Essay Erasmus & Machiavelli
Martijn Huisman GVS I (CH1003) 13-12-2007 drs. G.A. Noordzij 1
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Inhoudsopgave Blz. 1
Inhoudsopgave & inleiding
Blz. 2/3
De Duitse Reformatie
Blz. 3/4
Erasmus
Blz. 4/5
Machiavelli
Blz. 5/6/7
Conclusie & aanbeveling
Blz. 8
Nawoord
Blz. 9
Literatuurlijst
Inleiding In 1547 versloeg keizer Karel V bij Mühlberg in Duitsland de protestantse alliantie, ook wel bekend als het Schmalkaldische Verbond.1 De verliezers aan protestantse zijde werden gedwongen verdragen aan te gaan met Karel, die door de overwinning heel Duitsland in handen kreeg. Het is algemeen bekend dat een land veroveren over het algemeen makkelijker is dan het land behouden en controleren nadat het veroverd is. Men kan verschillende methoden gebruiken om een land na verovering onder de duim te houden. Keizer Karel V zal Duitsland een jaar lang onder zijn controle hebben, en om deze controle te behouden wil Karel een adviseur aanstellen. Het doel van deze adviseur zal zijn om de controle te behouden over Duitsland met zo min mogelijk geweldsmiddelen, omdat Karel daar het geld niet voor heeft. Twee personen die geschreven hebben over hoe een staat te besturen zijn de Nederlander Desiderius Erasmus en de Italiaan Niccolò Machiavelli. Het doel van deze essay is dan ook het kiezen van een adviseur voor keizer Karel V, waarbij de keuze bestaat uit Erasmus of Machiavelli. De vraagstelling waar deze essay antwoord op zal pogen te geven is dan ook: Welke politieke houding zou voor keizer Karel V meer geschikt zijn om de controle over het land vast te houden? De politieke houding van Erasmus, of die van Machiavelli?
1
2
http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_V_van_het_Heilige_Roomse_Rijk#Schmalkaldisch_Verbond (13-12-2007) & Robisheaux, Thomas, `Rural society and the search for order`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 175.
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
De Duitse Reformatie In 1517 begon het proces van Reformatie in Duitsland, nadat Luther zijn stellingen tegen het katholieke aflatensysteem had geschreven en gepubliceerd2. Zijn teksten zouden al snel heel Europa doorgaan, waarbij zijn teksten ook bij de zogenaamde elite (humanisten, waaronder ook Erasmus) aanspraak maakten. Hoewel Luther ook aanhang kreeg in andere landen in Europa, hadden zijn teksten veruit de meeste invloed in Duitsland. Dit kwam doordat de situatie in Duitsland anders lag dan in andere landen. Niet alleen op godsdienstig gebied, maar ook op sociaal en politiek vlak was en onrust leek de tijd rijp voor verandering.3 In 1525 braken er in Duitsland massale opstanden uit onder de boeren en landwerkers. Voor deze opstand, die de boeken in zou gaan als de Boerenoorlog, zijn diverse redenen aan te wijzen. Deze redenen zijn van belang, omdat keizer Karel V en een nog aan te stellen adviseur in 1547 met deze omstandigheden rekening kunnen houden. Zo zal keizer Karel V door te kijken naar de oorzaken van de Boerenoorlog een herhaling ervan kunnen voorkomen en zijn positie en controle over het land behouden. Ten eerste was er onder de boeren en landwerkers ontevredenheid over de sociale en economische situatie. Door steeds grotere uitbuiting en beperking van de boeren door zowel lokale heren als van de kerk, was er een diepe antipathie en antiklerikalisme ontstaan. De bevolking was dus al zeer ontevreden over de sociale structuur die bestond in 1525.4 Daarbij kwam de economische crisis die op dat moment heerste in de agriculturele sector. Er was een tekort aan graan door misoogsten en de prijzen gingen omhoog. Boeren hielden na afdracht aan de heer en/of de kerk, nog maar net genoeg over om zelf in leven te blijven. Vele heren weigerden in deze moeilijke tijden de belastingen op te schorten of te verlagen, wat leidde tot meer ontevredenheid en haat tegen de bestaande sociale orde. Ook het onttrekken van bossen, weiden en dergelijke aan de gemeenschap en het plaatsen daarvan onder privé bezit van de heren droeg bij aan de antipathie tegen de heren.
2
http://nl.wikipedia.org/wiki/95_stellingen (13-12-2007)
3 4
Robisheaux, `Rural society and the search for order`, 166. Robisheaux, `Rural society`, 169 & Pettegree, Andrew, `The Early Reformation in Europe`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 180.
3
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Tenslotte hadden de teksten van Luther, die in 1525 massaal waren doorgedrongen tot de geletterde bevolking via boeken en pamfletten, een grote invloed. De opstand kreeg een theologische basis waarop de economische en sociale ontevredenheid tot uiting kwam. Uiteindelijke werd de opstand neergeslagen, maar duidelijk was geworden dat de protestantse beweging niet zomaar zou verdwijnen. In 1531 verenigden de Duitse protestanten zich in het Schmalkaldisch Verbond. Verzoening tussen dit verbond en de katholieken mislukte, en in 1546 brak de Schmalkaldische Oorlog uit. De protestantse alliantie werd in 1547 beslissend verslagen door keizer Karel V bij de Duitse plaats Mühlberg, en werd vervolgens gedwongen verdragen aan te gaan met Karel.5 Hierdoor kreeg Karel de macht over heel Duitsland. In 1547 bestaat Duitsland nog steeds uit veel kleine staten en steden, waar religieuze verdeeldheid is (katholieken en protestanten) en waar bovendien economische, sociale en politieke onrust heerst. Keizer Karel V en zijn adviseur zullen om de controle te behouden over Duitsland zich moeten richten op deze problemen. Erasmus Erasmus heeft zijn ideeën over het besturen van een staat verwerkt in een traktaat over hoe een Christelijke prins zich zou moeten gedragen (The Education of a Christian Prince). Volgens Erasmus moet de vorst nooit vergeten dat zijn welvarendheid en macht afhankelijk zijn van de bevolking. De vorst zal een goed reputatie krijgen als hij goede daden verricht. Omdat de mensen hun (goede) vorst maar al te graag imiteren zullen goede daden de positie van de vorst verstevigen. De belangrijkste taak van een vorst volgens Erasmus is het land in een betere staat achter te laten dan de staat waarin hij dat land verkreeg. Door goede daden, waaronder het land verbeteren, behoudt de vorst dus de steun van het volk en houdt daarmee de controle over het hele land en het volk.6 De vorst is voor het landsbestuur en het naleven van de gemaakte wetten afhankelijk van ambtenaren. Daarom is het van groot belang dat hij persoonlijk goede en capabele ambtenaren aanstelt en deze controleert. De vorst is hét voorbeeld voor de ambtenaren, daarom moet de vorst altijd het goede voorbeeld geven en dezelfde instelling verwachten van zijn ambtenaren.
5 6 4
http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_V_van_het_Heilige_Roomse_Rijk#Schmalkaldisch_Verbond (13-12-2007) & Robisheaux, `Rural society and the search for order`, 175. Alinea gebaseerd op Born, Lester K., `Some notes on the Political Theories of Erasmus`, in The Journal of Modern History Vol. 2, No. 2. (Jun., 1930), 230.
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
In vredestijd heeft de vorst een belangrijke functie te vervullen, namelijk het verbeteren van het land. Er zijn duizenden taken te verrichten in vredestijd voor het verbeteren van het land, zoals bijvoorbeeld het verbeteren van steden en de landbouw. Ook het verlichten van de lasten van de lagere klassen en het bestrijden van criminaliteit behoren tot het verbeteren van het land. Als de vorst al zijn tijd in vredestijd besteed aan deze verbeteringen, zal hij geen tijd hebben voor hetgeen Erasmus zo veracht: oorlog. Het ideaal van de vorst moet zijn om het land wat hij heeft te verbeteren, niet door het te vergroten door middel van oorlog.7 De wijze vorst onthoudt zich volgens Erasmus van oorlog door zijn wijsheid. Oorlog brengt alleen maar ellende mee voor de bevolking, en moet dus door de vorst worden gezien als laatste middel. De mens is goed en vreedzaam, terwijl dieren geen moraal hebben en oorlog voeren. Een goede en wijze vorst moet ten alle tijd verlangen naar vrede, zeker met buurlanden, want een staat kan volgens Erasmus niet lang overleven zonder vriendelijke buren. De vorst moet bij elke handeling het algemene belang in de gaten houden. Bij een meningsverschil tussen vorsten zou eerst moeten worden gezocht naar andere oplossingen, voor het volk op te zadelen met oorlogen.8 Mocht er toch oorlog komen, dan is loyaliteit en liefde van de bevolking de beste verdediging tegen die vijanden. Die loyaliteit en liefde heeft de vorst verkregen door het goede voorbeeld te geven, goede daden te verrichten en het land te verbeteren in vredestijd.9 Machiavelli Machtsgebieden die veroverd worden en die toebehoren tot hetzelfde land (zoals in het geval van de overwinning op het Schmalkaldisch Verbond) en dezelfde taal hebben zijn zeer eenvoudig in handen te houden volgens Machiavelli.10 Om de macht te behouden stelt hij dat het voldoende is om de vroegere machthebbers van dat machtsgebied uit te roeien. De mensen zullen zich koest houden als hun levensomstandigheden hetzelfde blijven en er geen nieuwe gewoonten en gebruiken hun intrede doen. Uitroeiing van de vroegere machthebbers en het intact laten van wetten en belastingen zijn volgens Machiavelli genoeg om een veroverd gebied te behouden.
7 8 9 10
5
Erasmus, Desiderius, `The Education of a Christian Prince`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 118, 119, 121, 122. Erasmus, `The Education of a Christian Prince`, 123-125. Born, Lester K., `Some notes on the Political Theories of Erasmus`, 230. Machiavelli, Niccolò, F. van Dooren (ed.), `De heerser`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 130.
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Verder moet de vorst mensen ofwel strelen ofwel vernietigen. Iemand die licht wordt aangepakt zal zich willen wreken, de ander die zwaar geweld wordt aangedaan kan zich niet meer wreken. Volgens Machiavelli is er sprake van goede en kwade wreedheid. Goede wreedheid is plotseling en incidenteel om de macht te behouden, kwade wreedheid is stelselmatig en in frequentie toenemende wreedheid. Goede wreedheid is volgens Machiavelli gerechtvaardigd om de positie te handhaven.11 Een ander belangrijk punt van Machiavelli is het verlangen om bezit te verwerven. Volgens Machiavelli is dit heel natuurlijk en normaal. Wanneer vorsten aan hun verlangen om te veroveren gestalte geven, zullen zij geprezen (of in ieder geval niet bekritiseerd) worden volgens Machiavelli. Als een vorst dus verlangt naar verovering en de middelen heeft om aan dit verlangen gestalte te geven moet hij dit altijd doen.12 Machiavelli maakt onderscheid tussen twee manieren van strijden; door middel van wetten (mens) en door middel van geweld (dier). Een vorst moet zich zowel als mens als dier kunnen gedragen om zijn positie te behouden. In het gedragen als een dier maakt hij onderscheid tussen een vos en een leeuw. De leeuw (kracht) is nodig om krachtig te kunnen optreden tegen de vijanden van de vos, terwijl de vos (slim en sluw) juist valstrikken opspoort voor de leeuw. Machiavelli merkt op dat mensen van nature slecht zijn en hun woord niet houden, en dat de vorst dit daarom ook niet hoeft te doen. De vorst moet dus de sluwheid van de vos bezitten. Als hij deze sluwheid verbergt, zal hij altijd mensen kunnen bedriegen en zelf zijn positie in stand kunnen houden.13 Voor een vorst is het niet noodzakelijk dat hij over bovengenoemde eigenschappen beschikt, maar het moet wel lijken alsof hij over ze beschikt. De vorst moet zich in het openbaar altijd zo presenteren dat de goede eigenschappen gezien worden. Zoals Machiavelli zegt: ´Iedereen ziet wat je schijnt, weinigen voelen wat je bent.´ Zo hoeft een vorst dus niet godsdienstig zijn, als het maar lijkt alsof hij godsdienstig is. Eigenschappen als barmhartigheid en betrouwbaarheid juicht Machiavelli wel toe, maar de vorst moet wanneer de situatie daarom vraagt ook op tegenovergestelde eigenschappen kunnen schakelen. De vorst moet dus die eigenschappen die hij veinst afstemmen op de situatie.14 De vorst moet tenslotte zorgen dat hij een goede reputatie opbouwt bij het volk. Dit doet hij door bij al zijn daden grootheid, moed, ernst en kracht uit te stralen. Met betrekking tot privé zaken van onderdanen moet hij uitstralen dat zijn oordelen en beslissingen onherroepelijk zijn.15 11 12 13 14 15
6
Machiavelli, `De heerser`, 131. Machiavelli, `De heerser`, 133. Machiavelli, `De heerser`, 133. Machiavelli, `De heerser`, 141. Machiavelli, `De heerser`, 142.
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
De vorst moet bang zijn voor twee zaken: binnenlands gevaar van onderdanen en buitenlands gevaar van vreemde mogendheden. Door zijn goede reputatie zal niemand tegen de vorst zijn, terwijl een goed leger de vorst beschermt tegen vijanden uit andere landen. Het is natuurlijk maar de vraag hoe een vorst een goede reputatie opbouwt als hij mensen uitroeit, en het land constant in oorlog verkeerd.16 Conclusie & aanbeveling Om een vergelijking te kunnen maken moet men eerst kijken naar het doel van de oorspronkelijke werken van Erasmus (The Education of a Christian Prince) en Machiavelli (De heerser). Een tekst moet immers worden bekeken in de context waarin het werd geschreven. Erasmus schreef een algemene aanbeveling voor christelijke vorsten, zoals keizer Karel V. Machiavelli schreef zijn boek echter met een ander doel. Italië bestond in de periode dat Machiavelli leefde niet maar was een gebied bestaand uit stadstaten, ernstig verzwakt door onder andere invallen van buitenlandse mogendheden. Machiavelli streefde naar een verenigd en krachtig Italië (zoals de Romeinse Republiek). De heerser is dan ook geschreven met dit doel, namelijk het ontstaan van een sterke heerser in zijn geboortestad Florence die Italië zal veroveren en verenigen. Vanuit dit oogpunt bezien is Erasmus meer toepasbaar op Karel V in Duitsland in 1547 dan Machiavelli. A
ls we kijken naar de situatie in 1547 in Duitsland dan zien we dat er een religieuze strijd
gaande is tussen de katholieken en de protestanten. Om de religieuze problemen op te lossen of te verzachten lijkt een vorst gewenst die verstand van religieuze zaken heeft en beide partijen kan verzoenen. Erasmus gaat uit van een christelijke vorst die ten alle tijde vrede moet willen, Machiavelli gaat uit van een vorst die moet doen alsof hij religieus is om zijn eigen positie te verbeteren. De keuze voor de christelijke vorst van Erasmus is in dit geval beter. Als we nu kijken naar hoe Erasmus en Machiavelli denken over het behoud van de controle (waar keizer Karel V het uiteindelijk om te doen is) zien we wezenlijke verschillen. Machiavelli pleit voor het uitroeien van de vorige machthebbers en het intact laten van bestaande wetten en belastingen. Het is ernstig te betwijfelen of deze methode zou werken, omdat Duitsland bestond uit allerlei stadstaatjes en gebieden met verschillende heren. Het uitroeien van vorige machthebbers is dus niet mogelijk, alleen het uitroeien van de leiders van het Schmalkaldisch Verbond is mogelijk. Bovendien kan het intact laten van wetten en belastingen juist een tegenovergesteld effect hebben: in 1525 ontstond juist de Boerenopstand door deze wetten en belastingen. 16
7
Machiavelli, `De heerser`, 143.
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Erasmus legt de nadruk op het uitvoeren van goede daden waarmee de christelijke vorst aanzicht verwerft onder de bevolking. In vredestijd (waar een goede en wijze vorst altijd naar hoort te streven) moet de vorst alles op alles zetten om het land te verbeteren. Het verbeteren van steden en de landbouw en het verlichten van belastingen voor de lagere klassen zal voor minder armoede zorgen in Duitsland en voor meer aanzien voor de vorst. Ook door de keizer eerlijk aangestelde en gecontroleerde ambtenaren zullen de vorst een groter aanzien geven. We hebben gezien dat loyaliteit en liefde van de bevolking de beste verdediging zijn tegen vijanden. Door zijn aanzien en goede daden en zijn goede contacten met buurtlanden zal keizer Karel V beschikken over een goede verdediging tegen zowel binnenlandse als buitenlandse vijanden. De vorst moet van Machiavelli ook gebruik maken van geweldsmiddelen (de leeuw). Keizer Karel V heeft echter geen geld, en wil zo weinig mogelijk gebruik maken van die geweldsmiddelen. Daarom is deze voorgestelde politiek van Machiavelli niet toepasbaar voor Karel. Erasmus daarentegen pleit juist voor vrede, en door middel van binnenlandse verbeteringen en goede daden zal de vorst zijn controle behouden over de bevolking. Voorts moeten men niet vergeten dat er in Duitsland een groot geletterd publiek is. Dit publiek zal meer zien in de christelijk humanistische ideeën van Erasmus (waar zij al bekend mee waren door Luther) dan van Machiavelli. Machiavelli is bovendien te zien als dé grote voorstander van het Italiaanse nationalisme, en heeft in die zin weinig uitstraling op de Duitse bevolking. Bovendien zagen de Italianen de Duitsers als vanouds als barbaren. Het is dus maar zeer de vraag of Machiavelli met zijn achtergrond en ideeën indruk kan te maken op het Duitse publiek, laat staan dat hij Karel V van goede adviezen kan voorzien. Machiavelli heeft zijn werken geschreven om Italië verenigd te krijgen, niet om adviezen te geven over hoe een christelijke vorst een veroverd christelijk land kan besturen.17 Na het lezen van de teksten over de Duitse Reformatie, Erasmus en Machiavelli is het dan ook mijn conclusie dat er maar één keuze kan zijn voor keizer Karel V wat betreft het aanstellen van een adviseur; Desiderius Erasmus. Erasmus heeft goedkope oplossingen om het land in handen te houden. De vorst geliefd(er) raken onder de bevolking, geen duur leger nodig hebben, en bovendien het land verbeteren op allerlei gebieden.
17
Ingersoll, David. E, `The Constant Prince: Private Interests and Public Goals in Machiavelli, in The Western Political Quarterly Vol. 21, No. 4. (Dec., 1968), 588.
8
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Nawoord
Via dit nawoord wil ik mijn ongenoegen uiten over de opdracht en de daarbij verwachtte uitwerking. Ik ben al aan meer dan vier bladzijden gekomen (inclusief voetnoten) met mijn essay, en vond dit veel te weinig ruimte. Naar mijn mening is een goede vergelijking tussen Erasmus en Machiavelli niet te trekken in vier bladzijden, helemaal niet als daarbij ook nog de Duitse Reformatie behandeld dient te worden. Ik heb dan ook uit mijn essay veel zaken weg moeten laten, terwijl ik wel gebruikte zaken drastisch heb moeten inkorten. Zodoende is er een versimpeling opgetreden die voor mijn gevoel drastisch af doet aan wat Erasmus en Machiavelli ooit geschreven hebben en daarbij in gedachten hadden. Bovendien heb ik alles behalve het maximale uit de gebruikte bronnen kunnen halen. Zo heb ik de twee aanvullende teksten over Machiavelli amper kunnen gebruiken, omdat dit vanwege de complexiteit te veel plek in had genomen. Samenvattend ben ik dan ook ontevreden over de opdracht, maar ook zeer ontevreden over het uiteindelijke resultaat (dit essay.). Martijn Huisman 13/12/2007
9
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved
Literatuurlijst
Born, Lester K., `Some notes on the Political Theories of Erasmus`, in The Journal of Modern History Vol. 2, No. 2. (Jun., 1930), 226-236. Erasmus, Desiderius, `The Education of a Christian Prince`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 117-127. Ingersoll, David. E, `The Constant Prince: Private Interests and Public Goals in Machiavelli, in The Western Political Quarterly Vol. 21, No. 4. (Dec., 1968), 588-596. Machiavelli, Niccolò, F. van Dooren (ed.), `De heerser`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 129-147. Parkinson, G. H. R., `Ethics and Politics in Machiavelli`, in The Philosophical Quarterly Vol. 5, No. 18. (Jan., 1955), 37-44. Pettegree, Andrew, `The Early Reformation in Europe`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 165-176. Robisheaux, Thomas, `Rural society and the search for order`, in Reader 1 Geschiedenis van Vroegmoderne Westerse Samenlevingen (2007/2008) 178-191.
10
© 2009 Martijn Huisman All Rights Reserved