Eltako Funk – Draadloze domotica RS485-bus DIN-rail actoren 14-serie Planningshulp en bedieningshandleiding
Inhoudsoverzicht: 1. Technische planningshulp 2. Begripsverklaringen/legenda 3. Inbedrijfname 4. Inleer-lijst 5. Verschillende wisprocedures 6. Foutherkenning 7. Extra informatie van FTS14 8. Extra informatie van pulsdrukkergateway FTS14TG, bus-pulsdrukkerkoppelaar zoals ook bus-pulsdrukkers 9. Schakelschema’s
Switching on the future
02/20151
1. Technische hulp bij het installeren & in bedrijf stellen van een 14-serie installatie Het bus-systeem wordt eerst beschreven met sturing via draadloze sensoren. Een bedrade aansturing is tevens ook mogelijk. Dit wordt gedetailleerd beschreven in de hoofdstukken 7 en 8. De producten van de 14-serie worden op DIN-rail DIN-EN 60715 TH35 geplaatst en de RS485-bus en de voeding wordt onderling met geleiderbruggen met elkaar verbonden. De aansturing van de verbruikers worden zo centraal bediend vanaf een hoofdverdeler of meerdere onderverdelers. De bi-directionele radio-antennemodule FAM14 is de interface tussen Funk-wandzenders (FT55 bv.) en alle actors van bouwreeks 14. Het ontvangt, zendt en controleert alle signalen van de Funk-sensoren en repeaters in zijn ontvangstgebied. Om het ontvangstbereik te verhogen, kan altijd een sub-bus met nog maximaal 3 andere Funk-ontvangstmodules FEM worden toegevoegd. Via een RS485-interface die in een FAM14 aanwezig is, worden ontvangen Funk-signalen aan achter elkaar gekoppelde actoren door verzonden. Er kunnen maximaal 126 kanalen per antennemodule FAM14 worden aangesloten. Via een flexibele busverbinder BBV14 of busaankoppelaar FBA14 kan men de bus op meerdere DIN-rails verbinden. De FAM14 is al reeds van de noodzakelijke 12V DCspanningsvoeding voorzien en voorziet alle systeemcomponenten en actoren tot een vermogen van 12 W*. Houdt men rekening met de 0,8W die de FAM14 verbruikt, dan blijft er 11,2W ter beschikking. Het maximale verbruik van ieder aangesloten component moet worden opgeteld om zo het totale energieverbruik van de 12V DC voeding te berekenen. Als het maximale benodigde vermogen hoger is dan 12W, moet bij iedere 12W een extra schakelende voeding FSNT14-12V/12W geplaatst worden. Ook moet in plaatst van een normale geleiderbrug een scheidingsbrug TB14 geplaatst worden om de andere voedingen te scheiden. Met de onderstaande tabel kan het totaal benodigd vermogen eenvoudig worden uitgerekend. Apparaat
Maximaal benodigd vermogen (Bestaand relais geschakeld)
Apparaat
Maximaal benodigd vermogen (Bestaand relais geschakeld)
FAE14LPR
0,42 W
FSM14
FAE14SSR
0,40 W
FSR14-2x
0,14 W
FAM14
0,80 W
FSR14-4x
0,70 W
FBA14
–
FSR14SSR
0,40 W
FFR14
0,63 W
FSU14
0,14 W
FGSM14
0,20 W
FTD14
0,53 W
FGW14
0,50 W
FTN14
0,14 W
FGW14-USB
0,30 W
FTS14EM
0,13 W
FHK14
0,42 W
FTS14FA
0,50 W
F4HK14
0,10 W
FTS14GBZ
0,10 W
FLUD14
–
FTS14KEM
0,13 W
0,10 W
F2L14
0,14 W
FTS14KS
–
FMS14
0,63 W
FTS14TG
0,42 W
FMSR14
0,10 W
FUD14
0,20 W
FMZ14
0,40 W
FUD14/800W
0,20 W
FRP14
0,50 W
FWZ14-65A
0,10 W
FSB14
0,42 W
FZK14
0,14 W
FSDG14
0,40 W
F3Z14D
0,10 W
FSG14/1-10V
0,20 W
STE14
–
Aanbevelingen voor de bekabeling: Als er meerdere verbruikers in een ruimte achter een automaat/smeltveiligheid worden aangesloten, kan op kabels worden gespaard door bv. NYM-J 7x1,5 of 10x1,5 te leggen. De constante voeding gebruikt 3 aders, de overige 4 of 7 aders kunnen als schakeldraden gebruikt worden. * De geïntegreerde schakelende voeding in de FAM14 scheidt de elektronica van alle aangesloten actoren van het 230V net. Deze actoren zijn daarom niet aan de, steeds vaker voorkomende, vervuiling op het elektriciteitsnet blootgesteld. 2
2. Begripsverklaring/legenda Universele pulsdrukker De schakeltoestand van een universele pulsdrukker is na het bedienen niet duidelijk gedefinieerd. Er ontstaat alleen een omschakeling van een contact van de ene toestand naar de andere. Deze gaat bv. van een gesloten naar een open toestand. Bij het dimmers wordt d.m.v. lang ingedrukt houden gedimd. Ook de enkelvoudige pulsdrukker, omschakelaar, toggelen, heen- weer schakelen zijn soortgelijke begrippen die van slechts twee mogelijke toestanden naar de andere toestand gaan. De Funk-wandzenders FT55, FT4 en FT4F kunnen maximaal 4 universele pulsdrukkers bevatten. Richtingspulsdrukker Het gedefinieerde schakelen naar een gewenste schakeltoestand is de werkingswijze van de richtingspulsdrukker. Omdat er echter twee schakelstanden (AAN of UIT, OMHOOG of OMLAAG) bestaan, worden er voor een richting pulsdrukker twee kanalen gebruikt. Hierdoor heeft u wellicht meer wandzenders nodig. Richtingstasters zijn comfortabeler omdat gericht kan worden geschakeld of gedimd. De radiotasters FT55, FT4 en FT4F kunnen met 2 richtingstasters (dubbele tuimelschakelaar) worden uitgerust. De radiotaster FT55Q kan niet hiervoor worden gebruikt. Voor het inleren van beide richtingcommando’s, is het voldoende om de AAN (NAAR BOVEN)-toets te bedienen. Hierbij wordt het tegenovergestelde commando UIT (NAAR BENEDEN) automatisch ingeleerd. Centrale pulsdrukkers De centrale besturing wordt altijd op die plaats gebruikt, waar meer dan één actoren tegelijkertijd in een gedefinieerde toestand moet worden geschakeld. Voor het bereiken van een schakeltoestand zoals bij de richtingstaster, is een apart besturingssignaal nodig. Hier zijn enkele toepassingsvoorbeelden: – centraal omlaag van jaloezieën wanneer de zon te sterk is; – centraal inschakelen voor bijv. noodverlichting; – centrale UIT-functie om energie te sparen wanneer het huis verlaten wordt; Centrale pulsdrukkers met prioriteit (veiligheidsfuncties) hebben voorrang. Ze zijn o.a. voor de besturing van jaloezieën bij wind, regen of vorst nodig. Zolang centrale signalen aanwezig zijn is aansturing met een lokale pulsdrukker niet mogelijk. Scene-pulsdrukker Een bestaande lichtinstelling kan met een lichtscène pulsdrukker opgeslagen en later weer opgeroepen worden. Hierbij worden de schakeltoestanden (AAN/UIT) resp. dimwaardes in de afzonderlijke actoren opgeslagen. Met slechts een korte druk op de toets kan deze lichtscene worden opgevraagd. Hetzelfde geldt ook voor de zonnewering instellingen. Rollo’s, zonneschermen of jaloezieën kunnen naar de vooraf opgeslagen posities worden gereden. Belangrijk! Wordt er een scene opgeroepen, dan worden de voorgaande schakeltoestanden niet opgeslagen. Daarom kan een scène niet na het oproepen met dezelfde pulsdrukker uitgeschakeld worden. Schakelfuncties De schakelfunctie AAN komt overeen met de schakelfunctie OMHOOG (bij rolluikbesturing), de schakelfunctie UIT komt hiermee overeen met de schakelfunctie OMLAAG. ES Elektronisch impulsrelais ESV Elektronisch impulsrelais met afvalvertraging ER Elektronisch relais, schakelrelais
3
3. Inbedrijfname 1. Opbouw in de verdeler: De volgorde van rangschikking van de apparaten op de din-rail is willekeurig. Het wordt aanbevolen om aan de linkerkant te beginnen met een FAM14 of FTS14KS. Bij een belasting van meer dan 50% van het nominale vermogen van 12W moet op de linkerzijde een ventilatieafstand met een afstandstuk DS14 geplaatst worden. De verbinding van bus en voeding wordt door de meegeleverde geleiderbruggen gekoppeld. De geleiderbruggen mogen pas geplaatst worden als alle elektrische componenten aangesloten zijn! Door het vast draaien van de componenten kunnen deze licht kantelen. Deze kracht wordt aan de geleiderbruggen overgedragen en kan blijvende schade aan de geleiderbruggen veroorzaken. Voor montage en demontage van de geleiderbruggen alleen de geleiderbrug montagegereedschap SMW14 gebruiken en deze loodrecht van of naar de DIN-rail bewegen.
Bij een dimmer FUD14 is vanaf 200W dimvermogen een ventilatie afstand met een afstandstuk DS14 nodig tussen de daarnaast gemonteerde apparaten. De bus verbinding van de componenten verdeeld over meerdere DIN-rails wordt via een flexibele busverbinder gekoppeld. De verbinding wordt vanaf het laatste component rechts naar het eerste component links van de volgende DIN-rail gekoppeld. Als alternatief kunnen ook busaankoppelaars FBA14 genomen worden. Zijn er meerde componenten in een andere onderverdeler geplaatst , kan de bus daar verder verbonden worden. Als er op meerdere etages naast RSA/RSB- ook de Hold-leiding aangesloten wordt, dan moet in ieder geval ook een GND-leiding gelegd worden. Voor de verbinding tussen twee verdelers is een afgeschermde signaalkabel nodig, beter is nog een CAT-7 kabel. Op de laatste actor moet een afsluitweerstand geleiderbrug geplaatst worden. Deze wordt meegeleverd met de FAM14 of FTS14KS. Op de klem HOLD van de FAM14 of FTS14KS worden gateway`s FGW14 en FGW14-USB aangesloten, als deze met een PC met RS232-bus verbinding hebben of tot 3 extra ontvangstmodules FEM met een sub-bus verbinden. Ook worden FTS14EM, FTS14KEM en FTS14TG aan de klem Hold aangesloten. De doorverbinding van meerde FEM in een sub-bus worden aangesloten in de vorm van een keten, zoals is voorgeschreven voor RS485 bussystemen. Een sterverbinding met een aparte leiding per FEM is niet toegestaan. In elk van de drie ontvangstmodules FEM moet een jumper in een andere stand geplaatst worden. Voor dat men begint met adresseren moet de bus met al zijn geleiderbruggen, zoals beschreven in hoofdstuk 6, doorgemeten worden. 2. Toewijzing apparaatadressering: Elk apparaat moet eigenlijk voorheen één van de 126 beschikbare apparaatadressen toegewezen krijgen. In principe is het aan te bevelen om een apparaatadres toe te wijzen. Pas daarna kan met de software PCT14 uitgelezen, gewijzigd en beveiligd worden. Zonder apparaatadres kan de schakelklok FSU14 en het multifunctionele sensorrelais FMSR14 niet in de actoren worden ingeleerd! Bei het toewijzen van een adres goed opletten zodat er geen dubbele adressen vergeven worden. Anders kan men het systeem niet via PC-tool software uitlezen. Het veiligste is het adresseren via PC-tool, zie hiervoor punt B).
4
A) Handmatige apparaatadressering: De functie-draaischakelaar BA op de FAM14 of FTS14KS op positie 1 draaien, de LED licht rood op. De middelste draaischakelaar van altijd maar 1 actor op LRN plaatsen, de LED knippert rustig. (Let op! Bij de FSR14, FAE14 en F4HK14 wordt ook de onderste draaischakelaar op kanaal 1..2 resp. 1..4 gezet). Na enkele seconden wordt een adres toegewezen; hiervoor brandt de LED op de FAM14 of FTS14KS gedurende 5 seconden groen. Eerst als deze weer naar rood wisselt, kan de volgende actor geadresseerd worden. Bij meerkanalige actoren worden automatisch voor elk kanaal doorlopende adressen toegewezen. B) Toewijzing apparaatadres via PCT14-software: De middelste draaischakelaar altijd maar van 1 actor op LRN plaatsen (Let op! bij de FSR14 wordt ook de onderste draaischakelaar op kanaal 1..2 resp. 1..4 gezet). In de PCT14 software de functie ‚Gerät zur Adressvergabe suchen‘ kiezen. Met de rechter muisknop op de nieuw gevonden, paars gemarkeerde actor klikken en ‚Geräteadresse vergeben‘ kiezen. Tot slot een vrij adres toewijzen. Herhaal deze procedure voor alle actoren. Adresseren van de gateway FGW14, pulsdrukker-gateway FTS14TG en de GSM-module FGSM14: – Bij de FGW14, FTS14TG en FGSM14 de draaischakelaar op positie 10 plaatsen. Zodra een adres is toegewezen, dooft de knipperende LED. Adresseren van de astro-klok FSU14: – Bij de FSU14 de toets MODE drukken en daarna met SET in de weergave LRN zoeken, na bevestigen met MODE knippert KNL. Zodra een adres is toegewezen, verschijnt weer de normale weergave. Adresseren van de multifunctionele weerstationsactor FMSR14: – Bij de FMSR14 de toet MODE drukken en daarna met SET in de weergave LRN zoeken, na bevestigen met MODE knippert FWS. Zodra een adres is toegewezen verschijnt weer de normale weergave. Adresseren van de kWh-meter gegevens verzamelmodule F3Z14D: – Bij de F3Z14D de toet MODE drukken en daarna met SET in de weergave LRN zoeken, na bevestigen met MODE knippert Z1. Zodra een adres is toegewezen verschijnt weer de normale weergave. Adresseren van de kWh-meter datagateway FSDG14: - De draaischakelaar van de FSDG14 wordt op ADR geplaatst. Zodra een adres is toegewezen, dooft de knipperende LED. Als de BA draaischakelaar op de FAM14 of FTS14KS op positie 1 staat, lichten de LED`s van alle actoren (behalve display actoren), die reeds een adres hebben toegewezen gekregen, in een afstand van ca. 5 seconden op. Er kan zonder iets te wissen een nieuw adres toegewezen worden, dit kan nodig zijn, als per ongeluk meerde actoren hetzelfde adres hebben gekregen. 3. Bedrijfsinstellingen voor het inleren: FAM14, bovenste draaischakelaar: Stand 8 zonder terugkoppeling, alleen ontvangst (unidirectioneel) Stand 2 met terugkoppeling, bijv. voor gebruik met de GFVS-software (bidirectioneel) Stand 2,3 en 4 Is nodig bij aanwezigheid van een astroklok FSU14 of FMSR14 De onderste draaischakelaar wordt voor het inleren van gecodeerde sensoren benodigd en wordt in bedrijf op AUTO1 gezet. Niet gecodeerde sensoren moeten niet apart in de FAM14 worden ingeleerd. Verdere informatie voor codering en bedrijfsinstelling zie hiervoor bedieningshandleiding FAM14. FGW14
Positie 1 Positie 2 Positie 3 Positie 4 Positie 5 Positie 6
indien FTS12EM is aangesloten zoals 1, echter met ID-filter bij aangesloten actuatoren van serie 12 aankoppeling tussen twee buslijnen van serie 14 aansluiting van een PC met RS232 9600 Baud zoals 5, echter 56 K Baud 5
4. Sensoren in de actoren inleren: Het koppelen van Funk-zenders en actoren wordt via de inleerprocedure LRN (opslaan van codes) in de actor opgeslagen. Hierbij wordt deze in een inleer-modus gezet en slaat hierop tegelijkertijd een adres en een ingestelde functie op. Indien gewenst, kan deze ook weer worden gewist (zie hoofdstuk 5). Interne bus stuurcommando’s van de astroklok FSU14 en de sensorrelais FMSR14 laten zich alleen met de positie LRA inleren, als de BA draaischakelaar van de FAM14 of FTS14KS op positie staat. Interne bus stuurcommando’s van de astroklok FSU14 en de sensorrelais FMSR14 laten zich alleen met de positie LRA inleren, als de BA draaischakelaar van de FAM14 of FTS14KS op positie staat. Elke actor kan maximaal 120 ID’s opslaan. O.a. universele pulsdrukker, richtingspulsdrukkers, centrale functie, scenefunctie, pc-sturing enz. behoren tot de instelbare functies. FSR14... 1. Selecteer het gewenste kanaal (1 tot 4 of 1..4) met de onderste draaischakelaar. 2. Selecteer de gewenste inleer-functie met de bovenste Draaischakelaars (zie hoofdstuk 4). 3. Zet de middelste draaischakelaar op LRN. De LED knippert rustig. 4. Bedien daarna de in te leren pulsdrukker. De LED dooft. Mochten er nog meer sensors worden ingeleerd, draai dan de middelste draaischakelaar kortdurend van de positie LRN weg en begin weer bij de Pos 1. Zet na het inleren de onderste en de middelste draaischakelaar op Auto en zet de bovenste draaischakelaar op de gewenste afvalvertragingstijd (standaard = 0). FUD14 1. Zet de bovenste draaischakelaar op de gewenste inleer-functie (zie hoofdstuk 4). 2. Zet de middelste draaischakelaar op LRN. De LED knippert rustig. 3. Bedien daarna de in te leren sensor (pulsdrukker). Moeten er nog meer sensors worden ingeleerd, draai dan de middelste draaischakelaar kortdurend van de positie LRN weg en begin weer bij pos 1. Stel na het inleren de lastsoort met de bovenste draaischakelaar in (standaard = AUTO). Stel met de middelste draaischakelaar de minimale dimstand in. Stel met de onderste draaischakelaar de dimsnelheid in. FSB14 Als eerste de juiste draairichting van de motoren controleren! Draai de onderste draaischakelaar van de FSB14 op een pijlsymbool en controleer of de looprichting van de aangesloten motoren overeenkomt. Sluit eventueel de motor andersom aan. Pas dan kan men gaan inleren. 1. Zet de bovenste draaischakelaar op de gewenste inleerfunctie (zie hoofdstuk 4). 2. Zet de middelste draaischakelaar op LRN. De LED knippert rustig. 3. Bedien daarna de in te leren sensor (pulsdrukker). De LED dooft. Mochten er nog meer sensors worden ingeleerd, draai dan de middelste draaischakelaar kortdurend van positie LRN weg en begin weer bij pos 1. Stel na het inleren de afvalvertraging RV en de keertijd WA (eventueel 0) en AUTO (1 of 2 voor vasthoudmodus, 3 voor toets-vasthoudmodus of 4 voor manueel bedienen) in. FMS14 1. Zet de bovenste draaischakelaar op de gewenste inleer-functie (zie hoofdstuk 4). 2. Zet de middelste draaischakelaar op LRN. De LED knippert rustig. 3. Bedien de in te leren sensor (pulsdrukker). De LED dooft. Mochten er nog meer sensoren worden ingeleerd, draai dan de middelste draaischakelaar kortdurend van positie LRN weg en begin weer bij pos 1. Zet de middelste draaischakelaar na het inleren op AUTO.
6
FHK14 / F4HK14 / FAE14 1. Met de onderste draaischakelaar van de FAE14 of F4HK14 het gewenste kanaal kiezen (1 tot 2 of 1 tot 4). 2. De bovenste draaischakelaar op de gewenste inleer functie plaatsen (zie hoofdstuk 4). 3. De middelste draaischakelaar op LRN plaatsen. De LED knippert rustig. 4. De in te leren sensor (ruimteregelaar, pulsdrukker) bedienen. De LED dooft. De in te leren sensor (ruimteregelaar, pulsdrukker) bedienen. De LED dooft. Moeten verdere sensoren ingeleerd worden, dan de middelste draaischakelaar kort van LRN weg draaien en weer bij punt 1 beginnen. Na het inleren met de bovenste draaischakelaar de Hysterese instellen (standaard is 0,5 of 1K). De middelste draaischakelaar op de gewenste AUTO- of PWM-functie plaatsen. De onderste draaischakelaar op verwarmen (H), koelen (K), NC of op NO plaatsen. FSU14 principe: De astroklok FSU14 moet een apparaatadres toegewezen hebben gekregen. Eerst worden kanalen en bijbehorende schakelfunctie in de gewenste actoren ingeleerd. Op positie LRA wordt ingeleerd. Zijn beide schakelcommando’s (UIT/AAN) nodig, dan moeten deze ook beide worden ingeleerd. Alle actoren die op hetzelfde kanaal werden geleerd, vormen een groep. In de schakelklok worden de programma’s gemaakt waarin de schakeltijd, de functie (AAN of UIT) en het betreffende kanaal (1-8) worden opgeslagen. MODE betekent: Bevestigen ´ Verder naar de volgende parameter SET wijzigt de weergegeven waarde. Programmering volgens de bedieningshandleiding.
7
Overzicht functie-draaischakelaar van de inleerlijst – Onderstaande overzicht is telkens de standaardinstelling van de fabriek:
8
FUD14
FSB14
FMS14
FAM14
FSR14-2x
FSR14-4x
FTN14
FTS14KS
FHK14
F4HK14
FAE14
4. Inleer-lijst Inleer-instellingen van de bovenste keuzeschakelaar bij de meest gebruikelijke apparaten, bouwreeks 14 Einlernfunktion
FAE14 FMS14 FHK14
FSB14
FSR14
FTN14
FUD14
3
EC 2
Universele pulsdrukker / Toggle / omschakelen (aan/uit)
3 kanaal 1+2 20 kanaal 1 7 kanaal 1 40 kanaal 2 8 kanaal 2
5 impulsrelais 10 schakelrelais
Richtingspulsdrukker
5 kanaal 1+2 10 kanaal 1 9 kanaal 1 30 kanaal 2 10 kanaal 2
0
Aan / centraal aan
4
45
4
LC 1
Uit / centraal uit
2
90
2
EC 1
LC 2
Sequentiële lichtscene pulsdrukker
LC 3 180 kanaal 1 30 200 kanaal 2
Directe 4e lichtscene pulsdrukker
LC 4
Afzonderlijke scenes
LC 5
Trappenhuisautomaat pulsdrukker GFVS visualisatie software FTK raam/deur contact / FHF raamgreep
4,5
4,5
9 kanaal 1 10 kanaal 2
3
LC 6
180 kanaal 1 0 200 kanaal 2
2 UIT 4 AAN
PCT
20 kanaal 1 40 kanaal 2
LC2 als NO LC3 als NC
LC2 als NO LC3 als NC
150 beide kanalen
FAH lichtsensor
0
LC5 als schakelaar LC6 als dimmer
0-120
FSU of pulsdrukker als lichtwekker FBH als bewegingsmelder met lichtsensor
AUTO 4,5
0-120
Centrale sturing zonder prioriteit
60 beide kanalen
Centrale sturing met prioriteit, eerste signaal start, tweede signaal stopt prioriteit
90 beide kanalen
Centrale sturing met prioriteit zolang het signaal actief is
120 beide kanalen
FTR temperatuurregelaar
1..20
AUTO
45 AAN 90 UIT
15 AAN 20 UIT
4,5
9
5. Verschillende wisprocedures Geheugeninhoud (ingeleerde sensoren) leeg maken: a) Alle ingeleerde sensors wissen: Bij de levering vanaf de fabriek is het geheugen leeg. Mocht u niet er zeker van zijn of er al iets werd ingeleerd, dan moet u de geheugeninhoud volledig leegmaken. Zet de middelste draaischakelaar op CLR (bij FSR14-actor op positie ALL). De LED knippert zeer onrustig. Draai nu de bovenste draaischakelaar binnen 10 seconden drie keer naar de rechter aanslag (met de wijzers van de klok mee) en weer ervan weg draaien. De LED stopt met knipperen en dooft na twee seconden. Alle ingeleerde sensoren worden gewist. b) Afzonderlijk ingeleerde sensoren wissen: Zet zoals bij het inleren, alleen de middelste draaischakelaar op CLR i.p.v. LRN en bedien de sensor. Wees er bij meerkanalige actoren zeker van dat de onderste draaischakelaar op hetzelfde kanaal staat waar de sensor voorheen werd ingeleerd. De snel knipperende LED dooft. Apparaatconfiguratie op de fabrieksinstellingen terugzetten: Met apparaatconfiguratie worden de comfortinstellingen bedoeld die met de software PCT14 kunnen worden ingesteld. Zet de middelste draaischakelaar op CLR of ALL. De LED knippert zeer onrustig. Draai de bovenste draaischakelaar nu binnen 10 sec, drie keer naar de linker aanslag (tegen de wijzers van de klok in) en weer ervan weg draaien. De LED stopt met knipperen en dooft na 5 seconden. De fabrieksinstellingen werden weer hersteld. Ingeleerde sensoren worden hierbij niet gewist. Apparaatconfiguratie op de fabrieksinstellingen terugzetten en apparaatadres wissen: Zet de middelste draaischakelaar op CLR of ALL stellen. De LED knippert zeer onrustig. Draai de bovenste draaischakelaar nu binnen 10 seconden zes keer naar de linker aanslag (tegen de wijzers van de klok in) en weer ervan weg draaien. De LED stopt te knipperen en dooft na 5 sec. De configuratie wordt op de fabrieksinstelling teruggezet en het apparaatadres wordt gewist. Ingeleerde sensoren worden hierbij niet gewist. Adressering wissen: FMSR14, FSU14 en F3Z14D MODE drukken en met SET in de weergave GA zoeken. Nu kan met SET tussen de apparaatadressering en 000 gewisseld worden. Wordt 000 met MODE bevestigd, wordt de apparaatadressering gewist. Daarna gaat het display van de actor weer in zijn normale weergave. Alle ingevoerde ID`s (filter, terugkoppeling) wissen: FGW14, FT14TG en FGSM14 De draaischakelaar binnen de 10 seconden 8 maal tegen de rechter aanslag draaien (draaien met de klok mee) en er weer van weg draaien. De Led licht op voor 10 seconden en dooft daarna. Alle ID’s (filter of terugkoppelingen) werden gewist. Apparaatadressering en ID’s wissen: FGW14, FSDG14, FTS14TG en FGSM14 De draaischakelaar binnen de 10 seconden 9 maal tegen de rechter aanslag draaien (draaien met de klok mee) en weer van weg draaien. De LED licht op voor 10 seconden en dooft daarna. In de FGW14 werden direct ook alle ID`s (filter) gewist. In de FTS14TG en FGSM14 werden ook alle ID`s (terugkoppelingen) gewist.
10
6. Foutherkenning: Via de FGW14 worden geen signalen over de bus verstuurd: – Controleer, of de Hold klem met de FAM14 verbonden is. – Controleer de voedingsspanning 12V DC, of de geleiderbruggen – Draaischakelaar positie 1 kiezen, om de filterfunctie uit te schakelen De FAM14 knippert niet als een draadloos EnOcean signaal wordt verzonden: – Controleer de voedingsspanning 12V DC, of de geleiderbruggen – Controleer, of er een antenne is aangesloten – Controleer, of de bovenste draaischakelaar BA op een positie tussen 2 en 8 staat Een actor laat zich niet inleren, de knipperende LED dooft niet: – Er mag geen venbinding met PCT14 aanwezig zijn. De LED op de FAM14 mag niet continue groen oplichten. – Invoeren van de signalen als eerste over de FAM14, FGW14 of FTS14EM – Controleer, of bij het inleren niet per ongeluk de draaischakelaar op LRA gezet werd in plaats van LRN – Eventueel heeft een geleiderbrug een slecht contact, deze moet dan uitgewisseld worden De actoren reageren niet op signalen van de FSU14 of FMSR14 – De BA draaischakelaar van de FAM14 staat niet op 2,3 of 4 – Er werden nog geen adresseringen vergeven aan de actoren Tijdens de communicatie met de PCT14 software treed er een fout op: – Verbinding met de FAM14 of FTS14KS los koppelen en de verbinding weer opnieuw herstellen De aangesloten PCT14 software rapporteert iedere keer weer een uitzondering: – Een apparaatadressering werd dubbel vergeven; deze wissen en weer opnieuw proberen – Alle geleiderbruggen van de actoren met behulp van de geleiderbrug tool SMW14 verwijderen. Verbinding met PCT14 herstellen en het bussysteem iedere keer om 1 actor uitbreiden, bij gelijktijdig adresseren met behulp de PCT14-software, zo wordt een eventueel dubbele adressering gecorrigeerd. – Er is misschien een contactprobleem van de geleiderbruggen aanwezig: Controleer de bus door een meting als volgt: Meten van de geleiderbruggen 1)
120-140 Ohm RSA
RSB
Afsluitweerstand op de FAM14 verwijderen, en bij Spanningsloze installatie met een Ohmmeter op de bovenste twee pinnen meten. Er moet ca. een weerstand van ca. 120-140 Ohm gemeten worden. Op de laatste actor in de rij moet de afsluitweerstand geplaatst worden.
+12V Gnd
2)
FAM14
actor BR14
actor BR14
Afsluitweerstand op de FAM14 plaatsen.
12VDC +12V
FAM14
actor BR14
Gnd
actor BR14
Op de laatse actor in de rij de Afsluitweerstand verwijderen en bij ingeschakelde installatie met een Voltmeter (DC) op de onderste twee pinnen meten. Er moet ca. een spanning gemeten worden van 11-12 Volt DC.
11
7. Extra informatie ingangsmodule FTS14 Functie draaischakelaar
Weergave van de standaardinstelling vanaf fabriek.
De ingangsmodule FTS14EM en FTS14KEM, de bus-master met voeding FTS14KS of FAM14 en alle andere standaard modulaire actoren wordt de RS485-bus eenvoudig via geleiderbruggen met elkaar gekoppeld. Voor de verbinding van meerdere onderverdelers via RS485-bus kan men gewoon een standaard 4-aderige telefoonkabel gebruiken. De RS485-bus mag tot wel 100 meter lang zijn. Het moet op beide zijdes van de bus een 120 Ohm eindweerstand geplaatst worden. Deze wordt meegeleverd met de FTKS14 of FAM14. Met de ingangsmodule FTS14EM worden bedrade stuursignalen omgezet naar RS485-bus stuursignalen. Deze ingangsmodules sturen dezelfde signalen als een draadloze Funk wandzender in de bus en kunnen daarom direct in de 14-serie actoren ingeleerd worden. Met de contact-inputmodule FTS14KEM worden tot 5 datasignalen van venster/deurcontacten FTK en tot 5 datasignalen van een beweging & lichtsensor gegenereerd. Wordt de installatie zonder Funkontvangstmodule in gebruik genomen, zo heeft men alleen als voeding een FTS14KS nodig. De voeding ontkoppeld de elektronica van alle aangesloten actoren van het 230 V net. Door de galvanisch gescheiden universele stuuringangen van 8 t/m 230 V UC kunnen de bedrade pulsdrukkers zowel 230 V AC schakelen als ook een lagere spanning (bij voorkeur 24V DC). Hiervoor is wel een extra schakelende voeding SNT12/24 V nodig. Alle ingangsklemmen (E1..E10) zijn aan de onderste klemmenblok oplopend genummerd. De klem voor de gezamenlijke nul of referentiepotentiaal (-E) bevind zich op de bovenste klemmenblok. Met behulp van twee draaischakelaars kunnen de FTS14EM resp. FTS14KEM zo geconfigureerd worden dat tot 50 van deze componenten (dus tot 500 contacten voor schakelaars, pulsdrukkers etc.) op een buslijn aangesloten kunnen worden. Het telegram van elk contact wordt via de busleiding gelijktijdig aangeboden op alle aangesloten actoren. Op deze manier kan een snelle en draadarme centrale besturing of groepenbediening gerealiseerd worden. De verschillende pulsdrukkers worden eenvoudig in de gewenste actoren ingeleerd. Aanbeveling voor bekabeling van de stuuringangen: Een bekabeling met bijv. J-Y(ST)Y 10 x 2 x 0,8 mm² is uit kostenoverwegingen en het eenvoudige aanleggen aan te bevelen. Een kabel met kleinere aders zoals 0,6 mm² is niet aan te bevelen omdat deze aders niet voldoende door de aderklemmen geklemd worden. De onderste draaischakelaar bepaald tot welke groep een FTS14EM of FTS14KEM hoort. Er zijn 5 groepen (1, 101, 201, 301 en 401) met ieders 100 ID`s. Met de bovenste draaischakelaar (0-90) wordt de Decimale-ID binnen een groep ingesteld. Elke groep kan uit max. 10 FTS14EM of FTS14KEM bestaan. Het ID-bereik wordt met de combinatie van de onderste en bovenste draaischakelaar bepaald en moet op elke FTS14EM of FTS14KEM verschillend worden ingesteld. Elke FTS14EM kan met de onderste draaischakelaar op UT (=universele ingang) of op RT (=richtingsingang) ingesteld worden. De LED onder de bovenste draaischakelaar licht kort op als een aangesloten pulsdrukker bediend wordt. Alle HOLD klemmen van de FTS14TG, FTS14EM, FTS14KEM, FAM14 en de FTS14KS moeten met elkaar verbonden zijn. Alleen zo kan het RS485-bussignaal geregeld worden en botsingen van signalen voorkomen worden. Elke tiende inputmodule moet met zijn ENABLE klem aan de HOLD klem verbonden worden. Als er over meerdere verdiepingen langs RSA/RSB bekabeling ook nog de HOLD bekabeling nodig is, moet ook altijd de GND bekabeling gelegd worden! Een afgeschermde kabel, beter nog een CAT7 kabel, is absoluut noodzakelijk! 12
Wordt de bovenste draaischakelaar op UT gezet, dan worden 10 stuursignalen gegenereerd die quacode dezelfde opgebouwd hebben als de signalen van een dubbele pulsdrukker:
Wip links boven Signaalcode: 30 Ingang: E3; E7 Scene: 1
Wip rechts boven Signaalcode: 70 Ingang: E1; E5; E9 Scene: 2
Wip links beneden Signaalcode: 10 Ingang: E4; E8 Scene: 3
Wip rechts beneden Signaalcode: 50 Ingang: E2; E6; E10 Scene: 4
Wordt de bovenste draaischakelaar op RT gezet, dan worden 5 stuursignalen in paren gegenereerd: E1 / E2 zenden
70 / 50 rechter helft
boven / beneden
E3 / E4 zenden
30 / 10 linker helft
boven / beneden
E5 / E6 zenden
70 / 50 rechter helft
boven / beneden
E7 / E8 zenden
30 / 10 linker helft
boven / beneden
E9 / E10 zenden
70 / 50 rechter helft
boven / beneden
Om de klemmennummering van een FTS14EM eenvoudiger te vertalen naar de HEX-code voor de PCT14, worden de ID`s in 'decimale' getallen gegenereerd. Zo komen de ID-nummers overeen met de klemmennummers. Er moet enkel 1000 bij opgeteld te worden. De basis HEX-code van elke ID is 00001xxx; xxx is afhankelijk van beide draaischakelaar standen (onderste groep, bovenste decimalen) Bij een enkelvoudige pulsdrukker UT heeft iedere ingang een eigen ID: Groep
Decimaal
Ingang
UT = 1
0
E1-E10
komt overeen met
00001001-00001010
10
E1-E10
komt overeen met
00001011-00001020
20
E1-E10
komt overeen met
00001021-00001030
30
E1-E10
komt overeen met
00001031-00001040 etc.
0
E1-E10
komt overeen met
00001101-00001110
10
E1-E10
komt overeen met
00001111-00001120
20
E1-E10
komt overeen met
00001121-00001130
30
E1-E10
komt overeen met
00001131-00001140 etc.
UT = 101
gegenereerde ID-nummer
13
Bij dubbele pulsdrukkers RT worden de ID`s in paren met even getallen samengesteld. Ongelijke getallen vervallen. Beide signalen van een dubbele pulsdrukker leren zich compleet in. Groep
Decimaal
Ingang
RT = 1
0
E1/E2
komt overeen met
00001002
0
E3/E4
komt overeen met
00001004 etc.
10
E1/E2
komt overeen met
00001012
10
E3/E4
komt overeen met
00001014 etc.
20
E1/E2
komt overeen met
00001022
20
E3/E4
komt overeen met
00001024 etc.
0
E1/E2
komt overeen met
00001102
0
E3/E4
komt overeen met
00001104 etc.
10
E1/E2
komt overeen met
00001112
10
E3/E4
komt overeen met
00001114
20
E1/E2
komt overeen met
00001122
20
E3/E4
komt overeen met
00001124 etc.
RT = 101
gegenereerde ID-nummer
Indien op een FTS14EM zowel enkelvoudige als ook dubbele pulsdrukkers aangesloten worden dan moet de stand/groep UT geselecteerd worden. Een dubbele pulsdrukker krijgt in zo’n geval twee ID’s toegewezen die apart ingeleerd moeten worden (bijv. aan en uit, omhoog en omlaag). Tevens moet er nog een aanpassing gedaan worden met behulp van PCT14, zodat beide ingeleerde ID’s als 'Richtungstaster oben' ingesteld zijn. Bij deze aanpassing moeten bij actoren met meer kanalen de gewenste kanalen opnieuw geselecteerd worden. Een ID kan in een actor met meer kanalen (bijv. FSB, FSR) alleen maar voor één kanaal gebruikt worden.
14
8. Extra informatie van pulsdrukker-gateway FTS14TG, bus-pulsdrukkerkoppelaar zoals ook bus-pulsdrukkers Functie-draaischakelaar
Weergave is de standaard fabrieksinstelling. Pulsdrukker-gateway FTS14TG
Bus-pulsdrukkerkoppelaar FTS61BTK
Bus-pulsdrukker B4T65/B4FT65
Werking: Met de pulsdrukker-gateway FTS14TG worden stuursignalen van een 2 aderige buskabel aangesloten bus-pulsdrukkerkoppelaar FTS61BTK en bus-pulsdrukkers B4T65/B4FT65 in de RS485-bus verstuurd. De gateway genereert dezelfde datastructuur zoals die van een draadloze pulsdrukker. De signalen kunnen daarom direct in de serie 14 actoren ingeleerd worden. Tot wel 30 stuk FTS61BTK en B4T65/B4TF65 kunnen aan een pulsdrukker-gateway FTS14TG aangesloten worden. Tot maximaal 3 pulsdrukker-gateways FTS14TG met maximaal 90 busapparaten zijn mogelijk. Een reeds bestaande busstructuur kan daarom worden gebruikt om in elke streng tot 120 stuursignalen te genereren. Terugmeldingen kunnen alleen via dezelfde bus aan alleen de bus-pulsdrukkers B4T65/B4FT65 weer gegeven worden. Over slechts 2 draden loopt de gegevensoverdracht en de voeding tussen busmodule en gateway. Met een maximale kabellengte van 2 meter kunnen op de FTS61BTK tot 4 conventionele pulsdrukkers op de klemmen T1-T4 aangesloten worden. Als richtingspulsdrukkers kunnen de paren T1/T3 en T2/T4 gedefinieerd worden. De tegenpool is altijd T0. Bus-pulsdrukker B4T65/B4FT65 zijn altijd 4 voudige inzetbare pulsdrukkers. De toegestane totale kabellengte van 2-draads bus is 150 m. Door een RLC element op de verste FTS61BTK of B4T65/B4FT65 te plaatsen kan de kabellengte tot 250 meter worden uitgebreid. Aansluitingen: De bus wordt verbonden aan de klemmen BP en BN. Let op de polariteit! Gebruik geen externe stuurspanning. Alle HOLD klemmen van de apparaten FTS14TG, FTS14EM, FAM14 en FTS14KS moeten met elkaar verbonden worden. Alleen zo is het mogelijk de bus te regelen en botsingen te verkomen. Alleen eerste pulsdrukker-gateway FTS14TG vereist een extra aansluiting op de HOLD-klem. Er is een 230 V voedingsspanning nodig voor het genereren van 29 V DC op de klemmen L en N vereist. Deze is galvanisch gescheiden van de RS485 bus. Apparaat adres toewijzen: Via de draaischakelaar op de FTS14TG worden na elkaar de apparaatadressen van de bus-apparaten toegewezen. Altijd maar één apparaat mag in de fabrieksstand met adres 0 geadresseerd zijn. Een voorbedrading is daarom niet geschikt. Alleen wanneer een nieuw toegevoegde apparaat is geadresseerd, kan een ander apparaat toegevoegd worden in de bedrading en geadresseerd worden. De eerste FTS61BTK of bijv. B4T65/B4FT65 aan de busklemmen BP en BN aansluiten. De LED de busapparaat licht rood op. De draaischakelaar kort op Pos. 1 en daarna weer op Pos 2 zetten. De LED in de FTS61BTK of bijv. B4T65/B4FT65 licht groen op. Eerst dan mag men de tweede busapparaat aansluiten. Daarna het proces herhalen. Werd bij een pulsdrukker-gateway een adressering gegenereerd licht de onderste LED voor een paar seconden groen op. Er wordt altijd automatisch de laagst beschikbare adres toegewezen. Bij gebruik van meerdere bus-koppelaar moeten alle reeds geadresseerde in dezelfde bus blijven. Anders wordt het adres meer dan één keer toegekend. Adressen kunnen niet gericht worden toegewezen. Het wordt sterk aanbevolen om de reeds geadresseerde bus-apparaten voor de documentatie te noteren.
15
Uitwisseling en re-adressering: Wordt een FTS61BTK vervangen en de draaischakelaar van de FTS14TG op Pos. 1 gezet, dan krijgt de nieuwe FTS61BTK automatisch dezelfde vrij geworden adressering en de installatie loopt zoals van te voren zonder iets verder in te leren. Apparaatadressering wissen: Slechts één FTS61BTK of B4T65/B4FT65 aansluiten op de busklemmen BP en BN. De LED in het busapparaat licht groen op. De draaischakelaar van de FTS14TG op Pos. 9 zetten. De LED in de FTS61BTK of B4T65/B4FT65 licht rood op. Werd een adres van de pulsdrukker-gateway FTS14TG gewist, licht deze LED voor enige seconden op. In bedrijf: In bedrijf legt de draaischakelaar BA het ID-bereik en de ID-structuur vast. Iedere pulsdrukker-gateway moet op een andere functie gezet worden, zodat men geen ID-duplicaten heeft. Pos. 2,3 en 4: Iedere pulsdrukker van de FTS61BTK of B4T65/B4FT65 heeft dezelfde ID en stuurt 4 verschillende stuursignalen (Als richtingspulsdrukker te gebruiken). Pulsdrukker T1 zend 0x30, pulsdrukker T2 zend 0x70, pulsdrukker T3 zend 0x10 en pulsdrukker T4 zend 0x50. Pos. 5,6 en 7: Iedere pulsdrukker van de FTS61BTK of B4T65/B4FT65 zend een eigen ID. (Als universele pulsdrukker te gebruiken, voorgeschreven instelling voor een relaisfunctie). Info voor PCT14: Als de FTS14TG moet worden geconfigureerd met PCT14 dan moet van te voren van de FAM14 of de FTS14TK een apparaatadres toegewezen worden. Pas daarna kan een apparaatlijst aangemaakt worden en ID’s van actoren met bevestigingssignalen ingevoerd worden. De PCT14 software kan niet de geadresseerde bus-pulsdrukkers of bus-pulsdrukkerkoppelaars uitlezen. Testen van de installatie: Om de installatie en de dataoverdracht in de 2-draads-bus te testen wordt de draaischakelaar van de FTS14TG op Pos. 8 gezet. In deze bedrijfsfunctie worden geen pulsdrukkersignalen op de EltakoRS485-bus verstuurd. Alle pulsdrukkers op de FTS61BTK of B4T65/B4FT65 worden meermaals bediend, bij elke druk op de knop van de pulsdrukker licht de onderste groene Led kort op. De automatische rest is niet actief. Bij een fout in de 2-draads-bus knippert de onderste rode LED continue. LED-weergave in bedrijf van de FTS14TG: De bovenste rode LED licht kort op, als een bevestigingssignaal van een actor op de 2-draads-bus wordt verzonden. De onderste rode LED licht kort op, als een pulsdrukker-signaal op de Eltako-RS485bus wordt verzonden. De onderste groene LED licht continue op, zolang de draaischakelaar op Pos. 10 staat, of als er een verbinding is met PCT14. Bevestigingssignalen: Bij de bus-pulsdrukkers B4T65/B4FT65 worden door 4 verschillende LED’s de bevestigingssignalen van actoren weer gegeven, als de ID’s van de actoren met PCT14 in de ID-tabel van de FTS14TG zijn ingevoerd. Foutmeldingen bij FTS14TG: De onderste rode LED knippert continue, wanneer er geen FTS61BTK of B4T65/B4FT65 aangesloten is of als er geen apparaatadressen toegewezen zijn. De onderste LED knippert gedurende 2 seconden wanneer een fout in de dataoverdracht van de 2-draads-bus aanwezig is. In de bedrijfsfunctie Pos. 2 tot 7 wordt bij een fout na 2 seconden automatisch een reset uitgevoerd, de aangesloten FTS61BTK of B4T65/B4FT65 worden opnieuw geïnitialiseerd en de bediening gaat gewoon door.
16
Signaaloverzicht: (blauw gemarkeerde velden zijn geldig voor draaischakelaar positie 2, 3 en 4 bij de FTS14TG)
Groep 1 1501 1502 1503 1504 1505 1506 1507 1508 1509 150A 150B 150C 150D 150E 150F 1510 1511 1512 1513 1514 1515 1516 1517 1518 1519 151A 151B 151C 151D 151E 151F 1520 1521 1522 1523 1524 1525 1526 1527 1528
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 1 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 2 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 3 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 4 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 5 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 6 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 7 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 8 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 9 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 10 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 2 1601 1602 1603 1604 1605 1606 1607 1608 1609 160A 160B 160C 160D 160E 160F 1610 1611 1612 1613 1614 1615 1616 1617 1618 1619 161A 161B 161C 161D 161E 161F 1620 1621 1622 1623 1624 1625 1626 1627 1628
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 1 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 2 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 3 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 4 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 5 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 6 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 7 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 8 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 9 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 10 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 3 1701 1702 1703 1704 1705 1706 1707 1708 1709 170A 170B 170C 170D 170E 170F 1710 1711 1712 1713 1714 1715 1716 1717 1718 1719 171A 171B 171C 171D 171E 171F 1720 1721 1722 1723 1724 1725 1726 1727 1728
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 1 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 2 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 3 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 4 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 5 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 6 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 7 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 8 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 9 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 10 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
17
Groep 1 1529 152A 152B 152C 152D 152E 152F 1530 1531 1532 1533 1534 1535 1536 1537 1538 1539 153A 153B 153C 153D 153E 153F 1540 1541 1542 1543 1544 1545 1546 1547 1548 1549 154A 154B 154C 154D 154E 154F 1550 1551 1552 1553 1554
18
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 11 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 12 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 13 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 14 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 15 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 16 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 17 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 18 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 19 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 20 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 21 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 2 1629 162A 162B 162C 162D 162E 162F 1630 1631 1632 1633 1634 1635 1636 1637 1638 1639 163A 163B 163C 163D 163E 163F 1640 1641 1642 1643 1644 1645 1646 1647 1648 1649 164A 164B 164C 164D 164E 164F 1650 1651 1652 1653 1654
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 11 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 12 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 13 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 14 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 15 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 16 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 17 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 18 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 19 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 20 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 21 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 3 1729 172A 172B 172C 172D 172E 172F 1730 1731 1732 1733 1734 1735 1736 1737 1738 1739 173A 173B 173C 173D 173E 173F 1740 1741 1742 1743 1744 1745 1746 1747 1748 1749 174A 174B 174C 174D 174E 174F 1750 1751 1752 1753 1754
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 11 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 12 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 13 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 14 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 15 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 16 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 17 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 18 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 19 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 20 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 21 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 1 1555 1556 1557 1558 1559 155A 155B 155C 155D 155E 155F 1560 1561 1562 1563 1564 1565 1566 1567 1568 1569 156A 156B 156C 156D 156E 156F 1570 1571 1572 1573 1574 1575 1576 1577 1578
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 22 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 23 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 24 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 25 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 26 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 27 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 28 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 29 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 30 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 2 1655 1656 1657 1658 1659 165A 165B 165C 165D 165E 165F 1660 1661 1662 1663 1664 1665 1666 1667 1668 1669 166A 166B 166C 166D 166E 166F 1670 1671 1672 1673 1674 1675 1676 1677 1678
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 22 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 23 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 24 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 24 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 26 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 27 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 28 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 29 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 30 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
Groep 3 1755 1756 1757 1758 1759 175A 175B 175C 175D 175E 175F 1760 1761 1762 1763 1764 1765 1766 1767 1768 1769 176A 176B 176C 176D 176E 176F 1770 1771 1772 1773 1774 1775 1776 1777 1778
Apparaat NO. T1 = Links boven T2 = Rechts boven 22 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 23 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 24 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 25 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 26 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 27 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 28 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 29 T3 = Links onder T4 = Rechts onder T1 = Links boven T2 = Rechts boven 30 T3 = Links onder T4 = Rechts onder
19
FTS14FA optioneel: De ingangssignalen van een FTS14EM of FTS14TG in de RS485-bus laten zich met eet Funk-uitgangsmodule FTS14FA direct draadloos versturen, om bijvoorbeeld decentrale actoren te bedienen. Met een draaischakelaar legt men vast tot welke groep van de FST14EM of FTS14TG de FTS14FA behoord. Maximaal 8 stuks FTS14FA kunnen op een RS485-bus aangesloten worden. Iedere ingangssignaal van een FTS14EM of een FTS14TG wordt met een eigen ID verstuurdt. Draaischakelaar op positie 1: Zendt signalen van alle FTS14EM die op 1 staan. Draaischakelaar op positie 101: Zendt signalen van alle FTS14EM die op 101 staan. Draaischakelaar op positie 201: Zendt signalen van alle FTS14EM die op 201 staan. Draaischakelaar op positie 301: Zendt signalen van alle FTS14EM die op 301 staan. Draaischakelaar op positie 401: Zendt signalen van alle FTS14EM die op 401 staan. Draaischakelaar op positie TG2/5: Zendt alle signalen van alle FTS14TG die op 2 of 5 staan. Draaischakelaar op positie TG3/6: Zendt alle signalen van alle FTS14TG die op 3 of 6 staan. Draaischakelaar op positie TG4/7: Zendt alle signalen van alle FTS14TG die op 4 of 7 staan. Draaischakelaar op positie OFF: De uitgangsmodule FTS14FA is uitgeschakeld. De groene LED onder de draaischakelaar licht kort op, als draadloze Funk-signalen verzonden worden. Binnenkomende signalen van een FAM14 worden niet doorverstuurd en niet weer verzonden via een FTS14FA. Bedrijfsfunctie-draaischakelaar
Weergave van de standaardinstelling vanaf fabriek.
20
FAM14
Sub-Bus RS485
N
Ω
Hold
BUS
Tx Hold Rx
FGW14
BUS
Tx Hold Rx
FGW14
BUS
RS485
RSA2 RSB2 RSA2 RSB2 RSA2 RSB2
Tx Hold Rx
FGW14
BUS
GND +12V GND +12V GND +12V
L
N
FUD14
BUS
1
K(L) 3 2
4
FSR14-4x
BUS
(N)
N
L
N
L
L
N
BUS
N
L L
FWZ14
N
L1
N
RSA RSB
+12 V
FBA14
BUS
L1
-12 V +12 V
Op de laatste actor of op de klemmen RSA/RSB van de laatste kWh-meter van de RS485-bus moet een eindweerstand geplaatst worden. De eindweerstand voor de actor wordt meegeleverd met de FAM14. De eindweerstand (120 Ohm) voor de kWh-meter wordt niet meegeleverd.
L
N
FUD12NPN FUD12NPN FUD12NPN FUD12NPN
RSA RSB LW RSA RSB LW RSA RSB LW RSA RSB LW
-12 V +12V -12 V +12V -12 V +12V -12 V +12V
L
N
FUD14
BUS
Serie 12-actoren
L
N
FUD14
BUS
Serie 14-actoren
* 3-Fase kWh-meters DSZ14 moeten op het einde van de RS485-bus aangesloten worden.
Funk-ontvangstmodule 3
FEM
Funk-ontvangstmodule 2
FEM
Funk-ontvangstmodule 1
FEM
Antenne
E2
L2
L2
L3
RSB
L3
RSA
Server GFVS-Safe II/ Computer / PC
DSZ14DRS-3x65A* DSZ14WDRS-3x5A
E1
RS232
9. Schakelschema’s
21
Op de laatste RS485-bus deelnemer moet een tweede eindweerstand geplaatst worden. Deze wordt meegeleverd bij de FTS14KS. Ledere FTS14FA creëert draadloze Funk-signalen van tot wel 5 ingangsmodules FTS14EM of tot wel Pulsdrukker-gateways FTS14TG.
De Funk-uitgangsmodule FTS14FA met FTS14TG, FTS14EM en actoren
22
Op de laatste actor moet een tweede eindweerstand geplaatst worden. Deze wordt meegeleverd bij de FAM14.
Ingangsmodules FTS14EM met 14-serie actoren en de FAM14 ontvangst/zend moduul voor uitbreiding naar het draadloze Funk netwerk
23
Op de laatste RS485-bus deelnemer moet een tweede eindweerstand geplaatst worden. Deze wordt meegeleverd bij de FTS14KS. Op de pulsdrukker gateway FTS14TG kunnen tot wel 30 RS485 pulsdrukker modules BT65 en decentrale RS485-bus pulsdrukker koppelaar FTS61BTK met ieders 4 pulsdrukker ingangen voor standaard potentiaal vrije pulsdrukkers aangesloten worden. De topologie van de 2 aderige verbinding kan hier naar keuze gelegd worden.
De pulsdrukker-gateway FTS14TG met RS485-bus pulsdrukker koppelaar FTS61BTK en RS485bus pulsrukker B4T65
24
Notities
25
Duitsland
Internat. vertegenwoordigingen
Kantoren en rayonvertegenwoordigers en vertegenwoordigers
Fellbach Eltako Vertriebsbüro Hofener Straße 54 70736 Fellbach 0711 94350000 0711 5183740
[email protected] [email protected]
Mecklenburg-Voorpommeren/ Brandenburg (Noord) Klaus-Peter Schmitz 03843 215884 0176 13582501
[email protected]
Nedersaksen Detlef Hilker
Baden-Württemberg (West) Carsten Krampe 0173 3180392
[email protected]
05152 6984480 0173 3180390
[email protected]
Baden-Württemberg (Oost)
Noordrijn-Westfalen (Noord)/ Nedersaksen (West)
Philipp Wecker
Kai Sepp
0162 2575122
[email protected]
Beieren (Noord) Horst Rock 91126 Schwabach 09122 61179 09122 61159
[email protected]
Beieren (Zuid) Elka Hugo Krischke GmbH 82024 Taufkirchen 089 3090409-0 089 3090409-50
[email protected]
Berlijn/Brandenburg Kristian Neff 0162 2575123
[email protected]
Hamburg/Schl.-Holstein/Bremen Gunnar Wetteborn 0176 13582502
[email protected]
0152 09351347
[email protected]
Rijnland en Nederrijn Markus Leimbach 0176 13582522
[email protected]
Rijnland-Palts/ Saarland Rainer Brilmayer 0176 13582516
[email protected]
Ruhrgebied/Sauerland/ Siegerland Mark Simon 0152 09351348
[email protected]
Saksen Mario Geißler 0162 2575121
[email protected]
Hessen
Saksen-Anhalt/ Thüringen
Daniel Böth
Andreas Misch
0173 3180391
[email protected]
0176 13582505
[email protected]
Sales representative Nederland Noord Nederland: Hans Oving 06 21816115
[email protected] Zuid Nederland: Dennis Schellenberg 06 50419067
[email protected]
Eltako GmbH Hofener Straße 54 D-70736 Fellbach +49 (0) 711 94350000 +49 (0)711 5183740 eltako.de
[email protected] 26
België/Frankrijk/Luxemburg
Oostenrijk (Oost)
Serelec n.v. B - 9000 Gent +32 9 2234953
[email protected]
W/Bgld. Jürgen Harnisch +43 699 18139294
[email protected]
Cyprus
Oostenrijk (Oost)
MeshMade Ltd CY-1096 Nicosia www.meshmade.com
NÖ/Stmk. Robert Papst +43 664 1844122
[email protected]
Denemarken SOLAR A/S DK - 6600 Vejen www.solar.dk
Finland Riku Mäki FIN-15560 Nastola +358 44 078 5068
[email protected]
Golfregio M/S Golden Sand Trading U.A.E. – Dubai www.goldensandstrading.net
Hong Kong, Malaysia, Macau, Singapur, Philippinen TELCS Ltd. HK-Hong Kong www.telcs-design.com
Hongarije ELCON Electronic KFT H-1105 Budapest www.elcon.hu
IJsland Reykjafell Ltd. IS -125 Reykjavik Iceland www.reykjafell.is
Ierland Inter-Konnect IRL-Dublin www.interkonnect.ie
Israël
Oostenrijk (Oost) OÖ / Ktn. Winfried Rac +43 660 8081310
[email protected]
Polen ASTAT Logistyka Sp z o.o. D browskiego 441 PL-60-451 Pozna www.astat.com.pl
Portugal TEV2, Lda P-4470-434 Maia www.tev.pt
Rusland ATLAS Group JSC RU -127591 Moscow www.atlasgroup.ru
Schweden (Nord/Mitte) Patrick Savinainen S - 69332 Degerfors +46 70 9596906
[email protected]
Spanje Thomas Klassmann E - 08398 Santa Susanna +34 93 767 8557 +34 650 959702
[email protected]
Zweden (Oost)
Avital B.S. Ltd Il - Holon avitalbs.com
Dan Koril S - 57010 Korsberga +46 70 3201102
[email protected]
Italië
Zweden (West)
Tommaso Scrofani I - 64025 Pineto TE +39 085 9491796 +39 347 3774888
[email protected]
Daniel Niklasson S - 44292 Romelanda +46 73 5815692
[email protected]
Nieuw-Zeeland Direct Control Ltd. NZ-Auckland 1141 www.directcontrol.co.nz
Fredrik Hofvander S - 24632 Löddeköpinge +46 70 1702130
[email protected]
Nederland (Noord)
Zweden (Stockholm)
Hans Oving NL - 7701 VV Dedemsvaart +31 6 21816115
[email protected]
Niklas Lundell S -11330 Stockholm +46 70 4875003
[email protected]
Nederland (Zuid)
Zwitserland
Dennis Schellenberg D- 47652 Weeze +31 6 50419067
[email protected]
Demelectric AG CH - 8954 Geroldswil www.demelectric.ch
Noorwegen
Innomatic (Pty) Ltd. - Franz Marktl Z A - Midrand www.innomatic.co.za
Malthe Winje Automasjon AS NO-1415 Oppegard www.mwg.no
Oostenrijk (West) Sbg./T/Vbg./Südtirol Robert Goedicke +43 664 1823322
[email protected]
Zweden (Zuid)
Zuid-Afrika