Ervaringen van burgers met een lichamelijke handicap of beperking Gemeente Valkenswaard
Ervaringen van burgers met een lichamelijke handicap of beperking Gemeente Valkenswaard
Juni 2010
COLOFON Samenstelling Barbara Wapstra Ingrid Dooms Vormgeving binnenwerk BMC | Groep Druk BMC | Groep SGBO Benchmarking Postbus 10242 2501 HE Den Haag
Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding
1
2
Werkwijze
2
2.1
Onderzoeksopzet
2
2.2
Beschrijving doelgroep
3
3
Resultaten rondetafelgesprek
4
3.1
Algemeen
4
3.2
Wonen en samenleven
4
3.3
Vrije tijdsbesteding
9
3.4
Informatie en dienstverlening
10
3.5
Werk en inkomen
11
4
Beschouwing
13
1
Inleiding Een belangrijk onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is de horizontale verantwoording. Gemeenten moeten zich voor hun beleid lokaal verantwoorden aan hun eigen burgers en cliënten. In dit kader is de gemeente ook verplicht om elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder vragers van maatschappelijke ondersteuning. De gemeente Valkenswaard heeft ervoor gekozen om het tevredenheidsonderzoek dit jaar te houden onder mensen met een lichamelijke handicap of beperking. De reden voor de gemeente Valkenswaard om voor deze doelgroep te kiezen is dat zij het integraal gehandicaptenbeleid opnieuw gaan bekijken en daarvoor input willen ontvangen van de doelgroep. Doel Het doel van het onderzoek is een beeld te krijgen van het leven van mensen met een handicap of beperking en de zaken waar ze in hun dagelijkse leven tegenaan lopen. Op basis hiervan kan de gemeente bekijken op welke wijze ze een bijdrage kan leveren aan het verminderen van beperkingen, voor zover dit binnen de mogelijkheden van het gemeentelijk beleid ligt. Daarnaast kan dit gesprek informatie opleveren die de gemeente kan gebruiken in het verbeteren van haar dienstverlening aan de burgers. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt de werkwijze en onderzoeksopzet die gehanteerd is beschreven. Vervolgens volgt in hoofdstuk drie een beschrijving van de resultaten van de gesprekken. Op basis hiervan wordt in hoofdstuk vier een beschouwing gegeven met een aantal suggesties voor verbetering in beleid en uitvoering.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
1
2 2.1
Werkwijze Onderzoeksopzet
Aangezien de gemeente een brede en open vraag heeft, heeft ze gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Dit betekent echter niet dat je met kwalitatief onderzoek niet zou kunnen kwantificeren; hoe vaak zich iets voordoet, hoeveel mensen specifiek gedrag vertonen etc. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep. Methoden van kwalitatief onderzoek zijn: documentenverzameling, participerende observatie en het open interview. In dit onderzoek maken we gebruik van open groepsinterviews. Bij open interviews wordt gebruik gemaakt van een topiclijst. Dit is een semigestructureerde vragenlijst, waarbij een aantal onderwerpen aan bod komen, maar de precieze vraagstelling en de volgorde van de vragen is niet belangrijk. In de gemeente Valkenswaard zijn open groepsinterviews gehouden door middel van rondetafelgesprekken. Deze vorm heeft als doel om uitwisseling tussen de deelnemers te bewerkstelligen en om door te kunnen vragen zodat duidelijk wordt of bepaalde ervaringen door meer deelnemers gedeeld worden. De thema’s die aan de orde gesteld zijn: • Wonen en samenleven (dagelijkse leven); • Vrije tijdsbesteding (sport, recreatie, cultuur en sociale contacten); • Werken en inkomen (dagbesteding); • Informatie en dienstverlening. De volledige onderwerpenlijst is terug te vinden in bijlage 1.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
2
2.2
Beschrijving doelgroep
De gemeente Valkenswaard heeft via diverse kanalen, zoals het platform gehandicaptenbeleid en het Wmo loket, deelnemers voor de rondetafelgesprekken uitgenodigd. Door de gemeente zijn mensen benaderd waarvan bekend is dat ze gebruik maken van een of meerdere Wmo-voorzieningen. Er hebben twee gesprekken plaatsgevonden op 18 mei 2010: één ’s middags en één ’s avonds. Beide bijeenkomsten waren ongeveer even goed bezocht. Tijdens de twee rondetafelgesprekken waren elf mensen met een lichamelijke handicap of beperking en zeven mantelzorgers aanwezig. De groepen waren divers van samenstelling. Er waren ongeveer evenveel mannen als vrouwen aanwezig. Qua leeftijd waren de ouderen oververtegenwoordigd. Er waren ook veel mantelzorgers aanwezig. Veel mensen maken gebruik van Wmo-voorzieningen zoals een rolstoel of scootmobiel. Daarnaast hebben veel aanwezigen een woningaanpassing en/of hulp bij het huishouden. Een groot deel van de aanwezigen is al langdurig gehandicapt. Verder waren bij de rondetafelgesprekken een vertegenwoordiger van de gemeente, een lid van het Platform gehandicapten Valkenswaard en de Wmo adviescommissie aanwezig. De bijeenkomsten werden voorgezeten en begeleid door medewerkers van SGBO.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
3
3 3.1
Resultaten rondetafelgesprek Algemeen
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de resultaten van de rondetafelgesprekken per leefgebied. Het gaat hier veelal om een beschrijving van de ervaringen van enkele clienten. Deze geven een goed beeld van de beperkingen en belemmeringen die ze ervaren in het dagelijkse leven. De gemeente had de wens om breed te kijken en op alle leefgebieden de ervaringen vanuit de doelgroep te horen. Vooraf was weinig bekend over de aanwezigen, waardoor gekozen is voor een uitgebreide onderwerpenlijst. Tijdens de gesprekken is een selectie gemaakt van de onderwerpen die aan de orde zijn gesteld. Belangrijker daarbij was het doorvragen om op betreffend terrein een goed beeld te krijgen dan het volledig bespreken van alle onderwerpen op de lijst. In de praktijk zijn dan ook niet alle onderwerpen even uitgebreid aan de orde gekomen in beide groepen. Zo zijn de thema’s opvoeden, reintegratie en vrijwilligerswerk niet aan bod gekomen. Wij hebben de indruk dat de aanwezigen de bijeenkomst goed hebben gewaardeerd. Er werd aangegeven dat men deze bijeenkomsten een goed initiatief van de gemeente vindt. Daarnaast zijn er ook heel wat ervaringen tussen de aanwezigen uitgewisseld. Men heeft elkaar regelmatig tips gegeven om zelf de aangedragen knelpunten op te kunnen lossen.
3.2
Wonen en samenleven
Huishouden Als het gaat om het voeren van een huishouden maken diverse aanwezigen gebruik van de voorziening ‘hulp bij het huishouden’. Over het algemeen zijn de aanwezigen die hulp bij het huishouden hebben, hier tevreden over en dan vooral over de persoon die de hulp geeft. Wel zijn er opmerkingen gemaakt omtrent de communicatie bij de invoering van de Wmo en gebruikelijke zorg. Op die ervaringen wordt hierna ingegaan. Er zijn wel wat onduidelijkheden geweest bij de invoering van de Wmo in januari 2007. Meerdere cliënten gaven aan kort voor deze datum nog niet te weten waar ze aan toe waren. Ze wisten niet van welke organisatie ze hulp zouden krijgen en ook niet wie de hulp zou komen geven.
“Heb ik vanaf januari 2007 überhaupt nog wel hulp?” Eén cliënt wist wel dat hij dezelfde aanbieder zou behouden maar wist niet of dat ook voor de hulp zelf zou gelden en/of de hulp ook op dezelfde dagen zou blijven komen.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
4
De hulp zelf beschikte ook niet over informatie. Meneer is er zelf achteraan gegaan om duidelijkheid te verkrijgen, iets wat hem veel energie heeft gekost. Hij kreeg het idee dat het gebrek aan informatie vooral door de aanbieder werd veroorzaakt en niet zozeer door de gemeente. Wat in de rondetafelgesprekken twee keer aan de orde is geweest, is dat in het geval van ‘gebruikelijke zorg’ geen indicatie voor huishoudelijke hulp wordt toegekend. De cliënten vinden het lastig te begrijpen dat ze geen huishoudelijke hulp krijgen omdat ze nog een gezonde partner in huis hebben. Ze vinden dat er al veel extra’s van de partner gevraagd wordt en dat dit daar niet bovenop behoort te komen. Het gevoel wat zij daarbij hebben, is dat de gemeente in deze situaties te ‘strikt’ de regels hanteert.
“Ik word gestraft voor de situatie dat ik nog een gezonde partner heb” Wat ook aan bod komt is de vraag in hoeverre een hulp kan bepalen hoeveel uren hulp een cliënt nodig heeft. Eén cliënt is zelf erg netjes in huis en daardoor bang dat hij uren huishoudelijke hulp verliest. Meneer kan nu nog redelijk veel zelf maar zijn situatie verslechtert en hij is bang dat in de tussentijd zijn uren naar beneden zijn bijgesteld omdat zijn hulp bij Huispitaal aangeeft dat er bij hem niks te doen is. Dit geeft hem geen prettig gevoel. De andere aanwezigen geven aan dat hij zich niet onderdanig en afhankelijk van de hulp moet opstellen, hij is de ‘werkgever’ en de hulp is niet degene die bepaalt wat er wel en niet nodig is. Meneer vindt dit lastig bespreekbaar te maken, hij wil de confrontatie niet aangaan. Hij krijgt de tip om dit te bespreken met een consulent van het Wmo loket. Persoongebonden budget De verantwoording van het persoonsgebonden budget (pgb) wordt door een aantal cliënten als een belasting ervaren. De regeling is ingewikkeld, zo was bij iemand niet duidelijk dat wat je over houdt terugbetaald moet worden. Daardoor kreeg ze achteraf nog een hoge rekening. Om deze reden geven diverse aanwezigen aan bewust niet voor een persoonsgebonden budget te kiezen.
“De administratie is gigantisch, je moet alles tot op de minuut verantwoorden” Eén cliënt heeft al 12 jaar een indicatie voor huishoudelijke hulp 1 en regelt de hulp zelf met een pgb. Ze heeft een hulp die haar uitstekend bevalt. Onlangs is mevrouw geïndiceerd voor huishoudelijke hulp 2. Er is nu een discussie gaande of haar huidige hulp wel gekwalificeerd is voor het verlenen van huishoudelijke hulp 2. Als blijkt dat dat niet het geval is, mag mevrouw deze hulp niet meer inhuren met haar pgb. Mevrouw vindt dat ze hierdoor in haar keuzevrijheid wordt beperkt aangezien ze graag haar vaste hulp wil behouden en van mening is dat deze prima ook de organisatie van het huishouden kan voeren.
“Dan krijg ik een MBO’er die net van school is, dat wil ik helemaal niet”
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
5
Scootmobiel en rolstoel Alle aanwezigen die een scootmobiel of rolstoel hebben, hebben deze ontvangen via de firma Ligtvoet uit Helmond. Op één na zijn de cliënten erg tevreden over de kwaliteit maar ook over de jaarlijkse keuring, de tussentijdse service en de oplossingen die geboden worden bij problemen. Een client heeft problemen met de accu van zijn scootmobiel, dit probleem wordt niet naar tevredenheid opgelost door de leverancier. Meneer heeft het gevoel heen en weer te worden geslingerd tussen de firma Ligtvoet en het bedrijf waar firma Ligtvoet de accu’s inkoopt. De aanwezigen vinden het goed dat de gemeente een cursus aanbied aan nieuwe clienten, maar ook voor opfriscursussen. Deze zouden bijvoorbeeld iedere vijf jaar verplicht gevolgd moeten worden. Wat daarbij meteen ter sprake komt is het gebruik van de scootmobielen. Het verhaal gaat dat bijvoorbeeld in verpleeg- en verzorgingshuis de Kempenhof 60% van de scootmobielen niet gebruikt wordt.
“Geef de Kempenhof een stuk of 10 scootmobielen die de bewoners moeten delen” Wel een lastige discussie: hoe vaak moet je een scootmobiel gebruiken zodat je deze mag behouden? De aanwezigen geven aan dat je daarmee wel in de privésfeer van mensen terecht komt. Het is lastig om hier één standaard voor te verzinnen die dan voor iedereen zou moeten gelden maar het is dus duidelijk wel een aandachtspunt.
“Haal in elk geval de scootmobielen terug van mensen die zijn overleden” Volgens de aanwezigen worden de scootmobielen standaard geleverd met een accu die geschikt is voor 20 kilometer. Er wordt voor gepleit om te kijken naar de normen van de toekenning en om ruimte in te bouwen voor individuele situaties. Voor sommige personen is het echt nodig dat ze verder kunnen rijden met hun scootmobiel, denk bijvoorbeeld aan degenen die ver weg wonen van het dorp. Ook de leeftijd zou een wegingsfactor kunnen zijn.
“De Wmo zou mij moeten helpen bij het meedoen aan de maatschappij en als ik graag met mijn (klein) dochter een flink eind wil rijden, dan moet dat voor mij gefaciliteerd worden” Mantelzorg Er zijn zeven mantelzorgers aanwezig bij de rondetafelgesprekken. Zij geven aan dat het in sommige gevallen veel tijd en energie kost om iets geregeld te krijgen en die tijd en energie heeft niet iedereen. Het is vaak al vrij belastend om voor de hulpvrager te zorgen en dan wil je dat het regelen van voorzieningen soepel gaat. In veel situaties krijgt een mantelzorger jaarlijks een mantelzorgcompliment van 250 euro. Eén cliënt heeft de ervaring dat hij hier niet voor in aanmerking komt, aangezien hij en
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
6
zijn vrouw samen teveel geld verdienen. Dit voelt voor hem alsof zijn werk als mantelzorger niet wordt gewaardeerd; hij vindt dat het waarderingselement hiermee in het gedrang komt. In de praktijk blijken er veel voorwaarden te worden gesteld aan de uitkering van het mantelzorgcompliment: hoe lang geef je al mantelzorg, hoeveel uur, de frequentie etc. Dat meneer geen mantelzorgcompliment krijgt kan dus verschillende redenen hebben. De conclusie van deze discussie is in elk geval dat het hem niet duidelijk is wat de regels hier precies voor zijn. Heldere communicatie en uitleg hierover zou prettig zijn. Wonen Eén van de aanwezigen is een jonge vrouw. Toen zij vier jaar geleden op zichzelf ging wonen wilde ze graag in aanmerking komen voor een seniorenwoning. De woningcorporatie gaf toen aan dat dit vanwege haar leeftijd niet mogelijk was, ze was te jong. Ze kreeg wel een één gezinswoning aangeboden die helemaal voor haar kon worden aangepast. Dat wilde mevrouw niet, ze wilde namelijk geen trap in huis en geen tuin. Ze vond het daarnaast zonde van de kosten, met een seniorenwoning had ze prima uit de voeten gekund. Inmiddels woont ze in een gebouw waar senioren en gehandicapten beiden terecht kunnen. Ze heeft het idee dat er inmiddels regelmatiger dit soort woonprojecten beschikbaar komen en vindt dit een goede ontwikkeling. Eén cliënt wil zijn slechte ervaringen kwijt met de Firma Otto Ooms die trapliften levert. Bij levering van de traplift moet een contract ondertekend worden. De formulering in dit contract schijnt zo te zijn dat de leverancier nooit aansprakelijk is voor gebreken.
“Je tekent 5 minuten na plaatsing van de traplift en als je er na 6 minuten achter komt dat het toch niet goed bevalt dan heb je pech, want je hebt dan al getekend” Toegankelijkheid openbare ruimten De toegankelijkheid van de openbare ruimte is een terrein waarop er heel wat ergernissen zijn. Er worden diverse concrete voorbeelden genoemd van straten die problemen opleveren voor rolstoelen en scootmobielen. Een algemeen probleem op straat zijn de trottoirbanden, deze lopen niet altijd vloeiend af. Er zijn inmiddels meerdere trottoirbanden naar beneden gelegd dus er is al verbetering opgetreden maar het is op veel plaatsen nog niet geregeld. De cliënten vragen zich af of hier in elk geval rekening mee kan worden gehouden wanneer er een nieuwe straat wordt aangelegd.
“Op een aantal plaatsen moet je met je rolstoel op het fietspad rijden omdat je niet op de stoep kunt rijden”. De toegankelijkheid van openbare ruimten is een breed herkenbaar probleem. Zo komt het bijvoorbeeld voor bij (grote) evenementen in de gemeente dat er auto’s geparkeerd staan op plaatsen waar gehandicapten moeten oversteken. Maar ook bij wegwerkzaamheden is het soms onmogelijk om veilig met een rolstoel je bestemming te bereiken. Het gevoel leeft dat er binnen de gemeente hiervoor weinig aandacht is.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
7
Mensen die niet in een rolstoel zitten, realiseren zich dit niet. Dit vinden de cliënten op zich wel te begrijpen van doorsnee burgers maar ze verwachten wel meer van de medewerkers van de gemeente. Verder zijn niet alle winkels goed toegankelijk, denk daarbij bijvoorbeeld aan de Hema waar grote bakken in het midden van de paden staan. In België (Wijdegem, bij Antwerpen) is een groot winkelcentrum wat geheel drempelvrij is. Het is ruim opgezet en daarmee een voorbeeld van hoe het beter zou kunnen. Er bestaat binnen de gemeente Valkenswaard een klachtenloket voor problemen met betrekking tot de openbare ruimte. Hier kunnen mensen concrete plekken aangeven die tot problemen leiden, zoals bijvoorbeeld de corridor bij de Eindhovense weg. Dit klachtenloket is niet bij iedereen bekend. Hoe om te gaan met een handicap of beperking Een aantal cliënten geeft aan zichzelf onderdeel te voelen van een kwetsbare groep. Voorbeelden:
“Ik krijg te horen: mevrouw, ik ga even voor in de rij want u heeft toch de hele dag de tijd” “Ik ben wel eens bekogeld met rotte appels” Wanneer gehandicapten zich onderdeel voelen van een kwetsbare groep, bestaat het risico dat ze zichzelf ook zo gaan gedragen, wat vervolgens het kwetsbare gevoel kan versterken. De heer Brabander van Platform gehandicapten Valkenswaard denkt dat dit soort problematiek breed leeft en dat de gemeente daar iets mee zou moeten doen. Ook bij de bespreking van andere thema’s kwam naar voren dat er soms behoefte is aan meer begeleiding. Het kan dan gaan om praktische begeleiding, maar ook om een soort coaching. Zo is het bijvoorbeeld niet voor iedereen eenvoudig om de weg te kunnen vinden in het aanbod aan voorzieningen en diensten. Door diverse aanwezigen is bijvoorbeeld aangegeven dat sommige zaken veel tijd en moeite kosten om te regelen. Die tijd en energie heeft niet iedereen, vanwege zijn beperkingen. “Het zou fijn zijn als er iemand is op wie je terug kunt vallen als het niet zo goed gaat’. Voorstel van één van de aanwezigen: de gemeente zou voor iedere cliënt een soort coach vanuit de Wmo beschikbaar moeten stellen voor een bepaald aantal maanden. Die kan dan, in overleg met de cliënt, allerlei verschillende vraagstukken aanpakken. Bijvoorbeeld:
“Er gaan veel praktische dingen veranderen in mijn situatie in de komende 3 jaar, wat moet ik allemaal doen?”
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
8
“Ik word op straat uitgescholden, hoe ga ik daarmee om” Het zou een op maat gesneden aanpak kunnen zijn voor individuele vraagstukken. De coach zou iemand moeten zijn die vinger aan de pols houdt, een persoon om op terug te kunnen vallen. De vraag van Judith Baken van de gemeente is of zo’n coach bij de gemeente vandaan zou moeten komen of bijvoorbeeld vanuit vrijwilligersorganisatie de Paladijn. De algehele mening is dat het iemand vanuit de gemeente moet zijn omdat de inzet van vrijwilligers minder betrouwbaar wordt ingeschat. In elk geval zou de coördinatie via de gemeente moeten lopen, daar zou in het beginstadium bepaald moeten worden wat iemand nodig heeft. In een later stadium zou de ondersteuning wellicht wel overgedragen kunnen worden aan bijvoorbeeld Paladijn. 3.3
Vrije tijdsbesteding
Sociale activiteiten In de gemeente Valkenswaard is een scootmobielclub actief. Deze club is in 2003 opgericht en er zijn ongeveer 70 mensen ingeschreven op dit moment. Voor deze mensen worden leuke activiteiten georganiseerd, vaak met een educatief tintje. Van de aanwezigen zijn er diverse mensen lid van deze club. Zij zijn er allen heel positief over. Er gaan bij de activiteiten veel vrijwilligers mee, waaronder mensen die reparaties aan de scootmobiel kunnen uitvoeren. Particulieren kunnen sympathisant worden en bedrijven sponsor. Door dit soort zaken probeert de club geld bij elkaar te verzamelen.
“Je bent met gelijkgestemden en onderneemt leuke dingen” Eén van de aanwezigen geeft aan nog nooit gehoord te hebben van deze club en er erg in geïnteresseerd te zijn gezien de leuke uitstapjes. Mevrouw rijdt geen scootmobiel, heeft ander vervoer (rolstoel) maar zou het wel erg leuk vinden om zich aan te sluiten, vanwege de leuke uitjes die ze momenteel mist in haar leven. Degenen die bij de scootmobielclub zijn aangesloten merken dat deze club voorziet in hun behoefte aan sociale contacten en ook bij het ondernemen van leuke activiteiten. Dit wordt gemist door de overige aanwezigen. Zij missen vooral een aanbod van activiteiten overdag, bijvoorbeeld in de vorm van cursussen. Sportactiviteiten Er zijn veel sportclubs in de gemeente Valkenswaard maar daarvan zijn er maar weinig geschikt voor gehandicapten. Zo kan iemand de sportschool fysiek niet betreden en andere sportscholen hebben gewoonweg niet de mogelijkheid om gehandicapten te laten meedoen.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
9
Een concrete vraag van één van de aanwezigen betreft het zwembad in Valkenswaard. Wanneer het zwembad daadwerkelijk verbouwd gaat worden, zou er dan een verstelbare vloer in kunnen komen, bijvoorbeeld met een hoogte van 1.20 meter zodat mevrouw kan lopen in het water. Een zwembad met verstelbare vloer is momenteel in Valkenswaard niet aanwezig waardoor mevrouw om te zwemmen naar revalidatiecentrum Blixembosch in de gemeente Eindhoven moet uitwijken. Vervoer Wat verder als een probleem wordt ervaren is het vervoer van en naar een sociale activiteit. Zo heeft één cliënt altijd een rolstoel busje nodig maar krijgt zij daarvoor geen vergoeding en moet alles zelf betalen (12,20 euro starttarief per keer waar de kilometers dan nog bijkomen). Mevrouw kan dit niet betalen en dat is voor haar de reden om minder op pad te gaan dan ze anders zou doen.
“Het vervoer naar een activiteit kan je al beperken in je doen en laten”. Doordat het collectief vervoer in de eerste zones niet voor iedereen toegankelijk is, kunnen deze mensen ook geen gebruik maken van Valys. Ze kunnen in dat geval namelijk het eerste stuk niet overbruggen. 3.4
Informatie en dienstverlening
Uitvoering van het Wmo-beleid Wat breder wordt gedeeld, is dat de gemeente probeert de Wmo teveel uniform uit te voeren en dat werkt niet altijd. De aanwezigen vinden dat niet altijd gelijke regels gehanteerd kunnen worden, er blijven uitzonderingen van kracht. De gemeente zou wat meer mogen kijken naar de specifieke situatie van het individu. Niet iedereen heeft hetzelfde nodig om te kunnen participeren; misschien heeft de één wel behoefte aan een scootmobiel en de ander meer aan persoonlijke aandacht. Dit geldt ook voor het voorbeeld van de accu voor de scootmobielen zoals beschreven in paragraaf 3.2. Kosten voorzieningen Er blijkt wat onduidelijkheid te zijn omtrent rekeningen voor bijvoorbeeld het onderhoud van de traplift. Zo krijgt één aanwezige zelf de rekeningen. Haar vraag is waarom de rekening niet rechtstreeks naar de gemeente kan worden gestuurd. Bovendien vraagt ze zich af waarom de rekening zo hoog is. Ook bij anderen leeft soms het gevoel dat er wel kosten bespaard kunnen worden. Bijvoorbeeld in het geval van een nieuw zitje voor de traplift waar ook meteen de rugleuning vervangen werd. Wat mevrouw betreft was dat nog helemaal niet nodig , haar reactie is ‘daar kan toch geld op bespaard worden’? Ervaringen met de Wmo-consulenten Wat meerdere keren genoemd is, zijn de wisselende ervaringen met diverse medewerkers bij de gemeente. Als je contact opneemt met het Wmo loket, is hoe je contact verloopt
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
10
afhankelijk van wie je treft. Dat vinden de aanwezigen aan de ene kant ook niet zo gek, het blijft mensenwerk, maar toch vinden ze het aan de andere kant niet professioneel. Eén cliënt geeft aan dat ze merkt dat mondige mensen meer voor elkaar krijgen. Dat is voor deze personen prettig maar dat geldt niet voor de mensen die wat minder goed voor zichzelf op kunnen komen. Over het algemeen is er grote tevredenheid over de consulenten. De bereidwilligheid, het meedenken en de dossierkennis zijn groot. Indicatiestelling Aangegeven wordt dat de indicatiestelling misschien wel eenvoudiger kan. Zo moet men voor verlening van de parkeerkaart naar de keuringsarts, terwijl er al een heel dossier beschikbaar is. Dit is niet alleen belastend voor de client, maar ook voor de mantelzorger. Men vraagt zich af waarom de keuring niet op basis van het dossier gedaan wordt. Aangedragen wordt dat in de gemeente Breda de mogelijkheid bestaat om iemand een code te geven zoals bijvoorbeeld ‘deze persoon zal nooit meer kunnen lopen’. Zo iemand hoeft nooit meer gekeurd te worden voor een parkeerkaart. Is het mogelijk om zoiets ook in de gemeente Valkenswaard in te voeren? Informatievoorziening Tijdens de gesprekken is regelmatig gebleken dat er behoefte was aan informatie. Er is vooral behoefte aan informatie die kort en bondig is. Er is een gidsje beschikbaar bij de gemeente met informatie over de Wmo en waar iedereen allemaal terecht zou kunnen. Dit gidsje is lang niet bij iedereen bekend en dat vinden de aanwezigen een gemiste kans. De website van de gemeente wordt als moeilijk toegankelijk beschouwd, bovendien heeft niet iedereen een pc en/of internet.
3.5
W erk en inkomen Werk De meeste aanwezigen zitten niet in het arbeidsproces. Eén aanwezige heeft een betaalde baan voor 20 uur per week. Dit was eerst 36 uur per week maar dat was in de praktijk niet reëel. Iemand anders gaf aan dat het lastig is om het werk te combineren met je dagelijkse verzorging als je een handicap hebt. Je bent voor je verzorging bijvoorbeeld vaak afhankelijk van anderen en alles kost meer tijd. Inkomen Een aantal keer is naar voren gebracht dat het leven met een handicap tot extra kosten leidt. Voor veel regelingen bestaan eigen bijdragen. Alles bij elkaar kan dit tot hoge kosten leiden. Zo is ook bij het onderdeel vervoer aangegeven dat de inkomensgrens bij het collectief vervoer niet door iedereen als terecht gevonden wordt. Mede omdat men hierdoor ook geen gebruik kan maken van het landelijke systeem ‘Valys’.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
11
Er wordt daarnaast een voorbeeld gegeven van rijlessen voor gehandicapten. Deze blijken aanzienlijk duurder dan een ‘gewone’ rijles. Het verschil is 12 euro per uur. Ook in het kader van de eigen bijdragen komt een voorbeeld naar voren van een rekening van € 1.000 die men achteraf kreeg. Dat zijn hoge bedragen. Bovendien heeft deze persoon sinds januari nog geen rekening gekregen voor eigen bijdragen en is bang dat hiervoor binnenkort ook nog een forse rekening gaat volgen.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
12
4
Beschouwing In dit laatste hoofdstuk volgt een beschouwing op de ervaringen zoals die in hoofdstuk drie zijn beschreven. Dit is een combinatie van een samenvatting van de belangrijkste resultaten en aanbevelingen ter verbetering van het beleid en/of de uitvoering van het gehandicapten- en/of Wmo-beleid. Deze zijn genummerd in de tekst weergegeven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat in dit onderzoek geen gesprekken met medewerkers van de gemeente plaats hebben gevonden of uitgebreid onderzoek is gedaan naar het huidige beleid en de uitvoeringspraktijk. Ook is geen relatie gelegd met de beschikbare financiele middelen. Het betreft puur suggesties op basis van de ervaringen van de aanwezigen bij het rondetafelgesprek. Over het algemeen is er bij de aanwezigen veel tevredenheid en waardering voor de gemeente op het gebied van het gehandicaptenbeleid. Dit neemt niet weg dat er ook een aantal verbeterpunten aangedragen zijn. Wonen en samenleven Bij dit agendapunt zijn veel verschillende onderwerpen aan bod gekomen. Eén van de punten waar lang over gesproken is, is de ondersteuning van mensen met een handicap of beperking. Zij ervaren (zeer) verschillende problemen in het leven; gebrek aan sociale contacten, zich kwetsbaar voelen in de maatschappij of bijvoorbeeld het niet overzien van allerlei praktische zaken die geregeld moeten worden. Een ander punt waar wat langer bij is stilgestaan, zijn de problemen waar mensen tegen aan lopen in de openbare ruimte, zoals hoge trottoirbanden of niet-toegankelijke winkels. 1. Het idee dat tijdens de bijeenkomst als oplossing is geopperd voor het ondersteunen van mensen is het instellen van een persoonlijke coach voor cliënten. Een helpende hand die mensen voor korte of langere tijd helpt met individuele problemen, een op maat gesneden aanpak. Dit idee zou verder uitgewerkt kunnen worden door de gemeente. Een concreet voorbeeld hiervoor is de aanpak in de gemeente Helmond. Daar werkt men met MAATwerkers die in een aantal gesprekken met de client zoeken naar de beste oplossing in hun situatie. 2. Er bestaat binnen de gemeente een klachtenloket voor meldingen rond de toegankelijkheid van de openbare ruimte. De bekendheid hiervan blijkt niet groot binnen deze groep. Deze bekendheid zou vergroot kunnen worden. 3. Bij het leveren van een scootmobiel niet alleen in het begin een cursus aanbieden maar ook periodiek een (verplichte) opfriscursus. Dit zou gekoppeld kunnen worden aan nazorg/ herindicatie. Door bijvoorbeeld eens per twee jaar telefonisch contact op te nemen. Hiermee kan ook het niet-gebruik teruggedrongen worden. 4. De cliënten geven aan in het geval van een aantal voorzieningen (zoals onderhoud van een traplift) hier rechtstreeks rekeningen voor te ontvangen. Om de
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
13
administratieve rompslop te verkleinen, kan wellicht geregeld worden dat de gemeente deze rekeningen rechtstreeks toegestuurd krijgt. 5. Het blijkt dat niet alle mantelzorgers in aanmerking komen voor het mantelzorgcompliment of daar aanspraak op maken. Het is voor de aanwezigen onduidelijk wie, wanneer en hoe in aanmerking komt. De gemeente kan hier meer informatie over verstrekken. Bij voorkeur gekoppeld aan bredere informatie over wat de gemeente voor mantelzorgers kan betekenen en wat de gemeente aanvullend op dit mantelzorgcompliment doet. 6. Er bestaat behoefte de inkomensgrenzen voor het collectief vervoer aan te passen. In het kader van de bezuinigingen waar veel gemeenten op dit moment voor staan is de vraag of zo’n verruiming van het beleid tot de mogelijkheid behoort. In ieder geval zou bekeken kunnen worden hoe het zit met de toegang tot Valys voor deze doelgroep. Mogelijk kan hier een oplossing voor gevonden worden. Bijvoorbeeld in de sfeer van hogere eigen bijdragen voor mensen met een hoog inkomen, waarmee in ieder geval het systeem van collectief vervoer en daarmee Valys voor hen wel openstaat. Vrije tijdsbesteding De scootmobielclub binnen de gemeente blijkt voor veel aanwezigen te voorzien in de behoefte aan sociale contacten en het ondernemen van leuke uitstapjes. De mensen zijn daar erg enthousiast over. Hiernaast blijkt er niet veel aanbod te zijn op het gebied van sport, recreatie, cultuur en sociale contacten. Weinig sportclubs zijn toegankelijk voor mensen met een handicap of beperking. Het zwembad van de gemeente beschikt niet over een verstelbare vloer waardoor het niet geschikt is voor iedereen. 7. Het aanbod op het gebied van sociale activiteiten kan mogelijk uitgebreid worden, denk aan een aanbod van cursussen. Of, indien er al wel aanbod is binnen de gemeente, kan bestaand aanbod beter onder de aandacht gebracht worden of meer toegankelijk gemaakt worden voor gehandicapten. 8. Bij nieuwbouw/verbouw van het zwembad kan de optie meegenomen worden voor een verstelbare vloer.
Informatie en dienstverlening De wens van de aanwezigen is dat de consulenten zich wat meer bewust zijn van de individuele situatie van de cliënt. Er bestaat de wens tot meer maatwerk. Dit sluit ook aan bij punten die eerder genoemd zijn omtrent de behoefte aan een persoonlijke coach en het gebruik van scootmobielen (zie punt 1 en 3). Daarnaast blijkt de dienstverlening afhankelijk van welke consulent de cliënt treft. Over het algemeen is men heel positief over de dienstverlening door de consulenten. Bij veel punten is informatievoorziening een belangrijk onderdeel. Ook uit de nabespreking met de gemeente blijkt dat diverse voorzieningen/mogelijkheden er wel zijn binnen de gemeente, maar blijkbaar onbekend bij de aanwezigen.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
14
9. De gemeente kan overwegen om te gaan werken vanuit de gedachte van De Kanteling. In de Kanteling staat het kijken naar de individuele vraag en oplossingen centraal, maar ook de eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid van de burger. Hierbij wordt de situatie in breder perspectief geplaatst: er wordt een rolstoel aangevraagd maar is er wellicht nog meer ondersteuning nodig? Of juist in een andere vorm? Denk hierbij ook aan het voorbeeld van de dame van 31 jaar die geweigerd werd voor een seniorenwoning terwijl zij aangaf dat dit juist een hele goede oplossing voor haar zou zijn. 10. Het verbeteren van de informatievoorziening zou een aandachtspunt in het beleid kunnen zijn. Zo blijkt er een gidsje te zijn met informatie waar de mensen terecht kunnen maar bijna niemand kent dit gidsje. Deze informatie kan wellicht meer of op een andere manier onder de aandacht gebracht worden. 11. Diverse cliënten hebben moeite met afgewezen aanvragen op basis van ‘gebruikelijke zorg’. Bij een afwijzing op deze grondslag zou een betere uitleg hierbij tot een verduidelijking van het besluit kunnen leiden. Het betreft hier echter een mentaliteitsverandering die meer tijd nodig heeft. In de communicatie is het belangrijk te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. 12. Wat betreft herkeuringen, bijvoorbeeld voor een parkeerkaart, is een mogelijkheid onderscheid te maken naar klantprofielen. Bijvoorbeeld bij ‘definitieve’ beperkingen. In dat geval kan een herkeuring een puur administratieve afhandeling. Dit levert ook voor de gemeente een voordeel in de uitvoeringskosten op. 13. In zijn algemeenheid wordt vaak gedacht dat het goed is als burgers zicht hebben op de kosten vanwege een kostenbewustzijn. De keerzijde hiervan is dat ook relatief kleine bedragen soms de indruk van verspilling oproepen bij mensen. Soms misschien terecht, maar in andere gevallen zit er mogelijk een heel verhaal achter. Op dit punt kunnen we geen concrete aanbeveling doen op basis van dit onderzoek.
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
15
Bijlage 1 Agenda rondetafelgesprekken 1. Opening a) Voorstellen b) Doel bijeenkomst c) Agenda
2. Voorstelronde a) Dagbesteding (werk, vrijwilligerswerk) b) Beperking (globaal beeld, sinds wanneer) c) Soort voorziening (individuele Wmo-voorzieningen) d) Leefsituatie
3. Wonen en samenleven (dagelijkse leven) a) Wonen, woningaanpassing, verhuizing b) Hulp bij het huishouden c) Dagelijkse zorg, zorg voor zichzelf d) Opvoeden e) Mantelzorg f) Ondersteunende diensten: boodschappen, maaltijden, klussen g) Ondersteunende begeleiding h) Vervoer, openbaar vervoer, parkeren, vervoersvoorzieningen i) Rolstoel j) Toegankelijkheid openbare ruimte en gebouwen
4. Sport, recreatie, cultuur en sociale contacten a) Toegankelijkheid en bruikbaarheid van de algemene voorzieningen b) Ontmoeten van mensen (eenzaamheid) c) Specifieke sportvoorzieningen (sportrolstoel e.d.)
5. Informatie en dienstverlening a) Aanvraagproces, wachttijd, (her)indicatie b) Informatie, Wmo-loket
6. Leren en werken (dagbesteding) a) Werk, reïntegratie b) Vrijwilligerswerk c) Inkomen, armoede d) Dagbesteding
SGBO ERVARINGEN VAN BURGERS MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP OF BEPERKING
16