Enquêtês Gêloof in hêt gêzin Inhoud Samenvatting........................................................................................................................................... 2 Analyse enquêtes .................................................................................................................................... 3 Uitkomsten ouderenquête ...................................................................................................................... 5 Uitkomsten kerkenraadsenquête............................................................................................................ 8
1
Samenvatting Veel behoefte aan opvoedingsondersteuning in CGK De cijfers zijn duidelijk: de behoefte aan opvoedingsondersteuning in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is groot. Van de 500 ouders die een enquête hierover invulden, geven bijna alle ouders aan dat ze het fijn vinden als de kerk hen ondersteunt in de taak om hun kind tot eer van God op te voeden. Driekwart van hen ervaart die steun ook daadwerkelijk. Bijna alle kerkenraden die de enquête invulden, zien het als hun taak om ouders bij te staan in de christelijke opvoeding. De uitkomst van de enquêtes zijn een duidelijke bevestiging van het belang van “Geloof in het gezin”, de projectgroep opvoedingsondersteuning in de CGK. Dat er in de CGK draagvlak was voor het project, bleek eerder al uit de breedte van de stuurgroep die het plan opvatte om opvoedingsondersteuning CGK-breed op te zetten. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers uit het Deputaatschap Kerkjeugd en Onderwijs, de jongerenorganisaties CGJO en LCJ, de Mannen- en Vrouwenbond. In 2013 heeft de Generale Synode het nut en de noodzaak van opvoedingsondersteuning onderkend en opdracht gegeven dit werk op te pakken. Thema’s Uit de enquête wordt duidelijk waar ouders het meest mee worstelen: met je kind over het geloof praten. De kerkenraden zien dit ook als het belangrijkste thema voor toerusting. Andere onderwerpen die zowel bij ouders als kerkenraden hoog scoren, zijn: internet en sociale media, praten met pubers, grenzen stellen, bidden met kinderen en seksualiteit. Behoefte Bij de behoefte aan opvoedingsondersteuning neemt de preek een grote plaats in. Uit alle mogelijke manieren van ondersteuning kiezen ouders het vaakst “aandacht in de preek voor de overdracht naar de volgende generatie”. Bij kerkenraden is iets soortgelijks te zien. Bijna 70 procent wil graag een handreiking om opvoedvragen een plek te geven in de prediking. Thema-avonden en een duidelijke visie op christelijke opvoeding scoren ook hoog. Een methode voor gezinsmomenten rond de Bijbel zou ook voorzien in een behoefte. Betrokkenheid De betrokkenheid van de geënquêteerden is groot, zeer groot zelfs. Een groot deel van de ouders wil zelfs actief meedenken hoe opvoedingsondersteuning in hun gemeente vorm kan krijgen. De kerkenraden staan open voor toerusting. Hier liggen aanknopingspunten om de ouders te bereiken die de enquête niet hebben ingevuld. De aandacht moet uitgaan naar alle ouders van de CGK die ooit bij het doopvont hebben beloofd hun kind op te voeden tot eer van God.
2
Analyse enquêtes Respons De helft van de kerkenraden en 500 ouders hebben de enquête ingevuld op www.geloofinhetgezin.nl. Met deze respons is het goed mogelijk om een landelijk beeld te krijgen van de behoefte aan opvoedingsondersteuning via de Christelijke Gereformeerde Kerk ter plaatse. De pr heeft vrucht afgeworpen. En het boek “Geloven in opvoeden”, dat als beloning werd ingezet voor de eerste 200 respondenten heeft wellicht ook mensen aangespoord. Variatie Uit twee derde van de CGK’s zijn reacties van ouders gekomen. Deze groep geeft een mooie dwarsdoorsnee van de CGK, want de gemeenten waaruit ze komen, zijn gevarieerd, zowel qua ligging als qua grootte. Gevarieerd is ook de leeftijd van de ouders. Bij de kerkenraden is de verdeling over verschillende CGK’s ook goed. In totaal namen 83 van de 176 kerkenraden de moeite om de vragenlijst in te vullen. Een respons van bijna 50 procent is iets om dankbaar voor te zijn. De herhaalde verzoeken zijn niet voor niets geweest. Van de gemeenten waarvan noch de kerkenraad, noch een ouder de enquête heeft ingevuld, is niet te zeggen dat er geen betrokkenheid is op opvoedingsondersteuning. Zo is er een gemeente die zelf al onderzoek heeft gedaan en dit niet dunnetjes over wil doen. Een andere gemeente heeft het nog op de agenda staan. Weer anderen nemen wel contact op met de projectleiders met vragen specifiek voor hun gemeente, maar vullen de enquête niet in. Het aantal gemeenten dat betrokken is op het ondersteunen van ouders in de opvoeding is dus hoger dan het aantal responderende kerkenraden. Vanuit de gemeente Urk-Maranatha hebben we het hoogste aantal respondenten: 32. Toch is dit niet de winnaar van de gemeente-avond. Daarvoor heeft een gemeente het hoogste percentage inzenders nodig. Als we het aantal gezinnen afzetten tegen het aantal respondenten in een gemeente komt Rijnsaterwoude als winnaar uit de bus. Als dank voor de getoonde betrokkenheid krijgt deze kleine gemeente een gratis thema-avond aangeboden. Representatief De ouders die gereageerd hebben, zijn betrokken gemeenteleden. Dat blijkt vooral uit het feit dat bijna twee derde van hen aangeeft zelf mee te willen denken hoe opvoedingsondersteuning in hun gemeente vorm kan krijgen. Door het invullen van hun e-mailadres laten ze zien dat ze echt openstaan voor een benadering van onze kant. Deze groep kan plaatselijk een voortrekkersrol vervullen. De betrokkenheid van de respondenten blijkt ook uit de inschrijvingen voor de nieuwsbrief. Ruim 80 procent wil op deze manier graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen bij “Geloof in het gezin”. Het is de vraag of de mening van deze betrokken groep ouders representatief is voor de mening van alle ouders. Iedere gemeente kent ouders die minder betrokken zijn op de christelijke opvoeding. Hun mening kennen we (helaas) niet. Bij de verder doordenking van de plannen kunnen de cijfers uit 3
de enquête zeker hun dienst bewijzen, maar ze geven geen totaalbeeld van de mening van alle CGKouders. Bij kerkenraden is het door de hoge respons (bijna de helft) en de variatie in die groep beter mogelijk de uitkomsten als representatief voor alle kerkenraden te zien.
4
Uitkomsten ouderenquête Steun van kerk Bijna alle ouders (94 procent) geven aan dat ze het fijn vinden als de kerk hen helpt om hun kind op te voeden tot eer van God. Het percentage ouders dat die steun ook daadwerkelijk ervaart, ligt lager: 75 procent. Met gemeenteleden praten over opvoeding doet driekwart wel eens. Als het concreet gaat over de vraag naar steun van gemeenteleden in het de weg wijzen naar de Heere Jezus, loopt het aantal fors terug. Iets meer dan de helft zegt daarin steun te ervaren van gemeenteleden. In de losse opmerkingen die ouders bij deze vragen plaatsen, zijn drie categorieën te onderscheiden. Waar zeggen de ouders iets over? 1. Over het eigen gezin 2. Over de kerk, de niet-opvoedkundige activiteiten 3. Over de kerk, de opvoedkundige activiteiten De meesten wijzen bij de opmerkingen naar de niet-specifiek opvoedkundige activiteiten van de kerk, zoals eredienst, club en catechisatie. Die ervaren ze als ondersteunend in de opvoeding. Iets meer dan tien ouders verwijzen naar de opvoedkundige activiteiten van de gemeente en vinden die waardevol. Een iets kleiner aantal verwoordt juist hun verlangen daarnaar. Veertig ouders laten iets zien van de worsteling om het geloof in het gezin handen en voeten te geven. Een groot deel van de vragen of opmerkingen onderstreept de vraag naar concrete opvoedingsondersteuning. Hier en daar klinkt verdriet door: geen aandacht voor kind na overlijden vader, ouders die zich eenzaam voelen in de kerk wat betreft de geloofsopvoeding, standaardantwoorden in de preek, zoals bid maar veel en lees maar veel. Dat bijna alle geënquêteerde ouders meer steun van de kerk wensen dan ze op dit moment ervaren, is een dikke streep onder het werk van Geloof in het gezin. Het is een droom om ooit onderbouwd te kunnen zeggen: driekwart van alle CGK-ouders voelt zich in de opvoeding voldoende gesteund door de kerk om zijn kind juist ook thuis de weg naar de Heere Jezus te wijzen. Waar komt het verschil vandaan tussen de ervaren steun van de kerk (75 procent) en de ervaren steun van gemeenteleden (57 procent)? De kerk scoort dus beduidend hoger qua steun dan de gemeenteleden. Is het de doop, de preek, de organisatie van kindvriendelijke activiteiten, zoals oppas en club die steun geven? En zijn gemeenteleden ervoor om over koetjes en kalfjes te praten? Ouders leren over opvoeding het meest van familie en vrienden. Daarna volgen kerk en boeken.
5
Noemen de ouders de familie het eerst, omdat ze veel van hun eigen ouders hebben meegekregen en nog steeds graag met ouders, broers en zussen in gesprek gaan? Is dit Psalm 72: dat Zijn Naam van generatie op generatie doorgaat?
Thema’s
Welke thema’s vragen de aandacht? Eén springt eruit: met je kind spreken over het geloof. Ouders worstelen ermee en kruisen het massaal aan. De volgende onderwerpen vragen ook de aandacht: internet en sociale media, praten met pubers, grenzen stellen, bidden met kinderen en seksualiteit. Opvallend is de geringe belangstelling voor zingen. Is zingen misschien het vergeten kindje waar ouders het nut en de noodzaak niet van inzien? Behoefte Internetforum
41%
Halfjaarlijks gesprek
34%
Website opvoeding
71%
Opvoedkring
71%
Verhalen van andere ouders
81%
Methode gezinsmomenten
79%
Duidelijke visie
83%
Thema-avonden
83%
Aandacht in de prediking
90% 0%
10%
20%
30%
6
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Waar het meest behoefte aan is, is aandacht in de prediking voor overdracht naar de volgende generatie. Aandacht in de prediking scoort dus nog hoger dan een opvoedkring, waar ouders actief met elkaar van gedachten wisselen. Wat zeggen ouders hiermee? Ze willen gevoed worden door het Woord! Op welke manier, dat wordt uit deze enquête niet duidelijk. Dat vraagt vervolgonderzoek. Willen ze preken die praktisch worden toegespitst op opvoedsituaties of willen ze een preek die de kinderen ook begrijpen of nog iets anders? Betrokkenheid Grote betrokkenheid spreekt uit het feit dat 70 procent van de ouders aangeeft dat hij mee wil denken over hoe opvoedingsondersteuning in de eigen gemeente vorm kan krijgen. Deze lijst met emailadressen (55% heeft emailadres achtergelaten) is goud waard voor dit project. Hoe gaan we die inzetten?
7
Uitkomsten kerkenraadsenquête Verantwoordelijkheid Bij meer dan de helft van de kerkenraden is de hele raad verantwoordelijk voor de toerusting van ouders. In één op de vijf gemeenten is er niemand specifiek verantwoordelijk. Bij ongeveer één op de tien is er een commissie met een kerkenraadslid en gemeenteleden die zich met deze taak bezighoudt. Driekwart van de kerkenraden ziet dat er gemeenteleden zijn die opvoeders met raad en daad kunnen bijstaan. Het is niet bekend of deze mensen hier ook al mee bezig zijn. Vraag was vooral bedoeld als richtingwijzer. De kerkenraad hoeft niet alles zelf te doen en te kunnen. Er zijn gemeenteleden met die gave. Fijn dat die erkenning er dus breed is. Doop De doop blijkt een belangrijk aangrijpingspunt voor kerkenraden. Voor de doopbediening is er in iedere gemeente een gesprek met de doopouders. In 10 procent van de gemeente is er een vorm van doopcatechese. Een methode wordt niet gebruikt. Een enkeling noemt een boekje dat tijdens een gesprek als leidraad dient. Als kerkenraden aangeven hoe ze ouders ondersteunen, dan komt het huisbezoek op de eerste plaats (bijna driekwart), aandacht in de preek op de tweede (ruim 60 procent) en thema-avonden op de derde (ruime de helft). Ruim 20 procent meldt het bestaan van een opvoedkring. De twee hoogste scores zijn niet specifiek gericht op opvoeding, maar bereiken wel alle ouders. Iedereen krijgt huisbezoek (de vraag is wel: hoe vaak?) en (bijna) iedereen bezoekt de diensten. Dus deze middelen kunnen heel doeltreffend zijn. Doeltreffender dan een thema-avond met een lage opkomst of één opvoedkring in een grote gemeente. Hoe pakken ouderlingen dat aan tijdens een huisbezoek? Gaat het hier over het algemene koffiepraatje met de vraag: Hoe is het met de kinderen? Of wordt er gevraagd: Hoe brengt u uw kinderen bij de Heere Jezus? Weten uw kinderen waarom ze gedoopt zijn? Vertrouwen ze de Heere God als hun Vader? Wie is de Heere Jezus voor hen? Hebben ze de Heilige Geest ontvangen? Lezen ze uit de (Kinder)bijbel en leggen ze dan een link naar het leven van de kinderen? Thema’s Ook bij de kerkenraden voert het thema “met je kind praten over het geloof” de lijst aan. Ouders en kerkenraden bevestigen elkaar wat betreft de keuze van de thema’s. Er zijn geen grote verschillen aan te wijzen. Bij de open vraag komt de vraag rond de kerkgang van pubers naar voren. Vooral het bezoek van de tweede kerkdienst en de trek naar evangelischen roepen vragen op.
8
Behoefte Thema-avonden
66%
Opvoedkring
38%
Verhalen van andere gemeenten
56%
Handreiking budyproject
34%
Handreiking prediking
68%
Vorm opvoedingsondersteuning
59%
Duidelijke visie
79%
Toerusting gesprekstechnieken
72%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Er is veel vraag om ondersteuning. Op allerlei gebied:
Ruim 70 procent vraagt om toerusting voor het aangaan van een gesprek over opvoeding. Bij een eerdere vraag gaf driekwart van de kerkenraden aan de ouders al op deze manier toe te rusten. Ze doen het dus al wel, maar verlangen naar meer en beter. Bijna 80 procent is ook op zoek naar een duidelijke visie op christelijke opvoeding. Bij ouders scoorde dit ook zo hoog: ruim 80 procent. Bij bijna 60 procent staat de deur open voor “Geloof in het gezin” om mee te denken. En ook voor de preken wil bijna 70 procent een handreiking. De predikanten die de enquête invulden, geven dat ongeveer even vaak als de andere kerkenraadsleden. Bij ouders heeft ruim 90 procent behoefte aan aandacht voor de overdracht naar de volgende generatie. Voor een buddyproject is niet veel animo. De gemeenten die hiervoor interesse hebben, zijn heel divers. Van klein tot groot, van actief op het gebied van opvoedingsondersteuning tot oriënterend. Ruim de helft wil wel van andere gemeenten horen hoe zij ouders toerusten. Bijna 40 procent wil hulp bij het opzetten van opvoedkringen. Een deel van de gemeenten die al een opvoedkring hebben, vraagt hier om hulp. Blijkbaar is er ook na het opzetten nog hulp gewenst. Bijna 70 procent ziet wel iets in een gemeenteavond over opvoeding.
Betrokkenheid In de eerste plaats blijkt de grote betrokkenheid van kerkenraden uit de hoge respons. In de tweede plaats blijkt die uit de behoefte aan ondersteuning. En ten slotte ook uit het feit dat 90 procent van de kerkenraden de nieuwsbrief wil ontvangen om op de hoogte te blijven van Geloof in het gezin.
9