Energierijke & eiwitrijke voeding voor longpatiënten
Inleiding COPD geeft vaak veel klachten, waaronder kortademigheid. Deze kortademigheid geeft vaak last tijdens dagelijkse bezigheden, zoals wandelen, aankleden, koken en soms ook al in rust. Daarnaast hebben mensen met COPD regelmatig luchtweginfecties door een verminderde ziekteafweer. Medicatie en longfunctie zijn belangrijke onderdelen van de behandeling.
Maar bij COPD is ook uw algehele lichamelijke conditie belangrijk. Een goede voedingstoestand is hier een belangrijk onderdeel van. Mensen met COPD die een goede lichamelijke conditie hebben en dus goed gevoed zijn, ervaren minder klachten. Ook dagelijkse activiteiten zijn minder vermoeiend. Deze brochure geeft u informatie over voeding en mogelijke problemen rondom voeding bij chronische longziektes. Het belang van een goede voeding bij COPD Met een goede voeding is het mogelijk uw voedingstoestand te verbeteren of op peil te houden. Daardoor verbetert uw conditie en voelt u zich minder slap en moe. Gezond eten betekent vooral gevarieerd eten. Elk voedingsmiddel bevat verschillende voedingsstoffen in wisselende hoeveelheden. Door gevarieerd te eten, is de kans het grootst dat het lichaam voldoende van alle voedingsstoffen binnen krijgt. De basis voor een gezonde voeding zijn de onderstaande voedingsmiddelen. Deze basisvoeding kenmerkt zich door een ruime hoeveelheid brood, aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten en groente en fruit. Dit wordt aangevuld met zuivel, vlees, vis, eieren of vleesvervangers en een kleine hoeveelheid halvarine, margarine of bak- en braadproducten. Verder is voldoende vocht van belang.
Basisvoeding: Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag
Brood
20 tot 50 jaar
50 tot 70 jaar
70+-ers
5-7 sneetjes
4-6 sneetjes
3-4 sneetjes
150-250 gram
150-200 gram
100-150 gram
Aardappelen (of
3-5 aardappelen of
3-4 aardappelen of
2-3 aardappelen of
rijst, pasta,
opscheplepels
opscheplepels
opscheplepels
peulvruchten)
rijst/pasta
rijst/pasta
rijst/pasta
/peulvruchten
/peulvruchten
/peulvruchten
200 gram
200 gram
150 gram
(4 groentelepels)
(3 groentelepels)
2 vruchten
2 vruchten
2 vruchten
(200 gram)
(200 gram)
(200 gram)
Groente
Fruit
(4 groentelepels)
400 ml Zuivel
melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
500 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
550 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
Vlees(waren), vis, kip, ei of
100-120 gram
100-120 gram
100-120 gram
20-35 gram
20-35 gram
25-35 gram
1,5 liter
1,5 liter
1,7 liter
vleesvervangers Halvarine, margarine, baken braadproducten Dranken
NB. De meeste patiënten met longemfyseem en chronische bronchitis hebben, naast deze aanbevolen hoeveelheden, behoefte aan extra energie.
Ongeveer 600 kcal, dit staat gelijk aan 3 belegde boterhammen, een glas melk en 2 aardappelen. Het komt regelmatig voor dat de eetlust en de voedselinname afnemen, vooral bij snelle verergering van de ziekte. Vaak vermindert de eetlust ook bij een luchtweginfectie. U eet dan minder terwijl uw lichaam juist extra energie nodig heeft. Dit komt door ontsteking, koorts en acute verslechtering van de longfunctie. U heeft dus meer voedsel nodig terwijl u juist minder eet. Het resultaat is dat u in een slechte voedingstoestand komt. Dit wil zeggen dat u spiermassa verliest, uw conditie achteruit gaat en u minder bestand bent tegen infectie. Extra aandachtspunten en voedingsmiddelen voor mensen met COPD
Een voeding met voldoende energie
Gewichtsverlies komt regelmatig voor bij mensen met COPD. Dit gewichtsverlies betekent niet alleen het verlies van vetweefsel maar ook het verlies van spiermassa. Sterke spieren zijn belangrijk voor het in stand houden van een de lichamelijke conditie. Het gewichtsverlies tast niet alleen de spieren van de armen en de benen aan, maar ook de ademhalingsspieren. Bij een chronische longaandoening kunnen mensen gewicht verliezen terwijl zij normaal eten. Dit komt doordat het energieverbruik bij mensen met een longaandoening vaak verhoogd is, zowel in rust als bij het leveren van een lichamelijk inspanning. Sommige mensen met COPD hebben moeite om met hun normale eetgewoonten aan deze verhoogde energiebehoefte te voldoen. Het is dan belangrijk de voeding aan te passen (zie hoofdstuk 2.4). Soms is het gebruik van dieetpreparaten, zoals drinkvoeding noodzakelijk (zie hoofdstuk 4). Een voeding met voldoende eiwit
Mensen met COPD hebben vaak luchtweginfecties. Voor het herstel van weefsel zijn extra eiwitten nodig. Ook voor het opbouwen van spieren, zoals tijdens de revalidatie, is extra eiwit nodig. Onze voeding bevat meestal meer eiwitten dan we
nodig hebben, daarom haalt ons lichaam de extra eiwitten gewoon uit de voeding. Soms is een aanvulling van eiwitten noodzakelijk. Een voeding met voldoende calcium en vitamine D
Bij botontkalking (osteoporose) is de afbraak van bot zo groot dat de kans op een botbreuk toeneemt. Tussen de 25-35 jaar is de botopbouw het sterkst. Botontkalking komt vooral na de middelbare leeftijd voor, vrouwen hebben er meer kans op dan mannen. Mensen met COPD lopen extra risico op botontkalking door het gebruik van hormonale medicijnen, zoals prednison. Deze medicijnen hebben als bijwerking dat ze het opbouwen en herstellen van bot verminderen. Daarnaast wordt er minder calcium uit de voeding opgenomen en meer calcium uitgescheiden via de urine. Botontkalking kan geremd worden door: • Voldoende beweging. Lichaamsbeweging bevordert de aanmaak van botweefsel. • Voldoende calcium. Calcium is een bouwstof voor de botten, het dient voor de aanmaak van nieuw bot en het instandhouden van bestaand bot. Een gevarieerde voeding, met gemiddeld per dag twee tot drie porties melk(producten) en één à twee plakken kaas, bevat voldoende calcium. Zuivelproducten zoals melk, karnemelk, yoghurt, kwark, vla en kaas zijn belangrijke bronnen van calcium. • Voldoende vitamine D. Vitamine D bevordert de opname van calcium uit de voeding. Met behulp van zonlicht maakt het lichaam zelf vitamine D aan. Vitamine D zit ook in margarine, halvarine, bak- en braadproducten, vlees, eieren, volvette kaas en vette vis. Bij vrouwen boven de 50 jaar en mannen boven de 60 jaar zorgen voeding en zonlicht vaak niet meer voor voldoende vitamine D. Er wordt dan vaak een tablet met vitamine D gegeven ter aanvulling.
Tips voor extra energie en eiwit Broodmaaltijden: • • •
•
Besmeer uw brood dik met (dieet)margarine of roomboter. Gebruik bij voorkeur een margarine in plaats van een halvarine. Gebruik dubbel beleg, zoals ham en kaas, ei met ketchup, kwark met jam. Ook een tosti of uitsmijter leveren extra energie. Kies voor energierijk beleg zoals warme ragout, (huzaren)salade, kroket, knakworstje, gebakken vis, vis uit blik met mayonaise. Ook pindakaas, notenpasta, chocoladepasta, vette vleeswaren, volvette kaas(48+), brie of boursin zijn prima. Maak gebruik van verschillende broodsoorten zoals een vers broodje, croissant, krentenbol of worstenbrood.
Warme maaltijd: Het is belangrijk om een warme maaltijd te gebruiken, deze levert een belangrijk deel van onze voedingstoffen. • Is koken vermoeiend, dan kan een kant- en klare maaltijd uitkomst bieden, bijvoorbeeld een diepvries-, magnetron- of stoommaaltijd. Denk eens aan maaltijdservice aan huis, zoals tafeltje dekje. • U kunt de warme maaltijd ook vervangen door een uitgebreide broodmaaltijd met rauwkost en een melkproduct. Vul deze aan met een ei, een blikje vis of wat extra vleeswaar en kaas. • Gebruik ter afwisseling eens een goedgevulde maaltijdsoep, salade of stamppot. • Gebruik als variatie op gekookte aardappelen ook eens gebakken aardappelen, puree of stamppot. Voeg extra margarine toe aan puree en stamppotten. Ook rijst, spaghetti, en macaroni, kunnen als vervanging dienen. • Groenten kunt u verrijken met een klontje margarine, een groentesausje, geraspte kaas en fijngesneden ham. • Voeg eens schenkroom toe aan groenten, sauzen en soep. • Soms kan de geur van gebraden vlees tegenstaan, neem dan eens koud gebraden vlees in dunne plakjes, rolletjes vleeswaar, vlees van de grill, een ragout met vlees of een vleessalade.
Dranken: Probeer voldoende te drinken, minimaal 1,5 liter per dag. Kies zoveel mogelijk voor dranken die ook voedingstoffen leveren. • Drink volle melkproducten in plaats van halfvolle of magere melkproducten. Denk hierbij ook aan volle kwark, drinkyoghurt, chocomel, roomijs en milkshakes. • Drink vruchtensap, limonadesiroop, frisdrank of gebonden soep tussendoor. • Voeg suiker, honing of stroop toe aan vruchtensap, koffie, melkproducten, pap en appelmoes. • Voeg een scheut ongeklopte slagroom toe aan koffie, melkproducten, soep en jus. Tussendoortjes: Eet tussendoortjes, maar probeer uw eetlust voor de maaltijd hierdoor niet te laten bederven. Voorbeelden van tussendoortjes: • Beschuit, cracker, boterham of toast met beleg. • Plak ontbijtkoek met dieetmargarine. • Krentenbol of mueslibol met dieetmargarine en suiker. • Saucijzen- of worstenbroodje. • Schaaltje pap, volle (vruchten)yoghurt, volle kwark, volle vla evt. met toef slagroom. • Milkshake of roomijs. • Warme chocolademelk met slagroom. • Plakjes vleeswaar, blokjes kaas, stukjes worst. • Handje noten, studentenhaver of chips. • Voedingsbiscuits zoals evergreen, sultanaat, liga, mueslireep. • Stukje chocolade. Veel voorkomende voedingsproblemen bij mensen met COPD Gewichtsverlies De reden van gewichtsverlies bij mensen met COPD is onvoldoende inname; kauwen en slikken is te vermoeiend of er ontstaat een vermindering van de eetlust door infecties. Verder is de energiebehoefte verhoogd; de ademhalingsspieren verrichten meer werk, medicijnen verhogen de stofwisseling, infecties beïnvloeden de stofwisseling en lichamelijke inspanningen kosten meer energie.
Regelmatig wegen is een controle om te zien of u voldoende eet. Eenmaal per week wegen op dezelfde weegschaal en op hetzelfde tijdstip is voldoende. Bedenk dat aankomen in gewicht een tijd kan duren; 1 kg extra lichaamsgewicht in een periode van 3-4 weken is al een goed resultaat. In hoofdstuk 2.4 hebt u adviezen kunnen lezen om gewichtsverlies tegen te gaan. Als het ondanks deze adviezen niet lukt om uw gewicht op peil te houden, dan kunt u gebruik maken van speciale energierijke dranken of poeders (zie hoofdstuk 4). De diëtist kan adviseren welk product voor u het meest geschikt is en in welke hoeveelheid. Bij ondergewicht worden deze producten vergoed door de zorgverzekeraar. Slechte eetlust Sommige mensen met COPD hebben last van een verminderde of slechte eetlust. Een verminderde eetlust kan ontstaan door lichamelijke of geestelijke factoren, zoals moeheid, koorts, medicatie, depressie, angst en gebrek aan lichamelijke activiteit. Een slechte eetlust heeft gewichtsverlies in de hand, door verzwakking krijgt u vervolgens nog minder eetlust. Wat kunt u doen om uw eetlust te verbeteren? • • • • • • • • • • • • •
Eet vaker per dag kleine porties. Grote hoeveelheden kunnen u snel tegenstaan. Eet vooral gerechten die u lekker vindt. Zorg ervoor dat u altijd voldoende in huis heeft en dat u het gemakkelijk kunt pakken. Zorg dat de maaltijden er aantrekkelijk uitzien en lekker ruiken. Dit bevordert de eetlust. Zorg voor voldoende variatie. Wissel bijvoorbeeld warme gerechten af met koude en zoete gerechten met hartige. Zorg dat u wat lekkere hapjes in de buurt heeft. U stimuleert de speekselvorming door op een zuurtje of snoepje te zuigen. Gebruik de grootste maaltijd op het dagdeel dat u zich het beste voelt. Begin in rust aan de maaltijd en niet meteen na een actieve inspanning. Drink een half uur voor het eten een kop bouillon, dit wekt de eetlust op. Eet voedingsmiddelen die gemakkelijk te kauwen zijn. Eet langzaam en kauw goed. Neem nog iets te eten voordat u naar bed gaat.
Kortademigheid Iedereen met COPD is van tijd tot tijd kortademig. Bij sommigen neemt de kortademigheid toe tijdens of na het eten. Bovendien kost het u extra energie om het eten klaar te maken, het eten te kauwen en door te slikken. Hoe kunt u klachten van vermoeidheid tijdens het bereiden van de maaltijd voorkomen? • • • •
Probeer zoveel mogelijk zittend te werken. Probeer de voorbereiding van de maaltijd in etappes te doen. Overweeg om een kant-en-klare maaltijd te gebruiken die u alleen maar op hoeft te warmen. Kook de warme maaltijd eventueel voor meerdere dagen, zodat u een aantal porties in de diepvriezer kunt bewaren. Deze kunt u dan later weer ontdooien en opwarmen.
• Hoe kunt u klachten van kortademigheid tijdens of na het eten voorkomen? • • • • •
•
• • •
Als u medicijnen gebruikt, is het belangrijk om deze op de juiste manier en op het juiste tijdstip in te nemen. Bij zuurstoftherapie is het van belang deze op de voorgeschreven manier te gebruiken. Zorg voor een juiste lichaamshouding. Gebruik de juiste ademhalingstechniek tijdens het eten. Zorg ervoor dat u uitgerust bent voor u aan een maaltijd begint. Gebruik bijvoorbeeld het ontbijt voordat u zich gaat wassen. Maak eventueel de avond van te voren het ontbijt al klaar. Onderneem geen grote activiteiten voordat u gaat eten, zoals bijvoorbeeld een wandeling. Schep niet te grote porties op, omdat het gebruik van grote porties te vermoeiend kan zijn. U kunt dan beter twee keer een kleinere portie opscheppen. Eet langzaam en rustig, kauw goed. Eet voedingsmiddelen die u makkelijker kunt kauwen, bijvoorbeeld gehakt, tartaar, zachtgekookte groenten, stamppot of aardappelpuree. Zorg ervoor dat het eten er aantrekkelijk uit ziet. Dit maakt het eenvoudiger ervan te genieten. Schep om die reden niet te veel tegelijkertijd op.
Vermoeidheid Veel mensen met COPD klagen erover dat ze zich moe en slap voelen. Hierdoor zijn ze vaak niet goed in staat om goed te eten. Het eten koken kost al veel inspanning, waardoor het nuttigen van de maaltijd erna vaak te vermoeiend is.
Hoe kunt u ervoor zorgen dat u minder vermoeid aan de maaltijd begint? • Plan een rustige activiteit voor u gaat eten, zoals lezen van de krant of een dutje doen. • Maak eten klaar dat gemakkelijk te bereiden is, zoals eenpansgerechten, groente uit blik, voorgesneden groenten, vlees met een korte bereidingstijd, kant-en-klare nagerechten. • Als koken te vermoeiend is kies dan voor een kant-en-klare maaltijd of organisaties die de maaltijd bij u aan huis kunnen leveren (vb. tafeltje dekje). • Kook de warme maaltijd eventueel voor meerdere dagen, zodat u een aantal porties in de diepvriezer kunt bewaren. Deze kunt u dan later weer opwarmen. • Gebruik energierijke producten die makkelijk in gerechten te verwerken zijn; margarine, suiker, ongeklopte slagroom. • Snijdt het eten in kleine stukjes of maak het fijn. • Eet vaker per dag kleine hoeveelheden en eet langzaam en kauw goed.
Droge mond Een droge mond kan voorkomen door bepaalde medicijnen. De mond bevat dan weinig speeksel. Hoe kunt u een droge mond voorkomen? • • • • • • • • •
Kauw het eten goed, kauwen stimuleert namelijk de speekselproductie Smeerbaar beleg op het brood, zoals leverpastei, smeerkaas, chocoladepasta, jam, salade of roerei. Het gebruik van pap, vla, pudding is misschien gemakkelijker dan bijvoorbeeld brood. Gebruik wat meer jus of saus bij de warme maaltijd. Zorg dat u altijd iets te drinken bij de hand heeft, ook ’s nachts. Drink iets bij elke hap vast voedsel. Zuig op een zuurtje of een pepermuntje, dit verhoogt de speekselproductie. Dit gebeurt ook als u kauwgom neemt. Neem een ijsblokje in uw mond. Spoel uw mond regelmatig met thee met citroen.
Slijmvorming Mensen met COPD kunnen last hebben van hinderlijke slijmvorming in de mond of keel. Sommige voedingsmiddelen geven een plakkerig gevoel in de mond, zoals bijvoorbeeld melkproducten. Dit slijm is echter niet hetzelfde slijm als bij ophoesten. Het slijmerige gevoel in de mond kan verdwijnen door na de melkproducten een slokje water, frisdrank, thee of sinaasappelsap te nemen. Zure melkproducten zoals yoghurt, kwark en karnemelk geven een minder plakkerig gevoel. Laat melkproducten niet onnodig weg uit uw voeding, ze bevatten belangrijke voedingstoffen (eiwitten en calcium) voor mensen met COPD. Verstopping, obstipatie Een moeilijke stoelgang kan erg hinderlijk zijn. Vaak is voeding de oorzaak van een moeilijke stoelgang. Als u weinig eet, krijgt u sowieso minder ontlasting. Belangrijk is wel dat u zich realiseert dat het niet nodig is dagelijks ontlasting te krijgen. Hoe kunt u verstopping voorkomen? • •
• •
Zorg dat u voldoende drinkt, zodat de ontlasting zacht blijft. Dit betekent minstens 1,5 liter per dag. Dit kun u vergelijken met 10 kopjes / bekertjes. Sla het ontbijt niet over. Een ontbijt met voldoende voedingsvezels zet de darmen aan het werk. Producten die voedingsvezels bevatten zijn; bruinbrood, roggebrood, volkorenbrood, groenten, aardappelen, volkorenmacaroni, zilvervliesrijst, fruit, gedroogd fruit en noten. Tegenwoordig zijn er ook aardig wat producten in de supermarkt welke verrijkt zijn met extra voedingsvezels. Vooral een combinatie van deze verschillende producten heeft een gunstig effect op uw stoelgang. Zorg voor voldoende beweging. Uw darmstelsel wordt hierdoor actief. Neem de tijd om naar het toilet te gaan en houd de ontlasting niet op.
Snelle verzadiging (vol gevoel) Men weet niet precies wat de oorzaak is van een opgeblazen gevoel. Mogelijk spelen kortademigheid tijdens het eten, gehaast eten, nervositeit, weinig lichaamsbeweging en het gebruik van gasvormende producten een rol. Hoe kunt een snelle verzadiging voorkomen? • • • •
• • • •
Neem de tijd voor de maaltijd. Eet langzaam en kauw goed. De maag verwerkt goed gekauwd voedsel beter. Stop even met eten als u zich niet lekker voelt. Probeer de kortademigheid tijdens het eten te verminderen door een juiste ademhaling. Vermijd het gebruik van gasvormende producten als u hier last van heeft. Bekende gasvormers zijn ui, spruiten, koolsoorten, prei, peulvruchten, radijs, koolzuurhoudende dranken en bier. Probeer een moeilijke stoelgang te voorkomen. Gebruik steeds kleine hoeveelheden. Gebruik producten die koud zijn of op kamertemperatuur, deze verlaten de maag sneller dan warme gerechten. Vloeibare producten verlaten de maag sneller dan vaste producten.
Smaakverandering Smaakveranderingen kunnen ontstaan door (veel) speeksel in de mond, door een infectie in de mond en door medicijngebruik. Roken vermindert de smaakwaarneming. Om smaakverandering te voorkomen is een goed mondverzorging nodig. Poets uw tanden minimaal twee keer per dag, bij voorkeur met een elektrische tandenborstel. Regelmatige controle bij de tandarts is wenselijk. Als u een kunstgebit heeft is het belangrijk er op te letten dat het goed past. Bezoek zonodig de tandarts. Dieetpreparaten Indien het u niet lukt om in uw voedingsbehoefte te voorzien met het gewone eten, dan kan uw diëtist u aanvullende modules of drinkvoeding adviseren. Uw diëtist kan u ook sondevoeding adviseren, maar dit komt over het algemeen minder vaak voor.
Modules Modules zijn poedervormige preparaten, meestal in blik. In het blik bevindt zich een maatschepje. De diëtist adviseert u over het gebruik hiervan. Er zijn verschillende soorten modules verkrijgbaar. De belangrijkste voor u zijn: •
Aanvullende voeding in poedervorm. Deze voeding levert u extra energie, eiwitten, vitamines en mineralen. U kunt het poeder toevoegen aan bijvoorbeeld dranken, yoghurt, vla, pap, soep of puree.
•
Voedingssuiker. Voedingssuiker is een speciale suiker die net zoveel energie levert als gewone suiker. Het voordeel is dat voedingssuiker minder zoet van smaak is, waardoor u er meer van kunt gebruiken dan van gewone suiker. U kunt voedingssuiker toevoegen aan dranken, yoghurt, vla, pap, soep of puree.
Drinkvoeding Drinkvoeding is verpakt in kleine pakjes of flesjes met een rietje. Het is een geconcentreerde voeding, dat wil zeggen dat er in een kleine hoeveelheid voeding veel energie, eiwitten, vitamines en mineralen verwerkt zijn. Drinkvoeding is er op basis van melk, yoghurt, vruchtensap of soep, dit in veel verschillende soorten en smaken. Uw diëtist adviseert u welke bijvoeding en hoeveel u per dag nodig heeft. Het is de bedoeling dat u de bijvoeding naast de gewone voeding gaat gebruiken. Het is dus een aanvulling op uw normale voeding. Sondevoeding Als eten en drinken niet meer (of onvoldoende) gaat of als er met drinkvoeding onvoldoende resultaat wordt behaald, kan door uw diëtist worden besloten sondevoeding te starten. Dit gaat altijd in overleg met de (long)arts en u zelf. Sondevoeding kan volledig of als aanvulling op de normale voeding gegeven worden.
Verkrijgbaarheid en vergoeding Bij chronische longziekten en ondergewicht, vergoedt de zorgverzekeraar de modules, bijvoeding of sondevoeding. De diëtist kan u helpen met het aanvragen van een machtiging. Meer informatie Voor vragen over uw voeding kunt u contact opnemen met de diëtisten van Revant Revalidatiecentrum Breda. De afdeling diëtetiek is op werkdagen bereikbaar via telefoonnummer 076-5797775.
• • • •
www.astmafonds.nl www.astma-copd.nl www.luchtpunt.nl www.voedingscentrum.nl
Schoondonck december 2011 Energierijke & eiwitwijke voeding voor longpatiënten versie 1.0