EUROPEES PARLEMENT 1999
« «« « « « « « « « ««
2004
Commissie ontwikkelingssamenwerking
VOORLOPIGE VERSIE 032078(INI) 3 september 2003
ONTWERPADVIES van de Commissie ontwikkelingssamenwerking aan de Commissie verzoekschriften over bescherming en instandhouding van mensapen en andere soorten die bedreigd worden door de illegale handel in bushmeat
Rapporteur voor advies: John Alexander Corrie
PA\501696NL.doc
NL
PE 326.761
NL
PE 326.761
NL
2/7
PA\501696NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie ontwikkelingssamenwerking benoemde op haar vergadering van ## John Alexander Corrie tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van ... . Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met ... stemmen voor en ... tegen bij ... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende amendementen. Bij de stemming waren aanwezig: ... (voorzitter/waarnemend voorzitter), ... (ondervoorzitter), John Alexander Corrie (rapporteur voor advies), ... (verving ...), ... (verving ... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), ... en ... .
PA\501696NL.doc
3/7
PE 326.761
NL
BEKNOPTE MOTIVERING De Commissie verzoekschriften heeft besloten een verslag uit te brengen naar aanleiding van verzoekschrift 461/2000 over "De bescherming en instandhouding van mensapen en andere door de illegale handel in bushmeat bedreigde soorten" (rapporteur: de heer De Rossa). De Commissie ontwikkelingssamenwerking is om advies gevraagd. Terecht maakt men zich grote zorgen over de jacht op en handel in bushmeat en het voortbestaan van mensapen in de dichtbeboste gebieden van Centraal-Afrika, vooral het Congobekken, met inbegrip van Rwanda, en de beboste delen van Kameroen en Equatoriaal Guinee. Veel mensen in deze regio zijn van oudsher afhankelijk van vlees van levende dieren als primaire bron van dierlijk eiwit. Bosantilopen, wilde zwijnen en mensapen worden bejaagd. Volgens schattingen wordt jaarlijks in Centraal-Afrika ongeveer voor een miljoen ton aan levende dieren gedood. Een groot deel van het Congobekken is ongeschikt voor veeteelt, vooral vanwege de tseetseevlieg, trypanosomiasis en andere ziektes. In de dichtbeboste gebieden van West-Afrika was het van oudsher niet anders, maar overbejaging betekent dat veel diersoorten zijn uitgedund of zelfs verdwenen, zodat bushmeat niet langer de belangrijkste bron van dierlijk eiwit is. Ontbossing en het verloren gaan van de habitat worden vaak genoemd als eerste oorzaak van het uitsterven van wilde dieren, maar in feite komt het door bejaging dat er steeds minder wilde dieren zijn. Een andere belangrijke factor is ontbossing. Men gaat ervan uit dat bejaging in het Congobekken de voornaamste reden is voor het uitsterven. Volgens ramingen is het bejagen van wilde dieren ter wille van de proteïne alleen duurzaam in gebieden waar de bevolkingsdichtheid niet groter is dan twee mensen per vierkante km en waar maar weinig handelswegen zijn. De toenemende handel in bushmeat in Centraal-Afrika is voornamelijk het gevolg van de dorps- en stedelijke markten. Houtkapondernemingen leggen vaak wegen aan in vroeger ontoegankelijke wouden waardoor ook het jagen op bushmeat mogelijk wordt. Bushmeatjagers kunnen in Centraal-Afrika tussen de 400 en 1000 US $ per jaar verdienen; dat is veel meer dan zij met ander werk zouden kunnen verdienen. Een bushmeatjager met een geweer schiet het liefst de grootste beschikbare dieren, omdat hij daarmee per dure kogel de meeste winst kan maken. Daarom zijn grotere diersoorten bezig uit te sterven, terwijl er nog wel kleinere dieren zijn die echter minder profijtelijk zijn. Bijzondere zorg baart het gevolg voor mensapen, vooral de grotere soorten, die buitengewoon bedreigd zijn. Er bestaat een nauw verband met commerciële houtvesterij. Dit is maar al te zeer bekend. Veel houtkapondernemingen doen er maar weinig aan om de jacht op bushmeat tegen te gaan, met het argument dat hun arbeiders daarmee wat extra zakgeld kunnen verdienen zodat de houtindustrie hun minder hoeft te betalen. Tegelijkertijd zorgt de jacht voor vlees voor de houtkapperskampementen en hoeft er minder vlees van buiten te komen. Het gevaar van uitsterving bedreigt ecologisch belangrijke soorten zoals de grote mensapen, maar er is ook een ernstig risico voor de volksgezondheid verbonden aan de consumptie van mensapen. Men meent dat HIV/AIDS mensen voor het eerst heeft bereikt door het eten van PE 326.761
NL
4/7
PA\501696NL.doc
zieke apen. Zieke dieren blijven dicht bij de bodem en zijn daardoor een makkelijk doelwit. Ook kan men ebola en hepatitis krijgen van het eten van geïnfecteerd apenvlees. Waarschijnlijk is de ebola-epidemie die eerder dit jaar zo ernstig was in het noorden van Congo-Brazzaville, het resultaat van het eten van dergelijk bushmeat. Er bestaat een duidelijk verband tussen armoede, economische en maatschappelijke ontwikkeling en consumptie van bushmeat. Wanneer mensen genoeg geld hebben, kunnen zij ook voor andere vormen van dierlijk eiwit kiezen, o.a. vis en geïmporteerd vlees. Wanneer mensen meer geld krijgen, verandert ook hun smaak en, wanneer het onderwijsniveau stijgt, neemt ook het milieubewustzijn toe. In sommige landen is grote-apenvlees een delicatesse bij speciale gelegenheden en daardoor gezocht door rijke families. Ook in veel Europese steden wordt apenvlees verkocht. Het bushmeatprobleem kan daarom niet geïsoleerd worden aangepakt. Het moet onderdeel vormen van een meer omvattende ontwikkelingsstrategie. Net zo min is het voldoende om wetten die de jacht moeten beperken, aan te nemen. In de meeste landen van het Congobekken waar op bushmeat wordt gejaagd, bestaan er al wetten ter bescherming van bedreigde diersoorten. Toch ligt op de plaatselijke markten allerlei vlees van verboden dieren. De vertegenwoordigers van het gezag doen maar heel weinig tegen deze handel. Dat komt voor een deel door het gebrek aan milieubewustzijn, maar ook door de cultuur van corruptie waardoor handelaren en jagers politie en leger kunnen afkopen met geld of vlees. Daarom is het naleven van de bestaande wetgeving al even belangrijk, zo niet belangrijker, dan het aannemen van nieuwe wetten. Dit brengt ons op de kwestie van de rechtsstaat en hoe de samenleving tegen de autoriteiten aankijkt. Alleen een benadering op langere termijn, o.a. het uitbouwen van capaciteit, good governance en onderwijs, waar de gehele plaatselijke gemeenschap bij betrokken is, kunnen kans van slagen hebben. Het is evenwel nodig om de beschikbaarheid van krachtige geweren onder controle te houden; daarmee kunnen de grote apen gemakkelijk worden gedood en onstaat er überhaupt steeds grotere onveiligheid. Dat brengt ons op de noodzaak van onderwijs. Zonder steun uit de plaatselijke bevolking zal het nooit mogelijk worden om jacht op en handel in bushmeat onder controle te krijgen. De mensen moeten zich bijvoorbeeld bewust worden van de potentiële waarde voor de plaatselijke gemeenschap van de traditionele fauna, vooral wanneer ecotoerisme van de grond kan komen (er zijn geslaagde voorbeelden te vinden in de omgeving van wildparken in Zuidelijk en Oost-Afrika). In Rwanda is een bezoek aan de gorilla's een belangrijke toeristische attractie waar de regio aan verdient en dat geld in het laatje brengt voor de plaatselijke gemeenschappen. Daarom bepleit deze commissie financiële steun aan het ecotoerisme zodat plaatselijke gemeenschappen worden gestimuleerd bedreigde diersoorten, vooral grote apen, te beschermen. Participatie van de plaatselijke bevolking is essentieel, maar tevens is het nodig ervoor te zorgen dat de houtkapondernemingen en de nationale en plaatselijke autoriteiten zich aan de regels houden. De heer De Rossa dringt er in zijn ontwerpverslag bij de Commissie op aan wetgeving voor te stellen die een groen etiket verleent aan gecertificeerd hout en een rood label aan niet-gecertificeerd hout, en om daarnaast onderhandelingen te beginnen met de WTO om te komen tot een wereldwijd verbod op de invoer van niet-gecertificeerd (bushmeatPA\501696NL.doc
5/7
PE 326.761
NL
onvriendelijk) hout. Verder dringt hij er bij de Commissie op aan om rekening te houden met de CITES-conventie en de aanbevelingen van de NGO Forests and the European Union Resource Network (FERN)-rapport van december 2002: "Controlling imports of illegal timber, Options for Europe". De Commissie ontwikkelingssamenwerking steunt in grote lijnen de voorstellen uit de ontwerpresolutie van de heer De Rossa en uit zijn omvangrijke verslag waarover de commissie tevreden is. De commissie kan zich evenwel niet vinden in paragraaf 10 van de ontwerpresolutie met een oproep om "ten minste 10% van de beschikbare EOF en ALAgelden" uit te trekken voor het bushmeatprobleem en voor natuurbehoud. Dit is volstrekt onrealistisch en doet afbreuk aan een verder praktisch en positief verslag. De Commissie ontwikkelingssamenwerking stelt daarom voor paragraaf 10 van de ontwerpresolutie te schrappen en stelt enkele amendementen voor om de tekst van de Commissie verzoekschriften te versterken.
CONCLUSIES
De Commissie ontwikkelingssamenwerking keurt de ontwerpresolutie uit het ontwerpverslag van de Commissie verzoekschriften goed, vooral wat betreft het aanleggen van wegen in oerwoudgebieden en de verantwoordelijkheden van de houtkapondernemingen; zij vraagt de volgende amendementen op te nemen in deze ontwerpresolutie: 1. Paragraaf 3 bis (nieuw) Legt de nadruk op het verband tussen de jacht op en consumptie van bushmeat en het niveau van economische ontwikkeling; daarom moet de kwestie van het jagen op bushmeat en de bedreiging van bedreigde diersoorten, vooral grote apen, worden aangepakt in de context van een algehele ontwikkelingsstrategie en het terugdringen van de armoede; 2. Paragraaf 3 ter (nieuw) is van mening dat gemeenschappen die van oudsher hebben bestaan van bushmeat als hun belangrijkste bron van dierlijk eiwit, hulp moeten krijgen bij het ontwikkelen van middelen om zich ander voedsel aan te schaffen en dat commerciële netwerken om ander vlees en vis te leveren moeten worden gestimuleerd en ondersteund; 3. Paragraaf 5 bis (nieuw) is van mening dat de plaatselijke gemeenschappen door onderwijs- en voorlichtingscampagnes zich bewust kunnen worden van het economisch potentieel van biodiversiteit en de noodzaak om bedreigde diersoorten in stand te houden, vooral de grote apen, die een belangrijke attractie kunnen zijn voor ecotoerisme en daarmee geld in het laatje kunnen brengen, wat goed is voor de ontwikkeling van deze gemeenschappen;
PE 326.761
NL
6/7
PA\501696NL.doc
4. Paragraaf 5 ter (nieuw) bepleit financiële steun van de EU aan ecotoerisme om plaatselijke gemeenschappen te stimuleren om bedreigde soorten, vooral grote apen, te beschermen. 5. Paragraaf 10 schrappen. 6. Paragraaf 14 bis (nieuw) wijst erop dat de naleving van de bestaande wetgeving maar al te vaak tekortschiet, vooral ten gevolge van het ontbreken van controle en de corruptie van de plaatselijke autoriteiten; benadrukt dat dit probleem dient te worden aangepakt in de context van good governance op alle niveaus, anticorruptiecampagnes en eerbiediging van de rechtsstaat; 7. Paragraaf 14 bis (nieuw) verzoekt de landen waar op dieren wordt gejaagd voor bushmeat, om ernstige restricties te stellen (en deze ook na te leven) op krachtige geweren en de voor dergelijke wapens nodige munitie en krachtig op te treden tegen alle wapens waarvoor geen vergunning is afgegeven, zodat de bedreiging voor de grotere mensapen wordt verminderd en tegelijkertijd de algemene veiligheid verbetert; 8. Paragraaf 15 bis (nieuw) verzoekt de EU-lidstaten om met voorbeeldige strengheid de regels na te leven ten aanzien van de invoer van bedreigde diersoorten in de EU en om zware boetes en, waar wenselijk, gevangenisstraffen te eisen tegen al diegenen die betrokken zijn bij de illegale invoer, verkoop of het opdienen van bushmeat.
PA\501696NL.doc
7/7
PE 326.761
NL