Zoom in op je lichaam PABO Inspiratie & Verdieping
Science Center NEMO Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam 020 531 31 18 www.e-nemo.nl
[email protected]
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 1
Informatie bij dit lesmateriaal
In Science Center NEMO draait alles om ervaren. Soms is de ervaring fysiek, soms zintuiglijk, soms cognitief, maar altijd onuitwisbaar. NEMO gebruikt deze interactieve buitenschoolse leeromgeving om inspiratie op te wekken voor wetenschap en techniek bij een breed publiek (waaronder leerkrachten en leerlingen). Dit lesmateriaal over het menselijk lichaam is speciaal ontwikkeld voor (toekomstige) leerkrachten. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel Zoom in op je lichaam bestaat uit zeven werkbladen. Op elk werkblad bestudeer je één exhibit (tentoonstellingsonderdeel). De werkbladen zijn opgebouwd uit verschillende stappen. Bij Verkennen en Aan de slag vind je concrete opdrachten die je in tweetallen in NEMO maakt. Bij Jij als leerkracht denk je na over je rol als leerkracht en/of geven we tips voor activiteiten in de klas. In het tweede deel, Zoom in op exhibits, ga je bij twee zelfgekozen exhibits dieper in op de beleving van leerlingen. Hoe kun je leerlingen prikkelen met de exhibit aan de slag te gaan? Kun je een leuke opdracht bij de exhibit bedenken? Het hoofdstuk Achtergrondinformatie biedt aanvullende informatie over de exhibits en de wetenschap achter de exhibit. Wij wensen je veel plezier in NEMO!
NEMO heeft een ruim educatief aanbod voor zowel in NEMO als in de klas. Wil je meer weten over dit gratis materiaal, kijk dan op onze website: www.e-NEMO.nl.
Wil je meer weten over een exhibit? Kijk dan op pagina 28 in de achtergrondinfo.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 2
Inhoud
Werken met het NEMO lesmateriaal - Leerlijn Onderzoekend Leren 4
In NEMO
Werkbladen - Zoom in op je lichaam 5 Werkbladen - Zoom in op exhibits 15 Meer informatie - Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam 22 Meer informatie - Achtergrondinformatie Zoom in op exhibits 30 Meer informatie - Praktische informatie voor uw bezoek aan NEMO 32 Meer informatie - Plattegrond NEMO 34
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 3
Werken met het NEMO lesmateriaal Leerlijn Onderzoekend leren In dit lesmateriaal maken we gebruik van de didactiek Onderzoekend Leren. NEMO onderscheidt zeven stappen in onderzoekend leren. In het lesmateriaal geven we elke stap weer met een pictogram. Voor de leerlingen gebruiken we andere termen dan voor de leerkracht. In onderstaande tabel staan alle stappen, met pictogram en uitleg. Pictogram
Stappen van onderzoek
Term voor de leerling
Verkennen • Verkennende activiteit over het onderwerp, bijvoorbeeld een brainstorm. • Activeert voorkennis of introduceert nieuwe kennis bij de leerling.
Op Verkenning
Onderzoeksvraag • Vraag waarin geformuleerd wordt wat de leerling gaat onderzoeken. • Belangrijk is dat de onderzoeksvraag niet te breed of te smal gesteld wordt.
Wat ga je onderzoeken?
Hypothese • Een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag. • Een hypothese is niet goed of fout. De hypothese geeft weer wat je denkt.
Wat denk jij?
Experiment • Proefondervindelijk wordt een antwoord op de onderzoeksvraag gezocht. De hypothese wordt getest. • Het experiment is niet altijd een proef, het kan ook een theoretisch experiment zijn.
Aan de slag!
Resultaten • De resultaten uit het experiment worden vastgelegd.
Wat gebeurt er?
Conclusie • Er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. • De resultaten zijn leidend bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag.
Wat weet je nu?
Verdieping • Hier kan verdere uitleg gegeven worden. • Suggesties voor verder onderzoek. • Discussie kan hier plaats vinden.
Meer weten!
Niet in al het lesmateriaal maken we gebruik van alle pictogrammen of alle stappen. Dit hangt af van de opdracht en de doelgroep.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 4
In de klas Zoom in op je lichaam
Werkblad 1 Ben jij je genen? 6 Werkblad 2 Van oorsprong tot eisprong 8 Werkblad 3 Ben ik mijn hormonen? 9 Werkblad4 Onder invloed 10 Werkblad 5 Allerhande breinen 11 Werkblad 6 Je lichaam verraadt je... 12 Werkblad 7 Kleur bekennen 13
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 5
Werkblad 1
Ben jij je genen?
Verkennen Tegenover de liften op verdieping 1 vind je de exhibit Make a face. Bij deze exhibit kun je zelf bepalen hoe een kind eruit komt te zien door de genencombinatie van de vader en de moeder te veranderen. Lees de instructie op de exhibit.
Aan de slag! Gebruik je eigen kenmerken als uitgangspunt. Als jullie allebei vrouw of allebei man zijn, neemt één de rol aan van de andere sekse. Bij sommige kenmerken zijn beperkte keuzes, zoals bij de kleur van je ogen. Kies dan het gen dat het dichtst in de buurt komt. Hoe ziet jullie kind eruit? Doe de exhibit en vul onderstaande tabel in. Uiterlijke kenmerken doorgegeven
Genen door jou doorgegeven
Genen door je medestudent
Uiterlijk van het kind
oogkleur (licht/donker)
haartype (stijl/krul)
haarkleur (licht/donker)
oorlel (los/vast)
wenkbrauwen (los/vast)
mond (smal/dik)
kuiltjes (ja/nee)
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 6
Werkblad Ben jij je genen?
Voor elk van je kenmerken heb je twee genen. Het ene krijg je van je moeder, het andere van je vader. Het dominante gen bepaalt welke kleur ogen je krijgt. Het niet-dominante gen noemen we recessief. Geef hieronder aan welke kenmerken recessief of dominant zijn. oogkleur recessief
licht
dominant
donker
haartype
haarkleur
oorlel
wenkbrauwen
mond
kuiltjes
Jij als leerkracht Vind je erfelijkheid een onderwerp dat behandeld zou moeten worden in het basisonderwijs? Waarom wel of niet?
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 7
Werkblad 2
Van oorsprong tot eisprong
Verkennen Aan de wand bij de liften van verdieping 1 vind je de exhibit Van oorsprong tot eisprong. Op deze wand staan allerlei verhalen over denkbeelden die mensen vroeger hadden over voortplanting en erfelijkheid. Bekijk de linkerhelft van de wand. Welk denkbeeld vind je opmerkelijk of grappig? Waarom?
Aan de slag Links van de wand bevindt zich de Vrolikgalerij. In de Vrolikgalerij is de ontwikkeling te zien van ongeboren kinderen in verschillende stadia. Vergelijk het ongeboren kind van 5 weken met dat van 5 maanden. Noem de meest opvallende verschillen en overeenkomsten.
Jij als leerkracht Welke ideeën kunnen kinderen (4 tot 12 jaar) hebben over de ontwikkeling van een baby in de buik van de moeder? In de klas kun je deze ideeën inzichtelijk maken door kinderen twee tekeningen te laten maken van hoe zij denken dat een baby in de buik eruit ziet. Eén tekening van een baby die net in de buik van de moeder zit. En één tekening van hoe een baby eruit ziet als die bijna geboren wordt. Leg alle tekeningen op de grond en laat de kinderen de overeenkomsten en verschillen benoemen. In de achtergrondinformatie vind je een werkblad voor deze opdracht.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 8
Werkblad 3
Ben ik mijn hormonen?
Verkennen Op welke leeftijd denk je dat de meeste: • meisjes ongesteld worden? • jongens hun eerste zaadlozing hebben? • meisjes de groeispurt ingaan? • jongens de groeispurt ingaan?
Aan de slag Op verdieping 3 kun je op het grote scherm het filmpje Ben ik mijn hormonen? zien. In dit filmpje vzie je in vogelvlucht de puberteit van jongens en meisjes voorbij komen. Bekijk het filmpje. Lagen de door jou geschatte leeftijden in de buurt van de leeftijden in het filmpje? Wat vond je het meest opvallend?
Jij als leerkracht Als leerkracht krijg je op de basisschool te maken met de puberteit. Een voorbeeld hiervan is het verschil in lengte tussen groep 7 en 8. Dit is een leuke aanleiding voor een opdracht waarbij je jongens en meisjes opmeet. U kunt de leerlingen een grafiek laten tekenen en de verschillen tussen jongens en meisjes bespreken. Wat is het gemiddelde verschil in jouw klas tussen jongens en meisjes? Welke onderdelen van de puberteit zou je naar aanleiding hiervan kunnen bespreken?
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 9
Werkblad 4
Onder invloed
Verkennen Wil je zelf ervaren hoe het is om onder invloed te rijden? Doe de exhibit Ben je bezopen!? op verdieping 3. Wat gebeurt er met je als je teveel alcohol gedronken hebt? Noem 3 gevolgen.
Aan de slag Ga door naar de achterwand To the Max!. Achteraan de wand vind je een computerspel over drugs, deze exhibit heet Drugged dancer. Je kunt de hoofdrolspeelster (een meisje in een disco) verschillende soorten drugs toedienen. Doe de exhibit. Op welke organen heeft cannabis invloed? Schrijf de organen op en vertel wat het effect van cannabis op deze organen is. Op welke organen heeft alcohol invloed? Schrijf de organen op en vertel wat het effect van alcohol op deze organen is.
Jij als leerkracht Roy (10) en Mark (11) vertellen op maandagochtend heel stoer aan hun vriendjes dat ze drie glazen bier hebben gedronken. Jij hoort dit. Hoe reageer jij hierop als leerkracht?
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 10
Werkblad 5
Allerhande breinen
Verkennen Naast de trap op verdieping 4 staat de exhibit Breinboom. Dit is een opstelling in de vorm van een electrospel, waar je de hersenen van verschillende diersoorten ziet. Kijk naar alle hersenen in de Breinboom en vergelijk deze. Noem drie opvallende verschillen.
Aan de slag Doe nu de exhibit. In hoeverre verschilt het brein van mensen met dat van andere dieren? Wat zijn de meest opvallende verschillen?
Jij als leerkracht Baviaan
Chimpansee
Mens
Leeuw
Dolfijn
Struisvogel
Krokodil
Wolf
Wetenschappers denken dat intelligentie te maken heeft met de massa van hersenen ten opzichte van het totale lichaamsgewicht. Ook de hoeveelheid plooien in de hersenen heeft invloed op het beter kunnen uitvoeren van een ingewikkelde taak. In de tabel staan dieren genoemd. Welk dier is volgens jou het meest intelligent? Zet een 1 bij het minste intelligente dier en eindig met een 8 voor het intelligentste dier op aarde. In welke groep(en) zou je deze oefening kunnen doen?
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 11
Werkblad 6
Je lichaam verraadt je...
Verkennen Vraag een medestudent om een nummer onder de 10 te kiezen en aan dat nummer te blijven denken. Kijk hem of haar diep in de ogen en probeer het nummer te raden. Lukt het?
Aan de slag Lukt het om iemands gedachten te lezen? Ga naar de exhibit Zichtbare gedachten op verdieping 4. Deze exhibit gaat over het kunnen raden van een gedachte van een ander. Doe de exhibit twee keer. Wissel de tweede keer van rol. Hebben jullie beiden het getal geraden? Hoe kan dat?
Lees de uitleg bij de exhibit.
Jij als leerkracht Welk verband leggen je leerlingen tussen emoties en lichamelijke reacties? Laat je leerlingen in tweetallen een lijstje maken, bij elke emotie schrijven ze een toepasselijke lichamelijke reactie. Emotie
Lichamelijke reactie
verdriet angst schaamte zenuwachtig
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 12
Werkblad 7
Kleur bekennen
Verkennen Ken je lichaam: welke plekken van je lichaam zijn het warmst?
Aan de slag Ga naar de exhibit Kleur bekennen op verdieping 3. Deze exhibit bevindt zich voor de Peepshow. De exhibit bevat een infraroodcamera. Dit is een meetinstrument om infrarood (straling) waar te nemen. Daarmee kun je warmte zichtbaar maken. Welk lichaamsdeel is het warmst? En welke het koudst?
Gebruik de tatoeages.
Kloppen je eigen antwoorden met je waarnemingen bij de exhibit? Wat vond je verrassend en welke verklaring heb je hiervoor?
Jij als leerkracht Je kunt je zintuigen voor warm en koud voor de gek houden. Dit kun je door middel van een klein proefje demonstreren. • Neem een bak koud, lauw (kamertemperatuur) en warm water. • Zet het lauwe water in het midden, warm water links en koud water rechts. • Dompel je linkerhand in warm water en je rechterhand tegelijkertijd in koud water. Doe dit een halve minuut. • Dompel daarna allebei je handen in de bak met lauw water. Voelt dit voor je linkerhand hetzelfde als je rechterhand? Hoe komt dit denk je?
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 13
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 14
Zoom in op exhibits
Zoom in op Exhibits 1 17 Zoom in op Exhibits 2 19
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 15
Zoom in op exhibits
Kies twee van de onderstaande exhibits. Kom je zelf een andere interessante exhibit over het menselijk lichaam tegen, dan mag je deze natuurlijk ook kiezen. Kies twee exhibits uit en beantwoord de vragen op de volgende pagina’s.
Verdieping 1
Verdieping 4
Spijkerstoel
Brein in de war
Deze exhibit bevindt zich aan de rechterkant van verdieping 1, gezien vanaf de ingang.
Deze exhibit bevindt zich aan de rechterkant van verdieping 4, gezien vanaf de trap.
Ben jij uniek?
Ken je grenzen
Deze exhibit bevindt zich aan de achterkant van verdieping 1, gezien vanaf de ingang.
Deze exhibit bevindt zich aan de linkerkant van verdieping 4, gezien vanaf de trap.
Stamboom Deze exhibit bevindt zich tegenover de twee liften aan de achterkant van verdieping 1, gezien vanaf de ingang.
Vier generaties Deze exhibit bevindt zich naast de trap op verdieping 1.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 16
Werkblad Zoom in op Exhibits 1 Naam van exhibit
Verkennen Waarom heb je deze exhibit gekozen?
Aan de slag! Doe de exhibit. Wat kun je hier leren? Stel dat je met een groepje leerlingen bij deze exhibit staat. Hoe kun je leerlingen prikkelen om ermee aan de slag te gaan? Welke interventies kun je bij deze exhibit bedenken? Denk aan; hulpmiddelen, vragen en begeleiding.
Jij als leerkracht Bedenk een opdracht voor leerlingen bij deze exhibit. De opdracht heeft drie onderdelen: verkennen, aan de slag en conclusie (simpele uitleg over exhibit). Verkennen
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 17
Zoom in op Exhibits 1
Aan de slag Conclusie
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 18
Werkblad Zoom in op Exhibits 2 Naam van exhibit
Verkennen Waarom heb je deze exhibit gekozen?
Aan de slag! Doe de exhibit. Wat kun je hier leren? Stel dat je met een groepje leerlingen bij deze exhibit staat. Hoe kun je leerlingen prikkelen om ermee aan de slag te gaan? Welke interventies kun je bij deze exhibit bedenken? Denk aan; hulpmiddelen, vragen en begeleiding.
Jij als leerkracht Bedenk een opdracht voor leerlingen bij deze exhibit. De opdracht heeft drie onderdelen: verkennen, aan de slag en conclusie (simpele uitleg over exhibit). Verkennen
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 19
Zoom in op Exhibits 2
Aan de slag Conclusie
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 20
Meer informatie
N
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam 22 Achtergrondinformatie Zoom in op exhibits 30 Praktische informatie voor uw bezoek aan NEMO 32 Plattegrond van NEMO 34
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 21
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam 1 Ben jij je genen? Er zijn verschillende mogelijkheden om een les over erfelijkheid te geven op de basisschool. Zo kun je bijvoorbeeld ingaan op de uiterlijke kenmerken (fenotypen) van de leerlingen. Je kunt hun fenotypes vergelijken met die van hun ouders en de leerlingen een stamboom laten tekenen. Op deze manier sluit je aan bij hun belevingswereld. Erfelijkheid kan een gevoelig onderwerp zijn. Bijvoorbeeld wanneer er een geadopteerd kind in je klas zit of als een leerling een erfelijke ziekte in de familie heeft. Hoe ga je hiermee om? Er is er natuurlijk niet één juist antwoord op deze vraag. Daarom is het goed om hierover van te voren na te denken. Praat erover met studiegenoten; wellicht hebben zij goede ideeën. Alvast een aanzet: • Vertel vooraf dat het kan voorkomen dat kenmerken tussen grootouders, ouders en kinderen niet overeenkomen. Dat komt omdat erfelijkheid in werkelijkheid complexer is dan hoe het nu wordt weergegeven. • Zorg dat je, voor kinderen die weten dat niet allebei hun ouders hun biologische ouders zijn, een opdracht hebt waarbij ze aan een andere familie kunnen werken, of dat ze met een andere leerling kunnen samenwerken. Dominant en recessief Voor elk van je kenmerken heb je twee genen. Het ene krijg je van je moeder, het andere van je vader. Zo kun je bijvoorbeeld van je moeder het gen voor blauwe ogen hebben gekregen en van je vader het gen voor bruine ogen. Maar welke kleur ogen krijg je dan? Het gaat erom welk gen de baas is, oftewel welk gen dominant is. Dit gen bepaalt welke kleur ogen je krijgt. Het niet-dominante gen noemen we recessief. Voor oogkleur is bekend dat het gen voor bruine ogen meestal dominant is over het gen voor blauwe ogen. In dit geval zal je dus bruine ogen krijgen.
2 Ontwikkeling (1) Vroeger hadden mensen vaak aparte ideeën over voorplanting van mensen en de ontwikkeling van embryo’s. Dat is niet vreemd, want men had nog niet de techniek om dat goed te onderzoeken. Tegenwoordig is meer bekend over het verloop van een zwangerschap en welke stadia een embryo doorgaat. Door onderzoek krijgen we steeds meer inzicht . Hierdoor zijn Ivf-behandelingen mogelijk en kunnen we ziektes en afwijkingen vroegtijdig ontdekken. 1
ron: Van Es, S.E., Van Schijndel, B T., Franse, R. & Raijmakers, M.E.J. (2009). Children’s thoughts on unborn babies Representational redescription in preconceptions of children on fetal development. In Taatgen, N. & Van Rijn, H. (eds.): Proceedings of the Annual Conference of the Cognitive Science Society, Amsterdam.
Zoom in op je lichaam | PABO
Onderzoek in NEMO1 naar denkbeelden van kinderen over de ontwikkeling van een embryo leverde de volgende driedeling in ideeën op die kinderen (4-12 jaar) hebben:
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 22
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
Naarmate kinderen ouder worden, ontwikkelen hun denkbeelden hierover. Om deze denkbeelden te onderzoeken, werd er tijdens het onderzoek gevraagd hoe een baby eruit ziet aan het begin van de zwangerschap en wanneer de baby bijna geboren wordt. Dit tekenden de kinderen vervolgens. 1. Lichamelijke verandering bestaat slechts uit groei.
2 Lichamelijke verandering bestaat onder andere uit het uitgroeien van lichaamsdelen zoals armen en benen.
3 Prenatale ontwikkeling gaat gepaard met structurele veranderingen in de opbouw van het lichaam.
In de klas kun je dit ook doen. Op de volgende pagina staat hiervoor een werkblad. De kinderen kunnen hun eigen tekeningen vergelijken met die van hun leeftijdsgenootjes. Daarna bespreek je dit met de hele klas en categoriseer je welke beelden er leven. Naar aanleiding hiervan kun je een aantal boeken neerleggen, waarmee ze hun eigen denkbeelden kunnen koppelen aan de nieuwe informatie.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 23
Zoom in op je lichaam | PABO
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 24
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
3 Ontwikkeling (2) Puberteit is de periode waarin kinderen zich ontwikkelen tot volwassen mannen en vrouwen. Een belangrijke, maar soms ook lastige periode. Wanneer kom jij als leerkracht in aanraking met puberende kinderen? De leeftijd waarop de puberteit begint, verschilt sterk per kind. Meisjes komen gemiddeld eerder in de puberteit dan jongens. Het kan voor jongens verhelderend zijn dat het helemaal niet raar is, dat ze nog zo klein zijn ten opzichte van het andere geslacht. Bij meisjes is de groeispurt één van de eerste zichtbare tekenen van de puberteit. De groeispurt begint bij meisjes als ze gemiddeld 10,5 jaar oud zijn. Rond diezelfde tijd beginnen de borsten te groeien. Vervolgens komen de eerste schaamharen en de eerste okselharen. Langzaam maar zeker zullen ze merken dat de heupen, dijen en billen dikker worden. Hierna volgt de eerste menstruatie: een belangrijk moment in het leven van een meisje. Een meisje wordt rond haar dertiende of veertiende jaar voor het eerst ongesteld. Natuurlijk zijn dit allemaal gemiddeldes en kan het ook zijn dat een meisje al op haar negende ongesteld wordt of dat op haar achtste borsten beginnen te groeien. Het eerste dat bij jongens aan het begin van de puberteit opvalt, is dat ze schaamhaar krijgen en dat de teelballen groter worden. Dit gebeurt meestal als een jongen 12 jaar oud is. Pas bij een gemiddelde leeftijd van 12,5 jaar begint bij jongens de groeispurt. Vandaar dat meisjes uit de hoogste klassen van de basisschool vaak groter zijn dan de jongens. Na het begin van de groeispurt zal de penis groter worden en kan een jongen zijn eerste zaadlozing krijgen. Later in de puberteit wordt de stem lager en zal hij baardgroei krijgen. Ook op andere plekken kan haar gaan groeien (borsthaar, rughaar, enz.). Tegen het eind van de puberteit heeft de jongen bredere schouders en een bredere borstkas. Net als bij meisjes geldt ook voor jongens dat de leeftijd waarop de ontwikkelingen plaatsvinden, sterk per kind verschillen. Als leerkracht zul je het meest in aanraking komen met beginnende pubers in groep 7 & 8. Maar het is helemaal niet vreemd als je in groep 6 of zelfs groep 5 al kinderen tegenkomt die aan de puberteit beginnen.
Als je dit thema bespreekt moet het voor de leerlingen duidelijk zijn dat er niets fout is! Je gaat samen op onderzoek uit naar hoe iets werkt of in elkaar steekt. Het is meer een ontdekkingstocht, dan het aanleren van kennis.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 25
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
4 Onder invloed Uit onderzoek blijkt dat ruim een derde van de leerlingen uit groep 7 en 8 weleens een glaasje alcohol heeft gedronken. Dat er leerlingen zijn die alcohol drinken, dat wist je misschien wel. Maar is het nou echt zo slecht voor ze of valt het allemaal wel mee? De hersenen van basisschoolleerlingen zijn nog volop in ontwikkeling. Deze ontwikkeling kan beïnvloed worden door stoffen van buitenaf en alcohol is één daarvan. Alcohol remt de groei van de hersenen. De gevolgen hangen af van de mate waarin kinderen drinken. Bij kinderen die dronken worden, is de kans groot dat hun hersenen blijvend aangetast worden. Ze zullen dan bijvoorbeeld moeite krijgen zich te beheersen, moeilijker kunnen leren en zich slecht kunnen concentreren. Kinderen die elke week 1 glas drinken, lopen ook risico op blijvende hersenbeschadiging. Bij 1 glas per maand is het risico nog wel aanwezig, maar minder groot. Héél af en toe een (klein) glaasje, zoals een beetje champagne tijdens oud & nieuw, kan niet zo heel veel kwaad. Tenminste, niet voor de hersengroei. Maar er komt meer kijken bij alcoholgebruik door kinderen. Er is namelijk gebleken dat kinderen die op jonge leeftijd alcohol drinken, een grotere kans hebben om op latere leeftijd verslaafd te raken aan alcohol dan kinderen die helemaal geen alcohol drinken. Zeker iets om in gedachten te houden dus! Hoe jij omgaat met leerlingen waarvan je merkt dat ze alcohol drinken, is natuurlijk helemaal aan jou en het beleid van je school. Spreek je de ouders erop aan? Of het kind zelf? Geef je een les voor de hele klas waarin je uitlegt wat alcohol met je doet? Of doe je niets? Het kan allemaal. Maar als je wat meer van de feiten weet, is het misschien makkelijker om een keuze te maken. Alcohol: van glas tot hersenen De alcohol die je drinkt gaat via je mond en je slokdarm naar je maag. Daar wordt ongeveer 20% van de alcohol in je bloed opgenomen. De overige 80% wordt in je bloed opgenomen via je dunne darm. Eenmaal in je bloed aangekomen, verspreidt de alcohol zich door je hele lichaam, waaronder je hersenen. In je hersenen oefent alcohol een verdovende werking uit op de hersencellen. Het zorgt ervoor dat de communicatie tussen deze cellen wordt vertraagd. Hoe meer alcohol in je hersenen terecht komt, des te moeilijker je zenuwcellen met elkaar kunnen communiceren. Vandaar dat sommige mensen zich behoorlijk vreemd gedragen als ze veel alcohol gedronken hebben.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 26
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
5. Allerhande breinen Breinboom De hersenen zijn het commandocentrum van het lichaam. Ze bepalen hoe we denken, voelen en ons gedragen. Hoe complexer een organisme en zijn omgeving, hoe complexer de hersenen. De hersenen van verschillende dieren laten overeenkomsten en verschillen zien. Overeenkomsten • Elk brein is symmetrisch en heeft twee hersenhelften. • Elk brein heeft een ruggenmerg dat van de hersenen naar de rest van het lichaam loopt. • Elk brein heeft drie hoofdgedeelten. Elk met een speciale taak: – Hersenstam: controleert de basisfuncties die nodig zijn om te overleven. – Kleine hersenen (Cerebellum): zorgen dat de spieren goed samenwerken voor een juiste coördinatie, een goed evenwicht en het aanleren van bewegingen. – Grote hersenen (Cerebrum): zijn verantwoordelijk voor denken, leren, herinneren, voelen, emoties, taal en het bewust bewegen van spieren. Verschillen • Hersenen verschillen in grootte. • Hersenen verschillen in vorm en structuur: – De meest eenvoudige hersenen vinden we in de geleedpotigen, zoals de kreeft. Het is niet echt een brein. Ze hebben een simpel zenuwsysteem dat bestaat uit reflexroutes die reageren op licht, geur, beweging of druk. – Bovenop de hersenen van sommige dieren, zoals vogels, katten en konijnen, steekt een grote bulbus olfactorius uit, een reukbrein. De grote omvang van deze uitstulping laat zien hoe belangrijk reuk is voor het overleven van deze dieren. – Lagere diersoorten (vissen, amfibieën, reptielen) denken niet veel, maar zijn de hele dag bezig met het zoeken naar voedsel, eten, drinken, slapen, voortplanten en verdedigen. Hun hersenen bevatten gebieden die deze functies beheersen. Wij doen dit soort dingen ook en hebben dus een ingebouwd ‘reptielenbrein’. De hersenen van dieren hebben een verschillend geplooid hersenschors: sommige hersenen zijn glad, terwijl andere veel plooien bevatten. Als je van de vissen opklimt in de evolutionaire stamboom naar de mensen, wordt de hersenschors steeds groter en krijgt meer plooien. Hoe komt het dat gedurende de evolutie sommige dieren intelligenter zijn geworden dan anderen? Dit heeft veel te maken met de leefomgeving van het dier en met de vraag hoe slim het moet zijn om te overleven en zich voort te planten.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 27
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
Een manier om intelligentie te meten, is te kijken hoeveel en wat voor soort beslissingen een dier moet nemen om: • voedsel te vinden – jagers die hun prooi besluipen nemen meer beslissingen dan dieren die voedsel voor hun neus vinden; • zich te beschermen – dieren die zowel jager als prooi zijn, nemen meer beslissingen dan dieren die slechts het één of het ander zijn; • met anderen samen te leven in een groep – dieren die in een groep leven en hun activiteiten moeten afstemmen op die van anderen, nemen ingewikkelder beslissingen. Ze moeten slimmer zijn dan dieren die alleen leven. Antwoord bij de opdracht: krokodil – struisvogel – leeuw – wolf – dolfijn – baviaan –chimpansee – mens
6 Je lichaam verraadt je... Zichtbare gedachten Hoe kan deze exhibit iemand in staat stellen je gedachten te lezen? Wanneer je iets probeert te verbergen (in dit geval het getal dat je in gedachten hebt) of wanneer je een emotie ervaart, treedt een aantal fysiologische veranderingen op. Een van deze fysiologische reacties is een verhoogde zweetafscheiding. De verhoogde zweetafscheiding zorgt ervoor dat de elektrische weerstand van je huid afneemt. Op het moment dat de ondervrager het getal dat jij in gedachten hebt opnoemt, begin je meer te transpireren. De speciale vingerhoed registreert deze veranderingen in de elektrische weerstand van je huid en de wijzer op de tafel van de ondervrager slaat uit. Een leugendetector werkt op dezelfde manier. Wanneer de fysiologische reacties van iemand tijdens een ondervraging worden geregistreerd, kun je zien op welk moment of bij welke vraag hij sporen van emotionele opwinding vertoont. Dat kan betekenen dat deze persoon liegt of iets probeert te verbergen. De fysiologische reacties worden overigens niet zozeer veroorzaakt door het liegen zelf, maar door de angst dat de waarheid achterhaald zal worden. Naast de verandering van de elektrische weerstand van de huid die bij deze exhibit wordt gemeten, veroorzaakt emotionele opwinding een verandering van de hartslag, ademhaling en bloeddruk. Het is algemeen bekend dat emotionele opwinding gepaard gaat met lichamelijke veranderingen. Het ontmaskeren van leugenaars met behulp van een leugendetector is echter nog verre van onfeilbaar en is vaak bekritiseerd op grond van de volgende argumenten: • Een reactie op een vraag kan laten zien dat iemand opgewonden is, maar niet waarom hij opgewonden is. Bepaalde vragen of woorden kunnen een onschuldige verdachte zenuwachtig maken of emotioneren, zodat hij lijkt te liegen, hoewel hij de waarheid spreekt. • Een geoefend leugenaar kan zo gewend zijn om te liegen, dat hij weinig opwinding vertoont. • Een kenner kan het apparaat om de tuin leiden door aan iets opwindends te denken of door zijn spieren te spannen bij het beantwoorden van neutrale vragen. Hij laat dan bij het spreken van de waarheid dezelfde fysiologische reactie zien als bij zijn leugens.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 28
Achtergrondinformatie Zoom in op je lichaam
In Nederland wordt de leugendetector niet gebruikt vanwege zijn onbetrouwbaarheid. Ook in de Verenigde Staten - het land dat het meest warm loopt voor deze techniek - worden de resultaten van een leugendetectortest door veel rechtbanken niet als bewijs geaccepteerd. Andere emoties met de bijbehorende lichamelijke reacties vind je hieronder. Emotie
Lichamelijke reactie
verdriet
tranen, snikken, huilen
angst
kippenvel,beven, trillen
schaamte blozen zenuwachtig
klamme handen, hartkloppingen
7 Kleur bekennen Infraroodcamera Deze camera neemt geen normaal beeld op, maar meet de hoeveelheid infrarode straling. Door een bepaalde hoeveelheid straling een kleurcode te geven, krijg je een beeld dat uit allemaal kleuren bestaat. Elke kleur staat voor een bepaalde temperatuur. Op deze manier kun je ook in het donker een levend, warmbloedig wezen zien en kun je de warmte per lichaamsdeel zien. Ook wordt duidelijk dat kleren en haren een isolerende functie hebben. Met deze techniek is het mogelijk om warmte met je ogen waar te nemen. Deze manier van warmte opsporen wordt vaak gebruikt. Denk maar eens aan het programma ‘dating in the dark’ waar mannen en vrouwen in het donker afspreken. De camera en wij kunnen hen in het donker volgen door infrarood. Infraroodcamera’s worden verder gebruikt om brandhaarden te ontdekken, om in de nacht beter te zien, marihuanaplantages te ontdekken en om achter het energieverlies van gebouwen te komen. Ook worden ze veelvuldig in de medische wereld ingezet om ontstekingen en tumoren op te sporen. Warm en koud: relatieve begrippen Je huid zit vol met kleine sensoren – de zenuwen. Ook de huid van je hand. De zenuwen nemen temperatuur waar en sturen boodschappen naar je brein. Niet welke exacte temperatuur iets heeft, maar of iets warm of koud is. De zenuwen vergelijken de temperatuur van een voorwerp dus steeds met de temperatuur van de omgeving en van je lijf. Wat gebeurde er bij de proef? Als je linkerhand een tijdje in heel warm water hangt, raken de sensoren gewend aan de temperatuur. Als je daarna je linkerhand in lauw water houdt, lijkt daardoor dat water voor die sensoren koud. En dat vertellen ze je brein. Voor je rechterhand is het precies omgekeerd.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 29
Achtergrondinformatie Zoom in op exhibits Spijkerstoel Misschien lijkt het vreemd dat je lekkerder zit op de stoel met de spijkers dan op de stoel met de bollen. De spijkers zijn dan wel scherp, maar het zijn er ook heel veel. Jouw gewicht wordt verdeeld over alle spijkers. Omdat er zoveel spijkers zijn, druk je op iedere spijker maar een klein beetje. De bolletjesstoel heeft veel minder bollen. Elke bol draagt een groot deel van jouw gewicht. Dat zit niet zo lekker. Ditzelfde principe gebruiken mensen die op sneeuwschoenen lopen. Als je met je gewone schoenen over een dikke laag sneeuw loopt, dan zak je door de sneeuw. Dat komt omdat jouw gewicht wordt gedragen door een klein stukje sneeuw. Dat kan de sneeuw niet dragen en je zakt erdoor heen. Als je op sneeuwschoenen over een dikke laag sneeuw loopt, zak je niet door de sneeuw. Dat komt omdat een sneeuwschoen een groot oppervlak heeft. Jouw gewicht wordt gedragen door een groot stuk sneeuw. Zo zak je er niet door heen.
Brein in de war Bij deze exhibit krijg je een gek gevoel, doordat je brein tegenstrijdige informatie krijgt van je ogen en je hand. Je rechterhand ‘vertelt’ je hersenen dat hij beweegt. Je ogen echter ‘vertellen’ dat de hand niet beweegt, want in de spiegel zien ze de linkerhand. En die blijft op zijn plek. Je hersenen snappen er niks meer van.
Ken je grenzen Onze persoonlijke ruimte omgeeft ons als een onzichtbare ballon die we overal mee naar toe nemen. Zij bepaalt de afstand die wij ten opzichte van anderen bewaren. Meestal hoeven wij onze persoonlijke ruimte niet te verdedigen. Ongeschreven regels zorgen ervoor dat iedereen voldoende afstand houdt. De omvang van de persoonlijke ruimte is afhankelijk van iemands sociale positie, cultuur en persoonlijkheid. De afstanden in deze exhibit zijn gebaseerd op de Noord-Amerikaanse en Noord-Europese normen. Deze culturen worden noncontact-culturen genoemd; de meeste mensen uit deze streken voelen zich het meest op hun gemak bij een relatief grote onderlinge afstand. Hetzelfde geldt voor sommige Aziatische culturen, zoals de Indiase, Chinese en Japanse. Zuid-Amerikaanse, Zuid-Europese en Arabische landen hebben contactculturen. Mensen staan dichter op elkaar als zij met elkaar omgaan, raken elkaar vaak aan en zijn over het algemeen lichamelijker ingesteld in onderlinge relaties. Het geslacht, de leeftijd en de persoonlijkheid zijn ook van belang: • Over het algemeen houden vrouwen minder afstand dan mannen. Dit wordt weer sterk beïnvloed door de cultuur; in Arabische landen is het gebruikelijk dat mannen elkaar kussen, omhelzen en gearmd lopen. • Kinderen hebben minder persoonlijke ruimte nodig dan volwassenen. • Extraverte mensen hebben minder persoonlijke ruimte nodig dan introverte.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 30
Achtergrondinformatie Zoom in op exhibits
Ben jij uniek Ondanks het feit dat mensen zoveel gelijkenissen vertonen en in 99,9 % in DNA met elkaar overeenkomen, zien we er naar ons gevoel toch heel anders uit. Deze exhibit toont dat aan. Naast de uniformiteit van mensen zijn er wel degelijk verschillen. Elk mens is uniek. In deze exhibit kun je negen kenmerken van jezelf invoeren. De computer geeft per eigenschap aan welk percentage mensen die ook deze exhibit heeft gedaan dezelfde eigenschap heeft. Daarnaast bepaalt de computer welk percentage van die mensen precies dezelfde combinatie van alle negen kenmerken heeft. Dit percentage blijkt erg laag te zijn. Met andere woorden: jij bent uniek (zoals jij is er geen ander). Op deze eenvoudige manier wordt geïllustreerd hoe het komt dat er zo veel verschillende mensen zijn. Met negen kenmerken zijn er al heel veel verschillende combinaties mogelijk en is dus bijna niemand hetzelfde. Met de duizenden kenmerken gecodeerd in onze 30.000 genen is dan dus (bijna) niemand hetzelfde.
Stamboom Van je ouders heb je genen gekregen. Deze genen bepalen bijvoorbeeld welke kleur ogen je hebt, of wat voor soort haar. Deze uiterlijke kenmerken noemen we fenotype. Het fenotype (of je uiterlijk) wordt dus bepaald door je genencombinaties (het genotype). Maar het is niet zo dat je je genotype kunt aflezen van je uiterlijk: twee mensen met bruine ogen kunnen allebei toch een ander genotype hebben. We zeggen dat op basis van het uiterlijk van een kind, vaak dat een kind op zijn ouders lijkt. De uiterlijke kenmerken samen worden ook wel het fenotype genoemd. Het is het resultaat van de interactie tussen ons genotype (onze erfelijke bagage) en onze omgeving. Bij deze exhibit zie je twee stambomen van verschillende families met verschillende kenmerken. Je kunt bij iedere persoon kiezen welk kenmerk hij/zij doorgeeft. Je ziet meteen hoe het kind er uit komt te zien, dus hieruit kun je afleiden welk gen dominant of recessief is.
Generaties Het doel van deze exhibit is om de juiste familie bij elkaar te zoeken op basis van het uiterlijk van de vier generaties. Hierbij kun je letten op oogkleur, kin, oren enz. Het blijkt dat het niet altijd duidelijk is wie familie is: soms is het zichtbaar en soms niet. Dit komt doordat ons uiterlijk, naast genetische invloeden, ook beïnvloed wordt door omgevingsfactoren. Antwoorden staan aan de zijkanten onder de klep.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 31
Praktische informatie voor uw bezoek aan NEMO Speciaal schooltarief Leerlingen primair onderwijs € 5,50 Begeleiders gratis Reserveren kan via het boekingsformulier. U kunt ons natuurlijk ook bellen. Gratis begeleiders mee NEMO vindt het heel belangrijk dat er voldoende begeleiders meegaan met de leerlingen. Begeleiders mogen daarom gratis naar binnen. We hanteren de stelregel: minimaal één begeleider op tien leerlingen, maar liever één begeleider op zes leerlingen en bij sommige opdrachten of leeftijdsgroepen één op vier. • Scholen worden verzocht vooraf te boeken, alleen dan betaalt u ons schooltarief. • Een schoolbezoek duurt ongeveer 2-3 uur. • Begeleide workshops zijn gratis, mits deze vooraf gereserveerd zijn. • Tickets voor schoolbezoek op de dag zelf kunt u afrekenen bij de kassa met pin of contant. • Rugzakken, tassen en jassen worden opgehangen in de garderobe. Hier zijn ook kluisjes aanwezig voor waardevolle bezittingen. • Voor scholen zijn enkele garderobekisten beschikbaar. Deze zijn geschikt voor 30-60 jassen / tassen. • Gebruik is gratis, u betaalt alleen een borg van € 10,00. Vraag ernaar bij de kassa. • Iedere dag vindt twee keer een voorstelling Kettingreactie (duur: 15 minuten) plaats, onder voorbehoud om 12.15 uur en 15.00 uur.
Openingstijden NEMO is van dinsdag t/m zondag geopend van 10.00-17.00 uur. Voor afwijkende openingstijden zie onze website; www.e-nemo.nl.
Eten en drinken Eten en drinken kan op verdieping 2 en verdieping 5. Eigen meegebrachte consumpties kunnen genuttigd worden in de daarvoor geschikte ruimtes of op ons dak. Het is ook mogelijk om vooraf kant-en-klare lunchpakketjes te bestellen bij het boekingsbureau.
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 32
Praktische informatie voor uw bezoek aan NEMO
Bereikbaarheid
Openbaar vervoer NEMO is het eenvoudigst te bereiken per openbaar vervoer en ligt op nog geen kwartier lopen van Amsterdam CS. Of neem vanaf het station bus 22 en 48 en stap uit bij Halte Kadijksplein. Vanaf hier is het nog een paar minuten lopen. Parkeren NEMO heeft geen eigen parkeerplaatsen. Er zijn verschillende parkeergarages in de buurt. Zie www.e-NEMO.nl.
Boekingsbureau Science Center NEMO Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam 020-5313118 boekingsbureau@ e-nemo.nl
Zoom in op je lichaam | PABO
Touringcar Touringcars kunnen parkeren op de speciale parkeerplaats voor bussen: P2 aan de Prins Hendrikkade richting Centraal Station. Wilt u de touringcar eerst de leerlingen laten afzetten, dat kan op de westkade naast NEMO, maar niet bij reguliere bushaltes of ergens anders langs de Prins Hendrikkade. Amsterdamse scholen Amsterdamse Basisscholen kunnen gebruik maken van de cultuurbus. Voor meer informatie kunt u terecht op www.cultuurbusamsterdam.nl
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 33
Plattegrond van NEMO
naar Glazen Balzaal Science Live Workshopruimtes
NEMO Theater Columbus Foyer
Theater Verdieping 1
Waterklok
Kaart controle
Science Shop Centrale Hal
Ballenfabriek
Techno Lab Krachtpatsers
Water kracht
Zoeken naar leven Fenomena
Kluisjes
Kettingreactie
(beperkt open)
Vermakelijke Wetenschap
Café Renzo Piano
Fenomena
Ruimte douche Codenaam: DNA
Waterrijk
Glazen Balzaal
bereikbaar via verdieping 1
Lumière Filmzaal
Da Vinci Zaal
Kassa
Entree Waterwiel
verdieping 1
BG
verdieping 2
Smart Technology Innovatiezaal Reis door de Geest
Wonder Lab
Dakpanorama
Fototentoonstelling
Dakterras Fototentoonstelling
You, Me, Electricity
Café
Teen Facts
Teen Facts
naar de kade
verdieping 3
Zoom in op je lichaam | PABO
verdieping 4
verdieping 5
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 34
Colofon © Science Center NEMO Het is toegestaan om zonder winstoogmerk het materiaal of delen van het materiaal te kopiëren en te distribueren, zolang vermelding van de herkomst van het materiaal goed is aangegeven.
Auteurs en redactie Science Learning Center, Science Center NEMO Design management Starkx, Groningen Ontwerp en Grafische vormgeving Bloemvis, Groningen Vormgeving en realisatie Sander Visser, Ligaturen grafisch ontwerp Fotografie Daan van Eijndhoven www.digidaan.nl Illustraties Henk Stolker
Science Center NEMO Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam 020 531 31 18 www.e-nemo.nl
[email protected]
Zoom in op je lichaam | PABO
Inspiratie & Verdieping | Versie 10-2013 35