EN DE NEDERLANDSE OVERHEID De mogelijkheden met uw Forever business ten aanzien van belastingen, uitkering, etc.
Inhoudsopgave 1 INLEIDING ................................................................................................................................................. 3 2.1 INLEIDING:................................................................................................................................................ 4 2.2. FOREVER EN EEN UITKERING. ............................................................................................................... 4 2.2. FOREVER EN DE BELASTINGEN .............................................................................................................. 4 3 INKOMSTENBELASTING ....................................................................................................................... 5 3.1 INLEIDING ................................................................................................................................................. 5 3.3 RESULTAAT UIT OVERIGE WERKZAAMHEDEN ....................................................................................... 7 3.4 ARREST HOGE RAAD ............................................................................................................................... 8 4 OMZETBELASTING ............................................................................................................................... 10 4.1 ONDERNEMERSCHAP ............................................................................................................................. 10 4.2 ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN .................................................................................................. 10 4.2.1 FACTURERING EN AANGIFTE ................................................................................................................ 11 4.2.2 BEWAAR- & INFORMATIEPLICHT .......................................................................................................... 12 4.3 KLEINE ONDERNEMERSREGELING........................................................................................................ 12 4.4 BIJZONDERE REGELINGEN .................................................................................................................... 12 4.4.1 KAS- EN FACTUURSTELSEL ................................................................................................................... 12 4.4.2 BESLUIT UITSLUITING AFTREK VAN VOORBELASTING (BUA) ............................................................. 13 5 DE FLP DISTRIBUTEUR IN DE BTW ................................................................................................. 14
2
1 Inleiding In deze handleiding informeren wij u over een aantal aandachtspunten waarmee u als distributeur van Forever Living Products kan worden geconfronteerd ten aanzien van de Nederlandse overheid. Het kan dan gaan om de belasting die eventueel geheven wordt of om het eventueel voortbestaan van inkomsten uit een uitkering. Wij richten ons hierbij primair tot de groep distributeurs die op grond van hun distributieactiviteiten voor Forever Living Products de status van manager of hoger hebben bereikt. Hierbij sluiten wij echter niet uit dat de in deze brochure verstrekte informatie ook relevant zou kunnen zijn voor andere groepen. Indien uw activiteiten een bepaalde omvang hebben bereikt, kunt u zowel voor de inkomstenbelasting als de omzetbelasting tegen het “ondernemerschap” aanlopen. Omdat dit voor uw rechten en verplichtingen de nodige gevolgen heeft, zullen wij hier specifiek op ingaan. Wellicht ten overvloede merken wij op dat deze handleiding louter informatief is en dat aan de tekst geen rechten kunnen worden ontleend. Voor volledige zekerheid omtrent bepaalde implicaties in specifieke situatie dient u zich altijd te wenden tot uw eigen adviseur, betrokken overheidsinstellingen of de voor u bevoegde belastinginspecteur.
3
2. Forever opbouwen naast uw huidige inkomstenbron 2.1 Inleiding: Als distributeur van Forever bouwt u zelfstandig aan een stuk inkomen. In vrijwel alle gevallen beginnen distributeurs part-time, dus naast een bestaande baan. Maar ook mensen die een uitkering genieten kunnen met hun Forever business werken aan een stukje inkomsten. In beide gevallen dienen distributeurs zich te realiseren dat de Nederlandse overheid de “vrijheid van handelen” ten aanzien van belastingen en/of uitkeringen veelal goed geregeld heeft. Welke regels daarbij voor u van toepassing zijn, zijn sterk afhankelijk van uw specifieke situatie. Onze informatie dient om u enigszins op weg te helpen en geenszins om u de exacte weg te tonen. Het is aan u om – met onze hulp- uw eigen weg te vinden en informatie te verzamelen die voor u relevant is.
2.2. Forever en een uitkering. Onze ervaring is dat zowel mensen die een werkloosheidsuitkering, een WAO, een AOW uitkering of andere uitkering ontvangen, alsook mensen die in de schuldsanering terecht komen, desalniettemin succesvol met Forever starten en inkomsten genereren, binnen de mogelijkheden die de uitkerings- of andere instanties daarvoor bieden. Vaak blijft de uitkering voor u van toepassing zolang de nieuwe inkomsten nog te gering zijn. Het is dus zeker niet zo dat het ontvangen van een uitkering of schuldsanering het onmogelijk maken om met Forever te starten. Geniet u op dit moment een uitkering of zit u in de schuldsanering? Neem dan contact op met uw vaste contactpersoon bij de relevante (uitkerings-)instantie. Verder vindt u veel informatie op verschillende websites. Voor vragen m.b.t. schuldsanering:
www.wsnp.rvr.org
Voor vragen m.b.t. uitkeringen:
www.weethoehetzit.nl
2.2. Forever en de belastingen Iedere burger in Nederland is in principe belastingplichtig. Omdat beginnen met Forever in wezen betekent dat u “voor uzelf gaat beginnen” (ook al doet u dat naast een bestaande baan), heeft dit –meestal op termijn- consequenties voor u. Dit hoeven niet alleen negatieve consequenties te zijn. Daar waar u bijvoorbeeld op een bepaald moment BTW moet gaan afdragen, mag u ook betaalde BTW aftrekken. Zo zijn er mogelijk nog meer positieve consequenties waar u nog niet aan had gedacht. In de volgende hoofdstukken leest u er meer over.
4
3 Inkomstenbelasting 3.1 Inleiding Veel inkomsten, die een Nederlands belastingplichtige geniet, zijn belast in Nederland. Of er inkomstenbelasting is verschuldigd, is afhankelijk van de vraag of er sprake is van een bron waaruit belaste inkomsten worden genoten. Er zijn allerlei bronnen die belaste inkomsten genereren, denk bijvoorbeeld aan inkomsten uit arbeid of winst uit onderneming. Sinds 1 januari 2001 is de nieuwe wet Inkomstenbelasting 2001 in werking getreden. Deze wet maakt onderscheid in tarief tussen verschillende inkomsten. De zogenaamde boxenstructuur. De inkomsten die u geniet door uw werkzaamheden voor Forever Living Products vallen in Box 11: Inkomsten uit Werk en Woning Dit impliceert een progressief belastingtarief van maximaal 52%. Binnen deze Box bestaan een aantal bronnen. Voor uw inkomsten voor werkzaamheden voor Forever Living Products (verder FLP) komen twee bronnen in aanmerking, namelijk winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Deze zullen verder worden toegelicht in deze brochure. Wij merken op dat het onderstaande geschreven is zodat u een eerste algemene indruk krijgt van de fiscale beoordeling van uw werkzaamheden voor FLP. Het is gebaseerd op de huidige stand van wetgeving. Wetswijzigingen in de toekomst kunnen invloed hebben op het onderstaande. Mocht u concrete vragen hebben over uw persoonlijke situatie, dan adviseren wij u om contact op te nemen met uw belastingadviseur. Mocht u deze niet hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met Deloitte & Touche.
3.2 Winst uit onderneming Indien u uw werkzaamheden zelfstandig verricht, u neemt deel aan het economisch verkeer, u loopt zelfstandig debiteurenrisico en u heeft zelfstandig investeringen gedaan in voorraden of andere bedrijfsmiddelen, dan geniet u fiscaal winst uit onderneming. Daarnaast is er nog een voorwaarde waaraan u moet voldoen om fiscaal te worden aangemerkt als ondernemer. U moet ook privé aansprakelijk zijn voor schulden van de onderneming. Bent u dit niet, dan is er geen sprake van fiscaal ondernemerschap. Het verschil met het later genoemde resultaat uit overige werkzaamheden zit voornamelijk in het duurzame karakter van de onderneming. Een onderneming kent een zekere duurzaamheid die bij het resultaat uit overige werkzaamheden ontbreekt. Het begrip duurzaam is in de rechtsspraak niet geheel duidelijk naar voren gekomen. Naar wordt aangenomen door verschillende schrijvers is er sprake van duurzaamheid indien de werkzaamheden langer duren dan twaalf maanden. De ondernemer kent fiscaal diverse verplichtingen en enkele faciliteiten.
1 Dit impliceert een progressief belastingtarief van maximaal 52%.
5
Verplichtingen: Jaarlijks stelt de ondernemer een balans en een verlies & winstrekening op. Deze dient hij als bijlage te voegen bij zijn aangifte inkomstenbelasting. Deze hoeven niet uitgebreid te zijn, indien de Belastingdienst aanvullende informatie wenst zullen ze u nader berichten. De ondernemer dient zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. De ondernemer dient zich te melden bij de Belastingdienst als zijnde ondernemer. De boekhouding dient de ondernemer gedurende zeven jaar te bewaren op een zodanige wijze dat de Belastingdienst hieruit een getrouw beeld van de onderneming kan destilleren. Deze eis is erg belangrijk. Zonder deugdelijke boekhouding is het voor de Belastingdienst niet mogelijk om tijdens een controle uw cijfers te controleren. Dit kan ertoe leiden dat de Belastingdienst uw boekhouding afkeurt en uw winst bepaald volgens hun eigen oordeel. Hun inschatting is meestal hoger dan de werkelijkheid. Het vorderingenstelsel is van toepassing. Dat wil zeggen dat de ondernemer facturen stuurt naar zijn afnemers en de winsten en kosten toerekent aan de jaren waarin deze thuishoren en niet kijkt naar de daadwerkelijke betalingsdatum. Indien u bijvoorbeeld in januari 2009 een rekening ontvangt van kosten die betrekking hebben op 2008, dan is deze nota aftrekbaar in 2008. U hoeft dan niet te wachten tot de aangifte 2009 om deze kosten te verwerken. Faciliteiten Indien de ondernemer meer dan 12252 uur per jaar actief is in de onderneming dan heeft hij recht op zelfstandigenaftrek. De eerste drie jaren van de onderneming wordt dit nog aangevuld met een startersaftrek. Deze aftrekpost kan aanzienlijk fiscaal voordeel opleveren. Het bedrag wordt lager naarmate uw jaarwinst hoger wordt, maar bedraagt over 2009 toch minimaal € 4412 en dit bedrag wordt eventueel nog verhoogd met een startersaftrek van € 2190. Dit laatste bedrag is niet afhankelijk van de jaarwinst. Hij heeft recht op investeringsaftrek, milieuinvesteringsaftrek en energie-investeringsaftrek. Dit betekent dat u aanschafkosten van sommige bedrijfsmiddelen af mag trekken van uw winst. Hij heeft recht op willekeurige afschrijving. Hij kan een herinvesteringsreserve vormen bij het vervreemden (meestal verkopen) van bedrijfsmiddelen. Indien u bijvoorbeeld een auto gebruikt voor het bezoeken van cliënten en deze auto heeft u als zakelijk aangemerkt en staat vermeld op de balans van de onderneming. De kosten van de auto worden betaald door de onderneming en zijn dus aftrekbaar van de winst. Mocht u op enig moment besluiten deze auto te verkopen en de onderneming behaald hierbij een winst, dan 2 In sommige situaties kan volstaan worden met een lager aantal. Deze regeling is geldig sinds 1 januari 2002. U kunt hierbij denken aan zwangerschap. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar uw belastingadviseur.
6
is deze winst in principe belast. De herinvesteringsreserve maakt het dan mogelijk om deze winst te gebruiken voor de aanschaf van een nieuwe auto3. Indien u de auto in de onderneming inbrengt, maar hem ook privé gebruikt, dan dient u in uw aangifte inkomstenbelasting rekening te houden met een bijtelling privé-gebruik auto. De hoogte hiervan is afhankelijk van het door u privé gereden aantal kilometers Winsten die de ondernemer behaalt zijn progressief belast naar een maximaal tarief van 52%. Winst is het bedrag van de omzet verminderd met de bijbehorende kosten. Kosten als telefoonkosten, mits zakelijk, zijn bijvoorbeeld aftrekbaar. Inkoopkosten en kosten van een accountant, belastingadviseur of andere raadgevers zijn dit ook. Kosten als lunches en representatiekosten zijn vaak voor 73,5% aftrekbaar omdat de wetgever van mening is dat hierin ook een privé-doel wordt nagestreefd. In principe worden alle voordelen belast die de ondernemer behaald met zijn onderneming. Winsten behaald bij verkoop van bedrijfsmiddelen zijn belast naar een maximaal tarief van 52%. Onder hierboven genoemde voorwaarden kan verkoopwinst onbelast gerealiseerd worden indien deze wordt gereserveerd in een herinvesteringsreserve. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar uw adviseur. Indien de onderneming wordt gestaakt, dient de ondernemer zijn stakingswinst te berekenen. Stakingswinst is het verschil tussen de werkelijke waarde van de bedrijfsmiddelen die binnen de onderneming worden gebruikt minus de balanswaarde van deze middelen. Stakingswinst wordt progressief belast. Wel bestaat de mogelijkheid om de belastingheffing uit te stellen door middel van aankoop van een lijfrente. Voor verdere informatie over deze mogelijkheid verwijzen wij u naar uw adviseur.
3.3 Resultaat uit overige werkzaamheden Het resultaat uit overige werkzaamheden is een verzamelbegrip voor een aantal inkomsten die niet onder winst uit onderneming of inkomsten uit arbeid vallen. De reden hiervoor is vaak dat de werkzaamheden te incidenteel zijn, slechts een korte termijn duren of een te gering resultaat genereert om aangemerkt te worden als winst uit onderneming, of dat er te weinig binding bestaat met een “werkgever”om te spreken over inkomsten uit arbeid. Om onder deze categorie geplaatst te kunnen worden, moet er daarnaast bij de verwerving van de inkomsten voldaan worden aan drie voorwaarden: Er moet sprake zijn van arbeid. Deze arbeid moet zijn verricht buiten dienstbetrekking. Vereenvoudigd betekent dit dat er geen arbeidscontract mag bestaan tussen u en Forever. Indien dit wel het geval is en er is sprake van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst en dan is er sprake van inkomsten uit arbeid, oftewel looninkomsten. Het verdere is dan voor u niet meer van toepassing.
3 Consequentie is wel dat het bedrag dat u in middels de herinvesteringsreserve heeft gebruikt voor de aanschaf van een nieuwe auto, in mindering moet worden gebracht op de aanschafwaarde van de nieuwe auto en op deze wijze het afschrijvingspotentieel van de nieuwe auto verkleint. Herinvestering dient plaats te vinden binnen drie jaar.
7
U moet voordeel beogen. De werkzaamheden die u verricht, verricht u met het oogmerk om er financieel voordeel mee te behalen. Aan deze voorwaarde is vaak vlug voldaan. Het voordeel moet te verwachten zijn. Het moet redelijkerwijs te verwachten zijn dat u voordeel gaat behalen met de door u verrichte activiteiten. De omvang van dit voordeel is van minder belang. Zelfs een klein te verwachten voordeel is voldoende. Indien u voldoet aan de bovengenoemde voorwaarden (maar niet aan de voorwaarden voor winst uit onderneming), is de kans aanzienlijk dat het resultaat dat u behaalt met uw werkzaamheden voor FLP belast is als resultaat uit overige werkzaamheden. De hoogte van dit resultaat wordt bepaald op basis van het vorderingenstelsel. Dit betekent dat u jaarlijks bijhoudt hoeveel omzet op factuur u heeft gerealiseerd en dit bedrag vermindert met de bijkomende kosten. Afschrijven over bedrijfsmiddelen is toegestaan. U dient ieder jaar bij de aangifte Inkomstenbelasting een winst - en verliesrekening bij te voegen waarin het door u behaalde resultaat wordt toegelicht. Daarnaast dient u ook een balans bij te voegen. Het inkomen “resultaat uit overige werkzaamheden” kent niet de faciliteiten die het inkomen “winst uit ondernemingen” kent. Zaken als zelfstandigenaftrek, investeringsaftrek etcetera, zijn niet aan de orde. Winsten behaalt bij verkoop van vermogensbestanddelen die u gebruikt bij het behalen van uw resultaat, kunnen belast zijn tegen het geldende tarief. Hiervan is sprake als u de vermogensbestanddelen heeft geplaatst op uw balans. Of een vermogensbestanddeel op de balans geplaatst dient te worden, dient u te overleggen met uw adviseur. Algemeen kan gesteld worden dat indien u een vermogensbestanddeel geheel of nagenoeg geheel gebruikt voor het behalen van het resultaat activering verplicht is. Bij het beëindigen van de werkzaamheid dient u de vermogensbestanddelen in privé weer over te nemen, of te verkopen aan derden, tegen de waarde die u ervoor kunt krijgen bij verkoop. De balanswaarde is vaak niet gelijk aan de werkelijke waarde. Een eventueel verlies bij verkoop is aftrekbaar van uw resultaat over het betreffende jaar. Men kan dan ook concluderen dat het fiscaal aantrekkelijker is om als ondernemer aangemerkt te worden. Wilt u hierover meer informatie, neemt u dan contact op met uw adviseur.
3.4 Arrest Hoge Raad In 2010 is er een arrest gewezen door de Hoge Raad waarbij voor een selecte groep van Netwerkondernemers (dus ook voor distributeurs van Forever) is bepaald dat hun inkomsten niet onder de Wet op de Inkomstenbelasting zouden vallen en dat zij dus geen inkomstenbelasting over hun verdiensten zouden hoeven te bepalen. Genoemd arrest heeft veel stof doen opwaaien. De meeste verzoeken zijn afgewezen, een enkel verzoek is gehonoreerd. Dit was mogelijk omdat de diverse belastinginspecteurs in Nederland onafhankelijk van elkaar opereerden. Deze situatie is door de belastingdienst als onwenselijk gekwalificeerd. Begin 2011 is er een richtlijn uitgevaardigd waarbij gesteld is dat het arrest van de Hoge Raad in principe
8
niet van toepassing is voor Netwerkondernemers. Dat betekent dat in principe iedereen die er een beroep op wil doen, steeds zelf de gang naar de rechter zal moeten maken. Deze informatie is actueel per begin 2011. Elke actie die een distributeur van Forever neemt op basis van deze informatie, is voor zijn of haar eigen risico. In alle gevallen adviseren wij om contact op te nemen met een eigen adviseur en wijzen wij op voorhand elke aansprakelijkheid af.
9
4 Omzetbelasting De omzetbelasting, ook wel bekend als BTW, beoogt particuliere consumptie te belasten. In de systematiek die hiervoor is gekozen, betaalt een ondernemer BTW over zijn omzet en brengt hij de aan hem in rekening gebrachte BTW als voorbelasting in aftrek. Per saldo draagt een ondernemer op deze wijze BTW af over de door hem toegevoegde waarde. Op het moment dat een product of dienst een particuliere consument bereikt, is deze prestatie volledig belast met BTW en omdat deze consument geen recht op aftrek van voorbelasting heeft, drukt bij hem dus de volledige BTW.
4.1 Ondernemerschap De eerste vraag die voor het bepalen van de BTW-positie altijd moet worden beantwoord is of sprake is van een belastingplichtige. Voor de BTW moet dan worden onderzocht of sprake is van een ondernemer. Ondernemer is, voor zover in het onderhavige geval relevant, ieder die zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent. Daarnaast kwalificeert het exploiteren van vermogensbestanddelen ook als ondernemerschap voor de BTW. Een bedrijf wordt in dit kader omschreven als een organisatie van kapitaal en arbeid, welke er op is gericht om in een duurzaam streven door deelneming aan het maatschappelijk verkeer, maatschappelijke behoeften te bevredigen. Een organisatie van kapitaal en arbeid wordt al snel aanwezig geacht. Hierover is dan ook zelden discussie. Het “duurzaam streven” leidt in de praktijk veelvuldig tot discussies met de belastingdienst. Hieronder wordt in ieder geval niet begrepen een incidentele handeling. Is het handelen echter meer dan incidenteel, bijvoorbeeld omdat sprake is van een zekere regelmaat, dan wordt een duurzaam streven aanwezig geacht . Voor deelneming aan het maatschappelijk verkeer is op grond van de rechtspraak vereist dat prestaties in het economisch verkeer (i.e. tegen vergoeding) worden verricht. Activiteiten in de hobbysfeer vallen hierdoor buiten het ondernemersbegrip voor de BTW, alsmede handelen in een besloten kring zoals bijvoorbeeld familie. Hoewel structureel verlieslatende activiteiten ernstig doen twijfelen aan de duurzaamheid van het economisch handelen, is het doel van de prestaties alsmede het wel of niet beogen van winst niet relevant. Door de BTW worden prestaties in het economisch verkeer belast met omzetbelasting. Van een prestatie is sprake indien goederen worden geleverd danwel diensten worden verricht. Hierbij is een dienst eigenlijk alles wat tegen vergoeding wordt gedaan en wat geen levering is.
4.2 Administratieve verplichtingen Is sprake van een ondernemer dan dient deze ondernemer in beginsel BTW te voldoen over zijn prestaties. Daar staat tegenover dat dan ook recht bestaat op aftrek van de aan de ondernemer in rekening gebrachte BTW (oftewel aftrek van voorbelasting). Dit is slechts anders indien sprake is van vrijgestelde prestaties, in welk geval geen BTW over deze prestaties wordt voldaan en derhalve ook geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat die in het kader van de vrijgestelde prestaties aan de ondernemer in rekening
10
wordt gebracht. Hieronder worden een aantal algemene administratieve verplichtingen kort behandeld. 4.2.1 Facturering en aangifte Een ondernemer is verplicht aan andere ondernemers voor aan hen verrichte prestaties een conform de wet opgemaakte factuur uit te reiken. Van een conform de wet opgemaakte factuur is sprake indien een als factuur uitgereikt document aan de volgende eisen voldoet: doorlopende nummering en dagtekening de dag waarop de levering of dienst wordt verricht; naam en adres van de ondernemer die de levering of dienst verricht; naam en adres van de afnemer; een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of diensten; de hoeveelheid geleverde goederen; de vergoeding; het bedrag van de BTW. Het BTW nummer van de onderneming die de levering of dienst verricht; Het BTW nummer van de afnemer aan wie de levering of dienst is verricht. De factuur moet wettelijk worden uitgereikt voor de vijftiende van de maand volgend op de maand waarin de prestatie is verricht. Bij vooruitbetalingen moeten ook facturen worden uitgereikt. Aan particulieren hoeft niet te worden gefactureerd, het mag uiteraard wel. De op een factuur vermelde BTW moet door degene die de factuur heeft opgemaakt worden afgedragen. Dit geschiedt door het indienen van een periodieke aangifte omzetbelasting (per maand, per kwartaal of – bij uitzondering – per jaar), op welke aangifte ook de aan de ondernemer in rekening gebrachte BTW als voorbelasting in aftrek kan worden gebracht. Ook als ten onrechte een factuur is uitgereikt moet de op deze factuur vermelde BTW in beginsel worden afgedragen. Een dergelijke onjuiste factuur moet dus altijd worden hersteld. Indien gefactureerde bedragen geheel of gedeeltelijk niet worden ontvangen (bijvoorbeeld omdat de debiteur failliet is), dan kan op de aangifte een afzonderlijk verzoek worden gedaan om de op deze factuur vermelde en afgedragen BTW weer terug te krijgen van de belastingdienst.
11
4.2.2 Bewaar- & informatieplicht Ondernemers zijn verplicht een administratie te voeren waaruit te allen tijde hun rechten en verplichtingen blijken. Om deze administratie controleerbaar te houden, zijn ondernemers verplicht hun administratie en de bijbehorende stukken (facturen, declaraties, contracten, offertes en zo voorts) tenminste zeven jaren te bewaren. Tevens is de ondernemer verplicht om er voor te zorgen dat de administratie binnen een redelijke termijn toegankelijk is en eventueel stukken kunnen worden ingezien. Iedere administratieplichtige is verplicht om desgevraagd aan de belastingdienst informatie uit de administratie te verstrekken die van belang kan zijn voor de eigen belastingheffing of de belastingheffing van derden.
4.3 Kleine ondernemersregeling Ondernemers die op jaarbasis per saldo tot € 1.883 aan BTW moeten afdragen, vallen in beginsel onder de zogenaamde kleine ondernemersregeling. Deze regeling geeft deze ondernemers enerzijds en soort afdrachtkorting van 2,5 maal het verschil tussen € 1.883 en de volgens aangiften verschuldigde BTW. De maximale vermindering is het bedrag aan verschuldigde belasting, met andere woorden: als gevolg van de kleine ondernemersregeling kan geen terugbetaling plaatsvinden. In deze regeling gaat het om de per saldo op aangifte te betalen BTW, dus na aftrek van de voorbelasting. Indien de af te dragen omzetbelasting op jaarbasis minder dan € 1.345 bedraagt, dan kan de belasting geheel achterwegen blijven. ( € 1.883 -/- € 1.345) x 2.5 = € 1.345 Anderzijds kan een ondernemer die onder de kleine ondernemersregeling valt, op verzoek worden vrijgesteld van administratieve verplichtingen indien op grond van deze regeling geen belasting hoeft te worden betaald. In dat geval mag hij op geen enkele wijze BTW vermelden op zijn facturen en krijgt hij ook geen BTW terug indien per saldo negatieve aangiften worden gedaan. Wel moet hij gedurende zeven jaren de aan hem uitgereikte facturen bewaren.
4.4 Bijzondere regelingen Naast de hierboven behandelde algemene uitgangspunten zijn er een aantal specifieke regelingen die mogelijk van belang kunnen zijn voor distributeurs van Forever Living Products. Deze bijzondere regelingen worden hieronder nader behandeld. 4.4.1 Kas- en factuurstelsel In principe moet een ondernemer BTW afdragen die hij op een factuur vermeldt danwel op een factuur had moeten vermelden. Echter specifiek aangewezen ondernemers4 en ondernemers die prestaties verrichten vanuit een inrichting die bestemd is voor de verkoop van goederen of het verlenen van diensten aan anderen dan ondernemers (bijvoorbeeld een winkel) behoeven de BTW pas af te dragen op het moment dat ze daadwerkelijk worden betaald. Voor toepassing van dit zogenaamde kasstelsel moet toestemming zijn verkregen van de belastinginspecteur. 4
o.a. winkeliers, marktkooplieden, exploitanten van schoonheidsverzorgingsbedrijven.
12
4.4.2 Besluit uitsluiting aftrek van voorbelasting (BUA) De kosten die een ondernemer maakt zijn in beginsel zakelijke kosten. De BTW die over deze kosten in rekening wordt gebracht, brengt de ondernemer als voorbelasting in aftrek. Sommige van deze kosten hebben echter naast het zakelijke karakter ook een consumptieve kant. Omdat de BTW beoogt particuliere consumptie te belasten, dient een deel van de in aftrek genomen BTW op zakelijke kosten met een consumptief karakter te worden gecorrigeerd op grond van het BUA. Het gaat hierbij met name om personeelsvoorzieningen5 en relatiegeschenken, waarbij de bevoordeling per personeelslid of relatie per jaar meer bedraagt dan € 227. Het is verstandig in voorkomende gevallen contact op te nemen met uw belastingadviseur of accountant.
5
Auto van de zaak, kerstpakket, personeelsfeest, kantine, (jubileum)geschenken etc.
13
5 De FLP distributeur in de BTW Op het moment dat u de status van manager heeft bereikt binnen het Forever distributienetwerk dan kwalificeert u zich voor de BTW zeer waarschijnlijk als ondernemer. Het is dan verstandig om hierover vroegtijdig in overleg te treden met de belastingdienst om alle formaliteiten geregeld te krijgen. De BTW op goederen die u inkoopt van FLP is dan in beginsel als voorbelasting aftrekbaar. Daar staat echter tegenover dat u BTW moet afdragen over door u verkochte goederen. Provisies die u van FLP krijgt uitbetaald zijn vergoedingen voor diensten die u verricht aan FLP, ook over deze vergoedingen moet u dus BTW afdragen. Tevens dient u aan FLP een factuur uit te reiken voor deze bedragen omdat FLP uitsluitend op basis van deze factuur de BTW als voorbelasting in aftrek mag brengen. In eerste instantie zal FLP netto bedragen, dus exclusief BTW, uitkeren. Na ontvangst van een door u conform de wet opgemaakte BTW-factuur, waarbij u FLP de provisie en de verschuldigde BTW in rekening brengt, volgt een aanvullende betaling van de op dat moment in rekening gebrachte BTW. Let op: ook als u niet factureert, bent u BTW verschuldigd, hetgeen dus betekent dat bij niet-facturering uw netto vergoeding lager uitvalt. Onderstaand voorbeeld6 dient ter toelichting: met factuur 16 februari 25 februari 20 maart 31 maart zonder factuur 16 februari 31 maart
uitbetaling netto provisie à € 1.000 factuur à €1.190 (1.000 + BTW) aanvullende betaling à € 190 u draagt € 190 BTW af aan de fiscus netto provisie € 1.000 uitbetaling netto provisie à € 1.000 u draagt 19/119 * 1000 = 159 af aan de fiscus netto provisie € 841
Voor de goede orde: de voorwaarden waaraan de uit te reiken factuur dient te voldoen staan vermeld op pagina 11.
6
Voor de eenvoud is in dit voorbeeld geen rekening gehouden met de kleine ondernemersregeling.
14
