere M25-jongeren.
32
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Vrijblijvendheid en onzekerheid over opkomst jongeren Voor de verschillende betrokken partijen is het lastig dat van tevoren niet duidelijk is op hoeveel jongeren gerekend kan worden bij activiteiten. Het kost de beroepskracht veel tijd en moeite om jongeren te pakken te krijgen en een bevestiging voor aanwezigheid bij activiteiten te ontvangen. Vervolgens gebeurt het regelmatig dat jongeren op de activiteit zelf niet komen opdagen. Voor de organisaties van de profijtgroepen is het lastig dat zij niet kunnen rekenen op een aantal aanwezige jongeren. De rol van M25 Rotterdam is daarom vooraf moeilijk in te plannen en dat vergt improvisatie. De organisaties moeten dus flexibel zijn met de inzet/ het inplannen in een draaiboek dat ze zelf hanteren. Voor de vrijwillige begeleiders en de organisatie van M25 Rotterdam is het lastig omdat daardoor bij sommige activiteiten de verhoudingen begeleiders/jongeren erg scheef is, soms zijn er zelfs meer begeleiders dan jongeren. De vrijwillige begeleiders en de beroepskrachten benoemen dat ze het moeilijk vinden om hier een oplossing voor te vinden. Het is vrijwilligerswerk maar zou niet zo vrijblijvend moet zijn. Een van de vrijwillige begeleiders merkt op dat het mogelijk zou helpen als jongeren een vaste begeleider (al dan niet vanuit de parochie) hebben die hen dan gemakkelijker kan aanspreken hierop. Mogelijk speelt ook een rol dat er steeds andere begeleiders en jongeren bij een activiteit aanwezig zijn waardoor het moeilijker is om een band met elkaar te vormen waardoor je elkaar gemakkelijker aanspreekt op commitment voor een activiteit waarvoor je je hebt opgegeven. Ruimte voor instructie en informatie De beroepskrachten en sommige organisaties van profijtgroepen benoemen dat jongeren eigenlijk te laat komen voor een goede instructie vooraf. Sommige organisaties benoemen dat de jongeren vooraf goed instructie moeten krijgen over hun rol en regels tijdens de activiteit. In het jaarverslag wordt genoemd dat bij alle organisaties waar M25 Rotterdam zich inzet, gevraagd wordt aan de contactpersonen om voordat de activiteit start aan de jongeren een korte introductie te geven op de organisatie en een instructie waar de jongeren tijdens de activiteit op moeten letten met betrekking tot de profijtgroep. Dit blijkt in de praktijk niet altijd haalbaar of mogelijk. Evaluatie geen standaard onderdeel van de activiteit De vrijwillige begeleiders benoemen dat de evaluatie niet altijd standaard onderdeel van de activiteit is. Dit is sterk afhankelijk van de begeleiders die aanwezig zijn, de profijtgroep en de aard van de activiteit. Volgens het jaarverslag van M25 Rotterdam wordt geprobeerd om bij alle organisaties na afloop van de activiteit direct nog even na te praten met iemand van de organisatie erbij. Dit geeft de jongeren een kans om nog aanvullende vragen te stellen en hun ervaringen te delen. Uit de gesprekken met de jongeren, begeleiders en beroepskrachten, blijkt dit niet standaard te gebeuren. Volgens meerdere begeleiders zou evaluatie standaard moeten worden opgenomen bijvoorbeeld in de draaiboeken. De vrijwillige begeleiders geven aan dat de beste gesprekken hierover eigenlijk plaatsvinden in informele sfeer als je na afloop van een activiteit met de jongeren in een auto zit of nog een patatje gaat eten.
33
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Sommige begeleiders noemen expliciet dat door het ontbreken van een evaluatie zij het leggen van een relatie naar de zingeving en de oorsprong van het project - de werken van barmhartigheid missen. Andere begeleiders vinden dat dit wel gebeurt. De vraag is of alle begeleiders even goed in staat zijn om een evaluatiegesprek te voeren. Een van de begeleiders oppert dat dit misschien een onderwerp voor een themabijeenkomst kan zijn: hoe evalueren met jongeren. Het moet wel leuk blijven. Het is namelijk vrijwilligerswerk en het zijn jongeren. Er moet gebruik worden gemaakt van een aansprekende methode voor de jongeren. Ontbreken van draaiboeken of systeem van achtervang bij activiteiten Sommige vrijwillige begeleiders geven aan dat er nog een goed systeem van informatie en achtervang mist. Zij hebben behoefte aan een draaiboek met een aantal basiselementen zoals: welke jongeren komen, telefoonnummers, wie neemt wat mee, wat is taak/rol van iedereen. Deze informatie kan ook naar de organisaties van de profijtgroepen zodat zij ook op de hoogte zijn van wie wat doet. Als de beroepskracht dan onverwachts uitvalt, is het voor iedereen duidelijk wat er bij de activiteit moet gebeuren. Andere vrijwillige begeleiders herkennen dit niet. Zij zeggen dat bij de activiteiten waar zij betrokken waren wel een soort draaiboek of achtervang systeem aanwezig was. Uit het gesprek met de beroepskrachten en uit het jaarverslag blijkt dat in 2011 een begin is gemaakt met het opstellen van draaiboeken voor de grotere activiteiten die elk jaar terugkeren. Het verschil in ervaring van de vrijwillige begeleiders kan hierdoor worden verklaard. Wel is duidelijk dat dit nog niet bij alle activiteiten standaard is/wordt gedaan. Planning en last-minute wijzigingen Ondanks dat de planning van activiteiten als succesfactor is benoemd door verschillende respondenten worden met betrekking tot de planning ook knelpunten benoemd. Zowel de vrijwillige begeleiders, de jongeren als de beroepskrachten geven aan dat er vaak last minute wijzigingen worden doorgevoerd: organisaties zeggen een activiteit op korte termijn af, er zijn te weinig jongeren voor een activiteit en/of jongeren melden zich ineens aan waardoor begeleiders nodig zijn of omgekeerd. Het vraagt veel flexibiliteit van de organisatie. De jongeren en ouders noemen ook de planning van sommige activiteiten op doordeweekse dagen als een probleem. Uit de jaarverslagen van M25 Rotterdam blijkt dat zoveel mogelijk activiteiten op zondagmiddag worden gepland, maar dat dit niet voor alle organisaties lukt. De jongeren geven zelf ook de voorkeur aan zondagmiddag. Leeftijd jongeren De leeftijd van de jongeren wordt op drie manieren als aandachtspunt benoemd. De organisaties van profijtgroepen merken op dat sommige jongeren wel erg jong zijn en dus niet zelfstandig kunnen werken. De jongeren kunnen daarom alleen worden ingezet voor ondersteunende activiteiten en/of gekoppeld worden aan een vrijwilliger van de organisatie. Ook vinden sommige organisaties – maar ook de organisatie van M25 Rotterdam en de begeleiders – de jonge jongeren te jong voor de wat zwaardere doelgroepen. Dit heeft in het verleden wel eens tot onaangename situaties geleid. De organisaties kunnen nu een minimumleeftijd aangeven.
34
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Door de jongeren en ook door enkele vrijwillige begeleiders wordt de bovengrens aangegeven als aandachtspunt. M25 Rotterdam is bedoeld voor jongeren tot 18 jaar. De 18-jarigen vinden het jammer te moeten stoppen met M25 Rotterdam en sommigen zijn nog niet toe aan het doorstromen naar de begeleidersgroep. Werving vrijwillige begeleiders, wisseling begeleidersgroep en samenstelling Het verloop van vrijwillige begeleiders is – vooral door persoonlijke omstandigheden – relatief groot. De beroepskrachten geven aan dat het moeilijk is om vrijwilligers te werven voor M25 Rotterdam. De uitgezette acties leveren tot nu toe onvoldoende vrijwilligers op. Bovendien zorgt de in- en uitstroom in de begeleidersgroep voor veranderingen in de groepsdynamiek binnen die groep. Uit de gesprekken met de vrijwillige begeleiders lijden we af dat meer aandacht nodig is voor die groepsdynamiek en de verschillende rollen die begeleiders innemen in de groep. De beroepskrachten geven aan dat de evaluatiegesprekken met de vrijwillige begeleiders hiervoor worden benut. Ook is er aandacht nodig voor de samenstelling van de begeleidersgroep (bijvoorbeeld een goede mix tussen jongere en oudere begeleiders). Een grotere groep vrijwilligers zou de tijdsbelasting per vrijwilliger kunnen verkleinen. Er is namelijk een limiet aan het aantal activiteiten en organisaties in verhouding tot het aantal vrijwillige begeleiders vooral ook omdat er zogenaamde piekmaanden zijn (bijvoorbeeld voor de kerst) waarin relatief veel activiteiten worden georganiseerd. Dit is meestal ook de periode dat de vrijwillige begeleiders het ook op andere terreinen zoals werk en thuis druk hebben. Werving nieuwe jongeren De werving van nieuwe jongeren wordt als aandachtspunt benoemd, zeker nu een aantal jongeren vanwege de leeftijd moet uitstromen. Dat M25 Rotterdam openstaat voor alle jongeren ongeacht geloof en dat het meer is losgekoppeld van het geloof is aan de ene kant een sterk punt van M25 Rotterdam, maar wordt ook wel als een handicap ervaren in het werven van jongeren. Het is gemakkelijker om jongeren te benaderen vanuit het geloof en warm te maken voor de M25activiteiten.
35
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
7 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk vatten we de resultaten samen en trekken we conclusies over de onderzoeksvragen.
7.1
Samenvatting en conclusies Effect op de jongeren Samengevat kunnen we stellen dat M25 Rotterdam er in slaagt om op jaarbasis tussen de 47 en 52 jongeren kennis te laten maken met kwetsbaren in de samenleving door middel van activiteiten voor en met deze doelgroepen. Zij weet een kerngroep van ongeveer 18 jongeren voor langere tijd te binden aan het project en biedt ook mogelijkheden voor maatschappelijke stage. De groep is divers in samenstelling voor wat betreft leeftijd, etnische achtergrond en opleiding en is voornamelijk katholiek. Volgens de jongeren en hun ouders heeft deelname aan M25 Rotterdam de volgende effecten op de jongeren:
De jongeren krijgen begrip voor mensen die anders zijn; kwetsbare groepen.
De jongeren leren hoe je vorm kunt geven aan ‘iets goed doen’.
Via M25 Rotterdam ontmoeten de jongeren andere jongeren met een heel andere (culturele) achtergrond.
Jongeren ontwikkelen sociale vaardigheden (omgang met jongeren en met de profijtgroepen).
Als we dit koppelen aan de verwachte effecten voor de jongeren, dan stellen we vast dat het merendeel van de verwachte effecten wordt bereikt. Ondanks dat evaluatie geen standaardonderdeel is van de activiteiten met en voor de profijtgroepen worden de doelen over zingeving, respect voor kwetsbaren in de samenleving en mensen helpen wel bereikt. Effect op de vrijwillige begeleiders M25 Rotterdam weet meerdere vrijwillige begeleiders aan zich te binden. De motivatie om als vrijwillige begeleider te participeren in M25 Rotterdam wordt vooral ingegeven vanuit de doelstelling van M25: jongeren in contact brengen met kwetsbare groepen in de samenleving door concrete activiteiten. Deelname aan M25 Rotterdam heeft volgens de vrijwillige begeleiders de volgende effecten:
Meedoen aan de activiteiten geeft de vrijwillige begeleiders voldoening.
Via M25 Rotterdam kunnen de vrijwillige begeleiders werken aan zelfontwikkeling en zelfontplooiing.
Deelname aan M25 Rotterdam levert zingeving vanuit het geloof en bewustwording op.
Vrijwillige begeleiders leren omgaan met jongeren.
Het verloop binnen de groep begeleiders is vooral vanwege persoonlijke omstandigheden relatief groot. Het is moeilijk om nieuwe begeleiders te vinden en vooral vertegenwoordigers vanuit de parochies. 36
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Hoewel de vrijwillige begeleiders positief zijn over M25 Rotterdam en hun deelname aan M25 Rotterdam in algemene zin, noemen zij meerdere verbeter- en aandachtspunten. Deze hebben vooral te maken met onduidelijkheden over rol en verantwoordelijkheden (zie verder). Effect voor de profijtgroepen M25 Rotterdam heeft een samenwerkingsrelatie opgebouwd met 20 organisaties ten behoeve van 10 profijtgroepen met wie of waarvoor zij jaarlijks een of meerdere activiteiten organiseert. Voor de profijtgroepen worden de volgende effecten benoemd:
Jongeren en profijtgroepen leren van elkaar en kunnen daardoor begrip voor elkaar krijgen.
Profijtgroepen ervaren plezier aan de inzet van de jongeren.
De meeste vrijwilligers zijn ouder. Via M25 Rotterdam komen de profijtgroepen in contact met jongeren.
De inzet van jongeren maakt meer activiteiten mogelijk voor de profijtgroepen en maakt bestaande activiteiten beter uitvoerbaar.
M25 Rotterdam in de praktijk en bijdrage van de methodiek aan het bereikte effect M25 Rotterdam heeft een stevig fundament gekregen dat voor een belangrijk deel is gebaseerd op de positionering bij Stichting Mara. De professionele projectorganisatie waarborgt stabiliteit en continuïteit. In principe is M25 door het Bisdom geadopteerd en is aan Stichting Mara ondersteuning gevaagd bij de organisatie. Er was commitment van diverse parochies uit Rotterdam. Door de positionering bij Stichting Mara is het project echter geleidelijk aan meer op afstand komen te staan van de kerkelijke structuren. Gedurende de looptijd van het project zijn er steeds minder begeleiders die een parochie vertegenwoordigen. Parochies hebben moeite met het vinden van een vertegenwoordiger. De projectleiding heeft keuzes gemaakt die resulteerden in andere contacten met diverse parochies en andere taakomschrijvingen van zowel de vrijwillige begeleiders als projectleiding. De professionals van Stichting Mara zijn gaandeweg het project –naast faciliterende en coördinerende taken- ook veel uitvoeringstaken gaan doen. Hierdoor is de rol en de verantwoordelijkheid van de vrijwillige begeleiders onduidelijk geworden. Dit is mede gegroeid door wisselingen in de begeleidersgroep, beperkte (tijdelijke) inzet van vrijwilligers en problemen bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Om de vrijwilligersinbreng te maximaliseren zijn verschillende groepen ontstaan (klankbordgroep, vrijwillige begeleidingsgroep) die overleggen. De verhouding tussen deze vrijwillige inzet in relatie tot de inzet van de jongeren lijkt scheef gegroeid. Ook stellen we een verschuiving vast in de inbreng en taakomschrijving van de vrijwillige begeleiders. De eerste generatie vrijwilligers had meer inhoudelijke inbreng en verantwoordelijkheid dan de huidige vrijwillige begeleiders. De beoogde effecten voor de jongeren en de profijtgroepen worden gerealiseerd. De beoogde rollen van de projectmedewerker en vrijwillige begeleiders worden nog niet gerealiseerd. De belangrijkste verbeterpunten hebben dan ook te maken met de rol, taken en verantwoordelijkheid van de vrijwillige begeleiders. De eerste generatie vrijwilligers had meer inhoudelijke inbreng ven verantwoordelijkheid dan de huidige vrijwillige begeleiders.
37
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
In de uitvoering van M25 Rotterdam in de praktijk zijn tevens enkele wijzigingen doorgevoerd in de werkwijze. Er is afgestapt van de driedeling “introductie-activiteit-evaluatie”. De bedoeling is om dit in een bijeenkomst aan bod te laten komen. Introductie en evaluatie blijken in de praktijk echter niet altijd haalbaar, uitvoerbaar of worden niet gedaan. Dit lijkt vooralsnog geen rol te spelen in het bereikte effect bij de jongeren maar levert voor de vrijwillige begeleiders en de organisaties van de profijtgroepen wel vragen op. Zowel de vrijwillige begeleiders als de beroepskrachten geven aan dat de beste gesprekken over zingeving met de jongeren plaatsvinden in de informele sfeer. De vraag is of alle vrijwillige begeleiders in staat zijn om dergelijke gesprekken te voeren. Een belangrijke graadmeter voor organisaties en projecten (zeker als het gaat om vrijwilligersprojecten) is de tevredenheid van de betrokken actoren. De bevraagde jongeren, partnerorganisaties, profijtgroepen (indirecte bevraging) zijn over het algemeen tevreden, de vrijwillig begeleiders zijn dat in mindere mate. Kritische succesfactoren en verbeterpunten Uit het onderzoek komen de volgende sterken kanten van het project naar voren:
Realiseren van de meerwaarde bij jongeren en de profijtgroep.
Variatie in soorten activiteiten.
Variatie in profijtgroepen.
Diversiteit van de groep deelnemende jongeren.
De zwakke kanten van het project of verbeterpunten hebben betrekking op drie niveaus: de organisatie van het project, de continuïteit in vrijwillige begeleiders en jongeren en de activiteiten. Verbeter- en knelpunten m.b.t. de organisatie:
De positie, taken en verantwoordelijkheden van de vrijwillige begeleiders.
(daarmee samenhangend) De afhankelijkheid van de professionals.
De projectstructuur in relatie tot het doel.
Verbeter- en knelpunten m.b.t. de continuïteit:
Het werven van vrijwillige begeleiders.
Het werven van jongeren.
Bij beide punten de keuze wel of niet via parochies.
Verbeter- en knelpunten m.b.t. de activiteiten:
De onzekerheid over de opkomst van jongeren bij de instellingen, begeleiders en professionals en de vrijblijvendheid.
De inzet van de jongeren (te jong voor sommige doelgroepen en verantwoordelijkheden).
We gaan op deze punten verder in bij de aanbevelingen.
38
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
7.2
Aanbevelingen Maak de positie, taken en verantwoordelijkheden van de vrijwilligers duidelijker We constateren dat de werkwijze in de praktijk is veranderd. Het is de bedoeling dat de vrijwillige begeleiders en de jongeren de spil van M25 Rotterdam vormen. Gedurende het project kreeg de projectmedewerker meer een sleutelpositie in de continuïteit. Meer uitvoerende taken zijn (noodgedwongen) bij de beroepskracht terecht gekomen. Voor de doorontwikkeling van M25 Rotterdam is het allereerst nodig om de projectopzet te herdefiniëren: welke rollen en verantwoordelijkheden zijn er en welke partij vult die in?
Rollen en verantwoordelijkheden van Stichting Mara (de beroepskrachten).
Rollen en verantwoordelijkheden van vrijwillige begeleiders.
Om tegemoet te komen aan het doel van het project M25 Rotterdam, namelijk ondersteunen en stimuleren van vrijwillige begeleiders bij de begeleiding van jongeren in activiteiten met de profijtgroep, is een ontwikkeling naar een meer faciliterende rol van de beroepskracht noodzakelijk. De taken en verantwoordelijkheden van de vrijwillige begeleiders moeten duidelijker – dan nu – gecommuniceerd en vrijwillige begeleiders moeten er ook meer op geattendeerd worden. Dit heeft ook gevolgen voor de werving van nieuwe vrijwillige begeleiders (zie verder). Om het aantal activiteiten op een vergelijkbaar niveau te houden, betekent dit dat er meer vrijwillige begeleiders nodig zijn en/of vrijwillige begeleiders die meer tijd kunnen en willen investeren in de activiteiten. De groep vrijwillige begeleiders is momenteel relatief jong en dit heeft ook consequenties voor de taken en verantwoordelijkheden. In de klankbordgroep is de suggestie gegeven om met een getrapt model te werken: jonge vrijwillige begeleiders (die nieuw instromen of doorstromen vanuit de jongerengroep) draaien eerst alleen activiteiten mee, organiseren een eigen activiteit en krijgen gaandeweg meer verantwoordelijkheden. Bij elke activiteit kan een van de vrijwillige begeleiders als hoofdverantwoordelijke worden aangewezen. Als de vrijwilliger die rol neemt en/of krijgt toebedeeld dan kan je die er ook beter aan houden. De hoofdverantwoordelijkheid kan worden gerouleerd. Hierdoor wordt de afhankelijkheid van de beroepskrachten minder en kan de faciliterende rol ook meer naar voren komen. Positionering bij parochies Uit het onderzoek blijkt dat de ‘link’ met sommige parochies minder is geworden binnen de looptijd van het project. De keuze om breder te gaan werven (zowel bij vrijwilligers als jongeren) heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. In principe is M25 geadopteerd door meerdere parochies en is aan Stichting Mara gevraagd om te ondersteunen bij de organisatie. Als aan deze oorspronkelijke opzet gehouden wil worden, betekent dit dat de rol van de parochies weer nadrukkelijker naar voren moet komen. Dit betekent dat parochies mede verantwoordelijkheid dragen voor het project M25 Rotterdam dat door Stichting Mare wordt uitgevoerd, vormgegeven en uitgebouwd. Dit kan worden gerealiseerd door meer te investeren in de samenwerking met de diverse parochies die verspreid liggen in Rotterdam. Daar liggen ook kansen voor activiteiten van M25 Rotterdam, om mee te participeren in de diaconale activiteiten van parochies.
39
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Aandachtspunt hierbij is – zo bleek in de klankbordgroep – dat parochies in algemene zin kampen met het probleem van het vinden van vrijwilligers. De wervingscampagnes in de parochies zijn nu mogelijk te abstract. Uit discussie in de klankbordgroep blijkt dat het van belang is om hier ‘een gezicht’ aan te geven. Werving en behouden van vrijwilligers: zingeving meer centraal stellen De werving van nieuwe vrijwillige begeleiders blijkt moeizaam. Ook is het verloop groot. Dit heeft vooral te maken met de leeftijdsgroep van de vrijwillige begeleiders (twintigers met een startende carrière, relatie en gezinsleven). In het huidige profiel van de vrijwillige begeleiders wordt vooral gerefereerd aan de ureninzet en de taken. Uit het onderzoek blijkt dat de motivatie van de vrijwillige begeleiders voor M25 Rotterdam vooral zit in de zingeving en het doel van het project. Dit zou volgens de klankbordgroep meer prominent in het profiel van de vrijwillige begeleider en dus ook in de werving naar voren moeten komen. Het is dan verder ook van belang dat dit in de overleggen met de vrijwillige begeleiders nadrukkelijker aan de orde komt. De maandelijkse overleggen zijn meer werkoverleggen geworden: welke activiteiten zijn er, wie kan wanneer? Als de zingeving bij de vrijwillige begeleiders explicieter aan de orde wordt gesteld, zal dit mogelijk ook doorwerken op het meer expliciet aan de orde stellen van zingeving bij de jongeren door de vrijwillige begeleiders. Het wordt dan meer ‘gewoon’ om over zingeving te praten. Het is van belang om dit aspect ook mee te nemen in de aard en de inrichting van de training van de vrijwillige begeleiders. Werving van jongeren via parochies en zingeving Het afgelopen jaar hebben weinig nieuwe jongeren zich via parochies aangemeld. De klankbordgroep is van mening dat werving van jongeren via (een vertegenwoordiger bij) de parochies het beste werkt. Jongeren moeten persoonlijk worden aangesproken door het verhaal van een andere jongere of vrijwillige begeleider. Ook hier moet volgens de klankbordgroep meer geappelleerd worden aan het zingevingsaspect. Bovendien moet de mogelijkheid overwogen worden om jongeren een paar keer te laten proeven alvorens ze zich definitief aanmelden voor M25 Rotterdam. Hierdoor worden de cijfers van welke jongeren nu wel of niet bij M25 Rotterdam horen niet vervuild. Behoud de variatie in activiteiten en doelgroepen Door alle betrokkenen (jongeren, ouders en vrijwillige begeleiders) wordt de variatie in doelgroepen en activiteiten als een van de succesfactoren voor genoemd. Door de variatie in activiteiten blijven jongeren het ‘leuk’ vinden om mee te doen aan de activiteiten. Dit onderscheidt M25 Rotterdam van regulier vrijwilligerswerk bij een vaste organisatie. De jongeren zouden niet zo snel kiezen voor dit laatste type vrijwilligerswerk. . Vrijblijvendheid ‘aanpakken’ Zowel de beroepskrachten, de vrijwillige begeleiders als de profijtorganisaties benoemen de vrijblijvendheid of met andere woorden de onduidelijkheid of jongeren wel of niet naar een activiteit komen als een knelpunt. In de gesprekken met vrijwillige begeleiders en beroepskrachten en in het gesprek met de klankbordgroep zijn hierover meerdere suggesties gedaan:
Een vertegenwoordiger van de parochie of een vaste vrijwillige begeleider die zijn of haar jongeren persoonlijk kan aanspreken waardoor persoonlijke binding ontstaat om naar activiteiten te komen.
40
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Instroom van jongeren bijvoorbeeld tweemaal per jaar en dan starten met een kennismakingsactiviteit van een of meerder dagen (vergelijkbaar met een schoolkamp). Hierdoor wordt meer aan groepsbinding gedaan. Jongeren kunnen hierdoor ook het gevoel krijgen dat het speciaal is dat ze aan M25 Rotterdam meedoen.
Inzet van de ‘jonge’ jongeren en doorstroming van de oudere jongeren Om de doelen van het project optimaal te realiseren en een doorstroming te bewerkstellingen, moet er een goede keus gemaakt worden over welke activiteiten geschikt zijn voor de jongere deelnemers. Eventueel inzet van meer vrijwillige begeleiders met een duidelijke rol en de activiteiten met de zwaardere doelgroepen voor de oudere jongeren reserveren. De oudere jongeren of een tussengroep tussen jongeren en vrijwillige begeleiders zouden ook de opdracht kunnen krijgen om een eigen activiteit te organiseren vergelijkbaar met wat de MAS-deelnemers doen. Ruimte voor instructie en evaluatie (zingeving) nog duidelijker inbouwen Het is de bedoeling dat jongeren voorafgaand aan een activiteit uitleg en instructie krijgen over hoe om te gaan met de doelgroep. De meeste organisaties vinden dit van belang. Doordat jongeren vaak te laat komen bij activiteiten is hier onvoldoende gelegenheid voor. Mogelijke oplossingen hiervoor zijn jongeren nog iets eerder laten komen en/of de vrijwillige begeleiders vooraf een duidelijke instructie door de organisaties laten krijgen, zodat zij tijdens activiteiten de jongeren beter kunnen begeleiden. Na afloop is het de bedoeling dat er een kleine evaluatie plaatsvindt. Dit is niet altijd mogelijk en als het gebeurt dan komt daar weinig uit – aldus beroepskrachten. Uit de discussie met de klankbordgroep blijkt dat informele gesprekken over zingeving en geloof met gebruik van bijvoorbeeld fotomateriaal meer opleveren. M25 is een katholiek project, praten over geloof en zingeving moet – aldus klankbordgroep en meerdere vrijwillige begeleiders – normaal zijn, zonder daarom een catechetisch project te worden. Omdat mogelijk niet alle vrijwillige begeleiders dit even gemakkelijk vinden, is een themabijeenkomst over hoe een dergelijk (informeel) gesprek aan te gaan aan een optie. We merken hierbij echter op dat ondanks dat deze gesprekken dus niet structureel plaatsvinden het effect van zingeving bij de jongeren wel bereikt wordt. Dit lijkt ervoor te pleiten om dit onderdeel inderdaad meer in informele sfeer aan te pakken.
41
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
Bijlage Overzicht samenwerkende organisaties, profijtgroep, activiteiten/ betrokkenheid in 2011 en geïnterviewd of niet Organisatie
Profijtgroep
Betrokkenheid
Humanitas Bergweg
Ouderen
Missionaries of Charity
Dak- en thuislozen
M25 Rotterdam onderneemt activiteiten met de ouderen op de Hindoestaanse afdeling en soms ook op verschillende locaties van Humanitas Bergweg M25 Rotterdam helpt hier mee met het uitdelen van maaltijden aan daklozen
ASVZ Wielewaal
Verstandelijk/licha melijk beperkten
M25 Rotterdam helpt hier mee met het karaokefeest in de zomer
Wijkpastoraat Oude Noorden Stichting Pluspunt Rotterdam Leger des Heils (Zij aan Zij)
Achterstandswijken
M25 Rotterdam helpt hier mee met verschillende maaltijden voor mensen in de wijk. M25 Rotterdam helpt hier mee met de dagbesteding voor dak- en thuislozen M25 Rotterdam organiseert hier jaarlijks een tienermoederverwendag.
Kingswork (kinderclub PEP)
Achterstandswijken
M25 Rotterdam organiseert hier spel/sportdagen voor kinderen
Stichting ROS (Plexat)
Vluchtelingen
Stichting Humanitas (HIV Hulpverlening)
Zieken
M25 Rotterdam heeft hier 1 keer de ruimte mee helpen verven en een wake voor vluchtelingen gedaan voor het detentiecentrum M25 Rotterdam heeft via deze stichting verschillende activiteiten gedaan voor mensen met hiv/aids
Stichting Welzijn Feijenoord, afdeling ouderenzorg Albert Heijn
Ouderen
Pameijer
Verstandelijk/licha melijk beperkten
Werkgroep Diaconie, Heilige Drie-Eenheid Zorgboerderij de Buytenhof
Ouderen
M25 Rotterdam maakt hier Kerststukjes voor ouderen
v
Verstandelijk/licha melijk beperkten Nieuwe Rotterdammers Vluchtelingen
M25 Rotterdam heeft hier 1 keer in de tuin gewerkt
v
Welkom in Rotterdam/Casa Tiberias Stichting Mamre/Welkom Onthaal Jumbo Maasstad ziekenhuis
Dak- en thuislozen Jonge moeders
Zieken
M25 Rotterdam organiseert hier een activiteit op een zondagmiddag voor ouderen
42
Zieken Opnamestudio
v
v
v
v v
M25 Rotterdam doet hier de jaarlijkse boodschappeninzamelingsactie M25 Rotterdam helpt hier mee met de partyavonden
M25 Rotterdam heeft een kookmiddag gedaan met oudere Kaapverdiaanse dames M25 Rotterdam helpt hier mee met de maaltijd voor vluchtelingen vrouwen en de kinderopvang M25 Rotterdam doet hier de jaarlijkse boodschappeninzamelingsactie M25 Rotterdam helpt hier mee met de Kerstbijeenkomst voor zieken
CD project partners Erasmus MC/ Sophia ziekenhuis Tony Verdult studio
Geïnterviewd
bijgedragen aan het M25 Rotterdam cd project en ontving de eerste bijdrage voor de vakantieweek M25 Rotterdam heeft bij hem de cd opgenomen
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep
v v v
43
RAPPORT | Evaluatie M25 Rotterdam | DSP-groep