Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015 Waarom de CBB pleit voor de verlenging van een doeltreffend en voor de EU budgettair neutraal systeem tot minstens 2020 Valerie Vercammen, Secretaris-Generaal CBB
2012 Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
MISSION STATEMENT CBB CBB (Confederatie van de Belgische Bietenplanters) werd opgericht in 1965 en is de officiële beroepsorganisatie* voor meer dan 8.200 Belgische bietenplanters. CBB vertegenwoordigt en verdedigt de beroepsbelangen van de Belgische suikerbietplanters op lokaal, regionaal en nationaal niveau in België en op internationaal niveau via de CIBE (Europese Confederatie van suikerbietplanters) en de WABCG (Wereldfederatie van suikerbietplanters en suikerriettelers). In België coördineert CBB de werking van de 4 regionale plantersverenigingen: • Fédération des Betteraviers Wallons RT asbl • Coördinatiecomité van Vlaanderen vzw • Verbond Vlaamse Suikerbietplanters Tiense vzw • Comité de Coordination des planteurs de betteraves du Hainaut-Iscal asbl CBB handelt zoveel mogelijk in overleg met de Vlaamse en Waalse algemene landbouworganisaties Boerenbond, ABS (Algemeen Boerensyndicaat) en FWA (Fédération Wallonne de l’Agriculture). De kerntaken van CBB zijn: • Vertegenwoordiging • Belangenverdediging • Afsluiten van Interprofessionele Akkoorden voor de sector • Coördineren van de regionale instanties • Organiseren van de controle van de bietenreceptie in de fabrieken • Informeren: via “De Bietplanter”, website,… • Stimuleren van R&D (Research & Development) in de sector via contributie en deelname in het KBIVB (Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet) • Beheren van de participatie van de suikerbietplanters in de suikerondernemingen
* CBB wordt officieel erkend als “producentengroepering” conform de Wet van 28 maart 1975 en als “organisatie van verkopers van suikerbieten” die interprofessionele akkoorden mag afsluiten conform Verordering 1260/2001 van de EU.
2 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
STANDPUNT CBB OVER DE GMO SUIKER POST-2015 * Dit standpunt wordt mee onderschreven door het Agrofront: Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en Fedération Wallonne pour l’Agriculture (FWA) en door de Tiense Suikerraffinaderij.
Inleiding De huidige GMO (Gemeenschappelijke Marktordening) voor suiker werd grondig hervormd in 2006 en geldt tot 30.09.2015 (Verordening EG 1234/2007). Ze omvat de volgende voornaamste elementen: • een prijzenbeleid, met een referentieprijs voor suiker en een gewaarborgde minimumprijs voor suikerbieten • een quotabeleid, met als nieuw element de mogelijkheid om industriële suiker te produceren buiten quotum • een handelsbeleid dat invoer en uitvoer regelt • een marktbeleid met ºº voor de suiker beheersinstrumenten om de markten te stabiliseren en ºº voor de bieten een algemeen kader voor de aankoop van bieten door de fabrikanten met o.m. een belangrijke rol voorbehouden aan interprofessionele akkoorden. Op 18.11.2010 kondigde de Europese Commissie een nieuwe algemene hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aan. In haar mededeling “Het GLB tot 2020”, voorzag zij voor suiker een nieuw onderzoek van de GMO, met mogelijks een niet-ontwrichtende afschaffing van de quota op een nog vast te stellen datum.1 Op 12 oktober 2011 stelde de Europese Commissie haar voorstellen voor de hervorming van het GLB voor, waaronder o.m. een voorstel om de suikerquota en de daaraan gekoppelde elementen (minimumprijs voor de bieten,...) abrupt te beëindigen op 30.09.2015 zonder daarbij zelf een transitieperiode te voorzien. Dit is in tegenstelling met het standpunt van het Europees Parlement dat door de goedkeuring van het voorstel van de Duitse Parlementariër, A. Dess, op 23.06.2011, het huidige regime wil voortzetten tot minstens 2020 en verder de Europese productie wil vrijwaren.2 De CBB acht het voorstel van de Europese Commissie zeer gevaarlijk. Het is onaangepast aan de specificiteiten van de bieten- en de suikersector. Daarenboven is het ongegrond en totaal in contradictie met de prioriteiten die Commissaris Dacian Ciolos eerder formuleerde voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid3. Bovendien steunt het op geen enkele objectieve analyse. 1 “In de sectoren suiker en isoglucose loopt de huidige regeling normaal gezien af in 2014/2015. Verschillende opties voor de toekomst, waaronder een niet-ontwrichtende afschafffing van de quota op een nog vast te stellen datum, moeten worden onderzocht, met als doel de efficiëntie en de concurrentiekracht van de sector te verhogen.” 2 «Advocates that the 2006 sugar market regime be extended at least to 2020 in its existing form and calls for suitable measures to safeguard sugar production in Europe and to allow the EU sugar sector to improve its competitiveness within a stable framework; ». 3 Doelstelling 1: Rendabele voedselproductie; Doelstelling 2: Duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en klimaataanpak; Doelstelling 3: Evenwichtige territoriale ontwikkeling.
02/2012 - 3
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
De Europese Commissie mengt hier de technische hervorming van één bijzondere Gemeenschappelijke Marktordening met de grote politieke en financiële hervorming van het volledige Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. In een dergelijke context wordt er onvoldoende aandacht besteed om tot een correcte hervorming van de GMO Suiker te komen. Conclusie: Het voorstel van de Europese Commissie voor de nieuwe GMO Suiker is ongegrond, onaangepast en niet gebaseerd op een objectieve analyse. De Europese Commissie brengt met dit voorstel de toekomst van de bietensector en de hele suikerketen in gevaar.
1. WAAROM PLEITEN VOOR EEN VERLENGING VAN DE HUIDIGE GMO SUIKER ? De huidige GMO suiker heeft haar efficiëntie al bewezen, behalve op één punt dat gemakkelijk opgelost kan worden: het proactiever maken in geval van tekort zoals wij het vragen sinds de zomer 2010. Een diepgaande SWOT-analyse4 van de actuele GMO suiker toont aan dat het systeem veel meer voor- dan nadelen heeft. De belangrijkste voordelen worden hieronder toegelicht. Belangrijkste voordelen van het huidige suikerreglement: 1. Voedselzekerheid in Europa 2. Stabiliteit van de markt en buffer tegen volatiliteit 3. Inkomenszekerheid voor de suikerbietplanters 4. Stabiele economische omgeving bevordert investeringen en innovatie 5. Groene en duurzame teelt 6. Stimulans voor een bio-gebaseerde industrie 7. Stabiel interprofessioneel en contractueel kader 8. Coherent met de externe verbintenissen van de EU ºº Op multilateraal niveau: WTO (Wereldhandelsorganisatie) 5 ºº Op het niveau van preferentiële invoer: MOL en ACS-landen
Naast de opgesomde voordelen voor de sector is het belangrijk om er op te wijzen dat het goed werkende systeem bovendien budgettair neutraal is voor de EU!
1.1. Voedselzekerheid in Europa Suiker is eerst en vooral voedsel. De binnenlandse productie is een belangrijk element van de voedselzekerheid. 4 (Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats) – zie analyse bijlage p.17 5 MOL: Minst Ontwikkelde Landen (Initiatief EBA, Everything But Arms) – ACS: Afrika, Caribisch Gebied en Stille Oceaan: deze landen genieten van een preferentiële toegang tot de Europese Unie.
4 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
De wereldsuikermarkt staat steeds meer onder druk door de stijging van de mondiale vraag naar suiker en door het feit dat het aanbod niet steeds aan deze vraag kan beantwoorden. Jaarlijks neemt de vraag naar suiker met 2 tot 3 % toe. De 2 belangrijkste drijfveren voor deze toename zijn de groei van de bevolking enerzijds en het stijgende suikerverbruik wereldwijd anderzijds, vooral aangevoerd door de stijging van suikerconsumptie in de groeilanden. Deze druk op de markten leidt tot de gekende extreme prijsvolatiliteit. Door de suikerhervorming van 2006 werd Europa nettoimporteur voor 15% van haar suikerconsumptie. De zelfvoorzieningsgraad van de EU daalde tot 85%. De huidige GMO Suiker bewaart het evenwicht tussen eigen productie en import. Het stelt de productie van suiker in Europa veilig en waarborgt een voldoende mate van zelfvoorziening van Europa om niet teveel afhankelijk te worden van de zeer volatiele wereldmarkt. De stabielere klimatologische omstandigheden in Europa verminderen het risico op mislukken van de oogst in vergelijking met andere gebieden in de wereld. Conclusie: Voor de consument en de suikerverbruikende industrie biedt de huidige GMO een waarborg voor voldoende beschikbaarheid van suiker. De huidige GMO Suiker en het quotasysteem zijn een garantie om de suikerproductie in de Europese Unie te BEHOUDEN en de Europese Unie niet teveel afhankelijk te maken van de wereldmarkt.
1.2. Stabiliteit van de markt en buffer tegen volatiliteit De instrumenten voor marktbeheer van de huidige GMO suiker zorgen voor stabiliteit op de markt: ze stellen de Europese Commissie in staat om efficiënt te reageren tegen het risico van overschot (dankzij het quotasysteem zelf, of via een preventieve onttrekking, i.e. een tijdelijke vermindering van de quota,... ) of, integendeel, tegen het risico van tekort (via een versoepeling van de invoer, of via het gebruik van buiten quotum suiker,...). In het eerste geval (overschot) en gelet op de sterke volatiliteit op de wereldmarkt (omvang van de prijsschommelingen, lengte van de cyclus,...) is het marktbeheer belangrijk om de kwetsbaarheid van de suikerindustrie te verminderen. Sluitingen van fabrieken, zelfs die veroorzaakt door een conjuncturele evolutie, zijn onomkeerbaar en kunnen later de voedselzekerheid in gevaar brengen, zonder nog maar te spreken over de gevolgen op de plattelandsontwikkeling. In het tweede geval (tekort) beschermt het actuele suikerreglement de Europese voedingsindustrie en de consumenten tegen het risico van zeer hoge prijzen op de wereldmarkt. Een dergelijke situatie heeft zich in 2010/2011 voorgedaan: de hoge prijzen op de wereldmarkt werden toen veroorzaakt door het feit dat het koptrio van wereldexporterende suikerlanden (Brazilië, Australië en Thailand) sinds 2009 de toenemende vraag naar suiker niet konden invullen. Door de sterk schommelende Indische productie verergerde de toestand nog. Het gevolg was een explosie van de prijzen en een tekort op de wereldmarkt inclusief in de EU omdat de verwachte importen uit de MOL-landen niet volgden. In de waaier van instrumenten waarover de Europese Commissie beschikt om tegen een tekort te reageren ontbreekt er één instrument dat aan de Commissie de mogelijkheid zou geven om snel de 02/2012 - 5
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
Europese productie te laten aanpassen wanneer de voorziene invoer moeilijk aan een redelijke prijs binnenkomt. Een dergelijk instrument bestaat al in geval van overschot (preventieve onttrekking). Het zou niet moeilijk zijn om ook een dergelijk instrument in geval van tekort te creëren (omgekeerde onttrekking, i.e. de mogelijkheid om snel en tijdelijk de quota te verhogen). De relatieve schaarste die in 2010/2011 werd opgemerkt op sommige EU-markten (Portugal,...) die zich bevoorraden via invoer was dus zeker niet het gevolg van het quotasysteem. Deze “schaarste” had zelfs perfect kunnen worden voorkomen en vermeden mits een proactiever marktbeheer door de Europese Commissie. Conclusie: De beschikbare instrumenten voor marktbeheer zorgen voor stabiliteit in een zeer volatiele markt. Elke deregulering van de markt zou leiden tot een verhoogde prijsvolatiliteit van de suiker die zeer nadelig is voor de voedingsindustrie en de consumenten in geval van tekort, maar ook voor de suikerindustrie in geval van overschot. Om proactiever te kunnen werken in alle omstandigheden zou er een bijkomend instrument moeten worden toegevoegd: de omgekeerde onttrekking (i.e. een snelle en tijdelijke verhoging van de quota in geval van tekort).
1.3.
Inkomenszekerheid voor de suikerbietplanters
De huidige GMO Suiker waarborgt, o.a. dankzij de minimumprijs voor suikerbieten, inkomenszekerheid voor de suikerbietplanters. De minimumprijs is van cruciaal belang om het onevenwicht in de onderhandelingspositie tussen planters en fabrikanten gedeeltelijk op te vangen t.g.v. de imperfectie van de concurrentie (oligopolistische markt met, bv., 2 suikergroepen tegenover meer dan 8000 planters in België). Een eerlijke bietenprijs is daarenboven voor de telers een stimulans om grondstoffen te blijven produceren. Indien de bietenprijs zou dalen, kan dit een bedreiging vormen voor de toelevering van grondstoffen aan de suikerfabrieken.6 Voor jongeren is inkomenszekerheid een motiverende factor om in de suikerbietenteelt in te stappen. Conclusie: Het huidige suikerreglement draagt bij tot inkomenszekerheid voor de planters. In een economische context waarin het inkomen van landbouwers steeds meer onder druk komt te staan door de krimpende winstmarges t.g.v., o.a., de stijging van de inputprijzen is dit een belangrijke stimulans om bieten te blijven telen. Indien de bietprijs effectief met 10 tot 20% zou dalen, kan de rendabiliteit van de teelt in vraag worden gesteld. Planters kunnen dan de beslissing nemen om over te schakelen naar andere, meer rendabele teelten, wat de toelevering van grondstoffen voor de suikerfabrikanten in het gedrang zou brengen. 6 De Impact Assessment-studie van de Europese Commissie ging in haar econometrisch model met diverse scenario’s uit van een gemiddelde daling van de bietprijs van 10 tot meer dan 20%.
6 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
1.4. Stabiele economische omgeving bevordert investeringen en innnovatie Het huidige suikerreglement draagt bij tot de creatie van een stabiele economische omgeving. De huidige GMO Suiker is een factor van stabiliteit voor: ºº Planters: de GMO draagt bij tot een stabiel inkomen uit suikerbieten en is een stimulans om
bieten te blijven telen. ºº Suikerfabrikanten: een stabiele omgeving stimuleert het nemen van investeringsbeslissingen die nodig zijn om de concurrentiekracht te verbeteren. ºº Leveranciers: een stabiel kader in de bietensector waarborgt rendabiliteit voor de toeleveranciers. Zaadhuizen en andere toeleveranciers zullen in een stabiele economische omgeving meer geneigd zijn om te investeren in Research & Development. R&D en onderzoek in genetische ontwikkeling versterken de rendabiliteit en de concurrentiekracht. Conclusie: De huidige GMO Suiker draagt bij tot de creatie van een stabiel economisch kader. Stabiliteit en een perspectief op lange termijn stimuleren investeringen en innovatie die broodnodig zijn voor de sector omdat ze leiden tot productiviteitswinsten.
1.5. Groene en duurzame teelt7 Dankzij de grote inspanningen die planters en leveranciers de laatste decennia leverden, werd de suikerbietenteelt een zeer duurzame teelt. Zo werden er o.m. maatregelen genomen om de bodem te beschermen, de waterkwaliteit te verbeteren en om de biodiversiteit te vrijwaren. De aanwending van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen nam af door een efficiëntere omzetting. Dit ging gepaard met een forse rendementstoename van gemiddeld 2% per jaar. Omdat suikerbieten relatief dicht bij de suikerfabrieken worden geteeld, heeft het bietenvervoer naar de fabriek bovendien een lage CO2-voetafdruk.8 Ook als rotatieteelt is de suikerbiet bijzonder geschikt: het voorkomt dat ziektes uitbreiden waardoor bij het telen van de volgende gewassen minder bestrijdingsmiddelen moeten worden gebruikt. De suikerbietteelt is door de jaren heen uitermate geschikt gebleken om lage nitraatresiduwaarden in het bodemprofiel te behalen na de oogst. Bio-ethanol, dat deels uit suikerbieten wordt gewonnen, draagt bij tot het realiseren van de Europese 2020 doelstellingen voor het gebruik van hernieuwbare energie. Het gebruik van ethanol om fossiele brandstoffen te vervangen, vermindert de uitstoot van broeikasgassen met 60%. Conclusie: Door de gecreëerde stabiliteit stimuleert de huidige GMO Suiker de VERGROENING: de suikerbietenteelt ontwikkelde zich tot een zeer duurzame teelt die bovendien bijdraagt tot reductie van de CO2-voetafdruk.
7 Studie CIBE & CEFS april 2010: The European Sugar Sector: a model of environmental sustainability. 8 De hierboven vermelde studie van CIBE & CEFS toont de comparatieve voordelen van de suikerbiet t.o.v. suikerriet (o.a. op het vlak van waterbehoefte en rendement van suiker per hectare).
02/2012 - 7
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
1.6. Stimulans voor een bio-gebaseerde industrie De suikerhervorming van 2006 voorziet de mogelijkheid om buitenquotumsuiker te gebruiken voor “industriesuiker” (i.e. suiker voor de binnenlandse chemische industrie, voor biobrandstoffen, bioplastics of allerlei producten van een nieuwe, bio-gebaseerde industrie). Die suiker wordt op de Europese markt op een vrije manier verhandeld, op basis van vraag en aanbod (omvang van de oogst,...). De prijsevolutie naar omhoog wordt beperkt via een invoercontingent van 400.000 ton zonder douanerechten. (Dit contingent werd tot nu toe zeer weinig gebruikt). Het duale prijzensysteem (quotum- en buitenquotumbieten) kan een boost geven aan de ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie (bio-plastics,...) door ervoor te zorgen dat de industriële grondstof voor die nieuwe industrie alleen maar goedkoper kan zijn t.o.v. importen uit de wereldmarkt. Dit voordeel laat toe dat deze toekomstige industrie zich in Europa zou kunnen ontwikkelen in plaats van die mogelijkheid over te laten aan landen buiten Europa. De bijprodukten van de suikerbiet (pulp en melasse) kunnen, naast het gebruik in veevoeding, ook gebruikt worden voor tal van toepassingen in de bio-gebaseerde economie. Zo kan pulp als grondstof dienen om bio-afbreekbare verpakkingsmaterialen te produceren en kan men van melasse gisten, ethanol en oplossingen voor plantenvoeding maken. Conclusie: Suiker moet uiteraard prioritair als voedsel worden aangewend. Het huidige suikerreglement creëerde echter de mogelijkheid om buitenquotumsuiker te gebruiken als industriesuiker. Het duale prijzensysteem is een stimulans voor de ontwikkeling van de bio-gebaseerde economie in Europa: het biedt deze industrie de mogelijkheid om er industriesuiker aan te kopen aan zeer concurrentiële prijzen en stimuleert op die manier het behoud en de creatie van een nieuwe bio-gebaseerde industrie in Europa.
1.7. Stabiel interprofessioneel en contractueel kader Interprofessionele akkoorden (IPA) zijn van cruciaal belang voor het goed functioneren van de suikerketen. Ze zijn de vrucht van een jarenlange samenwerking en onderhandeling tussen planters en fabrikanten. In een imperfecte, oligopolistische markt werken ze corrigerend voor het onevenwicht bij onderhandelingen. De suiker(bieten)keten is van oudsher één van de best georganiseerde sectoren en haar IPA’s gelden vaak als model voor andere sectoren. Conclusie: In een imperfecte markt bieden interprofessionele akkoorden een zekerheid voor het goed functioneren van de suiker(bieten)keten en corrigeren ze de onevenwichten t.g.v. de imperfecte concurrentie van de markt waar nodig.
8 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
1.8. GMO Suiker is coherent met de externe verbintenissen van de EU Om de regels van de Wereldhandelsorganisatie te respecteren, werden de Europese quota met de hervorming van 2006 aanzienlijk verminderd, wat de mogelijkheid gaf de exportsubsidies helemaal af te schaffen en de uitvoer jaarlijks te beperken tot maximum 1.35 miljoen ton (buitenquotum) suiker. De EU heeft preferentiële invoerregelingen afgesloten met de MOL en ACS- landen9. Deze landen genieten van een preferentiële toegang tot de Europese markt om, meestal, quotavrij en zonder invoerrechten suiker uit te voeren naar de EU. Om die verbintenissen t.a.v. de MOL en ACS-landen na te gaan zonder het risico te lopen van driehoekshandel, heeft de hervorming van 2006 de Europese suikerprijs fors verminderd. Die prijsvermindering is ook in de lijn met de mogelijke vermindering van de douanetarieven met 70 % in geval de Doha Round zou worden afgesloten in de WTO. Conclusie: De huidige GMO Suiker laat de EU toe haar externe verbintenissen te respecteren, zowel op multilateraal vlak (in het kader van de WTO), als op het vlak van preferenties (ze is “WTO- en EBAproofed”). Ze draagt bij tot de ontwikkeling van de landbouw in de ontwikkelingslanden.
2. WAAROM IS HET VOORSTEL VAN DE EUROPESE COMMISSIE VERKEERD? Het voorstel van de Europese Commissie om het quotasysteem en de bijgaande instrumenten abrupt af te schaffen is, om een voor de hand liggende reden, niet gebaseerd op ernstig onderzoek. Binnen het totaalpakket van voorstellen om het GLB te hervormen vormt de GMO-suiker slechts een heel klein element uit het geheel. De politieke en financiële gevoeligheden liggen elders (verdeling van de inkomenssteun onder de lidstaten,...). Door de hervorming voor de GMO Suiker samen met de algemene hervorming van het GLB te behandelen, gaat er te weinig aandacht naar een doeltreffende hervorming van de GMO Suiker. Bij voorgaande hervormingen had de Europese Commissie, voor die reden, steeds vermeden om een grondige hervorming van een specifieke GMO (suiker, melk, groenten,..) te mengen met de hervorming van het GLB. Het is de eerste keer dat de Europese Commissie, tot onze spijt, breekt met deze verstandige traditie.
9 MOL: Minst Ontwikkelde Landen - ACS: Afrika, Carabisch Gebied en Stille Oceaan. 18 van de 36 ACS-landen hebben een EPA (Economisch Partnerschap Akkoord) afgesloten met de EU. De 18 andere landen hebben nog geen EPA afgesloten: 9 onder hen zijn MOL-landen en vallen onder het EBA-regime (Everything But Arms) waardoor ze ook quota– en douanerechtenvrij kunnen uitvoeren naar de EU. Onder de 9 resterende landen zijn er 7 landen met een laag en middellaag inkomen. Zij zullen onder de GPS (General Preferences System) vallen indien ze vóór 2014 geen EPA afsluiten. Zo behouden ze hun preferentiële markttoegang. De laatste 2 landen zijn landen met middelhoge inkomens (Botswana en Namibië) die niet onder de GPS zullen vallen indien ze geen EPA afsluiten (doch deze landen produceren nog amper suiker).
02/2012 - 9
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
Waarom is het voorstel van de Europese Commissie verkeerd? 1. 2. 3. 4.
Irrationeel en ongegrond voorstel. In strijd met de geest van GLB en Verdrag van Rome. Suikermarkt is imperfecte markt en heeft nood aan optimaal niveau van regulering. De Europese Commissie houdt geen rekening met de zware inspanningen van de keten om competitiever te worden in het kader van de hervorming van 2006. 5. De Europese Commissie breekt het bestaande contractueel raamwerk tussen suikerbietplanters en suikerfabrikanten af, zonder een adequate uitzondering op de concurrentiewetgeving te voorzien. 6. De Europese Commissie neemt drastische maatregelen zonder te wachten op de resultaten van de evaluatiestudie over de hervorming van 2006.
2.1. Irrationeel en ongegrond voorstel Het huidige suikerreglement heeft zijn efficiëntie bewezen. Een SWOT-analyse10 maakt duidelijk dat er meer voordelen dan nadelen zijn en dat de bestaande tekortkomingen vrij makkelijk kunnen worden verholpen (cfr. supra: toevoeging van een supplementair instrument in geval van tekort op de markt: de omgekeerde onttrekking). Het is voor de EU bovendien budgettair neutraal en toch wil de Europese Commissie dit efficiënte systeem brutaal afschaffen op 30.09.2015, zonder overgangsperiode te voorzien. De Europese Commissie motiveert haar beslissing op basis van twee niet echt overtuigende argumenten: • vereenvoudiging en vermindering van de administratieve last, enerzijds, • de mogelijke ontwikkeling van de uitvoer, anderzijds. De afschaffing van de quota zou inderdaad, theoretisch, de mogelijkheid geven om vrij uit te voeren. Gelet op de bestaande vervoerskosten en op het feit dat de EU netto-invoerder is, zouden die exporten alleen maar kunnen beginnen zodra er geen EBA- of EPA-invoer11 meer zou zijn. M.a.w., het voornaamste effect van de afschaffing van de quota zou een handelscompetitie tussen enerzijds EBA-EPA en anderzijds de Europese producenten zijn, met een forse daling van de inkomens en een verhoogde kwetsbaarheid aan beide kanten. Het tweede effect zou, met de verdwijning van het duale prijzensysteem, een gemiste kans zijn voor de ontwikkeling van een nieuwe, bio-gebaseerde industrie voor binnenlands gebruik. Conclusie: Het afschaffen van een efficiënt en goed werkend systeem dat budgettair neutraal12 is voor de EU is een loutere politieke beslissing die niet gebaseerd is op een gefundeerde strategische analyse. 10 Bijlage p.17. 11 EBA: Everything But Arms – EPA: Economisch Partnerschip Akkoord: preferentiële invoerregelingen tussen de EU en MOLen ACS-landen. 12 De produktieheffing (Art.151, Verordening EG 1234/2007) die 12€ per ton suikerquota bedraagt en op 50/50-basis wordt betaald door planters en fabrikanten, draagt jaarlijks zelfs ongeveer 150 miljoen € bij tot het budget van de EU!
10 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
2.2. In strijd met geest van GLB en Verdrag van Rome De afschaffing van de huidige GMO suiker leidt tot: • Verlies van inkomen voor suikerbiettelers. • Verder verlies van zelfvoorzieningsgraad voor suiker in Europa. • Destabilisatie van de suikermarkt: minder investeringen in R&D => daling van de efficiëntieverbeteringen. • Mindere duurzaamheid door afbouw van investeringen in R&D en druk op de ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie door het wegvallen van het duaal prijzensysteem voor suiker. Conclusie: De mogelijke gevolgen van de nieuwe GMO Suiker zijn strijdig met de doelstellingen van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en met de geest van het Verdrag van Rome.
2.3. Suikermarkt is imperfecte markt en heeft nood aan optimaal niveau van regulering De Europese Commissie wil komaf maken met het systeem van de quota vanuit een pure liberale economische visie. Ze verliest hierbij een heel belangrijk element uit het oog: m.n. de imperfectie van de markt en van de concurrentie in de sector. Voor suiker houdt de prijsvolatiliteit die wordt veroorzaakt door overschotten of tekorten risico’s in voor respectievelijk de fabrikanten en de consumenten. Voor wat de markt van de suikerbieten betreft, dit is een schoolvoorbeeld van “oligopolie”. In België zijn er, bijvoorbeeld, meer dan 8.000 planters tegenover slechts 2 suikergroepen, de Tiense Suikerraffinaderij en Iscal Sugar. In een imperfecte markt volstaat het niet om de mechanismen van vraag en aanbod te laten spelen om correcte resultaten te krijgen. Imperfecte markten zoals in de bieten- en suikersector hebben nood aan een optimaal niveau van interventie en regulering als tegengewicht voor hun onvolmaaktheden. Conclusie: De Europese Commissie streeft naar minder overheid en meer markt. Een grotere liberalisering kan schadelijke gevolgen hebben zowel voor de fabrikanten als voor de consumenten. Meer liberalisering impliceert ook de nood aan een sterker reglementair kader voor de verdeling van de toegevoegde waarde onder de verschillende actoren van de productieketen om er voor te zorgen dat de bietenplanters een billijke vergoeding krijgen voor de toegevoegde waarde die zij creëren.
2.4. De Europese Commissie houdt geen rekening met de zware inspanningen van de keten om competitiever te worden in het kader van de hervorming van 2006 De zware herstructurering van 2006 dwong de suikersector 83 van de 189 suikerfabrieken in de EU27 te sluiten en ging gepaard met het verlies van 16.500 directe arbeidsplaatsen in de landbouw en het einde van de suikerbietteelt voor ongeveer 140.000 suikerbietplanters.
02/2012 - 11
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
De drastische inspanningen die de hele suikerketen leverde hebben geleid tot aanzienlijke competitiviteitswinsten, die nog werden versterkt door de rendementsstijgingen in de suikerbietproductie, zowel in ton suikerbieten per hectare als in ton suiker per hectare. Europa heeft onmiskenbaar een voordeel op klimatologisch gebied, doch het concurrentiepeil van de suikerproducenten in de EU is nog niet in die mate gestegen om competitief te kunnen zijn met de best geplaatste producenten op de wereldmarkt (Brazilië,...). Conclusie: Het proces van competitiviteitsverbetering is in de EU nog niet volledig afgerond en de Europese suikerindustrie zal in 2015 nog niet klaar zijn om de concurrentie op de wereldmarkt aan te gaan. Geef ons meer tijd, minstens tot 2020!
2.5. De Europese Commissie breekt het bestaande contractueel raamwerk tussen suikerbietplanters en suikerfabrikanten af, zonder een adequate uitzondering te voorzien op de concurrentiewetgeving De suiker(bieten)keten is één van de best georganiseerde landbouwsectoren: planters en fabrikanten onderhandelen interprofessionele akkoorden, met inbegrip van regels over de verdeling van de aangekochte hoeveelheden, de meerprijzen, receptie- en productievoorwaarden, afspraken voor logistiek, bijproducten, enz. Het voorstel voor de nieuwe GMO Suiker veegt dit paritaire kader, het werk van jarenlange onderhandelingen tussen planters en suikerfabrikanten, met één veeg van tafel. De Europese Commissie creëert wel een opening met art. 101 van het voorstel betreffende een Integrale GMO waarin ze het afsluiten van schriftelijke overeenkomsten verplicht. (Maar collectief een prijsniveau vastleggen of regels over de verdeling van de aangekochte hoeveelheden bepalen, zou verboden worden). D.m.v. art. 106, wil de Europese Commissie de creatie van producentenorganisaties stimuleren. Deze nieuwe artikels die voorzien worden in het voorstel voor een Integrale GMO zijn zeker en vast nuttig, maar, omdat de Europese Commissie geen uitzonderingen heeft opgenomen om over prijzen en volumes te kunnen onderhandelen, zijn ze niet in staat om het huidige contractuele kader van de suiker- en bietenketen te vervangen. Conclusie: De Europese Commissie schaft het bestaande, uitgebreide interprofessioneel kader af dat het werk is van jarenlange, paritaire onderhandelingen en samenwerking. De Europese Commissie opent met de artikels 101 en 106 van de Integrale GMO mogelijkheden om het interprofessionele kader opnieuw op te bouwen, doch die mogelijkheden worden sterk beperkt. De sector stelt zich bij deze werkwijze dan ook, terecht, vragen: waarom een goed functionerend interprofessioneel kader eerst afschaffen om het dan weer te laten opbouwen (op een onvolledige manier)? Indien het huidige suikerreglement niet wordt verlengd, en rekening houdend met de geldende wetgeving inzake concurrentie, wordt het onmogelijk voor bietplantersorganisaties om te onderhandelen over prijzen. Dit gebeurt op een moment waar er door de afschaffing van de minimumbietprijs precies meer nood aan onderhandeling zou zijn! De Europese Commissie heeft in haar nieuw voorstel voor suiker-GMO geen adequate uitzondering op de concurrentiewetgeving voorzien voor de suiker- en bietensector. 12 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
2.6. De Europese Commissie stelt drastische maatregelen voor zonder te wachten op de resultaten van de evaluatiestudie over de hervorming van 2006 De Europese Commissie bestelde een studie om de impact en de resultaten van de suikerhervorming van 2006 te beoordelen en te evalueren. De voorstellen voor hervorming werden neergelegd zonder zelfs te wachten op de resultaten van deze studie. De resultaten van deze studie zijn begin 2012 trouwens nog steeds niet gekend. Bovendien werd deze studie veel te kort na de afloop van de hervorming (2009/2010) uitgevoerd om al haar gevolgen correct te kunnen evalueren. Het is een strategische fout om dergelijke drastische maatregelen voor te stellen zonder rekening te houden met de resultaten van de vorige hervorming. De Europese Commissie voldoet hier niet aan de definitie van “goed bestuur”. Ze motiveert haar -zuiver politieke- beslissing op basis van twee zwakke argumenten (cfr. supra: vereenvoudiging en verlichting van de administratieve last en mogelijke ontwikkeling van de uitvoer). Simulaties die de Commissie eerder liet uitvoeren, bevatten ook geen objectieve elementen die duidelijk in het voordeel van het afschaffen van de quota pleiten. Conclusie: Het voorstel van de Europese Commissie om de suikerquota af te schaffen blijkt duidelijk een zuiver opportunistisch en dogmatisch voorstel te zijn. “Opportunistisch” omdat de Europese Commissie van de grote hervorming van het GLB gebruik maakt om er bijna op heimelijke wijze het voorstel voor de nieuwe GMO Suiker in te lassen. Maar het voorstel is ook “dogmatisch”: het heeft totaal geen pragmatische grond: de enige echte reden van het voorstel is het dogmatische vooroordeel van de Europese Commissie om “kost wat kost” de quota af te schaffen. De Europese Commissie formuleerde het voorstel zonder zelfs op de conclusies van de evaluatiestudie over de hervorming van 2006 te wachten. Dit is geen goede manier om een valabele strategie te definiëren in hoofde van de Europese Commissie.
3. DE GEVAREN INDIEN DE QUOTA WORDEN AFGESCHAFT Het voorstel van de Europese Commissie is gebaseerd op gebrekkig onderzoek en brengt daarom een aantal niet te onderschatten risico’s met zich mee. We vatten ze hieronder samen en lichten ze één voor één toe: Risico’s verbonden aan het voorstel van de Europese Commissie: 1. Voedselzekerheid: suikervoorziening in EU in het gedrang 2. Daling van het inkomen voor suikerbiettelers en onzekere toelevering van grondstoffen voor suikerfabrieken 3. Aantasting concurrentievermogen doordat productiviteitswinsten in het gedrang komen door minder R&D door het wegvallen van stabiel kader 4. Bedreiging voor de ontwikkeling van bio-gebaseerde industrie door wegvallen van goedkopere industriestuiker 5. MOL en ACS-landen zullen potentieel interessante afzetmarkten verliezen
02/2012 - 13
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
3.1. Voedselzekerheid: suikervoorziening in EU in het gedrang Door haar voorstel om in 2015 de quota af te schaffen, brengt de Europese Commissie de voedselzekerheid in de EU in het gedrang. De suikermarkt is een zeer volatiele markt en er is nood aan een efficiënte suiker-GMO om de markt te stabiliseren. De Europese Commissie houdt in haar voorstel geen rekening met de groei van de suikerconsumptie in de wereld onder impuls van de groeilanden. Jaarlijks stijgt de suikerconsumptie met 3 miljoen ton per jaar, gedreven door de stijgende vraag van de groeilanden. Conclusie: Het afschaffen van de suikerquota is een bedreiging voor de stabiliteit van de suikervoorziening binnen de EU.
3.2. Daling van het inkomen voor suikerbiettelers en onzekere toelevering van grondstoffen voor suikerfabrieken De simulaties die de Europese Commissie liet maken, wijzen erop dat de prijs voor suikerbieten met gemiddeld 10% zou dalen indien de quota worden afgeschaft. Die prijsdaling zou twee gevolgen kunnen hebben: • een bijkomende daling van het aandeel toegevoegde waarde van de landbouw in de voedselketen, met een verdere inkrimping van de landbouwinkomens als gevolg; • de neiging van de suikerbietplanters om over te schakelen naar andere teelten. Planters hebben in dit opzicht een voordeel t.o.v. de suikerfabrikanten: zij kunnen omschakelen naar andere teelten, terwijl de suikerfabrikanten gebonden zijn aan de productie van suiker. Conclusie: Het afschaffen van de suikerquota kan leiden tot een inkomensdaling voor suikerbiettelers. Indien de suikerbietprijs daalt tot een onrendabel prijsniveau, kunnen biettelers overschakelen naar een andere teelt, waardoor de toelevering van grondstoffen voor en de toekomst van suikerfabrieken in het gedrang kan komen.
3.3. Aantasting van het concurrentievermogen doordat productiviteitswinsten in het gedrang komen door minder R&D door wegvallen van stabiel kader De voorwaarde om onze competitiviteit op internationaal niveau nog te verbeteren is dat het rendement van de suikerbietteelt verder snel blijft toenemen. Dit kan slechts door voldoende te investeren in R&D op het vlak van de genetische verbeteringen aan de suikerbiet. Het voorstel van de Europese Commissie voor de nieuwe GMO suiker destabiliseert de economische omgeving door het afschaffen van de quota die de suikerproductie voorspelbaar maakten. Hierdoor kunnen de productiviteitswinsten gegenereerd door investeringen in genetica in het gedrang komen. Conclusie: De afschaffing van de huidige GMO Suiker remt de competitiviteitsverbetering van de sector af.
14 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
3.4. Bedreiging voor de ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie door wegvallen van goedkopere industriesuiker Het duale prijzensysteem (quotum/buitenquotum) geeft de belangrijkste actoren uit de bio-economie de zekerheid grondstoffen te kunnen kopen aan een prijs die nooit hoger kan zijn dan de suiker ingevoerd uit de wereldmarkt. Dat geeft aan Europa de unieke kans om zelf een agrochemische industrie (bioplastics,…) te ontwikkelen voor haar bevoorrading in plaats van die nieuwe industriële producten elders in de wereld te laten produceren en ze nadien naar Europa te vervoeren. Het wegvallen van dit goedkoper alternatief zal remmend werken op een duurzame ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie. Dit zal bovendien gepaard gaan met een verslechtering van de situatie in de suiker- en bietensector en in het bijzonder voor de planters. Met de afschaffing van de suikerquota verliezen zij immers de garantie om een minimumprijs voor het grootste deel van hun productie te krijgen. Ze zullen dus voor het geheel van hun productie een lagere gemiddelde prijs krijgen dan met de suikerquota. Conclusie: De afschaffing van het duale prijzensysteem (quotum/buiten quotum) zal een rem zijn voor de ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie.
3.5. MOL en ACS-landen zullen potentieel interessante afzetmarkten verliezen De impactstudie van de EC wijst naast een daling van de bietenprijs ook op een daling van de suikerprijs van gemiddeld 3%. Een onstabiele, meer volatiele en lager geprijsde Europese markt maakt het voor ACS- en MOL-landen niet aantrekkelijk om naar de EU te exporteren waardoor ze potentieel gunstige afzetmarkten zullen verliezen, met bovendien een meer acute concurrentie van de Europese productie. Conclusie: De MOL en ACS-landen zullen door de afschaffing van het huidige suikerreglement potentieel interessante afzetmarkten verliezen.
02/2012 - 15
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
4. ONZE VRAGEN OM DE TOEKOMST VAN DE SUIKERINDUSTRIE IN BELGIË EN IN DE EU VEILIG TE STELLEN De huidige GMO Suiker is een doeltreffend systeem. Men zou van de Europese Commissie verwachten dat ze minstens een grondige SWOT-analyse zou maken alvorens een voorstel van hervorming kenbaar te maken. Dit blijkt jammer genoeg niet het geval te zijn bij het voorstel voor de nieuwe GMO Suiker. Daarom heeft de CBB het nuttig geacht een aantal fundamentele eisen te formuleren om de toekomst van de suikerindustrie in België (en in Europa) veilig te stellen. De CBB vraagt: 1. Een ernstige hervorming van de GMO, los van de GLB-hervorming (en geen radicale en ondoordachte hervorming van de GMO-suiker die stiefmoederlijk wordt behandeld in de nasleep van de grote politieke en financiële hervorming van het GLB). 2. De verlenging van de huidige GMO Suiker tot minstens 2020. 3. Na de hervorming van het GLB, een grondige evaluatie van de suikerhervorming van 2006 en van de situatie op de zoetstoffenmarkt wereldwijd en in Europa, bijvoorbeeld in 2018. 4. Het behoud en het versterken van het contractueel kader en de interprofessionele akkoorden. 5. Het behoud, het versterken en het aanvullen van het bestaande marktbeleid. De bestaande instrumenten bieden momenteel voldoende soepelheid in geval van overschot op de markt. Doch zij moeten aangevuld worden om proactiever te kunnen werken in geval van een tekort op de markt zodat de suikervoorziening op de Europese markt gegarandeerd kan worden in alle omstandigheden (instrument van omgekeerde onttrekking of verhoging van de quota in geval van tekort).
CBB, februari 2012 – Valerie Vercammen, Secretaris-Generaal @:
[email protected] - Tel: 02.551.11.72
16 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
Bijlage: SWOT-analyse huidige GMO Suiker en bedreigingen bij afschaffing systeem
Strengths
Weaknesses
• Voedselzekerheid • Inkomenszekerheid planters • Stabiele markt: bevordert competitiviteit en innovatie • Duurzame teelt CO2-neutrale industrie Buiten quotum: stimulans voor bio-gebaseerde industrie Bio-ethanol: EU 2020 • WTO en EBA-proofed • ACS en MOL-landen Geen exportsubsidies meer Maximum 1.35 M t export • Interprofessioneel kader: IPA, receptievoorwaarden,... Minimumprijs bieten
• Gebrek aan instrumenten voor marktbeleid bij TEKORT op de markt • Hoge wereldmarktprijs: 15% import uit ACSen MOL-landen volgt niet
Opportunities
Threats
• Aanvullend instrument voor marktbeheer voor TEKORTEN op de markt (omgekeerde onttrekking) • Regels omtrent verdeling meerprijs opnemen in nieuwe GMO Suiker
• Verlies van Europese suikerproductie • Te lage zelfvoorzieningsgraad in Europa • Daling van inkomen uit suikerbieten • Onzekerheid toelevering grondstoffen voor suikerfabrieken • Instabiliteit: - Competitiviteit komt onder druk te staan - Minder investeringen in R&D • Groei van bio-gebaseerde industrie onder druk door wegvallen goedkope industriesuiker • Wegvallen van potentieel interessante afzetmarkten voor ACS- en MOL-landen
02/2012 - 17
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
INHOUDSTAFEL STANDPUNT CBB OVER DE GMO SUIKER POST-2015 Inleiding ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 3 1. WAAROM PLEITEN VOOR EEN VERLENGING VAN DE HUIDIGE GMO SUIKER ���������������������������������� p. 4 1.1. Voedselzekerheid in Europa���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 4 1.2. Stabiliteit van de markt en buffer tegen volatiliteit ������������������������������������������������������������������������������������������������������ p. 5 1.3. Inkomenszekerheid voor de suikerbietplanters ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 6 1.4. Stabiele economische omgeving bevordert investeringen en innnovatie�������������������������������������������������� p. 7 1.5. Groene en duurzame teelt������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ p. 7 1.6. Stimulans voor een bio-gebaseerde industrie�������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 8 1.7. Stabiel interprofessioneel en contractueel kader������������������������������������������������������������������������������������������������������������ p. 8 1.8. GMO Suiker is coherent met de externe verbintenissen van de EU �������������������������������������������������������������� p. 9 2. WAAROM IS HET VOORSTEL VAN DE EUROPESE COMMISSIE VERKEERD���������������������������������������������� p. 9 2.1. Irrationeel en ongegrond voorstel��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 10 2.2. In strijd met geest van GLB en Verdrag van Rome ����������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 11 2.3. Suikermarkt is imperfecte markt en heeft nood aan optimaal niveau van regulering��������������� p. 11 2.4. De Europese Commissie houdt geen rekening met de zware inspanningen van de keten om competitiever te worden in het kader van de hervorming van 2006����������������������������������������������� p. 11 2.5. De Europese Commissie breekt het bestaande contractueel raamwerk tussen suikerbietplanters en suikerfabrikanten af, zonder een adequate uitzondering te voorzien op de concurrentiewetgeving ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 12 2.6. De Europese Commissie stelt drastische maatregelen voor zonder te wachten op de resultaten van de evaluatiestudie over de hervorming van 2006������������������������������������������������� p. 13 3. DE GEVAREN INDIEN DE QUOTA WORDEN AFGESCHAFT 3.1. Voedselzekerheid: suikervoorziening in EU in het gedrang ������������������������������������������������������������������������������� p. 14 3.2. Daling van het inkomen voor suikerbiettelers en onzekere toelevering van grondstoffen voor suikerfabrieken ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 14 3.3. Aantasting van het concurrentievermogen doordat productiviteitswinsten in het gedrang komen door minder R&D door wegvallen van stabiel kader ������������������������������������������� p. 14 3.4. Bedreiging voor de ontwikkeling van de bio-gebaseerde industrie door wegvallen van goedkopere industriesuiker����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 15 3.5. MOL en ACS-landen zullen potentieel interessante afzetmarkten verliezen ������������������������������������� p. 15 4. ONZE VRAGEN OM DE TOEKOMST VAN DE SUIKERINDUSTRIE IN BELGIË EN IN DE EU VEILIG TE STELLEN��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 16 Bijlage: SWOT-analyse huidige GMO Suiker en bedreigingen bij afschaffing systeem ����������������������������������������������� p. 17 Samenvatting ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� p. 19
18 - 02/2012
Europese Commissie wil einde van suikerquota op 30.09.2015!
Samenvatting Belangrijkste voordelen van het huidige suikerreglement: 1. Voedselzekerheid in Europa 2. Stabiliteit van de markt en buffer tegen volatiliteit 3. Inkomenszekerheid voor de suikerbietplanters 4. Stabiele economische omgeving bevordert investeringen en innovatie 5. Groene en duurzame teelt 6. Stimulans voor een bio-gebaseerde industrie 7. Stabiel interprofessioneel en contractueel kader 8. Coherent met de externe verbintenissen van de EU ºº Op multilateraal niveau: WTO (Wereldhandelsorganisatie) ºº Op het niveau van preferentiële invoer: MOL en ACS-landen
Risico’s verbonden aan het voorstel van de Europese Commissie: 1. Voedselzekerheid: suikervoorziening in EU in het gedrang 2. Daling van het inkomen voor suikerbiettelers en onzekere toelevering van grondstoffen voor suikerfabrieken 3. Aantasting concurrentievermogen doordat productiviteitswinsten in het gedrang komen door minder R&D door het wegvallen van stabiel kader 4. Bedreiging voor de ontwikkeling van bio-gebaseerde industrie door wegvallen van goedkopere industriestuiker 5. MOL en ACS-landen zullen potentieel interessante afzetmarkten verliezen
Onze eisen om de toekomst van de suikerindustrie in België en in Europa veilig te stellen: 1. E en ernstige hervorming van de GMO, los van de GLB-hervorming (en geen radicale en ondoordachte hervorming van de GMO-suiker die stiefmoederlijk wordt behandeld in de nasleep van de grote politieke en financiële hervorming van het GLB). 2. De verlenging van de huidige GMO Suiker tot minstens 2020. 3. Na de hervorming van het GLB, een grondige evaluatie van de suikerhervorming van 2006 en van de situatie op de zoetstoffenmarkt wereldwijd en in Europa, bijvoorbeeld in 2018. 4. Het behoud en het versterken van het contractueel kader en de interprofessionele akkoorden. 5. Het behoud, het versterken en het aanvullen van het bestaande marktbeleid. De bestaande instrumenten bieden momenteel voldoende soepelheid in geval van overschot op de markt. Doch zij moeten aangevuld worden om proactiever te kunnen werken in geval van een tekort op de markt zodat de suikervoorziening op de Europese markt gegarandeerd kan worden in alle omstandigheden (instrument van omgekeerde onttrekking of verhoging van de quota in geval van tekort).
02/2012 - 19
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw
Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw Anspachlaan 111, bus 10 1000 Brussel 0445.069.157 RPJ Bruxelles