2008 Enquête vergunninghouders vervoercommissionair & vervoermakelaar
BELGISCH INSTITUUT DER TRANSPORTORGANISATOREN vzw
Enquête vergunninghouders vervoercommissionair & vervoermakelaar 2008
D/2008/10.552/7 Uitgegeven in 2008 door het Belgisch Instituut der Transportorganisatoren
Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
INHOUDSOPGAVE
I.
WOORD VOORAF
4
INLEIDING
5
ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN
6
A. Geografische spreiding B. Juridische structuur
II.
ACTIVITEITEN A. Algemeen B. Analyse van de activiteiten C. Vervoermodi
III.
PERSONEEL A. B. C. D.
IV.
Algemene trend Analyse van de sectorstructuur Vacatures & knelpuntberoepen Opleiding
LOGISTIEK A. Algemeen B. Analyse volgens grootte van het bedrijf C. Logistieke diensten
6 9
10 11 12 17
20 20 23 27 29
34 34 35 37
V.
KWALITEITSZORG
39
VI.
BEVEILIGING
40
VII.
PROBLEMEN EN UITDAGINGEN
41
VIII.
CONCLUSIE
43
BIJLAGEN
44
-3-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
WOORD VOORAF
Sinds een aantal jaren organiseert de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Dienst Intermodaliteit en Logistiek (voorheen Dienst Tussenpersonen in het goederenvervoer), een algemene enquête bij de houders van de vergunning van vervoercommissionair en vervoermakelaar.
De sector van de Transportorganisatoren is een complexe, niet altijd makkelijk af te lijnen segment van de globale Transport & Logistieke sector. De Transportorganisatoren kunnen in deze beschouwd worden als de kleine, middelgrote of grote architecten van de (inter)nationale goederenstromen.
(Meer informatie over de vergunningen en de beroepen vindt u op www.bito-ibot.be en op www.mobilit.fgov.be, rubriek Weg - Goederenvervoer.)
De sector van de Transportorganisatoren is een gespecialiseerde sector, die in het licht van de globalisatie, de logistieke ontwikkelingen, e.d. aan belang wint.
Gelet op het belang en de complexiteit van deze sector is het interessant én nuttig om een realistisch beeld te krijgen van de huidige stand van zaken en van de tendensen die zich manifesteren en de verdere ontwikkelingen vorm geven.
De organisatie van deze enquête en de analyse van de antwoorden werden toevertrouwd aan het Belgisch Instituut der Transportorganisatoren.
Brussel, november 2008
Luc VAN CAPPELLEN Directeur
-4-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
INLEIDING
In de loop van het eerste semester van 2008 werden 1.434 bedrijven aangeschreven met de vraag om de enquêteformulieren (zie bijlage 1) in te vullen en terug te sturen.
Eind juni werd beslist om het ingeven van de antwoorden af te ronden en de studie aan te vatten. Op dit ogenblik waren 1.243 antwoorden ontvangen. Deze studie is m.a.w. gebaseerd op een respons van bijna 87 %.
In de volgende hoofdstukken worden de analyses gemaakt en daar waar mogelijk en relevant is, worden vergelijkingen gemaakt met de vroegere enquêtes uit 1998, 2001 en 2004.
Daarnaast werden sommige cijfers gecontroleerd aan de hand van andere informatiebronnen (Bel-first, statistieken van de FOD Mobiliteit en Vervoer, enz.).
-5-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
I.
ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN
A. GEOGRAFISCHE SPREIDING Deze analyse ontleedt de spreiding van zowel de maatschappelijke zetels als de exploitatiezetels
1
in België.
De cijfers waarop wij ons baseren zijn deze van de (volledig) database van de FOD Mobiliteit en Vervoer van vergunninghoudende transportorganisatoren op datum van 1 juni 2008. Op dat ogenblik telden wij 1.434 bedrijven (maatschappelijke zetels) met in totaal 1.641 exploitatiezetels.
1.
Vestigingplaats hoofdzetels
Op basis van de adressen (in casu de postcode) van de bedrijven werden de hoofdzetels opgedeeld volgens provincie. Tabel 1 Geografische spreiding van de hoofdzetels per provincie Hoofdzetels
2001
2004
2008
ANTWERPEN
43,1 %
42,8 %
44,1 %
625
1,0 %
WEST-VLAANDEREN
12,3 %
12,6 %
12,3 %
174
0,0 %
BRUSSEL (N) & VLAAMS BRABANT
11,4 %
11,6 %
11,3 %
160
- 0,1 %
OOST-VLAANDEREN
10,2 %
10,6 %
11,3 %
160
1,1 %
LUIK
7,7 %
7,2 %
5,9 %
84
- 1,8 %
BRUSSEL (F) & WAALS BRABANT
5,0 %
5,1 %
4,4 %
62
- 0,6 %
LIMBURG
4,5 %
4,5 %
5,0 %
71
0,5 %
HENEGOUWEN
2,9 %
2,9 %
2,6 %
37
- 0,3 %
LUXEMBURG
1,6 %
1,5 %
1,8 %
25
0,2 %
NAMEN
1,2 %
1,1 %
1,3 %
18
0,1 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
1.416
TOTAAL BUITENLANDSE ZETELS
1
2001
2002-2008
18
Exploitatiezetels : de plaats waar een activiteit van vervoercommissionair en/of –makelaar uitgeoefend wordt.
-6-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Het aandeel van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen is gestegen. Dit vooral ten nadele van de provincie Luik.
2.
Vestigingplaats exploitatiezetels
Omdat een vergunning van vervoercommissionair en/of –makelaar verplicht is voor elke locatie waar deze activiteit uitgeoefend wordt, is het vrij eenvoudig om de spreiding van deze activiteiten te analyseren.
De havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge spelen een dominante rol in de organisatie van het transport in België. Ook
Brucargo
(Vlaams-Brabant)
is
een
belangrijk
aantrekkingspunt
voor
transportorganisatoren.
De volgende analyse volgens provincie toont duidelijk de dominantie van Antwerpen aan. Tabel 2 Spreiding volgens de uitgereikte vergunningen Exploitatiezetels
2001
2004
2008
ANTWERPEN
42,6 %
42,0 %
42,9 %
704
0,3 %
BRUSSEL (N) & VLAAMS BRABANT
12,5 %
13,0 %
12,4 %
203
- 0,1 %
WEST-VLAANDEREN
12,3 %
12,3 %
12,4 %
203
0,1 %
OOST-VLAANDEREN
10,1 %
11,2 %
11,6 %
190
1,5 %
LUIK
8,4 %
7,7 %
6,6 %
109
- 1,8 %
BRUSSEL (F) & WAALS BRABANT
4,4 %
4,1 %
3,8 %
62
-0,6 %
LIMBURG
4,1 %
4,3 %
4,7 %
77
0,6 %
HENEGOUWEN
4,1 %
4,2 %
4,0 %
66
- 0,1 %
LUXEMBURG
0,4 %
0,3 %
0,4 %
7
0,0 %
NAMEN
1,1 %
1,0 %
1,2 %
20
0,1 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
1.641
TOTAAL
2002-2008
Opvallend is de stijging van het aandeel van Oost-Vlaanderen en de daling van het aandeel van Luik in dit geheel.
-7-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
3.
Spreiding volgens gewest
Ook hier werd een onderscheid gemaakt tussen hoofdzetels en exploitatiezetels. Tabel 3 Spreiding volgens gewest Hoofdzetels
2001
2004
2008
VLAANDEREN
79,4 %
79,4 %
81,6 %
2,2 %
WALLONIË
14,1 %
13,5 %
12,4 %
- 1,7 %
6,5 %
7,1 %
5,9 %
- 0,6 %
BRUSSEL TOTAAL
100,0 %
Exploitatiezetels
100,0 %
2002-2008
100,0 %
2001
2004
2008
VLAANDEREN
80,6 %
82,1 %
82,9 %
2,3 %
WALLONIË
14,8 %
13,8 %
13,2 %
- 1,6 %
4,6 %
4,1 %
3,9 %
- 0,7 %
BRUSSEL TOTAAL
100,0 %
100,0 %
2002-2008
100,0 %
De verschuiving tussen de provincies wordt in dit overzicht per gewest nogmaals duidelijk gesteld : vooral Wallonië en in mindere mate Brussel leveren aandeel in t.v.v. Vlaanderen.
-8-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
B. JURIDISCHE STRUCTUUR Het beeld van de juridische organisatie in de sector is niet veranderd.
Ongeveer 95 % zijn NV’s of BVBA’s.
Tabel 4 Analyse volgens juridische structuur Transportorganisator
Wegvervoer
2001
2004
2008
2007
N.V.
68,4%
66,8%
64,7%
20,4 %
B.V.B.A.
26,0%
28,0%
31,0%
54,5 %
Andere
3,1%
3,1%
2,6 %
Diverse
2,1%
1,1%
22,4 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
TOTAAL
100,0 %
Opmerkelijk is dat het aandeel NV’s vanaf 2001 terugloopt. Het aandeel BVBA’s steeg.
Deze tendens kon ook in de sector van het wegvervoer vastgesteld worden. Niettemin blijft het verschil met de sector van het wegvervoer opmerkelijk : de cijfers geven aan dat de sector van de Transportorganisatoren wellicht professioneler gestructureerd is op juridisch vlak.
-9-
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
II. ACTIVITEITEN
Zoals in de vorige enquêtes werd ook nu gepeild naar het activiteitenveld van de transportorganisatoren.
Algemeen gezien vormen de vervoercommissionairs veruit de grootste groep transportorganisatoren (1.584 vergunningen).
Voor de vervoermakelaars (actief in de binnenvaart) tellen wij 57 vergunningen.
Vervoercommissionairs zijn enerzijds vooral expediteurs en anderzijds bevrachters (al dan niet zelf vervoeder), die werken met onderaannemers-transporteurs.
Aan de hand van een opsplitsing naar activiteiten echter kan een verhelderend beeld geschetst worden van deze heterogene, complexe sector. 2
In onze socio-economische analyse van de sector werd op basis van de Nace-bel codes geconstateerd dat dualiteit en gedifferentieertheid er de kenmerken van zijn.
2
(Socio-economische analyse van de sector Transportorganisatoren - 2007)
- 10 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
A. ALGEMEEN In volgende tabel wordt het aantal bedrijven vermeld die een bepaalde activiteit hebben aangeduid. Voor 2007 hebben 1.197 bedrijven activiteiten ingevuld. Tabel 5 Bedrijven met deelactiviteiten 1999
2003
2007
679
486
507
681
752
Wegtransport met eigen materieel Wegtransport met onderaannemers Expeditie
405
402
419
Opslag - Overslag - Behandeling
362
395
388
Douane
211
250
252
Internationale groepage
241
273
218
Nationale groepage
196
188
171
Koerier
89
112
110
Andere
264
322
301
TOTAAL
2.447
3.109
3.118
De grootste verschuiving situeert zich op het vlak van ‘transport’. Het aantal bedrijven, dat ‘wegtransport met eigen materieel’ zelf uitvoert, ligt aanzienlijk lager dan deze die de deelactiviteit ‘transport’ in 1999 aangekruist hebben.
De activiteit ‘wegtransport met onderaannemers’ wordt het meest vermeld, gevolgd door ‘wegtransport met eigen materieel’ en ‘expeditie’.
Bij de categorie ‘Andere’ worden o.a. volgende activiteiten vermeld : - ‘Scheepsagent’ (49 keer); - ‘Binnenvaart’ (30 keer); - ‘Zeevervoer’ (21 keer); - ‘Verhuur’ (13 keer); - ‘Multimodaal’,’Spoor’ en ‘Luchtvervoer’ (elk 10 keer); - ‘Verhuizing, ‘Handel’ en ‘Consultancy’ (elk 8 keer).
- 11 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
B.
ANALYSE VAN DE ACTIVITEITEN In deze enquête werd de bedrijven gevraagd om voor elke deelactiviteit het deel in de totale omzet te vermelden. 95 % van de bedrijven vulden hier cijfers in.
Op basis van deze cijfers werden drie verschillende classificaties gemaakt :
1.
1.
algemene classificatie van de activiteiten;
2.
classificatie volgens het totale personeelsbestand;
3.
classificatie volgens het aantal bedienden.
Algemene classificatie
Bij deze methode wordt een zuivere optelling gemaakt van de ingevulde percentages per deelactiviteit. Tabel 6 Algemene classificatie Algemeen Wegtransport met eigen materieel
24 %
Wegtransport met onderaannemers
20 %
Expeditie
18 %
Koerierdienst
3%
Opslag – Overslag - Behandeling
8%
Internationale groepage
4%
Douane
5%
Nationale groepage
2%
Andere
16 %
TOTAAL
100 %
Uit deze ongewogen algemene classificatie komt ‘wegtransport met eigen materieel’ als belangrijkste activiteit naar voor, gevolgd door ‘expeditie’ en ‘wegtransport met onderaannemers’.
- 12 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
2.
Classificatie volgens het totaal aantal personeelsleden (arbeiders + bedienden)
De grootte van een onderneming speelt uiteraard een belangrijke rol in het uittekenen van het aandeel van de verschillende deelactiviteiten.
Gelet op het dienstverlenend karakter van de sector, gebruiken wij het totaal aantal personeelsleden als indicatie voor de grootte van een bedrijf.
M.a.w. een bedrijf met 50 personeelsleden heeft in deze benadering een impact die 10 maal hoger is dan deze van een bedrijf met 5 personeelsleden.
In de berekening werd per onderneming de factor ‘deelactiviteit’ vermenigvuldigd met de factor ‘totaal aantal personeelsleden’.
Het resultaat hiervan werd omgerekend naar percentages per deelactiviteit.
In de volgende tabel werden de gegevens van 1.012 bedrijven verwerkt. Tabel 7 Classificatie volgens het aantal personeelsleden Factor personeel Wegtransport met eigen materieel
27 %
Wegtransport met onderaannemers
16 %
Expeditie
11 %
Koerierdienst Opslag – Overslag – Behandeling
7% 16 %
Internationale groepage
5%
Douane
4%
Nationale groepage
3%
Andere
11 %
TOTAAL
100 %
- 13 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Uit deze cijfers blijkt dat de deelactiviteiten ‘wegtransport met eigen materieel’, ‘opslag – overslag - behandeling’ en ‘koerierdienst’ een groter aandeel hebben t.o.v. hun aandeel in de algemene classificatie.
De analyse van deze classificatie volgens de grootte van het bedrijf geeft een eerder diffuus beeld waar toch enkele cijfers opmerkelijk zijn : -
De bedrijven met meer dan 500 personeelsleden hebben vooral ‘koerieractiviteiten’ (57 % van hun activiteiten).
-
De bedrijven met meer dan 200 en maximum 500 personeelsleden zijn georiënteerd naar ‘opslag – overslag – behandeling’ (26 % van hun activiteiten).
- 14 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
3.
Classificatie volgens het totaal aantal bedienden
De activiteiten van transportorganisator (zoals expeditie, bevrachting, makelaar, …) wordt in essentie uitgeoefend door bedienden.
Het ons inziens meest realistisch beeld m.b.t. het activiteitenveld van de sector houdt daarom vooral rekening met het aantal bedienden.
In deze benadering wordt de factor ‘deelactiviteit’ vermenigvuldigd met de factor ‘aantal bedienden’. Dit resulteert in de hierna volgende percentages per deelactiviteit.
In deze berekening werden cijfers van 931 bedrijven verwerkt. Tabel 8 Classificatie volgens het aantal bedienden Factor bedienden Expeditie
17 %
Wegtransport met onderaannemers
16 %
Wegtransport met eigen materieel
12 %
Koerierdienst
13 %
Opslag – Overslag - Behandeling
13 %
Internationale groepage
5%
Douane
5%
Nationale groepage
2%
Andere
17 %
TOTAAL
100 %
Deze classificatie toont duidelijk aan dat ‘expeditie’ de belangrijkste deelactiviteit is bij de transportorganisatoren.
Abstractie gemaakt van de categorie ‘andere’ die een waaier van verschillende activiteiten bevat, volgt op een tweede plaats ‘wegtransport met onderaannemers’.
Net deze twee activiteiten refereren naar de essentie van de vergunning van transportorganisator. - 15 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Opvallend is het toenemend belang van de logistieke activiteiten (opslag-overslagbehandeling) : van 9 % in 2003 naar 13 % in 2008.
De volgende grafiek toont de verschillende activiteiten volgens hun belangrijkheid. Grafiek 1 Activiteiten volgens hun belangrijkheid 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0%
2004
2008
- 16 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
C. VERVOERMODI Het vervoer van goederen wordt in het wegtransport, de binnenvaart en het spoorvervoer gekwantificeerd aan de hand van het vervoerde tonnage en van tonkilometers. Niettegenstaande dit relatieve indicatoren zijn, laten ze ondermeer toe om het belang van de verschillende modi te bepalen.
Voor de sector (en de activiteiten) van de transportorganisatoren zijn er algemeen echter geen statistieken of vergelijkingsindicatoren beschikbaar.
Om toch een benaderend inzicht te krijgen in de gebruikte modi werd in de enquête gevraagd om het jaarlijks vervoerd tonnage op te delen. Hierbij diende rekening gehouden te worden met de belangrijkheid van elke modus binnen de verzendingsopdrachten (zo diende een verzending via luchtvervoer met voortransport toegewezen te worden aan de modus met het langste traject).
Van de 1.234 bedrijven in deze studie vulden 966 (d.i. bijna 78 %) gegevens in bij de modi.
De zuivere optelling van deze percentages leidde tot volgende verdeling van de modi. Tabel 9 Gebruik van de verschillende modi Algemeen Wegvervoer
66 %
Spoor
2%
Binnenvaart
5%
Short sea shipping
3%
Maritiem (intercontinentaal) Luchtvaart TOTAAL
18 % 6% 100 %
- 17 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Rekening houdende met de grootte van het bedrijf, in casu met het aantal bedienden, merken we vooral een verschuiving van de modus ‘weg’ naar de modus ‘maritiem’. Tabel 10 Gebruik van de verschillende modi volgens het aantal bedienden Factor bedienden Wegvervoer
54 %
Spoor
3%
Binnenvaart
3%
Short sea shipping
5%
Maritiem (intercontinentaal)
23 %
Luchtvaart
12 %
TOTAAL
100 %
Interessant is ook de analyse van de modi volgens grootte van de onderneming. Hierbij houden we rekening met het totale personeelsbestand (arbeiders + bedienden). Tabel 11 Gebruik van de verschillende modi volgens het totale personeelsbestand Wegvervoer
Spoor
Binnenvaart
Short Sea
Maritiem
Luchtvaart
Cat. 1
59 %
4%
8%
3%
20 %
6%
Cat. 2
64 %
1%
4%
3%
20 %
8%
Cat. 3
76 %
3%
3%
2%
13 %
3%
Cat. 4
79 %
3%
4%
4%
10 %
1%
Cat. 5
58 %
4%
1%
5%
21 %
11 %
Cat. 6
81 %
0%
0%
5%
10 %
3%
Cat. 7
67 %
0%
1%
0%
8%
24 %
- 18 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Grafiek 2 Modi volgens bedrijfsgrootte
120 %
100 %
80 %
Luchtvaart Maritiem
60 %
Short Sea Binnenvaart Spoor
40 %
Wegvervoer 20 %
0% Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
Een aantal zaken zijn opvallend :
Het aandeel ‘wegvervoer’ stijgt naargelang van de grootte van het bedrijf. Evenwel is dit aandeel bij de bedrijven van categorie 5 (van 101 tot 200 werknemers) kleiner. In deze categorie neemt het maritiem vervoer een grote plaats in. Ook bij de grootste bedrijven wordt een deel van het wegvervoer ingenomen door een andere modus, in casu luchtvervoer.
‘Luchtvervoer’ is het belangrijkst bij de grootste bedrijven.
‘Binnenvaart’ is vooral een aangelegenheid voor de kleine bedrijven.
Door de grootste bedrijven wordt er percentueel nauwelijks beroep gedaan op de binnen- en de kustvaart.
- 19 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
III. PERSONEEL
Net zoals in de vorige enquêtes werd gevraagd naar het aantal arbeiders en/of bedienden die (direct of indirect) tewerkgesteld werden in het kader van expeditie, bevrachting, logistiek of andere activiteiten als transportorganisator.
Op 1.234 verwerkte antwoordformulieren werden in 997 gevallen personeel meegedeeld. Dit komt overeen met 80,8 % van de populatie van deze steekproef.
A. ALGEMENE TREND Het personeelsbestand in de sector blijft aangroeien. Tabel 12 Personeelsevolutie in de sector 1999
2003
2007
Bedienden
12.041
14.192
16.600
Arbeiders
9.150
14.851
15.147
21.191
29.043
31.747
TOTAAL
Sinds 1999 is het totaal personeelsbestand met 50 % gestegen.
De volgende grafiek laat dit duidelijk zien.
- 20 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Grafiek 3 Personeelsevolutie in de sector 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 1999
2003 Bedienden
2007
Arbeiders
De aangroei manifesteert zich zowel bij de arbeiders als bij de bedienden. In de voorgaande jaren steeg het aantal arbeiders zeer sterk. In 2007 wordt er een kentering in de groei van het aantal arbeiders vastgesteld.
- 21 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Grafiek 4 Evolutie personeelsbestand 18000 17000 16000 15000 14000 13000 12000 11000 10000 9000 8000 1999
2003 Bedienden
2007 Arbeiders
- 22 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
B.
ANALYSE VAN DE SECTORSTRUCTUUR In voorgaande hoofdstukken werd reeds gewerkt met verschillende grootten van ondernemingen. De sector van de transportorganisator is een bij uitstek dienstverlenende sector, waarbij de grootte van een onderneming rechtstreeks gerelateerd kan worden aan het aantal personeelsleden. De cijfers in deze studie hebben betrekking op de werkgelegenheid in 2003.
In deze enquête worden de bedrijven uit de sector ingedeeld naar 7 categorieën : - categorie 1 : van 1 tot 5 werknemers; - categorie 2 : van 6 tot 20 werknemers; - categorie 3 : van 21 tot 50 werknemers; - categorie 4 : van 51 tot 100 werknemers; - categorie 5 : van 101 tot 200 werknemers; - categorie 6 : van 201 tot 500 werknemers; - categorie 7 : meer dan 500 werknemers.
1.
Structuur en evolutie van de sector
In de volgende tabel wordt de evolutie van de sector geschetst aan de hand van de verschillende categorieën. Tabel 13 Aantal bedrijven per categorie 1996
2000
2003
2007
Van 1 t/m 5
60,6 %
48,7 %
41,1 %
35,8 %
Van 6 t/m 20
24,3 %
28,8 %
29,1 %
31,4 %
Van 21 t/m 50
8,9 %
13,8 %
17,9 %
20,1 %
Van 51 t/m 100
3,4 %
4,6 %
7,4 %
6,4 %
Van 101 t/m 200
1,7 %
2,5 %
3,2 %
3,5 %
Van 201 t/m 500
0,9 %
1,3 %
0,8 %
2,2 %
Boven 500
0,2 %
0,3 %
0,5 %
0,6 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
TOTAAL
- 23 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
In de grafische voorstelling hierna kunnen we duidelijk een verschuiving van kleine naar grotere bedrijven vaststellen.
Het aantal kleine bedrijven (categorie 1) blijft dalen – ten voordele van de middelgrote (de bedrijven van 6 tot 200 werknemers). Grafiek 5 Aantal bedrijven volgens grootte 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% Cat. 1
Cat. 2 1996
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
2000
2003
2007
Cat. 6
Cat. 7
- 24 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
2.
Tewerkstelling per categorie
In de volgende tabel wordt de evolutie van de sector geschetst aan de hand van de verschillende categorieën.
Het aandeel van de kleinste bedrijven (categorie 1) in de tewerkstelling was laag en is verder gedaald. Tabel 14 Aantal personeelsleden per categorie Totaal 938
Cat. 1
3.838 12,1 %
13,5 %
21,6 %
17,5 %
15,2 %
Cat. 5
11,4 %
15,7 %
Cat. 6
14,5 %
20,2 %
Cat. 7
22,5 %
12,2 % 100,0 %
17,1 %
2.677
2.668
31.747
19,4 %
2.591
3.734
3.859
26,2 %
2.931
2.409
6.411
10,6 %
3.967
1.898
5.000
1,2 %
1.605
2.905
4.829
Cat. 4
185 4,5 %
2.233
6.872
Cat. 3
Arbeiders
753 3,0 %
Cat. 2
TOTAAL
Bedienden
17,7 %
1.191 16,1 %
16.600 100,0 %
7,9 %
15.147 100,0 %
Opmerkelijk is ook dat bij de kleinste bedrijven het aantal arbeiders ongeveer vier maal kleiner is dan het aantal bedienden.
Het aandeel van categorie 1 en 2 is verminderde van 19 % in 2000 naar 13 % in 2007.
- 25 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Grafiek 6 Vergelijking tewerkstelling per categorie 25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0% Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3 2000
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
2007
Het is duidelijk dat tussen 2000 en 2007 ‘jobcreatie’ hoofdzakelijk in de grotere bedrijven plaatsvond.
De daling bij de categorie 5 is voornamelijk toe te schrijven aan de verschuiving van enkele bedrijven naar categorie 6.
Al bij al wordt duidelijk dat de middelgrote en grote bedrijven de tewerkstelling in de sector bepalen.
- 26 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
C. VACATURES & KNELPUNTBEROEPEN Uit deze enquête blijkt dat de nood aan vakbekwaam personeel sterk toegenomen is. Daar waar in 2004 nog 164 vacatures gemeld werden, werden er nu 379 vastgesteld : meer dan een verdubbeling !
Opvallend is dat de vraag naar dispatchers/planners zeer sterk gestegen is. Tabel 15 Top 10 van de vacatures
1.
Dispatcher + planner
101
2.
Expediteur
59
3.
Bediende administratie
50
4.
Commercieel
39
5.
Douanedeclarant
24
6.
Logistiek bediende
22
7.
Chauffeur
16
8.
Bediende boekhouding
15
9.
Kader
11
Heftruckbestuurder
10
10.
De toename van de vraag naar dispatchers of planners, i.e. het organiseren van het transport, is o.a. een gevolg van de delocalisatie waarbij de regiefunctie belangrijker wordt.
In de opsomming van de knelpuntberoepen of die functies waar moeilijk personeel voor gevonden wordt, komt het vooral het gebrek aan chauffeurs tot uiting.
- 27 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Tabel 16 Top 10 van de knelpuntberoepen
1.
Chauffeur
267
2.
Dispatcher + planner
123
3.
Expediteur
122
4.
Douanedeclarant
49
5.
Magazijnier
31
6.
Commercieel
25
7.
Mekanieker
19
8.
Heftruckbestuurder
17
9.
Logistiek medewerker
16
Operationeel medewerker
14
10.
Ook uit het melden van knelpuntberoepen kan men merken dat de spanning in de arbeidsmarkt toenam : in 2003 citeert 46 % van de bedrijven knelpuntberoepen, in 2008 zijn er dat 53 %.
- 28 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
D. OPLEIDING Hoe belangrijk is dit voor de sector ? Is er een voldoende aanbod (én is het aanbod voldoende gekend) ? Enz. De volgende analyse geeft antwoorden op deze vragen.
1.
Belang van bijscholing
Op de vraag naar de quotering van bijscholing hebben 1.106 bedrijven geantwoord (89 % van de populatie van deze enquête).
Uit volgende grafiek, waarin de resultaten per cijfer van 0 tot 10 gerangschikt werd, blijkt duidelijk het belang (op de x-as onderaan de grafiek) van bijscholing voor de sector. (Y-as : aantal bedrijven met quotering.) Grafiek 7 Quotering bijscholing : aantal bedrijven en mediaanwaarde 350 mediaan 300
250
200
150
100
50
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- 29 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
De gemiddelde quotering en de mediaanwaarde zijn in vergelijking met 2004 niet verandert : deze bedragen respectievelijk 6,74 en 7.
Niettegenstaande de hoge appreciatie van bijscholing zegt 59 % van de bedrijven dat hun personeel bijscholing gevolgd heeft. Niettemin is dit een stijging t.o.v. de 50 % in 2004.
Deze op het eerste zicht tegenstrijdige vaststellingen zijn logisch voor een dienstverlenende sector (waar ‘human capital’ zeer belangrijk is) en die strijdt met vrij scherpe marges waardoor er weinig ruimte is om personeel tijdens de werkuren opleiding te laten volgen.
Interessant is ook om de cijfers te analyseren volgens grootte van het bedrijf. Hiervoor baseren wij ons op de 7 categorieën (zie hoofdstuk personeel). Grafiek 8 Gemiddelde waardering van bijscholing volgens het aantal personeelsleden 9 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 5 Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
Er wordt duidelijk aangetoond dat de belangrijkheid van bijscholing stijgt met het aantal personeelsleden.
- 30 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
2.
Gevolgde bijscholing
De vorige conclusie vertaalt zich ook naar de cijfers van de gevolgde bijscholingen : hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans tot bijscholing. Grafiek 9 Gevolgde bijscholing volgens grootte van bedrijf 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0% Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
De volgende tabel geeft een overzicht van de meest gevolgde opleidingen.
- 31 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Hierbij zijn vooral de opleidingen rond ADR of ‘gevaarlijke producten’ het belangrijkst.
De top drie wordt vervolledigd met ‘informatica’ en ‘talen’. Tabel 17 Top 10 van de gevolgde bijscholing
1.
ADR / Dangerous goods
2.
Talen
2.
Informatica
187 57
3
57
3.
Veiligheid
46
4.
Douane
46
5.
Expeditie
34
6.
Heftruck
24
7.
Boekhouding & financiën
18
8.
Management
18
9.
Rij- en rusttijden
14
T.o.v. de vorige enquête zijn er een aantal opleidingen op het toneel verschenen : boekhouding & financiën, rij- en rusttijden, commerciële opleidingen, PLDA en tachograaf.
3
Veiligheid : veiligheid, defensief rijden, brandpreventie, ladingszekering, enz.
- 32 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
3.
Gezochte opleidingen
Taalopleidingen worden het meest geciteerd op de vraag naar welke opleidingen noodzakelijk zijn en niet of nauwelijks aangeboden worden.
Op de tweede en derde plaatsen volgen ‘douane’ en ‘expeditie. Tabel 18 Top 10 van de gezochte opleidingen
1.
Talen
31
2.
Douane (+ PLDA)
28
3.
Expeditie
24
4.
Defensief en veilig rijden
18
5.
Maritiem
16
6.
Chauffeur
15
7.
ADR / Dangerous goods
14
8.
Informatica
12
9.
Lading
11
Dispatching & planning
10
10.
Opmerkelijk is dat de nummer 1 van de vacatures (dispatcher / planner) en de nummer 1 bij de knelpuntberoepen (chauffeur) niet in de top 5 van de gesuggereerde opleidingen staan. Begrijpelijk voor de opleidingen voor chauffeur waarvan er heel wat georganiseerd worden. Een opleiding voor dispatcher is echter nauwelijks te vinden.
- 33 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
IV. LOGISTIEK
Het begrip ‘logistiek’ neemt in de maatschappij een steeds grotere plaats in. Gelet op de globalisatie van de (zeer flexibele) goederenstromen wordt het beheer ervan (logistiek) een steeds belangrijkere 4
uitdaging .
(Internationale) logistieke dienstverlening is een belangrijk onderdeel geworden van het takkenpakket van de transportorganisatoren.
In deze enquête hebben wij gepoogd om een aantal aspecten hiervan in kaart te brengen.
Ook bij dit deel van de studie werden de vragen geherformuleerd en meer toegespitst op de “in house” logistieke diensten.
A. ALGEMEEN
In deze enquête werd gevraagd om het aandeel logistieke diensten in de totale omzet mee te delen voor 2005, 2006 en 2007.
Voor 2007 vulden 450 bedrijven een cijfer in, voor 2002 waren dit nog 394 bedrijven. Dit komt neer op een stijging van 14 % op 5 jaar.
Tussen 2006 en 2007 is het gecumuleerd aandeel van logistiek in de totale omzet met 5,5 % gestegen.
4
Voor meer informatie over het belang van logistiek kan verwezen worden naar de studie van de Nationale Bank van België : ‘Working Paper 125 : Economic Importance of Belgian Transport Logistics’
- 34 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
B. ANALYSE VOLGENS GROOTTE VAN HET BEDRIJF In totaal stipten 726 bedrijven logistieke activiteiten aan. (D.i. 59 % van het totaal aantal bedrijven in deze enquête.) Grafiek 10 Aantal ‘logistieke’ bedrijven per categorie 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0% Cat. 0
Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
Van de kleinste bedrijven biedt 50 % logistieke diensten aan.
Het aantal logistieke bedrijven stijgt in principe met het aantal werknemers.
Het gemiddeld aandeel van logistieke activiteiten bedroeg in 2007 43,37 % van de totale omzet. In 2003 was dit nog 36,81 %.
Naargelang de grootte van de bedrijven zijn er verschillen waar te nemen. Dat wordt aangetoond wanneer de gemiddelde aandelen volgens de grootte van de onderneming (per categorie) berekend worden. Deze worden weergegeven in volgende grafiek.
- 35 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Grafiek 11 Aandeel logistieke activiteiten in de omzet volgens bedrijfsgrootte 100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0% Cat. 1
Cat. 2
Cat. 3
Cat. 4
Cat. 5
Cat. 6
Cat. 7
- 36 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
C. LOGISTIEKE DIENSTEN Het is een feit dat dé logistieke dienstverleners nauwelijks bestaan. Daarvoor is de waaier van verschillende logistieke activiteiten te uitgebreid en zelfs binnen één logistieke activiteit kunnen verschillende niveau’s van specialisatie herkend worden.
In deze analyse van de antwoorden werd enkel gekeken naar bedrijven die personeel tewerkstelden.
Hierbij stellen wij een aantal verschillen vast t.o.v. de resultaten in 2004. De belangrijkste activiteiten in 2004 waren ‘opslag en overslag’, ‘voorraadbeheer’ en ‘distributie’. Nu is de top 3 : ‘opslag & overslag’, gevolgd door ‘distributie’ en ‘Douanediensten’. ‘Orderbehandeling wordt meer geciteerd dan ‘voorraadbeheer’.
Opmerkelijk is dat de stijging in bijna alle logistieke activiteiten. Tabel 19 Aantal bedrijven met logistieke activiteiten 2004
2007
% van de logistieke bedrijven
Opslag en/of overslag
267
525
72,3
Distributie
218
342
47,1
Voorraadbeheer
185
201
27,7
Douanediensten
63
314
43,2
Orderbehandeling
89
225
31,0
SC Management
19
252
34,7
Herverpakking
79
188
25,9
Facturering
17
136
18,7
Assemblage
47
28
3,9
984
2.476
TOTAAL
Dat het aantal geleverde logistieke diensten erg kan verschillen van bedrijf tot bedrijf wordt aangetoond in volgende grafiek.
- 37 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
Daarin worden het aantal ondernemingen getoond die één of meerde logistieke activiteiten hebben. (Het aantal logistiek diensten wordt op de X-as uitgezet.) Grafiek 12 Aantal bedrijven volgens het aantal geleverde logistieke diensten 140
120
100
80
60
40
20
0 1 act.
2 act.
3 act.
4 act.
5 act.
6 act.
7 act.
8 act.
9 act.
10 act.
Het is duidelijk dat de meeste bedrijven slechts enkele logistieke diensten aanbieden : 67 % van de bedrijven biedt er maximum 4 verschillende aan.
Ook bij het totaal aantal bedrijven die logistieke activiteiten aanduidden, is een stijging waar te nemen : in 2004 waren dat er 695 of 54 % van het totaal aantal, in 2008 was dit gestegen tot 726 of 58,4 %.
De stijging van zowel het aantal ‘logistieke’ bedrijven als van het aantal geleverde logistieke activiteiten wijst op de bewustwording van logistiek in de sector.
- 38 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
V. KWALITEITSZORG
In deze enquête werd gepeild naar de kwaliteitssystemen die in de sector toegepast worden. Daarbij werd enkel gekeken naar de systemen die door een ‘externe ‘ instantie gecertificeerd worden.
Uit de opsomming komt tot uiting dat de ‘klassieke’ ISO-norm 9001:2000 het meest toegepast wordt 5
gevolgd door HACCP en GMP .
De geciteerde systemen zijn de volgende : Tabel 20 Kwaliteitssystemen en aantal bedrijven Systeem ISO 9001
5
Aantal bedrijven 320
HACCP
54
GMP
51
ISO 14001
40
SQAS
33
VCA
9
OHSAS
8
TAPA
6
ISO 22000
4
ISO 28000
1
Definities : zie bijlage 2.
- 39 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
VI. BEVEILIGING
Van de 1.243 bedrijven uit deze enquête duidden 213 of 17 % aan dat beveiligingsreglementering van toepassing is op hun bedrijf. In de enquête werd tevens de vraag gesteld naar welke reglementering dit was. Hierop werd slechts 62 maal gerefereerd naar de beveiligingsreglementering in de havens en m.b.t. de luchtvaart. De andere reglementeringen die geciteerd werden hadden bettrekking op veiligheid: ADR, ARAB, Vlarem, veiligheidsadviseur, … Het is duidelijk dat de kennis over beveiliging in de sector moet verbeteren.
Grafiek 13 Aantal bedrijven & beveiligingsreglementering
Geen toepassing reglementering
Andere reglementering
Beveiligingsreglementering
- 40 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
VII. PROBLEMEN EN UITDAGINGEN
In deze enquête hebben 776 bedrijven één of meerdere antwoorden gegeven op de vraag rond problemen en uitdagingen waarmee zij geconfronteerd worden in hun activiteiten van transportorganisator. Tabel 21 Problemen en uitdagingen van transportorganisatoren Problemen & uitdagingen 1. Personeel
228
2. Brandstofkosten
144
3. Concurrentie
127
4. Congestie & mobiliteit
110
5. Rentabiliteit
101
6. Reglementering
51
7. Rij- & rusttijden
39
8. Wachttijden
33
9. Globalisatie, algemene economie
34
10. Kredietbeheer & financiering
32
Tekort materieel (capaciteit) Onderaannemers Douane Administratie Loonlast / RSZ Infrastructuur JIT (werkdruk) Spoor Klanten (Mede)verantwoordelijkheid Informatica Kwaliteit Interne organisatie Groei Financiële wisselkoersen Gecombineerd, multimodaal vervoer Maut, péages Imago Boetes Opleiding Fiscaliteit Digitach
30 30 20 19 17 15 15 13 13 8 7 6 6 6 5 5 4 3 3 3 2 2
- 41 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
De sector van de transportorganisatie is een sector waarbij een vlijmscherpe (al dan niet eerlijke) concurrentie zwaar drukt op de prijzen. Kostenbeheersing is van levensbelang.
Voldoende vakbekwaam en gemotiveerd personeel is essentieel voor de uitbouw en de ‘gezondheid’ van de bedrijven en is het voornaamste probleem waar de sector mee te kampen heeft.
De recente stijgingen van de brandstofprijzen is een dagdagelijkse bekommernis.
Te veel files, maar ook te krappe levertijden en onaangepaste arbeidsduur zijn storende factoren voor een gezonde bedrijfsvoering.
De nieuwe reglementering inzake de rij- en rusttijden zorgen voor problemen in de transportorganisatie.
In het algemeen worden de reglementeringen inzake transport en logistiek te complex en niet adequaat beoordeeld.
- 42 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
VIII. CONCLUSIE
Deze studie, die gebaseerd is op 1.243 transportorganisatoren, bevestigt een aantal kenmerken uit vorige studies en toont enkele tendenzen die in de sector plaatsvinden.
Uit de analyse kunnen wij een aantal kernbesluiten trekken :
1.
Het voornaamste probleem in de sector is het vinden en/of houden van voldoende vakbekwaam personeel.
2.
In de eerste plaats chauffeurs, dispatchers en expediteurs zijn moeilijk te vinden.
3.
Vooral voor deze laatste twee functies zijn er heel wat vacatures.
4.
De sectorale tewerkstelling is sinds 1999 fors gegroeid.
5.
De groei in jobs voor arbeiders lijkt gestopt.
6.
Opleiding en bijscholing blijven belangrijk. In de praktijk blijkt dat naarmate een bedrijf groter is, het belang van opleiding stijgt en het volgen van bijscholingen evidenter wordt.
7.
De bedrijven in de sector worden groter.
8.
Logistiek wordt belangrijker in de sector.
9.
De sectorale kennis over beveiligingsreglementering lijkt onvoldoende.
*
* *
* *
*
- 43 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
BIJLAGE 1 : Model vragenlijst
- 44 -
Terug te sturen vóór 29 februari 2008 naar FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Directoraat-generaal Vervoer te Land Intermodaliteit en Logistiek City Atrium Vooruitgangstraat 56 1210 BRUSSEL
1.
NAAM ADRES CODE
PLAATS
Code 0000
ALGEMENE GEGEVENS – Deel 1 : gelieve uw vermelde gegevens aan te passen indien nodig Kruispuntbank voor Ondernemingen : …….…..……………………………………………....…… Tel. : ………/……………………….. e-mail : ………...…………….…..…..…… Fax : ………/…...…………………… Website : …………………………………….
► Gelieve aan te duiden of er wijzigingen.
EXPLOITATIEZETEL Vergunning
Adres, postcode en plaats
Vergunning ADRES CODE PLAATS
Vergunning ADRES CODE PLAATS
Vergunning ADRES CODE PLAATS
Vergunning ADRES CODE PLAATS
Vergunning ADRES CODE PLAATS
Vergunning ADRES CODE PLAATS
► Andere exploitatiezetels in België waar de activiteit van transportorganisator wordt uitgeoefend (adres) : …………………………………………………………………………………………………………
2. ALGEMENE GEGEVENS - Deel 2
► Gelieve de aantallen in te vullen, indien uw bedrijf TRANSPORTMATERIEEL bezit bestemd voor goederenvervoer : eigendom leasing huur lange termijn Vrachtwagens onder 500 kg laadvermogen : …………
…………
…………
Vrachtwagens vanaf 500 kg laadvermogen : …………
…………
…………
Trekkers :
…………
…………
…………
Aanhangwagens :
…………
…………
…………
Opleggers :
…………
…………
…………
Andere :
…………
…………
…………
► Ons bedrijf benut de volgende opslagruimte (voor alle vestigingen samen) : Eigendom
Huur & leasing
Oppervlakte voor gekoelde goederen :
……… m²
……… m²
Oppervlakte voor gevaarlijke goederen :
……… m²
……… m²
Oppervlakte andere goederen :
……… m²
……… m²
Aantal palletplaatsen : ……………
3. ACTIVITEITEN
► Gelieve de activiteiten van het bedrijf te klasseren in onderstaande tabel. Activiteiten
Aandeel in de totale omzet 2007
Wegtransport : met eigen materieel
……... %
met onderaannemers
……... %
Nationale groupage
……... %
Internationale groupage
……... %
Douanediensten
……... %
Opslag / overslag - Behandeling
……... %
Koerierdiensten
……... %
Expeditie
……... %
Andere : …………………………………
……... % _______
TOTAAL
100 %
Opmerking : onder ‘Andere’ kan ook een activiteit vermeld worden die niet te maken heeft met transport en aanverwante activiteiten.
► Gelieve het jaarlijkse vervoerde tonnage procentueel op te delen naar de gebruikte modus (cijfers 2007). (Gelieve voor transporten met meerdere modi, het tonnage toe te wijzen aan de modus met het langste traject.) 1. wegvervoer
……… %
2. spoor
……… %
3. binnenvaart
……… %
4. short sea shipping
……… %
5. maritiem (intercontinentaal)
……… %
6. luchtvaart
……… % ________
TOTAAL
100 %
► Bent u ook fiscaal vertegenwoordiger ?
Ja
Neen
4. PERSONEEL ► Gelieve aan te duiden hoeveel personeelsleden er (direct of indirect) in uw bedrijf tewerkgesteld werden voor de expeditie, bevrachting, logistieke of andere activiteiten als transportorganisator. Aantal werknemers
Eind 2006
Eind 2007
Verwachting Eind 2008
Bedienden :
Aantal
………
………
………
F.T.E. *
………
………
………
Aantal
………
………
………
F.T.E. *
………
………
………
Arbeiders :
* F.T.E. = Full Time Equivalent ► Heeft u op dit ogenblik openstaande vacatures voor bedienden?
Ja
Neen
Welke functies ? …………………………………………………………………….………………… …………………………………………………………………………………………………………… ► Voor welke functies is het moeilijk om geschikte medewerkers te vinden ? …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
5. OPLEIDING ► Gelieve met een cijfer tussen 0 en 10 aan te duiden hoe belangrijk u bijscholing voor het personeel voor uw onderneming vindt. (0 = helemaal niet belangrijk; 10 = uitermate belangrijk) ……………… ► Hebben personeelsleden in de afgelopen twee jaar bijscholing gevolgd ? Neen Ja, waar / welke bijscholing : ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ► Welke opleidingen, bijscholingen vindt u noodzakelijk en worden niet of nauwelijks aangeboden ? …………………………………………………………………………………………
6. KWALITEITSBEHEERSING
► Welke kwaliteitssystemen worden toegepast in uw bedrijf ? (Vb. ISO 9001:2000, ISO 14001, VCA, OHSAS, ISO 22000, HACCP, GMP, ISO 28000, TAPA, …) …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
7. BEVEILIGING
► Is uw onderneming onderhevig aan de wettelijk reglementering inzake beveiliging ? Ja
Neen
Zo ja, welke ? ……..……………………………………………………………………………………
8. LOGISTIEK
► Welke logistieke diensten biedt uw bedrijf aan ?
Geen Assemblage Beheer goederenstroom / supply chain management Distributie Douane Facturering (Her)verpakking en etikettering Opslag Orderbehandeling en orderpicking Overslag Voorraadbeheer Andere : …………………………………………………………………………………………
► Aandeel “in house” logistieke diensten in de totale omzet van 2005 : ……… %
2006 : ……… %
2007 : ……… %
9. DIVERSEN
► Welke zijn de belangrijkste uitdagingen of problemen waarmee uw onderneming in haar activiteiten als transportorganisator geconfronteerd wordt ? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Datum : …………………………
Handtekening : ……………….………………
Contactpersoon :
Naam en functie :
………………………………..
……………………………………………………
………………………………..
……………………………………………………
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
BIJLAGE 2 : Definities
- 49 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
DEFINITIES KWALITEITSSYTEMEN
ISO 9001 :
norm voor kwaliteitsmanagement
HACCP :
Hazard Analysis and Critical Control Points (risico inventarisatie voor voedingsmiddelen)
GMP :
Good Manufacturing Practice (kwaliteitsborgingssysteem voor de farmaceutische en voedingsindustrie)
ISO 14001 :
norm voor milieumanagementsysteem
SQAS :
Safety and Quality Assessment Systems (vervoer en opslag van chemische goederen)
VCA :
Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers
OHSAS :
Occupational Health and Safety Assessment Series
TAPA :
Technology Asset Protection Association : Freight Security Requirements (verbetering van veiligheid en terugdringen van criminaliteit)
ISO 22000 :
norm voor voedselveiligheid
ISO 28000 :
norm voor veiligheidsmanagement van de logistieke keten
- 50 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
BIJLAGE 3 : Inhoudsopgave tabellen en grafieken
- 51 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
TABELLEN
1.
Geografische spreiding van de hoofdzetels per provincie
6
2.
Spreiding volgens de uitgereikte vergunningen
7
3.
Spreiding volgens gewest
8
4.
Analyse volgens juridische structuur
9
5.
Bedrijven met deelactiviteiten
11
6.
Algemene classificatie
12
7.
Classificatie volgens het aantal personeelsleden
13
8.
Classificatie volgens het aantal bedienden
15
9.
Gebruik van de verschillende modi
17
10.
Gebruik van de verschillende modi volgens het aantal bedienden
18
11.
Gebruik van de verschillende modi volgens het totale personeelsbestand
18
12.
Personeelsevolutie in de sector
20
13.
Aantal bedrijven per categorie
23
14.
Aantal personeelsleden per categorie
25
15.
Top 10 van de vacatures
27
16.
Top 10 van de knelpuntberoepen
28
17.
Top 10 van de gevolgde bijscholing
32
18.
Top 10 van de gezochte opleidingen
33
19.
Aantal bedrijven met logistieke activiteiten
37
20.
Kwaliteitssystemen en aantal bedrijven
39
21.
Problemen en uitdagingen van transportorganisatoren
41
- 52 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
GRAFIEKEN
1.
Activiteiten volgens hun belangrijkheid
16
2.
Modi volgens bedrijfsgrootte
19
3.
Personeelsevolutie in de sector
21
4.
Evolutie personeelsbestand
22
5.
Aantal bedrijven volgens grootte
24
6.
Vergelijking tewerkstelling per categorie
26
7.
Quotering bijscholing : aantal bedrijven en mediaanwaarde
29
8.
Gemiddelde waardering van bijscholing volgens het aantal personeelsleden
30
9.
Gevolgde bijscholing volgens grootte van bedrijf
31
10.
Aantal ‘logistieke’ bedrijven per categorie
35
11.
Aantal logistieke activiteiten in de omzet volgens bedrijfsgrootte
36
12.
Aantal bedrijven volgens het aantal geleverde logistieke diensten
38
13.
Aantal bedrijven & beveiligingsreglementering
40
- 53 -
ENQUETE VERGUNNINGHOUDERS 2008
BELGISCH INSTITUUT DER TRANSPORTORGANISATOREN vzw Archimedesstraat 5 1000 BRUSSEL
Tel. : 02.230.30.43
E-mail :
[email protected]
Fax : 02.230.30.53
Website : www.bito-ibot.be