Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Energierapport Blauwe Toren 2008-2010 1. Informatie over het bedrijventerrein
Ligging, oppervlakte (Brugge 8000; 96,7 ha; 26,8 ha dakoppervlak)
Figuur 1: Luchtfoto van het bedrijventerrein Blauwe Toren
1
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Aantal bedrijven
Ongeveer 150 bedrijven
Enkele bepalende bedrijven
Tabel 1: Overzicht van enkele bepalende bedrijven (niet limitatief) AuditBenchmarkIMJV ETS convenant convenant
ELIAaansluiting
Fluxysaansluiting
Aronde Brico Plan-it Decathlon Hypermarkt Carrefour B-Park x
Jebo Food 1
(Kathy Chocolaterie)
x
Marine Harvest Pieters
x
Stock Americain Vermeersch Verimpex Werkhuizen Landuyt
Wie is BT-ontwikkelaar?
De West-Vlaamse Intercommunales (WVI) (www.wvi.be)
Is er een parkmanager en/of een bedrijvenvereniging ?
Bedrijvenvereniging: Bedrijvig Brugge (www.bedrijvigbrugge.be)
Overzicht van bedrijven onder ETS op het bedrijventerrein
Er bevinden zich geen ETS-bedrijven op het bedrijventerrein.
1
volgens deze indeling bij Blauwe Toren
2
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
2. ENERGIEVERBRUIK 2008-2010: De verbruikgegevens van aardgas en elektriciteit werden enerzijds bekomen via de distributienetbeheerder EANDIS. Het eigen verbruik aan zelf opgewekte hernieuwbare zonneenergie werd ingeschat door het verschil tussen de, naar het bedrijventerrein gealloceerde, groenestroomcertificaten en netinjectie door zonne-panelen op het EANDIS-net. De verbruikgegevens van EANDIS konden enkel bekomen worden als een clustering van straten (geen opsplitsing tot op nummer). Om te vermijden dat bepaalde openbare gebouwen en landbouwbedrijven buiten het bedrijventerrein mee zouden geïnventariseerd worden gezien hun ligging aan een straat die ook door het bedrijventerrein loopt, werd enkel het verbruik opgevraagd van NACE-codes (versie 2008) 3 tot en met 82 en 95 tot en met 99.
Elektriciteit Aardgas Aardgas (excl. ETS) LPG (insch.) Lichte stookolie (insch.)
2008 23,7 13,5 13,5 0,3 3,5
2009 26,5 14,6 14,6 0,3 5,5
2010 28,2 18,5 18,5 0,5 6,7
GWh GWh GWh GWh GWh
Elektriciteit Aardgas Aardgas (excl. ETS) LPG (insch.) Lichte stookolie (insch.)
2008 24,5 14,0 14,0 0,3 3,6
2009 27,4 15,1 15,1 0,3 5,7
2010 29,2 19,1 19,1 0,5 6,9
kWh/m² BT kWh/m² BT kWh/m² BT kWh/m² BT kWh/m² BT
Elektriciteit Aardgas Aardgas (excl. ETS) LPG (insch.) Lichte stookolie (insch.)
2008 88,4 50,5 50,5 1,0 13,0
2009 98,8 54,6 54,6 1,1 20,5
2010 105,3 69,0 69,0 1,8 24,8
kWh/m² dakoppervlak kWh/m² dakoppervlak kWh/m² dakoppervlak kWh/m² dakoppervlak kWh/m² dakoppervlak
Inschatting van de bijkomende warmtevraag in de periode 2008-2010: 1 - 2 GWh. De warmtevraag die eventueel via warmtepompen en zonneboilers voorzien zou worden, kon niet in kaart gebracht worden. Het aardgasverbruik van het bedrijventerrein Blauwe Toren bedroeg ongeveer 0,3% van het niet-residentiële aardgasverbruik in het postcodegebied 8000 in de periode 2008-2010 en 0,3% van het totale aardgasverbruik in het postcodegebied 8000. Indien het verbruik van de STEGcentrale in Herdersbrug niet mee in rekening gebracht wordt, dan bedroeg het aardgasverbruik van het bedrijventerrein Blauwe Toren 4-5% van het niet-residentiële aardgasverbruik in het postcodegebied 8000 in de periode 2008-2010 en 2-3% van het totale aardgasverbruik in het postcodegebied 8000.
3
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Het elektriciteitsverbruik van het bedrijventerrein Blauwe Toren bedroeg ongeveer 8% van het niet-residentiële elektriciteitsverbruik in het postcodegebied 8000 in de periode 2008-2010 en 6 – 7% van het totale elektriciteitsverbruik in het postcodegebied 80002.
Sectoraal elektriciteitsverbruik 2008-2010
Het elektriciteitsverbruik van de industriële sector op het bedrijventerrein Blauwe Toren vertegenwoordigde 14-24% van de totale afname aan elektriciteit op het bedrijventerrein. De subsector voeding, dranken en tabak op het bedrijventerrein nam als de grootste industriële subsector op het bedrijventerrein ruim 50% van het stroomverbruik af van de industriële sector (913% van het elektriciteitsverbruik van het totale bedrijventerrein). Het aandeel in het industrieel elektriciteitsverbruik van de metaalverwerkende industrie steeg van 8,7 naar 23,4% in deze periode (1, -5,7% van het elektriciteitsverbruik van het totale bedrijventerrein). Het elektriciteitsverbruik in de tertiaire sector vertegenwoordigde 74-85% van de totale afname aan elektriciteit op het bedrijventerrein. De belangrijkste verbruiker van elektriciteit in de tertiaire sector is de subsector ‘Handel’: 87-92% van het elektriciteitsverbruik in de tertiaire sector of 65-75% van het totale elektriciteitsverbruik op het bedrijventerrein Blauwe Toren. Het elektriciteitsverbruik van de subsector kantoren en administratie bedroeg 5,7-6,6% van het elektrische verbruik van de tertiaire sector (4,7-5,0% van het elektriciteitsverbruik van het totale bedrijventerrein). In de periode 20082010 steeg het elektriciteitsverbruik met ongeveer 24% in deze subsector. Het aandeel van het elektriciteitsverbruik van de subsector van de horeca binnen de tertiaire sector steeg van 1,2 naar 4,6% in deze periode (1,0-3,4% van het elektriciteitsverbruik van het totale bedrijventerrein).
25,0
GWh-elektriciteit
Elektriciteitsverbruik 22,5 20,9
19,4
20,0
Energie
15,0
Industrie Transport Tertiaire sector
10,0
REST 6,8 4,1
5,0
0,0
0,0
3,8 0,1
0,0
0,0
0,2
0,0
0,0
0,2
0,3
2008 2009 2010 Figuur 2: Overzicht van het sectoraal elektriciteitsverbruik in de periode 2008-2010
2
Weliswaar exclusief het elektriciteitsverbruik van Infrabel Brugge
4
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Sectoraal gasverbruik 2008-2010 (exclusief ETS)
Het aardgasverbruik in de industriële sector verdubbelde in 2010 ten opzichte van 2008 en 2009. De industriële afname aan aardgas vertegenwoordigde 15-24% van de totale afname aan aardgas op het bedrijventerrein. Het aandeel van het aardgasverbruik van de chemische subsector binnen de industriële sector bedroeg 19-22% in de periode 2008-2009 (ongeveer 3% van het aardgasverbruik van het totale bedrijventerrein). De metaalverwerkende industrie nam ongeveer 20% van het aardgas af binnen de industriële sector in 2008 en 2009 en dit aandeel steeg fors in 2010 naar 42,6%. Het aardgasverbruik in de tertiaire sector bedroeg 75-85% van het aardgasverbruik op het bedrijventerrein in de periode 2008-2010 en het verbruik steeg in deze periode met ongeveer 20%. De belangrijkste verbruiker van aardgas in de tertiaire sector is de subsector handel: 83-85% van het aardgasverbruik in de tertiaire sector of 62-72% van het totale aardgasverbruik op het bedrijventerrein Blauwe Toren. In de periode 2008-2010 steeg het aardgasverbruik met ongeveer 20% in deze subsector. Het aardgasverbruik van de subsector kantoren en administratie bedroeg ongeveer 11% van het aardgasverbruik van de tertiaire sector (8-10% van het aardgasverbruik van het totale bedrijventerrein). In de periode 2008-2010 steeg het aardgasverbruik met ongeveer 12% in deze subsector. Het het aandeel van het aardgasverbruik van de subsector horeca bedroeg 3-4% (ongeveer 2,5% van het aardgasverbruik van het totale bedrijventerrein).
16,0
Aardgasverbruik (excl. ETS)
GWh-aardgas
13,8
14,0 12,4 12,0
11,4 Energie
10,0
Industrie 8,0
Transport Tertiaire sector
6,0
REST 4,5
4,0
0,0
2,1
2,1
2,0 0,0
0,0 2008
0,1
0,0
0,0 2009
0,1
0,0
0,0
0,1
2010
Figuur 3: Overzicht van het sectoraal aardgasverbruik in de periode 2008-2010
5
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Extrapolatie sectoraal verbruik andere fossiele brandstoffen 2008-2010
Aan de hand van het elektriciteitsverbruik en de Vlaamse subsectorale verhoudingen tussen het elektriciteitsverbruik en het verbruik van andere fossiele brandstoffen kan een inschatting gemaakt worden het verbruik van andere fossiele brandstoffen. LPG en licht stookolie zijn volgens VITO de belangrijkste andere fossiele brandstoffen. Aangezien het over een extrapolatie gaat, is enkel de grootteorde van verbruik indicatief voor de verschillende sectoren en is het interpreteren van trends niet zinvol. GWh-LPG
LPG-verbruik (extrapolatie)
0,3
0,3 0,3 0,2 0,2
Energie
0,2
Industrie
0,2
Transport
0,2
Tertiaire sector
0,1
0,1
REST
0,1
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2008
0,0
0,0
0,0
2009
0,0
2010
Figuur 4: Overzicht van het sectoraal LPG verbruik in de periode 2008-2010 (extrapolatie) 6,0
GWh-lichte stookolie
Verbruik lichte stookolie (extrapolatie) 5,6 4,8
5,0
4,0
Energie Industrie
3,0
Transport
2,8
Tertiaire sector REST
2,0
1,0
0,0
0,7 0,0
0,9
0,7 0,0
2008
0,0
0,0
0,0 2009
0,0
0,0
0,0
0,1
2010
Figuur 5: Overzicht van het sectoraal verbruik van lichte stookolie in de periode 2008-2010 (extrapolatie) 6
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Benutting van restwarmte
Naar schatting werd er in de periode 2008-2010 tussen 1 en 2 GWh aan restwarmte benut. De enige gekende manier van restwarmtebenutting op het bedrijventerrein is de afname van warmte van het warmtenet van IVBO. Van de warmte van het warmtenet wordt 47,78% beschouwd als groene warmte (van biogene afkomst). Hiermee rekening houdend kan gesteld worden dat tussen 0,5 en 1,0 GWh aan groene warmte benut werd in de periode 2008-2010.
7
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
3. ENERGIEPRODUCTIE 2008-2010
Overzicht productie niet-hernieuwbare elektriciteit
Er zijn geen gekende productie-eenheden voor niet-hernieuwbare elektriciteit.
Inschatting productie hernieuwbare elektriciteit
Op het bedrijventerrein Blauwe Toren wordt groene stroom, voor zover gekend, opgewekt door zonnepanelen. 2,5
Geïnstalleerd vermogen (MW) 2,3
2,0 1,8
1,5
PV>10 kWp
Wind
1,0
Biomassa hh
0,8
0,5
0,0
0,0
0,0 2008
2009
2010
2011
2012*
Figuur 6: Overzicht van het geïnstalleerde vermogen productie hernieuwbare energie op het bedrijventerrein Blauwe Toren (* = inschatting). Bijkomend vermogen in de loop van het jaar werd uitgemiddeld voor de tijd van het jaar dat het vermogen geactiveerd was.
PV>10 kWp
2008 0,0
2009 0,0
2010 0,7 GWh
2008 0,0
2009 0,0
2010 2,6 kWh/m² dakoppervlak
Inschatting productie niet-hernieuwbare warmte
Er zijn geen gekende productie-eenheden voor niet-hernieuwbare warmte.
Inschatting productie hernieuwbare warmte
Er zijn geen gekende productie-eenheden voor hernieuwbare warmte.
8
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
CO2-neutraliteit elektriciteit en warmte
CO2-neutraliteit voor bedrijventerreinen wordt, volgens het subsidiebesluit voor bedrijventerreinen, bepaald volgens de afname van elektrische groene stroom door de bedrijven op het bedrijventerrein. Het was niet mogelijk om te weten te komen voor welk aandeel de verbruikte stroom op het bedrijventerrein als groen bestempeld kon worden. Het aankopen van groene stroom impliceert dat via garanties van oorsprong de locatie van de opgewekte groene stroom zich ergens in Europa bevindt. CO2-neutraliteit voor bedrijventerreinen kan ook anders geïnterpreteerd worden en men zou kunnen stellen dat een bedrijventerrein CO2-neutraal is voor elektriciteit indien er op het bedrijventerrein op jaarbasis minstens evenveel groene stroom geproduceerd wordt als dat er stroom verbruikt wordt. Hierbij wordt dus geen rekening gehouden met het profiel aan geproduceerde groene stroom in relatie tot het profiel aan stroomverbruik. Het bedrijventerrein Blauwe Toren was, volgens deze laatste benadering, 0% tot en met 2009 en 2% in 2010 CO2-neutraal met betrekking tot elektriciteit. Indien het elektriciteitsverbruik anno 2012-2013 nog steeds ligt tussen het verbruik van 2008-2010 (24-28 GWh), dan was het bedrijventerrein anno 2012 naar schatting 7-8% CO2-neutraal met betrekking tot elektriciteit. Dit getal geeft met andere woorden weer welk aandeel van het elektriciteitsverbruik netto op jaarbasis door zonnepanelen kon geleverd worden. Ook zou men kunnen stellen dat een bedrijventerrein CO2-neutraal is voor warmte indien er op het bedrijventerrein op jaarbasis minstens evenveel groene warmte geproduceerd wordt als dat er warmte verbruikt wordt. Voor warmte is dit moeilijker dan voor groene stroom aangezien niet alle aardgas verbruikt wordt voor warmtebenutting en omdat er ook temperatuurs- en profielsdiscrepanties kunnen zijn tussen warmtevraag en aanbod aan groene warmte. Als hier abstractie van gemaakt wordt, kan men stellen dat het bedrijventerrein Blauwe Toren in de periode 2008-2010 voor 0% CO2-neutraal was met betrekking tot warmte.
4. Eventuele mogelijkheden voor de toekomst
Duurzame mobiliteit (treinhalte voor Blauwe Toren/B-Park, Herdersbrug en De Spie (http://www.mobielvlaanderen.be/studies/lightrail.php?a=18); Uitbreiding warmtenet (zie studie Technum) Campagnes: REG (individuele energiescans), relighting, perslucht, isolatie, luchtdichtheid …
9
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
5. CO2-voetafdruk van het bedrijventerrein De CO2-voetafdruk werd bepaald aan de hand van de CO2-klimaatmonitor die ontwikkeld werd tijdens het Interreg IVA-project ECO2PROFIT (http://klimaatmonitor.vito.be www.klimaatmonitor.eu). Hierbij werd enkel gebruik gemaakt van energiegegevens (elektriciteit, aardgas, warmte en inschattingen van LPG, lichte stookolie, lamppetroleum en rode diesel) en procesemissies van (huisvuil/ biomassa/slib)verbrandingsovens, rioolwaterzuiveringsinstallaties en composterings-installaties. De CO2-emissies tengevolge van het weg- of treinverkeer op/door het bedrijventerrein werden buiten beschouwing gelaten en ten gevolge van beperkingen met deze klimaatmonitor om de verbruikgegevens van bedrijfsgebouwen in de transportsector in te geven (elektricteit, aardgas, …) werden deze CO2-emissies bij de categorie ‘industrie rest’ geteld. Men dient er ook steeds rekening mee te houden dat voor bepaalde subsectoren de CO2-emissie van een energievorm gealloceerd werden naar de ‘rest-subsector’ indien er minder dan drie verschillende NACE-codes ontvangen werden door de distributienetbeheerder binnen een bepaalde subsector om de vertrouwelijkheid van gegevens te waarborgen. Ton CO2-eq.
2008
2009 9.247
2010 10.643
12.042
5.1 Sector-jaar
Figuur 7: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende sectoren (20082010)
10
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
5.2 Scope-jaar
Figuur 8: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende scopes (2008-2010)
5.3 Polluent-jaar
Figuur 9: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten (20082010)
11
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
5.4 Sector-scope
Figuur 10: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende scopes per sector (2008)
Figuur 11: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende scopes per sector (2009)
12
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Figuur 12: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende scopes per sector (2010)
5.5 Sector-polluent 5.5.1 Industrie
Figuur 13: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per industriële subsector (2008)
13
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Figuur 14: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per industriële subsector (2009)
Figuur 15: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per industriële subsector (2010)
5.5.2 Energie
14
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
5.5.3 Tertiair
Figuur 16: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per subsector van de tertiaire sector (2008)
Figuur 17: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per subsector van de tertiaire sector (2009)
15
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
Figuur 18: Overzicht van de emissie van CO2-equivalenten voor de verschillende polluenten per subsector van de tertiaire sector (2010)
16
Energie- en CO2-rapport Blauwe Toren 2008-2010
6. Ecologische voetafdruk bedrijventerrein
van
de
energiehuishouding
van
het
Aangezien het gebruik en productie van energie ook nog andere milieu-effecten heeft naast de uitstoot van CO2-equivalenten (global warming potential), zoals verzuring, smogvorming, enz. werd een ruwe inschatting gemaakt van verschillende milieu-effecten met behulp van een vereenvoudigde life cycle analysis (LCA). Hiervoor werden life cycle inventories van de software GaBi (EDIP 2003 methode) gebruikt om een eerste inschatting te kunnen maken. De becijferde milieu-impacten werden genormaliseerd naar People Equivalent (PE) volgens de EDIP 2003 normalisatiefactoren. 1 PE van een bepaalde milieu-impactcategorie betekent dat dit de impact is die 1 persoon gemiddeld per jaar veroorzaakt in deze categorie. Het vergelijken van impactcategorieën is louter indicatief.
1.800
People Equivalent (EDIP 2003) 2008 1.626
2009
1.600
2010 1.426
1.400 1.240
1.200
1.000 800 600 400
330 291 251
200
146
169
189 129
150
175
167
0
0 Acidification potential
Aquatic eutrophication
Global warming
0
0
0
0
205
230
0
Photochemical ozone Photochemical ozone Stratospheric ozone formation - impact on formation - impact on depletion human health and vegetation materials
Terrestrial eutrophication
Figuur 19: Ecologische impact van de energiehuishouding van het bedrijventerrein (2008-2010) volgens de LCA-methodologie EDIP 2003.
Met dank aan: EANDIS en VREG voor het aanleveren van informatie en gegevens. De POM West-Vlaanderen, noch de instanties die gegevens aangeleverd hebben kunnen geen sluitende garanties geven over de juistheid van gegevens. In sommige gevallen gaat het over inschattingen en extrapolaties. Dit rapport werd opgesteld in het kader van het Interreg IVA-project ECO2PROFIT.
17