ES SKO Jaarraportage 2009
TV in Nederland
SKO TV IN NEDERLAND 2012 ONTWIKKELINGEN IN TV BEZIT EN TV GEBRUIK MEDIA STANDAARD SURVEY
Amstelveen 01-02-2013
©
Auteursrecht voorbehouden.
Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SKO.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
1
1
2
INLEIDING
Hoofdstuk 2
3
2
4
KERNCIJFERS
Hoofdstuk 3
7
3
ONTWIKKELINGEN TV EN APPARATUUR IN HUISHOUDENS
8
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
TV bezit Type beeldscherm Ontvangst TV-signaal Apparatuur aangesloten op een TV Internettoegang
Hoofdstuk 4 4
8 9 10 12 13
14
ONTWIKKELINGEN COMPUTER EN MOBIELE APPARATEN OP
PERSOONSNIVEAU
15
Hoofdstuk 5
17
5
ONTWIKKELINGEN IN TELEVISIEKIJKEN OP PERSOONSNIVEAU
18
5.1 5.2
Kijken naar televisieprogramma’s via andere apparaten Buitenshuis TV kijken
18 20
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
21 Begrippenlijst doelgroepen Kerncijfers 2012
22 23
Hoofdstuk 1 Inleiding
1
Inleiding
Sinds 2011 voert TNS NIPO de Media Standaard Survey (MSS) uit. Dit in opdracht van de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste mediabereiksonderzoeken: SKO (televisie), NLO (radio), JIC STIR (internet) en NOM (print). De doelstelling van de MSS is het verkrijgen van betrouwbare en stabiele populatiecijfers over de Nederlandse bevolking ten behoeve van werving, weging en controle van de mediabereiksonderzoeken. Tevens levert dit onderzoek potentiële nieuwe panelleden voor het Kijkonderzoek. De uitkomsten zijn representatief voor alle huishoudens in Nederland en alle individuen van 13 jaar en ouder 1 . In 2012 zijn 6.190 huishoudens en 5.268 personen van 13 jaar en ouder ondervraagd.
1
De uitkomsten voor de het gehele jaar 2012 zijn gewogen op basis van de Gouden standaard 2012. De uitkomsten voor de het gehele jaar 2011 zijn gewogen op basis van de Gouden standaard 2011. Pagina 2/25
Hoofdstuk 2 Kerncijfers
Pagina 3/25
2
Kerncijfers
Tabel 1 laat de kerncijfers van 2012 zien. In de eerste kolom worden de resultaten met betrekking tot het meest gebruikte TV-toestel (hoofdtoestel) vermeld. Resultaten over alle televisietoestellen worden in de tweede kolom vermeld. Als percenteerbasis dienen alle particuliere huishoudens in Nederland. Tabel 1. Kerncijfers 2012 2012
2012
Hoofdtoestel
Projectie Nederland (aantal huishoudens*000)
Alle TV toestellen
7.513
1 of meer TV-toestellen in gebruik
97,5%
Aantal TV’s in gebruik (gemiddeld)
1,7
Computerbezit
90,1%
Internettoegang via computer Toegang tot internet via TV-toestel
88,7% 10,8%
11,4%
Beeldbuis
22,0%
41,5%
Plasma
10,9%
12,8%
LCD
38,2%
45,1%
LED
11,3%
13,2%
3D TV
2,2%
2,3%
Projector/beamer
0,1%
0,2%
74,2%
76,5%
72,7%
73,7%
Analoge kabel of gemeenschappelijke antenne
25,6%
41,5%
Digitale ontvanger \ decoder van de kabelmaatschappij
50,6%
51,4%
5,1%
5,4%
Soort beeldscherm:
Totaal: plasma+LCD-LED en 3dtv + plat, maar weet niet welk type Beeldformaat toestel: Breedbeeld Ontvangst TV -signaal toes tel via:
Schotel Digitenne van KPN
7,9%
11,3%
Digitale ontvanger \ decoder voor TV via internet
7,1%
7,4%
Glasvezel
3,8%
3,9%
72,6%
76,4%
Totaal digitale ontvangst Apparatuur aangesloten op televisietoestel Videorecorder aangesloten op een toestel
21,7%
24,6%
DVD speler / Blu-ray speler aangesloten op een toestel
54,6%
57,5%
DVD-recorder zonder harddisk aangesloten op een toestel
13,2%
15,1%
DVD-recorder met harddisk aangesloten op een toestel
18,7%
19,6%
Losse harddisk-recorder (zonder DVD) aangesloten op een toestel Digitale ontvanger met harddisk-recorder aangesloten op een toestel In TV ingebouwde harddisk-recorder
3,9%
4,2%
17,6%
17,9%
2,3%
3,0%
Spelcomputer aangesloten op een toestel
21,3%
26,5%
Totaal Harddisk-recorder
36,2%
37,3%
Totaal DVD-R/Harddisk-recorder
46,5%
48,0%
Bron: SKO/Media Standaard Survey MSS 2012
Pagina 4/25
In tabel 2 en 3 worden de kerncijfers van 2011 en 2012 met elkaar vergeleken. De resultaten in tabel 2 hebben betrekking op het meest gebruikte televisietoestel (hoofdtoestel). De resultaten in tabel 3 hebben betrekking op alle televisietoestellen in het huishouden. In de laatste kolom wordt vermeld of het een significante stijging of daling betreft bij 95% betrouwbaarheid. Tabel 2. Kerncijfers per jaar (hoofdtoestel) 2011
Projectie Nederland (aantal huishoudens*000) 1 of meer TV-toestellen in gebruik Aantal TV’s in gebruik (gemiddeld)
7.473 97,9%
2012
Sign.
7.513 97,5%
1,7
1,7
Computerbezit
89,6%
90,1%
Internettoegang via computer
88,0%
88,7%
7,0%
10,8%
*
29,8%
22,0%
*
9,7%
10,9%
*
LCD
39,6%
38,2%
LED
7,1%
11,3%
*
3D TV
0,4%
2,2%
*
Toegang tot internet via TV-toestel
Soort beeldscherm: Beeldbuis Plasma
0,0%
0,1%
*
66,9%
74,2%
*
69,2%
72,7%
*
De analoge kabel of gemeenschappelijke antenne
35,2%
25,6%
*
Digitale ontvanger / decoder van de kabelmaatschappij
47,9%
50,6%
*
Schotel
5,4%
5,1%
Digitenne van KPN
7,9%
7,9%
Digitale ontvanger / decoder voor TV via internet
4,7%
7,1%
*
2,3%
3,8%
66,5%
72,6%
* *
Videorecorder aangesloten op een toestel
25,7%
21,7%
*
DVD speler / Blu-ray speler aangesloten op een toestel
54,0%
54,6%
DVD-recorder zonder harddisk aangesloten op een toestel
15,9%
13,2%
DVD-recorder met harddisk aangesloten op een toestel
19,1%
18,7%
Projector/beamer
Totaal: plasma+LCD-LED en 3dtv + plat, maar weet niet welk type Beeldformaat toestel: Breedbeeld Ontvangst TV -signaal toes tel via:
Glasvezel
Totaal digitale ontvangst Apparatuur aangesloten op televisietoestel
*
2,4%
3,9%
*
14,3%
17,6%
*
1,9%
2,3%
Spelcomputer aangesloten op een toestel
21,2%
21,3%
Totaal Harddisk-recorder
32,5%
36,2%
Totaal DVD-R/Harddisk-recorder
45,5%
46,5%
Losse harddisk-recorder (zonder DVD) aangesloten op een toestel Digitale ontvanger met harddisk-recorder aangesloten op een toestel In TV ingebouwde harddisk-recorder
Bron: SKO/Media Standaard Survey MSS 2011-2012 * Is significant bij 95% betrouwbaarheid
Pagina 5/25
*
Tabel 3. Kerncijfers per jaar (alle toestellen) 2011
Projectie Nederland (aantal huishoudens*000) 1 of meer Tv-toestellen in gebruik Aantal TV’s in gebruik (gemiddeld)
7.473 97,9%
2012
Sign.
7.513 97,5%
1,7
1,7
Computerbezit
89,6%
90,1%
Internettoegang via computer
88,0%
88,7%
7,4%
11,4%
*
Beeldbuis
50,6%
41,5%
*
Plasma
11,0%
12,8%
*
LCD
45,7%
45,1%
LED
8,2%
13,2%
*
3D TV
0,4%
2,3%
*
Projector/beamer
0,1%
0,2%
70,3%
76,5%
*
70,6%
73,7%
*
De analoge kabel of gemeenschappelijke antenne
50,9%
41,5%
*
Digitale ontvanger / decoder van de kabelmaatschappij
48,8%
51,4%
*
5,6%
5,4%
10,8%
11,3%
4,9% 2,3%
7,4% 3,9%
*
70,9%
76,4%
*
Videorecorder aangesloten op een toestel
28,7%
24,6%
*
DVD speler / Blu-ray speler aangesloten op een toestel
56,6%
57,5%
DVD-recorder zonder harddisk aangesloten op een toestel
18,0%
15,1%
DVD-recorder met harddisk aangesloten op een toestel
20,1%
19,6%
2,7%
4,2%
*
14,5%
17,9%
*
Toegang tot internet via tv toestel
Soort beeldscherm:
Totaal: plasma+LCD-LED en 3dtv + plat, maar weet niet welk type Beeldformaat toestel: Breedbeeld Ontvangst TV -signaal toes tel via:
Schotel Digitenne van KPN Digitale ontvanger / decoder voor TV via internet Glasvezel
Totaal digitale ontvangst
*
Apparatuur aangesloten op televisietoestel
Losse harddisk-recorder (zonder DVD) aangesloten op een toestel Digitale ontvanger met harddisk-recorder aangesloten op een toestel In TV ingebouwde harddisk-recorder
2,8%
3,0%
Spelcomputer aangesloten op een toestel
26,0%
26,5%
Totaal Harddisk-recorder
33,9%
37,3%
Totaal DVD-R/Harddisk-recorder
47,2%
48,0%
Bron: SKO/Media Standaard Survey MSS 2011-2012 * Is significant bij 95% betrouwbaarheid
Pagina 6/25
*
*
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen TV en apparatuur in huishoudens
Pagina 7/25
3
Ontwikkelingen TV en apparatuur in huishoudens
3.1
TV bezit
Het percentage TV bezit was in 2011 98 procent. In 2012 is dit percentage gelijk gebleven. Figuur 1.1
Aantal TV-toestellen in gebruik, 2011 en 2012 Bron: MSS 2011-2012
100% 80% 60% 40% 20% 0% 2011 geen toestel
1 toestel
2012 2 toestellen
3 toestellen
4 of meer toestellen
Het gemiddeld aantal toestellen per huishouden is 1,7 toestel. Huishoudens met kinderen hebben de meeste TV-toestellen in gebruik (gemiddeld 2,1). Eenpersoonshuishoudens hebben traditioneel gemiddeld de minste TV-toestellen in gebruik (gemiddeld 1,3). Dit blijft vergelijkbaar met voorgaande jaren. Voor de percentages per doelgroep verwijzen wij naar bijlage 2. Figuur 1.2
Gemiddeld aantal TV-toestellen in gebruik, 2011 en 2012 Bron: MSS 2011-2012 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5
Pagina 8/25
HH met kinderen
B2CD
2+pers. hh
2012
1-pers. hh
2011
AB1
Totaal
0,0
3.2
Type beeldscherm
77% van de Nederlandse huishoudens is in 2012 in bezit van een plat televisiescherm. De penetratie van dit soort beeldschermen is in vergelijking met 2011 significant toegenomen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging in het bezit van LED en 3D TV schermen. Net zoals in 2011, heeft 45% van de Nederlandse huishoudens een LCD scherm. Het percentage bezit van beeldbuis televisieschermen daalt van 51% in 2011 naar 42% in 2012. Projectoren zijn nog niet erg populair met een penetratie van 0,2 procent. Het percentage van breedbeeld TV-schermen stijgt van 71% (2011) naar 74%. Het percentage huishoudens dat een TV-toestel heeft met directe internettoegang (NET-TV) neemt in 2012 toe. Ook het meest gebruikte TVtoestel heeft meestal een plat (LCD) beeldscherm. Er zijn veel meer breedbeeld dan standaard beeldschermen onder de basistoestellen. Figuur 2.1
Type beeldscherm alle toestellen, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Toegang tot internet via TV toestel Breedbeeld Totaal beeldscherm: PLAT Projector/beamer 3D TV LED LCD beeldscherm Plasma beeldscherm Beeldbuis 2012
2011
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Figuur 2.2
Type beeldscherm meest gebruikte toestel (hoofdtoestel) en alle toestellen, 2012 Bron: MSS 2012 Toegang tot internet via TV toestel Breedbeeld Totaal beeldscherm: PLAT Projector/beamer 3D TV LED LCD beeldscherm Plasma beeldscherm Beeldbuis 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Alle toestellen
Pagina 9/25
Hoofdtoestel
3.3
Ontvangst TV-signaal
Het totale percentage digitale ontvangst is gestegen van 71 procent in 2011, naar 76 procent in 2012. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging in de penetratie van digitale TV via de kabel en internet. 51% van de huishoudens ontvangt digitale televisie via de kabel. In 2011 was dit percentage 49%. De penetratie van digitale televisie via het internet is in 2012 7% (was 5% in 2011). Ook glasvezel kent een stijging in 2012 (van 2% naar 4%). Het aantal huishoudens dat digitale televisie via de ether ontvangt is 11%. Van de huishoudens ontvangt 5% TV via een schotel. 51% van de huishoudens had alleen analoge kabelontvangst in 2011. In 2012 is dit percentage gedaald naar 42%. Figuur 3.2 laat het percentage huishoudens in Nederland zien, ingedeeld naar type digitale ontvangst voor de meest gebruikte televisietoestellen en voor alle toestellen in het huishouden. In 2012 is het totale percentage digitale ontvangst op het hoofdtoestel 73% en op alle toestellen 76%. In 2012 heeft 26% van de huishoudens analoge kabel op het hoofdtoestel. Op alle toestellen is het percentage analoge kabelontvangst 42%. Figuur 3.1
TV-signaal alle toestellen, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Glasvezel Digitale ontvanger / decoder voor TV via internet Digitenne Schotel Digitale ontvanger / decoder van de kabelmaatschappij Analoge kabel of gemeenschappelijke antenne Digitaliteit
0%
20%
2012 Alle toestellen
40%
60%
80%
100%
80%
100%
2011 Alle toestellen
Figuur 3.2
TV-signaal meest gebruikte toestel (hoofdtoestel) en alle toestellen, 2012 Bron: MSS 2012 Glasvezel Digitale ontvanger / decoder voor TV via internet Digitenne Schotel Digitale ontvanger / decoder van de kabelmaatschappij Analoge kabel of gemeenschappelijke antenne Digitaliteit
0% Alle toestellen
Figuur 3.3
Pagina 10/25
20%
40%
60%
Hoofdtoestel
Digitale TV alle toestellen, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 100% 80% 60% 40% 20% 0% Totaal 2011
AB1
B2CD
HH met kinderen
1-pers. hh
2+pers. hh
2012
Figuur 3.3 geeft het percentage digitale ontvangst weer naar huishoudtype. Het percentage digitale ontvangst is hoger onder meerpersoonshuishoudens, huishoudens met kinderen en huishoudens van sociale klasse AB1.
Hoe wordt het percentage digitale huishoudens bepaald? Uit eerdere ondervragingen blijkt dat men vaak niet goed weet of er een digitale ontvanger of decoder in het huishouden aanwezig is. Vandaar dat er niet alleen naar het bezit van een digitale ontvanger/decoder wordt gevraagd, maar dat er ook wordt gevraagd hoe men het TV-signaal op het toestel ontvangt. Hierbij zijn meerdere antwoorden mogelijk, omdat men bijvoorbeeld zowel een schotel als een eigen antenne kan bezitten. Op basis van deze vragen wordt dan bepaald of er van digitale ontvangst sprake is, waarbij digitale ontvangst per huishouden maar één keer meetelt.
Pagina 11/25
3.4
Apparatuur aangesloten op een TV
Het percentage huishoudens met een harddisk aangesloten op een TV is 37 procent in 2012. Dit percentage is significant gestegen (was 34 procent in 2011) en wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging in het aantal huishoudens waar een digitale ontvanger met harddisk aanwezig is (van 14 naar 18 procent). Ook is het percentage losse harddiskrecorders toegenomen (van 3 naar 4%). Het percentage huishoudens met een DVD – of Blu Ray speler is 58 procent. Het percentage huishoudens in bezit van aangesloten videorecorders in 2012 is 25 procent. Het bezit van videorecorders is in 2012 afgenomen. Figuur 4.1
Apparatuur aangesloten op een TV. Alle toestellen, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Totaal harddisk-recorder Spelcomputer In TV ingebouwde harddisk-recorder Digitale ontvanger met harddisk-recorder Losse harddisk-recorder (zonder DVD) DVD-recorder met harddisk DVD-recorder zonder harddisk DVD-speler / Blu Ray speler Videorecorder 0%
20%
40%
60%
80%
2012
100%
2011
Figuur 4.2
Apparatuur aangesloten op een TV. Meest gebruikte toestel (hoofdtoestel) en alle toestellen, 2012 Bron: MSS 2012 Totaal harddisk-recorder Spelcomputer In TV ingebouwde harddisk-recorder Digitale ontvanger met harddisk-recorder Losse harddisk-recorder (zonder DVD) DVD-recorder met harddisk DVD-recorder zonder harddisk DVD-speler / Blu Ray speler Videorecorder 0%
20%
40%
Alle toestellen
Pagina 12/25
60%
80%
Hoofdtoestel
100%
3.5
Internettoegang
Het percentage internettoegang via de computer (% van alle Nederlandse huishoudens) is 89% in 2012. Figuur 7 laat het percentage internetpenetratie onder de verschillende typen huishoudens zien. De internetpenetratie is het grootste in huishoudens met kinderen, meerpersoonshuishoudens en huishoudens van sociale klasse AB1.
Figuur 5
Internet toegang alle huishoudens, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012
Pagina 13/25
2012
2+pers. hh
1-pers. hh
B2CD
HH met kinderen
2011
AB1
Totaal
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Hoofdstuk 4 Ontwikkelingen computer en mobiele apparatuur
Pagina 14/25
4 Ontwikkelingen computer en mobiele apparaten op persoonsniveau In de MSS van 2012 is voor het eerst gevraagd naar het bezit van computers en mobiele apparaten onder personen van 13 jaar en ouder. De meeste Nederlanders 13+ zijn in bezit van een desktop of laptop (62% en 68% respectievelijk). De penetratie van smartphones is ca. 40%. Een derde van de Nederlanders is in bezit van een spelcomputer. De penetratie van tablets onder personen van 13 jaar en ouder is 21%. Figuur 6.1
Apparatuur in bezit. Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Smartphone of PDA Mediacenter Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch)
40% 5% 16%
Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.) Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet)
30% 21%
Laptop/ netbook
68%
Desktop/ PC (personal computer)
0%
62%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 4.2 tot met 4.5 laten het percentage bezit van de diverse apparaten voor verschillende doelgroepen zien. Het bezit van desktops is hoger onder mannen, personen van 35 tot 64 jaar en de doelgroep boodschappers met kind(eren). Het bezit van tablets is hoger onder mannen, volwassenen (20-49 jaar) en vooral onder personen in huishoudens van sociale klasse AB1. De penetratie van spelcomputers is het groots onder jongeren van 13 tot en met 19 jaar. Figuur 6.2
Apparatuur in bezit. Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Smartphone of PDA
Vrouw
Man
Mediacenter Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch) Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.) Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet) Laptop/ netbook Desktop/ PC (personal computer)
0%
Pagina 15/25
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 6.3
Apparatuur in bezit. Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 65+ jaar
Smartphone of PDA
50-64 jaar
Mediacenter
35-49 jaar
Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch)
20-34 jaar
Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.)
13-19 jaar
Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet) Laptop/ netbook Desktop/ PC (personal computer)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 6.4
Apparatuur in bezit. Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Smartphone of PDA
B2CD
AB1
Mediacenter Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch) Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.) Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet) Laptop/ netbook Desktop/ PC (personal computer)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 6.5
Apparatuur in bezit. Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Boodschappers met kind
Smartphone of PDA Mediacenter
Boodschappers 20-49
Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch) Boodschappers 13+
Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.) Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet) Laptop/ netbook Desktop/ PC (personal computer)
0%
Pagina 16/25
20%
40%
60%
80%
100%
Hoofdstuk 5 Ontwikkelingen televisiekijken
Pagina 17/25
5
Ontwikkelingen in televisiekijken op persoonsniveau
5.1
Kijken naar televisieprogramma’s via andere apparaten
In 2012 keek 36% van de personen van 13 jaar en ouder wel eens naar televisieprogramma’s via een ander apparaat dan de televisie. Dat is hetzelfde percentage als in 2011. Het gaat hier om computers (desktops/laptops) maar ook over andere aan apparaten die in staat zijn om verbinding met het internet te maken. Deze connected devices worden voor het overgrote deel gebruikt voor het terugkijken van gemiste uitzendingen. Slechts 5% van de personen van 13 jaar en ouder kijkt naar live uitzendingen van televisieprogramma’s via de computer. 6% van de 13-plussers kijkt wel eens naar live uitzendingen op internet, die niet op televisie worden uitgezonden. Ten opzichte van 2011 is het percentage Nederlanders dat naar live uitzendingen op de computer kijkt wel significant gestegen. Figuur 7.1
Kijkt wel eens via een aparaat (anders dan de televisie) naar uitzendingen Alle personen 13+, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Uitzendingen die live op internet, maar die niet op televisie worden uitgezonden
6% 5%
Uitzendingen die tegelijkertijd op televisie worden uitgezonden
5% 3% 31% 33%
Gemiste uitzendingen
36% 36%
TV-uitzending(en) (gemist of live)
0%
20%
40% 2012
60%
80%
100%
2011
Vanaf het tweede halfjaar van 2012 wordt ook in de MSS specifiek gevraagd naar de frequentie en het type apparaat waarop de televisieprogramma’s worden gekeken. Omdat de gerapporteerde halfjaarcijfers gebaseerd zijn op een kleinere steekproef, dienen deze resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Figuur 7.2 laat de percentages zien van Nederlanders van 13 jaar en ouder die wel eens of één keer per week of vaker naar televisieprogramma’s kijken via verschillende apparaten. 23% van de 13 plussers kijkt wel eens naar televisieprogramma’s via de laptop, 17% kijkt wel eens naar tv uitzendingen via de desktop. Tablets blijken ook populair te zijn voor het kijken naar televisie: 11% van de Nederlanders maakt wel eens gebruik van een tablet voor het kijken naar televisieprogramma’s. 7% van de 13-plussers kijkt wel eens TV via de smartphone televisie. Het kijken naar tv programma’s via de mediaspelers en spelcomputers blijkt vooralsnog een bescheiden fenomeen. Pagina 18/25
Met uitzondering van de smartphone, is het percentage 13 plussers die regelmatig naar televisieprogramma’s via andere apparaten kijkt, wat lager. 12% kijkt 1 keer per week of vaker via de laptop, 9% kijkt met die frequentie via de desktop. Het percentage Nederlanders die minimaal 1 keer per week naar uitzendingen van televisieprogramma’s kijkt via een tablet is 4%. Figuur 7.2
Kijkt wel eens en kijkt 1 keer per week of vaker via een aparaat (anders dan de televisie) naar uitzendingen Alle personen 13+, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Smartphone of PDA
7% 7%
Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch)
1% 2%
Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.)
1% 1%
Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet) Laptop/ netbook Desktop/ PC (personal computer)
0%
4%
11% 12%
9%
23%
17%
20%
40%
60%
Kijkt 1 x week of vaker
80%
100%
Kijkt wel eens
Vrouwen kijken relatief vaker naar televisieprogramma’s via de laptop dan mannen. Relatief meer jongeren (meer dan 30% van personen van 13 tot en met 34 jaar) kijken naar televisieprogramma’s via de laptop. 20-34 jarigen en personen in huishoudens van sociale klasse AB1 kijken relatief vaker via de tablet naar televisieprogramma’s. Figuur 7.3
Kijkt wel eens via desktop, laptop of tablet naar uitzendingen Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Boodschappers met kind
Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet)
Boodschappers 20-49 Boodschappers 13+ B2CD AB1
Laptop/ netbook.
65+ jaar 50-64 jaar 35-49 jaar 20-34 jaar
Desktop/ PC (personal computer).
13-19 jaar Vrouw Man
0%
Pagina 19/25
20%
40%
60%
80%
100%
5.2
Buitenshuis TV kijken
In 2012 zegt 41% van de 13-plussers wel eens buitenshuis naar televisie te kijken. Dat is gelijk aan 2011. In verreweg de meeste gevallen is dit bij anderen thuis.
Ca. drie kwart van de jongeren van 13 tot 19 jaar kijkt televisie buitenshuis (72%). Voor personen in de leeftijd tussen 20 en 34 jaar is dit percentage 57%. Ca. 72% van de jongeren van 13 tot 19 jaar kijkt ook televisie buitenshuis. Relatief veel personen tussen 20 en 34 jaar kijken televisie buitenshuis.
Figuur 8.1
Buitenhuis TV kijken, 2011-2012 Alle personen 13+, 2011-2012 Bron: MSS 2011-2012 Ergens anders Vakantiehuis/2e woning Op school In een café Op het werrk Bij anderen thuis Totaal buitenshuis kijken 0%
20%
40%
60%
2012
80%
100%
2011
Figuur 8.2
Buitenhuis TV kijken 2012 Alle personen 13+, 2012 Bron: MSS 2012 Boodschappers met kind Boodschappers 20-49 Boodschappers 13+ B2CD AB1 65+ jaar 50-64 jaar 35-49 jaar 20-34 jaar 13-19 jaar Vrouw Man 13+ 0%
20%
40%
Totaal buitenshuis kijken Pagina 20/25
60%
80%
100%
Bijlagen
Pagina 21/25
Bijlage 1
Begrippenlijst doelgroepen
AB1
Huishouden met hoge sociale klasse
B2CD
Huishouden met lage sociale klasse
HH met kinderen
Huishouden met kinderen
1-pers. hh
1-persoonshuishouden
2+pers. hh
Huishouden bestaande uit meer dan 1 persoon
Boodschapper
Persoon binnen het huishouden die zegt voor het grootste deel van het huishouden te zorgen (eten koken, boodschappen doen en huishoudelijk werk)
Pagina 22/25
Bijlage 2
Kerncijfers 2012
Naast de kolom met totalen staan de doelgroepen sociale klasse AB1, sociale klasse B2CD, huishoudens met kind(eren), eenpersoonshuishoudens en ten slotte meerpersoonshuishoudens weergegeven. Tabel A. Kerncijfers HUISHOUDENS ALLE TOESTELLEN 2012 Totaal N
AB1
B2CD
Hh met kinderen
1-persoons HH
2+persoons HH
6.190
Projectie Nederland (aantal huishoudens*000)
7.513
3.791
3.722
1.926
2.733
4.780
1 of meer TV-toestellen in gebruik
97,5% 1,72 90,1% 88,7% 11,4%
97,1% 1,79 95,9% 95,4% 13,1%
97,9% 1,65 84,0% 81,7% 9,7%
98,0% 2,08 98,8% 98,3% 15,6%
96,1% 1,33 80,4% 77,8% 8,3%
98,3% 1,94 95,5% 94,7% 13,2%
41,5% 12,8% 45,1% 13,2% 2,3% 0,2% 76,5%
40,4% 13,6% 48,0% 15,1% 2,3% 0,3% 79,4%
42,7% 12,0% 42,1% 11,3% 2,3% 0,1% 73,5%
44,4% 16,7% 53,9% 16,0% 2,9% 0,3% 83,7%
41,2% 8,7% 32,8% 9,0% 1,9% 0,2% 63,9%
41,7% 15,1% 51,9% 15,6% 2,5% 0,2% 83,5%
73,7%
75,9%
71,4%
80,5%
62,5%
79,8%
Aantal TV’s in gebruik (gemiddeld) Computerbezit Internettoegang via computer (% alle huishoudens) Toegang tot internet via tv toestel
Soort beeldscherm: Beeldbuis Plasma LCD LED 3D TV Projector/beamer
Totaal: plasma+LCD-LED en 3dtv + plat, maar weet niet welk type Beeldformaat: Breedbeeld Bron: SKO/MSS 2012
Pagina 23/25
Tabel B. Kerncijfers HUISHOUDENS ALLE TOESTELLEN 2012 (vervolg) Totaal
AB1
B2CD
Hh met kinderen
1-persoons HH
2+persoons HH
N
6.190
Projectie Nederland (aantal huishoudens*000)
7.513
3.791
3.722
1.926
2.733
4.780
41,5% 51,4% 5,4% 11,3% 7,4% 3,9% 76,4%
41,3% 53,4% 5,0% 11,0% 7,9% 4,6% 79,1%
41,6% 49,3% 5,8% 11,5% 6,9% 3,3% 73,6%
41,3% 57,9% 5,7% 13,0% 9,8% 4,9% 85,2%
41,2% 41,7% 3,8% 9,9% 5,8% 2,8% 64,0%
41,6% 56,7% 6,3% 12,0% 8,3% 4,6% 83,3%
24,6% 57,5% 15,1% 19,6% 4,2% 17,9% 3,0% 26,5% 37,3% 48,0%
25,5% 61,7% 15,7% 21,4% 4,7% 20,7% 3,5% 28,7% 41,3% 52,1%
23,6% 53,1% 14,4% 17,6% 3,7% 14,9% 2,5% 24,2% 33,1% 43,6%
18,6% 65,7% 16,8% 21,4% 4,7% 22,2% 3,7% 55,9% 43,0% 54,5%
23,8% 47,2% 12,5% 13,9% 3,1% 13,4% 2,4% 12,5% 28,1% 38,2%
25,0% 63,2% 16,5% 22,7% 4,8% 20,3% 3,4% 34,2% 42,4% 53,3%
Ontvangst TV-signaal toestel via: Analoge kabel of gemeenschappelijke antenne Digitale ontvanger / decoder van de kabelmaatschappij Schotel Digitenne van KPN Digitale ontvanger / decoder voor TV via internet Glasvezel
Totaal digitale ontvangst Apparatuur aangesloten op televiesietoestel Videorecorder aangesloten op een toestel DVD speler / Blu-ray speler aangesloten op een toestel DVD-recorder zonder harddisk aangesloten op een toestel DVD-recorder met harddisk aangesloten op een toestel Losse harddisk-recorder (zonder DVD) aangesloten op een toestel Digitale ontvanger met harddisk-recorder aangesloten op een toestel In TV ingebouwde harddisk-recorder Spelcomputer aangesloten op een toestel
Totaal Harddisk-recorder Totaal DVD-R/Harddisk-recorder Bron: SKO/MSS 2012
Bron: Establis nt Survey SKO 2008
Pagina 24/25
Naast de kolom met totalen worden personen van 13 jaar en ouder verdeeld naar geslacht, sociale klasse (AB1, B2CD), leeftijd en de doelgroepen boodschappers, boodschappers 20-49 jaar en boodschappers met kind(eren).
Tabel C Kerncijfers PERSONEN 13+ 2012
; n=6.104 huishoude Totaal
Man
Vrouw
AB1
B2CD
13-19 jaar
20-34 jaar
35-49 jaar
50-64 jaar
65+ jaar
BDS 13+
BDS 20-49
BDS met kind
14.016
6.913.
7.103
7.291
6.725
1.383
3.026
3.723
3.385
2.499
7.473
3.746
1.932
Desktop /PC (personal computer).
61,5%
66,4%
56,8%
66,3%
56,4%
62,0%
51,5%
70,8%
68,7%
49,6%
58,0%
61,1%
68,8%
Laptop of netbook.
67,9%
68,2%
67,6%
75,1%
60,0%
66,8%
80,1%
77,6%
66,2%
41,7%
63,5%
77,1%
80,9%
20,8%
22,6%
19,1%
27,8%
13,2%
17,3%
24,1%
29,0%
19,7%
8,1%
18,7%
25,4%
30,9%
29,8%
33,6%
26,0%
32,2%
27,1%
59,2%
41,5%
42,8%
13,8%
1,8%
24,0%
40,1%
50,7%
16,3%
18,1%
14,4%
20,6%
11,5%
35,6%
21,9%
20,7%
8,3%
3,2%
11,7%
18,3%
19,5%
5,2%
6,9%
3,5%
6,7%
3,5%
2,2%
6,9%
8,8%
3,9%
1,2%
4,5%
7,0%
6,7%
39,6%
42,6%
36,7%
48,1%
30,4%
64,1%
63,2%
47,4%
25,2%
6,0%
32,2%
49,8%
48,8%
N Projectie Nederland (aantal personen *000)
5.268
Bezit van apparaat:
Tablet (zoals bijv. iPad of Android PC Tablet). Spelcomputer (Xbox, Playstation, Wii, PSP, enz.). Mediaspeler (bijvoorbeeld iPod Touch). Mediacenter Smartphone of PDA Bron: SKO/MSS 2012
s
Bron: SKO/MSS 2012
Bron: Establis
Pagina 25/25
Pagina Pa gina 26/25