‘Er is al genoeg miserie in de wereld…’ Dany Baert
Gedurende tien jaar maakte ik deel uit van een amateurtheatergezelschap. Naast het werk op de planken stak ik geregeld een handje toe bij de decorbouw en was ik lid van wat men in die kringen ‘het leescomité’ noemt. Dit comité houdt zich bezig met een van de meest delicate activiteiten binnen het gezelschap, namelijk de keuze van de op te voeren stukken en het vastleggen van de casting. Zoals bij elke vereniging is het beleid ook hier een kwestie van gecompliceerde afwegingen. Er moet brood op de plank, de leden en de sympathisanten (in dit geval ook de toeschouwers) moeten tevreden blijven en men moet met z’n allen ’t gevoel hebben dat men zinvol werk doet en dat men er nog plezier aan beleeft ook. Een van de zware dobbers daarbij is de keuze van het repertoire. Zeker in het amateurtheater draait veel rond de keuze voor wat men kwaliteit noemt, dan wel voor het nastreven van zo groot mogelijke bezoekersaantallen. Dat laatste is gegarandeerd wanneer men kiest voor het brengen van wat insiders noemen ‘de klassieke billenkletser’, dit wil zeggen komische stukken en kluchten waarbij het publiek van de ene lachkramp in de andere valt. Na afloop wordt er bij pot en pint verder gelachen en hoor je de commentaren in veelvoud rond het centrale motto: ‘we hebben ons weer een keer goed geamuseerd’. Zowel binnen als buiten de groep gaan regelmatig stemmen op die de keuze van het repertoire becommentariëren, maar ook proberen te beïnvloeden. ‘Je gaat toch weer geen drama brengen, zeker…?’, ‘Zorg ervoor dat we nog eens goed kun* personalia ‘Er is al genoeg miserie in de wereld…’ / JG30 / 2012 / SB3
nen lachen’ of ‘Niet te serieus, hé!’ Dit soort uitspraken wordt dan steevast gevolgd door de frase ‘Er is al genoeg miserie in de wereld!’ Ik vind dit een merkwaardige bewering. Hoe moeten we ze begrijpen? Ze past niet echt in de huidige tijdsgeest, bij de toegenomen mondialisering, waarbij we vanuit onze luie zetel het wel en wee van de hele wereld kunnen volgen. Wat zegt ze eigenlijk over die evoluerende tijdsgeest? In elk geval beklemtoont ze het feit dat theater in de allereerste (en in de appreciatie van velen ook de enige) plaats bedoeld is als ontspanning. Dat is maar één functie die zowel historisch als in de huidige praktijk aan het theater wordt toegedicht. Suggereert de uitspraak dat degenen die dit zeggen persoonlijk, in hun eigen leven, buiten deze momenten van ontspanning gekweld worden door kommer en miserie? Geenszins, me dunkt. Ik hoorde er – of dat nu zo bedoeld was of niet – vaak een weigering in van solidariteit, de weigering om zich over maatschappelijke problemen en vraagstukken te bezinnen, laat staan om daar in de eigen biotoop een of andere maatschappelijk zinvolle actie rond te ondernemen. Uiteraard is deze weigering geïnspireerd door het aanvoelen van de moeilijkheidsgraad en de ervaring van onmacht, als individu tegenover zulke overweldigende problemen. Het theater als spiegel, als prikkel om ons te bezinnen over deze problematische dimensies in ons persoonlijk en maatschappelijk leven, is minder populair dan het theater als entertainment. Of, het confrontatieaspect kan nog net wanneer het verpakt wordt in een sterk entertainende verpakking. Een paar voorbeelden. Whose life is it anyway? van de Engelsman Brian Clark behandelt het thema van de man die na een ongeval tot aan zijn nek verlamd is en zijn entourage smeekt om euthanasie toe te passen. Tango con carne, geschreven door Ed Van der Weyden (ook de scriptschrijver van Witse), is een magistrale aanklacht tegen het geweld van dictatoriale regimes. Beide stukken worden bij opvoering – mits deze accuraat en kundig worden neergezet – steevast door een beperkter publiek geapprecieerd; nogal wat vaste bezoekers laten het echter afweten. Die zijn dan wel van de partij bij stukken zoals One flew over the cuckoo’s nest (ook bekend van de film met Jack Nicholson) of Fools van Neil Simon, wellicht omdat deze stukken bekeken en gesmaakt kunnen worden als humoristische variaties op algemeen bekende, maar wat verder van het bed liggende problematie-
JG30 / 2012 / SB3 / Dany Baert
ken; de vele lagen in deze theaterproducties laten een zeer divers publiek toe daar vanuit een eigen invalshoek van te genieten. De Australische ethicus Julian Savulescu reikt ons een andere verstaanswijze aan om hierover na te denken. Op basis van onze evolutionaire voorgeschiedenis legt hij uit dat we momenteel nog altijd op het vlak van moraliteit leven in een context die afgestemd was op het overleven in kleine groepen, zeg maar in de tijd dat de mensen de jungle als woonplaats hadden ingeruild voor de savanne. Concreet betekent dit dat het besef van onze sociale verantwoordelijkheid – en de solidariteit die daaruit volgt – nog steeds overwegend afgestemd is op onze onmiddellijke omgeving. In kringen van evolutiebiologen en -psychologen kom je vaak de opvatting tegen dat mensen ook vandaag nog ingericht zijn om te functioneren binnen groepen van ongeveer 150 individuen. Grotere groepen overzien we niet. Honderdvijftig is bijvoorbeeld het aantal mensen dat je nog persoonlijk kunt kennen, onder meer in een organisatie. Het is absoluut niet toevallig, zo beweren zij, dat dit getal maatgevend is voor heel wat menselijke organisatie: het is de ideale omvang van een bedrijf of sociale organisatie, het is ongeveer het aantal van een compagnie in het militaire bedrijf, een tak van sport waarin men – zeker in de vroegere, pretechnologische tijden – blindelings op elkaar moest kunnen vertrouwen en zodanig samenwerken dat ieders leven maximaal kon beveiligd worden. Het zich – in ethische zin – aangesproken voelen als zijnde verantwoordelijk voor zowel abstractere als grootschaliger, mondiale, maar niet direct lokaal ingrijpende vraagstukken behoort, zo zou men Savulescu kunnen parafraseren, nog niet tot de cultuur van de mensheid in het algemeen. Kijk maar naar wat er gaande is op vlak van de klimaatverandering, de verslechterende waterhuishouding, de conflicten en vluchtelingenproblematiek in Afrika, het Midden-Oosten en verder in Azië, de schrijnende ongelijkheid op vlak van het gebruik van grondstoffen enzovoort. Een andere visie houdt in dat ook ideologische motieven een rol spelen. Heel wat mensen ontkennen bijvoorbeeld dat onze levenswijze dramatische gevolgen heeft voor het klimaat, voor de ijskorst, voor het leven in 1 In een interview door Joël De Ceulaer in De Standaard van 28-29 juli 2012.
‘Er is al genoeg miserie in de wereld…’ / JG30 / 2012 / SB3
Afrika en andere tropische streken en dat het concept ‘ecologische voetafdruk’ uitgevonden is en gepropageerd wordt door overjaarse geitenwollen sokken dragende groentjes die te zwak zijn om zich in de maatschappij en de economie staande te houden. Kijk maar naar de ideologische tegenstellingen die in de Verenigde Staten ten top gedreven worden naar aanleiding van de presidentsverkiezingen. Mitt Romney bijvoorbeeld, over Obama: ‘Hij gaat de stijgende oceanen voor jullie tegenhouden, ik ga jullie en jullie familie concreet van dienst zijn’. Lees: onder mijn leiding wordt elke beperking op het boren naar olie en gas opgeheven. Naast een (gelukkig groter wordende) groep mensen die nadenken over hun eigen levenswijze en eventueel actie ondernemen, zijn er velen van wie men de indruk krijgt dat ze nog altijd leven onder het motto Après moi le déluge. Die laatsten opereren onder de noemer ‘lachen is gezond’ en voor een deel hebben ze gelijk, lachen bevordert namelijk de productie van endorfine en die vormt dan weer tegengif tegen gedeprimeerdheid; je ziet ze massaal aanschuiven voor tickets als er een billenkletser op het programma staat. De eersten, de ‘ernstigen’, vullen de zaal ongeveer halfvol als er ‘een stuk over miserie’ op de affiche staat. Of misschien is het allemaal veel eenvoudiger: ‘laat ons asjeblief nog eens lachen, want er is al genoeg miserie in de wereld…’ onuitgesproken gevolgd door ‘en dat doet me allemaal zo veel!’…
JG30 / 2012 / SB3 / Dany Baert
personalia
albrechts birgit
Cluster Manager; GZ- Psycholoog; Systeemtherapeut bij Mondriaan, Divisie Kinderen en Jeugdigen te Heerlen. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] baert dany
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; algemeen directeur van de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] been dorti
Dorti Been is opleider / supervisor bij Platform Systeemtherapie Noord Nederland. Samen met twee collega’s ze heeft prive-praktijk Rhizoom te Groningen. E-mail:
[email protected] cottyn lieve
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; staflid van de InteractieAcademie. E-mail:
[email protected] de bruijn tillie
ASS-integraal behandelaar bij GGz Breburg te Tilburg. E-mail:
[email protected] monster marleen
Werkzaam voor de Gemeente Rotterdam bij de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) als Procesregisseur Lokaal Zorgnetwerk te Delfshaven en Overschie. E-mail:
[email protected]
begin artikel
personalia / JG30 / 2012 / SB3
poels veerle
Klinisch psycholoog-psychotherapeut, Department of Corrections Psycho logical Service, Rotorua, Nieuw-Zeeland. E-mail:
[email protected] van droogenbroeck andré
Klinisch psycholoog, systeemtheoretisch psychotherapeut. Werkte 20 jaar in psychiatrische centra, en nu ongeveer even lang in een zelfstandige praktijk. E-mail:
[email protected] van den berge luc
Sociaal verpleegkundige, master in de wijsbegeerte en systeemtheoretisch psychotherapeut. Werkzaam in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg en verbonden aan een groepspraktijk voor psychotherapie, coaching en filosofisch consult. Als onderzoeker verbonden aan het Labo voor Educatie en Samenleving (KUL). Geassocieerde trainer bij de InteractieAcademie. E-mail:
[email protected] vermeire sabine
Psychotherapeut, orthopedagoog en opleider; staflid van de InteractieAcademie. E-mail:
[email protected]
JG30 / 2012 / SB3 / personalia
begin artikel