Energiestudie equivalent opwekkingrendement externe warmtelevering Utrecht Gevolgen voor de energieprestatie van nieuwbouwwoningen conform eisen 2015
Rapportnummer D 3004-5-RA-001 d.d. 9 maart 2016
Energiestudie equivalent opwekkingrendement externe warmtelevering Utrecht Gevolgen voor de energieprestatie van nieuwbouwwoningen conform eisen 2015
opdrachtgever
Eneco Warmte & Koude B.V.
rapportnummer
D 3 0 0 4 - 5- R A - 0 0 1
datum
9 maart 2016
referentie
J E / J E / / D 3 0 0 4 - 5- R A - 0 0 1
verantwoordelijke ir. J.A. Eijsackers opsteller
ir. J.A. Eijsackers +31 79 3470384
[email protected]
peutz bv, postbus 696, 2700 ar zoetermeer, +31 79 347 03 47,
[email protected], www.peutz.nl kvk 12028033, opdrachten volgens DNR 2011, lid NLingenieurs, btw NL.004933837B01, ISO-9001:2008 mook – zoetermeer – groningen – düsseldorf – dortmund – berlijn – leuven – parijs – lyon
D 3004-5-RA-001 2
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2
Energieprestatie
5
3
Regelgeving sinds 2015
6
3.1 Overzicht wijzigingen
6
3.2 Energieprestatie in combinatie met gebiedsmaatregelen
6
3.3 Va ng n et
7
4
Uitgangspunten energiestudie
8
5
Samenvatting resultaten energiestudie
9
5.1 Grondgebonden woningtypen
9
5.1.1
Bij een EOR van 1,775
9
5.1.2
Noodzakelijke EOR zonder aanvullende maatregelen
9
5.1.3
Bij een EOR van 1,25
5.1.4
Bij een gasketel
5.2 Appartementengebouw
9 10 10
5.2.1
Bij een EOR van 1,775
10
5.2.2
Noodzakelijke EOR zonder aanvullende maatregelen
11
5.2.3
Bij een EOR van 1,25
11
5.2.4
Bij een gasketel
11
6
Werkelijk energiegebruik
12
7
Conclusies
13
7.1 Grondgebonden woningen
13
7.2 Appartementengebouw
13
7 . 3 To t s l o t
13
D 3004-5-RA-001 3
1
Inleiding In opdracht van Eneco Warmte & Koude te Rotterdam is een energiestudie uitgevoerd, waarbij het equivalent opwekkingsrendement (EOR) van de warmtelevering centraal staat. Voorliggende rapportage het betrekking op de bouwregelgeving voor nieuwbouw zoals deze geldt vanaf 1 januari 2015. Voor drie woningtypen is een studie verricht naar de energieprestatie. Hierbij is gevarieerd in het EOR van de warmtelevering en tevens een vergelijking gemaakt met een installatieconcept met een individuele gasketel.
D 3004-5-RA-001 4
2
Energieprestatie Sinds 15 december 1995 gelden er in Nederland eisen aan de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen. Op deze datum is de zogeheten energieprestatie van gebouwen ingevoerd. De energieprestatie van een gebouw wordt uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). De EPC is de verhouding tussen het berekende primaire energiegebruik van het gebouw en het vastgestelde energiebudget. Met andere woorden: de verhouding tussen de hoeveelheid energie die je gebruikt gedeeld door de hoeveelheid energie die je mag gebruiken. Het energiegebruik van het gebouw wordt bepaald door het bouwkundige ontwerp, de thermische isolatie, de luchtdichtheid, het verwarmingssysteem, de opwekking van warmtapwater, het ventilatiesysteem, het toepassen van een zonnecollector of PV-panelen, enz. De bepaling van het energiebudget is eenvoudiger en hangt af van de vloeroppervlakte, het oppervlakte van de thermische schil en de eis voor de EPC uit het Bouwbesluit. Hierbij mogen grote woningen of woningen met veel dak- en geveloppervlakte meer energie gebruiken dan kleinere compacte woningen. De energieprestatie heeft betrekking op het zogeheten gebouwgebonden energiegebruik. Dat is het energiegebruik voor verwarmen, koelen, ventileren e.d. Het elektriciteitsgebruik van apparaten zoals televisies, wasmachines en vaatwassers, behoort niet tot het gebouwgebonden energiegebruik. Uitzondering is verlichting; daarvoor is een standaard (forfaitaire) waarde opgenomen in de energieprestatie. Een deel van de verlichting valt dus onder het gebouwgebonden energiegebruik. De EPC-eis is sinds 1995 periodiek aangescherpt. Bij de invoering was de eis 1,4 en momenteel is de eis 0,4. Het primaire doel is om de CO 2-uitstoot van de gebouwde omgeving steeds verder te reduceren. Het reduceren van de CO2-uitstoot kan worden gerealiseerd in het gebouw zelf (op het perceel) of door maatregelen op wijk- of stadsniveau. De gedachte daarbij is dat het voor de reductie van de CO2-uitstoot niet uitmaakt waar deze wordt gerealiseerd. Alle CO 2-reductie realiseren op het perceel is namelijk niet altijd mogelijk of wenselijk. Het Bouwbesluit 2012 biedt daarom de mogelijkheid dat een deel van de reductie wordt gerealiseerd op gebiedsniveau.
D 3004-5-RA-001 5
3
Regelgeving sinds 2015
3.1 O v e r z i c h t w i j z i g i n g e n
Vanaf 1 januari 2015 zijn de eisen en regelgeving met betrekking tot energiegebruik van nieuwbouw woningen gewijzigd. Deze eisen zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen: Thermische isolatie gevels voor 1-1-2015: ≥ 3,5 m2K/W vanaf 1-1-2015: ≥ 4,5 m2K/W Thermische isolatie daken voor 1-1-2015: ≥ 3,5 m2K/W vanaf 1-1-2015: ≥ 6,0 m2K/W Energieprestatie van woningen voor 1-1-2015: EPC ≤ 0,6 vanaf 1-1-2015: EPC ≤ 0,4 3.2 E n e r g i e p r e s t a t i e i n c o m b i n a t i e m e t g e b i e d s m a a t r e g e l e n
In het Bouwbesluit 2012 is een aanvullende eis opgenomen wanneer er sprake is van externe warmtelevering (zoals stadsverwarming). Bij externe warmtelevering kan in de EPCberekening niet meer worden gerekend met het opwekkingsrendement van een apparaat, zoals bijvoorbeeld een gasketel of een warmtepomp. In analogie daarmee wordt voor de externe warmtelevering een equivalent opwekkingsrendement (EOR) bepaald met de norm NVN 7125. Dit rendement kan hoger zijn dan 1,00 door bijvoorbeeld gebruik te maken van restwarmte of de gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit. In het Bouwbesluit 2012 geldt voor externe warmtelevering een getrapte eis waarbij tweemaal moet worden getoetst aan een gestelde grenswaarde. De 1e trap houdt in dat de EPC-berekening met een gestandaardiseerd opwekkingsrendement van de warmtelevering moet voldoen aan een EPC-eis van 1,33 keer de Bouwbesluit-eis. Voor woonfuncties betekent dit 1,33 x 0,40 = 0,532. Dit gestandaardiseerde opwekkingsrendement voor de 1e trap is 1,00. De 2e trap houdt in dat de EPC-berekening met de verklaring conform NVN 7125 moet voldoen aan de reguliere EPC-eis van 0,40 voor woonfuncties. Hierbij wordt dus gebruik gemaakt van het hogere EOR van de externe warmtelevering. Wanneer geen verklaring conform NVN 7125 kan worden overlegd, geldt de forfaitaire waarde voor de 2e trap EOR van 1,10.
D 3004-5-RA-001 6
3.3 V a n g n e t
Bij het realiseren van de energieprestatie-eis heeft de ontwerper een grote keuzevrijheid. Bij toepassing van bijvoorbeeld veel glas in de gevel kan worden gekozen voor het toepassen van triple glas waardoor het warmteverlies wordt beperkt, of voor een verwarmingsinstallatie met een hoog opwekkingsrendement of voor het plaatsen van extra PV-panelen. Deze keuzevrijheid is een belangrijk uitgangspunt van de energieprestatienorm. Echter, bij te veel keuzevrijheid kunnen ongewenste effecten optreden. Zo zou een verwarmingsinstallatie met een heel hoog opwekkingsrendement kunnen leiden tot een zeer matige thermische isolatie. Om deze ongewenste effecten te voorkomen zijn zogenaamde vangnetartikelen opgenomen in het Bouwbesluit. Dit zijn onder andere de minimale eisen voor de thermische isolatie van de gebouwschil. Een ander vangnetartikel is de getrapte eis voor de EPC wanneer er sprake is van gebiedsmaatregelen, zoals hierboven omschreven.
D 3004-5-RA-001 7
4
Uitgangspunten energiestudie Om het effect van een veranderend equivalent opwekkingsrendement van de warmtelevering op de energieprestatie inzichtelijk te maken, zijn voor drie verschillende gebouwtypen berekeningen gemaakt. De volgende type gebouwen worden onderscheiden in deze energiestudie: A. Grondgebonden tussenwoning (124 m 2) B. Grondgebonden hoekwoning (124 m 2) C. Appartementengebouw, 10 verdiepingen, 60 appartementen (74 tot 78 m2) Onderstaande eisen voor de EPC zijn van kracht: − EPC met gestandaardiseerd opwekkingsrendement warmtelevering (1e trap) ≤ 0,532 − EPC met NVN 7125-verklaring warmtelevering (2e trap) ≤ 0,40 Enkele belangrijke uitgangspunten zijn: − Thermische isolatie gevels Rc ≥ 4,5 m2K/W (minimale eis Bouwbesluit) − Thermische isolatie dak Rc ≥ 6,0 m2K/W (minimale eis Bouwbesluit) − Thermische isolatie vloer Rc ≥ 4,5 m2K/W 1 − Thermische isolatie ramen: U ≤ 1,30 W/m2K − Vraaggestuurd ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer − PV-panelen op het dak (alleen bij het appartementengebouw) Een volledige overzicht van de bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten is opgenomen in bijlage 1. Hierin zijn ook de berekeningsresultaten opgenomen. Er is gevarieerd in het equivalente opwekkingsrendement waarbij de volgende waarden zijn gehanteerd: − EOR = 1,00: gestandaardiseerd rendement van de 1e trap − EOR = 1,10: forfaitaire rendement van de 2e trap bij ontbreken NVN 7125-verklaring − EOR = 1,25 − EOR = 1,325 − EOR = 1,775: komt overeen met de ingetrokken NVN 7125-verklaring van Eneco in Utrecht Er is gebruik gemaakt van rekensoftware Uniec 2.2 welke gebaseerd is op de normen NEN 7120, NEN 8088 en NVN 7125 zoals die vanaf 1 januari 2015 van kracht zijn. Indien de benodigde EPC niet wordt behaald dan worden aanvullende opties geformuleerd met daarbij een meerkostenraming op basis van kentallen (prijspeil 2015, exclusief BTW).
1 De minimale eis in het Bouwbesluit 2012 voor vloeren is Rc ≥ 3,5 m 2K/W. Omdat het relatief eenvoudig is de vloer beter te isoleren dan deze minimale eis, is er voor gekozen een waarde van Rc ≥ 4,5 m2K/W aan te houden. Dit sluit ook beter aan bij de huidige bouwpraktijk. D 3004-5-RA-001 8
5
Samenvatting resultaten energiestudie
5.1 G r o n d g e b o n d e n w o n i n g t y p e n
5.1.1 B i j e e n E O R v a n 1 , 7 7 5
De uitgangspunten voor de EPC-berekening van beide grondgebonden woningtype zijn zo gekozen dat zowel wordt voldaan aan de 1e trap als aan de 2e trap bij een EOR van 1,775. Onder deze condities zijn sinds 1 januari 2015 omgevingsvergunningen bouwen ingediend en afgegeven in Utrecht. Zoals in onderstaande tabellen zichtbaar is, voldoen beide woningtypen niet aan de eisen voor de 2e trap bij een lagere EOR. t5.1 Resultaten energieprestatie grondgebonden tussenwoning EPC
EOR
Voldoet 1e trap?
Voldoet 2e trap?
0,49
1,00
ja
-
0,45
1,10
-
nee
0,42
1,25
-
nee
0,40
1,325
-
ja
0,34
1,775
-
ja
t5.2 Resultaten energieprestatie grondgebonden hoek EPC
EOR
Voldoet 1e trap?
Voldoet 2e trap?
0,52
1,00
ja
-
0,48
1,10
-
nee
0,45
1,25
-
nee
0,43
1,325
-
nee
0,36
1,775
-
ja
5.1.2 N o o d z a k e l i j k e E O R z o n d e r a a n v u l l e n d e m a a t r e g e l e n
Bij de volgende EOR's wordt nog juist voldaan aan de eis voor de 2e trap, zonder aanvullende maatregelen: − tussenwoning: EOR = 1,325 − hoekwoning: EOR = 1,45 5.1.3 B i j e e n E O R v a n 1 , 2 5
Om aan de eis van de 2e trap te voldoen bij een EOR van 1,25 is onderzocht welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
D 3004-5-RA-001 9
Voor de tussenwoning zijn dat: − óf verticale douchewarmtewisselaar − óf 1,6 m2 PV-paneel − óf uitbreiding met drie extra CO 2-sensoren voor het vraaggestuurde ventilatiesysteem (gezoneerd) Voor de hoekwoning zijn dat: − óf verticale douchewarmtewisselaar − óf 3,2 m2 PV-paneel De meerkosten bedragen voor de tussenwoning tussen circa 700 en 1100 euro en voor de hoekwoning tussen circa 700 en 1200 euro. Uiteraard kunnen ook andere maatregelen worden genomen om te voldoen aan de EPC-eis. 5.1.4 B i j e e n g a s k e t e l
Dezelfde woningtypes met een gasketel voldoen, met dezelfde uitgangspunten, niet aan de EPC-eis. Dat komt omdat het opwekkingsrendement van gasketels voor zowel verwarming als warmtapwater lager is ten opzichte van externe warmtelevering. Bij toepassing van een zeer zuinige gasketel is voor de tussenwoning is een verticale douchewarmtewisselaar benodigd en voor de hoekwoning een verticale douchewarmte wisselaar én 3,2 m2 PV-panelen op het dak. De meerkosten bedragen voor de tussenwoning circa 700 euro en voor de hoekwoning circa 1900 euro. 5.2 A p p a r t e m e n t e n g e b o u w
5.2.1 B i j e e n E O R v a n 1 , 7 7 5
De uitgangspunten voor de EPC-berekening van het woongebouw zijn zo gekozen dat zowel wordt voldaan aan de 1e trap als aan de 2e trap bij een EOR van 1,775. Op het dak zijn 72 m2 PV-panelen voorzien. Onder deze condities zijn sinds 1 januari 2015 omgevingsvergunningen bouwen ingediend en afgegeven in Utrecht. Zoals in onderstaande tabel zichtbaar is, voldoet het woongebouw niet aan de eisen voor de 2e trap bij een lagere EOR.
D 3004-5-RA-001 10
t5.3 Resultaten energieprestatie appartementengebouw EPC
EOR
Voldoet 1e trap?
Voldoet 2e trap?
0,53
1,00
ja
-
0,49
1,10
-
nee
0,45
1,25
-
nee
0,43
1,325
-
nee
0,35
1,775
-
ja
5.2.2 N o o d z a k e l i j k e E O R z o n d e r a a n v u l l e n d e m a a t r e g e l e n
Bij de volgende EOR wordt nog juist voldaan aan de eis voor de 2e trap, zonder aanvullende maatregelen: − appartementengebouw: EOR = 1,45 5.2.3 B i j e e n E O R v a n 1 , 2 5
Om aan de eis van de 2e trap te voldoen bij een EOR van 1,25 is onderzocht welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn: − óf douchegoot warmtewisselaar − óf extra 72 m2 PV-panelen − óf zonwering op zonbelaste gevels zonder beschaduwing in combinatie met verbeterde luchtdichtheid De meerkosten bedragen voor de eerste twee maatregelen respectievelijk 700 en 525 euro per appartement. De derde maatregel is duurder en kost per appartement circa 1500 euro. Deze maatregel is informatief opgenomen in de rapportage om aan te tonen dat ook met het toepassen van zonwering de EPC kan worden verlaagd. Uiteraard kunnen ook andere maatregelen worden genomen om te voldoen aan de EPC-eis. 5.2.4 B i j e e n g a s k e t e l
Hetzelfde appartementengebouw met gasketels voldoet, met dezelfde uitgangspunten, niet aan de EPC-eis. Dat komt omdat het opwekkingsrendement van gasketels voor zowel verwarming als warmtapwater lager is ten opzichte van externe warmtelevering. Bij toepassing van een zeer zuinige gasketel zijn op het dak aanvullend 240 m 2 PV-panelen noodzakelijk om te voldoen aan de EPC-eis van 0,40. De meerkosten bedragen circa 850 euro per appartement.
D 3004-5-RA-001 11
6
We r k e l i j k e n e r g i e g e b r u i k Zoals eerder gesteld, is het doel van de energieprestatieregelgeving het reduceren van de CO2-uitstoot van de bebouwde omgeving. Het is een effectief beleidsinstrument dat met succes sinds 1995 voor nieuw te bouwen gebouwen wordt ingezet. De rekenmethode voor de energieprestatie is echter niet bedoeld en geschikt om het werkelijke energiegebruik van een gebouw te berekenen. Hiervoor worden de volgende redenen gegeven. De methode is een zogeheten statisch rekenmodel. Dit houdt in dat er geen rekening wordt gehouden met processen die zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Zo wordt voor de buitentemperatuur van een maand slechts één temperatuur aangehouden. De dynamische cyclus waarbij het 's nachts kouder is dan overdag, ontbreekt. Ook met andere meteorologische verschijnselen zoals zon, wind, bewolking, luchtvochtigheid e.d. wordt statisch gerekend. Er wordt geen rekening gehouden met de locatie in Nederland (kust, binnenland, stad, platteland). De bewoners van een woning hebben een zeer grote invloed op het energiegebruik. Denk daarbij aan de gewenste binnentemperatuur, hoe lang er wordt gedoucht, het regelen van het ventilatiesysteem, technisch onderhoud van individuele installaties (gasketels, balansventilatie-units), het openen van ramen, hoeveelheid elektrische apparatuur en het gebruik daarvan, het aantal bewoners en de aanwezigheid in de woning e.d. In de rekenmethode liggen al deze parameters min of meer vast. Zo is de binnentemperatuur statisch en dus voor iedereen gelijk. De hoeveelheid warmtapwater hangt af van de oppervlakte van de woning en niet van het aantal bewoners. De aanwezigheid in de woning staat ook altijd vast. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen bewoners die de hele dag thuis zijn en bewoners die overdag van huis zijn. Bovenstaande punten – en zo zijn er nog meer – zijn de reden dat het niet mogelijk is om met de rekenmethode voor de energieprestatie een uitspraak te doen over het werkelijke, te verwachten energiegebruik van de woningen. Derhalve zal geen uitspraak worden gedaan over het energiegebruik en bijbehorende kosten. Het energiegebruik zoals bepaald door de energieprestatienorm is informatief wel vermeld in bijlage 1.
D 3004-5-RA-001 12
7
Conclusies Voor een drietal woningtypes (twee grondgebonden en één appartementengebouw) zijn EPC-berekeningen gemaakt. Er is daarbij uitgegaan van de eisen zoals ze gelden vanaf 1 januari 2015 en van gebruikelijke bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten. Er is gevarieerd in het equivalente opwekkingsrendement van de externe warmtelevering.
7.1 G r o n d g e b o n d e n w o n i n g e n
Beide grondgebonden woningtypen (tussenwoning en hoekwoning) voldoen, met de gekozen uitgangspunten, bij het hoogste equivalent opwekkingsrendement voor externe warmtelevering aan de EPC-eisen. Om bij een lager equivalent opwekkingsrendement van 1,25 te voldoen aan de EPC-eisen zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De kosten daarvan bedragen tussen circa 700 en 1200 euro per woning. Wanneer de woningen voorzien waren geweest van een zeer zuinige gasketel, waren ook aanvullende maatregelen noodzakelijk. De kosten daarvan bedragen tussen circa 700 en 1900 euro per woning. 7.2 A p p a r t e m e n t e n g e b o u w
Het appartementengebouw voldoet, met de gekozen uitgangspunten, bij het hoogste equivalent opwekkingsrendement voor externe warmtelevering aan de EPC-eisen. Om bij een lager equivalent opwekkingsrendement van 1,25 te voldoen aan de EPC-eisen zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De kosten daarvan bedragen tussen circa 525 en 1500 euro per appartement. Wanneer de appartementen voorzien waren geweest van een zeer zuinige gasketel, waren ook aanvullende maatregelen noodzakelijk. De kosten daarvan bedragen circa 850 per appartement. 7.3 T o t s l o t
Een hoog equivalent opwekkingsrendement van de externe warmtelevering resulteert in een EPC die (veel) lager dan de eis van 0,40. Het is echter niet mogelijk om de woning “slechter” te maken vanwege de minimale eisen voor thermische isolatie zoals omschreven in het Bouwbesluit 2012 en het gelimiteerde aandeel van gebiedsmaatregelen. Zoetermeer, Dit rapport bevat 13 pagina's, 1 bijlage. D 3004-5-RA-001 13
Bijlage 1 – Rekenresultaten energiestudie
D 3004-5-RA-001 14
A. Grondgebonden tussenwoning Uitgangspunten
Omschrijving − Aantal bouwlagen: 3 − Verwarmd oppervlakte: 124 m2 − Dak op N- en Z-oriëntatie − Bruto dakoppervlakte: ca. 70 m 2 Bouwkundig − Thermische schil uitwendig dichte delen: vloer Rc=4,5, gevel Rc= 4,5, dak Rc = 6 m 2K/W − Thermische schil transparante delen: gemiddelde U = 1,30 W/m 2K (HR++-glas, goede kozijnen) − Voordeur U = 1,10 W/m2K − Lineaire koudebruggen: plusniveau − Infiltratie: qv;10 = 0,40 dm3/s.m2 Installatietechnisch − Verwarming en warmtapwater: afhankelijk van de variant − Warmteafgifte woonkamer: vloerverwarming − Douche WTW: geen − Ventilatiesysteem: vraaggestuurde ventilatie systeem C, natuurlijke toevoer met winddrukgeregelde ventilatieroosters, vraaggestuurde mechanische afvoer met gelijkstroom ventilator, CO2-sensor in de woonkamer (Duco Comfort System met Duco ZR-roosters) − PV-panelen: 0 m2 op dak, zwak geventileerd, 45 graden op Z, 180 Wp/m 2 Variant A1 – Individuele gasketel
Wijzigingen/aanvullingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: gasgestookt HR107 en HRww (Atag A244EC met HTverklaring) − Douche WTW: verticale douchepijp WTW 2,1 m (Heitech Technea DWTW-V3) Energieprestatie EPC = 0,40 (voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden aardgas (exclusief koken): Gebouwgebonden elektriciteit:
551 m3 805 kWh
Meerkosten ten opzichte van de uitgangspunten (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 700,-
D 3004-5-RA-001 1. 1
Variant A2 – Individuele externe warmteafgifte
Wijzigingen/aanvullingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: individuele warmtelevering, afleverset met bemetering, met circulatiepomp. Energieprestatie EPC = 0,49 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,45 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,42 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,34 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit:
24 GJ 986 kWh
Opties om te voldoen aan de EPC-eis bij EOR van 1,25
Alleen bij een EOR van 1,775 en 1,325 wordt voldaan aan de EPC-eis van 0,40. Om bovenstaand ontwerp te laten voldoen bij een EOR van 1,25, kunnen de volgende maatregelen worden genomen. Optie A2.1 - Douche warmteterugwinning
Wijzigingen/aanvullingen ten opzichte van variant A2: − Douche WTW: verticale douchepijp WTW 2,1 m (Heitech Technea DWTW-V3) Energieprestatie EPC = 0,43 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet) EPC = 0,37 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,36 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,30 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit:
24 GJ 986 kWh
Meerkosten ten opzichte van variant A2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 700,-
D 3004-5-RA-001 1. 2
O p t i e A 2 . 2 - P V- p a n e l e n
Wijzigingen/aanvullingen ten opzichte van variant A2: − PV-panelen: 1,6 m2 op dak, zwak geventileerd, 45 graden op Z, 180 Wp/m 2 Energieprestatie EPC = 0,45 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,41 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,38 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,36 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,30 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
24 GJ 986 kWh 289 kWh
Meerkosten ten opzichte van variant A2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 900,Optie A2.3 - Vraaggestuurde ventilatie alle verblijfsruimten
Wijzigingen/aanvullingen ten opzichte van variant A2: − Ventilatiesysteem: vraaggestuurde ventilatie systeem C, natuurlijke toevoer met winddrukgeregelde ventilatieroosters, vraaggestuurde mechanische afvoer met gelijkstroom ventilator, CO2-sensors in alle verblijfsruimten (Duco Comfort System Plus met Duco ZR-roosters) Energieprestatie EPC = 0,47 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,43 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,38 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,32 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
22 GJ 957 kWh 0 kWh
Meerkosten ten opzichte van variant A2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 1.100,-
D 3004-5-RA-001 1. 3
B. Grondgebonden hoekwoning Uitgangspunten
Omschrijving − Aantal bouwlagen: 3 − Verwarmd oppervlakte: 124 m2 − Dak op N- en Z-oriëntatie − Bruto dakoppervlakte: ca. 70 m 2 Bouwkundig − Thermische schil uitwendig dichte delen: vloer Rc=4,5, gevel Rc= 4,5, dak Rc = 6 m 2K/W − Thermische schil transparante delen: gemiddelde U = 1,30 W/m 2K (HR++-glas, goede kozijnen) − Voordeur U = 1,10 W/m2K − Lineaire koudebruggen: plusniveau − Infiltratie: qv;10 = 0,40 dm3/s.m2 Installatietechnisch − Warmteafgifte woonkamer: vloerverwarming − Douche WTW: geen − Ventilatiesysteem: vraaggestuurd ventilatie systeem C, natuurlijke toevoer winddrukgeregelde ventilatieroosters, vraaggestuurde mechanische afvoer met gelijkstroom ventilator (Duco Comfort System) − PV-panelen: 0 m2 op dak, zwak geventileerd, 45 graden op Z, 180 Wp/m 2 Variant B1 – Individuele gasketel
Wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: gasgestookt HR107 en HRww (Atag A244EC met HTverklaring) − Douche WTW: verticale douchepijp WTW 2,1 m (Heitech Technea DWTW-V3) − PV-panelen: 3,2 m2 op dak, zwak geventileerd, 45 graden op Z, 180 Wp/m 2 Energieprestatie EPC = 0,38 (voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden aardgas (exclusief koken): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
669 m3 956 kWh 514 kWh
D 3004-5-RA-001 1. 4
Meerkosten ten opzichte van de uitgangspunten (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 1.900,Variant B2 – Individuele externe warmteafgifte
Wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: individuele warmtelevering, afleverset met bemetering, met circulatiepomp. Energieprestatie EPC = 0,52 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,48 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,45 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,43 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,36 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit:
28 GJ 1.140 kWh
Opties om te voldoen aan de EPC-eis bij EOR van 1,25
Alleen bij een EOR van 1,775 wordt voldaan aan de EPC-eis van 0,40. Om bovenstaand ontwerp te laten voldoen bij een EOR van 1,25, kunnen de volgende maatregelen worden genomen. Optie B2.1 - Douche warmteterugwinning
Wijzigingen ten opzichte van variant B2: − Douche WTW: verticale douchepijp WTW 2,1 m (Heitech Technea DWTW-V3) Energieprestatie EPC = 0,47 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,44 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,39 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,33 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit:
28 GJ 1.140 kWh
D 3004-5-RA-001 1. 5
Meerkosten ten opzichte van variant B2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 700,O p t i e B 2 . 2 - P V- p a n e l e n
Wijzigingen ten opzichte van variant B2: − PV-panelen: 3,2 m2 op dak, zwak geventileerd, 45 graden op Z, 180 Wp/m 2 Energieprestatie EPC = 0,46 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,42 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,38 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,37 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,29 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
28 GJ 1.140 kWh 514 kWh
Meerkosten ten opzichte van variant B2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 1.200,-
D 3004-5-RA-001 1. 6
C. Appartementengebouw Uitgangspunten
Omschrijving − Aantal woningen: 60 − Aantal bouwlagen: 11 − Woningontsluiting via inpandige kern met liften en trappenhuizen − Verwarmd oppervlakte: 4580 m2 − Balkons op O- en W-gevel − Glaspercentage: 40% van bruto buitengevel − Glas op O- en W-gevel voor 50% beschaduwd door overstek (balkons) − Bruto dakoppervlakte: ca. 450 m 2 Bouwkundig − Thermische schil uitwendig dichte delen: gevel Rc = 4,5, dak Rc = 6 m 2K/W − Thermisch schil inwendig (vloer naar bergingen), Rc =4,5 m 2K/W − Thermische schil transparante delen: gemiddelde U = 1,30 W/m 2K (HR++-glas, goede kozijnen) − Deuren gemiddeld U = 1,30 W/m2K − Infiltratie: qv;10 = 0,40 dm3/s.m2 Installatietechnisch − Verwarming en warmtapwater: afhankelijk van de variant − Warmteafgifte woonkamer: HT eco (Jaga low H 2O) − Douche WTW: geen − Ventilatiesysteem: vraaggestuurde ventilatie systeem C, natuurlijke toevoer met winddrukgeregelde ventilatieroosters, vraaggestuurde mechanische afvoer met gelijkstroom ventilator, CO2-sensors in alle verblijfsruimten (Duco Comfort System Plus met Duco ZR-roosters) − PV-panelen: 0 m2 op dak, sterk geventileerd, 30 graden op Z, 180 Wp/m 2 Variant C1 – Individuele gasketel
Wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: Intergas verwarmingsketel HReco 30 − PV-panelen: 240 m2 op dak, sterk geventileerd, 30 graden op Z, 180 Wp/m 2 Energieprestatie EPC = 0,40
D 3004-5-RA-001 1. 7
Energiegebruik totaal Gebouwgebonden aardgas (exclusief koken): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
28.454 m3 42.102 kWh 41.076 kWh
Meerkosten per appartement ten opzichte van de uitgangspunten (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 850,-Variant C2 – Individuele externe warmteafgifte
Wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten: − Verwarming en warmtapwater: individuele warmtelevering, afleverset met bemetering, zonder circulatiepomp. − PV-panelen: 72 m2 op dak, sterk geventileerd, 30 graden op Z, 180 Wp/m 2 Energieprestatie EPC = 0,53 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,49 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,45 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,43 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,35 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
1.021 GJ 45.908 kWh 12.232 kWh
Meerkosten per appartement ten opzichte van de uitgangspunten (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 275,Opties om te voldoen aan de EPC-eis bij EOR van 1,25
Alleen bij een EOR van 1,775 wordt voldaan aan de EPC-eis van 0,40. Om bovenstaand ontwerp te laten voldoen bij een EOR van 1,25, kunnen de volgende maatregelen worden genomen. Optie C2.1 - Douche warmteterugwinning
Wijzigingen ten opzichte van de variant C2: − Douche WTW: douchegoot WTW (DDS model 900/4 DW)
D 3004-5-RA-001 1. 8
Energieprestatie EPC = 0,47 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,44 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,39 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,32 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): 883 GJ Gebouwgebonden elektriciteit: 45.908 kWh Opgewekte elektriciteit: 12.323 kWh Meerkosten per appartement ten opzichte van de variant C2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 700,O p t i e C 2 . 2 - E x t r a P V- p a n e l e n
Wijzigingen ten opzichte van de variant C2: − PV-panelen: 144 m2 op dak, sterk geventileerd, 30 graden op Z, 180 Wp/m 2 (dus 72 m2 extra t.o.v. variant C2) Energieprestatie EPC = 0,48 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,44 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,38 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,31 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
1.021 GJ 45.908 kWh 24.646 kWh
Meerkosten per appartement ten opzichte van de variant C2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 525,Optie C2.3 - Buitenzonwering, luchtdicht bouwen
Wijzigingen ten opzichte van de variant C2: − Zonwering: onbeschaduwde transparante delen op O-, Z- en W-gevel voorzien van buitenzonwering. − Infiltratie: verbeterde luchtdichtheid, q v;10 = 0,23 dm3/sm2
D 3004-5-RA-001 1. 9
Energieprestatie EPC = 0,48 bij EOR = 1,00 (1e trap, voldoet) EPC = 0,44 bij EOR = 1,10 (2e trap, voldoet niet) EPC = 0,40 bij EOR = 1,25 (2e trap, voldoet) EPC = 0,39 bij EOR = 1,325 (2e trap, voldoet) EPC = 0,31 bij EOR = 1,775 (2e trap, voldoet) Energiegebruik Gebouwgebonden warmte (bij EOR = 1,00): Gebouwgebonden elektriciteit: Opgewekte elektriciteit:
1.028 GJ 45.800 kWh 24.646 kWh
Meerkosten per appartement ten opzichte van de variant C2 (exclusief warmteopwekking) Totaal: € 1.500,--
D 3004-5-RA-001 1. 10