Energie- en eiwitverrijkte voeding voor kinderen Adviezen om ondervoeding tijdens ziekte te voorkomen
Naam
:
Datum
:
Specialist
:
Diëtist
:
Telefoonnummer : o o o o
(0223) 69 69 16 (0223) 69 69 27 (0223) 69 62 81 (0223) 69 63 29
1
Inhoud pag. Inleiding...............................................................................................1 Risico op ondervoeding bij ziek zijn....................................................1 Hoe knap je weer snel op? .................................................................2 Waarom een energie- en eiwitverrijkte dieet?....................................3 Wat is energie?...................................................................................3 Waar zit energie en eiwit in? ..............................................................3 Algemene adviezen en tips.................................................................3 Tips voor de broodmaaltijd .................................................................4 Tips voor tussendoor ..........................................................................5 Tips voor de warme maaltijd...............................................................5 Hoe maak je voeding energierijker? ...................................................7 Beweging is belangrijk ........................................................................7 Tips om meer te eten - Tips voor je ouders........................................8 Naar huis en dan? ..............................................................................9 Meer over voeding ............................................................................10 Tot slot ..............................................................................................11 Bijlage 1: Richtlijnen basisvoeding ...................................................12
2
Inleiding Je hebt deze brochure gekregen omdat je een risico loopt op ondervoeding. Dat is een moeilijke naam voor het ongewild verliezen van gewicht, verlies van spieren en conditie, een te laag lichaamsgewicht, onvoldoende gewichtstoename of onvoldoende groei. Dit kan allemaal veroorzaakt worden doordat je ziek bent. In de brochure staan uitleg en tips om je weer snel beter te voelen en weer in een goede conditie te komen of te blijven. Risico op ondervoeding bij ziek zijn Als je ziek bent heeft je lichaam extra energie (voedingstoffen) nodig. Maar juist omdat je ziek bent is het vaak lastig om voldoende te eten en te drinken. Je kan doordat je ziek bent smaakverlies of pijn hebben of extra moe zijn. Toch is het belangrijk dat je tijdens de opname in het ziekenhuis en daarna op gewicht blijft. Als je namelijk afvalt in de periode dat je ziek bent neemt je lichamelijke conditie af. Daardoor kan het zijn dat het langer duurt voordat je je weer beter voelt en is de kans op vervelende bijkomende klachten groter. Dit komt doordat je tijdens ziekte niet alleen vetweefsel verliest maar ook spierweefsel. Zo hebt je als kind als je niet eet, in zes tot tien dagen je spiervoorraad opgegeten. Terwijl je ouders een spiervoorraad hebben voor 70 dagen! Ben je te zwaar en wil je afvallen? Dan is dit niet het juiste moment. Wacht er liever mee tot je weer helemaal opgeknapt bent en weer je oude conditie hebt.
3
Hoe knap je weer snel op? Dit kan bereikt worden door verdeeld over de dag kleine hoeveelheden te eten, In de tijd dat je in het ziekenhuis ligt, krijg je drie keer per dag een extra tussendoortje aangeboden van de voedingsassistent of de verpleegkundige. Hierdoor heb je per dag in ieder geval zes momenten waarop je iets kan proberen te eten. Dit noemen we een energie- en eiwitverrijkte dieet. De tijden waarop in het ziekenhuis gegeten wordt (tijden zijn bij benadering): 08.00 ontbijt 10.00 tussendoortje 12:00 lunch 15:00 tussendoortje 17:00 warme maaltijd 20:00 tussendoortje Bij de keuze van de soort tussendoortjes hebben we rekening gehouden met de samenstelling, smaak en variatie. Elk tussendoortje bevat een ruime hoeveelheid calorieën(= energie) en eiwit. De tussendoortjes waaruit je kan kiezen zijn: Zoet Hartig Roze koek Slaatje Liga Milkbreak Mini baby bel Snickers Zakje chips Gevulde koek Bierworstje Plakje cake Knabbelnoten
4
Vloeibaar Drinkyoghurt Vruchtenyoghurt Vruchtenkwark Energieverrijkte vla Blikje chocolademelk
Waarom een energie- en eiwitverrijkt dieet? Om te zorgen dat je aankomt of om te voorkomen dat je verder afvalt is een energie- en eiwitverrijkt dieet nodig. Wat is energie? Energie zit in ons eten. Het is de brandstof voor ons lichaam. Energie voor de mens kan vergeleken worden met benzine voor een auto. Bij ziekte is meer energie nodig. De ‘motor’ van het lichaam loopt als het ware harder. Als je ziek bent, heb je vaak minder of geen eetlust. Hierdoor val je makkelijk af. Waar zit energie en eiwit in? Onze voeding bestaat uit belangrijke stoffen. Dit zijn vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen. De vetten en koolhydraten zijn vooral belangrijk als energiebron. Eiwitten leveren ook energie, maar zijn vooral bedoeld als belangrijke bouwstoffen voor ons lichaam en zorgen daarna voor behoud van spieren. In een energie- en eiwitverrijkt dieet zijn vooral de eiwitten van belang. Eiwitten zitten vooral in zuivelproducten, vlees, vis, kip, eieren, noten en peulvruchten. Om aan te komen kan je onder andere meer van deze voedingsmiddelen eten.
5
Algemene adviezen en tips Onderstaande tips en adviezen kunnen je helpen om je eetlust te verbeteren en de voeding volwaardiger(= voldoende voedingstoffen) te maken. - Als je weinig trek hebt, kun je meerdere keren per dag kleine porties eten. Het is beter zes tot acht keer per dag een kleine portie te nemen dan 3 keer per dag een uitgebreide maaltijd. - Zorg ervoor dat het eten er lekker uitziet en eet ook dingen die je lekker vindt. - Eet op die momenten dat jij je het lekkerst voelt. - Zorg steeds voor verschillende smaken door zo veel mogelijk variatie aan in je voeding aan te brengen. - Je hebt extra energie (calorieën) en extra eiwitten nodig. Eiwit is een bouwsteen voor onze lichaamscellen. Het is onder andere nodig voor een goede spieropbouw en voor een goede afweer tegen infecties. Daarom kan je nu veel producten met eiwit erin eten. Bijvoorbeeld vlees, vis, wild, gevogelte, vleeswaren, kaas, melk en melkproducten, noten, pinda’s en peulvruchten. - Eet rustig en kauw goed. Neem bewust de tijd voor het eten. - Neem niet te grote porties. Een bord vol nodigt niet uit om eraan te beginnen. Ook geven grote porties een vol gevoel. - Gebruik naast de hoofdmaaltijden in ieder geval geval drie tussendoortjes. Tips voor de broodmaaltijd - Beschuit, crackers, knäckebröd, tarwe- of wittebrood en dergelijke geven minder snel een vol gevoel dan roggebrood of volkorenbrood. - Besmeer je brood iets dikker met dieetmargarine. Neem liever geen halvarine. Daar zit minder energie in. Geroosterd brood ‘vraagt’ meer boter. - Gebruik dubbel beleg op de boterham. Met name vleeswaren en kaas leveren meer energie. Denk eens aan een plakje kaas of rolletje vleeswaren uit het vuistje bij de broodmaaltijd. 6
- Gebruik volvette 48+ kaas in plaats van 20+ of 30+ kaas. - Smeuïg beleg eet gemakkelijker, bijvoorbeeld leverworst, paté, ragout, smeerkaas. Andere mogelijkheden zijn een gehaktbal, kroket, (roer) ei, omelet, salades zoals eiersalade en zalmsalade, slaatje, vis of snack. Deze leveren veel energie. - Probeer in plaats van een sneetje brood eens een schaaltje pap, vla of volle yoghurt. Meestal gaan vloeibare producten wat makkelijker. Gebruik volle melkproducten in plaats van halfvolle of magere. Tips voor tussendoor - Tussendoor zou je bijvoorbeeld een plak koek, een snee krentenbrood of een snee suikerbrood besmeerd met boter kunnen nemen. - Als hartig tussendoortje kun je denken aan een bitterbal, zakje chips, blokje kaas, kroket, noten, toastje met (Franse) kaas, paté of salade, plakje vleeswaren, stukje worst of een bierworstje. - Een gevulde koek, plakje cake, fruitkick, Milkbreak, Yobreak, stukje chocolade, chocoladekoek, roomijs of kant-en-klare toetjes zijn ook prima tussendoortjes. - Probeer ook eens (verwen) kwark, pap, (slagroom)vla, (vruchtenof slagroom) yoghurt als tussendoortje. Ook bavarois of chocolademousse zijn energierijke tussendoortjes. Denk ook eens aan een klein beetje (ongeklopte) slagroom in de melk of chocolademelk. - Drink niet alleen water en thee, maar wissel het af met dranken zoals (volle) chocolademelk, drinkontbijt, Milk en fruit, Smoothie fruit, frisdrank, karnemelk, limonade, melk, vruchtensap/dubbeldrank of yoghurtdrank. Neem liever geen light dranken.
7
Tips voor de warme maaltijd - Bouillon en soep staan bekend als eetlust opwekkend. Maar eigenlijk is soep niets anders dan warm water met zout en daarom bevat het weinig energie. Zij geven meestal alleen maar een vol gevoel, waardoor je bijvoorbeeld geen trek meer hebt in je toetje. Je kunt daarom beter geen soep of bouillon eten. Als je toch soep wilt eten, neem dan een goed gevulde maaltijdsoep. - Zorg voor een goede ventilatie in de keuken. Kookluchtjes kunnen de eetlust verminderen. - Aardappelpuree (met boter en/of room) eet meestal makkelijker dan gekookte aardappelen. - Eenpansgerechten zoals bami, macaroni, nasi, spaghetti en stamppot leveren vaak meer energie dan aardappelen, groente en een stukje vlees. - Voeg een extra klontje margarine toe aan pap, aardappelpuree of gekookte groente. Denk ook eens aan kruidenboter of mayonaise bij het vlees. - Rauwkost geeft snel een vol gevoel en levert geen extra energie. Neem daarom liever gekookte groente dan rauwkost. - Neem bij de warme maaltijd een keer vis of ragout. Probeer ook eens een hartige taart of pasta. - As je geen zin hebt in warm vlees of als dit moeilijk te kauwen is kan je het volgende proberen: - Plakjes koude vleeswaren bij de warme maaltijd. Bijvoorbeeld casselerrib, gehakt, ham, rollade of rosbief. Rulgebakken gehakt door macaroni of spaghetti (saus). - 2 eieren (gekookt, als roerei of omelet), (koude) kip in plaats van vlees. - Een maaltijd met peulvruchten of peulvruchtensoep bijvoorbeeld erwtensoep. - Koud vlees verwerkt in een salade. - Een (kant-en-klare) vleesvervanger bijvoorbeeld een groenteburger, tahoe (sojakaas) of tempé (gefermenteerde sojabonen). 8
- Wanneer je geen trek hebt in de hele warme maaltijd kun je kiezen voor: - Een uitgebreide broodmaaltijd bijvoorbeeld brood met hartig beleg, ei, een melkproduct en een stukje fruit of vruchtensap. - Een koud voorgerecht zoals een koude salade van aardappelen, macaroni, peulvruchten, of een stukje (koude) hartige taart. - Gebruik ook eens (slag)room, crème fraiche of zure room. Opgeklopte room geeft snel een vol gevoel. Klop de room daarom liever niet op. Roer bijvoorbeeld een scheutje door de pap, vla of yoghurt. Je kunt slagroom ook goed aan een saus of stamppot toevoegen.
9
Hoe maak je de voeding verder energierijker? - Gebruik extra suiker. Als je suiker te zoet vindt, neem dan een voedingssuiker zoals druivensuiker (Dextro-M), Fantomalt (Nutricia) of DexiTal (Friesland Nutrition). Een voedingssuiker smaakt minder zoet dan suiker. Je kunt het toevoegen aan allerlei vloeibare voedingsmiddelen. Als je voedingssuiker in koude dranken gebruikt, kun je het beter eerst in een klein beetje vloeistof oplossen. Voedingssuiker kun je kopen bij apotheek, drogist of bij een facilitair bedrijf bestellen zoals Sorgente en Tefa. - Er zijn kant en klare energierijke dranken te koop. Deze dranken zijn er in verschillende soorten en smaken. Ze zijn er op basis van melk, yoghurt en vruchtensap. Vaak is een vergoeding door de zorgverzekeraar mogelijk. Deze dranken kun je via de diëtist krijgen en worden via een facilitair bedrijf zoals Sorgente of Tefa thuis bezorgd. Beweging is belangrijk Voldoende bewegen is goed voor je eigen ontwikkeling. Denk aan botopbouw, sterkere spieren, betere spijsvertering, het gunstige effect voor de bloeddruk, beter slapen, beter zelfvertrouwen en door samen met andere kinderen te sporten leer je ook beter om met anderen om te gaan. Zoals je eerder in deze folder hebt kunnen lezen, kan ondervoeding leiden tot spierafbraak, omdat het lichaam ergens zijn energie vandaan moet halen. Om te zorgen dat er weer spieropbouw plaatsvindt is het nodig om voldoende te bewegen. Wanneer je bijgevoed wordt, maar onvoldoende beweegt, wordt de extra voeding omgezet in vet in plaats van bouwstenen voor spieren. Probeer daarom te doen wat je kan. Bijvoorbeeld naar de wc lopen, stukjes over de gang lopen en in de speelkamer spelen. Het is belangrijk dat je ook voldoende rust neemt.
10
Tips om meer te eten - Tips voor je ouders Probeer niet de strijd aan te gaan met het kind om het te dwingen om te eten. De sfeer aan tafel wordt dan meer gespannen en je bent alleen nog maar bezig met het eten van je kind. Door de gespannen sfeer wordt het voor iedereen moeilijk om te genieten van het eten. Hierbij nog een paar tips: - Geef je kind kleine porties te eten. Anders kan je kind letterlijk tegen ‘de berg’ eten op gaan zien. - Eet samen met de kinderen aan tafel. Kinderen doen na wat ze zien. Als ouders samen eten met de kinderen in plaats van apart, leren ze van je gedrag. - Leer je kind dat het iets wat het echt niet lekker vindt ook niet volledig hoeft op te eten. Maar dat er wél altijd iets geproefd moet worden van alles wat er op tafel komt. Eén hapje. - Gebruik eten nooit als straf of beloning. - Maak complimenten als je vindt dat je kind goed gegeten heeft en negeer slecht eetgedrag volledig. - Neem de tijd voor maaltijden. Het avondeten is bij uitstek geschikt om aandacht te hebben. Niet alleen voor het eten zelf, maar ook voor elkaar. - Vermijd storende factoren zoals van een televisie op de achtergrond. - Eet niet te laat en het liefst steeds rond dezelfde tijd. Wanneer je kind moe is, zal het weinig eten. - Kondig aan dat het bijna etenstijd is. Je kind weet dan dat het moet stoppen met spelen. Daarmee voorkom je dat je kind met tegenzin aan tafel komt.
11
Naar huis en dan? Het is belangrijk regelmatig je gewicht te bepalen op de weegschaal. Als het gewicht afneemt of onvoldoende toeneemt is dit belangrijk om te bespreken met de specialist, huisarts of de diëtist. Het is belangrijk om nog een tijdje door te gaan met de extra tussendoortjes zoals je die in het ziekenhuis kreeg, totdat je weer helemaal de oude bent. Als je weer helemaal beter bent, heb je niet meer energie(calorieën) en eiwit nodig. Dan kan je natuurlijk weer stoppen met het nemen van de extra tussendoortjes, de roomtoetjes, extra (dubbel) broodbeleg, dik dieetmargarine, volle melk etc. Meer over voeding Op de onderstaande websites vindt u veel informatie over gezonde voeding: www.voedingscentrum.nl www.nvdietist.nl Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de diëtist, telefoon (0223) 69 62 81.
12
Bijlage 1: Richtlijnen basisvoeding De tabel geeft een richtlijn voor de basisvoeding die het Voedingscentrum aanbeveelt. De hoeveelheden zijn opgesteld voor verschillende leeftijdsgroepen. Bij alle genoemde hoeveelheden gaat het om het gewicht van producten zoals ze worden gegeten. Aanbevolen hoeveelheden volgens de Schijf van Vijf Basisvoeding 1-3 jaar 4-8 jaar 9-10 jaar Brood 2-3 sneetjes 3-4 sneetjes 4-5 sneetjes Aardappelen 50-100 gram 100-150 gram 150-200 gram (of rijst, pasta 1-2 2-3 3-4 peulvruchten) aardappels of aardappels aardappels opschep of opschep of opschep lepels lepels lepels rijst/pasta rijst/pasta rijst/pasta Groente 50-100 gram 100-150 gram 150-200 gram (1-2 opschep (2-3 opschep (3-4 opschep lepels) lepels) lepels) Fruit 150 gram 150 gram 200 gram (1 ½ stuks) (1 ½ stuks) (2 stuks) Melk(producten) 300 ml melk 400 ml melk 600 ml melk (producten) (producten) (producten) Kaas 10 gram kaas 10 gram kaas 20 gram kaas (0.5 plak) (0.5 plak) (1 plak) Vlees(waren), 60 gram 60-80 gram 80-100 gram vis, kip, ei of vleesvervangers Halvarine 10-15 gram 15-20 gram 20-25 gram = 5 gram per = 5 gram per = 5 gram per sneetje sneetje sneetje Bak, braad- en 15 g 15 g 15 g frituurproducten, (1 eetlepel) (1 eetlepel) (1 eetlepel) olie Dranken incl. melk 3/4 liter 1 liter 1-1 ½ liter
11-18 jaar 6-7 sneetjes 200-250 gram 4-5 aardappels of opschep lepels rijst/pasta 200 gram (4 opschep lepels) 200 gram (2 stuks) 600 ml melk (producten) 20 gram kaas (1 plak) 100-125 gram
30-35 gram = 5 gram per sneetje 15 g (1 eetlepel) 1-1 ½ liter
©Voedingscentrum
13
14
15
149117-D562-08/11
16
Deze folder is een uitgave van het Gemini Ziekenhuis©