Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie - een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland
Opgesteld door:
School: Opleiding: Leerwerkpakket: Begeleidend docent: Opdrachtgever:
Projectgroep EDK Kathrin Jakobs, 129919 Merle Stötzel, 129547 Nisha Jung, 130245 Sarah Moss, 129297 Viktor Rudt, 129617
Saxion Hogeschool Enschede, Academie Gezondheidszorg Fysiotherapie, 3e studiejaar (2009/2010) Manager Monique Filart (
[email protected]) Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Kinderen Jeugdzorg
Begeleiders vanuit het NVFK: Plaats, datum:
(
[email protected]) (
[email protected]) (
[email protected]) (
[email protected]) (
[email protected])
Annet van Eerden en Gonnie van Langen
Enschede, 28-1-2010
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Voorwoord In deze periode van het derde jaar (2009/2010) van onze opleiding zijn wij, vijf studenten van de Saxion Hogeschool Enschede van de opleiding Fysiotherapie, met projecten bezig. Daarbij gaat het om het verbeteren en het werken aan de beroepsrol Manager. Onze opdrachtgever is de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Kinderen Jeugdgezondheidszorg [NVFK] met als contactpersoon Annet van Eerden, namens de projectgroep Dossier . Het project wordt vanuit Saxion ondersteund en begeleid door Monique Filart. Ons project gaat over het Elektronische Dossier Kinderfysiotherapie [EDK]. Hierbij gaat het om een dossier waar patiëntendata elektronisch worden opgeslagen. Daardoor hoeven deze niet meer schriftelijk worden vastgelegd, maar kunnen op een computer van de behandelende zorgverleners op elk gewenst moment en vanuit alle netwerktoegangspunten worden ingekeken en aangevuld. Uit het literatuuronderzoek bleek dat Elektronische Patiënten Dossiers er al in verschillende uitvoeringen over de wereld bestaan, vooral in artspraktijken en sommige ziekenhuizen maar het wordt nog niet in echt ieder eerste lijns kinderfysiotherapiepraktijk gebruikt. Zonder de hulp van vele personen had dit project niet kunnen worden uitgevoerd. Wij willen vooral Annet van Eerden en Gonnie van Langen danken voor de hartstikke leuke begeleiding en ondersteuning . Zij waren altijd bereikbaar waardoor de communicatie heel makkelijk verliep en bij vragen konden wij altijd bij hen terecht. Bovendien danken wij onze projectbegeleider Monique Filart die het project heeft ondersteund en altijd met tips heeft geholpen. Ook willen wij de kinderfysiotherapeuten hartelijke bedanken die aan de interviewronde hebben deelgenomen en die ondanks een hele drukke periode toch zo geduldig de vragen hebben beantwoord. En zonder de toestemming van de softwareleveranciers had dit project ook niet van start gekund. Dus danken wij evenzo de verschillende softwareleveranciers die ons een GO hebben gegeven.
1
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Samenvatting/Abstract Een Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie [EDK] is een dossier waarin patiëntendata elektronisch worden opgeslagen. In Nederland zijn in 2009 verschillende softwareprogramma’s voor kinderfysiotherapeuten op de markt, die een EDK bevatten. De Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie [NVFK] heeft in 2008 een gestandaardiseerd dossier voor kinderfysiotherapeutische verslaglegging ontwikkeld en aanbevolen aan softwareleveranciers ter implementatie in hun elektronische dossiers. Dit aanbevolen inhoudelijk dossier van het NVFK is het “Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie” [NDK]. Op dit moment zijn zeven softwareleveranciers bezig met de elektronische implementatie van het NDK in hun EDK’s, waarbij de implementatie in verschillende fasen van uitvoering verkeert. In dit project worden zes softwareprogramma’s geëvalueerd. Hiervoor wordt een interviewronde gehouden waarbij per softwareprogramma minstens drie interviews bij kinderfysiotherapeuten zijn afgenomen, verspreid over heel Nederland. Alle interviews worden met behulp van een tevoren opgestelde trefwoordenlijst op basis van de PRIMA-Methode uitgewerkt en geanalyseerd. Zo worden voor ieder softwareprogramma specifieke wensen, aandachtspunten en verbeterpunten uitgefilterd. Op basis van deze dataverzameling, worden aanbevelingen aan de opdrachtgever, het NVFK, gegeven. Tijdens de interviews zijn bepaalde punten naar voren gekomen. Het wordt positief ervaren door de kinderfysiotherapeuten, dat het NVFK zich voor de implementatie van het NDK door middel van aanbevelingen aan de softwareleveranciers inzet. Aan de andere kant blijkt dat de huidige softwareprogramma’s vaak te gecompliceerd zijn qua gebruiksvriendelijkheid en hanteerbaarheid. Verder neemt het invullen van de gegevens meer tijd in beslag, dan voor de kinderfysiotherapeuten acceptabel is. Alle kinderfysiotherapeuten wensten dat er meer klinimetrie geïntegreerd wordt in de softwareprogramma’s. Uit het onderzoek blijkt dat nog enkele dingen veranderd moeten worden voordat alle kinderfysiotherapeuten zonder problemen met hun EDK kunnen werken. Op dit moment is er nog vaak dubbelwerk als therapeuten zowel op papier als elektronisch gaan werken. Uit interviews met de softwareleveranciers blijkt dat deze op dit moment allemaal druk bezig zijn met het verwerken van de aanbeveling van het NVFK en proberen om het EDK zo optimaal mogelijk aan te passen.
2
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Inhoudsopgave Voorwoord........................................................................................................................... 1 Samenvatting/Abstract ...................................................................................................... 2 Inhoudsopgave................................................................................................................... 3 1. Inleiding ......................................................................................................................... 5 1.1 2
Doelstelling ............................................................................................................ 6
Methode........................................................................................................................ 7 2.1
Oriënterend onderzoek ........................................................................................ 7
2.2
Onderzoek – kwalitatieve evaluatie middels interviews.................................... 9
2.2.1 Onderzoekspopulatie ....................................................................................... 9 2.3 3
Gevolgde analyses............................................................................................. 10
Resutaten .................................................................................................................... 11 3.1
Oriënterend onderzoek ...................................................................................... 11
3.2
Onderzoek – kwalitatieve evaluatie middels interviews.................................. 13
3.2.1 Trefwoorden 1: Bekendheid met het NDK..................................................... 13 3.2.2 Trefwoord 2: Rol van het NVFK bij de ontwikkeling van het EDK ................. 13 3.2.3 Trefwoord 3: Waardering van het EDK voor praktijken/ therapeuten ........ 14 3.2.4 Trefwoord 4: Investeringsbereidheid van praktijken/therapeuten in het EDK 14 3.2.5 Trefwoord 5: Informatie bereikbaarheid over het EDK ................................. 14 3.2.6 Trefwoord 6: Klankbordgroep......................................................................... 15 3.2.7 Trefwoord 7: Nascholing ................................................................................. 15 3.2.8 Trefwoord 8: Practice-based werken............................................................. 15 3.2.9 Trefwoord 9: Wens voor ontwikkeling van richtlijnen .................................... 18 3.2.10
Trefwoord 10: Gebruik en bruikbaarheid van het EDK ............................. 19
3.2.11
Trefwoord 11: Knelpunten, wensen en verbeterpunten voor het EDK .... 21
4
Conclusie..................................................................................................................... 24
5
Discussie....................................................................................................................... 25
6
Aanbevelingen aan de opdrachtgever .................................................................. 26
7
Literatuurlijst................................................................................................................. 29
8
Bijlagen ........................................................................................................................ 31 3
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
8.1
Bijlage 1: Interviewvragen EDK met behulp PRIMA Methode......................... 31
8.2
Bijlage 2: Kenmerkende uitspraken uit de interviews....................................... 33
8.3
Bijlage 3: Oriënterend onderzoek zoekwoordenlijst......................................... 33
8.4
Bijlage 4: Vragenlijst softwareleveranciers ........................................................ 34
8.5
Bijlage 5: Verslag interviews met softwareleveranciers ................................... 35
8.6
Bijlage 6: Plan van Aanpak ................................................................................ 38
8.7
Bijlage 7: Trefwoordenlijst voor de analyse van de interviews ........................ 48
8.8
Bijlage 8: Trefwoord 1.......................................................................................... 48
8.9
Bijlage 9: Trefwoord 2.......................................................................................... 48
8.10
Bijlage 10: Analyses............................................................................................. 52
8.11
Bijlage 11: Trefwoord 3........................................................................................ 52
8.12
Bijlage 11: Trefwoord 8........................................................................................ 53
8.13
Bijlage 12: Trefwoord 4........................................................................................ 61
8.14
Bijlage 13: Trefwoord 5........................................................................................ 61
8.15
Bijlage 14: Trefwoord 6........................................................................................ 61
8.16
Bijlage 15: Trefwoord 7........................................................................................ 61
8.17
Bijlage 16: Trefwoord 8........................................................................................ 61
8.18
Bijlage 17: Trefwoord 9........................................................................................ 61
8.19
Bijlage 18: Trefwoord 10...................................................................................... 61
8.20
Bijlage 19: Trefwoord 11...................................................................................... 69
4
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
1. Inleiding De gebruiksvriendelijkheid van elektronische patiënten dossiers is de komende tijd een belangrijk aandachtspunt voor de NVFK. Hebt u op dit gebied nog wensen? (zie bijlage 1) “Ja, wat ik graag wil is dat er onder de anamnese tabbladen komen zodat je een tabblad aan kunt klikken en dat je zo veel makkelijker van links naar rechts en van voren naar achteren kan.” (zie bijlage 2) “Ja, nou ik vind het prettiger grotere velden te hebben zodat je een overzicht hebt. En je hebt nou maar een regeltje, dan moet je elke keer naar beneden scrollen.” (zie bijlage 2) “Ik ben heel tevreden over mijn programma maar ik heb heel veel wensen want het is in ontwikkeling. Dus bijvoorbeeld de afbeeldingen waarin testuitslagen gelezen moeten worden zijn vaak niet overzichtelijk.” (zie bijlage 2) Bovenstaande opmerkingen zijn voorbeelden van antwoorden die uit de interviews met kinderfysiotherapeuten in heel Nederland zijn gekomen. De gebruikers van de betrokken softwareprogramma`s zijn meestal wel erg tevreden met hun eigen programma, maar hebben toch nog punten aan te merken bijvoorbeeld op de gebruiksvriendelijkheid. Dat kan eigenlijk ook niet anders want de programma`s zijn allemaal nog in ontwikkeling. Om deze punten te analyseren en vooral de programma`s te evalueren heeft de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Kinder- en Jeugdzorg [NVFK] dit als opdracht gesteld. Het NVFK bestaat sinds 1985 en is een specialistenvereniging van circa 1100 kinderfysiotherapeuten. Verder maakt het een deel uit van de KNGF. Een deel van hun werk is het bevorderen van het gebruik van het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie [NDK] – gestandaardiseerd dossier voor kinderfysiotherapeutische verslaglegging. Tot nu zijn er enkele softwareprogramma’s beschikbaar, waarin het NDK is opgenomen. Het NDK is mede ontwikkeld op basis van de uitkomsten van een kinderfysiotherapeuten enquête in 2007 (Duis & Wittenberg, 2007 / 2008). In 2008 zijn er ook richtlijnen en klinimetrie die voor het werk met kinderen belangrijk zijn in het NDK opgenomen. Na bijna een jaar te hebben gewerkt met deze softwareprogramma’s zullen deze nu geëvalueerd worden (Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Kinder- en Jeugdgezondheidszorg). In dit verband is ons project tot stand gekomen. Door het afnemen van interviews bij kinderfysiotherapeuten over heel Nederland die zes systemen die er al bestaan 5
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
gebruiken, hebben wij informatie en meningen over verschillende punten zoals de gebruiksvriendelijkheid en de werkbaarheid van deze programma`s verzameld. Deze verzamelde data worden aan de hand van een tevoren beschreven methode uitgewerkt en geanalyseerd. De uitkomsten van de analyse van alle interviews zijn in dit verslag beschreven en op basis daarvan zijn conclusies getrokken en aanbevelingen aan de opdrachtgever geformuleerd. In de periode van 11.11.2009 tot 04.12.2009 zijn er 18 interviews in heel Nederland door de hele projectgroep afgenomen.
1.1 Doelstelling Het systeem van het Elektronisch Patiënten Dossier [EPD] wordt in steeds meer praktijken en ziekenhuizen gebruikt, schriftelijke systemen worden daardoor minder gebruikt. Er zijn vooral meerdere disciplines betrokken (fysiotherapeuten, artsen en eventueel andere zoals diëtisten etc.), waardoor het multidisciplinair werken meer belangstelling krijgt en er ontstaan vele voordelen. De patiënten hoeven bijvoorbeeld niet bij iedere specialist hun basisgegevens opnieuw uit te leggen omdat deze in het EPD al kunnen worden bekeken door de nieuwe behandelaar. Natuurlijk zijn er ook nog risico`s in dit systeem, maar voor de maatschappij wordt dit systeem in de toekomst wel belangrijk omdat waarschijnlijk iedere praktijk met een elektronisch systeem gaat werken. Deze individuele systemen worden aan elkaar gekoppeld, zodat een prima multidisciplinair netwerk ontstaat. Het streven is om EDK’s, die een op de kinderfysiotherapie aangepast onderdeel van het EPD zijn, op deze ontwikkeling voor te bereiden. In het project wordt vooral gekeken wat het werken in een EDK voor kinderfysiotherapeuten oplevert, welke ervaringen zij tot nu toe hebben opgedaan en welke verbeterpunten er zijn. De projectgroep Dossier NVFK wil aan de hand van interviews onder de leden het gebruik van het EDK evalueren om te weten te komen waar de knelpunten liggen zodat het EDK verder verbeterd kan worden. Op grond van deze gegevens moeten er aanbevelingen worden gedaan voor verdere implementatie en ontwikkeling van de softwareprogramma’s. Tijdens de interviews zijn bepaalde vragen heel belangrijk voor de projectgroep van de hogeschool en ook voor de opdrachtgever; zoals de mate van tevredenheid, de gebruiksvriendelijkheid van de softwareprogramma’s, de herkenbaarheid, de werkbaarheid of de toegankelijkheid. Verder is ook interessant in hoeverre de klinimetrie in de programma’s verwerkt zit en hoeveel de kinderfysiotherapeuten bereid zijn in programma’s of meetinstrumenten te investeren. Al deze vragen worden tijdens de interviews besproken, zodat een goed inzicht in de problemen ontstaat.
6
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
2 Methode Het onderzoek is in een oriënterend onderzoek – een literatuurstudie – en een exploratief onderzoek – een kwalitatieve evaluatie middels interviews – onderverdeeld. Hieronder staan de twee gebruikte methodes beschreven.
2.1 Oriënterend onderzoek Om een algemene indruk te kunnen krijgen en meer over het onderwerp te weten te komen wordt in een oriënterende literatuurstudie op verschillende zoekmachines naar artikelen gezocht over het onderwerp Elektronisch Patiënten Dossier. De meeste zoekmachines zijn in het Engels, dus worden daarvoor Engelse zoektermen gebruikt. Er kunnen verschillende limits worden ingezet waardoor de uitkomsten worden beperkt om zo op het specifiekere resultaten te krijgen. De zoekmachines die gebruikt worden zijn Cochrane, Pubmed, Pedro en Google. Op Cochrane wordt de zoekterm „electronic patient record“ gekozen. Verder wordt naar volgende woorden gezocht: „electronic patient record AND physiotherapy“ en „softwareprograms AND physiotherapy“. Om meer uitkomsten te kunnen krijgen worden er verder geen limits ingezet. Op Pubmed wordt ten eerste het zoekwoord „electronic patient record system“ gebruikt. Om de resultaten iets specifieker te maken wordt verder naar „electronic patient record system AND physiotherapie“ en „EPR systems AND physiotherapy“ gezocht. Ook hier worden verder geen limits ingezet. Op Pedro wordt de zoekterm „electronic patient record system“ gekozen. Omdat er voor deze zoekterm al heel weinig uitkomsten waren worden op Pedro de zoektermen niet verder uitgebreid. Het zoeken op Google is iets uitgebreider omdat Google geen specifieke zoekmachine is voor wetenschappelijke teksten maar een algemene zoekmachine. Op Google kunnen veel minder limits worden ingezet, maar hebben zoektermen ook veel meer uitkomsten. Verder kan op deze zoekmachine in alle talen worden gezocht. Daarom wordt in het Engels en het Nederlands gezocht. Op Google hebben wij de volgende zoektermen gebruikt: EPR systems + Physiotherapy Electronic Patient Record Elektronisch patiënten dossier landelijk elektronisch patiënten dossier nederland landelijk elektronisch patiënten dossier nederland ontwikkeling tot nu landelijk elektronisch patiënten dossier nederland ontwikkeling tot nu fysiotherapie - landelijk elektronisch patiënten dossier nederland ontwikkeling tot nu kinderfysiotherapie - landelijk elektronisch patiënten dossier nederland ontwikkeling tot nu -
7
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
„kinderfysiotherapie“ Deze zoekstrategie heeft uitkomsten opgeleverd, die later in dit verslag worden beschreven. Een gedetailleerde lijst van de zoektermen is in bijlage 3 te vinden. Naast de literatuurstudie worden er ook interviews met de leveranciers van volgende 6 softwareprogramma’s afgenomen: Abakus, Fysiomanager, Fysioroadmap, Intramed, Logicdata en RAAM/Winbase. Daarvoor wordt een extra interviewvragenlijst van het NVFK (zie bijlage 4) gebruikt, die telefonisch aan de zes verschillende leveranciers wordt afgenomen. In deze vragenlijst wordt gevraagd hoe ver de softwareleveranciers met de verwerking van de aanbevelingen van het NVFK zijn en wat ze van deze aanbevelingen vinden. Verder kunnen de softwareleveranciers aangeven aan welke aanbevelingen ze in toekomst behoefte hebben en hoe ze de relatie met de projectgroep Dossier van het NVFK ervaren. Daardoor is het mogelijk een overzicht te krijgen van aanbevelingen die de softwareleveranciers al hebben verwerkt en wat zij misschien nog van plan zijn om te doen. De uitkomsten van de interviews worden in een extra verslag verwerkt, deze is in bijlage 5 te vinden.
8
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
2.2 Onderzoek – kwalitatieve evaluatie middels interviews Bij een fenomenologisch onderzoek is het van belang de uitkomsten niet te interpreteren, maar te proberen om de data – in dit geval het gezegde van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten – zo goed mogelijk te beschrijven (Ostelo, Verhagen & de Vet, 2006, blz. 51). Om toch tot een goed advies voor verbeteringen van de softwareprogramma’s voor het NVFK te kunnen komen word de onderstaande werkwijze gevolgd: De eerste stap was het opstellen van een Plan van Aanpak. Daardoor kon een goede basis voor de uitvoering van het project worden gelegd (zie bijlage 6). Vervolgens werden de interviewvragen op basis van de PRIMA-Methode opgesteld. Door de PRIMA- Methode kan men de interviewvragen indelen in vragen over het proces, de relevantie, de informatie, de mensen en middelen en de attitude ten aanzien van de softwareprogramma’s (Spil, Michel-Verkerke & Schuring, 2009). De interviewvragen waren vooral open vragen. Zo worden de kinderfysiotherapeuten niet in een bepaalde richting gestuurd, maar konden ze echt hun eigen antwoorden en prioriteiten aangeven. Voor de NVFK was met name informatie over de volgende items van elk softwareprogramma van belang: Toegankelijkheid, Herkenbaarheid, Werkbaarheid, Gebruiksvriendelijkheid, Bekendheid en de Mate van Tevredenheid. Daarom wordt bij het opstellen van de interviewvragen ook rekening gehouden met deze items (zie bijlage 1). De contactpersoon van de projectgroep Merle Stötzel heeft de afspraken met de kinderfysiotherapeuten gemaakt. Nadat de NVFK de vragen ook goedgekeurd had, werden de interviews bij kinderfysiotherapeuten in heel Nederland door leden van de projectgroep afgenomen en geanalyseerd. 2.2.1 Onderzoekspopulatie De bedoeling was om bij telkens 3 kinderfysiotherapeuten van de 7 softwareleveranciers, die al softwarepakketten aanbieden, een interview af te nemen. Deze onderzoekspopulatie wordt door de onderstaande inclusie- en exclusiecriteria gedefinieerd: Inclusiecriteria Kinderfysiotherapeuten die het EDK van een van de 7 softwareleveranciers gebruiken. Kinderfysiotherapeuten die zijn geselecteerd door de softwareleveranciers. Kinderfysiotherapeuten die in een eerste lijn praktijk werken. Kinderfysiotherapeuten die in een Nederlandse praktijk werken. 9
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Exclusiecriteria Fysiotherapeuten die niet zijn geregistreerd als kinderfysiotherapeut. Kinderfysiotherapeuten die niet het EDK van een van de 7 softwareleveranciers gebruiken. Kinderfysiotherapeuten die niet in een eerste lijn praktijk werken. Kinderfysiotherapeuten die in een niet-Nederlandse praktijk werken.
2.3 Gevolgde analyses In het verslag is het voor de privacybescherming van de kinderfysiotherapeuten en de softwareleveranciers van belang om de gegevens anoniem te verwerken. Hiervoor wordt een codering opgesteld zodat het NVFK later de interviews aan de softwareleveranciers kan koppelen. Uit oogpunt van de privacybescherming is de codering niet in de bijlagen toegevoegd. De interviews worden, zoals van Ostelo, Verhagen en de Vet (2006) op blz. 50 volgende beschreven, geanalyseerd. Iedere interview wordt in een eigen Wordbestand uitgeschreven Er wordt een trefwoordenlijst (zie bijlage 7) opgesteld waarmee de antwoorden van de kinderfysiotherapeuten gecategoriseerd kunnen worden. Deze trefwoorden zijn voor een beter overzicht al op thema’s gesorteerd waarbij de aandachtspunten van de NVFK centraal staan, maar waarbij tevens rekening is gehouden met de items uit de PRIMA-Methode. Volgende trefwoorden worden voor de analyse gebruikt: - Trefwoord 1: Bekendheid met het NDK - Trefwoord 2: Rol van NVFK bij de ontwikkeling van het EDK - Trefwoord 3: Waardering van het EDK voor praktijken/therapeuten - Trefwoord 4: Investeringsbereidheid van praktijken/therapeuten in het EDK - Trefwoord 5: Informatie bereikbaarheid over het EDK - Trefwoord 6: Klankbordgroep - Trefwoord 7: Nascholing - Trefwoord 8: Practice-based werken - Trefwoord 9: Wens voor ontwikkelingen van richtlijnen - Trefwoord 10: Gebruik en bruikbaarheid van het EDK - Trefwoord 11: Knelpunten, wensen en verbeterpunten voor het EDK 10
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Voor ieder trefwoord wordt een eigen Word-bestand gemaakt waarbij de antwoorden van iedere kinderfysiotherapeut – waar mogelijk als citaat en anders in een korte samenvatting – aan het bepaalde trefwoord toegewezen worden. Op deze manier krijgt men een goed overzicht over de verschillende meningen van de kinderfysiotherapeuten met betrekking tot een bepaald trefwoord. Uiteindelijk kunnen de verschillende trefwoorden met hun antwoorden geanalyseerd worden. Dit levert een samenvattend resultaat met betrekking tot een bepaald trefwoord op. Zo wordt een algemene indruk over de ontwikkelingsstand van de verschillende softwareprogramma’s weergegeven. Verder worden er sommige belangrijke uitkomsten in diagrammen verduidelijkt.
3 Resultaten Volgens de tevoren beschreven methodes worden alle verzamelde en verwerkte data geanalyseerd en de resultaten als volgt weergegeven.
3.1 Oriënterend onderzoek Het elektronisch opslaan van patiëntendata speelt allang een cruciale rol in de medische wereld en de gezondheidszorg. Tijdens het vorige decennium is er een stijgende behoefte aan integratieve data archivering en datacommunicatie. EPD systemen worden inmiddels ontwikkeld in verschillende vormen in Amerika, Canada en Australië maar ook in Schotland en vele landen in Europa. Met de introductie van het EPD zijn ook fysiotherapeuten aangezet om de data van hun patiënten op te slaan in een gestructureerd digitaal formaat (Buyl & Nyssen, 2008). Elektronische Patiënten Dossiers kunnen potentieel veel nut hebben voor patiënten. Heel veel landen zijn er mee bezig om een elektronisch systeem in de gezondheidszorg te implementeren. Elektronische opslag en gemeenschappelijke toegang tot informatie kan de communicatie versnellen en patiënten hebben meer controle over hun eigen gezondheidszorg (The House of Commons, 2007). In België is er in december 2005 een nieuwe wet ingevoerd die inhoudt dat fysiotherapeuten, maar ook verpleegkundigen en logopedisten, een elektronische versie van de registratie van data van hun patiënten moeten hebben. Deze elektronische registratie is gestart vanaf 1 januari in 2007 (Buyl & Nyssen, 2006). Het Salford Royal Hospital NHS, vlakbij Manchester, is al in 1999 gestart met een pilootproject waarbij het EPD is geïntroduceerd. Dit pilot- schema heeft een basisEPD getest welke de persoonsdata van een patiënt includeert en ook de pathologie en bijvoorbeeld de resultaten uit radiologische testen beschrijft. Bovendien laat het systeem automatisch het logging zien dus wie een dossier heeft geopend, wanneer het was en ook op welke werkstation het is geopend. Voor Karen Hill, EPD- project verpleegkundige, is het belangrijk dat er in de toekomst meer en meer 11
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
beroepsgroepen naar het papierloos werken overgaan en het EPD uniek wordt (Salford Royal Hospitals NHS Trust's Electronic Patient Record (EPR) Project, z.d.). Het Salford Royal Hospital was nog maar een uitzondering. Het is wel zo dat het niveau in ziekenhuizen van automatisering gevarieerd maar doorgaans lager is dan in praktijken. Ziekenhuizen in Engeland gebruiken allang een basis patiënten administratief systeem. Maar het gebruik van complexe systemen waarin alle gegevens van de klinische zorg worden opgeslagen zijn zeldzaam. De meerderheid van patiëntengegevens wordt opgeslagen in meestal volumineuze papierstapels. Bovendien is het vaak niet mogelijk tussen twee ziekenhuizen of ook praktijken te communiceren vanwege verschillende programma’s, er mankeert een unieke standaard (The House of Commons, 2007). In Nederland zou het landelijke EPD op 1 november 2008 optionaal voor elke praktijk van start gegaan zijn (Elektronisch patiëntendossier, 2009). Maar de invoering gaat niet ineens. In eerste instantie kunnen medicatiegegevens en waarneemgegevens door huisartsen worden opgevraagd, nieuwe toepassingen volgen pas later. In 2009 werd er gestart met pilotstudies waarbij patiënten ervaringen kunnen opdoen. Dat betekent dat zij na kunnen gaan welke zorgverleners informatie of gegevens over hen beschikbaar hebben gesteld. De patiënten mogen dus te allen tijde opvragen wie hun EPD heeft ingezien. Eigenlijk was Minister Klink van plan het EPD al dit najaar verplicht in te voeren, maar geeft uitstel zodat alle zorgverleners zich echt goed kunnen voorbereiden op aansluiting op het EPD. Naar verwachting zijn artsen nu vanaf 2010 in Nederland verplicht om het EPD te gebruiken. Voor de verplichte invoering wil de minister als onderdeel van de continue veiligheidsmaatregelen eerst de veiligheid van EPD’s opnieuw testen door hackers op het patiëntendossier 'loslaten' (Tweede Kamer stemt in met landelijk elektronisch patiëntendossier, 2009). Voor het wettelijk verankeren van het landelijk EPD heeft de ministerraad op voorstel van Minister Klink ingestemd met de invoering van het gebruik van het burgerservicenummer [BSN] in de zorg. De koppeling van elektronische dossiers aan een uniek persoonsnummer moet er voor zorgen dat de toegang tot en bescherming van patiëntgegevens in EPD’s wettelijk geborgd is. De randvoorwaarde voor veilig en betrouwbaar gebruik van het landelijk EPD is hiermee gediend (BSN in de zorg, z.d.). Maar het EPD voor artsen is volgens meerdere huisartsen nog niet zo ver. Naar mening van Peter Kroeze bijvoorbeeld, huisarts uit Enschede, zijn er nog te veel witte plekken in het systeem om het echt te kunnen vertrouwen. Hij vindt de landelijke invoering in 2010 nog onhaalbaar. Verder is de veiligheid van het systeem ook nog een groot speerpunt (Invoering van het landelijk elektronisch dossier in 2009 is onhaalbaar, 2008). Ook in de fysiotherapie zijn er verschillende softwareprogramma`s aanwezig. Door het project „programma van eisen” vanuit het KNGF, wordt er een belangrijk fundament gelegd. Deze eisen zijn voorjaar 2009 neergelegd bij de verschillende 12
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
softwareleveranciers en het streven is dat alle softwarepakketten die een Fysio-EPD bevatten in het voorjaar 2010 aan de KNGF-eisen voldoen (Nieuwsbrief Fysio – EPD, 2009). In de kinderfysiotherapie bestaat er vanuit de NVFK een inhoudelijk document, het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie. In 2007 is door twee studenten van de Hogeschool Arnhem een ledenenquête gehouden onder alle geregistreerde kinderfysiotherapeuten over het NDK en werd tevens een behoeftepeiling naar een elektronisch dossier uitgevoerd. Hieruit kwam de aanbeveling om het NDK binnen twee jaar elektronisch te implementeren, te starten in de eerste lijn. In 2008 heeft het bestuur NVFK in samenspraak met de projectgroep Dossier randvoorwaarden geregeld waarbij onder ander kwaliteitswaarborg en informatievoorziening belangrijke punten waren. Over het hele jaar 2008 zijn vijf programma`s op de markt gekomen waarin het NDK is verwerkt (Bouwstenen voor standaardisatie van het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie, landelijke enquête, systematische review van klinimetrische testen en elektronische implementatie, z.d.). Om een overzicht te krijgen hoe softwareleveranciers hun eigen voortgang in de ontwikkeling van hun softwarepakketten zien worden met hun ook interviews uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn in bijlage 5 in een apart verslag te vinden.
3.2 Onderzoek – kwalitatieve evaluatie middels interviews Uiteindelijk zijn er 18 interviews bij 6 softwareleveranciers afgenomen. De resultaten van de analyse hiervan wordt per trefwoord weergegeven. 3.2.1 Trefwoorden 1: Bekendheid met het NDK Het eerste trefwoord beschrijft de bekendheid met het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie van het NVFK. Uit de resultaten blijkt dat 100% van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten met het NDK bekend zijn (zie bijlage 8). 3.2.2 Trefwoord 2: Rol van het NVFK bij de ontwikkeling van het EDK “Ik denk dat zij ons wel enigszins vertegenwoordigen, de beroepsgroep dan en dat zij het waarschijnlijk wel weten hoe je dat het best kan doen. “ (zie bijlage 9). Dit is een van de 94,4% positieven uitspraken over de rol van het NVFK bij de ontwikkeling van het EDK (zie bijlage 10). Vele kinderfysiotherapeuten vinden, dat het NVFK als representatieve groep voor de kinderfysiotherapeuten in de ontwikkeling van het EDK een belangrijke rol speelt omdat zij precies weten welke elementen in het EDK moeten zitten en hoe het voor kinderfysiotherapeuten in de praktijk het meest praktisch te gebruiken is. Er zijn ook kritische stemmen, die aangeven, dat de aanbevelingen eigenlijk vanuit het KNGF moeten komen, zodat alle verschillende disciplines van de fysiotherapie met hetzelfde EDK kunnen werken. Sommige vinden ook dat de aanbevelingen wel goed zijn, maar dat zij eigenlijk een beetje te laat komen, omdat de meeste kinderfysiotherapeuten al een EDK hebben aangeschaft. 13
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Van de 18 kinderfysiotherapeuten vindt 27,8 % dat er wel op een regelmatige manier aanbevelingen worden gegeven en dat deze ook verwerkt worden, maar 16,7% weten niet of deze aanbevelingen vanuit het NVFK komen of van een andere bron (zie bijlage 10). Zo zegt een kinderfysiotherapeut: “Want ik zie dat mijn softwareleverancier heel gauw aanpassingen doet, maar ik weet niet op basis van hoe en wat. Want als ik zelf een tip geef, kan ik niet zien op welke veranderingen op basis adviezen van het NVFK komen en op basis van anderen, dus dat weet ik niet.” (zie bijlage 9). 33,3% weet niet precies of er aanbevelingen vanuit het NVFK komen, maar hebben wel de ervaring dat aanbevelingen vanuit andere bronnen, bijvoorbeeld van hun zelf, niet regelmatig of helemaal niet verwerkt worden (zie bijlage 10). 38,9% kunnen er eigenlijk nog geen uitspraken over doen of er regelmatig aanbevelingen worden gegeven en of deze op een goede manier worden verwerkt. 3.2.3 Trefwoord 3: Waardering van het EDK voor praktijken/ therapeuten De vraag hoeveel geld de kinderfysiotherapeuten bereid zijn om te investeren om meetinstrumenten in hun softwareprogramma volledig te kunnen gebruiken is voor vele kinderfysiotherapeuten moeilijk te beantwoorden omdat ze daar nog niet over nagedacht hebben. De helft van de kinderfysiotherapeuten is niet bereid nog meer geld te investeren omdat ze al voor het aanschaffen van de testen of voor het programma moeten betalen. Ze vinden, dat de testen eigenlijk in de software moeten in zitten. De andere helft vindt wel, dat geïnvesteerd moet worden. Over hoeveel dat dan per jaar mag zijn of wordt hebben ze meestal geen precies idee (zie bijlage 11). 3.2.4 Trefwoord 4: Investeringsbereidheid van praktijken/therapeuten in het EDK Alle kinderfysiotherapeuten hebben de laatste tijd geld geïnvesteerd in hun ICT of software. Ze hebben allen de afgelopen tijd hun software of nieuwe middelen om ermee te werken zoals laptops en computers aangeschaft. Daardoor zijn vele kinderfysiotherapeuten ook niet van plan in de komende tijd weer geld te investeren. 4 kinderfysiotherapeuten geven aan echt van plan te zijn investeringen te doen als er een verbeterd EPD komt (zie bijlage 12). 3.2.5 Trefwoord 5: Informatie bereikbaarheid over het EDK In het geheel kan men zeggen, dat eigenlijk bijna iedere kinderfysiotherapeut met de softwareleverancier contact opneemt, als er vragen zijn over de software en het gebruik. Alleen een kinderfysiotherapeut zou eerst het NVFK over dit onderwerp bellen, om informatie te verkrijgen. Deze kinderfysiotherapeut is in het algemeen ook tevreden over de bereikbaarheid van het NVFK. Er zijn verder nog 2 kinderfysiotherapeuten, die bij problemen of voor informatie niet de leverancier bellen of het NVFK. Ze gaan het probleem zelf oplossen of via hun IOF, dus met
14
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
collega’s. Maar qua inhoud of verslaglegging zijn er toch vele, die eerst het NVFK bellen, om informatie te krijgen. Over de bereikbaarheid van het NVFK in dit verband zijn de meeste kinderfysiotherapeuten neutraal. Dit komt, omdat ze meestaal nog geen contact met het NVFK daarover hadden. 3 kinderfysiotherapeuten hebben aangegeven, dat ze heel tevreden zijn over de bereikbaarheid van het NVFK. Ze zeggen, dat vragen altijd heel snel worden verwerkt en het antwoord komt altijd binnen 24 uur, of zelfs sneller. Er waren ook 2 kinderfysiotherapeuten die aangaven, dat ze ontevreden zijn met de bereikbaarheid van het NVFK. Deels is dat, omdat ze niet weten wie de contactpersoon bij de NVFK voor dit onderwerp is. En een kinderfysiotherapeut geeft aan, dat enkele therapeuten vinden, dat het NVFK niet zo veel doet voor hen ten aanzien van deze problemen (zie bijlage 13). 3.2.6 Trefwoord 6: Klankbordgroep 9 van de kinderfysiotherapeuten geeft aan dat ze niet geïnteresseerd zijn in een klankbordgroep EPD en ze willen ook niet gebeld worden. Dat is meestal, omdat ze daar geen tijd voor hebben. Een kinderfysiotherapeut geeft ook aan, dat hij denkt, dat het geen meerwaarde heeft. 5 van de kinderfysiotherapeuten zijn wel geïnteresseerd en ze mogen ook gebeld worden. Dan zijn er nog 3 therapeuten die aangeven dat ze niet geïnteresseerd zijn, maar dat het NVFK ze wel daarover mag bellen (zie bijlage 14). 3.2.7 Trefwoord 7: Nascholing 12 van de therapeuten geven aan dat ze geen nascholing willen. Daar zijn verschillende reden voor onder andere de tijdsfactor. Een kinderfysiotherapeut geeft aan, dat hij/zij misschien een nascholing wil doen, als het EPD klaar is. Een andere kinderfysiotherapeut denkt, dat het goed is dat de nascholing door de KNGF georganiseerd zou worden en niet door de NVFK. Dan kan alle deskundigheid tegelijk geleerd worden. Bij de 6 kinderfysiotherapeuten, die graag een nascholing willen, is het vaak belangrijk op welk niveau de nascholing zou zijn. Ook hier is de tijdfactor belangrijk. Een kinderfysiotherapeut zegt bijvoorbeeld, dat een nascholing goed is, als het maar één avond is. Dus het mag niet te lang voor hem/haar. Een kinderfysiotherapeut gaf aan, dat hij/zij op de volgende dag een nascholing over dit onderwerp wil volgen. En een andere kinderfysiotherapeut krijgt alle nodige informatie via de IOF en heeft geen behoefte aan nascholing van de beroepsvereniging (zie bijlage 15). 3.2.8 Trefwoord 8: Practice-based werken Volgens het onderzoek lopen de kinderfysiotherapeuten in hun praktijk het vaakst tegen hulpvragen aan die met de algemene motorische ontwikkeling te maken 15
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
hebben, met schrijfproblemen of met een voorkeurshouding. Onderstaande Figuur 1 laat de vijf genoemde hulpvragen in een procentuele verdeling zien (bijlage 10).
Figuur 1: De meest genoemde kinderfysiotherapeuten (N=34).
hulpvragen
van
de
geïnterviewde
Bij kinderen met een motorische achterstand wordt verwacht, dat mijlpalen vertraagd worden bereikt en dat ze vergeleken met hun leeftijdsgenoten minder ver ontwikkeld zijn. Bij deze hulpvraag worden heel vele verschillende hypothesen genoemd (zie bijlage 16). Bij kinderen met schrijfproblemen wordt vooral de hypothese van een foute handhaving van de pen opgesteld. Bij kinderen met een voorkeurshouding wordt vaak als een mogelijke hypothese genoemd dat zuigelingen een afgeplatte schedel als gevolg van hun voorkeurshouding hebben. Het valt op dat behalve deze twee hulpvragen en hypotheses bijna nooit dezelfde hypotheses door de kinderfysiotherapeuten worden opgesteld. Bij het gebruik van meetinstrumenten is er meer eenheid in de antwoorden van de kinderfysiotherapeuten. De meest gebruikte meetinstrumenten van bijna alle kinderfysiotherapeuten voor het beoordelen van de motoriek zijn de BHK, de Movement ABC, de VMI en de BSID2. De afkortingen worden in Figuur 2 verklaard. De beoordeling van zuigelingen met een afgeplatte schedel gebeurt vooral door de AIMS (zie bijlage 16). In onderstaand Figuur 3 zijn de andere genoemde meetinstrumenten weergegeven. Afkorting AIMS
Naam meetinstrument Alberta Infant Motor Scale (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) 16
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Amiel Tison
BHK BSID DOS GHB GMFM Gonometrie Groffmann Kingnafik KOEK Movement ABC ODC
Amiel Tison’s Neurological Assessment At Term (Interobserver reliability of the Amiel-Tison neurological assessment at term Pediatric Neurology, 2009) Beknopte beoordelingsmethode voor kinderhandschriften (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) Bayley Scales of Infant Development (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) Denver Ontwikkelings Schaal (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) Grafomotorische test van Gasthuisberg (Goyen, 2006) Gross Motor Function Measure (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) Gonometrie meeting Groffmann Kingnafik Korte Observatie Ergotherapie van Kleuters Movement Assessment Battery for Children (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) Ontwikkelingsschaal voor Orthopedagogische Dagcentra (Veerle Smans, z.d.) PCM Performance Matrix
PCM Performance Matrix Schaal van Schaal van Bulbena Bulbena Sensory Profile Sensory Profile Assessment (Hinders, 2009) VMI Visual Motor Integration (Kinderfysiotherapie onderzoek, 2008) VRT VRT Figuur 2: Verklaring van gebruikte afkortingen van de door de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten gebruikte meetinstrumenten.
17
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Figuur 3: Gebruikte meetinstrumenten in procent (%) van de in totaal gegeven antwoorden van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten (N=75). 3.2.9 Trefwoord 9: Wens voor ontwikkeling van richtlijnen In onderstaand Figuur 4 zijn de vijf meest genoemde wensen van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten voor de ontwikkeling van nieuwe richtlijnen te zien.
18
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Figuur 4: Wens voor de ontwikkeling van richtlijnen in procent (%) van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten (N=42). 66,7% van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten geven aan dat ze voor de doelgroepen “kinderen met een voorkeurshouding” en “de asymmetrische kind/ zuigeling [voorkeurshouding]” graag een richtlijn willen hebben. Kinderen met schrijfproblematiek worden met 55,6% ook vaak genoemd. Developmental Coordination Disorder [DCD] (22,2%), kracht- en conditieproblemen (16,7%), en algemene motorische ontwikkelingsachterstand [mot. achterstand] (11,1%) zijn de doelgroepen die verder het vaakst als een belangrijke doelgroep voor de ontwikkeling van richtlijnen worden gezien (zie bijlage 10, 17). 3.2.10 Trefwoord 10: Gebruik en bruikbaarheid van het EDK Hierbij staat centraal of de kinderfysiotherapeuten met het NDK werken, hoe zij ermee werken, dus nog op papier of hoofdzakelijk in het elektronisch dossier, hoe gebruiksvriendelijk het is, of het klinisch redeneren en werken met richtlijnen in het dossier mogelijk is en hoe veel tijd de therapeuten voor de verslaglegging kwijt zijn. De papierversie “verslagleggingset van het NVFK” wordt door zes fysiotherapeuten dagelijks gebruikt. Maar het blijkt dat vijf kinderfysiotherapeuten het te uitgebreid vinden en het daarom niet gebruiken of aanpassen, zodat het voor hun werkbaar wordt. Dus als leidraad werkt de meerderheid er wel mee. Anderen zeggen dat zij het elektronisch dossier gebruiken en zo ver het NDK er in zit gebruiken zij het natuurlijk wel. Eén kinderfysiotherapeut zegt dat er zelf ontwikkelde formulieren 19
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
worden gebruikt, één kinderfysiotherapeut gebruikt kaarten zoals van de KNGF (zie bijlage 18). Als er wordt gekeken naar hoe het werk wordt gedaan; dus op papier of elektronisch is het heel verschillend. Zes kinderfysiotherapeuten werken alleen maar op papier en dan komt alleen de agenda en het declareren in het elektronisch dossier te staan. Maar er zijn ook zeven therapeuten die voornamelijk elektronisch werken en bijna niks meer op papier invullen. Verder blijkt dat sommigen ook net in de overgangsfase zitten; dus zij werkten op papier en willen nu alles naar elektronisch koppelen. De bandbreedte is dus nu nog heel groot. In onderstaand Figuur 5 is de procentuele verdeling van de werkwijze van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten te zien (zie bijlage 10).
Figuur 5: Werkwijze van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten in procent (%) (N=18). 12 van de 18 geïnterviewde kinderfysiotherapeuten kunnen in hun dossiers wel heel goed klinisch redeneren. Naar de mening van de meeste therapeuten zijn de programma`s juist zo opgebouwd dat je vanzelf moet klinisch redeneren: “Ik kan wel klinisch redeneren in het programma, want als je het dossier elke stap doorloopt dan moet je vanzelf klinisch redeneren.” (zie bijlage 18). Twee van de therapeuten kunnen er eigenlijk niets over zeggen want zij werken nog niet met het elektronisch dossier, dus kunnen zij het niet beoordelen. De rest kan niet klinisch redeneren in het elektronisch dossier want zij vinden het deels te onoverzichtelijk, te uitgebreid en eentje heeft zelf iets aan het programma veranderd zodat het nu mogelijk is. Over het werken met richtlijnen kan de meerderheid van de kinderfysiotherapeuten eigenlijk niets zeggen of dat in hun programma mogelijk is of niet want er bestaan nog maar heel weinig richtlijnen in de kinderfysiotherapie. Vier therapeuten zeggen duidelijk dat zij in hun programma gebruik kunnen maken van richtlijnen. Dat zijn dan 20
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
met name de richtlijn astma, richtlijn verslaglegging en richtlijn DTF. Drie geïnterviewden hebben zelf iets verwerkt in het programma zodat zij daarna wel gebruik kunnen maken van richtlijnen en zeggen duidelijk dat de richtlijnen die er bestaan niet in hun programma zijn verwerkt (zie bijlage 18). Opvallend is, is dat meerdere kinderfysiotherapeuten zeggen dat de meetinstrumenten niet aan het dossier zijn gekoppeld. Bovendien vinden sommige dat het invullen van het dossier te veel tijd kost en er wordt vaak gezegd dat het veel dubbel werk is, dus dat er soms iets dubbel moet worden ingevuld. En „Wat je normaal overslaat, dat moet je nu verplicht aanklikken.” (zie bijlage 18). Dat is ook twee keer gezegd. Eén therapeut vindt dat de score van een gebruikt meetinstrument heel slecht terug te vinden is en zegt dat er alleen maar de algemene rode vlaggen in staan maar niet voor kinderfysiotherapie. Een ander vind het onoverzichtelijk om er in te werken. Verder wordt een keer gezegd dat het elektronisch dossier te vast zit in zijn structuur. „Administratie is heel veel werk. En zeker in kinderfysiotherapie. Verslaglegging is heel erg uitgebreid.“ (zie bijlage 18). Dit soort antwoorden zijn er door bijna iedereen gegeven. Bij de tijd die de therapeuten met verslaglegging voor een patiënt vanaf intake tot en met eindrapportage bezig zijn worden er erg verschillende getallen tussen de 15 en 60 % genoemd. Maar in ieder geval blijkt dat zij het meestal te veel vinden: „Nu is 40% van de hele tijd nodig. 10% zou acceptabel zijn, dan kunt je namelijk patiëntgericht handelen.” (zie bijlage 18). 3.2.11 Trefwoord 11: Knelpunten, wensen en verbeterpunten voor het EDK “Meetinstrumenten moeten hoofdzaak zijn” (bijlage 19). Dit citaat wordt ook in het resultaat van het interview duidelijk. Bijna alle kinderfysiotherapeuten vinden dat er te weinig klinimetrie in het EDK zit en willen deze graag als standaard hierin krijgen. Enkele kinderfysiotherapeuten geven aan dat ze alle kindertesten missen, andere willen graag specifieke testen in het EDK. Onderstaande Figuur 6 beschrijft de tien meest gemiste meetinstrumenten. Deze worden als percentage van de in totaal gegeven antwoorden weergegeven. Alle geïnterviewde fysiotherapeuten hadden de mogelijkheid om meerdere antwoorden te geven. Het onderdeel “alle” staat voor het antwoord, dat alle meetinstrument gemist worden.
21
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Figuur 6: Gemiste meetinstrumenten in procent (%) van de in totaal gegeven antwoorden van de geïnterviewde kinderfysiotherapeuten (N=32). Vooral de Movement ABC, de BSID 1 en 2, de BHK, de AIMS en de VMI worden opvallend vaak gemist. Verder vinden enkele kinderfysiotherapeuten de KOEK, GHB, DOS, BSID3 en de ODC nog van belang voor hun EDK. Een therapeut zou het prettig vinden als er nog een sensomotorische observatielijst in zou staan, een andere vindt een VAS-score geschikt voor kinderen en een screeningslijst voor depressie bij kinderen noodzakelijk. Een ander voorstel is om testresultaten te kunnen scannen en direct in het EDK te kunnen verwerken. Enkele therapeuten willen graag nog meer observatielijsten, testprotocollen en vooral richtlijnen in het EDK hebben staan. Een ander groot aandachtspunt voor verbeteringen is de overzichtelijkheid in het EDK. Voor enkele kinderfysiotherapeuten is het wenselijk om meer ruimte in het EDK te krijgen om hier alles te kunnen invullen en beschrijvend te kunnen werken. De wens is om meer ruimte te hebben om bijvoorbeeld contacten met ouders of leerkrachten aan te kunnen geven. De kinderfysiotherapeuten die deze wens aangaven hebben het idee dat het invoeren van verschillende tabbladen een beter overzicht verschaft en hierdoor minder doorklikken nodig is. Verder is het EDK op dit moment nog te onoverzichtelijk omdat het te uitgebreid is. 10 kinderfysiotherapeuten vinden het NDK niet realiseerbaar tijdens de behandeltijd en zijn uren met de verslaglegging bezig (zie bijlage 19). Een reden voor deze enorme tijdsinvestering in verslaglegging kan ook zijn dat de therapeuten te weinig vrijheid in het EDK hebben en graag meer eigen verantwoording willen hebben. Een therapeut geeft aan dat hij niet verplicht wil zijn om precies de volgorde van verslaglegging aan te houden en dat deze verplichting eruit moet. Meerdere therapeuten vinden dat door de structuur van het EDK 22
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
dubbelwerk ontstaat als gegevens op twee verschillende plekken herhaald moeten worden (zie bijlage 19). Twee van de interviewde therapeuten geven aan dat zij in het EDK graag nog meer verschil qua leeftijdscategorie van de kinderen willen. De volgende punten worden minder vaak aangegeven. Een kinderfysiotherapeut wil graag dat er een programma is dat voor alle deskundigen (specialismen zoals kinderfysiotherapeuten, manueel therapie etc.) werkbaar is; een algemeen dossier voor iedereen. Dit programma zal niet van het NVFK maar van het KNGF komen om een globaal toepasbaar programma te hebben. Andere therapeuten vinden het wenselijk om alle resultaten die van papier afkomstig zijn in het EDK te kunnen inscannen, om sjablonen voor brieven erin te krijgen of om video´s en foto´s aan het dossier te kunnen koppelen. Sommige kinderfysiotherapeuten willen graag dat resultaten van testen automatisch berekend worden. Een therapeute wil graag symbolen in het EDK kunnen gebruiken en wenst dat het huis-pc- programma met het werk- pc- programma gekoppeld kan worden. Een andere therapeut heeft het voorstel om specifiek rode vlaggen voor kinderen in het EDK te krijgen. Het punt of het EDK meer of minder gebaseerd zal zijn op het EPD roept twee verschillende meningen op. Een therapeut vindt het wenselijk om meer op het EPD te baseren, de andere wil het tegenovergestelde namelijk een van het EPD onafhankelijk dossier (zie bijlage 19).
23
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
4 Conclusie Over het landelijke EPD is er al informatie in de literatuur te vinden. Het bestaat al lang en zou in de komende tijd verplicht voor artsen worden ingevoerd. Voor de fysiotherapie is er nog niet veel informatie over het EPD te vinden. Over het EDK is er tot nu toe nog geen onderzoek gedaan over de tevredenheid met de huidige versie, omdat er nog geen definitieve versies van de softwareprogramma’s bestaan. Daarom is het ook niet verrassend dat uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat nog geen enkele kinderfysiotherapeut 100% met zijn EDK tevreden is en iedereen nog verschillende wensen en aandachtspunten heeft. Dit resultaat is niet verrassend omdat de softwareleveranciers op dit moment nog bezig zijn om alle aanbevelingen vanuit het KNGF en de NVFK te verwerken. De meerderheid is van mening dat de NVFK in de ontwikkeling van het EDK een rol moet spelen omdat ze juist weten wat precies voor de kinderfysiotherapie belangrijk is. Ook vinden de meeste kinderfysiotherapeuten het goed dat er aanbevelingen vanuit de NVFK worden gegeven, maar vele weten niet precies waar de feedback voor de veranderingen die in hun programma worden aangebracht vandaan komt. Alle kinderfysiotherapeuten hebben de afgelopen tijd in hun ICT of softwareprogramma geïnvesteerd maar slechts vier therapeuten willen binnenkort nog meer investeren als er een verbeterd EPD komt. De helft van de therapeuten is bereid om voor de implementatie van de volledige meetinstrumenten in het EDK te investeren. De andere helft vindt dat meetinstrumenten eigenlijk standaard in het EDK moeten zitten en is dus niet bereid om nog meer geld te investeren. Bij problemen met het gebruik van de software bellen bijna alle therapeuten hun softwareleveranciers. Als er inhoudelijke vragen zijn wordt vaak eerst de NVFK gebeld. Een derde van alle kinderfysiotherapeuten werkt voornamelijk elektronisch, een derde werkt op papier en een derde gebruikt zowel papier als ook het EDK. De meerderheid kan in hun dossier goed klinisch redeneren, maar zij vinden het moeilijk richtlijnen te gebruiken want er bestaan er nog maar heel weinig. Vooral richtlijnen voor voorkeurshouding, schrijfproblemen, DCD, kracht- en conditieproblemen en algemeen motorische ontwikkelingsachterstanden worden het vaakst gewenst. Kritiekpunten die door de kinderfysiotherapeuten genoemd worden zijn dat het EDK vaak niet overzichtelijk is en dat het navigeren door het programma moeilijk is. Dit is onder andere de oorzaak dat de verslaglegging in het EDK te veel tijd kost. Bovendien is er te weinig ruimte voor vrije teksten.
24
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Er worden in het EDK een aantal meetinstrumenten gemist. De kinderfysiotherapeuten gebruiken met name de AIMS, BSID, BHK, Movement ABC en de VMI. Dit zijn de meetinstrumenten die zij in hun EDK het vaakst missen. Hoewel de meeste kinderfysiotherapeuten wel wensen en kritiekpunten voor hun EDK’s hebben is de meerderheid welwillend om in hun dagelijks werkproces over te gaan naar het elektronisch werken. Dus is de basis voor de toekomstige implementatie van het EDK in een landelijke EPD aanwezig. Om een op de kinderfysiotherapie afgestemd EDK in het landelijke EPD te implementeren is de verdere betrokkenheid van het NVFK wenselijk.
5 Discussie Bij het onderzoek zelf viel op dat sommige vragen moeilijk te beantwoorden waren. De kinderfysiotherapeuten hadden over veel dingen nog niet nagedacht hoewel ze zich goed op het interview hadden voorbereid. Sommige vragen waren dus niet logisch voor het onderwerp „gebruik van het softwareprogramma“. Een ander discussiepunt is dat het aantal therapeuten per softwareleverancier verschillend was. Van twee softwareleveranciers worden vier kinderfysiotherapeuten geïnterviewd en van één andere slechts één. Wij hebben voor een verdeling over softwareprogramma’s gekozen en niet voor en verdeling naar aantal gebruikers. Verder was het heel moeilijk om überhaupt adressen van de kinderfysiotherapeuten te krijgen. De projectgroep was afhankelijk van verschillende externe factoren zoals de softwareleveranciers en de kinderfysiotherapeuten. Beide instanties waren in de interviewperiode heel druk zodat het vaak lastig was om iemand te bereiken. Ook de vragenlijst die opgesteld wordt is kritisch te bekijken. Niet iedere vraag is achteraf bekeken - volgens de PRIMA-Methode opgesteld maar enkele vragen waren wel nodig geweest om een “totaal” beeld te krijgen. Achteraf bekeken lijken de vragen naar de knelpunten, wensen en verbeterpunten en de gebruiksvriendelijkheid voor de doelstelling van het project de meest belangrijke te zijn. Deze vragen zijn niet altijd doelgericht op ons project en in principe zijn sommige vragen niet van toepassing voor ons doelvraag. Een vraag wordt dubbel gesteld. Achteraf bekeken blijkt het antwoord “alle” bij de vraag naar gemiste meetinstrumenten moeilijk te verwerken omdat hierdoor niet aangegeven wordt welke meetinstrumenten precies bedoeld worden. Het interview zelf wordt altijd op een andere manier afgenomen, maar dat kon ook niet anders omdat er vijf verschillende interviewers en 18 verschillende kinderfysiotherapeuten betrokken zijn. Het wordt wel geprobeerd aan de structuur van de vragenlijst vast te houden. Voor een goed gestandaardiseerd interview wordt het afnemen van dit tevoren met de hele projectgroep geoefend. Gemiddeld gezien duurden de interviews 30-40 minuten wat voor een kwalitatief goed interview niet voldoende is (Magreet Michel-Verkerke in haar hoorcollege over 25
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
de PRIMA- methode). Het was gepland om een interview van een uur af te nemen, maar dit was vaak niet mogelijk omdat sommige therapeuten niet zo veel tijd hadden of omdat ze geen zo uitgebreide antwoorden op de vragen konden geven. Een ander probleem was van technische aard. Problemen met een laptop is de reden geweest dat een interview gemist wordt. Verder was de kwaliteit van de dictafoon voldoende, maar niet perfect. Twee van de interviews worden telefonisch gedaan. Dat kan een verschil in de manier van interviewen en van reacties geven. De resultaten over de tevredenheid met het EDK kan niet perse als representatief voor de kwaliteit van EDK´s gezien worden omdat soms de omstandigheden heel verschillend waren bij de kinderfysiotherapeuten en er heel verschillende voorwaarden in het gebruik met het EDK geweest zijn. Terwijl enkele kinderfysiotherapeuten heel goed met het EDK bekend zijn hebben andere het nog niet vaak of helemaal nog niet gebruikt. Een keer heeft een therapeut de eigen mening over het EDK pas verteld nadat de dictafoon was uitgeschakeld, terwijl van tevoren werd verzekerd dat alle gegevens anoniem blijven. Eén van de grootste discussiepunten die de projectgroep tegenkwam is dat het EDK op dit moment bij bijna alle softwareprogramma’s op een schakelpunt en in verschillende fases van implementatie zit. Het wordt op dit moment geprobeerd om alle aanbevelingen vanuit het KNGF en de NVFK te verwerken. De interviewresultaten geven slechts een momentopname en geen definitief beeld over EDK’s. Van sommige softwareprogramma’s was de nieuwste update nog niet bekend. Dat betekent dat in sommige gevallen geen informatie en in sommige gevallen wel een oordeel van kinderfysiotherapeuten over de nieuwste softwareversie gegeven kon worden. Andere softwareprogramma’s hadden al wel een nieuwe versie beschikbaar. Dat laat zien dat de softwareprogramma’s op dit moment in de dynamiek van een proces zitten en er over enkele maanden misschien andere resultaten zullen ontstaan.
6 Aanbevelingen aan de opdrachtgever Het is gewenst dat de NVFK verder met de ontwikkeling van het NDK en EDK bezig blijft; dus is men hier op een goede weg. Voor de therapeuten zou het nu heel prettig zijn als zij over de ontwikkelingen op de hoogte zouden worden gehouden. Informatie over de verdere stappen, wie er bezig is met de ontwikkeling van dit soort programma’s en de problemen daarmee bij de NVFK en waarom en hoe bepaalde beslissingen worden genomen willen de therapeuten graag weten. Het is ook handig als iedereen weet wie de contactpersoon ten aanzien van dit onderwerp bij 26
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
het NVFK is. Hier zou worden aanbevolen één of twee deskundigen op dit gebied te kiezen, die in toekomst de contactpersonen voor de kinderfysiotherapeuten worden. De contactgegevens van de contactpersoon/ -personen moeten voor alle fysiotherapeuten of kinderfysiotherapeuten bekend gemaakt worden. Het aanschaffen, de implementatie en de ontwikkeling van een softwareprogramma is duur. De therapeuten hebben het geld daarvoor niet over. Dus is het wenselijk, dat de ontwikkeling van deze programma’s niet in te vele stappen gebeurt en snel klaar is. De therapeuten geven aan, dat ze pas bereid zijn hierin te investeren als de programma’s volledig en klaar zijn. Het zou heel nuttig zijn voor de NVFK om contact op te nemen met therapeuten, die aangeven dat ze geïnteresseerd zijn in een klankbordgroep. Daar is zeker veel informatie verkrijgbaar en ze waren vaak heel enthousiast over deelname. Nascholing over de softwareprogramma’s is wel aan te bevelen, maar het zou raadzaam zijn deze kort te houden zodat het op één avond of in het weekend kan plaatsvinden. De therapeuten willen niet graag hun werktijd daarvoor opofferen. Als heel erg belangrijk knelpunt wordt aangegeven, dat het EDK te uitgebreid en niet werkzaam is. Dat komt bijvoorbeeld doordat handelingen vaak dubbel moeten worden uitgevoerd. Het zou mooi zijn, als gegevens die worden ingevoerd in het programma automatisch naar een andere plaats worden getransporteerd, waar ze op dit moment dubbel worden ingevuld. Dit geldt ook voor het schrijven van verslagen en brieven met deze softwareprogramma’s. Hier zou het wenselijk zijn, dat de belangrijkste gegevens automatisch van het programma in het verslag/ de brief komen te staan. Verder is de structuur van enkele softwareprogramma’s te strak voor de therapeuten, zo is het moeilijk dingen snel terug te vinden. Het zou prettig zijn als de structuur zo verandert, dat alles makkelijk terug te vinden is (bijvoorbeeld de score van een gebruikt meetinstrument) en men sneller door het programma kan navigeren. Eén van de grootste aanpassingen moet zijn, dat de klinimetrie in de programma’s wordt opgenomen en dat de testen ook digitaal uitgevoerd kunnen worden. De volgende testen worden vooral gewenst: BSID 2 en 3, de BHK, de Movement -ABC en de VMI. Het is wenselijk dat het opnemen van testen niet te duur wordt. De therapeuten hebben al een keer voor de testen (de papierversie) betaald en het zou goed zijn, als deze testen standaard in de programma’s staan, dus zonder extra kosten. Verder zou het fijn zijn als de testresultaten automatisch worden berekend en als het mogelijk is scores en grafiekjes uit te printen, die het programma automatisch kan verwerken en weergeven. In de bestaande programma’s moet heel veel worden aangeklikt, maar het zou beter zijn als er ook ruimte is om gegevens in een korte tekst in het programma te zetten. Zo kunnen onbelangrijke dingen worden overgeslagen en is men minder tijd kwijt. Dus is het ook raadzaam als niet alles verplicht wordt in het EDK. Het moet 27
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
mogelijk zijn met meer eigen vrijheid te werken; zo is er automatisch minder dubbelwerk. Soms kan men bijvoorbeeld gewoon niet verder gaan in het programma als gegevens niet volledig zijn ingevuld. Deze functie is in de praktijk voor de therapeuten heel onhandig omdat het te veel tijd kost alle gegevens direct in te vullen. Verder wordt gemist, dat er nergens plaats is om iets over contacten met school of adviezen aan ouders aan te geven. Daarvoor zou ook plaats moeten worden gemaakt. Misschien is het een goed idee als men probeert de programma’s te structureren naar leeftijdgroepen van de patiënten; dus 0 tot 2, 2 tot 4, etc. De therapeuten komen vaak bij het onderzoek en de behandeling van verschillenden leeftijdsgroepen andere omstandigheden tegen en het zou misschien een verschil maken in de gegevens die genoteerd worden en de testen die men gebruikt. Vele therapeuten gebruiken video’s of foto’s. Hier zou het praktisch zijn als men deze aan de EDK’s kan koppelen. Zo hoeft men niet ergens te zoeken, en wordt het patiëntendossier compleet gehouden bij de juiste persoon. Een wens zou nog zijn, dat een koppeling mogelijk gemaakt wordt tussen het huispc-programma en het werk-pc-programma, zodat gegevens die de therapeuten thuis in het EDK invullen automatisch op hun werkplek ge-update worden. Om algemeen een evidence-based werk van de kinderfysiotherapeuten te waarborgen wensen zich de kinderfysiotherapeuten enkele richtlijnen. De volgende richtlijnen worden het vaakst genoemd en het zou goed zijn om met de ontwikkeling hiervan verder te gaan en te proberen om ze direct in de EDK’s te implementeren. Deze zijn: „Voorkeurshouding“, „Schrijfproblemen“, „DCD“, „Kracht- en conditieproblemen“ en „Algemeen motorische achterstand“.
28
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
7 Literatuurlijst 8
BSN in de zorg. (z.d.) Verkregen op 5 januari, 2010, via
http://www.infoepd.nl/informatiepunt_com/invoeren_bsn_voor_zovar.php 1 Buyl, R., Nyssen, M.(2009).Structured electronic physiotherapy records [Elektronische versie]. International Journal of Medical Informatics, 78-7, 473-481. 2 Duis, L. & Wittenberg, E. (2007 / 2008). Evaluatie van de verslagleggingsset NVFK versie 2006, inclusief behoeftepeiling met betrekking tot elektronische verslaglegging 3 Elektronisch patiëntendossier. (2009). Verkregen op 10 november, 2009, via http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektronisch_pati%C3%ABntendossier 4 Goyen, B. (2006). Literatuuronderzoek naar het gebruik van (wetenschappelijk onderbouwde) assessmentinstrumenten ter detectie van schrijfproblemen in het lager onderwijs. Verkregen op 18 december, 2009, via http://bib.phlimburg.be/eindwerk/gez/ergo/Gyen%20Belinda.doc 5 Hinders, D. (2009). What is Sensory Integration Dysfunction? Verkregen op 18 december, 2009, http://www.wisegeek.com/what-is-sensory-integrationdysfunction.htm 6 Interobserver reliability of the Amiel-Tison neurological assessment at term Pediatric Neurology. (2009). Verkregen op 18 december, 2009, via http://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0887899403004703 7 Invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier in 2009 is onhaalbaar. (2008). Verkregen op 10 november, 2009, via http://www.forumdemocratie.nl/invoering_van_het_landelijk_elektronisch_patie ntendossier_ in_2009_is_onhaalbaar. 8 Kinderfysiotherapie onderzoek. (2008). Verkregen op 18 december, 2009, via http://www.debundeling.com/Kinderfysiotherapie.htm 9 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2009). Tweede kamer stemt in met landelijk elektronisch patiëntendossier. Verkregen op 13 november, 2009, via http://www.minvws.nl/nieuwsberichten/meva/2009/tweede-kamerstemt-in-met-epd.asp 10 Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de kinder- en jeugdgezondheidszorg (2008). Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie. Verkregen op 12 september, 2009, via http://www.nvfk.nl/page.php?page=26&pair=22 11 Nieuwsbrief Fysio-EPD (2009). Programma van eisen Fysio – EPD vastgesteld. Verkregen op 12 november, 2009, via http://www.fysio-epd.nl/index.html?tab=7 12 Ostelo, R.W.J.G., Verhagen, A.P., & de Vet, H.C.W. (2006) . Onderwijs in wetenschap. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
29
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
13 Rapport Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (2008). Bouwstenen voor standaardisatie van het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie, landelijke enquête, systematische review van klinimetrische testen en elektronische implementatie. Verkregen op 13 november, 2009, via http://www.beasy.nl/uploads/nvfk/NDK%20samenvatting%20site.pdf 14 Salford Royals Hospital NHS Trust’s Electronic Patient Record (EPR) Project. (z.d.). Verkregen op 10 november, 2009, via http://www.connectingforhealth.nhs.uk/factsandfiction/nhscases/salfordrhnhst. 15 Spil, T., Michel-Verkerke, M. & Schuring, R. (2009). De Waarde van Informatie. Universiteit Twente, Faculteit Management en Bestuur 16 The House of Commons. (2007). The Electronic Patient Record: Sixth Report of Sessions 2006-07. Verkregen op 10 november, 2009, via http://www.parliament.the-stationeryoffice.co.uk/pa/cm200607/cmselect/cmhealth/422/422.pdf 17 Tweede kamer stemt in met landelijke elektronisch patiëntendossier. (2009). Verkregen op 10 november, 2009, via http://www.minvws.nl/nieuwsberichten/meva/2009/tweede-kamer- stemt-inmet-epd.asp 18 Veerle Smans. (z.d.) Motoriek: Diagnostiek. Verkregen op 5 januari, 2010, via www.multiplus.be/literatuur/motoriek%20diagnostiek.pdf
30
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
8 Bijlagen 8.1 Bijlage 1: Interviewvragen EDK met behulp PRIMA Methode Interviewvragen ELEKTRONISCH DOSSIER KINDERFYSIOTHERAPIE (EDK) met behulp PRIMA Methode Naam student: Datum: Naam kinderfysiotherapeut: Adres: Functie: Leeftijd: Softwareprogramma: --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Proces 1. Kent u het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (NDK, verslagleggingsset) van de NVFK? 0 ja
0 nee
0 weet niet
2. Werkt u in uw dagelijkse zorgproces met het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (NDK)? ( = verslagleggingsset NVFK) 0 ja 0 nee 0 weet niet Toelichting 3. a. Werkt u in uw dagelijkse zorgproces voornamelijk op papier of voornamelijk in het elektronisch dossier van uw softwareprogramma? Toelichting b. Welk deel van het zorgproces voert u niet uit in het elektronisch dossier en waarom niet? 4. a. De NVFK geeft met het NDK landelijke aanbevelingen aan softwareleveranciers. De softwareleverancier kan deze aanbeveling verwerken in zijn elektronisch dossier. Wat vindt u daarvan? b. Hebt u het idee dat dit regelmatig en op een correcte manier verloopt en een verbetering oplevert? 5. De gebruiksvriendelijkheid van elektronische dossiers is de komende tijd een belangrijk aandachtspunt voor de NVFK, het KNGF en de softwareleveranciers. Hebt u op dit gebied wensen en zo ja, welke? Relevantie 6. Maak de volgende zin af. Ik kan in mijn elektronisch dossier kinderfysiotherapie wel niet klinisch redeneren, want 7. Maak de volgende zin af. Ik kan in mijn elektronisch dossier wel – niet gebruik maken van richtlijnen, want
31
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
8. Er bestaan nu twee officiele richtlijnen, namelijk één voor kinderen met astma en één voor kinderen met cerebrale parese. Voor welke doelgroep zou u willen dat er óók een richtlijn wordt ontwikkeld? Informatie 9. Welke twee hulpvragen van ouders komt u het vaakst tegen in uw praktijk? Hulpvraag 1 = Hulpvraag 2= 10. Welke twee hypothesen stelt u het vaakst bij een hulpvraag? Bij hulpvraag 1 Hypothese 1 Hypothese 2 Bij hulpvraag 2 Hypothese 3 Hypothese 4 11. Welke twee meetinstrumenten gebruikt u het vaakst bij deze hypothesen? Bij Hypothese 1 Meetinstrument 1 Meetinstrument 2 Bij Hypothese 2 Meetinstrument 3 Meetinstrument 4 Bij Hypothese 3 Meetinstrument 5 Meetinstrument 6 Bij Hypothese 4 Meetinstrument 7 Meetinstrument 8 12. Mist u op dit moment specifieke klinimetrie in uw EDK? 0 nee
0 ja , …………………………………….
13. a. Op sommige meetinstrumenten zit copyright. Stel dat u het volledige gebruik van een meetinstrument via uw elektronisch dossier zou kunnen aanschaffen, wat zou u daarvan vinden ? (inclusief normtabellen, grafieken en scoreverwerking, downloaden papieren versie etc.) b. Welke financiële bijdrage heeft u daarvoor over? Mensen & Middelen 14. Hoeveel % van de tijd investeert u per patient in de totale verslaglegging vanaf intake tot en met eindrapportage? 15. Heeft u onlangs geinvesteerd in uw ICT/software of bent u van plan dit binnenkort te doen? toelichting Attitude 16. Wat vindt u ervan dat de NVFK aanbevelingen geeft voor het elektronisch dossier?
32
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
0 goed toelichting
0 niet goed
0 weet niet
17. Als u vragen heeft over dit onderwerp, waar kunt u dan terecht ? 18. Hoe tevreden bent u over de bereikbaarheid van de NVFK in dit verband? 0 heel tevreden 0 beetje tevreden 0 neutraal 0 beetje ontevreden 0 heel ontevreden toelichting 19. Bent u geïnteresseerd in deelname aan een klankbordgroep ´elektronisch dossier´ van de NVFK over dit onderwerp en mag de NVFK u daarover bellen? 0 ja
0 nee
20. Heeft u behoefte aan nascholing voor dit onderwerp ?
0 ja
0 nee
21. Tenslotte: is er iets dat u nog kwijt wilt en dat niet besproken is?
8.2 Bijlage 2: Kenmerkende uitspraken uit de interviews Kenmerkende uitspraken uit de interviews Kinderfysio_1: “Ik ben heel tevreden over mijn programma maar ik heb heel veel wensen want het is in ontwikkeling. Dus bijvoorbeeld de grafieken waarin de testuitslagen gelezen moeten worden zijn vaak niet overzichtelijk.” Kinderfysio_7: “Ja, nou ik vind het prettiger grotere velden te hebben zodat je een overzicht hebt, maar ik kan me voorstellen, want je moet zo veel invullen, dat dat niet haalbaar is, dat dat niet kan. Maar dat zou ik zelf makkelijker vinden dat je de dingen waar je wat in kunt zetten dat het groter is. En je hebt nou maar een regeltje, dan moet je elke keer naar beneden scrollen. Dat zou ik zelf gebruiksvriendelijker vinden.“ Kinderfysio_8: “Ja, ik zal je even laten zien wat er aan de hand is. Als ik anamnese aanklik dan kan ik hier de voorgeschiedenis neerzetten. En op het volgende scherm kan ik de huidige functie niveau neerzetten. Als ik dan denk, oh, daar moet nog even iets bij de voorgeschiedenis dan moet ik dus helemaal terug, vorig scherm, vorig scherm. En wat ik graag wil is dat er onder de anamnese tabbladen komen zodat je een tabblad aan kunt klikken en dat je zo veel mekkelijker van links naar rechts en van voren naar achteren kan. Dat wil ik graag. Dus dat geldt voor de anamnese, maar het geldt ook voor het onderzoek tabbladen, zal handiger zijn.“
8.3 Bijlage 3: Oriënterend onderzoek zoekwoordenlijst Deze bijlage is in een apart Excel-bestand te vinden.
33
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
8.4 Bijlage 4: Vragenlijst softwareleveranciers Vragenlijst softwareleveranciers Naam : Softwareleverancier: Datum afname: Naam interviewer: -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Bent u bekend met het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (NDK) van de NVFK ? 0 ja 0 nee 0 misschien 2. Bent u gestart met het verwerken van de aanbevelingen van de NVFK in uw EPD of dit nog van plan ? 0 Ja, gestart 0 Ja, nog van plan 0 Nee 0 Misschien Toelichting…………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. 3. Schat in hoe ver u bent met de verwerking van de aanbevelingen van de NVFK. Neutraal Ver Zeer ver Helemaal Niet niet ver ver 10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
% Toelichting…………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. 4. Wat vindt u van de aanbevelingen die de NVFK tot nu toe heeft gedaan ? …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………….
34
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
5. Aan welke ( bijvoorbeeld practice -based) aanbevelingen van de NVFK heeft u in de toekomst behoefte ? …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. 6. Hoe ervaart u uw relatie met de projectgroep Dossier van de NVFK ? Slecht Neutraal Goed Heel Heel slecht goed 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Toelichting……………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………. 7. Heeft u nog vragen, opmerkingen of suggesties voor de NVFK ?
8.5 Bijlage 5: Verslag interviews met softwareleveranciers Interviews met softwareleveranciers In het volgend verslag worden interviews weergegeven die in de laatste weken met vijf verschillende softwareleveranciers gedaan worden. Dit onderdeel van het project geeft een indruk daarover hoe zich die leveranciers inschatten wat hun verwerking van aanbevelingen van het NVFK in hun EPF betreft. Alle interviews worden telefonisch gedaan, het frame voor dit interview met alle vragen die er in moeten zitten worden door het NVFK vooringegeven. Het gaat om een heel kort interview van vijf tot tien minuten, met vooral gesloten vragen en toelichtingen van ongeveer een zin. Beginnend met het interview worden de softwareleveranciers gevraagd of zij met het NFK bekend zijn. Alle softwareleveranciers zijn bekend met het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (NDK) waarbij softwareleverancier_2 aangeeft om niet inhoudelijk hiermee bekend te zijn. In het tweede vraag kunnen de leveranciers aangeven of zij al met et verwerken van de aanbevelingen gestart zijn. Softwareleverancier_1 geeft aan om gestart te zijn met het verwerken van de aanbevelingen van de NVFK in zijn EPD, maar zij zijn nog deels hiermee. Softwareleverancier_2 is nog van plan om dat te doen. Hij is op dit moment met een nieuw product bezig dat 2010 op de markt zal komen. Softwareleverancier_3 is gestart met het verweken en al sinds een jaar hiermee klaar.
35
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Softwareleverancier_4 is gestart met het verwerken maar hij geeft aan dat laatste aanpassingen nog gedaan worden. Het EPD is nog niet optimaal voor de gebruiker maar hier wordt aan gewerkt. Softwareleverancier_5 is gestart met het verwerken van de aanbevelingen. In de derde vraag kunnen zich de softwareleveranciers zelfs inschatten hoe ver zij met het verwerken van alle aanbevelingen zijn. Zij kunnen dat aangeven op een schaal van “helemaal niet ver” tot “zeer ver” waarbij “helemaal niet ver” 10-20 % en “zeer ver” 90-100% zijn. Softwareleverancier_1 schat zich met 80 % ver in het verwerken van de aanbevelingen in. Toelichtend wordt gezegd dat zij nog bezig zijn om meer meetinstrumenten in het EPD te krijgen. Softwareleverancier_2 schat zich met 100 % maximaal in. Het frame voor dit EPD staat al klaar, nu komen nog specialistische formuleringen in. Softwareleverancier_3 geeft zich met 100 % ook de hoogst mogelijke beoordeling. Softwareleverancier_4 schat zich met 60 % neutraal in. Hij geeft de toelichting dat de presentatiewijze van dit EPD nog niet is zo als het van de NVFK gewenst is, maar dat zij hieraan werken om 2010 met 100% volledig klaar te zijn. Softwareleverancier_5 schat zich met 100% maximaal in, met de toelichting dat het heele NVFK- verslagleggingset al in zit. In de vierde vraag zullen de softwareleveranciers aangeven wat zij van de aanbevelingen vinden die het NVFK tot nu toe heeft gedaan. Softwareleverancier_1 vindt het heel goed dat het NVFK probeert om alles op een lijn te trekken en dat gecontroleerd wordt hoe het bij de kinderfysiotherapeuten aansluit. Softwareleverancier_2 vindt dat het een goede initiatief is maar dat het EPD voor kinderen in pas loopt met het gewoon EPD. Softwareleverancier_3 vindt het prima vooral omdat het de eerste beroepsinhoudelijke vereniging is die een eigen dossier voorgeeft. Softwareleverancier_4 vindt het prima maar denkt ook dat het nog efficiënter kan. De aanbevelingen zijn in zijn optie nog te uitgebreid. Softwareleverancier_5 vindt deze vraag lastig om te beantwoorden omdat hij geen kinderfysiotherapeut is en zo niet weet hoe de aanbevelingen voor de gebruikers zijn. Maar op zich zijn de aanbevelingen die het NVFK hem geeft tot nu toe goed. Bij vraag 5 kunnen de softwareleveranciers aangeven aan welke bv. practice-based aanbevelingen van de NVFK zij in de toekomst nog behoefte hebben. Softwareleverancier_1 denkt dat het zo als het nu gaat goed is en geen behoefte voor de toekomst is. Hij vindt dat het NVFK op een goede manier aanbevelingen voor inhoudelijke zaken geeft en dat er ook verder geen noodzak is om aanbevelingen te geven hoe dat technisch erin moet zitten.
36
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Softwareleverancier_2 wil dat het NVFK eisen voor een EPD aangeeft. Verder is het voor deze leverancier een idee om alle EPD´s te gaan proeven en op kwaliteit officieel te beoordelen. Softwareleverancier_3 vindt het belangrijk om een tot twee keer per jaar met het NVFK in overleg te gaan om samen op de wensen van de kinderfysiotherapeuten op te letten. Softwareleverancier_4 wil graag nog meer input van gebruikers krijgen over de gebruiksvriendelijkheid. Verder is voor hem nog behoefte aan duidelijkere input van het NVFK. Softwareleverancier_5 wil graag altijd een update van verslaglegging om dat zo goed als mogelijk te kunnen aanpassen. Bij vraag 6 wordt na de relatie met de dossiergroep van het NVFK gevraagd. De softwareleveranciers kunnen op een schaal van 1-10 hun ervaring aangeven waarbij 1 heel slecht en 10 heel goed is. De eersten 3 softwareleveranciers hebben 9 punten bij deze vraag gegeven, Softwareleverancier_1 vindt het contact met de projectgroep dossier NVFK heel goed. Er zijn vaak goede gesprekken geweest en alles wordt duidelijk aangegeven. Softwareleverancier_2 ervaart de relatie goed en denkt dat er veel kennis is daarover over wat in ICT nodig is. Softwareleverancier_3 schat de relatie heel goed in maar heeft verder geen toelichting. Softwareleverancier_4 schat de relatie met 7 punten “goed” in. Hij vindt wel dat de communicatie van beide kanten nog beter kan. Softwareleverancier_5 vindt de relatie met de projectgroep dossier NVFK heel goed en geeft hier een 9. In het laatste punt van het interview blijft ruimte voor vragen, suggesties en opmerkingen voor het NVFK. Softwareleverancier_1: “Ik wil dat zij vooral doorgaan met het controleren hoe alles in de praktijken aansluit.” Softwareleverancier_2: “Zorg ervoor, dat verschillende meetinstrumenten en vragenlijsten vrij gegeven worden.” Softwareleverancier_3 heeft hier op dit moment geen vragen, suggesties of opmerkingen. Softwareleverancier 4: “Ga samenwerken met andere beroepsgroepen. Het zal goed zijn om een verslaglegging voor elke discipline hetzelfde te krijgen (bv. ook ministrie en volksgezondheid).” Softwareleverancier_5: “Ik wil graag dat alle vragenlijsten zonder copyright te gebruiken zijn. Verder zal het handig zijn om het EPD door gebruikers, door kinderfysiotherapeuten te laten evalueren.”
37
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
8.6 Bijlage 6: Plan van Aanpak Elektronische patiënten dossier in de kinderfysiotherapie, een kwalitatieve evaluatie Opgesteld door:
EDK Kathrin Jakobs Merle Stötzel Nisha Jung Sarah Moss Viktor Rudt
Begeleidend docent: Begeleider vanuit het Kenniscentrum en opdrachtnemer: Begeleider vanuit NVFK: Opdrachtgever:
Monique Filart
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
M. B. Michel-Verkerke
[email protected] Annet van Eerden en Gonnie van Langen Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie (NVFK)
Inleiding Wij zijn studenten van de opleiding fysiotherapie aan Saxion Hogeschool te Enschede. In dit semester gaan wij bezig met de uitvoering van het project “Elektronische patiëntendossiers in de kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie”. Het project is gericht op het Elektronische Patiënten Dossier (EPD) in de kinderfysiotherapie: hierna genoemd “kinderfysio EPD”-. Hierbij gaat het om een dossier waarin de elektronische opslag, verwerking en monitoring van het individuele zorgproces van een kind met een motorisch probleem is geborgd. Het dossier is mede op basis van de uitkomsten van een kinderfysiotherapeuten-enquête in 2007 ontwikkeld. In 2008 zijn er richtlijnen en klinimetrie die voor de werk met kinderen belangrijk zijn in het kinderfysio EPD opgenomen. De bedoeling is dat met het beschikbaar komen van een kinderfysio EPD opslag van patiëntgegevens op papier verminderd en uiteindelijk overbodig wordt. Verder is een voordeel dat op elk gewenst moment op elke locatie via een elektronisch netwerk inzage in en toegang tot het patiëntendossiermogelijk is. Nu er ruim een jaar ervaring is opgedaan met kinderfysio EPD’s wil de NVFK graag de reacties uit het werkveld peilen. In welke mate worden kinderfysio EPD’s gebruikt, wat zijn de voor- en nadelen, wat gaat goed en waar liggen verbeterpunten. In ons project worden softwareprogramma’s geëvalueerd, die in de eerste lijn door kinderfysiotherapeuten worden gebruikt en waarin het kinderfysio EPD geheel of gedeeltelijk is opgenomen. In ons onderzoek……????? Wat willen jullie met deze zin zeggen? Daarvoor zullen van elk bestaand kinderfysio EPD in de eerste lijn enkele kinderfysiotherapeuten die het dossier gebruiken geïnterviewd worden. De verzamelde data worden uitgewerkt en daarna zullen aanbevelingen aan de opdrachtgever worden gedaan (Saxion Hogeschool Enschede, 2008). In het volgende projectplan wordt de opbouw van het project beschreven en hoe dit in de komende periode wordt aangepakt. Achtergrond
38
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
De opdrachtgever van het project is de Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie (NVFK) . De NVFK bestaat sinds 1985 en is een vereniging van circa 1100 fysiotherapeuten. Verder maakt het een deel uit van de Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) De vereniging richt zich vooral op de toekomst van het vak kinderfysiotherapie en wil de kennis en wetenschap in hun vak bevorderen. De projectgroep Dossier NVFK is verantwoordelijk om verslaglegging , klinisch redeneren en methodisch fysiotherapeutisch handelen te ondersteunen met een gestandaardiseerd dossier. De inhoud van dit dossier wordt Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (NDK) genoemd. Het NDK wordt als aanbeveling aan softwareleveranciers aangeboden ter implementatie in de kinderfysio EPD’s van hun softwarepakketten. Ruim een jaar nadat de eerste stappen hiertoe zijn gezet zullen de softwareprogrammas nu ge-evalueerd worden. Dit kan terwijl men kinderfysiotherapeuten interviewt die met het EDK werken om de voordelen en nadelen van het huidige EDK op te zoeken. Door de uitkomsten te evalueren kan het EDK worden verbeterd. Dat maakt het werken met het EDK makkelijker en meer kwalitatief. Dat zou ook leiden tot een hogere gebruik van het EDK en zo tot de mogelijkheid zich met alle kinderfysiotherapeuten optimaal over de patienten te kunnen uitwisselen. De uitwisseling wordt sneller mogelijk, doordat het EDK altijd beschikbaar is en het niet meer nodig is, bij voorbeeld brieven te sturen. Een andere voordeel zou zijn dat de kinderfysiotherapeuten geen papierdossier meer moeten gebruiken. Verder is het met het EPD makkelijker, verslagen te schrijven. Als er meer testen kunnen worden ingevoegd kunnen deze ook makkelijker in de praktijk worden gebruikt. Projectopdracht In 2007 is door studenten een enquete uitgevoerd onder alle Nederlandse kinderfysiotherapeuten naar het gebruik van het Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie. In 2008 is gestart met de implementatie van het NDK in softwareprogramma’s en worden de eerste EDK’s geboren. Het doel van dit project is met behulp van interviews een evaluatie van deze softwareprogramma uit te voeren. Daardoor worden positieve en negatieve aspecten inzichtelijk . Op basis van deze evaluatie kan een advies voor opdrachtgever worden opgesteld.. Dit advies zal mede bepalend zijn komende jaar.
voor de ontwikkeling van het kinderfysioEPD in het
Projectactiviteiten Tijdens het project worden activiteiten uitgevoerd die uiteindelijk samen het eindproduct opleveren. De activiteiten zijn: Voorbereidingsfase o Bezoeken van hoorcolleges in week 1, 3 en 5 o Projectbijeenkomsten bijwonen o Bijeenkomsten met de opdrachtgever bijwonen o Oriënterende literatuurstudie voor het Plan uitvoeren
39
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Voorbereiden van de interviews (opbouw van het interview vastleggen, vragen maken, tijdstip vastleggen en contact met de kinderfysiotherapeuten opnemen) Uitvoeringsfase o Projectbijeenkomsten bijwonen o Bijeenkomsten met de opdrachtgever bijwonen o Diepere literatuurstudie voor het uitvoeren van het onderzoek en de verslaglegging o Uitvoeren van interviews o Analyseren en evalueren van de uitkomsten van de interviews o Schrijven van het verslag met concrete aanbevelingen aan de opdrachtgever over het EDK Afrondingsfase o Projectbijeenkomsten bijwonen o Voorbereiden, houden en evalueren van de presentatie o Individuel procesverslag schrijven (Saxion Hogeschool Enschede, 2009) waarom hier een bronverwijzing? Projectgrenzen o
De projectgrenzen en randvoorwaarden beschrijven wat niet en wat wel bij het projekt hoort. De definitie van projectgrenzen is belangrijk om onduidelijkheden te vermijden en goed te kunnen plannen. De projectgrenzen voor ons project zijn:
de periode: 20 weken (begin 31 augustus 2009, eind 29 januari 2010) het aantal uren in de projectwerk: de projectgroep bestaat uit 5 mensen die in het geheel 100 uren per week in het project kunnen investeren het budget: Het is nog niet besproken of de NVFK ook de kosten voor het afnemen van interviews (b.v. reiskosten) zullen overnemen (de kosten zijn verder beschreven in de “kosten en baten”). de opdracht: het is de opdracht aan te geven, wat aan de EDK verbeterd kan worden en niet hoe men dit technisch kan omzetten de in- en exclusiecriteria: inclusiecriteria: - eerste lijns praktijken* - praktijken in Nederland - praktijken die met het EDK werken exclusiecriteria:
- tweede of derde lijns praktijken
- praktijken in het buitenland - praktijken die niet met het EDK werken
het aantal interviews: er worden minimaal 2 en maximaal 3 interviews afgenomen bij elk van de 8 verschillende software-leverancies. de interviewtijd (als wij de interviews mogen uitvoeren): de interviewtijd is beperkt tot circa 60 minuten om het werk van de kinderfysiotherapeuten niet te veel in beslag te nemen, verder moet op de voorbereidingstijd, de reistijd en de uitschrijftijd gelet worden (in verband met de aantal uren die wij ter beschikking hebben)
40
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
* een eerste lijns praktijk is een normale particuliere praktijk. De begrip eerste lijn geeft aan dat het betreffende instituut “rechtstreeks toegangelijk” is. Een patient kan zomaar na de praktijk van een eerste lijn fysiotherapeut komen. Ziekenhuizen zijn bij voorbeeld niet eerste lijn. Producten Tijdens het werken in de projectgroep moeten er bepaalde producten worden ingeleverd. Deze worden beoordeeld door ons projectbegeleider Monique Filart en / of door de opdrachtgever Annet van Eerden en Gonnie van Langen. In het volgende de producten welke beoordeeld moeten worden: 1. Projectplan Dit is het eerste product en wordt door onze projectbegeleider Monique Filart beoordeeld. Hierbij wordt met name beschreven hoe wat gedaan zul worden, dus hoort dit product in de voorbereidingsfase en houdt de organisatie van het project in zijn hele looptijd in. De projectplan is de basis voor alles wat er in de volgende tijd moet worden gedaan en heeft betrekking op alle onderdelen. Ook jullie opdrachtgever moet haar go-no go aan jullie plan geven en deze ondertekenen. Definitieve Deadline: 25.09.09 2. Verslag In het verslag worden de uitkomsten uit de interviews beschreven en beoordeeld. Bovendien wordt er een conclusie getrokken uit de meningen van de kinderfysiotherapeuten die al met een EDK systeem hebben gewerkt. Definitieve Deadline: 08.01.10 3. Product Het product omvat eigenlijk alle dingen die schriftelijk gemaakt moeten worden. Dus hoort hier het verslag bij maar ook die tussenproducten die voor het organiseren en uitvoeren van het project gedaan moeten worden. In het volgende de tussenproducten die in ieder geval gedaan worden: a. Vragen voor het interview b. Interviewopzet c. Lijst met geinteresseerde kinderfysiotherapeuten voor een klankbordgroep „EDK“ Definitieve Deadline: 08.01.10 4. Presentatie In de presentatie wordt de werk van de projectgroep en de uitkomsten daarvan voorgesteld aan de opdrachtgever, de projectbegeleider en verder publiek. Definitieve Deadline: week 3 / 2010 5. Individueel procesverslag In dit verslag gaat ieder lid van de projectgroep de groepsproces vanuit zijn zicht beschrijven maar ook de individuele werk en rol binnen degroep en hoe dat is verlopen. Hierbij worden ook de sterke en minder sterke punten binnen de groep en van zich zelf benoemd en waar misschien nog verbeterpunten zijn.
41
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Definitieve Deadline: nog niet bekend (Saxion Hogeschool Enschede, 2009) Bronverwijzing is hier niet relevant. Kwaliteit De eisen aan die het eindproduct, dus het eindverslag, voldoen moet stelt de opdrachtgever NVFK. De belangrijkste eisen aan die de evaluatie interview moet voldoen worden van Annet van Eerden en Gonnie van Langen, de begeleiders van dit project van de NVFK. Als richtlijnen voor dit product en andere tussenproducten worden de beoordelingsformulieren gebruikt. Ze geven aan welke randvoorwaarden geldig zijn voor het schrijven van verslagen en plannen. Er zou veel energie ginvesteerd worden om de kwaliteit van alle (tussen)producten hoog te houden. In de groep worden volgens Belbin bepaalde rollen gedeeld. Een van de groepsleden heeft de rol als waarschuwer en zorgdrager. Hij is daarvoor verantwoordelijk dat alles correct zou gebeuren. Op deze manier is er altijd een controleur, die op de kwaliteit oplet. Ook voor de hele groepsprocess zijn de Belbinrollen belangrijk. Ze worden zo best als mogelijk in de groep gedeeld (zie “Projectorganisatie”), zodat een optimaal functioneren van de groep kan plaatsvinden. Bij het juist plannen, uitvoeren, schrijven van verslagen en verwerken van de interviews worden de drie boeken „Projectmanagement” (Grit, R., 2008), „Onderwijs in wetenschap” (Dr. R. W. Ostelo, D. A., 2006) en „Innovatie, succes is geen toeval” (Huizingh, E. 2008) bestudeerd. Daardoor kunnen de opdrachten op een professionele en juiste manier gedaan worden . In het bijzonder kan het hoofdstuk 6 (“ Architectuur van kwalitatief wetenschappelijk onderzoek”) helpen de interviews op een goede manier te doen. Ter ondersteuning daarvoor worden ook nog hoorcolleges gegeven. Heel belangrijk is het van tevoren goed geinformeerd te zijn hoe ver de ontwikkeling van de EDK is. Verder is een goede comunicatie tussen de groepsleden belangrijk. Meerdere tussenevaluaties en een eindevaluatie zorgen ervoor dat de groep altijd kijkt hoe het gaat en als nodig op de juiste weg wordt gebracht. Zo wordt dit project een succesvol project. Maar ook het contact met de projectbegeleider Monique Filart en Gonnie van Langen en Annet van Eerden is heel belangrijk en essentieel. Deze personen staan alijd via mail of zelfs vie telefoon ter beschikking en er zijn bijna iedere week afspraken met hun om te controlleren of de projcetgroep op de juiste weg is. (Grit, R., 2008, blz.50) Algemeen: minder tekst uitschrijven, meer puntsgewijs samenvatten. Projectorganisatie Bij de projectorganisatie gaat het vooral om de verdeling van rollen binnen de projectgroep op basis van de Belbin-test (www.thesis.nl). Voor een succesvolle teamsamenstelling zal de verdeling van de taken tijdens het project afgestemd zijn op de resultaten vanuit de test. De Belbin-test bestaat uit zeven verschillende situaties. Iedere situatie geeft acht voorbeelden die in totaal tien punten kregen. De test geeft een beter zelfinzicht in zijn/haar individuele sterktes en zwaktes. Hieronder volgt de verdeling in onze groep:
42
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Naam
Resultaat Belbin
Kathrin Jakobs
Bedrijfsman
Taken
Viktor Rudt
Zorgdrager
Nisha Jung
Voorzitter
Sarah Moss
Groepswerker
Contactgegevens Praktische figuur Besluiten omzetten in werkzaamheden Ondersteund de voorzitter Nuchtern en ordelijk “niet praten maar poetsen” Motiveert de groep, om aan het slag te gaan Rustig en introverteert Houdt in de gaten dat er niets overgeslaan wordt Werkt kritisch Perfektioneert het verslag Kontrolleert de kwaliteit van de verslagen en praktische uitvoering
[email protected]
Stabiel, dominant en extravert Houdt het werk van het team onder controle Kijkt na sterktes van teamliden Schrijft een agenda Verdeelt opdrachten binnen de groep
[email protected]
Zorgt voor een goede sfeer binnen de groep Motiveert de groep Blijft rustig en zoekt naar evenwicht binnen de groep Schrijft en archiviert notulen
[email protected]
+49 175 6654480 Lange Stiege 63, D-46325 Borken
[email protected] +49 176 21993745 Lange Stiege 63, D-46325 Borken
+49 160 69692314 Schulstrasse 4, D-48599 Gronau
+49 174 5824481 Schulstrasse 4, D-48599 Gronau
Merle Stötzel
Onderzoeker
Stabiel, dominant extrovert Gaat op zoek naar ontwikkelingen en ideen Beschikt over taallose contacten Gaat in contact met de opdrachtgever en de co-groep
[email protected] +49-160-1210553 Hoogstraat 73, 7512 GW Enschede
De communicatie met de opdrachtgever zal vooral via mail en afspraken gebeuren. De projectbegeleider Monique Filart neemt de rol als procesoverstijgende contactpersoon in het project in. Ze wordt ook altijd over het proces met Anet van Eerden op de hoogte gehouden. De groepslid Merle Stötzel is de algemene contactpersoon. Ook in de groep wordt veel via email geregeld maar er zijn ook iedere week een keer ontmoetingen onder andere om persoonlijk nieuwe afspraken te kunnen maken. Bij deze overeenkomsten wordt ook een agenda vastgelegd om een goede urenveraantwording en tijdsregistratie te voeren. Verder zal ook een logboek goede zicht op deze twee punten geven.
43
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Voor de archiviering is de “groepswerker” en notulist Sarah Moss veraantwoordelijk. Zij gaat verschillende resultaaten uit de overeenkomsten en de verslagen verzamelen en stuurt alles naar iedere projectlid toe. Dus worden alle verslagen en notulen 4 keer gearchiveerd. Planning Het project is in drie verschillende fases opgedeeld die in het diagram met groen, geel en oranje gemarkeerd zijn. De planning is in de bijlage 2 te vinden. Ik vind het jammer dat de planning niet in het plan is opgenomen, want het geeft mij als begeleider snel een inzicht in de te plannen activiteiten. In een plan weinig tekst, maar overzichtelijke opsommingen. De groene fase is de projectvoorbereiding. In deze fase is vooral het goed afmaken van het product “Plan” van belang om zo een goede planning voor het verdere verloop van het project te hebben. De gele fase staat voor de projectuitvoering. Tijdens de hele projectuitvoering zijn er meerdere groepsevaluaties om het groepsproces op een goed niveau te houden. De laatste fase is de oranje fase tijdens die een definitieve versie van het Verslag en Product ingeleverd en de presentie gehouden wordt. De rode achtergrondkleur in het diagram staat voor alle bekende vertragende factoren. Dit is bijvoorbeeld de herkansing van de K6 toets, die sommige groepsleden nog moeten doen en de vakanties tijdens die men minder tijd heeft om aan het project te werken. Andere risicofactoren die de voortgang van het project kunnen beïnvloeden zoals ziekte van groepsleden of van de projectbegeleider of fouten in de organisatie en communicatie zijn op dit moment nog niet in de planning opgenomen, omdat niet bekend is of en wanneer deze kunnen optreden. De rode kleur van de letters markeert de deadlines van verschillende producten. De tijd in uren zijn voor de hele groep berekend. Iedere projectlid kan per week ca. 15-20 uren aan het project besteden; dus kan de hele projectgroep rond 100 uren per week aan het project besteden. Kosten en baten Met dit project zijn enkele kosten verbonden maar het heeft natuurlijk ook baten. Er moet veel tijd in het project investeerd worden. De planning is dat iederprojectlid 20 uur per week aan het project werkt. Het project duurt 20 weken, dus hebben wij in totaal 2000 uren voor de hele groep in de hele tijd. In de 20 uren per week zitten hoorcolleges, bijeenkomsten en de werkzaamheden die iedereen thuis doet. Kosten voor eventuele kopien kunnen misschien van de school worden overnomen. Als ervoor wordt gekozen interviews te doen kost dat ook veel tijd en ook geld omdat na de verschillende kinderfysios moet gereden worden om de interviews te kunnen afnemen. De overname van de kosten is nog een discussiepunt. De begleiders vanuit de NVFK en de projectgroep werken nog aan een oplossing, waarbij misschien de NVFK en de Saxion gezamelijk een mogelijkheid voor de financering van de reis kunnen vinden. Verder ontstaan ook kosten voor de dicteerapparaten of cameras. Deze kunnen misschien worden overnomen door de NVFK, als dat niet mogelijk is kan de projectgroep deze dingen misschien privé of in de Uitleenbalie lenen. Wij hebben verder verschillende informaties nodig bij voorbeeld over de softwareprogrammas, erover wie welk softwareprogramma gebruikt etc. Deze informaties
44
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
worden ons door de NVFK beschikbaar bestelt. Bij vorbeeld wordt een presentatie over een softwareprogramma aan de groep van de begleiders uit de NVFK gegeven. Maar er zijn ook baten. Als het goed is kunnen de projectleden aan het eind van kwartiel 10 niveau 3 van de competencies van de rol “manager”: “ondernemen” en “organiseren” bereiken. Het wordt geleerd wetenschappelijke werk te doen en de verschillende stappen in verslagen te verwerken. Zo kunnen ook de persoonlijke leerdoelen voor het komende half jaar bereikt worden. Verder wordt er aan de HBO-competenties (Analytisch vermogen, probleemoplossend vermogen, communicatief vermogen, cooperatief vermogen en sturend vermogen) gewerkt. Bovendien heeft het project ook voor andere mensen baten. Door de uitkomsten uit de onderzoek kan de EDKEDK voor kinderen verder verbeterd worden. Een verbeterde versie van het EPD voor kinderen maakt dan ook de werk met de EDK makkelijker. (Grit, R., 2008, blz. 52, 102) puntsgewijze opsomming geeft een sneller overzicht voor de lezer Risico’s Interne Risico‘s: Een risico dat er is, is de onervarenheid van de groepsleden met projecten. Er zijn wel al projecten gedaan maar niet op zo een realistische en concrete aard. De projectbegeleider is heel ervaren en deskundig en zou de projectgroep met vragen en problemen helpen. Het kan gebeuren dat groepsleden plotseling niet meer gemotiveerd zijn en de groep daardoor remmen. De rest van de groep moet ervoor zorgen de niet gemotiverde groepsleden tew motiveren of hun werk te overnemen. Het is belangrijk dat de projectbegeleider en de opdrachtgever zich voldoende inbrengen en de projectgroep op de juiste weg voeren. Projectmedewerkers kunnen onvoldoende kennis van het thema EDK hebben, en stellen onjuiste vragen. De projectgroep heeft een heel deskundige opdrachtgever die gevraagd kan worden en die het process kan controlleren. Een probleem kan miscommunicatie zijn. Het kan vaak een probleem zijn, als de comunicatie door een derde persoon verloopt. De informatie die bij punt a wordt verstuurd komt bij punt c fout aan. Voorkomen kan men dit door zo min als mogelijk indirekte comunicatie te doen. Externe Risico’s:
De groep is afhankelijk van het medewerken van de te vragende personen. De ziekte van groepsleden kan een probleem worden. Een volledige Risicoanalyse is in de bijlage te vinden. (Grit, R., 2008, blz. 104) Aanvullende criteria
45
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Tijdens het werken aan ons project gaat het vooral om de evaluatie van meningen en interviewuitkomsten van kinderfyiotherapeuten. Het doel is het, uit de interviewen veel en bruikbare informaties te kunnen halen. Maatschappelijke relevantie Het systeem van de EDK wordt steeds in meer praktijken en ziekenhuizen gebruikt, schriftelijke systemen worden daardoor weiniger gebruikt. Er zijn vooral meerdere disciplines betrokkken (fysiotherapeuten, artsen en eventueel andere zoals dietisten etc.), waardoor het multidisciplinair werken meer belangstelling krijgt en er ontstaan vele voordelen. De patiёnten moeten bijvoorbeeld niet bij iedere specialist hun basisgegevens opnieuw uitleggen omdat deze door het systeem al kunnen worden bekeken door de nieuwe behandelaar. Natuurlijk zijn er ook nog risico`s in dit systeem, maar voor de maatschappij wordt dit systeem in de toekomst wel belangrijk omdat het waarschijnlijk iedere praktijk met een elektronisch systeem gaat werken. Fysiotherapeutische relevantie Omdat de fysiotherapeuten sterk in het nieuwe systeem en de verandering betrokken zijn moeten zij leren ermee om te gaan voordat zij het kunnen gebruiken. In het project wordt vooral ook gekeken wat het voor fysiotherapeuten oplevert en wat voor ervaringen zij tot nu toe al hebben gemaakt. Misschien hebben zij ook nog verbeterpunten aan te brengen waarmee zij nog niet tevreden zijn geweest. Het onderzoeksprobleem Het onderzoeksprobleem houdt in dat er nog niet genoeg kennis en evaluatie over dit systeem bestaat. Om het te kunnen verbeteren moet er dus eerst een goede literatuurstudie en de interviews worden gedaan. Vraagstelling Formuleer onderstaande ook daadwerkelijk als een vraag? De projectgroep Dossier NVFK wil aan de hand van interviews onder de leden het gebruik van de kinderfysio – EDK evalueren om te weten te komen waar de knelpunten liggen zodat het EDK verder verbeterd kan worden. Op grond van deze gegevens moeten er aanbevelingen worden gedaan voor verdere implementatie en ontwikkeling. Om zicht te krijgen op het gebruik door de leden en acties te kunnen ondernemen waar en hoe dit proces ondersteund moet worden, is een brede enquête onder de leden kinderfysiotherapie noodzakelijk. Methoden Om goede achtergrondinformaties te krijgen wordt er aan het begin van het project een oriënterende literatuurstudie op internet en in boeken gedaan. Dat is de basis om goede en relevante interviewvragen te kunnen stellen en uiteindelijk ook relevante uitkomsten te krijgen en op de vraagstelling te kunnen antwoorden. Om een goede onderzoek c.q. evaluatie te kunnen doen is het belangrijk sommige punten concreet en specifiek te kunnen benoemen om een goed literatuurstudie te kunnen doen maar ook om het eigenlijke doel in kaart te hebben en niet uit de ogen te verliezen. In het volgende worden deze punten beschreven: De onderzoekspoulatie: Kinderfysiotherapeuten, die al met het Kinderfysio – EPD hebben
46
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
gewerkt Het doel:
Ervaringen en meningen met het Kinderfysio – EPD op te doen. Vergelijking tussen de verschillende softwareprogramma`s. Om het uiteindelijke doel te kunnen bereiken is het tijdens de interviews belangrijk op subvraagstellingen te letten en deze in de vragen in te bouwen. Volgende subvraagstellingen zijn vor de opdrachtgever van belang: -
Hoe is de mate van tevredenheid? Hoe is de gebruiksvriendelijkheid van de softwareprogramma`s? Is er een bepaalde herkenbaarheid Hoe is de werkbaarheid van de programma`s? Hoe bekend zijn de bepaalde programma`s? Hoe is de toegankelijkheid? Is er een bereidheid om te investeren in meetinstrumenten en in hoeverre zit de clinimetrie er in?
Uitvoering / Onderzoek: Het onderzoek bestaat uit het bevragen van de verschillende kinderfysiotherapeuten die er met 8 verschillende software – programma`s werken. Dit wordt gedaan met behulp van interviews. Daardoor bestaat de mogelijkheid concrete vragen te kunnen stellen. De vragen persoonlijk te stellen is efficiёnter dan door een schriftelijke enquête. Het is mogelijk speciefieker uit te vragen en op interesaante punten verder in te gaan. Maar tijdens het afnemen van de interviews wordt er altijd het doel en de subvraagstellingen in het oog gehouden. Conclusie Met dit project wordt een ondersteuning gegeven voor het EDK systeem. De projectgroep is geinvolveerd in de evaluatie waarna dan het EDK nog verbeterd kan worden. Met behulp van dit verslag wordt een basis gelegd voor de uitvoering van ons project. Door verschillende onverwachte factoren bestaat de mogelijkheid dat de plan nog veranderd wordt. Met dit plan is maar al een overzicht over deeltaken en tijdsplanning. Verder kunnen nu al risico´s, kosten en baten worden ingeschat en ook projectgrenzen, producten en kwaliteit in de gaten worden gehouden. Door de projectorganisatie kan iederen aan zijn persoonlijk rol en taken voldoen. Bronnen Boeken: 1. Dr. R. W. Ostelo, D. A. (2006). Onderwijs in wetenschap. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
47
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
2. Grit, R. (2008). Project management. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. 3. Huizingh, E. (2008). Innovatie - succes is geen toeval. Amsterdam: Pearson Education Benelux.
Internet: 1. Saxion Hogeschool Enschede (2008).Student Informatie Projectonderwijs Competencieniveau 3. Verkregen op 10 september 2009, van Quickplace Saxion Hogeschool Enschede voor Fysiotherapie, Projecten 2. Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de kinder- en jeugdgezondheidszorg (2008). Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie. Verkregen op 12 september 2009, van http://www.nvfk.nl/page.php?page=26&pair=22 Bijlage Bijlage 1: Persoonlijke leerdoelen kwartiel 9 en 10 Bijlage 2: Planning Bijlage 3: Risicoanalyse
8.7 Bijlage 7: Trefwoordenlijst voor de analyse van de interviews Trefwoordenlijst voor de analyse van de interviews
Proces 1.Bekendheid met Nederlands Nederlands Dossier Kinderfysiotherapie (K-EPD, 1) 2.Rol van NVFK bij ontwikkeling van EDK (NVFK, 4a, 4b, 16) 10.Gebruik en bruikbaarheid van EDK (K-EPD, 2, 3a, 3b, 5, 6, 7, 14) Relevantie 9.Wens voor ontwikkelingen van richtlijnen (Richtlijn, 8) Informatie 3.Waardering van EDK voor praktijken/therapeuten (K-EPD, 13b) 8.Practice-based werken (Praktisch werk, 9, 10, 11) 11.Knelpunten, wensen en verbeterpunten voor EDK (K-EPD, 5, 12, 13a) Mensen en middelen 4.Investeringsbereidheid van praktijken/therapeuten in het EDK Attitude 5.Informatie bereikbaarheid over EDK (K-EPD/NVFK, 17, 18) 6.Klankbordgroep (K-EPD, 19) 7.Nascholing (Fysiotherapeut, 20)
8.8 Bijlage 8: Trefwoord 1 8.9 Bijlage 9: Trefwoord 2 Trefwoord 2:
48
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Rol van NVFK bij ontwikkeling van kinderfysio-EPD (NVFK, 4a, 4b, 16) Softwareleverancier_1 Kinderfysio_1
Kinderfysio_3 Kinderfysio_6
Ja, vind ik goed dat er aanbevelingen worden gegeven door de NVFK. Omdat ik toch graag wil dat we uniforme verslaglegging hebben. En ze zijn al weer een beetje laat, vind ik bij de NVFK want diverse softwarefabrikanten hebben wel al iets gemaakt. Maar ik vind eigenlijk dat wij dat uniform moeten doen, allemaal op dezelfde wijze, onafhankelijk van welke leverancier je hebt. Ik weet niet of het regelmatig en op een correcte manier verloopt, hoe zou ik dat moeten beoordelen? Want ik zie dat mijn softwareleverancier heel gauw aanpassingen doet, maar ik weet niet op basis van hoe en wat. Want als ik zelf een tip geef, kan ik niet zien op welke veranderingen op basis adviezen van de NVFK komen en op basis van anderen, dus dat weet ik niet. Ik vind op zich dat dat goed is. Maar ik vind dat ze er wel laat mee zijn, want als mensen het aangeschaft hebben en je krijgt nu een ander advies dan is het niet zo leuk. En ik zou het wel goed vinden als zij een beoordeling geven van verschillende leveranciers. Dus als ze zeggen ik neem een 10 puntsschaal en deze heeft op die punten voordelen en op die nadelen bijvoorbeeld. Ik heb de adviezen van de NVFK niet altijd even praktisch gevonden. Dus ik vind het wel goed als zij het op objectieve punten scoren, dus bruikbaarheid, aanwezigheid van de testen noem maar op maar als zij zeggen van die is dat beste dan denk ik dat is toch aan een ieder te beoordelen en niet eigenlijk aan hun. Aanbevelingen zijn prima en worden vaak verwerkt. -vindt het goed, dat de NVFK met het NDK landelijke aanbevelingen geeft -anders dan het KNGF hebben ze er ander een belang bij Softwareleverancier_2
Kinderfysio_17
Weet niet hoeveel de softwareleverancier met het NVFK in contact staat, hoeveel van de aanbevelingen verwerkt worden, verwerkingen vanuit het NVFK gebeuren niet, volgens deze therapeut hoeft niet het NVFK alle aanbevelingen te doen maar het KNGF zodat alle deskundigen met het zelfde EPD kunnen werken Softwareleverancier_3
Kinderfysio_11
Kinderfysio_12 Kinderfysio_15
Het lijkt prima, dat NVFK aanbevelingen geeft met NDK. „Het moet ergens van dan komen.“, „…je moet hier gewoon naar toe.“ Geen idee of de aanbevelingen regelmatig en op een correcte manier verlopen en of ze verbeteringen opleveren. Vindt de aanbevelingen prettig, zinvol en nodig, en het levert een inhoudelijke gewaarwording op. -vindt het prima, dat de NVFK aanbevelingen geeft -”merkt niet zo veel van of dat verbetering oplevert. In begin is het wel
49
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_16
gebeurd maar of er verder updates en zo zijn, da hoor je niet zoveel over” - vindt het prima, dat de NVFK aanbevelingen geeft, dat geeft transparantheid, maar het gaat nog zo traag en kost erg veel tijd Softwareleverancier_4
Kinderfysio_13
Kinderfysio_14
Kinderfysio_18
Deze therapeut vindt de aanbevelingen wel wenselijk en prima maar er moet nog veel hiermee gebeuren. Hij heeft geen inzicht hoe regelmatig en op welke manier aanpassingen worden gedaan. Hij vindt het prima dat het NVFK nu ook nog praktijkervaringen opneemt. Ik zit er echt een beetje op te wachten op die aanbevelingen want ik vind het wel fijn om er inderdaad met een EPD te gaan werken, dus ik vind het hartstikke goed dat er aanbevelingen worden gegeven door het NVFK. Omdat ik denk dat het programma anders niet goed aangepast zou zijn voor de kinderbehandelingen. En tot nu toe, is het dossier echt toegespitst op volwassenen en eigenlijk zit er nog niet een echte EPD in. Ik heb ook wel gekeken naar andere programma`s. Heel duur om aan te schaffen en bovendien hoorde ik dat het met kinderfysiotherapie niet altijd zo mooi past. Dus dat is ook een reden dat ik dacht, laat nog maar even wachten. Ik kan niet beoordelen of het op een goede manier verloopt. Ik weet helemaal niet wat voor aanbevelingen daar nu gegeven zijn. “Ja, dat is goed omdat ik aanneem dat zij het wel weten van de kinderfysiotherapie als beroepsgroep. Dus ik neem aan dat zij wel weten wat je daar uit kan halen en wat goed is.” “Dat denk ik wel maar daar zou ik wel een stukje commercie bijzetten, het zal niet helemaal objectief zijn.“ “Ja goed. Nou omdat ik denk dat zij ons wel enigszins vertegenwoordigen, de beroepsgroep dan en dat zij het waarschijnlijk wel weten hoe je dat het best kan doen. “
Kinderfysio_19 Softwareleverancier_5 Kinderfysio_4
“Dat lijkt me prima.“ “Dat weet ik niet want ik heb dit programma gekregen en sinds deze dag is het nog nooit veranderd.“
Kinderfysio_5
“Ik ben er eigenlijk blij mee want dan krijg je een uniform geheel.” -vindt het uitstekend, dat de NVFK aanbevelingen geeft, dan komt er een landelijke eenheid in -maar de ontwikkeling naar haar toe staat stil. “Ik heb in januari contact gehad met het softwareprogramma en hun feedback gegeven over mijn bevindingen en dat hebben ze zeker serieus genoteerd. Maar op
50
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_7
dat moment is de persoon er niet verder mee gegaan omdat hij eerst bezig was met andere aspecten.” Aanbevelingen door de NVFK vind ik wel goed. Want dat is de organisatie van de kinderfysiotherapeuten. Dus die weten dan wel wat er wel en niet in staat. En als hun het niet doen, ja dan doet niemand het. En het is wel de organisatie voor de kinderfysiotherapie dus die hebben daar ook wel verstand van. Maar zo lang werk ik nog niet met het programma. Dus ik heb geen flauw benul wat de aanbevelingen allemaal zijn van de NVFK. En ik heb ook nog geen veranderingen gezien in het systeem dus dat kan ik eigenlijk nog niet zo goed zeggen.
Kinderfysio_8
Wat mij opvalt, is dat het NVFK dossier heel erg uitgebreid is, dat is gewoon te veel om in te vullen en je bent echt uren bezig om het per kind echt allemaal goed ingevuld te hebben. Dat geldt voor het dossier van de NVFK en dat hebben zij gebruikt voor de het softwareprogramma. Dus alles wat er hierbij staat, staat ook in het programma. Ze zijn wel heel bezig om het gewone EPD, dus voor de algemene fysiotherapie goed aan te passen maar in de kinderfysiotherapie heb ik geen veranderingen meer gezien de laatste tijd. Maar ik vind het wel goed dat er aanbevelingen worden gegeven. Wat ik prettig vind is dat iedereen hetzelfde noteert. Zodat als ik in een nieuwe praktijk werk dat ik dan niet een hele nieuwe programma moet aanleren. Softwareleverancier_6
Kinderfysio_2
„Ja, dat vind ik juist heel zinvol, omdat de NVFK het meest weet hoe het moet. Die weet wat er nodig is; hoe dan gewoon praktisch het best is.” “Nee. Ja, ik merk dat aan onze softwareprogramma. Da is absoluut niets op toegepast op de kinderfysiotherapie en bij ons softwareprogramma moesten wij het gewone patiënten dossier allemaal zelfs invoeren; vanuit ons softwareprogramma kwam daar niets.“
Kinderfysio_9
Kinderfysio_10
“Heel goed. Omdat de NVFK het best weet waaraan het dossier moet voldoen. Voor de kwaliteitsrichtlijnen.” Het is op zich goed, dat NVFK aanbevelingen geeft. „Ik vind, dat is een organisatie, die voor ons dit soort dingen, moet eigenlijk uitzoeken.“ Voor deze softwareleverancier is aanbevelingen goed. Dus regelmatig en correct en levert verbeteringen op. „Dat is een goede zaak. Als het maar wel praktisch blijft.“ Uniformiteit is belangrijk. „Qua uniformiteit…, ga je het plus…“, „Qua werkzaamheid…, is dat
51
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
maar nog een hele grote vraag.“ Goede zaak, dat NVFK aanbevelingen geeft.
8.10 Bijlage 10: Analyses Deze bijlage kan in een apart Excel-bestand worden aangevraagd.
8.11 Bijlage 11: Trefwoord 3 Trefwoord 3: Waardering van kinderfysio-EPD voor praktijken/therapeuten (K-EPD, 13b) Softwareleverancier_1 Kinderfysio_1
Kinderfysio_3 Kinderfysio_6
“Ik zou daar wel wat voor over hebben. Als het elektronische patiënten dossier grotendeels uit ontwikkeld is dan zou ik denken dat ik er net zo veel voor over heb als ik nu voor andere dingen besteed. 50 Euro per maand. Nou, het zou ook nog wat meer, ik vind het wel waard als het goed is. En als het regelmatig geupdate wordt dan ben je dus ook direct van de vernieuwing op de hoogte.” Niks, omdat zij in alle testen rond 1000 Euro geïnvesteerd hebben. “Als het voor aanschaffen van testen geldt, dan hebben wij da natuurlijk een bedrag voor over” Softwareleverancier_2
Kinderfysio_17
Zal geen financiële bijdraag hebben omdat nascholingen, en lidmaatschap voor KNGF en NVFK al veel kosten, “Zij(..de NVFK) leggen dingen op die wij moeten doen, toen denk ik van dan moet je dat ook als bedrijf gewoon vrij geven. Dan moet je ook niet iemand verplichten om op die manier te werken.” Softwareleverancier_3
Kinderfysio_11
Kinderfysio_12 Kinderfysio_15 Kinderfysio_16
„Dat vind ik heel moeilijk.“ Een maand bedrag zou goed zijn. „En ik vindt, dat die kosten gewoon al in de aanschaf van een test zitten.“ Probleem is, dat men voor testen betaalt, als men ze ook niet gebruikt. Lastig in te schatten, in principe is er een financiële bijdrage noodzakelijk maar hoe hoog die is kan de therapeut niet zeggen -heeft da geen bijdrage over, omdat je al voor de testen moet betalen. -vindt het onzin, daarvoor ook nog te betalen → ze zullen een koppeling maken als je een test kopt, dat het da al bij zit Softwareleverancier_4
Kinderfysio_13 Kinderfysio_14 Kinderfysio_18
Op dit moment geen geld voor extrakosten zoals copyright over, omdat het programma als geld kost. “50 tot 100 Euro per jaar en per test of zo, ik denk dat ik dat wel redelijk vind.” „Maar hoe veel ik daarvoor over heb kan ik niet zeggen. Want het zal toch hetzelfde zijn als zo een test, wordt toch per test iets van 600 Euro
52
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
zijn of zo.“ Kinderfysio_19 Softwareleverancier_5 Kinderfysio_4 Kinderfysio_5 Kinderfysio_7 Kinderfysio_8
„Voor alle testen en zo zal ik rond 250 Euro voor over hebben.“ -dat er kosten ontstaan is duidelijk, maar over een bijdrage heeft ze nog helemaal niet nagedacht “Ik heb geen flauw idee want dat is aan mijn werkgever. En daar heb ik echt geen idee van.” “Als het makkelijker wordt gemaakt heb ik daar zeker wel een financiële bijdrage voor over alleen wat voor een bedrag dat is, daar heb ik geen idee over. Ik heb ook geen idee wat het programma voor ons kost want dat wordt altijd door anderen betaald. Ik weet dat er een programma bestaat en daar betaal je 100 Euro voor per jaar en dan kan je een heleboel dingen invullen. Dus laat maar zeggen 100 Euro.” Softwareleverancier_6
Kinderfysio_2 Kinderfysio_9
Kinderfysio_10
„Ik weet het niet. Niet veel.” „Daar zit heel veel onderzoek en ontwikkeling achter. Ja, dat moet terugbetaald worden. Dus, dat je daarvoor moet betalen, ok. Ne, vind ik terecht.“, „Ik vind, dat er extra voor betaald moet worden.” „…250 Euro per persoon per jaar moet genoeg zijn.“
8.12 Bijlage 11: Trefwoord 8 Trefwoord 8: Practice-based werken (Praktisch werk, 9, 10, 11) Softwareleverancier_1 Kinderfysio_1
Hulpvraag 1: 1. Hulp van het verbeteren van het leren schrijven. Een hulpvraag die heel vaak voorkomt. Hypothesen: 1.1 Verminderde of achterblijvende motorische ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenoten 1.2 De motorische ontwikkeling en de fijne motoriek zijn prima Sec een probleem met de vaardigheden op papier plus het vertalen van een woord in symbolen, of taal in symbolen Meetinstrumenten: Movement ABC, BHK, VMI Deze drie testen gebruik ik altijd allemaal voor kinderen vanaf groep 4, deze cluster. 1.2 Ik gebruik ook hierbij de drie meetinstrumenten. Ik gebruik al die meetinstrumenten voor beide hypothesen. Hulpvraag 2: 2. Hulp van het verminderen van een voorkeurshouding
53
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_3
Hypothesen: 2.1 Slaaphouding van de kinderen (asymmetrie in ontwikkeling als gevolg van een hanteringwijze) 2.2 Asymmetrie in ontwikkeling als oorzaak, voorkeurshouding is Hierbij het gevolg van een asymmetrie in ontwikkeling (bijvoorbeeld een tonusverschil of zo) Meetinstrumenten: 2.1 AIMS, Amiel Tison, Plagiocephalometrie 2.2 Deze testen gebruik ik ook bij deze hypothese. Want ik wil bij beide kinderen weten of er een hoofdvormprobleem is, onafhankelijk van de oorzaak. Soms gebruik ik de BSID 2 (ook bij beide hypothesen dan). Hulpvraag 1 “achterstand in de motorische ontwikkeling” Hypothesen: 1.1 Problemen bij rennen en spelen. Meetinstrumenten: 1.1.1 0-2 jaar AIMS, 2-4 jaar: BSIDll 1.1.2 Movement- ABC 1.2.1 PCM 1.2.1 AIMS
Kinderfysio_6
Hulpvraag 2 “schrijfproblemen “ Hypothesen: 2.1 2.2 Meetinstrumenten: 2.1 1 Movement- ABC 2.1.2 BHK 2.2.1 GHB 2.2.2 VMI Hulpvraag 1. Beoordeling van de Motoriek Hulpvraag 2. Adviezen bij het verminderen van een voorkeurshouding en afplatting Hypothesen: maakt eigenlijk geen hypothesen, want het bij kinderen vaak niet zo specifiek is Softwareleverancier_2
Kinderfysio_17
Hulpvraag 1 Afgeplatte schedeltjes ten gevolge van een voorkeurshouding Hypothesen: Dat kinderen een voorkeurshouding hebben dus dat zij constant naar dezelfde kant kijken en dan constant op dezelfde kant van het hoofd
54
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
liggen Vaak komt het ook doordat ouders bedjes niet goed neerzetten waardoor de moeder altijd aan de rechte kant zit bijvoorbeeld waardoor kinderen naar links kijken. Dus het heeft ook met omgevingsfactoren te maken hoe de ouders dat inrichten Meetinstrumenten: .1 PCM 1.1 .2AIMS 1.2.1 PCM 1.2.1 Eigenobservatie exorotatie van de heup van het kind Hulpvraag 2 “Met name de school gaande kinderen, dat ze schrijfmotorische problemen hebben of dat ze niet goed mee kunnen komen met de gymles” Hypothesen: Vroegtijdig de pen verkeerd hebben aangeleerd om vast te pakken Kinderen bewegen soms heel groot vanuit de arm en die kunnen onvoldoende ... met de vingers bewegen waardoor zij die kleinen bewegingen die nodig zijn voor het schrijven niet goed kunnen maken. Het ligt dan meer in de coördinatie van de vingers Meetinstrumenten: 2.1 1 PCM 2.1.2 BHK 2.2.1 BHK 2.2.2 BHK Softwareleverancier_3 Kinderfysio_11
Kinderfysio_12
Hulpvraag 1: Behandeling Kinderen met plagiocephaly Hypothesen: 1.1. Plagiocephaly zonder bewegingsbeperking in cwk. 1.2. Plagiocephaly met bewegingsbeperking in cwk. Meetinstrumenten 1: PCM Hulpvraag 2: Motorische ontwikkelingsachterstan. Hypothesen: 2.1 Motorische achterstand met aanwijsbare oorzaak. 2.2. Motorische achterstand zonder aanwijsbare oorzaak. Meetinstrumenten 2: Movement-ABC, VMI Hulpvraag 1 “Mijn kind heeft een afgeplat hoofdje. Wat kan ik doen om dat te verbeteren?” (Bij asymmetrische kinderen) Hypothesen: De afplatting ontstaat door de voorkeurshouding van het kind
55
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
De voorkeurshouding ontstaat bv. door een heupproblematiek. Meetinstrumenten: .1 PCM 1.1 .2AIMS 1.2.1 PCM 1.2.1 Eigenobservatie exorotatie van de heup van het kind
Hulpvraag 2 “Het handschrift van mijn kind is onleesbaar. Kunt u ons hierbij helpen?”
Kinderfysio_15
Kinderfysio_16
Hypothesen: Het kind heeft een achterstand in fijnmotoriek. Het kind heeft onvoldoende coördinatie in pols en vingers. Meetinstrumenten: 2.1 1 Movement-ABC , BHK 2.1.2 KOEK, GHB 2.2.1 VMI, BHK, AIMS 2.2.2 Movement- ABC, GHB, AIMS Hulpvraag 1 De grote doelgroepen die wij hier hebben zijn de zuigelingen, wij hebben heel veel zuigelingen en de kinderen 0-2 jaar, heel veel kinderen die niet gaan lopen en kruipen. Hypothesen: cervicale beperking onderstimulantie Meetinstrumenten: range of motion Hulpvraag 2 schrijfkinderen Hypothesen: motorisch ontwikkelingsprobleem intelligentieprobleem Meetinstrumenten: BHK, FMI, ABC-Movement Hulpvraag 1 schoolkinderen met schrijfmotorische problemen, hulpvraag om het na school over te brengen Hypothesen: op basis van een puur motorisch probleem op basis van een informatieverwerkingsprobleem Meetinstrumenten: Movement-ABC, VMI BHK, lateralisatie
56
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Hulpvraag 2 hoe motiveer ik mijn kind? (hoezo is het kind ongemotiveerd?) Hypothesen: niet consequent zijn vind ik vaak en dat de ouders het verkeerd brengen Meetinstrumenten: Softwareleverancier_4 Kinderfysio_13
Kinderfysio_14
Kinderfysio_18
Hulpvraag 1 “Hoe kan ik het kind best stimuleren in zijn motorisch ontwikkeling?” Hypothesen: Hypotonie Verminderte leerbaarheid Meetinstrumenten: 1.1 Amil Tison 1.2 eigen observatie Hulpvraag 2 “Mijn kind heeft een afgeplat schedel, wat kan ik doen?” Hypothesen: Foute hantering en positionering Schedelafwijkingen Meetinstrumenten: 2.1 Amil Tison 2.1 eigen observatie 2.2 Plagiocephelometrie Hulpvraag 1 Wil je meekijken wat er met mijn kind eventueel aan de hand is dus dat is heel breed, heel veel. Hypothesen: Motorische ontwikkelingsachterstand Hypermobiliteit Meetinstrumenten: BSID 3, Movement ABC Schaal van Bulbena, zo nodig tonus onderzoek (Amiel Tison) Hulpvraag 2 Heeft mijn kind een motorische achterstand Hypothesen: 2.1 Aanvullende pathologie, bijvoorbeeld een Marfan of ander syndroom 2.2 Het kind heeft een duidelijke achterstand ten opzichte van leeftijdsgenootjes Meetinstrumenten: Lengtemeting van kinderen, gewicht en hoofdomtrek ABC Movement, AIMS Hulpvraag 1
57
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Voorkeurshouding verminderen bij een baby Hypothesen: ontstaan door de bevalling of dat het tijdens de bevalling gebeurd is Passieve bewegingsbeperkingen in de wervelkolom aanwezig zijn Meetinstrumenten: AIMS Passief bewegingsonderzoek Hulpvraag 2 De fijne motoriek, en daarbij vooral de schrijfproblemen Hypothesen: schrijfletters zijn te weinig geautomatiseerd neurologische onrijpheid Meetinstrumenten: 2.1 BHK 2.2 Coördinatietesten, Koek Kinderfysio_19 Softwareleverancier_5 Kinderfysio_4
Kinderfysio_5
Hulpvraag 1 Stoornissen in de motorische ontwikkeling van het kind Hypothesen: Geringe disbalans Onvoldoende bewegingservaring Meetinstrumenten: BSID, Movement ABC BSID, Movement ABC Hulpvraag 2 Huilgedrag bij onrustige baby´s Hypothesen: Gestoorde moeder-kind relatie Voedingsproblemen Meetinstrumenten: 2.1 Eigen ervaring 2.2 Eigen ervaring Hulpvraag 1 Momenteel met name de groep van 0-1 jaar met een licht afwijkende motorische ontwikkeling waaronder asymmetrie achterblijvende hoofdbalans vaak in combinatie met onrust en huilen dus begeleiding bij een moeizame start Hypothesen: Asymmetrisch houding en motoriek als gevolg van moeilijke bevalling en lichte Blokkades Bij prenatuur geboren kinderen: houding te vroeg gestrekt. Op een onnatuurlijke manier is de houding van de zuigelingen te vroeg veranderd en daardoor zie je ook een relatief strekkende en minder gevarieerde motoriek
58
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Meetinstrumenten: AIMS, BSID2 AIMS. BSID2
Kinderfysio_7
Kinderfysio_8
Hulpvraag 2 schoolkinderen met lichte motorische problematiek en daardoor niet goed functioneren op schol, beoordelen en verbeteren Hypothesen: dat Kind mijlpalen wat vertraagt heeft doorlopen en dat motoriek ook wat onvoldoende gevarieerd is en wat onvoldoende kwaliteit heeft. Kinderen, die in aanleg lichte problematiek hebben zoals bij voorbeeld kinderen met een lichte dyspraxie of kinderen met lichte stoornis in het autistisch spectrum. Meetinstrumenten: ABC-Movement, Sensorische Integratie Profile ABC-Movement, Sensorische Integratie Profile Hulpvraag 1 1. Oefeningen en adviezen voor een beter schrijfproduct Hypothesen: 1.1 De pengreep. Dat de pengreep beter moet om tot een beter schrijfproduct te komen. Vloeiendheid Meetinstrumenten: Daar is er geen meetinstrument voor, dat zie je alleen maar uit de observatie VMI, BHK Hulpvraag 2 2. Een afgeplat kopje, dus oefeningen om dat te verminderen Hypothesen: Dat er wat met de cervicale wervelkolom niet goed is heupjes, heupdysplasie Hantering, dat er eenzijdig gehanteerd wordt door het kindje Meetinstrumenten: Plagiocephalometrie (PCM) en mobiliteitsonderzoek Dat is geen meetinstrument, dat is gewoon wat je haalt uit de anamnese en dan geef je adviezen. Hulpvraag 1 Graag tips en adviezen, met name voor de voorkeurshouding dan. Hypothesen: Ouders weten niet goed wat zij moeten doen om het kind de andere kant op te stimuleren. Dat ze daar graag ondersteuning en adviezen in willen. Meetinstrumenten: Plagiocephalometrie (PCM) AIMS Hulpvraag 2
59
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Bij kinderen met een motorische achterstand is wel vaak de hulpvraag van hoe kunnen wij het kind stimuleren om zijn motoriek beter te kunnen doen. Hypothesen: De ouders willen graag achtergrondinformatie, wat er nou aan de hand is. Ouders willen weten hoe het met hun kind gaat, dus hoe de motoriek is ten opzichte van leeftijdsgenoten Meetinstrumenten: 2.1 Movement ABC 2.2 BHK, GHB Softwareleverancier_6 Kinderfysio_2
Kinderfysio_9
Kinderfysio_10
Hulpvraag 1 Kinderen met grof motorische problemen Hypothesen: Coördinatie problemen Zwakke rompbalans Meetinstrumenten: ABC Movement Performance Matrix, ABC Movement Hulpvraag 2 “de fijne motoriek – schrijven.” Hypothesen: Verkeerde penvatting Problemen in de manipulatie van de hand Meetinstrumenten: 2.1 Koek 2.2 Koek, ABC Movement Hulpvraag 1 Schrijfproblematiek Hypothesen: Fijnmotorische achterstan Balansproblemen Meetinstrumenten: AIMS Movement-ABC, BSID, GMFM, VRT, Kingnafik, BHK, Groffmann Hulpvraag 2 Voorkeurshouding Hypothesen: Bevallingsprobleem Tweeling, “dat hele tijd in de verkeerde houding heeft gelegen.” Meetinstrumenten: 2.1 PCM Hulpvraag 1 Heeft mijn kind een motorisch probleem?
60
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Hypothesen: “Wat je nu zegt is heel breed. Want motorisch probleem kan fijnmotorisch zijn, groof-motorisch zijn, kan een neurologisch probleem zijn. ...daar kan ik niet zo direct een antwoord op geven.” Meetinstrumenten: Movement-ABC, BSID2, VMI, BHK, Goniometrie, Kracht Hulpvraag 2 Kun je het verminderen? Hypothesen: Het zelfde als bij hypothesen 1. Meetinstrumenten:
8.13 Bijlage 12: Trefwoord 4 8.14 Bijlage 13: Trefwoord 5 8.15 Bijlage 14: Trefwoord 6 8.16 Bijlage 15: Trefwoord 7 8.17 Bijlage 16: Trefwoord 8 8.18 Bijlage 17: Trefwoord 9 8.19 Bijlage 18: Trefwoord 10 Trefwoord 10: Gebruik en bruikbaarheid van kinderfysio-EPD (K-EPD, 2, 3a, 3b, 5, 6, 7, 14) Softwareleverancier_1 Kinderfysio_1
“Nee, ik werk expres niet met het verslagleggingset van de NVFK. Toen de papierversie er was heb ik het geprobeerd om daarmee te werken, maar daar vond ik het onwerkbaar. Nu zit die verslaglegging min of meer in het EPD, dus nu gebruik ik het wel, de elektronische versie, maar de papierversie vond ik onwerkbaar.” “Ik werkte op papier en ik werk sinds anderhalf maand voornamelijk elektronisch.. De buitenpatiënten doe ik nu nog op papier omdat mijn mobiele internet het nog niet doet.” “Ik ben heel tevreden over mijn programma maar ik heb heel veel wensen. De grafieken waarin de testuitslagen gelezen moeten worden zijn vaak niet overzichtelijk. Dus ik heb nog een papierversie er naast. Ik kan de kwaliteit van wat ik zie vaak nog niet kwijt, wel een meetinstrument, wel
61
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
getallen maar ik kan niet de kwaliteit van bewegen ook nog op een structuur krijgen. Maar deze softwareleverancier doet onmiddellijk wat met suggesties en is heel flexiebel. Ik ben dus heel tevreden over de interface en over de gebruiksvriendelijkheid want ik ben zelf niet een kei in computer en ik kan mijn weg er in vinden.” “Ik kan heel goed klinisch redeneren in mijn dossier. Het hele systeem is opgezet vanuit het klinisch redeneren, vanuit de Robak 2, vanuit de bsn. Dus ik vind het echt drie plusjes waard.” “Ik weet niet of ik in mijn programma gebruik kan maken van richtlijnen, want er zijn ontzettend weinig richtlijnen nog voor kinderfysiotherapie. Ik kan dus wel heel goed gebruik maken van meetinstrumenten, daar staan er heel veel in en worden dus steeds meer, maar richtlijnen kinderfysiotherapie zijn er niet aanwezig. “
Kinderfysio_3
Kinderfysio_6
“In het totaal doe ik zeker 20 tot 25 % aan verslaglegging.” Werkt nog niet met het NDK, omdat het te uitgebreid is, verwerkt data alleen op papier bij kinderen, volwassene met EPD, mist de MovementABC, de VMI en alle testprotocols, het zal korter en eenvoudiger, kan niet klinisch redeneren want het is te uitgebreid, kan niet gebruik van richtlijnen maken want die zijn er nog niet, doet alles in het weekend en s´avonds rond 60 % tijdsinvestering. -werkt met haar EPD in de dagelijkse praktijk -werkt met EPD en op papier (testen worden opgeschreven en vervolgens in software ingezet, heeft voor elk kind ook een papierdossier, werkt bij kinderen, die thuis behandeld worden op papier, maar probeert het meeste toch in de software te doen) -vind anamnestische gegevens lastig in te vullen (er is een soort RPSformulier in software, dat voor kinderen niet altijd goed in te vullen is) -heeft liever gewoon een leeg veld die ik zelf kan invullen -wil, dat verbeteringen sneller komen “Ik ben nu soms 3 kwartier bezig per kind, dat vind ik een beetje zonde van de tijd” -het zou het fijnste zijn, als wij het gewoon kunnen scannen en in het dossier gelijk daarbij bij zetten, dat die dat herkent als tekst -je moet in verschillende veldjes zijn en je moet verschillende items opschrijven, terwijl als ik een verslag moet schrijven, dan maak je automatisch al de stappen van het klinisch redeneren. → dubbelwerk -“Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier kinderfysiotherapie wel – niet klinisch redeneren, want... Ik kan er wel in klinisch redeneren want het bied wel de gelegenheid.” -”Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier wel- niet gebruik maken van richtlijnen, want... Bestaan er niet voor kinderfysiotherapie. Er is een richtlijn van astma bij kinderen en verder zijn er geen richtlijnen.” -investeerd 1,5-2 uur
62
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Softwareleverancier_2 Kinderfysio_17
Werkt dagelijks met NDK, maar de omzetting van papier in elektronisch is soms moeilijk, de praktijk werkt elektronisch vooral omdat het moet, anders wordt het te veel papier, volgens de praktijk kun alles in het EPD verwerkt worden als je zelfs daarvoor zorgt dat het erin gaat staan en dat hebben zij gedaan, van aanbevelingen vanuit het NVFK is niks bekent, “hoor en zie ik niks van”, het NVFK levert nog steeds niet die dingen die zij moeten aanleveren, papierenwerk niet omzetbaar voor softwareleveranciers, wenst zich een programma voor alle deskundigen, dit programma zal niet vanuit het NVFK maar vanuit het KNGF komen. “Anders kun je nog niks met elkaar communiceren en registreren. “, alles zal digitaliseert worden, het NDK moet minder uitgebreid zijn, anders krijg je tijdens in de behandeling sowieso niet alles kwijt, niet realiseerbaar, niet overzichtelijk, het EPD zit te vast in zijn structuur en geeft te weinig vrijheid, de therapeut kan klinisch redeneren nadat zij zelfs daarvoor zorgt en data van papier elektronisch maakt, maar niet in de versie in die het EPD gekocht wordt, ook de richtlijnen zijn te gebruiken omdat zij die zelfs hebben verwerkt, investeert rond 60 % in verslaglegging Softwareleverancier_3
Kinderfysio_11
Kinderfysio_12
NDK wordt gebruikt als lijdraad, maar eerst sinds opleiding verslaglegging, daarvoor voldeed niet aan eisen. Het wordt voornamelijk in elektronisch dossier gewerkt, maar laatste half jaar. „…de anamnese en het onderzoek is daar redelijk goed in te vullen.“, „Dan is het nog voor mij moeilijk de kinderfysiotherapeutische diagnose goed te omschrijven…Daar ben ik gewoon niet me opgegroeid.“, „En wij hebben nog niet alle protocollen daarin staan…“ Protocollen staan alleen voor volwassene therapie in. Testen staan alleen minimaal in. BSID2 en AIMS als vragenlijst. Zijn zo bijzaak en niet hoofdzaak. Klinisch redeneren in programma wel mogelijk. „Als je gewoon de lijn volgt van het programma, dan kan je het klinisch redeneren wel vormen.“ Gebruik van richtlijnen niet mogelijk. „Die zijn er niet in verwerkt.“ „Ik stop gewoon, zeg ma, 10 minuten eerder voor dat mensen de deur uit zijn. Dan heb ik het nog te verwerken. En vroeger behandelde ik echt drie kwartier. „Maar ik denk, dat het steeds meer tijd neemt. Absoluut, ja, de hele verslaglegging. Is net begonnen om alle data voor kinderen ook elektronisch in te voeren, kan tijdens een behandeling niet elektronisch werken, schrijft “nieuwe” patiënten in het EPD, alle anderen zijn nog op papier, kan in het EPD te weinig gebruik maken van richtlijnen en testen omdat die nog niet inzitten, wenst zich minder “klikken”, meer vrijheid in de volgorde van data-invoer, wil graag ook contacten met ouders kunnen aangeven. De therapeut kan wel klinisch redeneren want hij kan belangrijke zaken eruit halen maar hij kan niet met richtlijnen werken
63
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
want die zijn er nog niet, investeert meer dan 30% in verslaglegging. Kinderfysio_15
Kinderfysio_16
-werkt deels met EPD want ze hebben hem een beetje omgezet na ons eigen werk. -werkt in dossier en op papier (scorelijsten staan nog niet in computer, huisbezoeken staan op papier, want anders is het dubbelwerk) -voert de testen niet in het EPD in -in anamneselijst zitten vragen, die je moet dubbel beantwoorde → niet handig -”Wij hebben allerlei protocollen volgen en die protocollen zeggen dan bij voorbeeld u moet nu een test invullen en die heb ik dan al net ingevuld op een ander terrein” → dubbelwerk -al de testen zouden inkomen -“Kun je de volgende zin afmaken: Ik kan in mijn elektronisch dossier kinderfysiotherapie wel-niet klinisch redeneren, want... Wel. Omdat er een hypothese wordt genoemd al aan het begin van de anamnese en op dit moment ga je dan fysiotherapeutische bevinden opschrijven en daarna komt er dan een werkdiagnose te staan. Dus in principe kun ja daar dan je hypotheses bevestigen of laten vallen. -”En kun je ook de volgende zin afmaken: Ik kan in mijn elektronisch dossier wel- niet gebruik maken van richtlijnen, want... Ja, omdat wij zelf richtlijnen hebben gemaakt. “ -investeert ca 40% in totale verslaglegging, 25% zou okay voor haar zijn -werkt dagelijks sinds het softwareprogramma steeds minder met NDK -werkt half op papier en half in dossier, (want op andere locaties is geen computer → later invullen is dan dubbelwerk,, probeert alles, wat in de praktijk gebeurd er in te vullen, maar moet vaak aan het eind van de dag da nog een uur voor zitten) -voert testen niet in en vult die allemaal handmatig op papier in en dat zijn ook dingen die bewaart ze op papier -dingen die ze op huis doet, vult ze later in → dubbelwerk -“Iedere keer moet je bij de testen allerlei dingen invullen. Da denk ik dat zou gewoon een druk op de knop moeten zijn en ik moet alleen maar cijfertjes invullen” -je kunt in haar software moeilijk iets beschrijvende kwijt (alleen in kleine balkjes) -”Ik zou eigenlijk een duidelijker verschil hebben in het softwareprogramma in 0-4 jarigen en ouder” -“Kun je de volgende zin afmaken. Ik kan in mijn elektronisch dossier kinderfysiotherapie wel klinisch redeneren,want... die ruimte is da.” -“Maak de volgende zin af. Ik kan in mijn elektronisch dossier wel – niet gebruik maken van richtlijnen, want... Wij hebben ons eigen protocollen gemaakt en die zijn gebaseerd op de richtlijnen van de KNGF. Dus... Ja.” -investeert zeker dan minstens een half uur zeker tot drie kwartier om het in te brengen en dan moet ze de verslag nog maken Softwareleverancier_4
64
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_13
Gebruikt het NDK maar alleen in schriftelijke versie, kan bij huisbezoeken geen laptop meenemen, vindt het elektronisch dossier nog niet goed, gebruikt het EPD alleen voor verzekeringsgegevens niet voor persoonsgegevens, wenst zich een programma in die alle verzekeringen patiëntengegevens ingevoerd kunnen worden, alle testen zullen in het EPD staan, wenst een programma dat testresultaten automatisch kan uitrekenen, kan niet klinisch redeneren want er is te weinig overzicht in het EPD, maar kan wel van bestaande richtlijnen gebruik maken, investeert rond 15 % in verslaglegging.
Kinderfysio_14
„Ik gebruik het algemene formulier, ik heb het zelf wel ietsjes aangepast. Want ik heb meegedaan met Qualify en toen mist ik een aantal dingen om dat bij Qualify netjes in te vullen. Dus ik heb het voorblad iets veranderd. En ik gebruik de anamneseformulieren en de onderzoeksformulieren van 0 tot 2, maar die heb ik ook veranderd met van 0 tot 4, want ik denk daar is haast geen verschil tussen. En 4 tot 9 jaar. “ “Ik gebruik de papieren om dat in te vullen en ik gebruik het dossier gewoon voor mijn agenda en voor het declareren en dergelijke. Dus de inhoudelijke behandeling die komt niet in de computer nog.” “Wat ik een beetje jammer vind nu bij het dossier wat ik op papier gebruik zijn allemaal vakken in die je kunt invullen en dan van ouders en vervolgens krijg je dan een procesanalyse en dat vind ik gewoon te uitgebreid en wat onoverzichtelijk zoals het nu is. En als dat dan op elektronisch patiënten dossier is, als je dan vijf keer hetzelfde moet invullen, weet je dat kost gewoon te veel tijd. En ik heb ook vaak van zoiets dat je drie keer hetzelfde bewijs van spreken in moet vullen.” “Op papier vind ik wel dat het klinisch redeneren juist gestimuleerd wordt met het formulier. En ik vind ook niet dat het te ver moet doorvoeren. Want dan krijg je dat een aantal stappen die je soms heel snel in je hoofd doet allemaal ontzettend uitgebreid uitgeschreven moeten worden.” “Ik wil wel graag met gebruik maken van richtlijnen, maar voor kinderfysiotherapie zijn ze nog maar heel beperkt. Dus je hebt de richtlijn verslaglegging, richtlijn astma maar je ziet er heel weinig astma kinderen in de praktijk. Enkelletsel, maar dat zijn ook wel speciale kinderen die dan komen.”
Kinderfysio_18
“Ik investeer 20 % denk ik wel ongeveer in verslaglegging.” “Nee. Omdat wij een eigen statusformulier hebben ontwikkeld, voor in het papier dossier map.” “Ja nog op papier. Ja, die [patiëntengegevens] wel allemaal, dat is verplicht.” De testen zijn ook nog op papier. “Dat het heel goed afgestemd is op de kinderfysiotherapie en
65
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
alles wat je nu voor het kwaliteitssysteem moet invullen via of met die kwaliteitsindicatoren.“ Klinisch redeneren: “Ja, dat denk ik wel.” “Ja, de richtlijn verslaglegging, de richtlijn DTF dat staat er allemaal wel in, dat kan.” “Nou dat is bijna 35 % of zo denk ik wel.” Kinderfysio_19 Softwareleverancier_5 Kinderfysio_4
“Ja, ik heb het zowel op papier als ook op mijn computer staan.” “Ik heb het zowel elektronisch als ook op papier dus is het van allebei.” “Ik wil graag symbolen kunnen gebruiken. Ik wil graag dat het programma op werk kan verlinkt werken met mijn PC-programma thuis zodat er een algemeen update ontstaat […]. Ik zou er ook willen dat er nog testen in gaan zitten” Makkelijker navigeren is ook een wens. Klinisch redeneren: “Ja, kan ik wel want het programma kan jou daar ook een beetje door sturen.” Richtlijnen: “...kan ik niet, die zijn er gewoon niet behalve de richtlijn voor astma.“
Kinderfysio_5
“Ik denk rond 45 percent.” -werkt niet in het computerprogramma, benut de kaarten zoals van KNGFgemaakt -doet alles op papier, elektronisch dossier ligt ernaast om aan te wennen en feedback aan de softwareleverancier te kunnen geven. -vullen alles in, wat mogelijk is, maar de rest niet. -wensen: screening voor kinderen invoeren, een aantal gegevens moeten op twee plekken ingevoerd worden -> niet handig -”Terwijl je met kinderen bezig bent is het zo moeilijk om dat ook allemaal ter gelijkertijd in die computer in te vullen” -je kan het alleen goed doen, als je eerst met de kind bezig bent en later alles gaat invullen → dubbelwerk! -niet voor verslaglegging alles nog een keer moeten doen -is te uitgebreid -”in het EPD komt ALLES langs, da moet je ook vrij veel weergeven” -sommige vensters zijn heel klein → onoverzichtelijk in te werken -het systeemmoet vereenvoudigd worden -“ik zou (...)de verantwoording toch een beetje meer bij de kinderfysiotherapeut leggen want ze zorgen dat er in staat wat er in moet staan -”Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier
66
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_7
kinderfysiotherapie wel- niet klinisch redeneren, want... Ja, bij bevindingen kun je altijd een klinische redenering erbij vermelden” -”Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier wel- niet gebruik maken van richtlijnen, want...Die zijn nog onvolledig. (...) Zo, als het softwareprogramma nu is, is het onvoldoende toegespitst op de kinderfysiotherapie -tijdsinvestering is verschillend, “de intake neemt het mij een kwartier, de verslaglegging 3 kwartier tot een uur en bij elke behandeling is het een paar minuten” “De papierversie van de NVFK gebruik ik wel in mijn dagelijks werkproces maar ik vind die een beetje omslachtig. Het is heel veel dubbel invullen, al die vierkante vakken met waar je alle pijltjes moet trekken, ja dat vind ik echt zo onhandig. Dus dat heb ik daar zelf eigenlijk uitgehaald, maar voor de rest vind ik het eigenlijk wel helder. Er staat wel alles in wat je in moet vullen. Het helpt je wel herinneren waar je overal nog aan moet denken.” “Ik probeer nu alle nieuwe patiënten met het elektronisch dossier te doen alleen de journaalgegevens doe ik beide en op papier en op de computer omdat met kinderen met schrijfmotoriek doe je ook heel vaak oefeningen, dus dan heb ik een mapje waar alle oefeningen in zitten. En dan heb ik een journaalblaadje daarvoor zodat ik in mijn mapje kan zien wat ik de vorige keer heb gedaan. Dan vul ik eerst het mapje in en daarna digitaal, zodat ik het digitaal ook goed heb.” “En de rode vlaggen staan algemeen als rode vlaggen in en niet de kinderfysiotherapeutische rode vlaggen. En de diagnosescore kan ik zeer slecht terug vinden in het dossier.” “Ik kan wel klinisch redeneren in het programma, want als je het dossier elke stap doorloopt dan moet je van zelf klinisch redeneren want je krijgt eerst heel mooi het ICF model te zien en dan moet je onderin je hypothesen vormen. En als je eerst je hypotheses vormt en daarna pas het onderzoek dan verplicht je jezelf wel om klinisch te redeneren. Dus dat vind ik in het dossier wel goed.” “Werken met richtlijnen kan wel want het geeft volgens mij aan heb je gebruik gemaakt van richtlijnen en dan moet je dus aangeven of je dat wel of niet hebt gedaan en welke richtlijnen. En ik gebruik ik altijd de standaardrichtlijnen eigenlijk. Dus het zijn maar een of twee richtlijnen die ik gebruik en dat kun je in het dossier wel goed aangeven.”
Kinderfysio_8
“Ik doe ongeveer 30 tot 40 procent aan verslaglegging, of 35 % of zo. “ “Ik gebruik de EPD van mijn softwareprogramma en werk niet met het verslagleggingset van de NVFK. “ “Ik werk voornamelijk elektronisch. Eigenlijk doe ik alleen maar
67
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
elektronisch behalve de testen die nog niet gedigitaliseerd zijn, die doe ik nog op papier.” “Ik kan wel klinisch redeneren en ik kan het helemaal uitschrijven. Ik kan eigenlijk alles wat ik moet doen om de anamnese af te nemen, het onderzoek af te nemen en een behandelplan schrijven.” “Daar is maar een richtlijn in de kinderfysiotherapie dus astma en die heb ik er niet bij in staan, maar die zou ik er in kunnen zetten, alleen ik heb nooit kinderen met astma gehad de laatste tijd. Dus ik maak er geen gebruik van. En de richtlijn is nog niet gekoppeld aan het dossier.” “Ik denk 40% administratieve handelingen.”behandelplan schrijven. Daar is maar een richtlijn in de kinderfysiotherapie dus astma en die heb ik er niet bij in staan, maar die zou ik er in kunnen zetten, alleen ik heb nooit kinderen met astma gehad de laatste tijd. Dus ik maak er geen gebruik van. En de richtlijn is nog niet gekoppeld aan het dossier. Ik denk 40% administratieve handelingen. Softwareleverancier_6 Kinderfysio_2
“De papierversie gebruik ik wel, maar op de laptop kan het niet.” “Voornamelijk in het programma, omdat mijn grootste groep volwassene zijn. […] Voor de meetinstrumenten gebruik ik dan de schriftelijke versie, dus dan op papier. “ “Wanneer jij een brief wild schrijven dat jij dan makkelijker gegevens uit jouw journaal of de eindevaluatie kunt transporteren naar de brief […] met onderzoek, met de testen als dat dan makkelijker kunt verwerken en dat jij daar ook zo een schabloon voor de brieven hebt.“ Klinisch redeneren: “Voor kinderfysiotherapie gaat het nu niet op. De juiste anamnese staat er helemaal niet in.“ Richtlijnen: “Ik kan er niet gebruik maken van richtlijnen, want die staan er niet in.”
Kinderfysio_9
“Ik denk dat het wel 20 procent is dan.” Het wordt met NDK gewerkt. „Omdat je dan eigenlijk het hele proces doorloopt. En dat is gewoon een lijdraad.“ Patiëntenkaart wordt elektronisch aangemaakt. Journaalgegevens zijn op papier. Het wordt gedaan, omdat niet zeker is, welke programma wordt gebruikt, dus kan men zo dubbelwerk voorkomen. Behandelplan en anamnese komen niet in computer. Alleen behandeldata. „…omdat wij moeten declareren met de computer, dus
68
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_10
dat moet je wel.“ Softwareprogramma is ook te beperkt om alles in te voeren. Testen nog niet in. Meetresultaten kunnen nog niet direct aan patiënten dossier kunnen gehangen worden. Klinisch redeneren kan niet. „Ne, met het computerprogramma niet, omdat wij het niet gebruiken.“ Gebruik van richtlijnen gaat niet. „Ja, op dit moment niet, omdat wij dat niet gebruiken.“ 25% van de tijd wordt voor verslaglegging gebruikt. „Administratie is er heel veel werk. En zeker in kinderfysiotherapie. Verslaglegging is heel erg uitgebreid.“ In dagelijkse zorgproces wordt niet met NDK gewerkt. – „Is te uitgebreid. Is niet werkzaam. In de praktijk is het voor ons niet werkzaam.“ Gewerkt wordt voornamelijk op papier. „…het elektronisch dossier is er nog niet goed.“ „…dat wij sneller kunnen werken en overall me naar toe kunnen nemen, naar alle ruimtes, als het op papier staat.“ „En alle testen staan nog niet erin.“ Er ontstaat dubbelwerk. Bij ons softwareprogramma is positief, dat patiënten vragenlijsten thuis kunnen invullen. „Komt dan zo in het dossier te staan.“ Nadeel is, als ze het thuis laten liggen. Soms kan server vol lopen, en je moet wachten. Als je niet tien vinger blind kunt tippen, dan wordt je heel druk met werk. Wat je normaal overslaat, dat moet je nu verplicht aanklikken. Klinisch redeneren wel mogelijk: „Als je het goed opbouwt kun je daarmee goed redeneren.“ Gebruik van richtlijnen gaat ook: „…wel gebruik maken van richtlijnen“ Investering van tijd is te veel. Nu zijn 40% van de hele tijd nodig. Met EPD waarschijnlijk 60%. 10% zou acceptabel zijn: “Dan kunt je namelijk patiëntengericht handelen.”
8.20 Bijlage 19: Trefwoord 11 Trefwoord 11: Knelpunten, wensen en verbeterpunten voor kinderfysio-EPD (K-EPD, 5, 12, 13a) Softwareleverancier_1 Kinderfysio_1
Wensen: “De grafieken waarin de testuitslagen gelezen moeten overzichtelijker.“ Knelpunten en verbeterpunten Testen die nog worden gemist: Sensory Profile en de sensomotorische observatielijst. “Er zit nog geen grafiek bij de AIMS en ik vind het jammer dat er alleen de BSID 3 in staat. Dat is wel de nieuwste, maar die is nog genormeerd naar Nederlandse kinderen. En ik vind echt dat de BSID 2 daar dus ook
69
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
nog in moet.” “Ik vind dat het eigenlijk moet dat je via je elektronische patiënten dossier alle meetinstrumenten volledig zou moeten kunnen gebruiken. Want ik zie wel aan de manier waarop ze ze daar in hebben gedaan dat het in verband met dat ontwijken van copyright doen ze het maar op een bepaalde manier. Maar dan is die toch minder bruikbaar dan wat je op papierversie hebt. Want nu moet je vaak die papierversie daar nog naast houden en eigenlijk zou dat niet moeten hoeven.” Kinderfysio_3
Kinderfysio_6
Mist Movement- ABC, BHK, VMI, algemeen kindertesten, zal het goed vinden als alle testen met copyright erin zitten, het EPD moet korter en overzichtelijker -wil, dat verbeteringen sneller komen “Ik ben nu soms 3 kwartier bezig per kind, dat vind ik een beetje zonde van de tijd” -het zou het fijnste zijn, als wij het gewoon kunnen scannen en in het dossier gelijk daarbij bij zetten, dat die dat herkent als tekst -je moet in verschillende veldjes zijn en je moet verschillende items opschrijven, terwijl als ik een verslag moet schrijven, dan maak je automatisch al de stappen van het klinisch redeneren. → dubbelwerk -“Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier kinderfysiotherapie wel – niet klinisch redeneren, want... Ik kan er wel in klinisch redeneren want het bied wel de gelegenheid.” -”Maak de volgende zin af: Ik kan in mijn elektronisch dossier wel- niet gebruik maken van richtlijnen, want... Bestaan er niet voor kinderfysiotherapie. Er is een richtlijn van astma bij kinderen en verder zijn er geen richtlijnen.” -investeert 1,5-2 uur -mist de bsid2, een aantal vragenlijsten, de AIMS -volledig gebruik van meetinstrument is niet haalbaar, maar het zou mooi zijn Softwareleverancier_2
Kinderfysio_17
wenst zich een programma voor alle deskundigen, dit programma zal niet vanuit het NVFK maar vanuit het KNGF komen. “Anders kun je nog niks met elkaar communiceren en registreren. “, alles zal digitaliseert worden, het NDK moet minder uitgebreid zijn, anders krijg je tijdens in de behandeling sowieso niet alles kwijt, niet realiseerbaar, niet overzichtelijk, het EPD zit te vast in zijn structuur en geeft te weinig vrijheid, mist nog alle meetinstrumenten, wenst zich dat niet alles eerst op papier en dan nog elektronisch moet, kan alleen alle meetinstrumenten gebruiken omdat de praktijk in een groot netwerk zit en daardoor bijna alles kosteloos kan gebruiken Softwareleverancier_3
Kinderfysio_11
Knelpunten: Programma is steeds gebaseerd op volwassene therapie. Meetinstrumenten zijn bijzaak. „Het aanschaffen van een test is gewoon belachelijk duur.“ Meetinstrumenten worden al aangeschaft en nu moet
70
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_12
Kinderfysio_15
Kinderfysio_16
men ze weer betalen met het EPD. Wensen en verbeterpunten: Meetinstrumenten moeten hoofdzaak zijn. Protocollen moeten aan kinderfysiotherapie aangepast worden. Alle grote meetinstrumenten moeten in het EPD. Aanschaffen van meetinstrumenten, protocollen en zo verder kan niet tegen elke prijs wenst zich minder “klikken”, meer vrijheid in de volgorde van datainvoer, wil graag ook contacten met ouders kunnen aangeven, mist nog de BSID 2, de BHK, de KOEK, de GHB, de VMI en verschillende coördinatietesten, zal het prettig vinden als alle testen met copyright erin gaan staan -in anamneselijst zitten vragen, die je moet dubbel beantwoorde → niet handig -”Wij hebben allerlei protocollen volgen en die protocollen zeggen dan bij voorbeeld u moet nu een test invullen en die heb ik dan al net ingevuld op een ander terrein” → dubbelwerk -al de testen zouden inkomen -mist Movement ABC, de VMI, de BHK, de BSID, de DOS -volledige gebruik van een meetinstrument zou mooi zijn, dan moet ze geen dubbelwerk meer doen -“Iedere keer moet je bij de testen allerlei dingen invullen. Da denk ik dat zou gewoon een druk op de knop moeten zijn en ik moet alleen maar cijfertjes invullen” -je kunt in haar software moeilijk iets beschrijvendes kwijt (alleen in kleine balkjes) -”Ik zou eigenlijk een duidelijker verschil hebben in ons softwareprogramma in 0-4 jarigen en ouder” -mist ABC-Movement, VMI, BHK -volledige gebruik aanschaffen is niet goed, want het is altijd betalen, betalen.. Softwareleverancier_4
Kinderfysio_13
Kinderfysio_14
wenst zich een programma in die alle verzekering- en patiëntengegevens ingevoerd kunnen worden, alle testen zullen in het EPD staan, wenst een programma dat testresultaten automatisch kan uitrekenen, mist de BSID 3, zou het goed vind als alle meetinstrumenten in het EPD staan ook die met copyright Wensen: “Ik zou het in goed vinden als het programma heel mooi aansluit op de richtlijn verslaglegging van de KNGF zodat je makkelijk vanuit het EPD, bijvoorbeeld als de zorgverzekeraars graag komen of dat je dingen moet inleveren, dat het heel makkelijk kan en op die manier ook kan aanleveren. En het liefste heel overzichtelijk.” “Het moet in ieder geval erg snel en efficiënt te gebruiken zijn, dat is eigenlijk het allerbelangrijkst. Gewoon de tijd die je daarmee bezig bent” Knelpunten en verbeterpunten
71
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
“Ik mis in de klinimetrie competentie beleving, dus motorische competentie beleving, hoe een kind beleeft, hoe die vind dat die zelf functioneert ten opzichte van zijn leeftijdsgenootjes, wat die vindt waar die goed in is en juist slecht in is. En ook met pijnklachten een goede schaal om kinderen te laten aangeven hoe veel last ze hebben, dus een soort VAS schaal of zo voor kinderen. En eventueel nog een screening om kinderen met een depressie te signaleren.”
Kinderfysio_18
“Mocht het inderdaad veel meer kosten met zich mee brengen, dat ik het gebuik van het meetinstrument elektronisch aan kan schaffen, dan zou ik hem denk ik ook toch eerst met de hand scoren en dan inbrengen in het elektronisch dossier. Ik denk dat het gewoon te duur wordt, verwacht ik.” Wensen “Nou dat het heel goed afgestemd is op de kinderfysiotherapie en dat mis ik nu ook vooral in al die programma`s en alles wat je nu voor het kwaliteitssysteem moet invullen via of met die kwaliteitsindicatoren.” “[…] op zich zal het wel goed zijn als je grafieken en scoren en allemaal in je EPD hebt. En dat je dat kan invullen, dat die dan aangeeft wat het is.” Knelpunten en verbeterpunten Wil testen graag er in staan hebben, maar vraagt zich af hoe het in een programma makkelijk kan worden ingevoerd voor de kinderfysiotherapie.
Kinderfysio_19 Softwareleverancier_5 Kinderfysio_4
Kinderfysio_5
Wensen “Ik wil graag symbolen kunnen gebruiken. Ik wil graag dat het programma op werk kan verlinkt werken met mijn PC-programma thuis zodat er een algemeen update ontstaat[…].” Aanschaffen van meetinstrumenten via EDK zou zij heel fijn vinden. Knelpunten en verbeterpunten “Ik zou er ook willen dat er nog testen in gaan zitten. De MovementABC, de AIMS, het BSID bijvoorbeeld.” “[…]algemeen alle kindertesten staan er nog niet in.” Wil graag makkelijker kunnen navigeren. Wensen screening voor kinderen invoeren, een aantal gegevens moeten op twee plekken ingevoert worden-> niet handig -”Terwijl je met kinderen bezig bent is het zo moeilijk om dat ook allemaal ter gelijkertijd in die computer in te vullen” -je kunt het alleen goed doen, als je eerst met de kind bezig bent en later alles gaat invullen → dubelwerk! -niet voor verslaglegging alles nog een keer moeten doen -is te uitgebreid
72
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
Kinderfysio_7
-”in het EPD komt ALLES langs, da moet je ook vrij veel weergeven” -sommige vensters zijn heel klein → onoverzichtelijk in te werken -het systeemmoet vereenvoudigt worden -“ik zou (...)de verantwoording toch een beetje meer bij de kinderfysiotherapeut leggen want ze zorgen dat er in staat wat er in moet staan -mist ABC-Movement, ODC schaal -volledige gebruik van een meetinstrument: het zou mooi zijn, als je de scores er meteen als berekening uitkrijgt. “Een score en een grafiek, dat is natuurlijk heel praktisch” Wensen: Grotere velden, zodat je een overzicht hebt. Dat je de dingen waar je wat in kunt zetten dat het groter is. “Nou is er maar een regeltje, dan moet je elke keer naar beneden scrollen.” Kinderfysiotherapeutische rode vlaggen in plaats van algemene rode vlaggen “Wat ik trouwens nog wel een puntje vind: Anamnese van 4 tot 9 jaar, of van zuigelingen volgens mij, van 0 tot 2 daar wordt heel vaak gevraagd naar de mondmotoriek. Kijk als ze nou twee zijn dan heb je daar wel wat aan, maar er zijn heel veel velden, wat ik normaal leeg moet laten waar ik dan moet zetten niet van toepassing, niet van toepassing. Dus ik heb wel heel veel velden waar ik niet van toepassing in moet zetten. Dus misschien dat de doelgroepen kleiner worden of zo. En ik zie misschien ook wel te beperkte kinderen in de praktijk, dus voor mezelf moet ik echt heel vaak “niet van toepassing” invullen zodat ik soms denk, ik kan eigenlijk beter het gewone dossier pakken in plaats van het kinderdossier.” Knelpunten en verbeterpunten “Alle testen staan er wel in het dossier. Alleen bij kinderen haal je heel veel uit een observatie en dat is daar een beetje minimaal wat je daar in kunt vullen.”
Kinderfysio_8
Aanschaffen van meetinstrumenten via het elektronisch dossier: Afhankelijk van de gebruiksvriendelijk. “Ligt er heel erg aan hoe het dan digitaal komt en hoe gebruiksvriendelijk het dan is. Want een kind moet ook oefeningen op papier doen. Dus dat is een beetje lastig. Maar ik denk wel dat ik het goed vind want je gaat op gegeven moment helemaal naar de digitale manier en ik denk ook wel dat ik het ga aanschaffen, maar dan moet ik eerst zien of het handig gebruik is of niet.” Wensen “Wat ik graag wil is dat er onder de anamnese tabbladen komen zodat je een tabblad aan kunt klikken en dat je zo veel makkelijker van links naar rechts en van voren naar achteren kan. Dus dat geldt voor de anamnese, maar het geldt ook voor het onderzoek tabbladen, zal handiger zijn.”
73
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
“En dat alle testen, de testbladen die er zijn, dat die gekoppeld worden en dat die digitaal gaan worden. Ik kan ze nu wel aankruisen welk gebruikte meetinstrumenten daar zijn maar ik kan ze niet daaraan vastlinken en dat wil ik wel graag.” “Eigenlijk wil ik wel graag wil dat het eenvoudiger kan. Sneller in te vullen. Ik hoor van alle collega’s doordat het zo veel werk is dat eigenlijk alle collega’s er tegen opzien als een berg. Dus zou ik het prettig vinden, niet alleen voor mezelf maar voor iedereen.” Knelpunten en verbeterpunten “Die testen staan er wel op maar ze zitten er niet bij en dat mis ik dus. Je moet ze allemaal nog zelf opzoeken en opschrijven. Dus er staat nergens hoe je het uit kan werken en dat zou ik wel graag willen dat dat meteen elektronisch kan.” Softwareleverancier_6 Kinderfysio_2
Kinderfysio_9
Kinderfysio_10
Wensen “Meetinstrumenten. Ja, die staan er allemaal niet in. Allemaal nog.” Aanschaffen van meetinstrumenten via het EDK zou heel goed zijn “want dan heb jij het ook direct in het programma en [het meetinstrument] is ook up to date.” “Dat het dossier straks ook wat aansluit aan de vragen die in het qualify staan, zodat jij dat dan ook wat makkelijk daarmee kunt beantwoorden.” Knelpunten en verbeterpunten „Wanneer jij een brief wild schrijven dat jij dan makkelijker gegevens uit jouw journaal of de eindevaluatie kunt transporteren naar de brief[…].” “Met onderzoek, met de testen als dat dan makkelijker kunt verwerken en dat jij daar ook zo een schabloon voor de brieven hebt.” Knelpunten: Programma is gebaseerd op volwassene therapie en niet op kinderfysiotherapie. Meetinstrumenten staan niet in. Softwareprogramma is heel beperkt. „Administratie is er heel veel werk. En zeker in kinderfysiotherapie. Verslaglegging is heel erg uitgebreid.“ Wensen en verbeterpunten: In principe moeten heel vele in. Meetresultaten moeten direct digitaal aan patiëntenkaart kunnen gehangen worden. Het zou handig zijn, als video’s en foto’s aan dossier kunnen gekoppeld worden. Het zou prettig zijn, als tabellen en grafieken kunnen in programma verwerkt en uitgeprint kunnen worden. „Ja, dat is voor ouders wel heel erg duidelijk.“ Knelpunten: Programma is gebaseerd op volwassene therapie en niet op kinderfysiotherapie. Testen staan nog niet in. Men moet dingen aanklikken, die „helemaal misschien niet relevant zijn,“. „En dan zit je, zo als wij niet langs geleden constateerden, met ze drieën aan drie beeldschermen te klikken. En dan denk ik van, is dit nou
74
„Elektronisch Dossier Kinderfysiotherapie – een kwalitatieve evaluatie middels de PRIMA-Methode onder 18 kinderfysiotherapeuten in Nederland“
kinderfysiotherapie Nederlands?“ Het is verplicht om alles intevullen, anders kan je niet verder. EPD kost te veel geld en tijd. – „Ik moet gaan betalen voor het ontwikkelen van de software, ik moet gaan betalen voor het copyright en ik heb alles al hier in het huis liggen. Dus ik betaal eigenlijk dubbel.“ „…dan blijkt het in een keer tegen e praktijkvoering te werken.“ „Maar je kunt niet met kinderen werken en tegelijkertijd beeldscherm vullen.“, „Kinderen heb je gewoon je aandacht bij nodig.“ Bij ouders kan je soms misschien tussen door wat in tippen. Je bent „dus drie uur daarna nog bezig om uit te tippen. Want dat verlangt het system.“ De vraag is: „Verbetert het echt de kwaliteit?“ Wensen en verbeterpunten: Meer capaciteit voor server, dat men niet wachten moet, als hij vol loopt. Misschien kan het „clickable“ worden, voor diegene, die niet 10 vinger blind tippen kunnen. Het moet niet alles verplicht worden. „Die verplichting zou daar af moeten. Dat is dan meer je eigen verantwoording.“, „Dus dat ik mijn eigen ding erin kan zetten.“ Software moet meer flexibel zijn. Je moet je eigen testen erin kunnen zetten. Movement-ABC, VMI, BSID2 en BHK moeten daar standaard in zijn. „Dus uiteindelijk moet tarief omhoog, dat doet het niet, en ik ben heel veel tijd kwijt. Nou, dat lijkt dus eigenlijk, als je kijkt naar goed ondernemerschap, moet je daar niet aan beginnen.“ Dus niet twee keer voor meetinstrumenten betalen.
75