Veiligheidsvoorschriften en gebruikshandleiding voor
EUROPESE TUINSTOFZUIGER - DUWMODEL REEKS 0
Model
Artikelnr.
ESV25650B
7085913
Gelieve vóór u de machine gebruikt deze handleiding zorgvuldig te lezen en in het bijzonder aandacht te schenken aan de "BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN" op bladzijden 2 en 3. Onthoud dat alle gemotoriseerde machines gevaarlijk kunnen zijn wanneer men ze verkeerd gebruikt. Vergeet evenmin dat u voor uw VEILIGHEID de machine voorzichtig moet gebruiken, volgens de handleiding en met gezond verstand! OPMERKING: De specificaties zijn correct bij het ter perse gaan en kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. * De reëel ontwikkelde paardenkracht zal als gevolg van beperkingen tijdens het gebruik en milieufactoren waarschijnlijk lager zijn.
COPYRIGHT © 2005 SNAPPER – EEN DIVISIE VAN SIMPLICITY MFG., INC. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
HANDLEIDING Nr. 7050467 (Rev. 1, 8/15/2005)
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN WAARSCHUWING: Deze krachtige machine kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren die verwondingen en schade kunnen veroorzaken! Het niet naleven van deze VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN kan de gebruiker of andere personen ernstig of zelfs dodelijk verwonden. De eigenaar van de machine moet deze voorschriften begrijpen en mag de machine uitsluitend laten gebruiken door personen die de voorschriften begrijpen. Elke persoon die de machine gebruikt moet bij zijn volle verstand zijn, lichamelijk gezond, en niet onder de invloed van eender welke stof die het gezicht, de motoriek of het beoordelingsvermogen kan beïnvloeden. Als u vragen over uw machine hebt, moet u contact opnemen met uw plaatselijke erkende dealer.
VOORZORGEN VOOR KINDEREN
VOORBEREIDING
Er kunnen tragische ongevallen gebeuren als de gebruiker niet alert is voor de aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden vaak aangetrokken door de machine en de activiteit. Veronderstel nooit dat kinderen op de plaats zullen blijven waar u hen het laatst hebt gezien. 1. HOUD kinderen uit de buurt van de zone waar wordt gewerkt. Zorg dat een verantwoordelijke volwassene toezicht op hen houdt. 2. Laat GEEN kinderen toe in de zone waar wordt gewerkt en schakel de machine UIT wanneer iemand de zone betreedt. 3. Laat GEEN kinderen jonger dan tieners de machine gebruiken. 4. Laat alleen volwassenen of verantwoordelijke tieners met het beoordelingsvermogen van een volwassene en onder volwassen toezicht de machine gebruiken. 5. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u blinde hoeken nadert, struiken, bomen of andere objecten die het gezicht belemmeren.
(Vervolg van vorige kolom) 4. Ga uiterst voorzichtig om met brandstof. Brandstof is ontvlambaar en dampen kunnen ontploffen. Gebruik uitsluitend goedgekeurde brandstof-containers. Verwijder NOOIT het deksel van de brandstoftank en voeg nooit brandstof toe terwijl de motor draait. Voeg in de buitenlucht alleen brandstof toe wanneer de motor uitgeschakeld en koud is. Verwijder gemorste brandstof van de machine. ROOK NIET. 5. Controleer het terrein dat gemaaid moet worden. Verwijder alle voorwerpen zoals speelgoed, kabels, stenen, boomtakken en andere voorwerpen die verwondingen kunnen veroorzaken als ze door het mes worden weggeslingerd of het maaien hinderen. 6. Houd mensen en dieren op een veilige afstand van de machine. Indien iemand het terrein betreedt, moet u onmiddellijk de motor stoppen. 7. Controleer de beschermkappen, deflectors, schakelaars, motorregelaars en andere veiligheidsvoorzieningen regelmatig op hun goede werking en plaatsing. 8. Zorg dat alle veiligheidslabels duidelijk leesbaar zijn. Vervang ze als ze beschadigd zijn. 9. 10. Bescherm uzelf tijdens het werk. Draag een veiligheidsbril, een gehoorbeveiliging, een adembeveiliging, een lange broek en stevig schoeisel. Gebruik de machine NIET op blote voeten of met sandalen. 10. Zorg dat u weet hoe u de motor snel kunt STILLEGGEN in noodsituaties. 11. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de machine op een aanhangwagen of vrachtwagen laadt of lost. 12. Controleer de onderdelen en de zak regelmatig op sporen van slijtage of beschadiging. Vervang ze indien nodig, om verwondingen te voorkomen als gevolg van weggeslingerde voorwerpen die door zwakke of versleten plaatsen zouden scheuren.
GEBRUIK OP HELLINGEN 1.
2. 3.
Op hellingen kan de machine gemakkelijker slippen en vallen, met ernstige letsels als gevolg. Wees altijd extra voorzichtig op hellingen. Als u zich niet veilig voelt op een helling, mag u de machine NIET op de helling gebruiken. Wees extra voorzichtig naarmate de zak gevuld geraakt, aangezien zijn gewicht de stabiliteit van en het rijden met de machine zal beïnvloeden. Parkeer NIET op een helling.
VOORBEREIDING 1.
2. 3.
Lees deze handleiding en respecteer de waarschuwingen en de voorschriften in deze handleiding, op maaimachine, op de motor en op de hulpstukken. Zorg dat u de bediening en het juiste gebruik van de machine kent voor u ze start. De machine mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen, verantwoordelijke personen die de nodige instructies hebben ontvangen. Uit de statistieken blijkt dat gebruikers van 60 jaar en ouder betrokken zijn bij een hoog percentage ongevallen met machines. Deze gebruikers moeten beoordelen of zij in staat zijn om de machine voldoende veilig te bedienen om zichzelf en anderen tegen ernstige verwondingen te beschermen.
VEILIG OMGAAN MET BENZINE Om lichamelijke letsels of schade aan eigendommen te voorkomen, moet u uiterst voorzichtig met benzine omgaan. Benzine is zeer brandbaar en de dampen kunnen ontploffen. 1. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere bronnen van vuur. 2. Gebruik uitsluitend goedgekeurde brandstofreservoirs.
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN GEBRUIK
VEILIG OMGAAN MET BENZINE
(Vervolg van vorige kolom) 12. De motor moet volledig GESTOPT zijn voor u de zak verwijdert. 13. Gebruik de machine NIET wanneer de zak en de beschermkappen niet volledig aangebracht zijn. 14. Vertraag voor u een bocht maakt. 15. Kijk in de buurt van wegen of tijdens het oversteken uit voor verkeer. 16. Laat de motor NIET draaien in een gesloten ruimte. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een dodelijk vergif. 17. Als de zuiginlaag of -uitlaat verstopt raakt, moet u de motor UITSCHAKELEN. Koppel de bougiekabel af en bevestig hem uit de buurt van de bougie. Gebruik indien mogelijk een stok om de prop te verwijderen. Als u uw handen moet gebruiken, moet u altijd dikke handschoenen dragen, aangezien de resten scherp kunnen zijn.
(Vervolg van vorige pagina) 3. Verwijder de tankstop NIET en vul de tank NIET bij terwijl de motor draait. Laat de motor afkoelen voor u bijtankt. 4. Vul de tank niet binnenshuis. 5. Bewaar de machine of brandstofcontainers NIET binnenhuis, in de buurt van open vuur, vonken of waakvlammen van bijvoorbeeld een boiler of andere toestellen. 6. Vul een brandstofcontainer NOOIT in een voertuig of op een vrachtwagen of aanhangwagen met plastic vloer. Zet de containers altijd op de grond, weg van het voertuig, voor u ze vult. 7. Verwijder benzinemotoren uit het voertuig of de aanhangwagen en vul ze op de grond. Als dat onmogelijk is, vult u ze met behulp van een draagbare container en niet via een benzinepomp. 8. Start benzinemotoren NIET in een gesloten ruimte of in een aanhangwagen. 9. Houd het mondstuk altijd in contact met de rand van de tank of container tot u klaar bent met het vullen. Gebruik GEEN systeem dat de vergrendeling van het mondstuk openhoudt. 10. Als u brandstof op uw kleding morst, moet u onmiddellijk andere kleren aantrekken. 11. De brandstoftank nooit overvullen. Plaats de stop terug en draai hem stevig vast.
ONDERHOUD EN OPSLAG 1.
Bewaar de machine of een brandstofcontainer nooit in een gesloten ruimte waar brandstofdampen in contact zouden kunnen komen met een open vlam, een vonk of een waakvlam, zoals van een boiler, verwarmingsketel, droger of een ander gastoestel. Laat de motor afkoelen voor u de machine in een gesloten ruimte plaatst. Bewaar de brandstofcontainer buiten het bereik van kinderen, in een goed geventileerd, onbewoond gebouw. 2. Zorg dat de motor vrij blijft van gras, bladeren of overtollig vet, om het gevaar op brand of oververhitting van de motor te beperken. 3. Wanneer u de brandstoftank aftapt, vangt u de brandstof op in een goedgekeurde container, buitenshuis en uit de buurt van elke open vlam. 4. Zorg dat alle bouten, moeren en schroeven stevig vastzitten. Controleer of alle splitpennen goed zijn aangebracht.. 5. Zorg altijd voor voldoende verluchting als u de motor binnenshuis laat draaien. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een reukloos en dodelijk vergif. 6. Werk uitsluitend aan de motor wanneer hij uitgeschakeld is. Verwijder de bougiekabels van de bougies en bevestig de kabels uit de buurt van de bougies, zodat de motor niet per ongeluk kan starten. 7. Wijzig NOOIT de afstelling van de toerenregelaar en laat de motor niet tegen een te hoog toerental draaien. 8. Controleer de zak regelmatig op slijtage of beschadiging, zodat geen voorwerpen worden weggeslingerd of in contact komen met bewegende onderdelen. Plaats een nieuwe zak als de naden loskomen of als de zak gescheurd is. Vervang een versleten, gebroken of gebarsten adapter. 9. Test de vonk NOOIT door de bougie naast het bougiegat tegen de massa te houden: de vonk zou brandstofdampen die uit de motor ontsnappen kunnen doen ontploffen. 10. Laat de machine minstens eenmaal per jaar onderhouden door een erkende dealer en laat de dealer eventuele nieuwe veiligheidsvoorzieningen installeren. 11. Gebruik uitsluitend originele onderdelen die u bij uw erkende dealer aankoopt, om er zeker van te zijn dat de oorspronkelijke standaarden geëerbiedigd blijven
GEBRUIK 1.
Plaats uw handen of voeten NIET in de buurt van draaiende onderdelen. Blijf uit de buurt van de inlaat- en uitlaat wanneer de motor draait. 2. Schakel de motor UIT wanneer u grindpaden of -opritten oversteekt. 3. Gebruik de machine alleen in daglicht of goed kunstlicht. 4. Gebruik de machine NIET onder de invloed van alcohol of drugs. 5. Als de machine abnormaal trilt, moet u de motor UITSCHAKELEN, de bougiekabel afkoppelen en bevestigen, de machine op schade inspecteren en schade repareren voor u verder maait. 6. Gebruik de machine NIET in de buurt van sterke niveauverschillen, grachten of dijken. U zou kunnen uitglijden of uw evenwicht verliezen. 7. LET OP VOOR KUILEN en andere verborgen gevaren. Hoog gras kan obstakels verbergen. Blijf uit de buurt van grachten, weggespoelde grond, duikers, omheiningen en uitspringende objecten. 8. Gebruik de machine NIET op nat gras. Zorg dat u altijd stevig staat. Houd de handgrepen goed vast en wandel, zonder te lopen. Uitglijden kan tot verwondingen leiden. 9. Laat de machine NIET onbewaakt achter terwijl de motor draait. 10. Zorg dat de motor volledig GESTOPT is voor u hem schoonmaakt, repareert of inspecteert. Koppel de bougiekabel af en bevestig hem uit de buurt van de bougie om ongewenst starten te voorkomen. 11. Start of gebruik de machine NIET wanneer de ritssluiting van de zak niet gesloten is.
3
INHOUD BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN....................................................................... 2-3 INHOUD 4 MONTAGEVOORSCHRIFTEN..........................................................................................................5 DEEL 1 – DE MACHINE LEREN KENNEN................................................................................... 6-7 Benamingen..................................................................................................................................6 Veiligheids- en instructielabels...................................................................................................7 DEEL 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES ............................................................................................ 8-9 Checklist vóór het starten ...........................................................................................................8 De motor starten...........................................................................................................................9 De motor stoppen.........................................................................................................................9 Bediening......................................................................................................................................9 Zuigslang (optie) ..........................................................................................................................9 DEEL 3 – ONDERHOUDSINSTRUCTIES.......................................................................................10 Onderhoud – Na de eerste 5 uren .............................................................................................10 De motorolie vervangen .........................................................................................................10 De luchtfilter van de motor onderhouden ............................................................................10 De machine inspecteren ........................................................................................................10 Onderhoud – Om de 25 gebruiksuren ......................................................................................10 Opslag – Buiten het seizoen .....................................................................................................10 DEEL 4- AFSTELLING EN REPARATIE ........................................................................................11 De motor afstellen en repareren ...............................................................................................11 De rotor vervangen.....................................................................................................................11 De bekleding van de rotorbehuizing vervangen ......................................................................11 PROBLEMEN OPLOSSEN .............................................................................................................12 ONDERHOUDSSCHEMA................................................................................................................13 SPECIFICATIES CE-GOEDKEURING............................................................................................13
BELANGRIJK: De figuren en illustraties in deze handleiding dienen uitsluitend als referentie en kunnen verschillen van uw specifieke model. Raadpleeg uw erkende dealer als u vragen hebt.
WAARSCHUWING BENZINEMOTOREN KUNNEN EEN VONKENVANGER NODIG HEBBEN Als de motor van deze machine niet voorzien is van een vonkenvanger en als de machine wordt gebruikt in bossen, struikgewas of braakliggend grasland, moet een vonkenvanger aan de uitlaat worden toegevoegd om te voorkomen dat vonken ontsnappen. De vonkenvanger moet door de gebruiker in goede staat worden gehouden. In de Staat Californië is het bovenstaande wettelijk verplicht (Sectie Deel 4442 van de California Public Resources Code). In andere jurisdicties kunnen gelijksoortige weten van kracht zijn. Raadpleeg uw erkende onderhoudscentrum voor informatie over vonkenvangers.
4
MONTAGEVOORSCHRIFTEN De montage is grotendeels in de fabriek voltooid. Nadat u de machine uit de verpakking hebt verwijderd, moet u de handgrepen openvouwen, de zak aanbrengen en de plug voor accessoires in de zuigpijp aanbrengen. De eerste afstellingen en bedrijfstests zijn in de fabriek uitgevoerd. Als gevolg van het transport, de behandeling en opslag, moet u de machine tijdens de montage zorgvuldig inspecteren op losse of beschadigde onderdelen en eventuele vereiste afstellingen. Het is van het grootste belang dat u uw aankoop registreert om van de garantie te kunnen genieten. Vul uw registratieformulier in en stuur het naar het op het formulier vermelde adres.
1.
2.
3.
4. 5.
6.
7.
8.
Verwijder de inhoud voorzichtig uit te verpakking. Als u de achterzijde van de doos wegsnijdt, moet u de machine niet optillen. U kunt de machine dan uit de verpakking rijden. Vouw de handgrepen open. Wees voorzichtig dat u de kabels niet knelt. Plaats de handgrepen in de bedrijfpositie. Draai de bevestigingen stevig vast. Bevestig de adapter voor de zak in de uitwerpopening. Open het uitwerpluik en schuif de adapter over de twee flenzen van de opening. Zorg dat de adapter aan beide zijden goed vastzit. Sluit het uitwerpluik. Zie Figuren 1 en 2. Bevestig de twee riemen achteraan de bovenzijde van de zak aan de handgrepen. Zie Figuur 3. Installeer de plug voor accessoires. Breng de twee lipjes van de plug in lijn met de twee gleufjes van de zuigpijp. Plaats de plug en draai hem 90° om hem te blokkeren. Zie Figuur 4. Vul het motorcarter tot op het juiste peil met olie. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de specificaties. Breng de machine naar een open ruimte waar dampen veilig kunnen ontsnappen, verwijderd van elke ontstekingsbron. Vul de brandstoftank. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de specificaties. Niet overvullen. De montage is voltooid. Ga verder met de checklist voor het starten. Voer elke stap zorgvuldig en volledig uit.
FIGUUR 2
BEVESTIG DE RIEMEN AAN DE HANDGREPEN
ADAPTER ZAK UITWEROPENING
FIGUUR 3
MONTAGEFLENS PLAATS DE PLUG IN DE PIJP
FIGUUR 1 FIGUUR 4
5
Deel 1 – DE MACHINE LEREN KENNEN SNELHEIDSREGELAAR MOTOR
HOOGTEREGELING SNEL
SNELHEIDSREGELAAR TRAAG
STOP
ZAK
BALG MET RITSSLUITING UITWERPLUIK INJECTOR MOTOR
ZUIGMOND
FIGUUR 1.1 1.1 INLEIDING Deze handleiding is opgesteld voor de gebruiker van de Yard Vacuum. Ze beschrijft de standaard gebruiksprocedures en het normale onderhoud, maar is ook bedoeld om door een correct gebruik de VEILIGHEID te bevorderen. Zorg dat u de BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN op bladzijde 2-3 van deze handleiding en alle VEILIGHEIDSBERICHTEN op de machine en haar uitbreidingen leest, begrijpt en respecteert voor u de machine gebruikt.
PLUG VOOR ACCESSOIRES
1.2 BENAMINGEN De benamingen op bovenstaande Figuur 1.1 tonen de essentiële delen van de Yard Vacuum. Het is aanbevolen dat elke gebruiker zich goed vertrouwd maakt met de bedieningen, onderdelen en werking van de machine. Specifieke details over de motor vindt u in de handleiding van de motor. Bestudeer de handleidingen voor u de machine gebruikt en bewaar ze als referentie.
6
Deel 1 – DE MACHINE LEREN KENNEN 1.3 VEILIGHEIDS- EN INSTRUCTIELABELS De veiligheids- en instructielabels van uw Yard Vacuum zijn zeer belangrijk. Zorg dat u alle instructies leest, begrijpt en opvolgt. Houd de labels altijd schoon en leesbaar. Vervang verloren of onleesbare labels.
EUROPESE PRESTATIES Maximaal trillingsniveau, gemeten bij de hand van de gebruiker, 12 m/sec2
WAARSCHUWING – BESCHERM DE OREN, DE OGEN EN DE ADEMHALING PROTECTION REQUIRED GEVAAR - WEGGESLINGERDE VOORWERPEN HOUD OMSTANDERS UIT DE BUURT VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING – BOUGIE
WAARSCHUWING – HOUD HANDEN EN VOETEN UIT DE BUURT
EUROPESE GELUIDSCERTIFICATIE
MEERTALIGE WAARSCHUWING: DE MACHINE NIET GEBRUIKEN ZONDER DE GRASOPVANGZAK OF DE BESCHERMKAP
WAARSCHUWING COMBO: • • •
RESPECTEER ALLE WAARSCHUWINGEN LEES EN VOLG DE HANDLEIDINGEN HOUD KINDEREN EN ANDERE UIT DE BUURT VAN DE WERKZONE
7
EUROPESE CERTIFICATIE
Deel 2 – GEBRUIKSINSTRUCTIES 2.1
CHECKLIST VOOR HET STARTEN Lees, begrijp de instructies en waarschuwingen in deze handleiding en op de machine, de motor en de hulpstukken voor u de machine gebruikt. Maak u vooraf vertrouwd met de bedieningen en het correcte gebruik van de machine. Voer altijd de volgende controles en onderhoudsprocedures uit voor u de machine start. 2.1.1. Controleer of alle beschermkappen, deflectors en deksels goed aangebracht en stevig bevestigd zijn. 2.1.2. Inspecteer de machine zorgvuldig op losse, ontbrekende, beschadigde of versleten onderdelen. Repareer of vervang de onderdelen indien nodig voor u de machine gebruikt. 2.1.3. Inspecteer de zak en de adapter zorgvuldig op slijtage en beschadiging. BELANGRIJK – open de bovenzijde van de zak om de binnenzijde en het uiteinde van de adapter aan de uitwerpdeflector te inspecteren. Vervang de zak en de adapter indien ze sporen van beschadiging vertonen. De zak moet worden vastgemaakt aan de adapter, de adapter moet op de machine gemonteerd zijn en de rits van de zak moet volledig gesloten zijn voor u de machine start. De achterste hoeken van de bovenzijde van de zak worden aan de handgrepen vastgemaakt met de riempjes aan de bovenzijde van de zak. Zie Figuren 2.2 en 2.3. 2.1.4. Controleer de motorolie en voeg olie toe tot het peil het teken FULL bereikt. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de oliespecificaties. Zie Figuur 2.1.
ZAKADAPTER GEMONTEERD. ZAK VASTGEMAAKT AAN HANDGREPEN. BOVENSTE RITS VOLLEDIG GESLOTEN
FIGUUR 2.2
VEILIGE ZONE ZAK EN ADAPTER OP DE UITWERPOPENING GEMONTEERD
FIGUUR 2.1 2.1.5. Controleer of de regelaar van de motorsnelheid vrij kan bewegen. 2.1.6. Verwijder vuil, gras, olie enz. van de buitenzijde van de machine en de motor. Zorg dat de rooster van de luchtinlaat van de motor en de koelvinnen altijd schoon zijn. 2.1.7. Duw de machine naar buiten, waar de dampen kunnen ontsnappen, en vul de tank met brandstof. Zorg dat de tankstop na het vullen goed wordt gesloten. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de brandstofspecificaties. 2.1.8. Pas de hoogte van de zuiginlaag aan. Hef de handgrepen op. Druk de regelhendel voor de hoogte tegen de handgreep. Plaats de handgrepen hoger of lager tot de gewenste inlaathoogte bereikt is. Laat de regelhendel los. Zie Figuur 2.4.
FIGUUR 2.3
HOOGTEREGELAAR
FIGUUR 2.4
8
Deel 2 – GEBRUIKSINSTRUCTIES 2. Inspecteer de zak. Hij moet goed aan de machine bevestigd zijn, in goede staat verkeren en schoon en droog zijn. De bovenste ritssluiting moet volledig gesloten zijn. Controleer of de plug voor accessoires in de voorste opening van de zuiger is bevestigd. 3. Start de motor. De motor zal niet voor alle resten op "FAST" moeten draaien. U kunt met de hoogte van de inlaat en de snelheid van de motor experimenteren om het beste resultaat te verkrijgen. 4. Wanneer u in droge, stoffige omstandigheden werkt, kan het mogelijk zijn dat u de motor op "SLOW" moet laten draaien. De zak kan snel verstopt worden met fijn stof, zodat de zuigkracht afneemt. Aan de zijkant van de zak is een balg met rits voorzien. U kunt deze balg openen om de doorstroming van de lucht te bevorderen. OPEN de bovenste ritssluiting NIET terwijl de motor draait. 5. Voor optimale prestaties moet u de zak schoonhouden en niet te vol laten geraken. De zak moet volledig droog zijn voor u hem gebruikt.
WAARSCHUWING De zak en de adapter moeten volledig geïnstalleerd zijn voor de motor wordt gestart. De zak en de adapter zullen bij normaal gebruik slijten. Inspecteer ze regelmatig en vervang ze als u sporen van beschadiging merkt. 2.2
STARTEN, STOPPEN EN BEDIENING 2.2.1. DE MOTOR STARTEN Voor u de motor start, moet u alle punten van de checklist vóór het starten afwerken. De uitwerpopening heeft een veiligheidsblokkering. De zak en de adapter van de zak moeten volledig geïnstalleerd zijn voor de motor kan starten. 1. Duw de machine naar een vlakke, open ruimte. 2. Plaats de snelheidsregelaar van de motor volledig voorwaarts, in de stand "FAST" (konijn). 3. Druk drie keer op de injectieknop om een koude motor te starten. OPMERKING: injectie is niet altijd nodig om een warme motor opnieuw te starten. 4. Trek aan het startkoord tot u weerstand voelt. Trek krachtig tot de motor start. Leid het startkoord weer in de motor. 5. Plaats na het starten de snelheidsregelaar van de motor in ongeveer de tussenstand.
WAARSCHUWING Verwijder de adapter van de zak NIET van de machine en open de zak niet terwijl de motor draait. Schakel de motor UIT en wacht tot hij volledig stopt met draaien.
2.2.2 DE MOTOR STOPPEN 1. Plaats de regelaar van de motorsnelheid naar achter, in de positie "STOP". 2. Wacht tot de motor volledig stopt met draaien voor u de zak verwijdert of leegmaakt. 3. Het is aanbevolen de motorsnelheid tot "SLOW" (de stand met de schildpad) te vertragen voor u de motor uitschakelt, zodat de motor kan afkoelen.
6. Als de in- of uitlaat van de zuiger verstopt is, moet u de MOTOR UITSCHAKELEN. De motor moet volledig gestopt zijn voor u de zak verwijdert of de plug uit de inlaat neemt. Om ongewenst starten te voorkomen, moet u de bougiekabel altijd van de bougie afkoppelen en uit de buurt van de bougie bevestigen. Gebruik zo mogelijk een stok om de prop te verwijderen. Als dit niet lukt en u uw handen moet gebruiken, moet u dikke handschoenen dragen. De resten zouden scherpe voorwerpen kunnen bevatten.
WAARSCHUWING Gebruik de machine NIET wanneer de zak en de adapter van de zak niet volledig zijn geïnstalleerd en de rits niet volledig gesloten is. Draag altijd bescherming voor de oren, de ogen en de ademhaling wanneer u de machine gebruikt.
WAARSCHUWING Zuig GEEN brandende, natte, brandbare, explosieve of giftige resten op. Bewaar de resten NIET in de zak. Ontbindende organische resten verwekken warmte die de zak kan beschadigen of brand kan veroorzaken.
2.2.3 BEDIENING De Yard Vacuum is ontworpen om droge organische resten op te zuigen, zoals bladeren, grasmaaisel, houtkrullen en zaagsel, net als resten die gemengd zijn met blikjes, flessen en kleine hoeveelheden zand. Het opzuigen van harde, niet-organische resten zal de levensduur van de machine beïnvloeden. Zand werkt schuren en zal onder meer de rotorbehuizing, de rotor en de adapter van de zak doen slijten.
2.3
1. Stel de hoogte van de inlaat af. Om zoveel mogelijk resten op te zuigen, moet de inlaat zo dicht mogelijk bij de resten komen, zonder de luchtstroom te blokkeren; de motorsnelheid moet op "FAST" staan.
9
ZUIGSLANG (optie) Er is een zuigslang verkrijgbaar die op de voorzijde van de Yard Vacuum wordt aangesloten. Met de slang kunt u moeilijk toegankelijke plaatsen bereiken. Raadpleeg uw erkende dealer voor informatie.
Deel 3 – ONDERHOUD 3.2.2. DE LUCHTFILTER ONDERHOUDEN De motor is uitgerust met een luchtfilter met twee elementen. Zowel de voorfilter van schuimrubber als het filterpatroon hebben onderhoud nodig. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de aanbevolen onderhoudsprocedures. 3.2.3 DE MACHINE INSPECTEREN Inspecteer de machine zorgvuldig op losse, ontbrekende of beschadigde onderdelen. Laat de motor draaien en let op abnormale trillingen. Schakel de motor uit, open de bovenzijde van de zak en inspecteer de binnenzijde van de zak en het uiteinde van de adapter aan de uitwerpdeflector. Repareer of vervang indien nodig de zak, de adapter en de machine. Raadpleeg uw erkende dealer voor hulp.
WAARSCHUWING Probeer de machine NIET af te stellen, te onderhouden of te repareren terwijl de motor draait. Zet de motor uit. Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit de buurt van de bougie. De motor en zijn componenten zijn HEET. Voorkom brandwonden door alle onderdelen te laten afkoelen voor u eraan werkt. 3.1
3.2
INLEIDING Om de goede werking van de Yard Vacuum te verzekeren, mag u uitsluitend originele onderdelen gebruiken, die u bij uw erkende deler verkrijgt. Raadpleeg een plaatselijke erkende dealer voor onderdelen en hulp bij het onderhoud. Om het juiste onderdeel of de juiste informatie voor een bepaalde Yard Vacuum te krijgen, moet u altijd het model/artikelnummer en het serienummer vermelden. Wij raden aan de Yard Vacuum elk jaar naar de erkende dealer te brengen voor inspectie en de installatie van eventuele nieuwe systemen die de machine veiliger maken. U vindt de dichtstbijzijnde plaatselijke erkende dealer in de gouden gids, in de rubriek GRASMAAIERS. Zoek voor motoronderdelen en onderhoud een dealer van de fabrikant van uw motor in de rubriek MOTOREN - benzine. ONDERHOUD - NA DE EERSTE 5 UREN Een regelmatig onderhoud is belangrijk voor de prestaties en de levensduur van uw Yard Vacuum. Een goed uitgevoerd onderhoud op de aanbevolen tijdstippen is essentieel. Raadpleeg het ONDERHOUDSSCHEMA in deze handleiding en in de handleiding van de motor. Voer alle aanbevolen onderhoudsprocedures zorgvuldig uit. 3.2.1. DE MOTOROLIE VERVERSEN Door het ontwerp van de machine is de aftapplug voor de olie bij sommige motoren moeilijk bereikbaar. De snelste en schoonste manier om te olie af te tappen is door de machine op haar zij te kantelen, de peilstok te verwijderen en de olie in een pan te laten lopen. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de aanbevolen intervallen voor het verversen van de olie en voor de specificaties van de olie.
10
3.3
ONDERHOUD – OM DE 25 UREN Raadpleeg het gedeelte ONDERHOUDSSCHEMA van deze handleiding en de handleiding van de motor. Voer alle aanbevolen onderhoudsprocedures zorgvuldig uit.
3.4
OPSLAG – BUITEN HET SEIZOEN 5. Bewaar de machine of brandstofcontainers NIET binnenhuis, in de buurt van open vuur, vonken of waakvlammen van bijvoorbeeld een boiler of andere toestellen, zoals een verwarmingsketel, een wasdroger of een ander toestel dat met gas werkt. Laat de motor afkoelen voor u de machine in een gesloten ruimte wegbergt. Bewaar de brandstofcontainer buiten het bereik van kinderen in een goed geventileerd, niet bewoond gebouw. Raadpleeg de gedeelten "Veilig omgaan met benzine" en "Onderhoud en opslag" op pagina's 2 en 3. 1. Maak de volledige machine, de motor en de zak grondig schoon. 2. Onderhoud en smeer de machine zoals nodig. Raadpleeg het gedeelte "Onderhouds-schema". 3. Wanneer de motor afgekoeld is, tapt u de benzine uit de tank buitenshuis af in een goedgekeurde container, uit de buurt van alle ontstekingsbronnen. 4. Laat de motor draaien tot alle benzine uit de carburator verbruikt is. 5. Raadpleeg de handleiding van de motor voor bijkomende opslagprocedures voor de motor.
Deel 4 - AFSTELLING EN REPARATIE 4.3
WAARSCHUWING Probeer de machine NIET af te stellen, te onderhouden of te repareren terwijl de motor draait. Zet de motor uit. Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit de buurt van de bougie. De motor en zijn componenten zijn HEET. Voorkom brandwonden door alle onderdelen te laten afkoelen voor u eraan werkt. 4.1
DE MOTOR AFSTELLEN EN REPAREREN Raadpleeg de handleiding van de motor voor de afstellingen en reparaties die u zelf kunt uitvoeren.
4.2
DE ROTOR VERVANGEN De rotor is onderhevig aan slijtage. De reële slijtage hangt af van het type van resten dat u opzuigt. Als de machine abnormaal veel lawaai maakt of vibreert, moet u de motor onmiddellijk UITSCHAKELEN. Laat de motor afkoelen en ga daarna als volgt te werk. 1. Tap de benzine af in een goedgekeurde container, in een open ruimte waar de dampen veilig kunnen ontsnappen. 2. Tap de motorolie af. 3. Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit de buurt van de bougie. 4. Terwijl de motor nog gemonteerd is, verwijdert u de montageplaat van de motor van de bovenzijde van de rotorbehuizing. 5. Verwijder de bout uit het uiteinde van de krukas van de motor. Verwijder de rotor. OPMERKING: het is mogelijk dat u een trekker nodig hebt om de rotor van de krukas te verwijderen. 6. Inspecteer de rotorbladeren, de spiebaan van de naaf, de spie en de krukas op slijtage of schade. Raadpleeg uw erkende dealer als u vragen hebt over de rotor of de bijbehorende onderdelen. 7. Monteer de nieuwe propeller op de krukas. Het is aanbevolen ook een nieuwe spie, krukasbout en sluitring te gebruiken. Draai de bout vast op 54 Nm (40 ft-lb). 8. Monteer de motorplaat op de behuizing van de blazer. Draai de bouten stevig vast. 9. Terwijl de bougiekabel nog altijd afgekoppeld is, trekt u langzaam aan het startkoord, om te controleren of de motor en de rotor vrij kunnen draaien. 10. Sluit de bougiekabel aan. 11. Vul het motorcarter tot het juiste peil, met de olie die in de handleiding van de motor wordt gespecificeerd. 12. Vul de tank met benzine.
11
DE BEKLEDING VAN DE ROTORBEHUIZING VERVANGEN (Alleen commerciële modellen) De bekleding van de rotorbehuizing is onderhevig aan slijtage en kan worden vervangen. Om de rotorbehuizing en haar bekleding te inspecteren, moet u eerst zorgvuldig de WAARSCHUWINGEN op deze pagina in acht nemen. Open het uitwerpluik en inspecteer de bekleding van de rotorbehuizing (indien aanwezig) visueel op schade en slijtage. De bekleding past alleen op de commerciële modellen en is uitsluitend verkrijgbaar bij uw plaatselijke erkende dealer.
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN PROBLEEM De motor start niet
De motor valt stil na het starten
De motor verliest kracht
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK 1. De brandstoftank is leeg.
1. Vul de brandstoftank tot het juiste peil met verse benzine. 2. De motor heeft choke of injectie nodig. 2. Zet de regelaar op “CHOKE”, druk op de injector. 3. De bougiekabel is niet aangesloten. 3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 4. De brandstofklep (Honda) staat op "OFF". 4. Open de brandstofklep ("ON"). 5. De snelheidsregelaar van de motor staat op "STOP". 5. Zet de regelaar op "FAST" of "CHOKE". 6. De luchtfilter van de motor is vuil/verstopt. 6. Onderhoud/vervang de luchtfilter. Raadpleeg de handleiding van de motor. 7. Defecte bougie. 7. Vervang de bougie. Raadpleeg de handleiding van de motor. 1. De choke staat in de stand "CHOKE". 1. Zet de choke in de stand "FAST". 2. De brandstofklep (Honda) staat op "OFF". 2. Open de brandstofklep ("ON"). 3. De brandstoftank is leeg. 3. Vul de brandstoftank tot het juiste peil met verse benzine. 4. De voorfilter of luchtfilter is vuil. 4. Verwijder het vuil. 5. Defecte bougie of de bougiespleet is slecht afgesteld. 5. Onderhoud of vervang de bougie. 6. De brandstoffilter is verstopt (indien aanwezig). 6. Vervang de brandstoffilter. 7. Water, vuil of oude benzine in het brandstofsysteem.. 7. Draineer en reinig het brandstofsysteem. 1. De motor wordt te zwaar belast. 1. Verlicht de belasting. 2. De voorfilter of de luchtfilter is vuil. 2. Reinig of vervang de filters. 3. Defecte bougie. 3. Onderhoud of vervang de bougie. 4. Water, vuil of oude brandstof in het brandstofsysteem. 4. Draineer en reinig het brandstofsysteem. Vervang de filter. 5. De koelrooster van de motor is vuil. 5. Verwijder alle vuil van het koelrooster.
1. De snelheidsregelaar staat op “FAST”. De motor knalt wanneer de sleutel op STOP wordt gedraaid Abnormale trilling of 1. Beschadigde, slecht gebalanceerde of verbogen rotorbladen. lawaai 2. Losse rotor of motoronderdelen. 3. Losse of ontbrekende bevestigingen. Machine zuigt slecht
OPLOSSING
1. De zak is vuil of vol. 2. De plug voor de accessoires ontbreekt. 3. De zuiginlaat staat te hoog of te laag. 4. De snelheidregelaar van de motor staat te laag. 5. De in- of uitlaat is verstopt met vuil.
12
1. Zet de regelaar op "SLOW" en laat de motor stationair draaien. Schakel de motor daarna uit ("STOP"). 1. Raadpleeg uw erkende dealer. 2. Draai de bout van de rotor vast; onderhoud de motor. 3. Inspecteer de machine; draai de bevestigingen vast. 1. Reinig de zak en maak hem leeg. 2. Installeer de plug voor accessoires. 3. Stel de hoogte af. 4. Verhoog de motorsnelheid. 5. Verwijder vuil.
ONDERHOUDSSCHEMA
VOORWERP
ONDERHOUD
REF.
ELK GEBR.
5 UREN
25 UREN
Motor
Controleer oliepeil
Pagina 8
Motor
Eerste olieverversing
Pagina 10
Motor
Periodieke olieverversing Pagina 10
X*
Voorfilter
Onderhoud spons voorfilter Vervang element
X**
Luchtfilter
50 UREN
100 UREN
ELK SEIZOEN
X X
Handleiding motor Handleiding
X**
motor Bougie
Vervang bougies
Handleiding
X
motor Benzinefilter (indien
Vervang filter
Handleiding
aanwezig)
X
motor
Koelsysteem motor
Mantel en vinnen reinigen Reinigen en inspecteren Inspecteren op losse bevestigingen/ vibraties
Handleiding motor Pagina 8 & 10 Pagina 10
X**
Zak/adapter X X Inspecteer machine X Bevestigingen/ vibratie *Ververs de olie om de 25 uren als u met zware belastingen of hoge temperaturen werkt. **Vaker reinigen als u in stoffige omstandigheden werkt of er veel deeltjes in de lucht zweven
WAARSCHUWING De zakken van de SNAPPER-producten zijn gemaakt van geweven textiel en kunnen bij normaal gebruik beschadigd geraken en verslijten. Controleer voor elk gebruik de staat van de zak. Vervang versleten of beschadigde zakken onmiddellijk door zakken die door SNAPPER worden aanbevolen.
SPECIFICATIES CE-GOEDKEURING Model
Toerental (bij constante sn elheid)
Kilowatt (kW) (toerental bij constante snelheid)
Massaee nheid (kg)
Geluidsverm ogen (LWA) (dBA)
Geluidsdruk (LPA) (dBA)
Vibratie aan het handvat (m/s2)
ESV25650B
3450
4.8
55
110
101
12
13
NOTITIES ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 14
NOTITIES ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 15
Veiligheidsvoorschriften en gebruikshandleiding voor
EUROPESE TUINSTOFZUIGER - DUWMODEL REEKS 0 BELANGRIJK Deze producten zijn gebouwd met motoren die aan alle geldende vereisten voor de uitlaatgassen op het ogenblik van de fabricage voldoen, of die deze vereisten overtreffen. De etiketten op de motoren vermelden zeer belangrijke informatie over de uitstoot, samen met kritieke veiligheidswaarschuwingen. Zorg dat u alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding, in de handleiding van de motor en op de machine, de motor en de uitbreidingen leest, begrijpt en respecteert. Als u vragen hebt over uw machine, raadpleegt u uw plaatselijke erkende dealer.
WAARSCHUWING BATTERIJPLATEN, POLEN EN ANDERE ACCESSOIRES BEVATTEN LOOD EN LOODSAMENSTELLINGEN WAARVAN DE CALIFORNIA WEET DAT ZIJ KANKER, GEBOORTEAFWIJKINGEN OF ANDERE SCHADELIJKE INVLOEDEN OP DE VOORTPLANTING KUNNEN VEROORZAKEN. WAS UW HANDEN NADAT U ZE HEBT AANGERAAKT.
WAARSCHUWING DE UITLAATGASSEN VAN DIT PRODUCT BEVATTEN CHEMICALIËN WAARVAN DE STAAT CALIFORNIA WEET DAT ZIJ KANKER, GEBOORTEAFWIJKINGEN OF ANDERE SCHADELIJKE INVLOEDEN OP DE VOORTPLANTING KUNNEN VEROORZAKEN.
COPYRIGHT © 2005 SNAPPER – EEN DIVISIE VAN SIMPLICITY MFG., INC. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
HANDLEIDING Nr. 7050467 (Rev. 1, 8/15/2005)
16