Toelichting en samenvatting Juni 2014
nr.01
Samenvatting P.1 Eén op vijf bedrijven neemt zich voor om in 2014 personeel aan te werven
P.4 De beroepsfamilies van de tertiaire sector zijn het meest gezocht in de Frans-Belgische grensstreek
P.2 Zeven geplande rekruteringen op tien aan Vlaamse kant
P.4 Voor alle bedrijven worden de rekruterings- moeilijkheden aanzienlijk kleiner
P.2 Grotere behoefte in de tertiaire sector in de grensstreek aan Waalse kant
P.6 18% van de projecten houdt verband met een seizoensactiviteit in de Frans-Belgische grensstreek
enquete ‘Behoefte aan arbeidskrachten 2014’
20.700 geplande aanwervingen in Frans-Belgische grensstreek JEAN-MICHEl landas, Studiedienst, monitoring en toekomstgerichtheid
Met 26.000 Noord-Fransen die in België komen werken en 10.000 Belgen die de omgekeerde beweging maken, is de grens tussen de regio Nord-Pas de Calais en België een van de meest doorlaatbare van het land op het gebied van woon-werkverkeer . 1
Eén op vijf bedrijven neemt zich voor om in 2014 personeel aan te werven Zo’n 7.400 bedrijven in de Frans-Belgische grensstreek zijn van plan om in 2014 werknemers aan te werven. Hoewel we om methodologische redenen voorzichtig moeten zijn bij het vergelijken van het Belgische en het Franse onderzoek, is het toch interessant hun belangrijkste resultaten met elkaar te vergelijken en op basis daarvan enkele vaststellingen te doen. In België zijn meer dan twee bedrijven op tien van plan om dit jaar medewerkers te rekruteren. De bedrijven rekruteren er in 2014 meer personeel dan in 2013. Dit jaar voert Aat de ranglijst aan van de centra die het grootste aantal werknemers gaan rekruteren, met meer dan één kwart van de bedrijven die rekruteren; Doornik komt op de tweede plaats, ondanks een lichte toename van het aantal rekruterende bedrijven. De vier centra in Vlaanderen bekleden de laatste plaatsen wat betreft het aantal rekruterende bedrijven.
1
Zo’n 25% van de werkgevers in Picardisch Wallonië overweegt werknemers in dienst te nemen, tegenover 21% in Vlaanderen. Globaal houdt de rekruteringsbereidheid verband met de grootte en de activiteitensector van een onderneming. Op alle geografische niveaus, zowel in België als in Frankrijk, stellen we vast dat hoe groter bedrijven zijn, hoe vaker ze gaan rekruteren (Cf. grafiek 1, pagina 2). Enige uitzonderingen: in de regio Nord-Pas de Calais rekruteren bedrijven met 1 tot 4 werknemers minder vaak dan bedrijven zonder werknemers en in het gebied rond Moeskroen rekruteren bedrijven met 100 tot 199 werknemers minder dan die met 50 tot 99 werknemers. Bedrijven in de productiesector rekruteren vaker Wat betreft de verschillen per activiteitensector (Naf A05) stellen we vast dat zowel in de Frans-Belgische grensstreek als in de regio Nord-Pas de Calais bedrijven in de productiesector vaker van plan zijn te rekruteren, net als in 2013. In Frankrijk worden ze gevolgd door bedrijven in de agrovoedingsindustrie en de landbouw, terwijl
INSEE/POLE EMPLOI/EURESCHANNEL Profielpagina’s nr. 149, februari 2014 De ‘Frans-Belgische grensstreek’ is de Belgische grensstreek van de regio Nord-Pas de Calais die de 68 Belgische gemeenten omvat van het gebied van de Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai. Die gemeenten werden ingedeeld per groot geografisch gebied, volgens een indeling die zo dicht mogelijk in de buurt komt van de in België gebruikte indeling in arrondissementen (cf. inzet: Methodologie, pagina 8). 2
statistieken, studies en evaluatie
Bijna driekwart van de Franse grensarbeiders die in België werken, wonen in de regio Nord-Pas de Calais. Dit illustreert het belang van de uitwisselingen in dit deel van de Belgische grensstreek met Frankrijk. Dankzij de geografische toegankelijkheid en het dichte economische weefsel evenals de beduidend lagere werkloosheid in vergelijking met Frankrijk is dit een aantrekkelijk gebied op het vlak van werkgelegenheid. Terwijl de werkloosheid in de regio Nord-Pas de Calais 13% bedraagt, komt die uit op 11,3% in Wallonië en op 5% in Vlaanderen. Daarom is de kennis van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt voor de Belgische en Franse openbare diensten voor tewerkstelling een handig instrument voor werkzoekenden om hun geografisch zoekgebied uit te breiden. De peiling naar de behoefte aan arbeidskrachten (cf. inzet: Methodologie, pagina 8), uitgevoerd door Pôle emploi in het kader van EuresChannel, laat toe, door bedrijven aan weerszijden van de grens te bevragen over hun rekruteringsplannen voor 2014, om de geografische mobiliteit te bevorderen door de mogelijkheden en opportuniteiten beter in de verf te zetten. Werkgevers in de Frans-Belgische grensstreek2 gaven in januari 2014 aan dat ze samen, voor het lopende jaar, zo’n 20.700 aanwervingen plannen. De behoeften van de bedrijven in deze Belgische grensstreek zijn soms verschillend en soms ook complementair aan die van bedrijven in de regio Nord-Pas de Calais
2
in de Frans-Belgische grensstreek bedrijven in de dienstensector op de tweede plaats komen. Dit verschil wordt verklaard door het feit dat bedrijven zonder werknemers in België niet in het onderzoek zijn opgenomen, terwijl dergelijke bedrijven talrijk zijn in de landbouw en vaak seizoenwerkers aanwerven in bepaalde periodes van het jaar. Net als in de regio Nord-Pas de Calais komen bedrijven in de bouwsector in de Frans-Belgische grensstreek op de 5de plaats. In Vlaanderen rekruteren dienstenbedrijven vaker, terwijl het in Wallonië veeleer om bedrijven in de productiesector gaat. Een hoog percentage rekruterende bedrijven betekent echter niet noodzakelijk dat ook het aantal geplande rekruteringen hoog is.
aanwervingen stijgt met 4.450 in één jaar in de grensstreek aan Vlaamse kant en met 460 in de grensstreek met Picardisch Wallonië. In vergelijking met 2013 daalt het aantal rekruteringsintenties in slechts één gebied (Veurne).
Zeven geplande rekruteringen op tien aan Vlaamse kant
Bedrijven in de regio Nord-Pas de Calais van hun kant plannen 80.500 werknemers aan te werven, of 2.800 meer dan in 2013. Twee derden daarvan zijn geconcentreerd in de gebieden die aan België grenzen (Dunkerque, Flandre-Lys, Lille, Versant Nord-Est RoubaixTourcoing, Douai, Valenciennes en SambreAvesnois).
Kortrijk en Roeselare zijn de grote rekruteringsgebieden Meer dan de helft van de geplande aanwervingen bij bedrijven in de Belgische grensstreek concentreert zich in de gebieden Kortrijk en Roeselare. Dit jaar is er een grote toename van het aantal geplande aanwervingen in de Frans-Belgische grensstreek (+27%). De grootste toename noteren we in Roeselare (cf. kaart 1, pagina 3).
De bedrijven in de Belgische grensstreek overwegen om in 2014 samen zo’n 20.700 werknemers aan te werven, waarvan 70% in de grensstreek aan Vlaamse kant, of 14.500 aanwervingen tegenover 6.200 voor Picardisch Wallonië (er werden meer Vlaamse dan Waalse bedrijven bevraagd). In 2013 situeerden twee derden daarvan zich in Vlaanderen. Het aantal geplande
Net als in 2013 gaat één derde van de rekruteringsprojecten in de Belgische grensstreek uit van kleine ondernemingen (1 tot 9 werknemers). Ook in de regio Nord-Pas de Calais is één derde van de rekruteringsprojecten afkomstig van de kleinste ondernemingen (minder dan 10
werknemers), maar dit omvat ook de projecten van bedrijven zonder werknemers. In één jaar stijgt het aantal rekruteringsprojecten in de FransBelgische grensstreek, getrokken door Vlaanderen, in alle bedrijven, ongeacht hun grootte. De tendens is verschillend in Waalse ondernemingen waar het aantal rekruteringsprojecten afneemt in bedrijven met 20 tot 99 werknemers en in die met meer dan 200 werknemers.
Grotere behoefte in de tertiaire sector in de grensstreek aan Waalse kant In de Frans-Belgische grensstreek vinden we gemiddeld 42% van de geplande aanwervingen in de dienstensector (tegenover twee derden in de Franse regio). De dienstensector doet het beter in de grensstreek aan Waalse kant dan in Vlaanderen. In de Waalse zone is die dienstensector goed voor de helft van de rekruteringsplannen in 2014, tegen vier op tien in de andere Belgische regio. Net als in 2013 zorgt één enkel segment van
In 2014 worden 20.700 rekruteringen bij bedrijven van de Belgische grensstreek gepland.
grafiek 1
Aandeel van de rekruterende bedrijven volgens grootte (in %) 100
95
90
88
80 72
70
66
60
20
46
41
40
38 26
10
27 17 14
15 12
30
34
36
48 40
67
Belgisch-vlaamse grensstreek
49
Picardisch Wallonïe
25
18
0
0 werknemer
1à4 werknemers
5à9 werknemers
10 à 19 werknemers
Regio NordPas de Calais België
77
54
53
50 30
67
79 72
89
20 à 49 werknemers
50 à 99 werknemers
100 à 199 werknemers
200 werknemers of meer
3
kaart 1
Spreiding en jaarlijkse evolutie van de geplande rekruteringen bij bedrijven in de Frans-Belgische grensstreek in 2014 Belgisch-Vlaamse Grensstreek (Veurne, Ieper, Roeselare, Kortrijk) 14.487 geplande aanwervingen Var : +3,6%
Veurne 1.563 geplande aanwervingen Var : -3,6%
uitleg pictogrammen Moeilijke projecten > 33%
Roeselare 4.977 geplande aanwervingen Var : +58,8%
Grensstreek Picardisch Wallonië (Moeskroen, Doornik, Aat) 6.231 geplande aanwervingen Var : +8%
Seizoensgebonden projecten > 18%
Ieper 1.796 geplande aanwervingen Var : +17,2%
Nord-Pas de Calais 80.511 geplande aanwervingen Var : +3,6%
Kortrijk 6.207 geplande aanwervingen Var : +45,3%
Moeskroen 1 754 geplande aanwervingen Var : +3,0%
Belgische Grenszone 20.718 geplande aanwervingen Var : +27%
Aat 1.532 geplande aanwervingen Var : +7,3% Doornik 2.945 geplande aanwervingen Var : +11,7%
Aantal geplande aanwervingen 2 000
3 000
4 000
de dienstensector ervoor dat dit verschil gevoelig groter wordt: menselijke gezondheid en sociale actie. In Wallonië gaat het om 19% van de rekruteringsprojecten tegen 13% in Vlaanderen. Ongeacht of ze in Vlaanderen of Wallonië zijn gevestigd, bedrijven in de productiesector hebben de grootste rekruteringsintenties na die van de dienstensector. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië situeert één op vijf rekruteringsprojecten zich in de productiesector. Ongeacht het beschouwde geografische niveau is de bouwsector het minst van plan om werknemers in dienst te nemen. Dit jaar zijn de productiesector, de bouwsector en de agrovoedingsindustrie en landbouw met hun drieën goed voor 43% van de behoeften in Vlaanderen tegen slechts 38% in het andere landsdeel. De tertiaire sector (diensten en handel samen) bekleedt een belangrijker plaats in Picardisch Wallonië dan in de grensstreek aan Vlaamse kant. In 2013 zag de tendens er iets anders uit: de handel bekleedde de 4de plaats in de grensstreek aan Vlaamse kant en klom naar de 3de plaats door het aantal rekruteringsprojecten te verdubbelen; in Wallonië klimt de productiesector van de 3de naar de 2de plaats (cf. grafiek 2, pagina 4).
Vijf gedetailleerde activiteitensectoren cumuleren de meeste rekruteringsprojecten in de Belgische grensstreek: menselijke gezondheid en sociale actie, de agrovoedingsindustrie, het hotel- en restaurantwezen, de kleinhandel en, tot slot, wetenschappelijke, technische en administratieve diensten (veiligheid, schoonmaak van lokalen, technische autokeuring, juridische of boekhoudkantoren…). Ze zijn goed voor de helft van de rekruteringsprojecten in de grensstreek. Terwijl het palmares in de grensstreek aan Vlaamse kant hetzelfde is, verschilt het ietwat in Wallonië waar de farmaceutische en chemische industrie de 5de plaats inneemt ten koste van het hotelen restaurantwezen. Productiesector en agrovoedingsindustrie beter vertegenwoordigd in België De regio Nord-Pas de Calais is een gebied waar de tertiaire sector, meer bepaald de dienstensector, een belangrijkere plaats inneemt qua rekruteringsplannen dan in de Belgische grensstreek. Omgekeerd bieden de productiesector en de agrovoedingsindustrie meer mogelijkheden in de Belgische grensstreek dan in voornoemde Franse regio.
42%
aanwervingsprojecten zijn in de dienstensector
4
De vijf gedetailleerde sectoren die de meeste rekruteringsintenties samenbrengen, concentreren die veeleer in de regio Nord-Pas de Calais dan in de Belgische grensstreek (grotere concentratie met 8 punten). De sectoren menselijke gezondheid en sociale actie evenals wetenschappelijke, technische en administratieve diensten rekruteren het meest aan de Franse kant van de grens. Daarna komen de publieke administratie/het onderwijs, de overige diensten en de kleinhandel. Aan de andere kant van de grens gaat het integendeel om menselijke gezondheid en sociale actie en de agrovoedingsindustrie. Ze worden gevolgd door de detailhandel, het hotel- en restaurantwezen en de wetenschappelijke, technische en administratieve diensten.
minder groot in Wallonië dan in Vlaanderen (70 tegen 76, op een totaal van 82) (cf. tabel 1, pagina 5).
in het sociaal en medisch-sociaal segment (verplegers, vroedvrouwen en ziekenverzorgers). Ook twee beroepsfamilies in de industrie zijn zeer gegeerd: al dan niet geschoolde arbeiders in de procesindustrieën (chemische en plastische nijverheid, agrovoedingsindustrie, staalnijverheid…). Elf van de vijftien meest gezochte beroepsfamilies in 2014 zijn dezelfde als in 2013 en vier nieuwe families duikelen deze ‘top 15’ binnen: bestuurders van voertuigen, huispersoneel, geschoolde arbeiders in goederenbehandeling en handelsattachés. Van de vijftien beroepsfamilies die in de Belgische grensstreek het meest worden gezocht, vinden we er in 2014 twaalf terug in zowel Vlaanderen als Wallonië. Van de meest gezochte families in Vlaanderen, komen er drie niet langer voor bij de meest gezochte families in Picardisch Wallonië: huispersoneel, groentetelers/ tuiniers/wijnbouwers en landbouwers/ fokkers/bosbouwers/houthakkers. Drie van de meest gezochte families in Wallonië, zijn dat niet in Vlaanderen: professionele medewerkers op het vlak van sociale actie en oriëntering, thuiszorg en huishoudhulp alsook handelsattachés.
De beroepsfamilies van de tertiaire sector zijn het meest gezocht in de Frans-Belgische grensstreek In de Frans-Belgische grensstreek zijn zes rekruteringsprojecten op tien geconcentreerd in de vijftien meest gezochte beroepsfamilies in 2014. De meeste daarvan zijn nadrukkelijker aanwezig in de tertiaire sector, zoals verkoop, toerisme en diensten (verkopers, koks, onderhoudspersoneel, bestuurders van voertuigen…) en
Er is een verband tussen deze beroepsfamilies en de specifieke sectorkenmerken van beide regio’s. In de vijftien meest gezochte beroepsfamilies in Wallonië vinden we een hoger percentage rekruteringsintenties dan in Vlaanderen (64% tegen 60%). Zo is de diversiteit van gezochte beroepsfamilies
Al dan niet geschoolde arbeiders in de verwerkende sectoren, ongeschoolde arbeiders in goederenbehandeling, bedienden en toezichthouders in het hotel- en restaurantwezen en geschoolde arbeiders in de procesindustrieën worden vaker gezocht in de Frans-Belgische grensstreek dan in de regio Nord-Pas de Calais. Omgekeerd is men in Frankrijk meer op zoek naar onderhoudspersoneel, kassiers en werknemers in zelfbedieningswinkels, thuiszorgpersoneel, administratieve bedienden voor bedrijven en informaticaingenieurs. Het feit dat dit ook geldt voor professionele medewerkers in cultuur- en sportactiviteiten en voor toezichthoudend personeel heeft te maken met het onderzoeksterrein, daar deze beroepsfamilie voornamelijk wordt gerekruteerd door de lokale besturen die in België echter niet deelnemen aan het onderzoek. Aan beide kanten van de grens vertegenwoordigen de vijftien meest gezochte families alleen al 60% van alle rekruteringsprojecten. Drie families die in de regio Nord-Pas de Calais worden gezocht, worden helemaal niet gezocht in de Belgische grensstreek: bank- en verzekeringstechnici, onthaalmoeders en zeelieden/vissers/ viskwekers.
grafiek 2
Gewicht van de grote sectoren in de rekruteringsplannen volgens geografisch gebied (in %) 100
Regio NordPas de Calais
90
80
België 67
70
60 50
42
40
40
Belgisch-vlaamse grensstreek Picardisch Wallonïe
30
21 21 22
20 10
49
14 5
6
7
4
15
12
8
8
12 17
18
14
0 Bouw
Voedingsmiddelenindustrie en landbouw
Verwerkingsindustrie
Handel
Diensten
5
tabel 1
De vijftien beroepsfamilies met het grootste aantal geplande aanwervingen in de Frans-Belgische grensstreek Aantal wervingsprojecten
% als moeilijk beschouwde gebonden
% seizoen gebonden projecten
1.683
15%
25%
Verkopers
1.392
16%
17%
Niet-geschoolde arbeiders goederenbehandeling
1.299
11%
28%
Bedienden en opzichters in de horeca
Niet-geschoolde arbeiders in de procesindustrie
1.023
32%
34%
Koks
939
44%
33%
Kassiers, bedienden in een zelfbedieningszaak
687
7%
16%
Geschoolde arbeiders in de procesindustrie
660
52%
30%
Onderhoudspersoneel
652
22%
10%
Chauffeurs
645
35%
8%
Groentekwekers, tuiniers, wijnbouwers
609
29%
62%
Verpleegkundigen, vroedvrouwen
609
45%
11%
Dienstboden
607
49%
10%
Ziekenverzorgers
521
5%
7%
Geschoolde arbeiders goederenbehandeling
438
25%
13%
Handelsattachés en vertegenwoordigers
438
36%
1%
20.718
33%
18%
Ensemble des 82 familles de métiers professionnelles Percentage moeilijke gevallen boven het gemiddelde
Percentage seizoengebonden gevallen boven het gemiddelde.
Voor alle bedrijven worden de rekruteringsmoeilijkheden aanzienlijk kleiner
er vier een moeilijkheidsgraad boven het gemiddelde: Kortrijk, Aat, Ieper en Roeselare. Van de grensgebieden aan Franse kant hebben er vijf een moeilijkheidsgraad boven het gewestelijk gemiddelde (33%); alleen Flandre Lys en Duinkerke verkeren niet in dit geval, net als het naburige Veurne.
De werkgevers oordelen dat 33% van alle rekruteringen als moeilijk kan worden bestempeld, zoals in de regio Nord-Pas de Calais, i.e. een afname met 11 punten in vergelijking met 2013. Deze daling geldt zowel voor bedrijven die Franse werknemers in dienst hebben als voor bedrijven zonder Franse werknemers. Ze raakt alle grote schijven en ook alle activiteitensectoren (nog sterker in de handel met een daling met 16 punten). Vlaamse bedrijven zijn van oordeel dat meer dan één derde (35%) van hun rekruteringsintenties moeilijk is, een veel hoger cijfer dan bij Waalse bedrijven waar het slechts gaat om 28% van de rekruteringsprojecten. Zoals in 2013 zijn de rekruteringsmoeilijkheden veelal groter in regio’s met een lage werkloosheid.
Uiteenlopende rekruteringsproblemen in de verschillende activiteitensectoren Zowel in de Frans-Belgische grensstreek als in Noord-Frankrijk worden niet alle activiteitensectoren even hard getroffen door rekruteringsproblemen. In beide geografische gebieden zijn de bouwsector en de productiesector de sectoren die de grootste moeilijkheden ondervinden met cijfers boven het gemiddelde. De handel wordt dan weer minder getroffen door rekruteringsmoeilijkheden. Gaan we de zaken meer in detail bekijken, dan stellen we vast dat vier sectoren een meerderheid hebben aan projecten die ze als moeilijk beschouwen: autohandel en –reparatie, de industrie van textiel/kledij/leder/schoenen, de metaalnijverheid en de bouwsector.
Van de zeven Belgische gebieden hebben
In Frankrijk nemen de moeilijkheden af naarmate de onderneming groter is. Kleine ondernemingen met 0 tot 9 werknemers hebben de grootste rekruteringsmoeilijkheden, die met 100 en meer werknemers de kleinste moeilijkheden. In de Belgische grensstreek maken we dezelfde vaststelling. De moeilijkheidsgraad inzake rekrutering bedraagt er 38% in bedrijven met minder dan 50 werknemers, tegen 26% in die met 50 werknemers en meer.
33%
aanwervingsprojecten worden als moeilijk in de Belgische grensstreek beschouwd
6
6 790
aanwervingsprojecten worden als moeilijk in de Belgische grensstreek beschouwd
28%
eaanwervingsprojecten zijn seizoensgebonden projecten in Nord – Pas de Calais , tegenover
18%
in Belgïe
Arbeiders gezocht! LDe door de werknemers moeilijk geachte rekruteringsprognoses hebben geen betrekking op dezelfde beroepsfamilies aan beide kanten van de grens en laten aldus toe die verschillende moeilijkheden te beschouwen als even zoveel kansen op werk voor al wie bereid is de grens over te steken. In de regio Nord-Pas de Calais kennen dertien beroepsfamilies een moeilijkheidscijfer boven het gemiddelde, tegen veertien in de Frans-Belgische grensstreek. Onder de tien beroepsfamilies met de hoogste moeilijkheidscijfers vinden we vijf beroepsfamilies van arbeiders (in de bouw of de industrie) in België en slechts twee in Frankrijk. We vinden bij die tien families ook twee beroepsfamilies ‘informatica’ in de regio Nord-Pas de Calais, en geen enkele in België. Slechts twee beroepsfamilies vinden we in beide landen terug: huispersoneel en slagers/charcutiers/bakkers (cf. tabel 2, pagina 6). In Vlaanderen, een regio met grote rekruteringsmoeilijkheden, vertonen niet minder dan zestien beroepsfamilies een moeilijkheidspercentage dat boven het gemiddelde ligt van de Frans-Belgische grensstreek, tegen slechts zeven in Picardisch Wallonië. Van de beroepsfamilies die met de grootste moeilijkheden kampen, vinden we er vijf in de twee Belgische grensstreken: geschoolde arbeiders metaalvormgeving, geschoolde arbeiders ruwbouw,
onderwijspersoneel, geschoolde arbeiders in de procesindustrieën en de verplegers/ vroedvrouwen.
18% van de projecten houdt verband met een seizoensactiviteit in de FransBelgische grensstreek In de Belgische grensstreek, waar de verhouding seizoensgebonden rekruteringen3 in 2014 daalt, zijn rekruteringsprojecten minder vaak het voorwerp van seizoensgebonden rekruteringen dan in de regio Nord-Pas de Calais (18% tegen 28%). Vlaamse bedrijven maken vaker gebruik van dit type rekruteringen dan bedrijven in Wallonië: één op vijf tegen minder dan één op tien in Wallonië. Seizoensinvloeden ongelijk verdeeld over het grondgebied Hoewel de seizoeninvloeden in vergelijking met 2013 dalen in het gebied Veurne, blijven ze hoog. De toeristische activiteit, gekoppeld aan de ligging aan de zee, is daar
tabel 2
De tien beroepsfamilies met de grootste rekruteringsmoeilijkheden in de Frans-Belgische grensstreek* Moeilijke projecten
Totaal aantal projecten
Moeilijkheidsgraad
Moeilijkheidsgraad in de regio Nord-Pas de Calais
Geschoolde arbeiders ‘metaalvormgeving’
274
375
73%
58%
Geschoolde arbeiders ‘afbouw’ in de bouwsector
209
304
69%
53%
Geschoolde arbeiders ‘ruwbouw’ in de bouwsector
180
277
65%
45%
Geschoolde arbeiders ‘onderhoud’
133
233
57%
42%
Onderwijspersoneel
197
359
55%
64%
Geschoolde arbeiders ‘verwerkende sectoren’
341
660
52%
18%
Slagers, charcutiers, bakkers
142
278
51%
41%
Huispersoneel
300
607
49%
45%
Landbouwers, fokkers, bosbouwers, houthakkers
168
360
47%
19%
Verplegers, vroedvrouwen
276
609
45%
17%
6.788
20.718
33%
33%
Totaal van de 82 beroepsfamilies
* beroepsfamilies die ten minste 1% van het totaal van de rekruteringen vertegenwoordigen 3 Het percentage seizoensinvloeden wordt berekend door het aantal rekruteringen in verband met een seizoensgebonden activiteit in verhouding te brengen met het totaal aantal aangekondigde rekruteringsprojecten. Een seizoensbehoefte is een rekrutering die beantwoordt aan een toename van de activiteit die jaarlijks in dezelfde periode terugkomt. Aldus is een vervanging van een werknemer met verlof niet seizoensgebonden, daar er geen sprake is van een toename van de activiteit.
7
tabel 3
De tien beroepsfamilies met de meest seizoensgebonden geplande aanwervingen in de Frans-Belgische grensstreek* Projets saisonniers
Projets totaux
Taux de saisonnalité
Landbouwers, veehouders, bosbouwers, houthakkers
245
360
68%
Groentekwekers, tuiniers, wijnbouwers
381
609
62%
Bedienden en opzichters in de horeca
343
1.023
34%
Koks
307
939
33%
Geschoolde arbeiders in de procesindustries
197
660
30%
Niet-geschoolde arbeiders goederenbehandeling
360
1.299
28%
Slagers, bereiders van fijne vleeswaren, bakkers
75
278
27%
Niet-geschoolde arbeiders in de procesindustrie
427
1.683
25%
Administratieve bedienden in bedrijven
56
301
19%
Verkopers
233
1.392
17%
3.704
20.718
18%
Totaal van de 82 beroepsfamilies * beroepsfamilies die ten minste 1% van het totaal van de rekruteringen vertegenwoordigen
niet vreemd aan. Een tweede gebied in de Frans-Belgische grensstreek dat de invloed van de seizoenen voelt, is Ieper, met een kwart seizoensgebonden projecten, net als in 2014. Deze keer vinden we de verklaring veeleer in de landbouw en de agrovoedingsindustrie. Omgekeerd, in het gebied Doornik waar de rekruteringsprognoses het minst vaak verband houden met seizoensgebonden activiteiten, treffen de seizoeninvloeden slechts zeven beroepsfamilies: al dan niet geschoolde arbeiders in de procesindustrieën, koks, geschoolde arbeiders ‘metaalvormgeving’, landbouwers, fokkers, bosbouwers en houthakkers, verkopers en bestuurders van voertuigen. Voorts maken sommige sectoren vaker gebruik van seizoenwerkers. Dit geldt bijvoorbeeld voor de landbouw en de agrovoedingsindustrie, waarvan de activiteit ook vaak plaats heeft op het ritme van de landbouw, het hotel- en restaurantwezen (zomerseizoen aan de kust), maar ook voor de andere dienstenactiviteiten (bv. attractieparken). Vijf sectoren kondigen geen seizoensgebonden rekruteringen aan: de overige verwerkingsindustrieën, de sector van het transportmaterieel, de autohandel en -reparatie, informatie & communicatie en de vastgoedsector.
Landbouw, handel en restaurantwezen zijn de meest seizoensgebonden beroepen Kleine ondernemingen (1 tot 9 werknemers) doen het vaakst een beroep op seizoenwerkers. Vaak immers vinden we in deze groep van werknemersschijf de landbouw- of restaurantbedrijven. Daarna komen de grotere ondernemingen (100 en meer werknemers), veeleer die in de agrovoedingsindustrie, maar ook bedrijven zoals attractieparken. In de Frans-Belgische grensstreek vinden we, onder de tien beroepsfamilies met de grootste seizoeninvloeden, de families ‘landbouw’, ‘restaurantwezen’ en ‘agrovoedingsindustrie’. De aanwezigheid van de familie ‘administratieve bedrijfsbedienden’ in dit palmares kan worden verklaard door het feit dat die familie het onthaalpersoneel (attractie- en vrijetijdsplaatsen) omvat (cf. tabel 3, pagina 7). Heel wat mogelijkheden in knelpuntberoepen Tot besluit kunnen we stellen dat, zowel in België als in Frankrijk, het onderzoek ‘Behoefte aan arbeidskrachten’ aantoont dat er heel wat arbeidsmogelijkheden zijn en tegelijk toelaat om de kenmerken
te bepalen van de soorten betrekkingen die moeten worden ingevuld en van de betrokken beroepen. Rekruteringskansen zijn er voor om het even wie: voor vele betrekkingen is er geen hoge opleiding of scholing vereist (ongeschoolde arbeiders in de procesindustrieën, ongeschoolde arbeiders in de goederenbehandeling, onderhoudsagenten…). Andere beroepen, die toegankelijk zijn voor personen die een technische opleiding hebben genoten of via scholing, kampen met grote rekruteringsmoeilijkheden. Ze vertonen dus interessante rekruteringskansen als gevolg van het gebrek aan concurrentie tussen de kandidaten op de arbeidsmarkt. Aldus blijkt de grensoverschrijdende arbeidsmarkt een veelbelovende markt voor kandidaten in Noord-Frankrijk en in België.
8
ingelijst 1
Methodologie Het jaarlijks onderzoek ‘Behoefte aan arbeidskrachten’ is al vele jaren een belangrijk instrument m.b.t. de kennis van de Franse en grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Het onderzoek maakt het mogelijk te anticiperen op rekruteringsmoeilijkheden, werkzoekenden beter te oriënteren naar opleidingen of beroepen in overeenstemming met de noden van de arbeidsmarkt en werkzoekenden te informeren over de evolutie van hun arbeidsmarkt en beroepen met toekomst. In juli 2007 bleek uit een opiniepeiling bij werkzoekenden in de Franse grensstreek dat 17.000 Franse werkzoekenden bereid zijn de grens over te steken, maar ook dat de helft van alle werkzoekenden die nog nooit in België hebben gewerkt, verklaren dat het hun aan informatie ontbreekt. Aldus werd het onderzoek ‘Behoefte aan arbeidskrachten’ in januari 2008 gelanceerd om deels tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van werkzoekenden over sectoren met toekomst in België. Het onderzoek, dat voor de zesde keer wordt gevoerd voor de Belgische grensstreek in Vlaanderen en voor de derde keer voor de grensstreek in Picardisch Wallonië, is een omzetting van het onderzoek naar de behoefte aan arbeidskrachten dat sinds 2002 met betrekking tot Frankrijk wordt gevoerd. Het terrein van het grensoverschrijdend onderzoek omvat echter geen ondernemingen met nul werknemers en evenmin de territoriale collectiviteiten . De resultaten kunnen dus niet rechtstreeks worden vergeleken met die van de golf van “Behoefte aan arbeidskrachten” 2014 in de regio Nord-Pas de Calais. Het werd gevoerd in januari-februari 2014. De moederbevolking bestaat uit de bedrijven in een van de 68 gemeenten die de grensstreek van de regio Nord-Pas de Calais vormen en ten minste één werknemer tellen (excl. de openbare sector), i.e. 33.236 bedrijven. Het onderzoek werd op exhaustieve wijze gevoerd voor de bedrijven met meer dan 5 werknemers. Ze werden ondervraagd per post, waarbij 9.864 vragenlijsten werden verzonden.1.581 bedrijven met minder dan 5 werknemers werden telefonisch ondervraagd. Het onderzoek heeft betrekking op 3.964 ingezonden en bruikbare vragenlijsten, i.e. een antwoordpercentage van 11,9%. Het antwoordpercentage is veel hoger dan 20% voor de bedrijven met 10 en meer werknemers.
meer weten Een gedetailleerde beschrijving van de onderzoeksmethodologie is te vinden op pagina 51 van de brochure ‘Les Besoins en Main-d’Oeuvre de part et d’autre de la frontière entre le Nord - Pas de Calais et la Belgique’ (verschijnt in juni 2014). Colin E., Floquet L. ‘Enquête Besoins en Main-d’Oeuvre 2014 : les entreprises de la région prévoient 80 500 recrutements’, Repères et Analyses, n°15, Pôle emploi Nord - Pas de Calais, avril 2014.
Directeur van de publicatie: Karim KHETIB • Directeur van de hoofdartikel : Virginie VETTIVEL • Realisatie: Dienst communicatie
pole-analyse-emploi.fr pole-emploi.org