Life
Elementary – Word List
Word class abbreviations The following abbreviations are used in the word list: (n) = noun, (v) = verb, (adv) = adverb, (adj) = adjective and (phr v) = phrasal verb. WO UNIT 1 PEOPLE PAGES 10–11 PAGES 16–17 wife (n) vrouw (n) conference (n) conferentie (n) early (adj) vroeg (adj) manager (n) manager (n) PAGES 12–13 surname (n) achternaam (n) aunt (n) tante (n) introduce (v) introduceren (v) company (n) bedrijf (n) grandparent (n) grootouder (n) PAGE 19 half brother (n) halfbroer (n) international (adj) internationaal bit (n) beetje (n) (adj) compare (v) vergelijken (v) mother-in-law (n) schoonmoeder (n) correct (adj) correct (adj) nephew (n) neef (n) count (v) tellen (v) niece (n) nicht (n) star (n) ster (n) normal (adj) normaal (adj) takes (v) maken (v) similar (adj) gelijkaardig (adj) step brother (n) stiefbroer (n) uncle (n) oom (n) UNIT 2 POSSESSIONS were (v) waren (v) PAGE 21 PAGES 14–15 ball (n) bal (n) plastic (n) plastic (n) agriculture (n) landbouw (n) possession (n) bezitting (n) average (adj) gemiddeld (adj) countryside (n) platteland (n) PAGES 22–23 equal (v) staat voor (v) have (v) hebben (v) bottom (n) bodem (n) industry (n) sector (n) compass (n) kompas (n) language (n) taal (n) first-aid kit (n) ehbo-kit (n) life expectancy (n) levensverwachtin gloves (n) handschoenen (n) g (n) important (adj) belangrijk (adj) live (v) leven (v) mobile phone (n) mobiele telefoon manufacturing (n) fabricage (n) (n) population (n) bevolking (n) rucksack (n) rugzak (n) production (n) productie (n) torch (n) zaklantaarn (n) religion (n) geloofsovertuiging (n) PAGES 24–25 use (v) gebruiken (v) apartment (n) appartement (n) work (v) werken (v) 1
difference (n) furniture (n) picture (n) style (n)
verschil (n) meubilair (n) schilderij (n) stijl (n)
PAGES 26–27 bonnet (n) bumper (n) engine (n) global (adj) headquarters (n) mirror (n) nationality (n) producer (n) product (n) wheel (n) window (n)
motorkap (n) bumper (n) motor (n) algemeen (adj) hoofdzetel (n) spiegel (n) nationaliteit (n) producent (n) product (n) stuur (n) raam (n)
PAGES 28–29 help (v) medium (adj) size (n) tennis ball (n) PAGE 31 mine (v) miner (n) opal (n) tunnel (n) worth (adj) worthless (adj)
helpen (v) medium (adj) maat (n) tennisbal (n)
aan mijnbouw doen (v) mijnwerker (n) opaal (n) tunnel (n) waard (adj) waardeloos (adj)
UNIT 3 PLACES PAGE 33 day (n) midnight (n) night (n) popular (adj)
dag (n) middernacht (n) nacht (n) populair (adj)
PAGES 34–35 bicycle (n) break (n) centre (n) clean (adj)
fiets (n) pauze (n) centrum (n) netjes (adj)
crowded (adj) gallery (n) lunchtime (n) pollution (n) problem (n) quiet (adj) theatre (n) traffic (n) transport (n) zone (n)
druk (adj) galerie (n) 's middags (n) vervuiling (n) probleem (n) rustig (adj) theater (n) verkeer (n) transport (n) zone (n)
PAGES 36–37 accountant (n) pilot (n) sailor (n) waiter (n)
boekhouder (n) piloot (n) schipper (n) ober (n)
PAGES 38–39 medicine (n) native-speaker (n) over (adv) PAGES 40–41 aquarium (n) straight (adv) across (prep) corner (n) PAGE 43 medical centre (n)
geneeskunde (n) moedertaalspreke r (n) meer dan (adv)
aquarium (n) recht (adv) naar de overkant (prep) hoek (n)
roundabout (n) seesaw (n) slide (n) swing (n)
medisch centrum (n) rotonde (n) wip (n) glijbaan (n) schommel (n)
UNIT 4 FREE TIME PAGE 45 fishing (n) free time (adj) gym (n) relaxing (adj)
vissen (n) vrije tijd (adj) gym (n) ontspannend (adj) 2
PAGES 46–47 activity (n) actor (n) day off (n) gardening (n) harp (n) identical (adj) player (n) swimming (n) twins (n) walking (n) write (v)
PAGES 48–49 explain (v) hobby (n) impact (n) perfect (adj) photography (n) shine (v) snowmobile (n)
activiteit (n) acteur (n) dagje vrij (n) tuinieren (n) harp (n) identiek (adj) speler (n) zwemmen (n) tweeling (n) wandelen (n) schrijven (v)
spend (v) week (n)
uitleggen (v) hobby (n) impact (n) perfect (adj) fotografie (n) schijnen (v) sneeuwscooter (n) besteden (v) week (n)
PAGES 50–51 adrenaline (n) baseball (n) boxing (n) cliff diving (n) cricket (n) distance (n) exciting (adj) extreme sport (n) fast (adv) highline (n) ice hockey (n) jump (v) landscape (n) mountain biker (n) paragliding (n) peaceful (adj) sailing (n)
adrenaline (n) honkbal (n) boxen (n) klifduiken (n) cricket (n) afstand (n) opwindend (adj) extreme sport (n) snel (adv) highline (n) ijshockey (n) springen (v) landschap (n) mountain biker (n) parapente (n) vredig (adj) zeilen (n)
slow (adj) surfing (n)
traag (adj) surfen (n)
PAGES 52–53 enthusiastic (adj) information (n) journalist (n) orphan (n)
enthousiast (adj) informatie (n) journalist (n) wees (n)
PAGE 55 allotment (n) dig (v) easy (adj) location (n) refreshed (adj) scenery (n) snowboarding (n) soil (n) ukelele (n)
volkstuintje (n) graven (v) eenvoudig (adj) locatie (n) gerevitaliseerd (adj) landschap (n) snowboarden (n) aarde (n) ukelele (n)
UNIT 5 FOOD PAGE 57 love (v) real (adj) sauce (n) smell (v) visit (v)
houden van (v) echt (adj) saus (n) ruiken (v) bezoeken (v)
PAGES 58–59 carrot (n) chicken (n) chip (n) cupboard (n) juice (n) lamb (n) lemon (n) lentil (n) nut (n) olive oil (n) onion (n) orange (n) pepper (n) potato (n) prawn (n)
wortel (n) kip (n) friet (n) kast (n) sap (n) lamsvlees (n) citroen (n) linzen (n) noot (n) oijfolie (n) ui (n) sinaasappel (n) paprika (n) aardappel (n) garnaal (n) 3
raisin (n) recipe (n) salt (n) satay (n) seasoning (n)
rozijn (n) recept (n) zout (n) saté (n) kruiden (n)
PAGES 60–61 atmosphere (n) banana (n) early (adv) everyday (adj) fresh (adj) live (adj) lover (n) seafood (n) shopper (n) upstairs (adv)
sfeer (n) banaan (n) vroeg (adv) elke dag (adj) vers (adj) live (adj) liefhebber (n) zeevruchten (n) inkoper (n) boven (adv)
PAGES 62–63 corridor (n) disease (n) doorway (n) flood (n) future (n) grow (v) huge (adj) plant (n) plant (v) seed (n) store (v) type (n) variety (n) vault (n)
gang (n) ziekte (n) deuropening (n) overstroming (n) toekomst (n) groeien (v) enorm (adj) plant (n) planten (v) zaad (n) opslaan (v) type (n) variëteit (n) kluis (n)
PAGES 64–65 sparkling (adj) garlic (n) starter (n) special (n) dessert (n) bill (n)
bruisend (adj) look (n) voorgerecht (n) special (n) dessert (n) rekening (n)
PAGE 67 average age (n)
gemiddelde leeftijd (n)
block (n) career (n) chapter (n) class (n) gelato (n) ice cream parlour (n) import (n) machine (n) management (n) marketing (n) profit (n) subject (n) textile (n) UNIT 6 MONEY PAGE 69 area (n) bagpiper (n) busker (n) central (adj) coin (n) currency exchange (n) electronics (n) PAGES 70–71 formal (adj) king (n) queen (n) note (n) surprisingly (adv) unfortunately (adv) PAGES 72–73 Anglo-Saxons (n) interview (v) jewellery (n) metal work (n) priceless (adj) silver (n) value (n) visitor (n)
blok (n) loopbaan (n) hoofdstuk (n) klasse (n) gelato (n) ijssalon (n) import (n) machine (n) management (n) marketing (n) winst (n) onderwerp (n) textiel (n)
gebied (n) doedelzakspeler (n) straatartiest (n) centraal (adj) muntstuk (n) wisselkoers (n) elektronica (n)
formeel (adj) koning (n) koningin (n) briefje (n) verrassend (adv) helaas (adv)
angelsaksen (n) interview (v) juwelen (n) edelmetaal (n) onbetaalbaar (adj) zilver (n) waarde (n) bezoeker (n) 4
PAGES 74–75 bank card (n) cash machine (n) cheque (n) credit card (n) message (n) neck (n) practical (adj) seashell (n) PAGES 76–77 borrow (v) charity (n) collect (v) hospital (n) lend (v) PAGE 79 bracelet (n) crown (n) palace (n) region (n) route (n) statue (n) terrible (adj) treasure (n)
bankkaart (n) geldautomaat (n) cheque (n) kredietkaart (n) bericht (n) nek (n) praktisch (adj) schelp (n)
lenen (v) liefdadige instelling (n) inzamelen (v) ziekenhuis (n) lenen (v) pagina 79 armband (n) kroon (n) paleis (n) regio (n) route (n) standbeeld (n) verschrikkelijk (adj) schat (n)
UNIT 7 JOURNEYS PAGE 81 European (n) final (adj) ship (n) storm (n) weather (n)
europees (n) laatste (adj) schip (n) storm (n) weer (n)
PAGES 82–83 aeroplane (n) flight (n) historian (n) incredible (adj) land (v)
vliegtuig (n) vlucht (n) historicus (n) ongelooflijk (adj) land (v)
mechanical (adj) studio (n) take off (phr v) win (v)
mechanisch (adj) studio (n) opstijgen (phr v) winnen (v)
PAGES 84–85 calf (n) climb (v) fast (adj) female (adj) female (n) frog (n) lay (v) male (adj) male (n) migration (n) tree (n) turtle (n)
kalf (n) klimmen (v) snel (adj) vrouwelijk (adj) vrouwtje (n) kikker (n) leggen (v) mannelijk (adj) mannetje (n) migratie (n) boom (n) schildpad (n)
PAGES 86–87 cloud (n) lightning (n) moon (n) official (adj) planet (n) ring (n) solar system (n) spacecraft (n) volcano (n) wind (n)
wolk (n) bliksem (n) maan (n) officieel (adj) planeet (n) ring (n) zonnestelsel (n) ruimteschip (n) vulkaan (n) wind (n)
PAGES 88–89 flight (n) tiring (adj) useful (adj) PAGE 91 candidate (n) experiment (n) launch (v) physician (n) physics (n)
vlucht (n) vermoeiend (adj) handig (adj) pagina 91
kandidaat (n) experiment (n) lanceren (v) arts (n) fysica (n)
UNIT 8 APPEARANCE PAGE 93 5
colourful (adj) make-up (n) dance (v)
kleurrijk (adj) make-up (n) dansen (v)
PAGES 94–95 cheek (n) chin (n) dancer (n) eyebrow (n) handsome (adj) lip (n) mask (n) photograph (n) ribbon (n) string (n) tall (adj) tribesman (n) ugly (adj)
wang (n) kin (n) danser (n) wenkbrauw (n) knap (adj) lip (n) masker (n) foto (n) lint (n) koord (n) groot (adj) stamlid (n) lelijk (adj)
PAGES 96–97 belt (n) client (n) clothing (n) line (n) magazine (n) socks (n) suit (n) tie (n) uniform (n)
gordel (n) klanten (n) kleding (n) lijn (n) magazine (n) sokken (n) maatpak (n) das (n) uniform (n)
PAGES 98–99 ankle (n) back (n) chest (n) connection (n) criminal (n) customer (n) expert (n) feature (n) foot (n) haircut (n) knee (n) lawyer (n) leg (n) natural (adj)
enkel (n) rug (n) borst (n) verband (n) misdadiger (n) klant (n) expert (n) kenmerk (n) voet (n) kapsel (n) knie (n) advocaat (n) been (n) natuurlijk (adj)
negative (adj) permanent (adj) religious (adj) shoulder (n) society (n) tattoo (n)
negatief (adj) permanent (adj) religieus (adj) schouder (n) maatschappij (n) tattoo (n)
PAGES 100–101 closely (adv) listen (v) often (adv) sad (adj) stand (v) subway (n) think (v)
aandachtig (adv) luisteren (v) vaak (adv) verdrietig (adj) staan (v) metro (n) denken (v)
PAGE 103 carnival (n) clown (n) costume (n) event (n) firework (n) national anthem (n) performance (n) rodeo (n) trumpet (n) wonderful (adj)
karnaval (n) clown (n) kostuum (n) evenement (n) vuurwerk (n) volkslied (n) optreden (n) rodeo (n) trompet (n) prachtig (adj)
UNIT 9 FILM AND THE ARTS PAGE 105 audience (n) fantastic (adj) harbour (n) opera house (n) outdoor (adj) screen (n) sight (n) strange (adj) view (n)
publiek (n) fantastisch (adj) haven (n) operagebouw (n) buiten (adj) scherm (n) zicht (n) vreemd (adj) vergezicht (n)
PAGES 106–107 afterwards (adv) animation (n)
nadien (adv) animatie (n) 6
comedy (n) documentary (n) horror film (n) romantic (adj) science-fiction (n) stay (v) ticket (n) PAGES 108–109 biologist (n) director (n) edit (v) equipment (n) expensive (adj) heavy (adj) the Internet (n) plan (v) visa (n) wildlife (n) PAGES 110–111 art critic (n)
komedie (n) documentaire (n) horrorfilm (n) romantisch (adj) science-fiction (n) verblijven (v) ticket (n)
bioloog (n) regisseur (n) bewerken (v) uitrusting (n) duur (adj) zwaar (adj) het internet (n) plannen (v) visum (n) natuur (n)
field (n) genius (n) grass (n) kangaroo (n) leaf (n) postcard (n) print (n) print (v) result (n) rock (n) sea (n) sky (n) sunflower (n)
kunstrecensent (n) vlinder (n) niet akkoord gaan (v) veld (n) genie (n) gras (n) kangoeroe (n) blad (n) postkaart(n) print (n) afdrukken (v) resultaat (n) rots (n) zee (n) lucht (n) zonnebloem (n)
PAGES 112–113 extra (adj) free (adj) phantom (n)
extra (adj) gratis (adj) phantom (n)
butterfly (n) disagree (v)
PAGE 115 rainforest (n) trap (n) wait (v) wildlife conservationist (n)
regenwoud (n) val (n) wachten (v) natuurbeschermer (n)
UNIT 10 SCIENCE PAGE 117 brain (n) chemical (n) electrical (adj) energy (n) fix (v) laptop (n) shut down (phr v) similarity (n) virus (n)
hersenen (n) chemisch (n) elektrisch (adj) energie (n) herstellen (v) laptop (n) afsluiten (phr v) gelijkenis (n) virus (n)
PAGES 118–119 communication (n) download (v) ebook (n) email (n) household (n) library (n) online (adj) podcast (n) researcher (n) sat nav (n) search engine (n) survey (n) technology (n) travel agent (n) PAGES 120–121 athlete (n) championship (n) forget (v) memorise (v) memory (n) remember (v)
communicatie (n) downloaden (v) e-book (n) e-mail (n) huishouden (n) bibliotheek (n) online (adj) podcast (n) onderzoeker (n) gps (n) zoekmachine (n) vragenlijst (n) technologie (n) reisagent (n)
athleet (n) kampioenschap (n) vergeten (v) onthouden (v) geheugen (n) herinneren (v) 7
repeat (v) special (adj) technique (n) PAGES 122–123 atom (n) comfortable (adj) electricity (n) image (n) impossible (adj) invent (v) invisible (adj) ipod (n) manufacturer (n) prototype (n) runway (n) servant (n) sticky tape (n) teleport (v) transportation (n) vacuum cleaner (n) PAGES 124–125 colleague (n) design (n) urgent (adj) website (n) PAGE 127 business (n) card (n) definition (n) exam (n) learn (v) meaning (n) understand (v) UNIT 11 TOURISM PAGE 129 backpacking (n) gap year (n) tent (n)
herhalen (v) speciaal (adj) techniek (n)
atoom (n) comfortabel (adj) elektriciteit (n) beeld (n) onmogelijk (adj) uitvinden (v) onzichtbaar (adj) ipod (n) producent (n) prototype (n) startbaan (n) bediende (n) kleefband (n) teleporteren (v) transport (n) stofzuiger (n)
collega (n) ontwerp (n) dringend (adj) website (n) pagina 127
zaken (n) kaart (n) definitie (n) examen (n) leren (v) betekenis (n) begrijpen (v)
rondtrekken met de rugzak (n) tussenjaar (n) tent (n)
PAGES 130–131 amazing (adj) coast (n) dangerous (adj) destination (n) independent (adj) jungle (n) phrase book (n) rent (v) sightseeing (n) souvenir (n) suggestion (n) tour guide (n) traveller (n)
verbazingwekken d (adj) kust (n) gevaarlijk (adj) bestemming (n) onafhankelijk (adj) jungle (n) taalgids (n) huren (v) sightseeing (n) souvenir (n) suggestie (n) gids (n) reiziger (n)
PAGES 132–133 climate (n) currency (n) embassy (n) hitchhiking (n) illegal (adj) licence (n) multicultural (adj) tourist (n)
klimaat (n) valuta (n) ambassade (n) liften (n) illegaal (adj) licentie (n) multicultureel (adj) toerist (n)
PAGES 134–135 choose (v) cruise (n) decrease (v) environmental organisation (n) excitement (n) government (n) positive (adj) safari (n) swimming pool (n)
kiezen (v) cruise (n) zakken (v) milieu-organisatie (n) opwinding (n) overheid (n) positief (adj) safari (n) zwembad (n)
PAGES 136–137 brochure (n) disadvantage (n) interesting (adj)
brochure (n) nadeel (n) interessant (adj)
PAGE 139 8
direction (n) emotional (adj) pilgrim (n) pilgrimage (n) pray (v) silence (n) spiritual (adj) UNIT 12 THE EARTH PAGE 141 equator (n) PAGES 142–143 in conclusion (n) predict (v) rainfall (n) PAGES 144–145 adventure (n) creature (n) deep (adj) explore (v) film director (n) freeze (v) glacier (n) submarine (n)
richting (n) emotioneel (adj) pelgrim (n) pelgrimstocht (n) bidden (v) stilte (n) spiritueel (adj)
evenaar (n) pagina’s 142-143
tot besluit (n) voorspellen (v) regenval (n)
avontuur (n) wezen (n) diep (adj) verkennen (v) filmregisseur (n) bevriezen (v) gletsjer (n) onderzeeboot (n)
tropical (adj)
tropisch (adj)
PAGES 146–147 astronomer (n) orbit (v)
astronoom (n) omlopen (v)
PAGES 148–149 rubbish (n) politician (n) environment (n) efficient (adj) bulb (n)
vuilnis (n) politieker (n) milieu (n) efficiënt (adj) lamp (n)
PAGE 151 active (adj) create (v) destroy (v) eruption (n) gas (n) lava (n) magma (n) melt (v) surface (n) tectonic plate (n)
actief (adj) creëren (v) vernietigen (v) uitbarsting (n) gas (n) lava (n) magma (n) smelten (v) oppervlak (n) tektonische plaat (n)
9
