Tijdgeest In de Volkskrant van 3 januari jl. lees ik een interview met Yvonne Keuls. Haar boek ‘Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel’ is opnieuw uitgegeven met de titel ‘Rapport Tommie’. Het boek uit 1985 is een op feiten gebaseerde roman over een kinderrechter die de aan hem toevertrouwde zwerfjongens gebruikt voor zijn eigen gerief en op zijn beurt door de jongens wordt gebruikt. Keuls sprak uitgebreid met negen jongens en van zes jongens kon ze bewijzen dat hun verhalen klopten. Keuls vertelde het verhaal aan twee Haagse rechtbankpresidenten. Zij zeiden dat het onbewijsbare geruchten waren.“Ach mevrouw, laat u dit toch aan ons over”. Keuls diende namens de zes jongens in 1982 een klacht in bij Justitie, maar de zaak werd nooit onderzocht. De kinderrechter werd met zachte hand richting vervroegd pensioen geduwd. Drie jaar later schreef ze de roman, een aanklacht tegen kindermisbruik en pedofilie, waar in die tijd vergoeilijkend over werd gesproken. Keuls werd enorm aangevallen en kreeg veel kritiek over zich heen. Hoe kon ze een man die zo goed is, die zoveel kinderen helpt, dit aandoen? Ik moet denken aan de BBC-presentator Jimmy Savile. Deze populiare presentator kon in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ongehinderd honderden kinderen en vrouwen misbruiken. Zijn leidinggevenden van de BBC die op de hoogte waren van zijn praktijken, lieten het oogluikend toe en stelden hem zelfs in de gelegenheid. Dit doet weer denken aan de mores binnen de katholieke kerk en de gang van zaken in jeugdzorginstellingen. Psychiater Finkensieper kon in die tijd jaren zijn gang gaan met meisjes in Zetten. Hoe kon dat toch allemaal gebeuren in die tijd? Het werd toch niet normaal gevonden om aan kinderen te zitten? Waarom zei niemand iets? Dat is moeilijk te begrijpen.
5
Column Wetenswaardigheden Seksueel misbruik, incest, kindermishandeling waren allemaal taboeonderwerpen in die tijd. Dat kwam nauwelijks ter sprake in de samenleving. De slachtoffers trokken niet aan de bel. Ze schaamden zich en waren bang geen begrip te krijgen. Ze zouden het wel zelf uitgelokt hebben. Het was de tijd van de vrije liefde. Jongeren kwamen in opstand tegen het autoritaire burgerlijk gezag en eisten inspraak en democratie. De Vietnamoorlog moest stoppen; Make Love Not War. Weg met het keurslijf van het huwelijk; de vrije liefde maakt ons gelukkig (de anticonceptiepil was sinds 1964 op de markt). (Voor de jonge lezertjes: de meeste vrouwen waren in die tijd huisvrouw en moeder en totaal afhankelijk van hun echtgenoot. Hun enige recht was het aanrecht. Er was geen internet en Facebook). In 1970 hield Dolle Mina haar eerste congres en eiste ontplooingskansen en gelijke rechten voor vrouwen. In praatgroepen werden persoonlijke ervaringen met mishandeling en seksueel geweld gedeeld en bleken er veel overeenkomsten te bestaan. Het persoonlijke werd politiek. In 1974 werd het eerste Blijf van mijn Lijfhuis opgericht en in 1976 ontstond de actiegroep Vrouwen Tegen Verkrachting. Steeds meer mensen werden zich bewust van het feit dat onze samenleving en de wereld geleid werd (wordt) door witte heteroseksuele mannen. Mannen met macht konden hun goddelijke gang gaan. Gelukkig is daar (bij ons) verandering in gekomen en zijn vrouwen hun plaats op gaan eisen in de samenleving. Met behulp van de media is er maatschappelijk aandacht gekomen voor incest en seksueel geweld. Het boek van Yvonne Keuls wordt nu opnieuw uitgebracht. De uitgever is van mening dat de tijd er nu rijp voor is. Men denkt nu anders over pedofilie en kindermisbruik. Dat noem ik vooruitgang!
Veilig Thuis nieuw meldpunt huiselijk geweld & kindermishandeling Vanaf 1 januari 2015 zijn de advies-, meld- en steunpunten huiselijk geweld en kindermishandeling in de regio AmsterdamAmstelland samengevoegd onder één dak. Zes gemeenten, één advies- en meldpunt: Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Slachtoffers, plegers, professionals en betrokkenen kunnen bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis terecht voor advies, informatie of het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om tot één regionaal advies- en meldpunt te komen, werden de krachten van verschillende organisaties gebundeld: het Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam, Steunpunt Huiselijk Geweld Amstelland, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Vangnet jeugd gaan samen op in Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Veilig Thuis is vanaf 1 januari 2015 24 uur per dag, 7 dagen per week telefonisch gratis te bereiken: 0800 2000, www.020veiligthuis.nl. Naast telefonisch advies en informatie heeft de organisatie ook een interventieteam klaar staan dat 24 uur per dag aanwezig is om ter plaatse te beoordelen wat er aan de hand is. Om bewustwording te creëren rondom huiselijk geweld en kindermishandeling worden er voor organisaties en bewoners voorlichtingen en trainingen georganiseerd. Fysiek geweld is bij velen de eerste gedachte, maar vele vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling passeren de revue. Van ouderenmishandeling tot eergerelateerd geweld en van huwelijksdwang tot kind-oudermishandeling
HELP! Mijn blootfoto staat online, wat moet ik doen?!
In de huidige maatschappij is de rol van internet en de sociale media groot. Dit in de leefwereld van kinderen en jongeren zorgt voor veel nieuwe mogelijkheden, maar ook voor nieuwe risico’s. In de opvoeding, begeleiding en ondersteuning van kinderen Karin van Erning brengt dat nieuwe taken met zich mee voor
steunpunt seksueel geweld
ouders en medeopvoeders. De taak om kinderen bewust te maken van deze risico’s, te signaleren wanneer het mis gaat en de taak om kinderen goed te begeleiden wanneer zij een nare ervaring hebben gehad. De politie en hulpverlening wordt veelvuldig geconfronteerd met zaken waarbij kinderen slachtoffer zijn geworden van “Sexting en Grooming”. Vanuit deze praktijk ontstond er behoefte om op dit gebied gerichter preventie te organiseren. Sexting is het verspreiden of delen van seksueel getinte foto’s of berichten via mobiele telefoons of andere mobiele media. Delen en verspreiden van seksueel getint fotomateriaal van minderjarige kinderen wordt door de wet gezien als het verspreiden van kinderporno. Grooming is een werkwijze van volwassenen (vooral mannen) om het vertrouwen van kinderen te winnen zodat zij hen uiteindelijk seksueel kunnen misbruiken en/of uitbuiten. In opdracht van de gemeente Amsterdam in samenwerking met de GGD en Qpido, het seksespecifiek expertisecentrum van Spirit, is de film Nienke ontwikkeld. Met deze film wordt beoogd kinderen, jeugdigen, docenten en ouders bekend te maken met de fenomenen “Sexting en Grooming”. De film Nienke maakt op indringende wijze duidelijk hoe een gewoon pubermeisje te maken krijgt met de nare gevolgen van een gedeelde foto op internet en de nare gevolgen van misbruikt vertrouwen. De film Nienke is onderdeel van een lesprogrogramma. Dit lesprogramma heeft tot doel de onderwerpen uit de film bespreekbaar te maken en de kennis te vergroten. Daarnaast heeft het programma tot doel de (seksuele) weerbaarheid van leerlingen ten aanzien van risico’s van sociale media te vergroten. De les “Sexting and Grooming” is eenmalig en duurt anderhalf uur. De les wordt verzorgd door een hulpverlener van Qpido en een zedenrechercheur van de politie. Ouders en docenten worden in aparte voorlichtingsbijeenkomsten bekend gemaakt met de thema’s uit de film en krijgen handvatten mee om seksueel gensoverschrijdend gedrag te signaleren en kinderen hierbij zo goed mogelijk te begeleiden.
6
Voor meer informatie over dit lesprogramma kunt u contact opnemen met Qpido via E:
[email protected] of via T: 06 2933 8064.
VoorZorg effectief tegen kindermishandeling en huiselijk geweld Jamila Mejdoubi onderzocht in haar promotieonderzoek de effectiviteit van het VoorZorg programma in het verminderen van kindermishandeling en huiselijk geweld. VoorZorg is een intensief verpleegkundig huisbezoekprogramma gedurende de zwangerschap tot het tweede levensjaar van het kind. De studie toont aan dat kinderen van moeders die VoorZorg ontvingen statistisch significant minder meldingen (40%) bij het Advies- en Meldpunten Kindermishandeling hadden tijdens de zwangerschap en de eerste drie jaar van het leven van het kind. De studie toont ook aan dat VoorZorg effectief is in het verminderen van roken tijdens de zwangerschap en op het roken in bijzijn van de baby. Daarnaast zijn er positieve effecten gevonden op het geven van borstvoeding.
Publicaties Ouderenmishandeling. Advies over onderzoek naar aard en omvang van misbruik van en geweld tegen ouderen in afhankelijkheidsrelaties. Plaisier, Ingere en M. de Klerk. 2014 Sociaal en Cultureel Planbureau. ISBN 9789037707168. Te downloaden via www.scp.nl. Dit advies beschrijft of onderzoek naar omvang en aard van ouderenmishandeling zinvol is en hoe dat onderzoek vorm zou kunnen krijgen. Ouderen die afhankelijk zijn van anderen, zowel thuiswonend als wonend in een zorginstelling, kunnen slachtoffer zijn van materiële uitbuiting of al dan niet opzettelijke mishandeling. Hoeveel ouderen hiervan slachtoffer zijn is onduidelijk. Het meest recente onderzoek stamt uit de jaren negentig. Schaamte, onwetendheid en de afhankelijke positie van het slachtoffer spelen, net als bij kindermishandeling en geweld tegen vrouwen, een
belangrijke rol bij ouderen-mishandeling. Dat maakt het fenomeen moeilijk bespreekbaar en te onderzoeken. De behoefte aan kennis over het aantal ouderen dat mishandeld wordt en over de mate waarin ouderenmishandeling onderkend en gemeld wordt, is groot onder beleidsmakers, politici en professionals in zorg en welzijn. Veel deskundigen vinden een update op zeer korte termijn van de inschatting van prevalentie ouderenmishandeling wenselijk.
De wetende getuige. Handreikingen aan professionals over handelen en diagnostisch onderzoek bij vermoedens van seksueel misbruik van kinderen. Duin, Anneke van. 2014 uitgeverij Elikser. ISBN 9789089547040. Kosten € 21,50. Tijdens het diagnostisch onderzoek wordt aan Henk gevraagd: “Wat is het ergste dat je hebt meegemaakt?” Hij zegt: “Mijn oom heeft iets met seks gedaan” en wijst vaag naar achteren. “Het deed zeer.” Na doorvragen wat oom precies heeft gedaan, is Henks antwoord: “Oom heeft de helft van mijn leven verpest.” In De wetende getuige vertelt orthopedagoge Anneke van Duin hoe effectief te handelen bij vermoedens van seksueel misbruik. In 1988 stond zij samen met Betty Mijlof, Anneke Wiggemans en Berlinda Aukema aan de wieg van het Diagnostisch Centrum (DC) in Groningen. Hier werden kinderen in de leeftijd van drie tot en met veertien jaar onderzocht bij wie er sprake was van een vermoeden van seksueel misbruik. Op grond van haar praktijkkennis en rijk geïllustreerd met casussen geeft Anneke van Duin handreikingen aan professionals die met kinderen werken alsook informatie over de specialistische diagnostische methode van onderzoek die in het DC is ontwikkeld. Daarna schrijft psychiater Carla Rus over de korte- en langetermijngevolgen van seksueel misbruik en hoe deze te behandelen. Met dit boek bepleiten de auteurs ieder vanuit hun eigen invalshoek dat kinderen die seksueel misbruikt worden sneller worden opgemerkt en dat er meer maatschappelijke aandacht komt voor de problematiek van seksueel misbruik.
steunpunt seksueel geweld
InZicht januari 2015 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 1200 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt, Ilse Kloosterhuis, Pascalle Vittali grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.ggd.amsterdam.nl
Ervaringen en herinneringen zitten ook in je lichaam Equator biedt psychosociale zorg en psychiatrische behandeling aan getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers en aan slachtoffers van mensenhandel. Equator werkt nauw samen met het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) en biedt zorg en psychiatrische behandeling aan de vrouwen die gedwongen werden in de prostitutie te werken. Nieuwsgierig naar hoe zij dat aanpakken gaan wij praten met psychotherapeut Alida de Wit en psychomotorisch therapeut Saskia Bieleveldt.
steunpunt seksueel geweld
tiseerd, hoe moeilijker dit voor mensen is. Als ze er makkelijk over kunnen praten is dat soms omdat ze hun gevoel uitschakelen. Dan vertellen ze het wel, maar hebben ze een manier gevonden om er niets bij te voelen. Dat is uiteindelijk niet goed. Maar in de groep moedig je mensen niet aan om over hun trauma’s te vertellen omdat het traumatiserend kan zijn voor anderen om deze verhalen te horen en omdat je er dan onvoldoende individuele aandacht aan kan besteden. De echte traumabehandeling komt pas later en is individueel. Saskia: Praten over de doorgemaakte trauma’s doen we niet in de groep. Je werkt met de gevolgen van de trauma’s, dus je hebt het over de klachten die ze in het hier en nu hebben. Je benoemt het wel in zijn algemeenheid: ‘dit heeft te maken met de dingen die je toen hebt meegemaakt ‘.
Lokatie de Roggeveen, bron: Google maps
Hoe gaat de samenwerking met het ACM? Saskia: Goed. Collega’s draaien op de Roggeveen, de opvang van het ACM, een preventiegroep. Iedereen die binnenkomt, krijgt voorlichting en oefeningen ter preventie van de ontwikkeling van klachten. Collega’s doen een screening bij iedereen om te kijken of er psychische klachten zijn. Zodra we denken dat iemand meer hulp nodig heeft, komt ze bij ons voor groepsbijeenkomsten ten behoeve van intensievere diagnostiek en stabilisatie. Dit is een 8 weken programma. Daarna komt er een advies voor verdere of geen behandeling. Alida: Mensen zijn vaak net vrij gekomen uit de gedwongen prostitutie en bij een aantal zie je een spontaan herstel na verloop van tijd. Hun hele leven staat aanvankelijk natuurlijk op zijn kop. De preventiegroep gebruiken we om hen te observeren. Sommige mensen knappen echt op van het aanbod gericht op het omgaan met stress, beter slapen en andere stabiliserende methoden. Een aantal vrouwen ontwikkelt echter serieuze PTSS klachten en hen moeten we een ander behandelaanbod doen.
met elkaar communiceren. Ze zitten wel op dezelfde opvangplek maar ze spreken bijvoorbeeld geen van tweeën Engels en Nederlands al helemaal niet. Dan is zo’n groep ook een kans voor hen om te communiceren met andere vrouwen die dezelfde dingen doorgemaakt hebben. Saskia: Sommige mensen zien er erg tegenop maar uiteindelijk zeggen ze bijna allemaal dat het prettig is en dat ze hier echt van leren. Ik hoor vaak na een groep ‘ah, ik ben dus niet gek’ en ‘oh, ik ben niet de enige.’ Een groep biedt hoop en steun.
om te gaan met emoties en spanning en met de letterlijke “arousal” die ze in het lichaam voelen. Hoe bepalen jullie hoe de behandeling van iemand eruit moet zien? Saskia: Meestal naar aanleiding van de observaties die wij in de groep hebben gedaan. Daar zit een verbaal en een non-verbaal deel in. Dus daarin heb je verschillende observaties. Hoeveel ziekteinzicht heeft iemand? Hoe zijn de copingvaardigheden? Wat is iemands zelfbeeld? Alida: We hebben een lijst met punten waar we iemand op scoren. Daarnaast vindt er een klinische beoordeling plaats door een psychiater. Dan gaan we met alle behandelaars en therapeuten van deze patiënt bij elkaar zitten en bespreken we wat we geobserveerd en geconstateerd hebben. We leggen alles naast elkaar en kijken welk profiel daaruit komt en daarop doen we een behandelaanbod.
Alida is psychotherapeut en Saskia zit meer op het lichamelijk vlak als psychomotorisch therapeut. Kunnen jullie daar iets over vertellen? Saskia: Je kunt je voorstellen dat oorlogsgeweld en seksueel geweld ook invloed heeft op het lichaam. Het gebeurt aan den lijve. Die herinneringen zijn opgeslagen in het lichaam. Veel klachten ervaren mensen ook fysiek. Er komt steeds meer kennis over hoe ervaringen en herinneringen ook in je lichaam zitten. Mensen ervaren de spanning heel fysiek. We leren ze, door het lichaam als uitganspunt te nemen, beter te gaan voelen hoe de Hoe werkt het met de tolken? spanning zich opbouwt in het lichaam. Saskia: Soms heel chaotisch maar zeker We leren ze vaardigheden om te kunnen heel dynamisch. In principe is het zo dat ontspannen. Op die manier krijgen ze het ze niet simultaan tolken, maar consecutief. Jij vertelt iets, tolk vertaalt, cliënt re- gevoel weer controle te hebben. Door ageert, tolk vertaalt, jij reageert weer etc. te merken dat je de spanning zelf kunt verminderen, voel je je sterker. Ik heb een Dat vertraagt enorm. Soms is het prettig meisje in de groep dat vertelde hoe je voor alle partijen maar soms merk je dat vroeger je mond had te houden. Als je je het eigenlijk niet goed werkt. Je mist de wel uitsprak werd dit tegen je gebruikt. spontane en directe interactie. Dit is een Oegandese vrouw en zij is ernstig seksueel misbruikt. Nu heeft ze Hoeveel tolken zitten er bij? geleerd dat ze mag aangeven als ze iets Alida: Wij doen meestal Nederlands en Engels en soms heb je een tolk nodig die voelt of iets niet wil. Dat hebben we vaak iemands moedertaal spreekt. We hebben geoefend in de groep, grenzen stellen, Jullie doen veel in groepsverband. Heeft dat regelmatig drie of vier tolken in de groep. stop zeggen of zeggen ‘dit wil ik niet’. Je voordelen? mag bijvoorbeeld zeggen ‘ik wil nu stopAlida: Ja. Over het algemeen hebben slachtoffers van mensenhandel moeite om Deze mensen komen allemaal uit verschrik- pen’ als je fysiek voelt dat je moe wordt in plaats van het automatisme om maar andere mensen weer te gaan vertrouwen. kelijke situaties. Kunnen mensen daar wel door te gaan en het te verdragen, wat ze over praten? Een groep is een manier om hen binding gewend zijn. Door dit te oefenen doen Alida: Dat is moeilijk. Het is beladen en met andere mensen te laten ervaren. We vrouwen nieuwe ervaringen op die vaak schaamtevol dus niet iets wat mensen werken met live aanwezige tolken want makkelijk delen. Hoe ernstiger getrauma- positief zijn. Op die manier leren ze beter sommige vrouwen kunnen helemaal niet
Is het dan te verdelen in psychotherapie en lichaamsgerichte therapie? Saskia: In de groepen is het altijd een combinatie van beiden. Deze worden dan ook geleid door een PMT-er samen met een GZ-psycholoog, psychotherapeut of arts. Alida: Dat gaat zo: mensen ervaren stress, dat benoemen zij vaak. Je probeert duidelijk te krijgen waar de stress precies vandaan komt. Ze doen aangifte bij de politie en dan moeten ze alles vertellen. Ze hebben problemen met huisvesting, problemen met geld etc. Dat geeft allemaal stress. Maar je hebt ook typische uitingen van PTSS. Bijvoorbeeld dat mensen in deze ruimte zitten en er klopt iemand op de deur, dat ze dan rechtop springen omdat het als gevaar voelt. Ze hebben gelijk een herbeleving of het is een trigger. Dat proberen we dan uit te leggen: ‘je schrikt heel erg en denkt in gevaar te zijn maar op dit moment ben je niet in gevaar want de buurvrouw komt gewoon iets vragen’. Het hele lichaam van die persoon zit vol spanning. Om te kunnen beseffen ‘ik ben nu niet meer in gevaar, ik hoef niet bang te zijn, het is
2
3
‘Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis.’
veilig.’ hebben wij ze geleerd om hun ademhaling weer rustig te krijgen. Dat is een non-verbaal stuk. Je geeft ze tools in handen om beter met de stress om te gaan. Daar moet je veel uitleg bij geven. Saskia: Soms weten ze wel dat ze veilig zijn, maar ze voelen het niet. Alida: Bij een echte PTSS geven we een specifieke traumagerichte behandeling, dat is dan een individuele psychotherapie. Vragen jullie concreet naar seksueel misbruik in de anamnese? Alida: Jazeker, bij het individuele diagnostische gesprek en later eventueel in een individuele behandeling vragen wij wat er precies gebeurd is en in welke levensfase. Ligt het percentage van seksueel misbruik hoog bij jullie doelgroepen? Alida: Onder alle vluchtelingen, asielzoekers en slachtoffers mensenhandel ligt
het heel hoog, ook onder mannen. Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis. Saskia: Het is niet goed om het hier in het eerste contact over te hebben. Deze mannen schamen zich dood. Het is zo ingrijpend in hun hele identiteit. Alida: In de screening kijken we naar iemands levensgeschiedenis. Hoe jong is iemand getraumatiseerd? Dit helpt ook om het risico op terugval of herhaling te kunnen inschatten. Hoe vroeger het gebeurd is, hoe instabieler mensen vaak zijn. Er is dan vaak sprake van onveilige hechting waardoor deze mensen gemakkelijker weer slachtoffer worden. Dit heeft namelijk invloed op de persoonlijkheidsontwikkeling en dan heb je niet alleen een PTSS maar een bedreigde persoonlijkheid of soms een persoonlijkheidsstoornis. Wij zijn nu een behandelaanbod aan het ontwikkelen voor mensen bij wie de vroegere en mogelijk herhaalde traumatisering te maken heeft met de persoonlijkheidskenmerken. Doen jullie onderzoek naar de resultaten van jullie aanbod?
Saskia: Equator gaat een grootschalig landelijk promotieonderzoek coördineren om het profiel van slachtoffers van seksuele uitbuiting in kaart te brengen. Alida: Dit onderzoek tracht zicht te krijgen op de kenmerken in de persoonlijkheid en de wijze waarop de vrouwen relaties met anderen leggen en hanteren. Wij hopen daar ook aanwijzingen uit te halen voor later behandelsucces. Als mannen bij jullie in behandeling komen vanwege seksueel misbruik, willen zij dan door een mannelijke therapeut geholpen worden? Alida: De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden, want ook bij mannen zijn de daders mannen. Ik had ook gedacht dat mannen door mannen geholpen willen worden, maar dat is dus heel vaak niet zo. Saskia: We hebben veel te maken met slachtoffers van seksueel misbruik. Die
mannengroep wilden we echt door en voor mannen laten doen. Ik merk dat er een andere energie is. Er komt een andere thematiek op de voorgrond. De taal is anders en het gedrag is anders. Ik vind het toch belangrijk dat er mannelijke therapeuten zijn voor een mannengroep. Wat merk je dan zoal? Saskia: Ik ben er niet bij. Ik heb een mannelijke stagiair en als ik zie hoe hij omgaat met de mannen, even een duwtje, een klap op de schouder, het is een andere energie, een andere taal. Waar ik zou denken: ‘Oei dat gaat me te hard’ vinden zij dat heel normaal. Ze zullen dingen toch anders bespreken als er een vrouw bij zit, bijvoorbeeld door zich meer in te houden. Aan de andere kant komen er ook wel andere onderwerpen ter sprake als er een vrouw bij zit. Ik denk dat de combinatie wel mooi is. Alida: Maar het kan ook dat ze zich niet kwetsbaar op durven te stellen vanuit de schaamte en dat is wel een essentieel onderdeel van de traumabehandeling. Je moet kwetsbaar durven zijn om er doorheen te kunnen gaan en daarom hebben
veel mannen denk ik liever een vrouw. Saskia: Ik heb vanuit mijn ervaring met mannengroepen wel gemerkt dat het stereotype echt geldt. Bij vrouwen moet je veel meer stimuleren om actief te worden en bij mannen moet je vragen of het een beetje rustiger kan en of ze meer kunnen stilstaan bij hun gevoel. Mannen en vrouwen in één groep, is dat een optie? Saskia: Ik heb een groep van mannen en vrouwen maar die is gericht op rehabilitatie. Alida: Ik heb een groep waar ik mensen voorbereid op de traumabehandeling. Het gaat niet inhoudelijk over het trauma maar we geven psycho-educatie en werken aan stabilisatie. Daar hebben we een mix van mannen en vrouwen en dat werkt wel mooi. Er waren ook een paar vrouwen die dit absoluut niet zagen zitten, slachtoffers van mensenhandel, en dat hebben we gerespecteerd. We hebben wel geprobeerd om hen te motiveren omdat het ook belangrijk is dat vrouwen ervaren dat er ook goede mannen zijn. Deze vrouwen hebben soms zulke gruwelijke ervaringen dat je graag wilt dat er een positieve ervaring bij komt. Onlangs had ik een mannelijke stagiair psychologie die meekeek bij een gesprek tussen mij en een mannelijke cliënt die daarmee had ingestemd. Later vertelde de cliënt dat hij tijdens het eerste gesprek had gedacht ‘ik wil dit helemaal niet’ en heeft hij de stagiair helemaal niet aangekeken. De keer erop zei hij ‘ik heb er nog eens over nagedacht en als Alida wil dat hij erbij is dan zal het wel een goede man zijn’. Dat vond ik zo mooi. Toen dacht ik ‘we gaan misschien te gauw mee in de vermijding en dan missen mensen een mooie kans om een nieuwe ervaring op te doen’. Saskia: Af en toe valt mijn mannelijke collega voor mij in. We hebben een discussie gehad met de vrouwen: ‘hij is hier, hij werkt hier en als jullie hem vertrouwen zou het goed moeten zijn’. Dan zeggen ze ook ‘niet alle mannen zijn zo, maar om hem structureel als therapeut te hebben zou niet gaan werken want dan zou ik veel dingen weglaten.’ Dit zeggen andere vrouwen ook.
steeds meer oog voor het geheel. Bij een EMDR-behandeling vraag je altijd naar de lichamelijke sensaties. Een emotie is niet alleen iets wat je denkt of voelt, maar die zit helemaal in je lichaam. We komen steeds dichter bij elkaar. Je kunt dat niet scheiden. Saskia: We krijgen steeds meer inzicht in hoe die processen werken. Ik heb net een training voor Sensorimotore Psychotherapie gevolgd. Er is al veel kennis over hoe het op neurologisch niveau in de hersenen werkt en waarom het belangrijk is om aan te sluiten bij de lichamelijke sensaties. Juist als het gaat om trauma’s. Dat is met elkaar gelinkt door hoe dat in je hersenen opgeslagen is. Daar komt steeds meer kennis over en ook specifiekere behandelmethodes die beter werken. Hoe ziet een psychomotorische behandeling eruit? Saskia: Sport en spelactiviteiten, dans, yoga en meditatie. Het eerste wat je wilt is dat mensen leren om hun lichaam beter waar te nemen. De bedoeling is dat ze weer toegang krijgen tot hun lichamelijke gevoelens. Sommigen voelen veel te veel en moeten gaan onderscheiden welk gevoel wat is. Het tweede dat je wilt is dat de emoties meer tot expressie komen. Dat wat je voelt meer tot uitdrukking komt. Dus dat je mag zeggen wat je niet en wel wilt. Je kunt wel zeggen ‘nee, dat wil ik niet’ of ‘ik geloof in mezelf’, maar het soms drukt het hele lichaam iets anders uit. Dat moet weer congruent gaan worden. Het derde is dat je gaat werken met de lichaamsherinneringen en
Wist u dat?
Wat gebeurt er met slachtoffers van mensenhandel als ze hier ‘klaar’ zijn met de behandeling? Alida: CoMensha heeft aandacht voor slachtoffers van mensenhandel die niet terug kunnen naar hun land van herkomst. Dat durven ze vaak niet omdat ze bang zijn voor de mensenhandelaar. Daar kun je proberen wat aan te doen. Via Comensha hebben wij contact met mensen in Bulgarije en in Nigeria die zich inzetten om een veilige terugkeer te garanderen. Ik ben nu een slachtoffer in contact aan het brengen met zo iemand en dan merk ik dat het leuk is om ook toekomstgericht te werken. Een aantal wil echt hier blijven, maar een aantal wil heel graag terug. Ze missen hun familie enorm of ze maken zich zorgen over hun familie. Ik vind het een mooie ontwikkeling dat we ook internationale contacten leggen. Je creëert er hoop mee dat je een stap verder kunt denken. Saskia: Dit soort internationale samenwerkingsverbanden met organisaties in het land van herkomst zijn daarom echt van belang. Alida: Project Safe Return heet het. Saskia: CoMensha is pas hier geweest, want zij wilden weten wat wij doen en wat ons hulpaanbod is. Die samenwerking is voor ons heel stimulerend!
T, biedt het ie van het TM ct n u kf e re sp een lijkse be nctie. Mocht fu lt su n Naast de weke co e k en een schriftelij t TMT te word e h in m o n TMT nu ook e m TMT-leden aanmerking ko -mail aan de e r e casus niet in p s su ca heel kan de e ervaringen d jn zi besproken dan e to u n kan elegd. Tot aan het TMT n e g g e rl worden voorg o vo Geweld, een casus wil unt Seksueel p n positief. Wie u te S t e h t men me 5 5227. contact opne l of T: 020 55 .n am rd e st m .a E: ssga@ggd
Saskia, ben jij van oorsprong ook psycholoog? Saskia: Nee, ik ben psychomotorisch therapeut. Alida: Ook binnen de cognitieve kant is er 4
‘We hebben regelmatig drie of vier tolken in de groep’
dan kom je meer op de traumaverwerking. Wat ik mooi vind aan mijn vak is dat je weer toegang krijgt tot de kracht van mensen. Dat ze letterlijk hun kracht gaan voelen en merken ‘ah, jeetje nu is het lekker, ik voel me ontspannen’.
‘De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden’
tiseerd, hoe moeilijker dit voor mensen is. Als ze er makkelijk over kunnen praten is dat soms omdat ze hun gevoel uitschakelen. Dan vertellen ze het wel, maar hebben ze een manier gevonden om er niets bij te voelen. Dat is uiteindelijk niet goed. Maar in de groep moedig je mensen niet aan om over hun trauma’s te vertellen omdat het traumatiserend kan zijn voor anderen om deze verhalen te horen en omdat je er dan onvoldoende individuele aandacht aan kan besteden. De echte traumabehandeling komt pas later en is individueel. Saskia: Praten over de doorgemaakte trauma’s doen we niet in de groep. Je werkt met de gevolgen van de trauma’s, dus je hebt het over de klachten die ze in het hier en nu hebben. Je benoemt het wel in zijn algemeenheid: ‘dit heeft te maken met de dingen die je toen hebt meegemaakt ‘.
Lokatie de Roggeveen, bron: Google maps
Hoe gaat de samenwerking met het ACM? Saskia: Goed. Collega’s draaien op de Roggeveen, de opvang van het ACM, een preventiegroep. Iedereen die binnenkomt, krijgt voorlichting en oefeningen ter preventie van de ontwikkeling van klachten. Collega’s doen een screening bij iedereen om te kijken of er psychische klachten zijn. Zodra we denken dat iemand meer hulp nodig heeft, komt ze bij ons voor groepsbijeenkomsten ten behoeve van intensievere diagnostiek en stabilisatie. Dit is een 8 weken programma. Daarna komt er een advies voor verdere of geen behandeling. Alida: Mensen zijn vaak net vrij gekomen uit de gedwongen prostitutie en bij een aantal zie je een spontaan herstel na verloop van tijd. Hun hele leven staat aanvankelijk natuurlijk op zijn kop. De preventiegroep gebruiken we om hen te observeren. Sommige mensen knappen echt op van het aanbod gericht op het omgaan met stress, beter slapen en andere stabiliserende methoden. Een aantal vrouwen ontwikkelt echter serieuze PTSS klachten en hen moeten we een ander behandelaanbod doen.
met elkaar communiceren. Ze zitten wel op dezelfde opvangplek maar ze spreken bijvoorbeeld geen van tweeën Engels en Nederlands al helemaal niet. Dan is zo’n groep ook een kans voor hen om te communiceren met andere vrouwen die dezelfde dingen doorgemaakt hebben. Saskia: Sommige mensen zien er erg tegenop maar uiteindelijk zeggen ze bijna allemaal dat het prettig is en dat ze hier echt van leren. Ik hoor vaak na een groep ‘ah, ik ben dus niet gek’ en ‘oh, ik ben niet de enige.’ Een groep biedt hoop en steun.
om te gaan met emoties en spanning en met de letterlijke “arousal” die ze in het lichaam voelen. Hoe bepalen jullie hoe de behandeling van iemand eruit moet zien? Saskia: Meestal naar aanleiding van de observaties die wij in de groep hebben gedaan. Daar zit een verbaal en een non-verbaal deel in. Dus daarin heb je verschillende observaties. Hoeveel ziekteinzicht heeft iemand? Hoe zijn de copingvaardigheden? Wat is iemands zelfbeeld? Alida: We hebben een lijst met punten waar we iemand op scoren. Daarnaast vindt er een klinische beoordeling plaats door een psychiater. Dan gaan we met alle behandelaars en therapeuten van deze patiënt bij elkaar zitten en bespreken we wat we geobserveerd en geconstateerd hebben. We leggen alles naast elkaar en kijken welk profiel daaruit komt en daarop doen we een behandelaanbod.
Alida is psychotherapeut en Saskia zit meer op het lichamelijk vlak als psychomotorisch therapeut. Kunnen jullie daar iets over vertellen? Saskia: Je kunt je voorstellen dat oorlogsgeweld en seksueel geweld ook invloed heeft op het lichaam. Het gebeurt aan den lijve. Die herinneringen zijn opgeslagen in het lichaam. Veel klachten ervaren mensen ook fysiek. Er komt steeds meer kennis over hoe ervaringen en herinneringen ook in je lichaam zitten. Mensen ervaren de spanning heel fysiek. We leren ze, door het lichaam als uitganspunt te nemen, beter te gaan voelen hoe de Hoe werkt het met de tolken? spanning zich opbouwt in het lichaam. Saskia: Soms heel chaotisch maar zeker We leren ze vaardigheden om te kunnen heel dynamisch. In principe is het zo dat ontspannen. Op die manier krijgen ze het ze niet simultaan tolken, maar consecutief. Jij vertelt iets, tolk vertaalt, cliënt re- gevoel weer controle te hebben. Door ageert, tolk vertaalt, jij reageert weer etc. te merken dat je de spanning zelf kunt verminderen, voel je je sterker. Ik heb een Dat vertraagt enorm. Soms is het prettig meisje in de groep dat vertelde hoe je voor alle partijen maar soms merk je dat vroeger je mond had te houden. Als je je het eigenlijk niet goed werkt. Je mist de wel uitsprak werd dit tegen je gebruikt. spontane en directe interactie. Dit is een Oegandese vrouw en zij is ernstig seksueel misbruikt. Nu heeft ze Hoeveel tolken zitten er bij? geleerd dat ze mag aangeven als ze iets Alida: Wij doen meestal Nederlands en Engels en soms heb je een tolk nodig die voelt of iets niet wil. Dat hebben we vaak iemands moedertaal spreekt. We hebben geoefend in de groep, grenzen stellen, Jullie doen veel in groepsverband. Heeft dat regelmatig drie of vier tolken in de groep. stop zeggen of zeggen ‘dit wil ik niet’. Je voordelen? mag bijvoorbeeld zeggen ‘ik wil nu stopAlida: Ja. Over het algemeen hebben slachtoffers van mensenhandel moeite om Deze mensen komen allemaal uit verschrik- pen’ als je fysiek voelt dat je moe wordt in plaats van het automatisme om maar andere mensen weer te gaan vertrouwen. kelijke situaties. Kunnen mensen daar wel door te gaan en het te verdragen, wat ze over praten? Een groep is een manier om hen binding gewend zijn. Door dit te oefenen doen Alida: Dat is moeilijk. Het is beladen en met andere mensen te laten ervaren. We vrouwen nieuwe ervaringen op die vaak schaamtevol dus niet iets wat mensen werken met live aanwezige tolken want makkelijk delen. Hoe ernstiger getrauma- positief zijn. Op die manier leren ze beter sommige vrouwen kunnen helemaal niet
Is het dan te verdelen in psychotherapie en lichaamsgerichte therapie? Saskia: In de groepen is het altijd een combinatie van beiden. Deze worden dan ook geleid door een PMT-er samen met een GZ-psycholoog, psychotherapeut of arts. Alida: Dat gaat zo: mensen ervaren stress, dat benoemen zij vaak. Je probeert duidelijk te krijgen waar de stress precies vandaan komt. Ze doen aangifte bij de politie en dan moeten ze alles vertellen. Ze hebben problemen met huisvesting, problemen met geld etc. Dat geeft allemaal stress. Maar je hebt ook typische uitingen van PTSS. Bijvoorbeeld dat mensen in deze ruimte zitten en er klopt iemand op de deur, dat ze dan rechtop springen omdat het als gevaar voelt. Ze hebben gelijk een herbeleving of het is een trigger. Dat proberen we dan uit te leggen: ‘je schrikt heel erg en denkt in gevaar te zijn maar op dit moment ben je niet in gevaar want de buurvrouw komt gewoon iets vragen’. Het hele lichaam van die persoon zit vol spanning. Om te kunnen beseffen ‘ik ben nu niet meer in gevaar, ik hoef niet bang te zijn, het is
2
3
‘Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis.’
veilig.’ hebben wij ze geleerd om hun ademhaling weer rustig te krijgen. Dat is een non-verbaal stuk. Je geeft ze tools in handen om beter met de stress om te gaan. Daar moet je veel uitleg bij geven. Saskia: Soms weten ze wel dat ze veilig zijn, maar ze voelen het niet. Alida: Bij een echte PTSS geven we een specifieke traumagerichte behandeling, dat is dan een individuele psychotherapie. Vragen jullie concreet naar seksueel misbruik in de anamnese? Alida: Jazeker, bij het individuele diagnostische gesprek en later eventueel in een individuele behandeling vragen wij wat er precies gebeurd is en in welke levensfase. Ligt het percentage van seksueel misbruik hoog bij jullie doelgroepen? Alida: Onder alle vluchtelingen, asielzoekers en slachtoffers mensenhandel ligt
het heel hoog, ook onder mannen. Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis. Saskia: Het is niet goed om het hier in het eerste contact over te hebben. Deze mannen schamen zich dood. Het is zo ingrijpend in hun hele identiteit. Alida: In de screening kijken we naar iemands levensgeschiedenis. Hoe jong is iemand getraumatiseerd? Dit helpt ook om het risico op terugval of herhaling te kunnen inschatten. Hoe vroeger het gebeurd is, hoe instabieler mensen vaak zijn. Er is dan vaak sprake van onveilige hechting waardoor deze mensen gemakkelijker weer slachtoffer worden. Dit heeft namelijk invloed op de persoonlijkheidsontwikkeling en dan heb je niet alleen een PTSS maar een bedreigde persoonlijkheid of soms een persoonlijkheidsstoornis. Wij zijn nu een behandelaanbod aan het ontwikkelen voor mensen bij wie de vroegere en mogelijk herhaalde traumatisering te maken heeft met de persoonlijkheidskenmerken. Doen jullie onderzoek naar de resultaten van jullie aanbod?
Saskia: Equator gaat een grootschalig landelijk promotieonderzoek coördineren om het profiel van slachtoffers van seksuele uitbuiting in kaart te brengen. Alida: Dit onderzoek tracht zicht te krijgen op de kenmerken in de persoonlijkheid en de wijze waarop de vrouwen relaties met anderen leggen en hanteren. Wij hopen daar ook aanwijzingen uit te halen voor later behandelsucces. Als mannen bij jullie in behandeling komen vanwege seksueel misbruik, willen zij dan door een mannelijke therapeut geholpen worden? Alida: De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden, want ook bij mannen zijn de daders mannen. Ik had ook gedacht dat mannen door mannen geholpen willen worden, maar dat is dus heel vaak niet zo. Saskia: We hebben veel te maken met slachtoffers van seksueel misbruik. Die
mannengroep wilden we echt door en voor mannen laten doen. Ik merk dat er een andere energie is. Er komt een andere thematiek op de voorgrond. De taal is anders en het gedrag is anders. Ik vind het toch belangrijk dat er mannelijke therapeuten zijn voor een mannengroep. Wat merk je dan zoal? Saskia: Ik ben er niet bij. Ik heb een mannelijke stagiair en als ik zie hoe hij omgaat met de mannen, even een duwtje, een klap op de schouder, het is een andere energie, een andere taal. Waar ik zou denken: ‘Oei dat gaat me te hard’ vinden zij dat heel normaal. Ze zullen dingen toch anders bespreken als er een vrouw bij zit, bijvoorbeeld door zich meer in te houden. Aan de andere kant komen er ook wel andere onderwerpen ter sprake als er een vrouw bij zit. Ik denk dat de combinatie wel mooi is. Alida: Maar het kan ook dat ze zich niet kwetsbaar op durven te stellen vanuit de schaamte en dat is wel een essentieel onderdeel van de traumabehandeling. Je moet kwetsbaar durven zijn om er doorheen te kunnen gaan en daarom hebben
veel mannen denk ik liever een vrouw. Saskia: Ik heb vanuit mijn ervaring met mannengroepen wel gemerkt dat het stereotype echt geldt. Bij vrouwen moet je veel meer stimuleren om actief te worden en bij mannen moet je vragen of het een beetje rustiger kan en of ze meer kunnen stilstaan bij hun gevoel. Mannen en vrouwen in één groep, is dat een optie? Saskia: Ik heb een groep van mannen en vrouwen maar die is gericht op rehabilitatie. Alida: Ik heb een groep waar ik mensen voorbereid op de traumabehandeling. Het gaat niet inhoudelijk over het trauma maar we geven psycho-educatie en werken aan stabilisatie. Daar hebben we een mix van mannen en vrouwen en dat werkt wel mooi. Er waren ook een paar vrouwen die dit absoluut niet zagen zitten, slachtoffers van mensenhandel, en dat hebben we gerespecteerd. We hebben wel geprobeerd om hen te motiveren omdat het ook belangrijk is dat vrouwen ervaren dat er ook goede mannen zijn. Deze vrouwen hebben soms zulke gruwelijke ervaringen dat je graag wilt dat er een positieve ervaring bij komt. Onlangs had ik een mannelijke stagiair psychologie die meekeek bij een gesprek tussen mij en een mannelijke cliënt die daarmee had ingestemd. Later vertelde de cliënt dat hij tijdens het eerste gesprek had gedacht ‘ik wil dit helemaal niet’ en heeft hij de stagiair helemaal niet aangekeken. De keer erop zei hij ‘ik heb er nog eens over nagedacht en als Alida wil dat hij erbij is dan zal het wel een goede man zijn’. Dat vond ik zo mooi. Toen dacht ik ‘we gaan misschien te gauw mee in de vermijding en dan missen mensen een mooie kans om een nieuwe ervaring op te doen’. Saskia: Af en toe valt mijn mannelijke collega voor mij in. We hebben een discussie gehad met de vrouwen: ‘hij is hier, hij werkt hier en als jullie hem vertrouwen zou het goed moeten zijn’. Dan zeggen ze ook ‘niet alle mannen zijn zo, maar om hem structureel als therapeut te hebben zou niet gaan werken want dan zou ik veel dingen weglaten.’ Dit zeggen andere vrouwen ook.
steeds meer oog voor het geheel. Bij een EMDR-behandeling vraag je altijd naar de lichamelijke sensaties. Een emotie is niet alleen iets wat je denkt of voelt, maar die zit helemaal in je lichaam. We komen steeds dichter bij elkaar. Je kunt dat niet scheiden. Saskia: We krijgen steeds meer inzicht in hoe die processen werken. Ik heb net een training voor Sensorimotore Psychotherapie gevolgd. Er is al veel kennis over hoe het op neurologisch niveau in de hersenen werkt en waarom het belangrijk is om aan te sluiten bij de lichamelijke sensaties. Juist als het gaat om trauma’s. Dat is met elkaar gelinkt door hoe dat in je hersenen opgeslagen is. Daar komt steeds meer kennis over en ook specifiekere behandelmethodes die beter werken. Hoe ziet een psychomotorische behandeling eruit? Saskia: Sport en spelactiviteiten, dans, yoga en meditatie. Het eerste wat je wilt is dat mensen leren om hun lichaam beter waar te nemen. De bedoeling is dat ze weer toegang krijgen tot hun lichamelijke gevoelens. Sommigen voelen veel te veel en moeten gaan onderscheiden welk gevoel wat is. Het tweede dat je wilt is dat de emoties meer tot expressie komen. Dat wat je voelt meer tot uitdrukking komt. Dus dat je mag zeggen wat je niet en wel wilt. Je kunt wel zeggen ‘nee, dat wil ik niet’ of ‘ik geloof in mezelf’, maar het soms drukt het hele lichaam iets anders uit. Dat moet weer congruent gaan worden. Het derde is dat je gaat werken met de lichaamsherinneringen en
Wist u dat?
Wat gebeurt er met slachtoffers van mensenhandel als ze hier ‘klaar’ zijn met de behandeling? Alida: CoMensha heeft aandacht voor slachtoffers van mensenhandel die niet terug kunnen naar hun land van herkomst. Dat durven ze vaak niet omdat ze bang zijn voor de mensenhandelaar. Daar kun je proberen wat aan te doen. Via Comensha hebben wij contact met mensen in Bulgarije en in Nigeria die zich inzetten om een veilige terugkeer te garanderen. Ik ben nu een slachtoffer in contact aan het brengen met zo iemand en dan merk ik dat het leuk is om ook toekomstgericht te werken. Een aantal wil echt hier blijven, maar een aantal wil heel graag terug. Ze missen hun familie enorm of ze maken zich zorgen over hun familie. Ik vind het een mooie ontwikkeling dat we ook internationale contacten leggen. Je creëert er hoop mee dat je een stap verder kunt denken. Saskia: Dit soort internationale samenwerkingsverbanden met organisaties in het land van herkomst zijn daarom echt van belang. Alida: Project Safe Return heet het. Saskia: CoMensha is pas hier geweest, want zij wilden weten wat wij doen en wat ons hulpaanbod is. Die samenwerking is voor ons heel stimulerend!
T, biedt het ie van het TM ct n u kf e re sp een lijkse be nctie. Mocht fu lt su n Naast de weke co e k en een schriftelij t TMT te word e h in m o n TMT nu ook e m TMT-leden aanmerking ko -mail aan de e r e casus niet in p s su ca heel kan de e ervaringen d jn zi besproken dan e to u n kan elegd. Tot aan het TMT n e g g e rl worden voorg o vo Geweld, een casus wil unt Seksueel p n positief. Wie u te S t e h t men me 5 5227. contact opne l of T: 020 55 .n am rd e st m .a E: ssga@ggd
Saskia, ben jij van oorsprong ook psycholoog? Saskia: Nee, ik ben psychomotorisch therapeut. Alida: Ook binnen de cognitieve kant is er 4
‘We hebben regelmatig drie of vier tolken in de groep’
dan kom je meer op de traumaverwerking. Wat ik mooi vind aan mijn vak is dat je weer toegang krijgt tot de kracht van mensen. Dat ze letterlijk hun kracht gaan voelen en merken ‘ah, jeetje nu is het lekker, ik voel me ontspannen’.
‘De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden’
tiseerd, hoe moeilijker dit voor mensen is. Als ze er makkelijk over kunnen praten is dat soms omdat ze hun gevoel uitschakelen. Dan vertellen ze het wel, maar hebben ze een manier gevonden om er niets bij te voelen. Dat is uiteindelijk niet goed. Maar in de groep moedig je mensen niet aan om over hun trauma’s te vertellen omdat het traumatiserend kan zijn voor anderen om deze verhalen te horen en omdat je er dan onvoldoende individuele aandacht aan kan besteden. De echte traumabehandeling komt pas later en is individueel. Saskia: Praten over de doorgemaakte trauma’s doen we niet in de groep. Je werkt met de gevolgen van de trauma’s, dus je hebt het over de klachten die ze in het hier en nu hebben. Je benoemt het wel in zijn algemeenheid: ‘dit heeft te maken met de dingen die je toen hebt meegemaakt ‘.
Lokatie de Roggeveen, bron: Google maps
Hoe gaat de samenwerking met het ACM? Saskia: Goed. Collega’s draaien op de Roggeveen, de opvang van het ACM, een preventiegroep. Iedereen die binnenkomt, krijgt voorlichting en oefeningen ter preventie van de ontwikkeling van klachten. Collega’s doen een screening bij iedereen om te kijken of er psychische klachten zijn. Zodra we denken dat iemand meer hulp nodig heeft, komt ze bij ons voor groepsbijeenkomsten ten behoeve van intensievere diagnostiek en stabilisatie. Dit is een 8 weken programma. Daarna komt er een advies voor verdere of geen behandeling. Alida: Mensen zijn vaak net vrij gekomen uit de gedwongen prostitutie en bij een aantal zie je een spontaan herstel na verloop van tijd. Hun hele leven staat aanvankelijk natuurlijk op zijn kop. De preventiegroep gebruiken we om hen te observeren. Sommige mensen knappen echt op van het aanbod gericht op het omgaan met stress, beter slapen en andere stabiliserende methoden. Een aantal vrouwen ontwikkelt echter serieuze PTSS klachten en hen moeten we een ander behandelaanbod doen.
met elkaar communiceren. Ze zitten wel op dezelfde opvangplek maar ze spreken bijvoorbeeld geen van tweeën Engels en Nederlands al helemaal niet. Dan is zo’n groep ook een kans voor hen om te communiceren met andere vrouwen die dezelfde dingen doorgemaakt hebben. Saskia: Sommige mensen zien er erg tegenop maar uiteindelijk zeggen ze bijna allemaal dat het prettig is en dat ze hier echt van leren. Ik hoor vaak na een groep ‘ah, ik ben dus niet gek’ en ‘oh, ik ben niet de enige.’ Een groep biedt hoop en steun.
om te gaan met emoties en spanning en met de letterlijke “arousal” die ze in het lichaam voelen. Hoe bepalen jullie hoe de behandeling van iemand eruit moet zien? Saskia: Meestal naar aanleiding van de observaties die wij in de groep hebben gedaan. Daar zit een verbaal en een non-verbaal deel in. Dus daarin heb je verschillende observaties. Hoeveel ziekteinzicht heeft iemand? Hoe zijn de copingvaardigheden? Wat is iemands zelfbeeld? Alida: We hebben een lijst met punten waar we iemand op scoren. Daarnaast vindt er een klinische beoordeling plaats door een psychiater. Dan gaan we met alle behandelaars en therapeuten van deze patiënt bij elkaar zitten en bespreken we wat we geobserveerd en geconstateerd hebben. We leggen alles naast elkaar en kijken welk profiel daaruit komt en daarop doen we een behandelaanbod.
Alida is psychotherapeut en Saskia zit meer op het lichamelijk vlak als psychomotorisch therapeut. Kunnen jullie daar iets over vertellen? Saskia: Je kunt je voorstellen dat oorlogsgeweld en seksueel geweld ook invloed heeft op het lichaam. Het gebeurt aan den lijve. Die herinneringen zijn opgeslagen in het lichaam. Veel klachten ervaren mensen ook fysiek. Er komt steeds meer kennis over hoe ervaringen en herinneringen ook in je lichaam zitten. Mensen ervaren de spanning heel fysiek. We leren ze, door het lichaam als uitganspunt te nemen, beter te gaan voelen hoe de Hoe werkt het met de tolken? spanning zich opbouwt in het lichaam. Saskia: Soms heel chaotisch maar zeker We leren ze vaardigheden om te kunnen heel dynamisch. In principe is het zo dat ontspannen. Op die manier krijgen ze het ze niet simultaan tolken, maar consecutief. Jij vertelt iets, tolk vertaalt, cliënt re- gevoel weer controle te hebben. Door ageert, tolk vertaalt, jij reageert weer etc. te merken dat je de spanning zelf kunt verminderen, voel je je sterker. Ik heb een Dat vertraagt enorm. Soms is het prettig meisje in de groep dat vertelde hoe je voor alle partijen maar soms merk je dat vroeger je mond had te houden. Als je je het eigenlijk niet goed werkt. Je mist de wel uitsprak werd dit tegen je gebruikt. spontane en directe interactie. Dit is een Oegandese vrouw en zij is ernstig seksueel misbruikt. Nu heeft ze Hoeveel tolken zitten er bij? geleerd dat ze mag aangeven als ze iets Alida: Wij doen meestal Nederlands en Engels en soms heb je een tolk nodig die voelt of iets niet wil. Dat hebben we vaak iemands moedertaal spreekt. We hebben geoefend in de groep, grenzen stellen, Jullie doen veel in groepsverband. Heeft dat regelmatig drie of vier tolken in de groep. stop zeggen of zeggen ‘dit wil ik niet’. Je voordelen? mag bijvoorbeeld zeggen ‘ik wil nu stopAlida: Ja. Over het algemeen hebben slachtoffers van mensenhandel moeite om Deze mensen komen allemaal uit verschrik- pen’ als je fysiek voelt dat je moe wordt in plaats van het automatisme om maar andere mensen weer te gaan vertrouwen. kelijke situaties. Kunnen mensen daar wel door te gaan en het te verdragen, wat ze over praten? Een groep is een manier om hen binding gewend zijn. Door dit te oefenen doen Alida: Dat is moeilijk. Het is beladen en met andere mensen te laten ervaren. We vrouwen nieuwe ervaringen op die vaak schaamtevol dus niet iets wat mensen werken met live aanwezige tolken want makkelijk delen. Hoe ernstiger getrauma- positief zijn. Op die manier leren ze beter sommige vrouwen kunnen helemaal niet
Is het dan te verdelen in psychotherapie en lichaamsgerichte therapie? Saskia: In de groepen is het altijd een combinatie van beiden. Deze worden dan ook geleid door een PMT-er samen met een GZ-psycholoog, psychotherapeut of arts. Alida: Dat gaat zo: mensen ervaren stress, dat benoemen zij vaak. Je probeert duidelijk te krijgen waar de stress precies vandaan komt. Ze doen aangifte bij de politie en dan moeten ze alles vertellen. Ze hebben problemen met huisvesting, problemen met geld etc. Dat geeft allemaal stress. Maar je hebt ook typische uitingen van PTSS. Bijvoorbeeld dat mensen in deze ruimte zitten en er klopt iemand op de deur, dat ze dan rechtop springen omdat het als gevaar voelt. Ze hebben gelijk een herbeleving of het is een trigger. Dat proberen we dan uit te leggen: ‘je schrikt heel erg en denkt in gevaar te zijn maar op dit moment ben je niet in gevaar want de buurvrouw komt gewoon iets vragen’. Het hele lichaam van die persoon zit vol spanning. Om te kunnen beseffen ‘ik ben nu niet meer in gevaar, ik hoef niet bang te zijn, het is
2
3
‘Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis.’
veilig.’ hebben wij ze geleerd om hun ademhaling weer rustig te krijgen. Dat is een non-verbaal stuk. Je geeft ze tools in handen om beter met de stress om te gaan. Daar moet je veel uitleg bij geven. Saskia: Soms weten ze wel dat ze veilig zijn, maar ze voelen het niet. Alida: Bij een echte PTSS geven we een specifieke traumagerichte behandeling, dat is dan een individuele psychotherapie. Vragen jullie concreet naar seksueel misbruik in de anamnese? Alida: Jazeker, bij het individuele diagnostische gesprek en later eventueel in een individuele behandeling vragen wij wat er precies gebeurd is en in welke levensfase. Ligt het percentage van seksueel misbruik hoog bij jullie doelgroepen? Alida: Onder alle vluchtelingen, asielzoekers en slachtoffers mensenhandel ligt
het heel hoog, ook onder mannen. Veel mannen zijn door de politie verkracht of in de gevangenis. Saskia: Het is niet goed om het hier in het eerste contact over te hebben. Deze mannen schamen zich dood. Het is zo ingrijpend in hun hele identiteit. Alida: In de screening kijken we naar iemands levensgeschiedenis. Hoe jong is iemand getraumatiseerd? Dit helpt ook om het risico op terugval of herhaling te kunnen inschatten. Hoe vroeger het gebeurd is, hoe instabieler mensen vaak zijn. Er is dan vaak sprake van onveilige hechting waardoor deze mensen gemakkelijker weer slachtoffer worden. Dit heeft namelijk invloed op de persoonlijkheidsontwikkeling en dan heb je niet alleen een PTSS maar een bedreigde persoonlijkheid of soms een persoonlijkheidsstoornis. Wij zijn nu een behandelaanbod aan het ontwikkelen voor mensen bij wie de vroegere en mogelijk herhaalde traumatisering te maken heeft met de persoonlijkheidskenmerken. Doen jullie onderzoek naar de resultaten van jullie aanbod?
Saskia: Equator gaat een grootschalig landelijk promotieonderzoek coördineren om het profiel van slachtoffers van seksuele uitbuiting in kaart te brengen. Alida: Dit onderzoek tracht zicht te krijgen op de kenmerken in de persoonlijkheid en de wijze waarop de vrouwen relaties met anderen leggen en hanteren. Wij hopen daar ook aanwijzingen uit te halen voor later behandelsucces. Als mannen bij jullie in behandeling komen vanwege seksueel misbruik, willen zij dan door een mannelijke therapeut geholpen worden? Alida: De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden, want ook bij mannen zijn de daders mannen. Ik had ook gedacht dat mannen door mannen geholpen willen worden, maar dat is dus heel vaak niet zo. Saskia: We hebben veel te maken met slachtoffers van seksueel misbruik. Die
mannengroep wilden we echt door en voor mannen laten doen. Ik merk dat er een andere energie is. Er komt een andere thematiek op de voorgrond. De taal is anders en het gedrag is anders. Ik vind het toch belangrijk dat er mannelijke therapeuten zijn voor een mannengroep. Wat merk je dan zoal? Saskia: Ik ben er niet bij. Ik heb een mannelijke stagiair en als ik zie hoe hij omgaat met de mannen, even een duwtje, een klap op de schouder, het is een andere energie, een andere taal. Waar ik zou denken: ‘Oei dat gaat me te hard’ vinden zij dat heel normaal. Ze zullen dingen toch anders bespreken als er een vrouw bij zit, bijvoorbeeld door zich meer in te houden. Aan de andere kant komen er ook wel andere onderwerpen ter sprake als er een vrouw bij zit. Ik denk dat de combinatie wel mooi is. Alida: Maar het kan ook dat ze zich niet kwetsbaar op durven te stellen vanuit de schaamte en dat is wel een essentieel onderdeel van de traumabehandeling. Je moet kwetsbaar durven zijn om er doorheen te kunnen gaan en daarom hebben
veel mannen denk ik liever een vrouw. Saskia: Ik heb vanuit mijn ervaring met mannengroepen wel gemerkt dat het stereotype echt geldt. Bij vrouwen moet je veel meer stimuleren om actief te worden en bij mannen moet je vragen of het een beetje rustiger kan en of ze meer kunnen stilstaan bij hun gevoel. Mannen en vrouwen in één groep, is dat een optie? Saskia: Ik heb een groep van mannen en vrouwen maar die is gericht op rehabilitatie. Alida: Ik heb een groep waar ik mensen voorbereid op de traumabehandeling. Het gaat niet inhoudelijk over het trauma maar we geven psycho-educatie en werken aan stabilisatie. Daar hebben we een mix van mannen en vrouwen en dat werkt wel mooi. Er waren ook een paar vrouwen die dit absoluut niet zagen zitten, slachtoffers van mensenhandel, en dat hebben we gerespecteerd. We hebben wel geprobeerd om hen te motiveren omdat het ook belangrijk is dat vrouwen ervaren dat er ook goede mannen zijn. Deze vrouwen hebben soms zulke gruwelijke ervaringen dat je graag wilt dat er een positieve ervaring bij komt. Onlangs had ik een mannelijke stagiair psychologie die meekeek bij een gesprek tussen mij en een mannelijke cliënt die daarmee had ingestemd. Later vertelde de cliënt dat hij tijdens het eerste gesprek had gedacht ‘ik wil dit helemaal niet’ en heeft hij de stagiair helemaal niet aangekeken. De keer erop zei hij ‘ik heb er nog eens over nagedacht en als Alida wil dat hij erbij is dan zal het wel een goede man zijn’. Dat vond ik zo mooi. Toen dacht ik ‘we gaan misschien te gauw mee in de vermijding en dan missen mensen een mooie kans om een nieuwe ervaring op te doen’. Saskia: Af en toe valt mijn mannelijke collega voor mij in. We hebben een discussie gehad met de vrouwen: ‘hij is hier, hij werkt hier en als jullie hem vertrouwen zou het goed moeten zijn’. Dan zeggen ze ook ‘niet alle mannen zijn zo, maar om hem structureel als therapeut te hebben zou niet gaan werken want dan zou ik veel dingen weglaten.’ Dit zeggen andere vrouwen ook.
steeds meer oog voor het geheel. Bij een EMDR-behandeling vraag je altijd naar de lichamelijke sensaties. Een emotie is niet alleen iets wat je denkt of voelt, maar die zit helemaal in je lichaam. We komen steeds dichter bij elkaar. Je kunt dat niet scheiden. Saskia: We krijgen steeds meer inzicht in hoe die processen werken. Ik heb net een training voor Sensorimotore Psychotherapie gevolgd. Er is al veel kennis over hoe het op neurologisch niveau in de hersenen werkt en waarom het belangrijk is om aan te sluiten bij de lichamelijke sensaties. Juist als het gaat om trauma’s. Dat is met elkaar gelinkt door hoe dat in je hersenen opgeslagen is. Daar komt steeds meer kennis over en ook specifiekere behandelmethodes die beter werken. Hoe ziet een psychomotorische behandeling eruit? Saskia: Sport en spelactiviteiten, dans, yoga en meditatie. Het eerste wat je wilt is dat mensen leren om hun lichaam beter waar te nemen. De bedoeling is dat ze weer toegang krijgen tot hun lichamelijke gevoelens. Sommigen voelen veel te veel en moeten gaan onderscheiden welk gevoel wat is. Het tweede dat je wilt is dat de emoties meer tot expressie komen. Dat wat je voelt meer tot uitdrukking komt. Dus dat je mag zeggen wat je niet en wel wilt. Je kunt wel zeggen ‘nee, dat wil ik niet’ of ‘ik geloof in mezelf’, maar het soms drukt het hele lichaam iets anders uit. Dat moet weer congruent gaan worden. Het derde is dat je gaat werken met de lichaamsherinneringen en
Wist u dat?
Wat gebeurt er met slachtoffers van mensenhandel als ze hier ‘klaar’ zijn met de behandeling? Alida: CoMensha heeft aandacht voor slachtoffers van mensenhandel die niet terug kunnen naar hun land van herkomst. Dat durven ze vaak niet omdat ze bang zijn voor de mensenhandelaar. Daar kun je proberen wat aan te doen. Via Comensha hebben wij contact met mensen in Bulgarije en in Nigeria die zich inzetten om een veilige terugkeer te garanderen. Ik ben nu een slachtoffer in contact aan het brengen met zo iemand en dan merk ik dat het leuk is om ook toekomstgericht te werken. Een aantal wil echt hier blijven, maar een aantal wil heel graag terug. Ze missen hun familie enorm of ze maken zich zorgen over hun familie. Ik vind het een mooie ontwikkeling dat we ook internationale contacten leggen. Je creëert er hoop mee dat je een stap verder kunt denken. Saskia: Dit soort internationale samenwerkingsverbanden met organisaties in het land van herkomst zijn daarom echt van belang. Alida: Project Safe Return heet het. Saskia: CoMensha is pas hier geweest, want zij wilden weten wat wij doen en wat ons hulpaanbod is. Die samenwerking is voor ons heel stimulerend!
T, biedt het ie van het TM ct n u kf e re sp een lijkse be nctie. Mocht fu lt su n Naast de weke co e k en een schriftelij t TMT te word e h in m o n TMT nu ook e m TMT-leden aanmerking ko -mail aan de e r e casus niet in p s su ca heel kan de e ervaringen d jn zi besproken dan e to u n kan elegd. Tot aan het TMT n e g g e rl worden voorg o vo Geweld, een casus wil unt Seksueel p n positief. Wie u te S t e h t men me 5 5227. contact opne l of T: 020 55 .n am rd e st m .a E: ssga@ggd
Saskia, ben jij van oorsprong ook psycholoog? Saskia: Nee, ik ben psychomotorisch therapeut. Alida: Ook binnen de cognitieve kant is er 4
‘We hebben regelmatig drie of vier tolken in de groep’
dan kom je meer op de traumaverwerking. Wat ik mooi vind aan mijn vak is dat je weer toegang krijgt tot de kracht van mensen. Dat ze letterlijk hun kracht gaan voelen en merken ‘ah, jeetje nu is het lekker, ik voel me ontspannen’.
‘De meeste mannen willen door een vrouw behandeld worden’
Tijdgeest In de Volkskrant van 3 januari jl. lees ik een interview met Yvonne Keuls. Haar boek ‘Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel’ is opnieuw uitgegeven met de titel ‘Rapport Tommie’. Het boek uit 1985 is een op feiten gebaseerde roman over een kinderrechter die de aan hem toevertrouwde zwerfjongens gebruikt voor zijn eigen gerief en op zijn beurt door de jongens wordt gebruikt. Keuls sprak uitgebreid met negen jongens en van zes jongens kon ze bewijzen dat hun verhalen klopten. Keuls vertelde het verhaal aan twee Haagse rechtbankpresidenten. Zij zeiden dat het onbewijsbare geruchten waren.“Ach mevrouw, laat u dit toch aan ons over”. Keuls diende namens de zes jongens in 1982 een klacht in bij Justitie, maar de zaak werd nooit onderzocht. De kinderrechter werd met zachte hand richting vervroegd pensioen geduwd. Drie jaar later schreef ze de roman, een aanklacht tegen kindermisbruik en pedofilie, waar in die tijd vergoeilijkend over werd gesproken. Keuls werd enorm aangevallen en kreeg veel kritiek over zich heen. Hoe kon ze een man die zo goed is, die zoveel kinderen helpt, dit aandoen? Ik moet denken aan de BBC-presentator Jimmy Savile. Deze populiare presentator kon in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ongehinderd honderden kinderen en vrouwen misbruiken. Zijn leidinggevenden van de BBC die op de hoogte waren van zijn praktijken, lieten het oogluikend toe en stelden hem zelfs in de gelegenheid. Dit doet weer denken aan de mores binnen de katholieke kerk en de gang van zaken in jeugdzorginstellingen. Psychiater Finkensieper kon in die tijd jaren zijn gang gaan met meisjes in Zetten. Hoe kon dat toch allemaal gebeuren in die tijd? Het werd toch niet normaal gevonden om aan kinderen te zitten? Waarom zei niemand iets? Dat is moeilijk te begrijpen.
5
Column Wetenswaardigheden Seksueel misbruik, incest, kindermishandeling waren allemaal taboeonderwerpen in die tijd. Dat kwam nauwelijks ter sprake in de samenleving. De slachtoffers trokken niet aan de bel. Ze schaamden zich en waren bang geen begrip te krijgen. Ze zouden het wel zelf uitgelokt hebben. Het was de tijd van de vrije liefde. Jongeren kwamen in opstand tegen het autoritaire burgerlijk gezag en eisten inspraak en democratie. De Vietnamoorlog moest stoppen; Make Love Not War. Weg met het keurslijf van het huwelijk; de vrije liefde maakt ons gelukkig (de anticonceptiepil was sinds 1964 op de markt). (Voor de jonge lezertjes: de meeste vrouwen waren in die tijd huisvrouw en moeder en totaal afhankelijk van hun echtgenoot. Hun enige recht was het aanrecht. Er was geen internet en Facebook). In 1970 hield Dolle Mina haar eerste congres en eiste ontplooingskansen en gelijke rechten voor vrouwen. In praatgroepen werden persoonlijke ervaringen met mishandeling en seksueel geweld gedeeld en bleken er veel overeenkomsten te bestaan. Het persoonlijke werd politiek. In 1974 werd het eerste Blijf van mijn Lijfhuis opgericht en in 1976 ontstond de actiegroep Vrouwen Tegen Verkrachting. Steeds meer mensen werden zich bewust van het feit dat onze samenleving en de wereld geleid werd (wordt) door witte heteroseksuele mannen. Mannen met macht konden hun goddelijke gang gaan. Gelukkig is daar (bij ons) verandering in gekomen en zijn vrouwen hun plaats op gaan eisen in de samenleving. Met behulp van de media is er maatschappelijk aandacht gekomen voor incest en seksueel geweld. Het boek van Yvonne Keuls wordt nu opnieuw uitgebracht. De uitgever is van mening dat de tijd er nu rijp voor is. Men denkt nu anders over pedofilie en kindermisbruik. Dat noem ik vooruitgang!
Veilig Thuis nieuw meldpunt huiselijk geweld & kindermishandeling Vanaf 1 januari 2015 zijn de advies-, meld- en steunpunten huiselijk geweld en kindermishandeling in de regio AmsterdamAmstelland samengevoegd onder één dak. Zes gemeenten, één advies- en meldpunt: Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Slachtoffers, plegers, professionals en betrokkenen kunnen bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis terecht voor advies, informatie of het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om tot één regionaal advies- en meldpunt te komen, werden de krachten van verschillende organisaties gebundeld: het Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam, Steunpunt Huiselijk Geweld Amstelland, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Vangnet jeugd gaan samen op in Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Veilig Thuis is vanaf 1 januari 2015 24 uur per dag, 7 dagen per week telefonisch gratis te bereiken: 0800 2000, www.020veiligthuis.nl. Naast telefonisch advies en informatie heeft de organisatie ook een interventieteam klaar staan dat 24 uur per dag aanwezig is om ter plaatse te beoordelen wat er aan de hand is. Om bewustwording te creëren rondom huiselijk geweld en kindermishandeling worden er voor organisaties en bewoners voorlichtingen en trainingen georganiseerd. Fysiek geweld is bij velen de eerste gedachte, maar vele vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling passeren de revue. Van ouderenmishandeling tot eergerelateerd geweld en van huwelijksdwang tot kind-oudermishandeling
HELP! Mijn blootfoto staat online, wat moet ik doen?!
In de huidige maatschappij is de rol van internet en de sociale media groot. Dit in de leefwereld van kinderen en jongeren zorgt voor veel nieuwe mogelijkheden, maar ook voor nieuwe risico’s. In de opvoeding, begeleiding en ondersteuning van kinderen Karin van Erning brengt dat nieuwe taken met zich mee voor
steunpunt seksueel geweld
ouders en medeopvoeders. De taak om kinderen bewust te maken van deze risico’s, te signaleren wanneer het mis gaat en de taak om kinderen goed te begeleiden wanneer zij een nare ervaring hebben gehad. De politie en hulpverlening wordt veelvuldig geconfronteerd met zaken waarbij kinderen slachtoffer zijn geworden van “Sexting en Grooming”. Vanuit deze praktijk ontstond er behoefte om op dit gebied gerichter preventie te organiseren. Sexting is het verspreiden of delen van seksueel getinte foto’s of berichten via mobiele telefoons of andere mobiele media. Delen en verspreiden van seksueel getint fotomateriaal van minderjarige kinderen wordt door de wet gezien als het verspreiden van kinderporno. Grooming is een werkwijze van volwassenen (vooral mannen) om het vertrouwen van kinderen te winnen zodat zij hen uiteindelijk seksueel kunnen misbruiken en/of uitbuiten. In opdracht van de gemeente Amsterdam in samenwerking met de GGD en Qpido, het seksespecifiek expertisecentrum van Spirit, is de film Nienke ontwikkeld. Met deze film wordt beoogd kinderen, jeugdigen, docenten en ouders bekend te maken met de fenomenen “Sexting en Grooming”. De film Nienke maakt op indringende wijze duidelijk hoe een gewoon pubermeisje te maken krijgt met de nare gevolgen van een gedeelde foto op internet en de nare gevolgen van misbruikt vertrouwen. De film Nienke is onderdeel van een lesprogrogramma. Dit lesprogramma heeft tot doel de onderwerpen uit de film bespreekbaar te maken en de kennis te vergroten. Daarnaast heeft het programma tot doel de (seksuele) weerbaarheid van leerlingen ten aanzien van risico’s van sociale media te vergroten. De les “Sexting and Grooming” is eenmalig en duurt anderhalf uur. De les wordt verzorgd door een hulpverlener van Qpido en een zedenrechercheur van de politie. Ouders en docenten worden in aparte voorlichtingsbijeenkomsten bekend gemaakt met de thema’s uit de film en krijgen handvatten mee om seksueel gensoverschrijdend gedrag te signaleren en kinderen hierbij zo goed mogelijk te begeleiden.
6
Voor meer informatie over dit lesprogramma kunt u contact opnemen met Qpido via E:
[email protected] of via T: 06 2933 8064.
VoorZorg effectief tegen kindermishandeling en huiselijk geweld Jamila Mejdoubi onderzocht in haar promotieonderzoek de effectiviteit van het VoorZorg programma in het verminderen van kindermishandeling en huiselijk geweld. VoorZorg is een intensief verpleegkundig huisbezoekprogramma gedurende de zwangerschap tot het tweede levensjaar van het kind. De studie toont aan dat kinderen van moeders die VoorZorg ontvingen statistisch significant minder meldingen (40%) bij het Advies- en Meldpunten Kindermishandeling hadden tijdens de zwangerschap en de eerste drie jaar van het leven van het kind. De studie toont ook aan dat VoorZorg effectief is in het verminderen van roken tijdens de zwangerschap en op het roken in bijzijn van de baby. Daarnaast zijn er positieve effecten gevonden op het geven van borstvoeding.
Publicaties Ouderenmishandeling. Advies over onderzoek naar aard en omvang van misbruik van en geweld tegen ouderen in afhankelijkheidsrelaties. Plaisier, Ingere en M. de Klerk. 2014 Sociaal en Cultureel Planbureau. ISBN 9789037707168. Te downloaden via www.scp.nl. Dit advies beschrijft of onderzoek naar omvang en aard van ouderenmishandeling zinvol is en hoe dat onderzoek vorm zou kunnen krijgen. Ouderen die afhankelijk zijn van anderen, zowel thuiswonend als wonend in een zorginstelling, kunnen slachtoffer zijn van materiële uitbuiting of al dan niet opzettelijke mishandeling. Hoeveel ouderen hiervan slachtoffer zijn is onduidelijk. Het meest recente onderzoek stamt uit de jaren negentig. Schaamte, onwetendheid en de afhankelijke positie van het slachtoffer spelen, net als bij kindermishandeling en geweld tegen vrouwen, een
belangrijke rol bij ouderen-mishandeling. Dat maakt het fenomeen moeilijk bespreekbaar en te onderzoeken. De behoefte aan kennis over het aantal ouderen dat mishandeld wordt en over de mate waarin ouderenmishandeling onderkend en gemeld wordt, is groot onder beleidsmakers, politici en professionals in zorg en welzijn. Veel deskundigen vinden een update op zeer korte termijn van de inschatting van prevalentie ouderenmishandeling wenselijk.
De wetende getuige. Handreikingen aan professionals over handelen en diagnostisch onderzoek bij vermoedens van seksueel misbruik van kinderen. Duin, Anneke van. 2014 uitgeverij Elikser. ISBN 9789089547040. Kosten € 21,50. Tijdens het diagnostisch onderzoek wordt aan Henk gevraagd: “Wat is het ergste dat je hebt meegemaakt?” Hij zegt: “Mijn oom heeft iets met seks gedaan” en wijst vaag naar achteren. “Het deed zeer.” Na doorvragen wat oom precies heeft gedaan, is Henks antwoord: “Oom heeft de helft van mijn leven verpest.” In De wetende getuige vertelt orthopedagoge Anneke van Duin hoe effectief te handelen bij vermoedens van seksueel misbruik. In 1988 stond zij samen met Betty Mijlof, Anneke Wiggemans en Berlinda Aukema aan de wieg van het Diagnostisch Centrum (DC) in Groningen. Hier werden kinderen in de leeftijd van drie tot en met veertien jaar onderzocht bij wie er sprake was van een vermoeden van seksueel misbruik. Op grond van haar praktijkkennis en rijk geïllustreerd met casussen geeft Anneke van Duin handreikingen aan professionals die met kinderen werken alsook informatie over de specialistische diagnostische methode van onderzoek die in het DC is ontwikkeld. Daarna schrijft psychiater Carla Rus over de korte- en langetermijngevolgen van seksueel misbruik en hoe deze te behandelen. Met dit boek bepleiten de auteurs ieder vanuit hun eigen invalshoek dat kinderen die seksueel misbruikt worden sneller worden opgemerkt en dat er meer maatschappelijke aandacht komt voor de problematiek van seksueel misbruik.
steunpunt seksueel geweld
InZicht januari 2015 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 1200 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt, Ilse Kloosterhuis, Pascalle Vittali grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.ggd.amsterdam.nl
Ervaringen en herinneringen zitten ook in je lichaam Equator biedt psychosociale zorg en psychiatrische behandeling aan getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers en aan slachtoffers van mensenhandel. Equator werkt nauw samen met het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) en biedt zorg en psychiatrische behandeling aan de vrouwen die gedwongen werden in de prostitutie te werken. Nieuwsgierig naar hoe zij dat aanpakken gaan wij praten met psychotherapeut Alida de Wit en psychomotorisch therapeut Saskia Bieleveldt.
steunpunt seksueel geweld
Tijdgeest In de Volkskrant van 3 januari jl. lees ik een interview met Yvonne Keuls. Haar boek ‘Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel’ is opnieuw uitgegeven met de titel ‘Rapport Tommie’. Het boek uit 1985 is een op feiten gebaseerde roman over een kinderrechter die de aan hem toevertrouwde zwerfjongens gebruikt voor zijn eigen gerief en op zijn beurt door de jongens wordt gebruikt. Keuls sprak uitgebreid met negen jongens en van zes jongens kon ze bewijzen dat hun verhalen klopten. Keuls vertelde het verhaal aan twee Haagse rechtbankpresidenten. Zij zeiden dat het onbewijsbare geruchten waren.“Ach mevrouw, laat u dit toch aan ons over”. Keuls diende namens de zes jongens in 1982 een klacht in bij Justitie, maar de zaak werd nooit onderzocht. De kinderrechter werd met zachte hand richting vervroegd pensioen geduwd. Drie jaar later schreef ze de roman, een aanklacht tegen kindermisbruik en pedofilie, waar in die tijd vergoeilijkend over werd gesproken. Keuls werd enorm aangevallen en kreeg veel kritiek over zich heen. Hoe kon ze een man die zo goed is, die zoveel kinderen helpt, dit aandoen? Ik moet denken aan de BBC-presentator Jimmy Savile. Deze populiare presentator kon in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ongehinderd honderden kinderen en vrouwen misbruiken. Zijn leidinggevenden van de BBC die op de hoogte waren van zijn praktijken, lieten het oogluikend toe en stelden hem zelfs in de gelegenheid. Dit doet weer denken aan de mores binnen de katholieke kerk en de gang van zaken in jeugdzorginstellingen. Psychiater Finkensieper kon in die tijd jaren zijn gang gaan met meisjes in Zetten. Hoe kon dat toch allemaal gebeuren in die tijd? Het werd toch niet normaal gevonden om aan kinderen te zitten? Waarom zei niemand iets? Dat is moeilijk te begrijpen.
5
Column Wetenswaardigheden Seksueel misbruik, incest, kindermishandeling waren allemaal taboeonderwerpen in die tijd. Dat kwam nauwelijks ter sprake in de samenleving. De slachtoffers trokken niet aan de bel. Ze schaamden zich en waren bang geen begrip te krijgen. Ze zouden het wel zelf uitgelokt hebben. Het was de tijd van de vrije liefde. Jongeren kwamen in opstand tegen het autoritaire burgerlijk gezag en eisten inspraak en democratie. De Vietnamoorlog moest stoppen; Make Love Not War. Weg met het keurslijf van het huwelijk; de vrije liefde maakt ons gelukkig (de anticonceptiepil was sinds 1964 op de markt). (Voor de jonge lezertjes: de meeste vrouwen waren in die tijd huisvrouw en moeder en totaal afhankelijk van hun echtgenoot. Hun enige recht was het aanrecht. Er was geen internet en Facebook). In 1970 hield Dolle Mina haar eerste congres en eiste ontplooingskansen en gelijke rechten voor vrouwen. In praatgroepen werden persoonlijke ervaringen met mishandeling en seksueel geweld gedeeld en bleken er veel overeenkomsten te bestaan. Het persoonlijke werd politiek. In 1974 werd het eerste Blijf van mijn Lijfhuis opgericht en in 1976 ontstond de actiegroep Vrouwen Tegen Verkrachting. Steeds meer mensen werden zich bewust van het feit dat onze samenleving en de wereld geleid werd (wordt) door witte heteroseksuele mannen. Mannen met macht konden hun goddelijke gang gaan. Gelukkig is daar (bij ons) verandering in gekomen en zijn vrouwen hun plaats op gaan eisen in de samenleving. Met behulp van de media is er maatschappelijk aandacht gekomen voor incest en seksueel geweld. Het boek van Yvonne Keuls wordt nu opnieuw uitgebracht. De uitgever is van mening dat de tijd er nu rijp voor is. Men denkt nu anders over pedofilie en kindermisbruik. Dat noem ik vooruitgang!
Veilig Thuis nieuw meldpunt huiselijk geweld & kindermishandeling Vanaf 1 januari 2015 zijn de advies-, meld- en steunpunten huiselijk geweld en kindermishandeling in de regio AmsterdamAmstelland samengevoegd onder één dak. Zes gemeenten, één advies- en meldpunt: Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Slachtoffers, plegers, professionals en betrokkenen kunnen bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis terecht voor advies, informatie of het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om tot één regionaal advies- en meldpunt te komen, werden de krachten van verschillende organisaties gebundeld: het Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam, Steunpunt Huiselijk Geweld Amstelland, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Vangnet jeugd gaan samen op in Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. Veilig Thuis is vanaf 1 januari 2015 24 uur per dag, 7 dagen per week telefonisch gratis te bereiken: 0800 2000, www.020veiligthuis.nl. Naast telefonisch advies en informatie heeft de organisatie ook een interventieteam klaar staan dat 24 uur per dag aanwezig is om ter plaatse te beoordelen wat er aan de hand is. Om bewustwording te creëren rondom huiselijk geweld en kindermishandeling worden er voor organisaties en bewoners voorlichtingen en trainingen georganiseerd. Fysiek geweld is bij velen de eerste gedachte, maar vele vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling passeren de revue. Van ouderenmishandeling tot eergerelateerd geweld en van huwelijksdwang tot kind-oudermishandeling
HELP! Mijn blootfoto staat online, wat moet ik doen?!
In de huidige maatschappij is de rol van internet en de sociale media groot. Dit in de leefwereld van kinderen en jongeren zorgt voor veel nieuwe mogelijkheden, maar ook voor nieuwe risico’s. In de opvoeding, begeleiding en ondersteuning van kinderen Karin van Erning brengt dat nieuwe taken met zich mee voor
steunpunt seksueel geweld
ouders en medeopvoeders. De taak om kinderen bewust te maken van deze risico’s, te signaleren wanneer het mis gaat en de taak om kinderen goed te begeleiden wanneer zij een nare ervaring hebben gehad. De politie en hulpverlening wordt veelvuldig geconfronteerd met zaken waarbij kinderen slachtoffer zijn geworden van “Sexting en Grooming”. Vanuit deze praktijk ontstond er behoefte om op dit gebied gerichter preventie te organiseren. Sexting is het verspreiden of delen van seksueel getinte foto’s of berichten via mobiele telefoons of andere mobiele media. Delen en verspreiden van seksueel getint fotomateriaal van minderjarige kinderen wordt door de wet gezien als het verspreiden van kinderporno. Grooming is een werkwijze van volwassenen (vooral mannen) om het vertrouwen van kinderen te winnen zodat zij hen uiteindelijk seksueel kunnen misbruiken en/of uitbuiten. In opdracht van de gemeente Amsterdam in samenwerking met de GGD en Qpido, het seksespecifiek expertisecentrum van Spirit, is de film Nienke ontwikkeld. Met deze film wordt beoogd kinderen, jeugdigen, docenten en ouders bekend te maken met de fenomenen “Sexting en Grooming”. De film Nienke maakt op indringende wijze duidelijk hoe een gewoon pubermeisje te maken krijgt met de nare gevolgen van een gedeelde foto op internet en de nare gevolgen van misbruikt vertrouwen. De film Nienke is onderdeel van een lesprogrogramma. Dit lesprogramma heeft tot doel de onderwerpen uit de film bespreekbaar te maken en de kennis te vergroten. Daarnaast heeft het programma tot doel de (seksuele) weerbaarheid van leerlingen ten aanzien van risico’s van sociale media te vergroten. De les “Sexting and Grooming” is eenmalig en duurt anderhalf uur. De les wordt verzorgd door een hulpverlener van Qpido en een zedenrechercheur van de politie. Ouders en docenten worden in aparte voorlichtingsbijeenkomsten bekend gemaakt met de thema’s uit de film en krijgen handvatten mee om seksueel gensoverschrijdend gedrag te signaleren en kinderen hierbij zo goed mogelijk te begeleiden.
6
Voor meer informatie over dit lesprogramma kunt u contact opnemen met Qpido via E:
[email protected] of via T: 06 2933 8064.
VoorZorg effectief tegen kindermishandeling en huiselijk geweld Jamila Mejdoubi onderzocht in haar promotieonderzoek de effectiviteit van het VoorZorg programma in het verminderen van kindermishandeling en huiselijk geweld. VoorZorg is een intensief verpleegkundig huisbezoekprogramma gedurende de zwangerschap tot het tweede levensjaar van het kind. De studie toont aan dat kinderen van moeders die VoorZorg ontvingen statistisch significant minder meldingen (40%) bij het Advies- en Meldpunten Kindermishandeling hadden tijdens de zwangerschap en de eerste drie jaar van het leven van het kind. De studie toont ook aan dat VoorZorg effectief is in het verminderen van roken tijdens de zwangerschap en op het roken in bijzijn van de baby. Daarnaast zijn er positieve effecten gevonden op het geven van borstvoeding.
Publicaties Ouderenmishandeling. Advies over onderzoek naar aard en omvang van misbruik van en geweld tegen ouderen in afhankelijkheidsrelaties. Plaisier, Ingere en M. de Klerk. 2014 Sociaal en Cultureel Planbureau. ISBN 9789037707168. Te downloaden via www.scp.nl. Dit advies beschrijft of onderzoek naar omvang en aard van ouderenmishandeling zinvol is en hoe dat onderzoek vorm zou kunnen krijgen. Ouderen die afhankelijk zijn van anderen, zowel thuiswonend als wonend in een zorginstelling, kunnen slachtoffer zijn van materiële uitbuiting of al dan niet opzettelijke mishandeling. Hoeveel ouderen hiervan slachtoffer zijn is onduidelijk. Het meest recente onderzoek stamt uit de jaren negentig. Schaamte, onwetendheid en de afhankelijke positie van het slachtoffer spelen, net als bij kindermishandeling en geweld tegen vrouwen, een
belangrijke rol bij ouderen-mishandeling. Dat maakt het fenomeen moeilijk bespreekbaar en te onderzoeken. De behoefte aan kennis over het aantal ouderen dat mishandeld wordt en over de mate waarin ouderenmishandeling onderkend en gemeld wordt, is groot onder beleidsmakers, politici en professionals in zorg en welzijn. Veel deskundigen vinden een update op zeer korte termijn van de inschatting van prevalentie ouderenmishandeling wenselijk.
De wetende getuige. Handreikingen aan professionals over handelen en diagnostisch onderzoek bij vermoedens van seksueel misbruik van kinderen. Duin, Anneke van. 2014 uitgeverij Elikser. ISBN 9789089547040. Kosten € 21,50. Tijdens het diagnostisch onderzoek wordt aan Henk gevraagd: “Wat is het ergste dat je hebt meegemaakt?” Hij zegt: “Mijn oom heeft iets met seks gedaan” en wijst vaag naar achteren. “Het deed zeer.” Na doorvragen wat oom precies heeft gedaan, is Henks antwoord: “Oom heeft de helft van mijn leven verpest.” In De wetende getuige vertelt orthopedagoge Anneke van Duin hoe effectief te handelen bij vermoedens van seksueel misbruik. In 1988 stond zij samen met Betty Mijlof, Anneke Wiggemans en Berlinda Aukema aan de wieg van het Diagnostisch Centrum (DC) in Groningen. Hier werden kinderen in de leeftijd van drie tot en met veertien jaar onderzocht bij wie er sprake was van een vermoeden van seksueel misbruik. Op grond van haar praktijkkennis en rijk geïllustreerd met casussen geeft Anneke van Duin handreikingen aan professionals die met kinderen werken alsook informatie over de specialistische diagnostische methode van onderzoek die in het DC is ontwikkeld. Daarna schrijft psychiater Carla Rus over de korte- en langetermijngevolgen van seksueel misbruik en hoe deze te behandelen. Met dit boek bepleiten de auteurs ieder vanuit hun eigen invalshoek dat kinderen die seksueel misbruikt worden sneller worden opgemerkt en dat er meer maatschappelijke aandacht komt voor de problematiek van seksueel misbruik.
steunpunt seksueel geweld
InZicht januari 2015 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 1200 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt, Ilse Kloosterhuis, Pascalle Vittali grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.ggd.amsterdam.nl
Ervaringen en herinneringen zitten ook in je lichaam Equator biedt psychosociale zorg en psychiatrische behandeling aan getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers en aan slachtoffers van mensenhandel. Equator werkt nauw samen met het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) en biedt zorg en psychiatrische behandeling aan de vrouwen die gedwongen werden in de prostitutie te werken. Nieuwsgierig naar hoe zij dat aanpakken gaan wij praten met psychotherapeut Alida de Wit en psychomotorisch therapeut Saskia Bieleveldt.
steunpunt seksueel geweld