9. Zuid // El Salvador “Geweldpreventie door een integrale, professionele vorming en directe toeleiding naar de arbeidsmarkt” 9.0 Lijst van veel gebruikte afkortingen ARENA BNP CAFTA CAM CFP CV DGD FMLN (I)HDI ILO INSAFORP IOP MFE MINED MTPS NEET OB OIL PRG TVSD
Alianza Republicana Nacionalista – rechts-conservatieve politieke partij Bruto nationaal product Central America Free Trade Agreement Centraal Amerika Centro de Formación Profesional – centrum voor beroeps- en technische opleiding Capaciteitsversterking Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp Frente Farabundo Martí de Liberación Nacional – linkse politieke partij (Inequality adjusted) human development index International Labour Organisation – Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) Instituto Salvadoreño de formación práctica Indirecte operationele partner Modalidades Flexibles de Educación Ministerio de Educación Ministerio de Trabajo y Previsión Social Not in employment, education or training Ontwikkelingsbureau Oficina de Intermediación Laboral – tewerkstellingsbureau Programma Technical and Vocational Skills Development
9.1 Contextanalyse El Salvador Ontwikkelingsindicatoren: Laag middeninkomensland1 Gini: 48,3 – hoog (2010)2 IHDI: 0,4993 HDI ranking: 107 / 1874 Onderwijsindicatoren: Gem. aantal jaren onderwijs (volwassenen): 7,5 5 Alfabetiseringsgraad (bevolking > 15jr.): 81,1%6 De contextanalyse is tot stand gekomen in vier (gedeeltelijk overlappende) fasen: in een eerste fase werden de OBs waar VIA Don Bosco mee samenwerkt uitgenodigd om – i.s.m. de centra voor beroeps- en technisch onderwijs en eventuele stand-alone tewerkstellingsbureaus “onder hun hoede” (i.e. deel uitmakend van de salesiaanse Provincies die VIA Don Bosco als strategische partners beschouwd) – een analyse uit te voeren van de situatie waarin het beroeps- en technisch onderwijs in ieder partnerland zich 1
Zie: http://data.worldbank.org/country/el-salvador Zie: http://data.worldbank.org/indicator/SI.POV.GINI 3 Zie: http://hdrstats.undp.org/en/countries/profiles/SLV.html 4 Ibid. 5 Ibid. 6 Ibid. 2
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 1/30
bevindt en de meerwaarde die zij zelf in deze context leveren. Deze analyse concentreerde zich hoofdzakelijk op: 1) de identificatie van “kansarmoede” en het profiel van de eindbegunstigden die door de opleidingscentra en tewerkstellingsdiensten bereikt worden; 2) (de evolutie van) de economische situatie, i.h.b. tewerkstellingsmogelijkheden voor kansarme groepen, het overheidsbeleid dat hierrond gevoerd wordt en de relevante (overheids)instanties; 3) (de evolutie van) de situatie van het beroeps- en technisch onderwijs en de mate waarin het een antwoord biedt op de uitdaging om kansarme groepen perspectief op waardig werk te bieden, ook gezien het bestaande overheidsbeleid; 4) de kansen en bedreigingen die de centra en tewerkstellingsdiensten zien in deze context en de manier waarop ze op de context willen inspelen, gezien hun eigen sterktes en zwaktes. In een tweede fase -- toen duidelijk was welke IOPs zouden worden geselecteerd vanwege coherentie tussen hun analyse en aangegeven prioriteiten en die van VIA Don Bosco – identificeerden de geselecteerde POs samen met VIA Don Bosco met welke externe actoren zij rekening moeten houden (ofwel omdat deze een invloed hebben op wat de POs willen bereiken; ofwel omdat ze beïnvloed worden door de acties van de POs). Dit ook om de POs te stimuleren in hun reflectie rond mogelijke synergie met andere actoren. Al deze elementen van analyse werden meegenomen in het uittekenen van te bereiken resultaten en het plannen van activiteiten. In een derde fase toetste VIA Don Bosco de analyse van de partners af tegen haar eigen analyse (die ondertussen ook gevoed was door een externe analyse die verder inzicht bood in de sterktes en zwaktes van de POs en door “literatuurstudie”). Dit liet verder overleg toe over de te behalen resultaten en de manier van aanpakken, gegeven de context van ieder partnerland. In een laatste fase is VIA Don Bosco verantwoordelijk voor het verzoenen van de verschillende gegevens en het inhoudelijk op punt zetten van de contextanalyses, i.h.b. het onderbouwen met vakliteratuur.
A. Politieke, socio-economische en milieusituatie van het land: De republiek El Salvador, gelegen in Centraal Amerika en begrensd door Honduras en Guatemala, telt 6,1 miljoen inwoners waarvan één op vier in de hoofdstad San Salvador woont. El Salvador is het kleinste en dichtst bevolkte land van Centraal Amerika. De gemiddelde leeftijd bedraagt 25 jaar en één Salvadoraan op vijf is tussen de 15 en de 24 jaar oud. De meeste Salvadoranen zijn mesties (86%); van het overige deel van de bevolking is 13% blank en 1% inheems. El Salvador kende een sterke verstedelijking de afgelopen decennia: in 2010 leefde 64% van de totale bevolking in een urbane context. De grootschalige “rurale exodus” die hiertoe heeft geleid is voornamelijk het gevolg van armoede op het platteland.7 El Salvador ging de afgelopen decennia gebukt onder een gruwelijke burgeroorlog (jaren 1980) en een opeenvolging van natuurrampen. Bovendien wordt de Salvadoraanse samenleving sterk gekenmerkt door sociale ongelijkheid en het probleem van de maras: jongerenbendes die vaak duizenden leden tellen en voortdurend op voet van oorlog met elkaar leven. Wat betreft haar politieke systeem, zien we een historische tweespalt tussen de linkse FMLN en de rechtse ARENA-partij. Deze tegenstelling reflecteert een diepgewortelde verdeeldheid in de samenleving, die loopt langs de lijnen van de socio-economische kloof tussen arm en rijk. Deze kloof heeft het land lange tijd tegengehouden om te evolueren naar een meer democratische politieke cultuur. Sinds 2009 echter wordt de republiek – zonder al teveel tumult van rechts – geleid door Mauricio Funes, een links georiënteerde president die behoort tot de FMLN partij.8 Voor het eerst in 20 jaar tijd wordt het land niet meer geregeerd door de conservatieven, en de bevolking koestert hoge verwachtingen ten aanzien van haar nieuwe regering9. Er werd aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft het tegengaan van de sociale ongelijkheid en het promoten van sociale vangnetten. Een belangrijk punt op de politieke agenda is het voorstel om een universeel sociaal beschermingssysteem in het leven te roepen, waarmee een nieuw programma, de Comunidades Solidarias Urbanas, specifiek gericht is op het ondersteunen van kansarme huishoudens die in de marginale buitenwijken van
7
CIA (2013). The World Factbook – El Salvador. [Online] Zie : https://www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/geos/es.html (laatst geraadpleegd: 30/07/2013) 8 De FMLN, Frente Farabundo Martí para la Liberación Nacional, was oorspronkelijk een linkse guerilla-bewegingt, die met succes is getransformeerd tot een grote, “mainstream” politieke partij. 9 Bertelsmann Stiftung (2012). BTI 2012 El Salvador Country Report. [Online] Zie: http://www.btiproject.org/countryreports/lac/slv/ (laatst geraadpleegd: 31/07/2013).
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 2/30
de grootsteden leven. Desalniettemin is er nog een lange weg te gaan, vooral met betrekking tot armoedebestrijding, het aanzwengelen van de economie en het bestrijden van het geweld.10 Hoewel El Salvador het kleinste land van Centraal Amerika is, heeft het de op drie na grootste economie. Het land werd zeer zwaar getroffen door de mondiale economische crisis van 2009, maar na een aantal jaren van minimale economische groei lijkt er terug een lichte opwaartse trend te zijn met een groei van 1,5% in 2012. Om de economie te stimuleren, heeft de regering geprobeerd om nieuwe exportmarkten aan te boren en buitenlandse investeerders aan te trekken. Dankzij het CAFTA-vrijhandelsakkoord vertoont de export sinds 2006 een licht stijgende trend.11 De economie van El Salvador is zwaar geïndustrialiseerd, en een relatief laag percentage van het BNP (11%) komt uit de landbouwsector. De dienstensector is veruit de grootste, zowel in termen van bijdrage aan het BNP (58,7%) als in termen van tewerkstelling (58,2%) De belangrijkste industrieën zijn: voeding, dranken, petroleum, tabak, chemische producten, textiel en meubels. De handelsbalans wordt verder in evenwicht gebracht door buitenlandse hulp en door de inkomsten die uitgeweken Salvadoranen vanuit het buitenland naar achtergebleven familieleden opsturen. De zogenaamde remesas maken bijna 20% uit van het BNP. In 2001 schakelde El Salvador over op de US dollar als officiële munt.12 Wat betreft het economische beleid van de regering Funes, wordt er gestreefd naar een verzoening tussen de beginselen van de vrije markt – een belangrijke verworvenheid van de rechtsgeoriënteerde regeringen van de ARENA-partij – met een aandacht voor socio-economische ongelijkheden en armoedebestrijding. Dit nieuwe stadium in El Salvadors economisch beleid wordt ook wel omschreven als een sociaal verantwoorde vrije marktdemocratie.13 Anderzijds dient opgemerkt te worden dat – ondanks de oprichting van de vrij adequate en efficiënte economische beleidskaders – de hoge misdaadcijfers, tekortkomingen in het Salvadoraans gerechtelijk systeem en een relatief lage scholingsgraad van de werkkrachten, de belangrijkste obstakels vormen voor een gezonde marktcompetitie, aangezien dit elementen zijn die zaakvoerders afschrikken om te investeren en hun handelsactiviteiten in El Salvador uit te breiden. Een prangend maatschappelijk probleem dat drukt op El Salvadors groei en ontwikkeling als middeninkomensland, is dat van geweld. El Salvador is één van de gevaarlijkste landen ter wereld, met een gemiddeld aantal moorden dat – afhankelijk van de bron – varieert van 10 tot 14 per dag. Dit is meer dan vele landen in een oorlogssituatie. Nergens ter wereld komt meer femicide voor dan in El Salvador.14 De massale aanwezigheid van de maras in en rond de grootsteden, het probleem van straffeloosheid als gevolg van een gebrekkig rechtssysteem, de geografische positie van El Salvador op de Centraal Amerikaanse drugstrafiekroute, aanhoudende armoede en structurele socio-economische ongelijkheid kunnen beschouwd worden als de belangrijkste motoren van het klimaat van geweld en onveiligheid.15 Ondanks de economische groei en politieke stabiliteit die El Salvador de laatste decennia heeft ervaren, leeft meer dan één Salvadoraan op drie (42,2%) onder de nationale armoedegrens; in stedelijke gebieden wordt één huishouden op drie getroffen, en 12,3% van de bevolking leeft in extreme armoede16. Op de HDI bevindt El Salvador zich onder het regionale gemiddelde en het land scoort ondermaats op indicatoren die verwijzen naar gelijkheid, gemiddelde scholingsgraad, alfabetisme en de kwaliteit van onderwijs. Net als in vele andere landen in Latijns-Amerika, wordt het grootste sociale probleem gevormd door de aanhoudende socio-economische ongelijkheid en sociale exclusie. Ondanks de inspanningen die de regering Funes levert om sociale, politieke en economische kansen te creëren voor alle Salvadoranen, ongeacht hun afkomst of achtergrond, blijft het reële effect op de levenskwaliteit van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen gering. Het zijn vooral vrouwen en inheemsen die geconfronteerd worden 10
Bertelsmann Stiftung (2012) CIA [online] 12 CIA [online] 13 Bertelsmann Stiftung (2012). 14 Ayala, E. (2013). El Salvador weer opgeschrikt door brutale vrouwenmoorden. MO* Magazine [Online] Zie: http://www.mo.be/artikel/el-salvador-weer-opgeschrikt-door-brutale-vrouwenmoorden (laatst geraadpleegd: 05/08/2013). 15 ibid 16 ILO (2007). Decent work country programma: El Salvador. [Online] Zie: http://www.ilo.org/public/english/bureau/program/dwcp/download/elsalvador.pdf (laatst geraadpleegd: 02/08/2013). 11
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 3/30
met discriminatie. De Gender Gap index van UNDP bedroeg 0,66 in 2011. Inheemse Salvadoranen (waaronder de Nahau-Pipil, de Lenca en Cacaopera) worden pas sinds vorig jaar grondwettelijk erkend als bevolkingsgroep; een eerste stap naar het herstel van hun culturele identiteit. Voorheen werden het bestaan en de rechten van de inheemse bevolking – die, afhankelijk van de autoriteit die de tellingen uitvoert, varieert van 0,7 tot 17% van de samenleving – ontkend.17 Ook wat betreft onderwijs en scholingsgraad is de sociale ongelijkheid sterk voelbaar.18 Ondanks de vooruitgang die gedurende de laatste 20 jaar werd geboekt, wordt het onderwijssysteem nog steeds gekenmerkt door hoge drop-out en ernstige tekortkomingen op het vlak van kwaliteit. In vergelijking met zijn regionale “peers” heeft de werkende bevolking van El Salvador een erg lage scholingsgraad en ontbreekt het de actieve bevolking aan competenties die op de werkvloer vereist zijn. Volgens data van het UNDP Human Development Report 2010 had slechts één Salvadoraan op vijf van 25 jaar of ouder een diploma middelbaar onderwijs. 14% van de werkende bevolking heeft geen enkele vorm van onderwijs genoten, 55,3% van de werkende jongeren heeft enkel een diploma basisonderwijs op zak19. De UNDP benadrukt dat het accent binnen het sociale beleid gelegd dient te worden op die beleidsmaatregelen die zich focussen op onderwijs en de toename aan werkgelegenheid voor jongeren. Dit sluit aan bij het gegeven dat het vooral dit deel van de bevolking is die moeilijkheden ondervindt bij het betreden van de arbeidsmarkt. Analyses van de ILO en het MTPS wijzen uit dat El Salvador er niet in slaagt voldoende tewerkstelling te genereren.20 Meer dan 70% van de jobs bevindt zich in de informele sector en de kleine landbouw. De werkloosheidsgraad onder 18 tot 24-jarigen bedraagt 14,2%, gevoelig meer dan het nationale gemiddelde van 7,3%.21 Méér dan één vrouw op drie tussen 20 en 24 jaar is werkloos. Voor de overheid blijven economische overwegingen sterk primeren op milieugerelateerde bezorgdheden. Volgens een rapport van de Bertelsmann Stiftung, heeft het land op ecologisch vlak vooral te kampen met watervervuiling en ontbossing. Niet minder dan 80% van de Salvadoraanse bossen zijn gekapt, waarmee het land het “schopte tot” het tweede meest ontboste land van het continent. De regering Funes erkent expliciet de schade die de afgelopen decennia door andere regeringen werd teweeg gebracht, en met de actieve inmenging van een hele waaier aan milieuorganisaties worden stappen gezet met het oog op de bescherming van het Salvadoraanse ecosysteem. In tegenstelling tot het engagement van de overheid en de civiele maatschappij om het milieu te beschermen, is het echter nog niet helemaal duidelijk in welke mate hun inspanningen echt effect zullen hebben, of in hoeverre de politieke leiders in staat (bereid?) zullen zijn de nieuwe milieuregels efficiënt af te dwingen.22
B. Situatie op vlak van beroeps- en technisch onderwijs / skills development en integratie in de wereld van het werk: Het legaal kader in El Salvador dat betrekking heeft op TVSD voor jongeren, wordt bepaald door drie centrale assen: onderwijs, jeugd en tewerkstelling.23 De Ley General de Educación of algemene 17
Ayala, E. (2012). Op de inequality-adjusted education index van UNDP scoort El Salvador 0,429 (107/186 landen). Zie : http://hdrstats.undp.org/en/indicators/71406.html (laatst geraadpleegd: 05/08/2013). Een voorbeeld: wanneer we de oorzaken bekijken waarom Salvadoraanse jongeren niet aan het werk zijn, zien we dat “studies” het belangrijkste motief vormen: 86% van de jongens vs. 50% van de meisjes tussen 15 en 24 jaar geven aan niet aan het werk te zijn omdat ze studeren. 43,5% van de jonge vrouwen vallen onder de noemer van NEET, omdat ze zich moet wijden aan huishoudelijke taken. 19 Ministerio de Trabajo y Previsión Social (2011). Plan de acción nacional de empleo juvenil 2012-2024 El Salvador. [Online] Zie: http://www.slideshare.net/dikerd/plan-de-accion-nacional-de-empleo-juvenil-2012-2024 (laatst geraadpleegd: 02/08/2013). 20 ILO (2007); Ministerio de Trabajo y Previsión Social (2011) 21 CIA [online] 22 Bertelsman n Stiftung (2012) 23 Valle, X. (2012). El Salvador: Sistema Nacional de Cualificaciones Profesionales. El Salvador: Organización de Estados Iberoamericanos para la Educación, la Ciencia y la Cultura. [Online] Zie: http://fr.slideshare.net/EUROsociAL-II/informeeurosocial-sncp-el-salvador (laatst geraadpleegd: 05/08/2013). De paragrafen die volgen hebben als voornaamste bron het zonet geciteerde EUROsociAL rapport rond nationale kwalificatiesystemen, en anderzijds de verschillende wetgevingen die worden besproken. Zie: http://www.mined.gob.sv/; http://www.injuve.gob.sv ; http://www.mtps.gob.sv/; http://www.insaforp.org.sv/; http://www.educame.edu.sv/. 18
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 4/30
onderwijswet legt de algemene doelstellingen van het onderwijs vast in al zijn niveaus en modaliteiten, met de karakteristieken van de nationale curricula, het evaluatie- en accreditatiesysteem, rechten en plichten van studenten, ouders en leerkrachten, etc. Deze wet normeert bovendien de dienstverlening van private en publieke onderwijsdienstverleners. Het onderwijssysteem is opgedeeld in twee modaliteiten: formeel en niet-formeel onderwijs. Het formeel onderwijs, dat onder de bevoegdheid van het Ministerio de Educación (MINED) valt, bestaat uit het volgende traject: Educación Parvularia (4 tot 7 jaar) – Educación Básica 1ste en 2de cyclus (7 tot 13 jaar) – Educación Básica, 3de cyclus (13 tot 16 jaar) – Bachillerato General (2 jaar) / Técnico Vocacional (3 jaar). Om een antwoord te bieden op de problemen van de lage scholingsgraad, de hoge drop-out en de tekortkomingen op het vlak van kwaliteit, ontwierp het MINED het Plan Nacional de Educación 2012. Dit plan heeft echter enkel betrekking op het formele onderwijs, en in de praktijk blijkt dat de beloofde inspanningen ten behoeve van het (formeel) technisch en beroepsonderwijs vaak dode letter blijven. Het niet-formeel onderwijs heeft als doel om kennis te vervolledigen of op te frissen en op die manier vorming te voorzien in academische en beroepsgerichte vaardigheden, zonder strikt gebonden te zijn aan het systeem van graden en niveaus van het formele onderwijs. Het is systematisch en wil beantwoorden aan noodzaken op korte termijn, zowel van individuen als van de samenleving. Voor het niet-formeel, beroepsgericht onderwijs is het INSAFORP verantwoordelijk, dat in 2000 werd opgericht binnen het kader van de Ley de Formación Profesional. Het instituut heeft als belangrijkste uitdaging om de bevolking voor te bereiden op waardig werk, om op die manier de innovatie, productiviteit en concurrentievermogen te stimuleren. De directie van INSAFORP heeft een drieledige structuur: vertegenwoordigers van verschillende ministeries (werk, economie en onderwijs) zitten samen aan tafel met vertegenwoordigers van de bedrijfswereld en met vertegenwoordigers van de arbeiders (aangeduid door de vakbonden). Wat betreft TVSD-dienstverlening, kan opgemerkt worden dat INSAFORP slechts over één eigen Centro de Formación Profesional (CFP) beschikt. Om zijn TVSD-programma’s uit te kunnen voeren, werkt INSAFORP volgens een systeem van openbare aanbestedingen, waarbij CFPs op financiële en operationele ondersteuning kunnen rekenen om hun opleidingen aan te bieden. De CFPs en hun docenten moeten geaccrediteerd zijn om hiervoor in aanmerking te komen. De programma’s24 zijn gericht op twee doelgroepen in het bijzonder: werknemers in loonarbeid, en sociaal kwetsbare bevolkingsgroepen (met een speciale focus op jongeren en vrouwen, alleenstaande moeders, werklozen en jongeren in een sociale risicosituatie). De eindbegunstigden van INSAFORP kunnen hun opleiding volledig gratis volgen. Verder is er het Instituto de Modalidades Flexibles de Educación (MFE), een overheidsorgaan dat onderwijsdiensten levert aan kwetsbare jongeren en volwassenen met een schoolachterstand die hun derde cyclus basisonderwijs of hun bachillerato alsnog willen afmaken. Door opportuniteiten te creëren voor flexibel onderwijs, wil dit instituut alle Salvadoranen de kans bieden om op zijn minst 11 jaar school te lopen, ongeacht hun leeftijd, familie, werk of levensomstandigheden. Wat betreft de formele bachillerato técnico vocacional, biedt MFE modulaire cursussen aan in samenwerking met privé-CFPs, waarmee het structurele partnerovereenkomsten aangaat. Zo bv. tijdens PRG 2011-2013 ook met één van de IOPs van VIA Don Bosco.25 Voor kansarme jongeren en volwassenen met een diploma secundair onderwijs is er het programma Red MEGATEC, waar technische en technologische vormingen binnen educación media-superior worden voorzien. Binnen dit netwerk zijn er ook tewerkstellingsdiensten.26
De Ley de Juventud of jongerenwet is gericht op de integrale ontwikkeling van de jonge bevolking en hun actieve participatie in de verschillende “sferen” van het dagelijkse leven. De wet werd gestemd in 2012 en schetst het legale kader voor alle acties van de staat die gericht zijn op de implementatie van programma’s, strategieën en plannen rond jongerenbeleid. Dit beleid, “Política Nacional de Juventud 24
De programma’s die relevant zijn voor de CFPs die deelnemen aan het PRG zijn: Programa Empresa Centro, Programa Hábil Técnico Permanente, Programa Nacional de Formación Continua Área Técnica. (Zie: 25 Aan het eind van 2012 werd het partnerschap tussen MFE (MINED) en het CFP Ricaldone verlengd met vier jaar. Het CFP biedt via MFE opleidingen aan in: Electricidad Residencial e industrial, Estética y Belleza, Mecánica Automotri, Asistente Administrativ, Soporte Técnico y Desarrollo Administrativo de Redes. 26 Guzman, J.L. (2012). Experiencias educativas en El Salvador: EDUCAME y MEGATEC (2005-…) [Online] Zie: http://www.academia.edu/3805136/Experiencias_educativas_en_El_Salvador_EDUCAME_y_MEGATEC (laatst geraadpleegd: 06/08/2013).
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 5/30
2011-2024”, bevat twee belangrijke elementen voor het VIA Don Bosco PRG: het recht van iedere jongere op formeel én niet-formeel onderwijs, alsook het recht op een eerste job (primer empleo) die compatibel is met hun academische en familiale verantwoordelijkheden, in waardige condities en met gelijkheid van kansen. Dit laatste element vormt een belangrijk onderdeel van de Políticas de Promoción del Empleo Juvenil, een speciale sectie binnen de wet die gewijd is aan jeugdtewerkstelling. Het ministerie bevoegd voor jeugdtewerkstelling is het MTPS, i.s.m. het Instituto Nacional de la Juventud. Een belangrijk beleidsdocument is het Plan de Acción Nacional de Empleo Juvenil 2012-2024, waarin de weg vrij wordt gemaakt voor de ontwikkeling en implementatie van strategieën die jongeren toelaten om hun eigen “trajecten naar waardig werk” vorm te geven. Het plan is gericht op de capaciteitsversterking van het MTPS, alsook de toegang tot TVSD, de kwaliteit en relevantie van de opleidingen en de toeleiding naar de wereld van het werk en micro-ondernemerschap. Verder is er Red Nacional De Empleo, dat m.b.v. een online portaal bemiddelt tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en hiertoe ondermeer jobbeurzen organiseert en begeleiding biedt in de zoektocht naar werk. Zoals verderop zal blijken, is de interventie van het PRG 2014-2016 zeer coherent met het Salvadoraans beleid terzake. De vele beleidsdocumenten, instituten en programma’s getuigen ervan dat de Salvadoraanse overheid overtuigd is van het belang van TVSD, speciaal met het oog op het verhogen van de tewerkstelling van kwetsbare jongeren. Dit is een noodzakelijke respons op de maatschappelijke problemen van jongerengeweld, lage scholingsdraad en socio-economische ongelijkheid waarmee de samenleving te kampen heeft. In deze context heeft ook de notie rond het toeleiden van jongeren naar waardig werk sterk aan belang gewonnen. “Waardig werk” wordt in verschillende beleidsdocumenten geïntegreerd als centrale doelstelling van de tewerkstellingspolitiek; een mooi voorbeeld hiervan is het eerder besproken Plan de Acción Nacional de Empleo Juvenil 2012-2024, dat tot stand kwam binnen het Decent Work Programme 2008-2011 van de ILO in El Salvador. De focus in dit actieplan ligt op de toeleiding naar de formele arbeidsmarkt, waar verder onderscheid gemaakt kan worden tussen kleine lokale bedrijfjes en de nationale divisies van grote multinationals. Volgens de ILO is de informele sector minder aangewezen als generator van waardig werk, omdat het aanbod veel minder stabiel is en er geen garantie is dat tegemoet gekomen wordt aan de minimumstandaard voor waardige arbeidscondities.27 De voornaamste technische en financiële partners voor TVSD van de Salvadoraanse overheid (en met name van INSAFORP) zijn: USAID (in het kader van het bilaterale Iniciativa Asocio para el Crecimiento: Programa para Mejorar el Acceso al Empleo – uitgevoerd door CARANA; Jovenes Constructores – uitgevoerd door Catholic Relief Services),28 de Europese Commissie (programma EUROsociAL), de ILO (Centro de Internacional de Formación, OIT), GIZ, Swiss contact en JICA. De lokale civiele maatschappij – waaronder de privé-aanbieders van beroeps- en technisch onderwijs – wordt betrokken in de officiële politiek en het beleid dat gevoerd wordt. Net omdat zowel MINED als INSAFORP niet over een groot aantal eigen educatieve instellingen beschikken, is het erg belangrijk dat ze partners (CFPs, tewerkstellingbureaus, etc.) identificeren die kunnen helpen om de beleids- en actieplannen te realiseren. De overheid geeft in haar officiële politiek m.a.w. expliciet te kennen dat ze op privé-aanbieders rekent om ervoor te zorgen dat er voldoende aanbod is op vlak van beroeps- en technisch onderwijs. Als we mogen afgaan op de getuigenissen en ervaringen van onze POs in El Salvador, worden TVSD-centra zeker betrokken in structureel overleg rond TVSD en tewerkstelling. Zo zijn er in het kader van het USAID programma “Mejorar el Acceso al Empleo” zogenaamde mesas técnicas waar vertegenwoordigers van de ministeries van werk en onderwijs, lokale alcaldías, CFPs (waaronder verschillende van onze IOPs, maar ook andere private en publieke TVSD-aanbieders) en managers uit het bedrijfswezen samenwerken rond strategieën ter bevordering van jongerentewerkstelling.
C. El Salvador als partnerland – Ervaring en lessons learned Bij de selectie van partnerlanden houdt VIA Don Bosco rekening met drie types criteria: 1) relevante contextuele factoren vertaald in algemene ontwikkelingsindicatoren; 2) coherentie tussen de prioriteiten 27
ILO (2007). USAID (2013). Mejorar el Acceso al Empleo. [Online] Zie: http://www.accesoalempleo.org (laatst geraadpleegd: 06/08/2013). 28
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 6/30
van de partners en die van VIA DB; 3) coherentie met het beleid dat de (medefinancierende) back-donor voert op vlak van landenselectie. De factoren die voor de selectie van El Salvador pleitten, zijn: - sociale ongelijkheid en onderwijsongelijkheid
- prioritaire aandacht voor kansarme groepen - prioritaire aandacht voor kwaliteitsvol beroepsen technisch onderwijs voor jongens en meisjes + aandacht voor tewerkstelling - bestaande antenne van ontwikkelingsbureau in San Salvador, die structureel verankerd is in de institutionele structuur van de partners - behoort tot de lijst van 50 landen waartoe Belgische NGO’s hun door DGD medegefinancierde interventies dienen te beperken - aanzienlijke mogelijkheden tot belgo-belge synergie en zo goede kans op hogere impact van Belgische OS
TYPE 1 CRITERIA: relevante contextuele factoren vertaald in algemene ontwikkelingsindicatoren
TYPE 2 CRITERIA: coherentie tussen de prioriteiten van de partners en die van VIA Don Bosco
TYPE 3 CRITERIA: coherentie met het beleid dat de back-donor voert (i.h.b. op vlak van landenselectie)
VIA Don Bosco ondersteunt sinds 2008 partners in El Salvador. Tijdens PRG 2011-2013 was El Salvador “onderdeel” van het deel-PRG Centraal Amerika en één van de 25 partnerlanden van VIA Don Bosco. Gedurende deze periode werd binnen de sub-sector van beroeps- en technisch onderwijs gewerkt en werd ingezet op 5 resultaatsdomeinen: toegang tot beroeps- en technische opleidingen; betere kwaliteit van de opleidingen; betere doorstroming naar de arbeidsmarkt; socioculturele integratie van de eindbegunstigden; en institutionele versterking van de partnerorganisaties. Tijdens PRG 2011-2013 is een totaalbudget van 344.204 EUR voorzien voor El Salvador29 en wordt samengewerkt met één opleidingscentrum van de salesianen van Don Bosco dat inzet op de 5 genoemde resultaatsgebieden – het Instituto Técnico Ricaldone (San Salvador, dept. San Salvador). Door de concentratie van middelen op een aanzienlijk kleiner aantal partnerlanden, is VIA Don Bosco de komende jaren in de mogelijkheid om meer opleidingscentra te ondersteunen in El Salvador. Naast het reeds genoemde Instituto Técnico, zijn voor PRG 2014-2016 geselecteerd: Ciudadela Don Bosco (Syapango, dept. San Salvador) en Colegio San José (Santa Ana, dept. Santa Ana). De afgelopen jaren heeft het Instituto Técnico Ricaldone zich binnen de sub-regio Centraal Amerika geprofileerd als de trekker achter de ontwikkeling van een set van nieuwe, op marktgerichte competenties gebaseerde curricula en leerprogramma’s. Tijdens de komende PRG-periode worden de andere geselecteerde centra in El Salvador betrokken bij het leertraject rond competentiegerichte opleidingen, en wordt werk gemaakt van de implementatie van de nieuwe leerprogramma’s. Dit nieuw aanbod betekent niet enkel een verbetering op vlak van de kwaliteit en relevantie van de opleidingen die worden ingricht, het is ook bedoeld om een permanente werking te verzekeren en de duurzaamheid van de opleidingscentra te verberen. Sinds enkele jaren werkt het INSAFORP met een systeem van openbare aanbestedingen. Volgens dit principe moeten erkende opleidinscentra wedijveren voor opdrachten die erop gericht zijn om binnen een bepaalde periode een welbepaald aantal mensen te scholen in welbepaalde richtingen, waar op dat moment vraag naar is op de arbeidsmarkt. De overheid wil kort op de bal te spelen bij het beantwoorden aan vragen van de arbeidsmarkt. Het Instituto Técnico Ricaldone is weliswaar bij machte om overheidscontracten – en, dus, financiering – in de wacht te slepen, maar de directie moet er rekening mee houden dat zowel de geografische als inhoudelijke accenten van INSAFORP op vrij korte termijn kunnen veranderen. Gezien bij beroeps- en technisch onderwijs de gezonken kosten snel kunnen oplopen (bv. aankoop van uitrusting), moet er ingezet worden op maximaal rendement. Een opleidingscentrum kan het zich niet veroorloven om ateliers lang leeg te laten staan, omdat er tiijdens 29
Dit is het totaal van het budget voorzien voor El Salvador onder SDZ1 van het Zuid-luik van PRG 2011-2013.
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 7/30
bepaalde periodes geen overheidsopdrachten uitgeschreven worden voor de lokaliteit waar het zich bevindt of voor de richtingen die het aanbiedt. Door een eigen, kwaliteitsvol aanbod te ontwikkelen en implementeren kunnen centra als het Instituto Técnico Ricaldone en ander Salvadoriaanse Don Bosco centra meer jongeren bereiken en efficiënter en duurzamer tewerk gaan. Bovendien is het zo dat INSAFORP hoofdzakelijk ondersteuning biedt aan opleidingen die zich richten op mensen die al aan de slag zijn (formación continua). Zo’n 80% van de financiële middelen van het instituut worden besteed aan deze vorm van interventie, en slechts een minimum gaat naar opleidingen voor kwetsbare doelgroepen.30 Binnen de context van El Salvador, waar kansarme jongeren bij gebrek aan alternatieven massaal ten prooi vallen aan criminele bendes, stellen onze partners zich steeds meer vragen bij de pertinentie van dit systeem. De competentiegerichte opleidingen van onze partnerorganisaties zijn bedoeld om de “opción preferencial” van kansarmen te bereiken. De keuze voor de “opción preferencial” is, in algemene termen, genomen tijdens PRG 2011-2013; het komt er voor de partners in El Salvador nu op aan om een operationele definitie te geven aan deze term en een doelgroepen-beleid te formuleren en implementeren dat tegemoet komt aan de noden van zeer concrete “niches” van kansarme eindbegunstigden. Een tweede krachtlijn van de afgelopen jaren, heeft betrekking op de begeleiding van jongeren naar de arbeidsmarkt. Er werd een netwerk van Oficinas de Intermediación Laboral (OIL) opgericht, dat streeft naar een systematisering van het hele begeleidingsproces van jongeren naar de wereld van het werk. Vijf OILs zitten binnen dit netwerk maandelijks samen om goede praktijken uit te wisselen en van elkaar bij te leren. Het vrij beperkte budget dat tijdens PRG 2011-2013 werd ingezet in El Salvador, betekende ook dat – al bij al – de ambities ook vrij beperkt moesten blijven. Hierin komt de komende jaren verandering. Tijdens de komende PRG-periode wil VIA Don Bosco haar aanpak t.a.v. de tewerkstellingsdiensten doeltreffender maken, door concentratie van middelen op een “piloot” of flagship tewerkstellingsdienst die – o.a. via uitwisseling met flagship tewerkstellingsdiensten in andere partnerlanden – op gerichte ondersteuning op vlak van capaciteitsversterking zal kunnen rekenen en die t.a.v. de andere tewerkstellingsdiensten een trekkersrol zal spelen op vlak van ontwikkelen en delen van veelbelovende praktijken. De tewerkstellingsdienst van het Instituto Técnico Ricaldone werd geselecteerd als piloot.
D. Interventiedomein El Salvador heeft het afgelopen decennium heel wat vooruitgang geboekt t.a.v. de MDGs. Wat betreft MDG 1 – het halveren van het aantal mensen dat in absolute armoede leeft – wordt goede vooruitgang gerapporteerd. Maar de meer gedetailleerde analyse onthullen dat de vooruitgang vooral geboekt wordt door het invoeren van sociale maatregelen, en niet zozeer doordat de kansen op waardig van zijn verbeterd. Op dit vlak is de vooruitgang eerder traag.31 Jongeren i.h.b. hebben het moeilijk om waardig werk te vinden – een sociale problematiek die centraal staat in het Plan Quinquenal de Desarrollo, 20102014 (PQD 2010-2014) van de overheid: “El fracaso del actual modelo económico y social en la generación de crecimiento económico sostenido y de equidad social y de género ha tenido graves consecuencias, ya que, por una parte, ha imposibilitado avanzar con paso firme hacia el desarrollo integral de todos los habitantes del país y, por otra, ha puesto en peligro la gobernabilidad democrática al imposibilitar que se propicien oportunidades de vida digna para los jóvenes, quienes ante la falta de empleo decente y de oportunidades de desarrollo personal se ven expuestos a sucumbir frente al fenómeno de la violencia disruptiva, que se expresa a través de la actividad de las pandillas juveniles y de las maras (e incluso de las redes del crimen organizado), o bien deciden emigrar hacia el exterior en busca de mejores opciones de vida.”32 Hoewel de tekst een paar jaar geleden werd geschreven, blijft de analyse actueel. Een van de 30
Abdala, E. (2012). Aproximaciones al sistema nacional de capacitación y formación profesional en El Salvador. [online] Zie : http://www.cepal.org/publicaciones/xml/1/44311/Aproximaciones_al_sistema_nacional_de_capacitaci%C3%B3n_El_Salva dor.pdf (laatst geraadpleegd op: 15/8/2013) 31 Zie: http://www.revistahumanum.org/revista/wp-content/uploads/2012/02/observatorio_finalfinal1.pdf (laatst geraadpleegd op: 15/8/2013) 32 Gobierno de El Salvador (2010). Plan Quinquenal de Desarrollo, 2010-1014. [Online] Zie : http://www.marn.gob.sv/phocadownload/PQD.pdf, p.21 (laatst geraadpleegd op: 15/8/2013)
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 8/30
prioriteiten van het PQD 2010-2014, is “equidad, inclusión social y reducción de la pobreza” en de zorg voor waardig werk en sociale veiligheid is één van de belangrijkste pijlers die het bereiken van deze doelen moet onderstutten. Het uitwerken van een nieuwe strategie voor beroeps- en technisch onderwijs (formación ocupacional) is hier een onderdeel van, en deze zal speciale aandacht moeten hebben voor kwetsbare bevolkingsgroepen. De kern van de interventie van PRG 2014-2016 in El Salvador is het verzekeren van zowel de kwaliteit van als de toegang tot beroepsopleidingen en tewerkstellingsdiensten voor de meest benadeelde jongeren van de samenleving, zodat zij de weg vinden naar waardig werk en hiermee hun eigen levenskwaliteit, maar ook die van hun familie en gemeenschap zien toenemen. We richten ons zowel op de sector van het niet-formeel als het formeel technisch en beroepsonderwijs, waarbij de formele opleidingen kaderen binnen het MFE- initiatief voor flexibel onderwijs (zie Deel II, 9.1-B). De interventie is gericht op kansarme jongeren (15-25 jaar) die, door de situatie en de omgeving waarin ze leven, geregeld in aanraking komen met bendes, drugs en geweld. Speciale aandacht gaat naar de 15- tot 18- jarigen, die bij de langere INSAFORP-opleidingen uit de boot vallen. Het is deze jongste sub-groep van eindbegunstigden die het meeste gevaar loopt om slachtoffer te worden van de georganiseerde jongerenbendes, en die een meer intensieve en integrale vorming moet doorlopen om zich te ontwikkelen als individu. Door deze jongeren een kans te bieden om hun toekomst een nieuwe wending te geven, wordt de negatieve spiraal van armoede, geweld, gevaar en sociale uitsluiting doorbroken. Hiermee levert ons PRG een directe bijdrage aan de ontwikkeling van de Salvadoraanse maatschappij in zijn geheel – op een manier die coherent blijft met de beleidskeuzes van het partnerland. Een korte analyse van de opportuniteiten en risico’s die eigen zijn aan dit interventiedomein, levert het volgende plaatje op: Tabel 2: [SW]OT-analyse TVET / TVSD El Salvador Opportunities - Kader “Enabling environment”: nieuwe strategie voor beroeps- en technisch onderwijs is in de maak; overheid staat open voor het actief betrekken van actoren uit de civiele maatschappij (onze partners kunnen mee smeden aan de weg); TVET wordt – in vgl. met veel andere partnerlanden – vrij goed gesubsidieerd; onderwijssysteem biedt ruimte aan verschillende types van TVET (formeel / niet-formeel), wat voor partnerorganisaties mogelijkheden schept om in te spelen op verschillende leernoden - Toegang / Bereik van eindbegunstigden: grote potentiële doelgroep (>20% van de bevolking) - Tewerkstelling:
Threats - Kader “Enabling environment”: onvoldoende aandacht voor kwetsbare jongeren binnen INSAFORP-systeem; systeem van openbare aanbestedingen zet (neerwaartse) druk op kwaliteit (zo goedkoop mogelijke opleidingen krijgen de voorkeur van INSAFORP); gebrek aan coördinatie tss. de verschillende overheidsinstanties die bevoegd zijn voor TVET, wat het ook voor TVET aanbieders moeilijk maakt om bruggen en ladders in te bouwen tss. de verschillende “segmenten” van hun aanbod (formeel / niet-formeel) - Toegang / Bereik van eindbegunstigden: dreigende aanwezigheid van maras, die een grote invloed uitoefenen op de eindbegunstigden en zowel voor de jongeren als de opleidingscentra een potentieel gevaar vormen - Tewerkstelling: werkgevers kijken met veel wantrouwen naar jongeren die uit bepaalde wijken of bepaalde lagen van de bevolking komen; imago van niet-formeel onderwijs is minder goed
E. Analyse van bestaande mogelijkheden op vlak van synergie en complementariteit: VIA Don Bosco hecht veel belang aan afstemming met andere actoren, als manier om de effectiviteit van de OS-werking te optimaliseren. Onze ngo hanteert de definitie van “synergie” die werd aangereikt door South Research, i.h.k.v. de externe evaluatie van 2009-2010 (zie Deel I, 1.2.3, vn.19). Deze maakt een onderscheid tussen complementariteit, coherentie en coördinatie – de 3Cs. De werking in El Salvador
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 9/30
getuigt van afstemming op deze drie niveaus – hier beneden een greep uit de synergie-initiatieven die lopen of ontwikkeld zullen worden; waar in de toekomstige tijd wordt gesproken betreft het kansen die de partners in de loop van PRG 2014-2016 willen grijpen; kansen die verder onderzocht moeten worden zijn apart vermeld: Coherentie De OS-werking van VIA Don Bosco in El Salvador houdt nadrukkelijk rekening met het beleid dat de overheid voert, i.h.b. op vlak van sociale gelijkheid en armoedebestrijding; en op vlak van beroepsen technisch onderwijs PRG 2014-2016 is afgestemd op de prioriteiten van het strategisch plan van de SDB in Centraal Amerika (Provincie CAM) Complementariteit - De OS-werking van VIA Don Bosco in El Salvador is ontwikkeld vanuit de specifieke meerwaarde van de ngo: strategische banden met Don Bosco opleidingscentra, die i.h.a. een goede reputatie hebben op vlak van kwaliteit en een bijzondere meerwaarde op vlak van de eindbegunstigden die ze bereiken (“opción preferencial”) Coördinatie Met overheidsactoren: Partnerorganisaties werken samen met MINED voor o.a. het uitvoeren en delen van marktstudies, gezamelijke evaluatie van curricula Jaarlijkse overeenkomst met het Ministerio de Trabajo y Previsión Social staat het netwerk van OILs toe om deel te nemen aan nationale jobbeurzen; trainingsprogramma’s voor werknemers van de OILs; RENACEMPLEO (nationaal systeem voor arbeidsbemiddeling); etc. Streven naar officiële erkenning van de competentiegerichte opleidingen die tijdens PRG 2014-2016 geïmplemeteerd worden Met bedrijven / werkgeversorganisaties : De IOPs van VIA Don Bosco plannen samenwerking de Camara de Comercio (Kamer van Koophandel) en werkgeversorganisaties door mesas técnicas en desayunos empresariales te organiseren Belgo-Belge: Synergie-initiatief met Trias, Vredeseilanden en DISOP rond la juventud; gezamenlijke actie zal ondernomen worden om de inclusie en deelname van jongeren in netwerken en ledenorganisaties te verbreden, en om ondernemerschap bij jongeren te stimuleren Opportuniteiten die verder onderzocht / gestimuleerd moeten worden: Kennisdeling met andere actoren die werkzaam zijn in TVET en begeleiding naar de wereld van het werk (bv. USAID en zijn partnerorganisaties in El Salvador; SENA in Colombia; INTECAP in Guatemala) – eerste contacten zijn reeds gelegd Samenwerking met organisaties die gespecialiseerd zijn in het ondersteunen van jong ondernemerschap (om oud-leerlingen te kunnen toeleiden naar instituten die [management-] ondersteuning kunnen bieden aan hun projecten, of deze van financiering kunnen voorzien.
9.2 Specifieke Doelstelling Zuid 8 (SDZ 8) 9.2.1 Beschrijvende fiche van de doelstelling Originele titel:
Titel (NL):
Titel (FR):
Prevención de violencia mediante una Formación Profesional integral con vínculo directo a la inserción laboral, dirigida a jóvenes en situación de vulnerabilidad del Salvador Geweldpreventie door een integrale, professionele vorming en directe toeleiding naar de arbeidsmarkt, gericht op kwetsbare jongeren in El Salvador Prévenir la violence à travers la formation professionnelle integrale, et l’acompagnement direct vers l’emploi, en ciblant les jeunes en situation vulnérable au Salvador
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 10/30
Specifieke doelstelling:
Land : Provincies / Staten: Lokale partners:
Andere betrokken org’ies: Andere financieringen: Hoofdsector: Sub-sector 1: Doelgroep: Aantal eindbegunstigden: Bedrag specifieke doelstelling: Bedrag subsidie:
De socio-professionele integratie van kansarme jongeren en jongvolwassenen (15-25 jaar) in San Salvador en Santa Ana is duurzaam verbeterd dankzij (1) de verbetering v.d. kwaliteit v.h. onderwijsleerproces in de Don Bosco opleidingscentra; (2) de verbetering van de kwaliteit v.h. beheer van deze centra; en (3) de verbetering begeleiding nr. de wereld v.h. werk. El Salvador San Salvador Santa Ana ODN Colegio San José IT Ricaldone Ciudadela Don Bosco Trias, Vredeseilanden, DISOP MINED, INSAFORP secundair onderwijs--DAC 113 beroepsvorming--DAC 11330 leidinggevenden en medewerkers van de directe en indirecte partnerorganisaties: ODN, de CFPs en de OILs 2.600 (per jaar) € 1.357.072,44 € 1.085.657,95
9.2.2 Beschrijvende fiches van de partners DIRECTE OPERATIONELE PARTNER // ONTWIKKELINGSBUREAU (OB) Oficina de Desarrollo Nacional El Salvador 3a. Av. Nte. No.1403, Barrio San Miguelito; Parroquia María Auxiliadora; San Salvador E-mail:
[email protected];
[email protected] Contactpersoon: Manuel Solano Telefoonnummer: +502 2442 2354-57 / +502 5018 2845 E-mail:
[email protected] Geografisch gebied: El Salvador Donoren: Jóvenes y Desarollo, Salesian Missions USA, Jugendhilfe Weltweit , Mission Don Bosco (Bonn) Begin partnerrelatie met NGA: 2008 INDIRECTE OPERATIONELE PARTNERS CFP 1 + piloot-TwB: Instituto Técnico Ricaldone Adres: Av. Aguilares n. 218 Centro Urbano Libertad; San Salvador Website: http://www.ricaldone.edu.sv/; https://www.facebook.com/ricaldone.itr E-mail:
[email protected] Contactpersoon: Alex Figueroa Telefoonnummer: +503 2234 6000 E-mail:
[email protected] Geografisch gebied: San Salvador Begin partnerrelatie met NGA: 2011 CFP 2: Ciudadela Don Bosco Adres: Calle a Plan del Pino, Km 1.5; Soyapango E-mail:
[email protected] Contactpersoon: P. Salvador Cafarelli Telefoonnummer: +503 2251 5000 E-mail:
[email protected] Geografisch gebied: San Salvador Begin partnerrelatie met NGA: 2014 CFP 3: Colegio San José OB: Adres:
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 11/30
Adres: Website: E-mail: Contactpersoon: Telefoonnummer: E-mail: Geografisch gebied: Begin partnerrelatie met NGA:
Final 17 Av. Sur; Barrio El Angel; Cantón Loma Alta; Santa Ana http://www.salesianosanjose.org/home.html; https://www.facebook.com/oficinadeintermediacionlaboralsanjose
[email protected];
[email protected] Rómulo Gallegos + 503 24408443-45
[email protected] Santa Ana 2014
9.2.3 Beschrijving van het programma A. Doelgroep en eindbegunstigden De doelgroep van het PRG 2014-2016 wordt gevormd door het management en de medewerkers van de CFPs, de geïntegreerde tewerkstellingsdiensten en het ODN als coördinerend bureau – m.a.w. een doelgroep met multiplicatoreffect. Tijdens PRG 2014-2016 zet VIA Don Bosco sterker dan voorheen in op de management capaciteit van de opleidingscentra, dit om de duurzaamheid en kwaliteit van hun werking te verbeteren. De groep van eindbegunstigden van ons PRG wordt gevormd door de prioritaire doelgroep van de geselecteerde CFPs– nl. jongeren en jongvolwassenen die door hun socio-economische situatie en achtergrond geen toegang hebben tot het reguliere, formele onderwijssysteem. In totaal zullen jarlijks 2.600 jongeren bereikt worden door de CFPs en de OILs. Het betreft jongeren met een lage scholingsgraad: afhankelijk van de opleiding die ze wensen te volgen moeten ze hun basisonderwijs of de eerste graad van het middelbaar onderwijs hebben afgewerkt. De overgrote meerderheid van de eindbegunstigden zijn tussen de 15 en de 25 jaar oud, maar in principe wordt geen maximumleeftijd vastgelegd. De eindbegunstigden zijn afkomstig uit marginale (peri-) urbane zones van El Salvadors grootste steden: San Salvador en Santa Ana. De steeds uitdijende wijken aan de rand van de grootsteden zijn een gevolg van de duidelijke demografische verschuiving van het platteland naar de stad: hele gemeenschappen zijn doorheen de afgelopen decennia het platteland ontvlucht en naar de (hoofd)steden gemigreerd in de hoop hun armoedig bestaan achter zich te laten en een beter leven te kunnen leiden. De gezinnen van de eindbegunstigden worden in vele gevallen geleid door alleenstaande moeders; dit om uiteenlopende redenen (migratie van de vaderfiguur naar het buitenland, scheiding, alcoholverslaving, etc.). De Salvadoraanse grootsteden worden geteisterd door werkloosheid, drank- en drugsmisbruik, armoede en extreme vormen van (bendegerelateerd) geweld. De jongeren die tot de CFPs worden toegelaten behoren veelal niet (meer) tot de maras, maar komen er vrijwel dagelijks mee in aanraking. De jongerenbendes mogen dan wel terreur en paniek zaaien, anderzijds zijn het grote vriendengroepen waar een sterk familiegevoel heerst en die zich de nieuwste gadgets en laatste modetrends kunnen veroorloven. Het hoeft niet gezegd dat de maras een zekere aantrekkingskracht uitoefenen op jongeren die in een kwetsbare situatie opgroeien. Als deze jongeren zich dan bij een bende voegen, ziet de maatschappij hun plaats “onderaan” de samenleving alleen maar bevestigd waardoor de spiraal van sociale uitsluiting, armoede en geweld zich ongenadig voortzet. De CFPs trachten voor deze jongeren een veilige, alternatieve leefomgeving te creëren waar ze iemand kunnen zijn en waar ze bepaalde beroepsgeoriënteerde vaardigheden kunnen ontwikkelen. Vele jongeren brengen – als ze niet moeten werken – het grootste deel van hun dag en vrije tijd door op de CFPs, waar ze de ruimte en vrijheid hebben zorgeloos op te trekken en te sporten met vrienden, of om een hobby te beoefenen.
B. Partnerorganisaties (POs) VIA Don Bosco voert PRG 2014-2016 uit i.s.m. het nationaal ontwikkelingsbureau (OB) van de salesianen van Don Bosco – la Oficina de Desarrollo Nacional (ODN) en 3 centra voor beroepsopleiding. Wat betreft de OS-werking geldt de bereidheid van partners om via beroeps- en technische opleidingen de ideale SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 12/30
eindbegunstigden te bereiken en hiervoor de nodige ondersteunende maatregelen te bieden, als een belangrijk selectiecriterium, net als het belang dat partnerorganisaties hechten aan de integrale opvoeding van de eindbegunstigden (i.e., met aandacht voor een gepaste combinatie van beroeps- en levensvaardigheden). In deze opzichten moeten het mandaat en de activiteiten van de partnerorganisaties in overeenstemming zijn met de prioritaire inhoudelijke keuzes van VIA Don Bosco. Verder moeten de partnerorganisaties concrete bereidheid tonen om hun werking te harmoniseren met het overheidsbeleid van het partnerland waar ze gesitueerd zijn. Zo is VIA Don Bosco niet bereid in zee te gaan met opleidingscentra die niet officieel geregistreerd zijn of waarvan de registratie niet “in de pijplijn” is. Tot slot moeten ze werken volgens een planmatige aanpak en dienen ze over afdoende beheerscapaciteit te beschikken. Zwakkere beheerscapaciteit hoeft niet per defintie een afwijzing te betekenen, zolang de nodige maatregelen getroffen worden om deze capaciteit op te bouwen in de loop van de samenwerking. Het identificeren van geschikte opleidingscentra gebeurt in samenspraak met de ontwikkelingsbureaus (OBs) van de salesiaanse Provincies33 in het Zuiden, die als o.a. als functie hebben om donorfinanciering ten dienste te stellen van de prioriteiten van de Provincie (i.e., eigenaarschap bevorderen) en om het beleid van de Provincie te voeden en onderbouwen met een plannings- en ontwikkelingslogica die rekening houdt met evoluties op vlak van de sectoren waarbinnen de Provincies werken (onderwijs, bijzondere jeugdzorg, etc.) en op vlak van overheids- en donorpolitiek (i.e., afstemming en relevantie bevorderen). Het ontwikkelingsbureau is de directe operationele partner van VIA Don Bosco. De verantwoordelijkheden van het OB liggen hoofdzakelijk op vlak van ondersteuning en begeleiding van de geselecteerde opleidingscentra of indirecte operationele partners (IOPs) van VIA Don Bosco. Dit houdt in: begeleiden van projectcyclus / PME systeem bij IOPs; inbreng van know-how op technisch en methodologisch vlak; organisatie en opvolging van gezamenlijke vormingen en leertrajecten voor management van IOPs; ondersteuning van netwerking en uitwisselingen tussen IOPs. Naar VIA Don Bosco toe heeft het OB een belangrijke rol bij de beleidsontwikkeling, met name bij het opstellen en actualiseren van een werkelijke landenstrategie op lange termijn (een verbeteractie die het hoofdkantoor van VIA Don Bosco zal uitvoeren tijdens PRG 2014-2016). Daarnaast heeft het een aantal logistieke taken, zoals bv. bij het organiseren van nationale en continentale partnermeetings; en faciliteert het – in samenspraak met de medewerkers ontwikkelingseducatie van VIA Don Bosco – uitwisselingen tussen opleidingscentra in het Zuiden en scholen in België. Naar de toekomst toe wil VIA Don Bosco de OBs ook meer en meer betrekken bij het innemen van standpunten t.a.v. de realisatie van de MDGs en de post-2015 agenda. In El Salvador werkt VIA Don Bosco samen met de nationale antenne van het ontwikkelingsbureau van de salesiaanse Provincie Centraal-Amerika (CAM). Dit Oficina de Desarrollo Nacional (ODN) werd opgericht in 2012, als als antenne van het centraal ontwikkelingsbureau in Guatemala, OPDCAM, dat onze directe operationele partner is i.h.k.v. PRG 2011-2013. In PRG 2014-2016 zal ODN in El Salvador een leidersrol moeten vervullen wat betreft de dagelijkse begeleiding van de IOPs in dit land. Het bureau zal ook in de toekomst nog steeds nauwe banden onderhouden met OPDCAM.
-
Strenghts Institutionele en wettelijke basis Personeel met ervaring in PCM Goed uitgerust bureau Kan rekenen op de medewerking van een sterk nationaal CFP-netwerk
-
-
Weaknesses Bestaat nog maar sinds 2012 als antenne van OPDCAM in Guatemala en zal nu de rol van ‘leider’ moeten opnemen. Gebrek aan een medewerker die inhoudelijk gespecialiseerd is in TVSD/pedagogie Gebrek aan administratief personeel Geen opleidingsprogramma voor het personeel Gebrek aan een plan voor fundraising
33
“Provincie” is een term uit de salesiaanse wereld die slaat op een bepaald niveau van governance binnen de congregatie van de Salesianen van Don Bosco (SDB) en de Filles de Marie Auxiliatrice (FMA – Zusters van Don Bosco). Op vlak van OS zijn Don Bosco-organisaties bevoorrechte partners voor financiering, tenminste wat betreft die financieringskanalen waarvoor hoofdzakelijk giften ingezet worden die via de “traditionele” achterban van VIA Don Bosco worden gegenereerd.
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 13/30
-
-
Opportunities Strategische alliantie en nauwe relatie met de commissies van formación para el trabajo en opción preferencial Leren van OPDCAM Guatemala als rolmodel
-
Threats Economische crisis, afname aantal donoren
Het zijn de indirecte operationele partners (IOPs) die effectief naar de eindbegunstigden toe werken. In El Salvador werkt VIA Don Bosco samen met één type lokale partners: opleidingscentra. Ieder centrum beschikt over een eigen oficina de intermediación laboral (OIL), dat de begeleiding van eindbegunstigden naar de wereld van het werk faciliteert. De drie OILs die – samen met het centrum waartoe ze behoren – geselecteerd zijn voor PRG 2014-2016, maken sinds 2011 deel uit van nationale Red de Oficinas de Intermediación Laboral, het salesiaanse OIL-netwerk in El Salvador.34 Mede op aanraden van de externe evaluatie van ACE Europe, heeft VIA Don Bosco ervoor gekozen om in PRG 2014-2016 te werken aan de gerichte versterking van één “piloot” of flagship tewerkstellingsbureau dat met een eigen budget en operationele planning intensief werk zal maken van de professionalisering en systematisering van zijn werking en diensten. Een andere belangrijke en bijkomende verantwoordelijkheid van het piloot-OIL is om een leertraject te leiden voor de OILs van de andere opleidingscentra. Deze OILs schrijven zich in in het PRG 2014-2016 als “verkenners”, met als belangrijkste PRG-doelstelling het leren en implementeren van goede praktijken, waarmee ze stapsgewijs hun eigen werking kunnen versterken. In El Salvador viel de keuze voor het sterkste en grootste OIL van het PRG, dat behoort tot het Instituto Tecnico Ricaldone. Het is een OIL dat deze taak van piloot of leider de facto reeds vervult tijdens PRG 2011-2013. De drie CFPs in El Salvador die in het volgende PRG 2014-16 betrokken zullen worden, hebben bepaalde gelijkaardige kenmerken, die in deze eerste algemene paragraaf toegelicht zullen worden om doublures te vermijden. Het betreft drie CFPs die (ondermeer) erkend en ondersteund worden door het instituut bevoegd voor niet-formeel onderwijs, INSAFORP. Om ondersteuning van INSAFORP te kunnen genieten moet aan bepaalde voorwaarden voldaan worden: accreditatie van het centrum, drie jaar ervaring in het aanbieden van TVSD en in het werken met kansarme doelgroepen, leerkrachten met accreditatie + pedagogische en TVSD- ervaring, legale en financiële solvabiliteit, deelname aan de openbare oproepen. Ondersteuning door INSAFORP stelt de CFPs in staat om leerkrachten te betalen, didactisch materiaal aan te kopen, promotie te maken voor de opleidingen en bepaalde administratieve en operationele kosten te dekken. Het zijn opleidingen die variëren in duur (van 40 tot 330 uur) en worden aangeboden naargelang de oproepen die INSAFORP publiceert. Deze opleidingen leiden tot een constancia- diploma van INSAFORP, dit is geen formeel diploma maar een bewijs dat de student minimum 75% van de tijd aanwezig was en een score van 7 op de eindproef behaalde. De door INSAFORP ondersteunde opleidingen niet rechtstreeks opgenomen worden in het PRG 2014-216. Enerzijds is het het instituut zelf dat alle kosten op zich neemt, en anderzijds is het te onvoorspelbaar om in het kader van het PRG in te plannen en op te volgen hoeveel opleidingen van welke duur er gegeven zullen worden, aangezien dit afhangt van de publieke oproepen van INSAFORP en de politieke en financiële situatie van de Salvadoraanse staat. De partners zullen INSAFORP- opleidingen blijven aanbieden in de CFPs en afgestudeerde jongeren van deze opleidingen begeleiden naar de wereld van het werk. Waar de partners vooral op zullen inzetten met VIA DB’s PRG-steun, is op de implementatie van hun nieuwe, op marktgerichte competenties gebaseerde opleidingsprogramma’s die doorheen het PRG 2011-2013 werden ontworpen om tegemoet te komen aan het profiel en de noden van de eindbegunstigden en de vraag van de markt. De nieuwe programma’s zijn integrale opleidingen van 2800 uur (anderhalf jaar), met speciale aandacht voor praktijkervaring, voorbereiding op de wereld van het werk, en life skills. Het is een integraal pedagogisch project met het oog op preventie van geweld bij een zeer kwetsbare doelgroep, namelijk 15 tot 18-jarige jongens en meisjes. Het hele proces35 om de curricula 34
Dit netwerk -- http://www.intermediacionlaboral.fusalmo.org/ -- werd opgericht met programmasteun van VIA Don Bosco (PRG 2011-2013). De salesiaanse Provincie CAM plant om dit netwerk ook naar andere Centraal Amerikaanse landen uit te breiden. 35 Kern van PRG 2011-2013 CAM: Het transformación curricular proces. Dit proces werd aangevangen in de tweede helft van 2011, met een leerstage bij SENA (Colombia), een algemene diagnose van de verschillende CFPs in CAM en een aantal workshops om goede praktijken te identificeren. In 2012 voltooiden onze partners in Ricaldone een uitgebreide en
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 14/30
te ontwerpen werd getrokken door het CFP Ricaldone in CAM, en loopt van de tweede helft van 2011 tot 2015, wanneer de eerste pilootprogramma’s geïmplementeerd zullen worden. De ontwikkeling van deze opleidingsprogramma’s verloopt allesbehalve in een vacuüm: INSAFORP, MINED, MTPS, SENA (Colombia), USAID en verschillende bedrijven werden en worden betrokken bij het proces. CFP Ricaldone, San Salvador – Het CFP Ricaldone maakt deel uit van het gelijknamige technisch college, Insitituto Técnico Ricaldone. In tegenstelling tot het college, richt het CFP zich uitsluitend tot kansarme jongeren en (jong)volwassenen, afkomstig uit 7 van de 19 randgemeenten van San Salvador. Per jaar worden om en bij de 900 jongeren en jongvolwassenen bereikt. De doelgroep van het CFP behoort tot de laagste sociale klassen van de Salvadoraanse samenleving en het merendeel van de eindbegunstigden is werkloos of actief in de informele sector. Net iets meer dan de helft van de eindbegunstigden zijn vrouwen. Het betreft in hoofdzaak gezinnen of families die onder de armoedegrens leven en niet over voldoende inkomsten beschikken om te kunnen voorzien in hun basisbehoeften. Veel van de jongeren zijn afkomstig uit Soyapango, een enorme volksbuurt waar ook het CFP Ciudadela gevestigd is (zie verderop). Het CFP onderhoudt strategische relaties met zowel het MINED als INSAFORP en biedt 12 opleidingen aan. Vijf opleidingen (van 240 uur) worden erkend door het MINED en leiden als flexibele, formele opleidingen tot een diploma van bachiller técnico vocacional. De overige opleidingen zijn veelal korter, niet formeel en worden ondersteund door INSAFORP. Ten slotte zijn er de vier nieuwe opleidingsprogramma’s die Ricaldone plant te implementeren vanaf 2015. CFP Ciudadela Don Bosco, San Salvador – Het CFP Ciudadela vierde onlangs zijn 20ste verjaardag en maakt deel uit van het immense Ciudadela Don Bosco, waar niet minder dan 8000 kinderen en jongeren terecht kunnen voor een uiteenlopende waaier aan educatieve, psychosociale en ludieke diensten36. Het CFP is gelegen in Soyapango, een zeer arme en overbevolkte deelgemeente van San Salvador. Soyapango staat bekend als bolwerk van de Mara Salvatrucha, één van de grootste criminele netwerken in het land. Een deel van de doelgroepjongeren maakt, al dan niet gedwongen, deel uit van deze of andere (jeugd)bendes. Het CFP ontvangt elke dag van de week eindbegunstigden, dit zijn er jaarlijks om en bij de 1500. De leeftijd varieert van 15 tot 28 jaar, en 33% van de jongeren zijn meisjes. Het centrum werkt momenteel exclusief samen met INSAFORP, met wiens ondersteuning het drie types opleidingsprogramma’s ondersteund. Dit centrum is één van de weinige CFPs in El Salvador die een meer vaste, structurele partnerrelatie heeft met het instituut, waarmee het opleidingsprogramma’s van 2055 uur aanbiedt aan meerderjarige kansarme jongeren. Het CFP biedt twintig opleidingen aan, waarvan 18 met steun van INSAFORP (opleidingen variëren in lengte afhankelijk van het programma. De andere twee opleidingsprogramma’s leiden tot een bachiller-diploma en worden erkend door het ministerie van onderwijs. Wat betreft de nieuwe opleidingsprogramma’s, plant CFP Ciudadela er twee te organiseren vanaf 2015: Soporte en aplicaciones web en ventas y telemercadeo. CFP San José. Dit CFP werd opgericht in 2012, is gelegen in de stad Santa Ana en hoort bij het grotere, gelijknamige college. De eindbegunstigden van het centrum, dat in een peri-urbane zone gelegen is, zijn
professionele markstudie in verschillende departementen van El Salvador. De resultaten van deze studie werden gedeeld met verschillende overheidsinstanties en bedrijven, en in overleg met deze stakeholders werden vier opleidingsdomeinen geïdentificeerd (Desarrollo de Software, Mantenimiento Eléctronico, Estética y Belleza, en ventas y telemercadeo). Het betreft opleidingen die voornamelijk behoren tot de dienstensector, en er is sterk rekening gehouden met gender. (zie ook: paragraaf E rond transversale thema’s). De resultaten werden bovendien gebruikt door het MINED om een nieuwe partnerovereenkomst voor 2013 te bezegelen. Als volgende stap in het proces werd er een team samengesteld (equipo de Diseño Curricular) dat als uitdaging had om de curriculaire mallen en de verschillende modules vorm te geven, alsook de toegangsprofielen voor iedere opleiding/module. Er is veel energie gekropen in het trainen van dit team, dat ook uit docenten bestond, om hen thuis te brengen in het ‘competentie’-verhaal. Bovendien is er in El Salvador niet zoiets als een quality framework, waardoor het moeilijk was om een referentie te vinden bij het uitwerken van de programma’s. Om de relevante competenties te analyseren en op te lijsten en de modulaire structuur uit te denken, hebben de partners professionele ondersteuning gekregen van een curriculumdeskundige van SENA. De geïdentificeerde competenties werden afgetoetst met de bedrijfswereld. In 2013 werden (worden) de verschillende curricula en modules verder gestructureerd en gevalideerd en zal er een guia del facilitador ontworpen worden. 36 Ciudadela ontstond als CFP, maar heeft ondertussen ook een kleuter- lagere en middelbare school, alsook een universiteit en een jeugdcentrum.
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 15/30
voornamelijk afkomstig van het platteland (omgeving van Santa Ana) en een minderheid woont in de arme buitenwijken van de stad. 95% van 200 de jongeren zijn “ideale eindbegunstigden”, afkomstig uit ruraal gebied en enkel met een diploma (van de eerste cycli) basisonderwijs op zak. Het centrum biedt twee opleidingen aan met steun van INSAFORP en plant de implementatie twee van de nieuwe, competentiegerichte opleidingsprogramma’s in PRG 2014-2016. Het aantal directe eindbegunstigden voor het is 40, dit zijn de jongeren die met deze nieuwe programma’s bereikt zullen worden. Strenghts - Duidelijke focus op kansarmen - Goede, strategische ligging - Lange traditie, veel ervaring, zeer goed imago - Gratis voor eindbegunstigden - Toegankelijk voor meisjes en vrouwen - Flexibele uurroosters voor jongeren die studies met werk combineren - Goed uitgeruste infrastructuur - Individuele, psychologische begeleiding van eindbegunstigden - Degelijk opgeleid en gemotiveerd personeel - Integrale vorming – habilidades para la vida - Recente professionele en uitbegreide markstudie San Salvador - Breed gamma aan buitenschoolse activiteiten - Eigen OIL (OIL Ricaldone is piloot van het PRG) - Goed contact met lokale bedrijven - Jaarraport (degelijk informatiebeheer) - Strategische partners van INSAFORP, MTPS, USAID - CFP Ricaldone: strategische partner van MINED, - Inkomstendiversificatie (schoolkantine) - CFP Ricaldone: Trekker van methodologie rond competentiegericht leren
-
Opportunities TVSD voor kansarme jongeren geldt als topprioriteit voor de Salesianen in CAM El Salvador heeft een cultura emprendedora De Salvadoraanse overheid beschouwt aandacht voor jongeren als één van haar belangrijkste strategische prioriteiten. (kans op nieuwe, gunstige beleidsbeslissingen en wetten
Weaknesses - Drop out - Gebrek aan systematisering van het proces van selectie en oriëntatie - CFP Ricaldone : Heeft geen eigen infrastructuur, deelt deze met het college (dit beperkt de mogelijkheden om het aantal eindbegunstigdenen het aantal + de duur van de TVSD-opleidingen te verhogen) - Concurrentie om publieke middelen met andere CFPs die kwaliteit niet zo hoog in het vaandel dragen (en dus ‘goedkopere’ opties zijn voor INSAFORP) - Opleidingen nog onvoldoende afgestemd op markt en eindbegunstigden - Didactisch materiaal is niet geactualiseerd en gestandaardiseerd - Gebrek aan donoren en fondsendiversificatie, Sterk afhankelijk van MINED (Ricaldone) en INSAFORP - Gebrek aan systematisering OIL, gebrek aan vorming voor werknemers van het OIL - Gebrek aan een systeem voor M&E voor (informatie over) eindbegunstigden - CFP Jose: gebrek aan (degelijk opgeleid) personeel voor het CFP en het OIL Enkel voor San Jose en Ciudadela: - Gebrek aan strategische capaciteit om aan projectbeheer en fondsenwerving te doen - Gebrekkige reikwijdte promotie - Leerkrachten kunnen niet goed overweg met ICT - Het OIL is nog onvoldoende gekend, weinig middelen en mankracht - Geen begeleiding naar zelftewerkstelling - Geen beleid rond vormingen van het personeel - Te weinig uitwisseling met andere CFPs - Geen plan voor financiële duurzaamheid (weinig promo van de producten die gemaakt worden in de productie-eenheden) - Geen plan voor onderhoud, herstel en vervanging van zware uitrusting - Gebrekkig informatiebeheer Threats - Gevaar, delinquentie, jongerenbendes / gevaar in en rond het centrum (drop out, diefstal,...) - Cultuur van machismo: weinig acceptatie van werkzoekende vrouwelijke eindbegunstigden met typisch ‘mannelijk’ diploma op zak lage vraag van vrouwelijke eindbegunstigden naar typisch mannelijke opleidingen
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 16/30
-
-
Behouden, versterken en uitbreiden van allianties met lokale en nationale overheidsorganen (MINED, INSAFORP, MTPS, …), bedrijven, (potentiële) donoren – via jobbeurzen, mesas técnicas, … Toenemende vraag van ideale eindbegunstigden naar TVSD Coördinatie en communicatie met ODN verbeteren Inkomstendiversificatie verder uitbreiden Bestaande technologieën in de markt die toelaten verder te groeien als prototype CFP Allianties met gelijkaardige centra voor uitwisseling goede praktijken Voortdurende CV via het bestaande CFP- en OILnetwerk
-
-
-
Voor San Jose: concurrentie andere, grotere CFPs De markt verandert voortdurend, profielen wijzigen voordurend Vooroordelen van werkgevers rond de eindbegunstigden (omv hun achtergrond, imago) Economische crisis Uitbreiding informele sector (waar waardig werk schaars is) Politieke instabiliteit beïnvloedt de functionering van INSAFORP en MINED, wat kan leiden tot een afname van overheidsfinanciering Fondsen van INSAFORP/MINED zijn ontoereikend om een meer intensieve en integrale TVSD te ondersteunen. De lengte van de huidige TVSDprogramma’s staat niet toe om alle vaardigheden aan te leren die de wereld van het werk vereist Gebrek aan degelijk wettelijk kader voor stages + tewerkstellingvan vrouwen Gebrek aan National Quality Framework voor marktgeoriënteerde competenties Gebrek aan Corporate Social Responsability (CSR) bij bedrijven Gebrek aan incentives van de overheid aan bedrijven om (kansarme) jongeren als stagaire/werknemer aan te nemen
VIA Don Bosco grijpt PRG 2014-2016 aan om ook zijn eigen rol als partnerorganisatie bij te sturen. Uit de externe evaluaties van South Research en ACE Europe die respectievelijk tijdens PRG 2008-2010 en PRG 2011-2013 werden uitgevoerd, leerden wij eerst en vooral dat VIA Don Bosco zich strategischer kon opstellen in zijn rol als financierder. Naast “redelijke dialoog” moet de PRG-financiering in handen van VIA Don Bosco werken als hefboom om partners aan te sporen tot vernieuwing en verbetering. In deze fase is het belangrijk dat VIA Don Bosco hierbij een evenwicht vindt tussen “sturen” (bv. om versnippering van budget tussen te veel partnerorganisaties te vermijden), “stimuleren” (bv. om synergie aan te gaan), en “vrijlaten” (om het principe van eigenaarschap voldoende te vrijwaren). In dit kader is het noemenswaardig dat onze ngo totnogtoe steeds het principe gehanteerd dat core funding belangrijk is, omdat dit eigenaarschap over het programma (voor de partnerorganisaties) kan faciliteren. Core funding helpt om vooruitgang te boeken op meerdere resultaatsgebieden tegelijkertijd en uit externe evaluaties blijkt alvast dat die vooruitgang effectief geboekt wordt. Een volledige overschakeling naar targeted funding zou contraproductief werken. Eén vorm van targeted funding wordt wel geïntroduceerd in PRG 2014-2016: een stimulusfonds voor “innovatie en synergie”. De bedoeling hiervan is om partners via “I-en-S projectaanvragen” toegang te geven tot financiering voor: samenwerking met andere organisaties; activiteiten die inspelen op veranderingen en opportuniteiten die niet voorzien waren in de op voorhand geplande activiteitenkalender, en die erop gericht zijn om de gangbare praktijk te verbeteren (i.h.b. door te leren van andere organisaties buiten het “eigen” salesiaanse netwerk); verbeteracties die een cultuur van “lerende organisatie” stimuleren (bv. externe evaluatie van een piloot-actie). Programmabeheerders worden op deze manier ook aangemoedigd om hun partners goed te begeleiden bij het identificeren van kansen op synergie en om zelf pro-actief kansen te creëren door aansluiting te zoeken met andere relevante actoren. Om goedgekeurd te worden door VIA Don Bosco zullen activiteiten ter “innovatie en synergie” wél in functie van de afgesproken resultaten moeten staan. Met deze nieuwe aanpak willen wij ook binnen VIA Don Bosco een cultuur van innovatie en synergie aanwakkeren – waarmee we tegemoetkomen aan een andere aanbeveling van South Research. Naast “strategischer financieren” werd ons aangeraden om onze rol en meerwaarde als kennis- en netwerkpartner aan te scherpen. Dit betekent in de eerste plaats dat we best een sterkere inhoudelijke rol SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 17/30
spelen bij de begeleiding van de partners in het Zuiden. Onze ondersteuning aan de capaciteitsversterking van partners hoeft, m.a.w., niet tot methodologische begeleiding beperkt te blijven: partners verwachten trouwens meer inhoudelijke input en dialoog. In dit kader werd ons aangeraden om de PRG-beheerders inhoudelijk-technisch te versterken op vlak van kennis van context, onderwijskundige thema’s en verwante onder-werpen die relevant zijn voor het PRG – advies dat wij ter harte nemen. In dit opzicht zal de vermindering van het aantal partnerlanden de kwaliteit van onze werking zeker ten goede komen. Daarnaast kwam het advies dat we meer werken konden maken van het identificeren van goede praktijken, interessante ervaringen in de partnerlanden; intern delen / faciliteren van uitwisseling van goede praktijken en interessante ervaringen tussen partnerlanden; en systematisch gebruik maken en valoriseren van veelbelovende praktijken, goede ervaringen en succesverhalen. Ook deze raad was welgekomen. Om de strategisch-inhoudelijke reflectie rond het PRG te verdiepen en onderbouwde bijsturing mogelijk te maken, zal VIA Don Bosco – i.s.m. externe consultanten – 3 vergelijkende case studies realiseren. De precieze onderwerpen zijn nog vast te leggen in samenspraak met de partners, maar het VIA Don Bosco hoofdkantoor denkt alvast in de richting van studies rond goede praktijken op vlak van begeleiding naar de wereld van het werk; financieringsmechanismen op niveau van de IOPs; en permanente vorming van TVET-leerkrachten. Equity zou daarbij gelden als transversaal thema. Deze studies zullen niet enkel de PRG-werking en partners van VIA Don Bosco ten goede komen. Via Educaid.be en het Don Bosco Network zullen ze dialoog rond TVET voeden met en bij andere relevante actoren. Voor de partners is het een kans om kennis te delen met relevante actoren in hun werkveld. Om kennisdeling te bevorderen wordt de traditie van continentale partnermeetings verdergezet tijdens PRG 2014-2016. Deze activiteit wordt echter ook bijgestuurd. Totnogtoe waren deze meetings nog vrij sterk “intern” gericht; tijdens PRG 2014-2016 zal systematisch beroep gedaan worden op externe input rond onderwerpen die vooraf bij de partnerorganisaties in het Zuiden zijn afgetoetst. De dynamiek van lerenvan-elkaar wordt bovendien doorgetrokken naar nationaal niveau, waar jaarlijkse “lessons learned” workshops zullen worden georganiseerd met alle partnerorganisaties. Ook tijdens deze momenten zal beroep gedaan worden op externe inhoudelijke input. Met deze beweging laat VIA Don Bosco (wel) zijn vroegere ketenbenadering t.a.v. capaciteitsversterking los. Waar er voorheen van uitgegaan werd dat het de rol was van VIA Don Bosco om de capaciteitsversterking van de OBs te ondersteunen, en dat de OBs op hun beurt de capaciteitsversterking van de opleidingscentra en tewerkstellingsbureaus zouden ondersteunen, gaan we nu onze rechtstreekse banden en inhoudelijke dialoog met de IOPs meer aanhalen. Van de OBs wordt op deze manier niet langer het onmogelijke verwacht (zij beschikken immers ook niet over de nodige expertise om de IOPs op allerlei vlakken te begeleiden); en VIA Don Bosco kan zijn meerwaarde als kennis- en netwerkpartner bewijzen.
C. Effectiviteit, efficiëntie en duurzaamheid VIA Don Bosco wil de socio-economische ongelijkheid in het Zuiden het hoofd bieden via op skills development gerichte, kwalitatieve en integrale vormingen. VIA DB doet dit reeds vele jaren via twee partnernetwerken: de Salesianen van Don Bosco en Dochters van Maria Hulp der Christenen waarmee we al jarenlang werken en die ingebed zijn in het socio-economische weefsel van de landen waarin we actief zijn. Door de sociale integratie en aanvaarding van onze partners in het zuiden weten we dat de acties aanvaard worden door lokale gemeenschappen en overheden, en zo een grotere effectiviteit met zich meebrengen. De partnerorganisaties beschikken over voldoende infrastructuur en gekwalificeerd personeel. De activiteiten die VIA Don Bosco in het zuiden financiert, hoeven dus niet op te draaien voor de volledige kosten, wat een hogere efficiëntie met zich mee brengt. Onze partnernetwerken waren al lang voor de samenwerking aanwezig in de partnerlanden en zullen daar, ook zonder VIA Don Bosco, nog ingebed blijven. Dit is een belangrijk element om de duurzaamheid van onze activiteiten te garanderen. We moeten niet op zoek gaan naar mensen of organisaties die ons werk zullen overnemen of repliceren, de partnerorganisaties waarmee we samenwerken blijven ook zonder onze steun ter plaatse. Maar dat onze partnernetwerken voor meer effectiviteit, efficiëntie en duurzaamheid zorgen is niet voldoende. VIA Don Bosco wil op deze thema’s door de eigen prioriteiten en activiteiten verder inzetten. Door onze focus op de echte kansarmen weten we dat onze activiteiten meer effect met zich meebrengen. Het gaat er ons om jongeren op te leiden die vaak niet op een andere wijze in staat zouden zijn om socio-economische integratie te bekomen. Zo zorgen we voor echte veranderingen in de levens SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 18/30
van onze eindbegunstigden en doorbreken we de intergenerationele spiraal van armoede waar zij en hun toekomstige families anders in blijven draaien. Maar omdat we ook hetzelfde willen bekomen voor andere kansarme jongeren die zich in komende jaren bij onze partnerscholen zullen aanbieden, vragen we onze partnerorganisaties om een meer strategisch beleid rond kansarmen op te stellen, het regelmatig te actualiseren en dit door de provinciale raden (de regionale leiding van de netwerken) te laten bekrachtigen. Natuurlijk beseft VIA Don Bosco dat de blijvende slagkracht van haar partnernetwerken afhangt van de financiële gezondheid van die partners. Immers, hoewel de netwerken er steeds zullen blijven zullen ze slechts optimaal kunnen werken indien ze blijvend in de middelen kunnen voorzien om hun eigen functionering te bekostigen. Daarom werken we aan het financieel beheer van onze partnerorganisaties. Het eerste wat we in alle partnerlanden willen verzekeren is dat ze op lokaal en op regionaal niveau een duidelijk inzicht krijgen in de financiële staat van hun instellingen, en dat ze in staat zijn betrouwbare projecties te maken van hun financiële behoeften op korte- en middellange termijn. Organisaties die hier inzicht in hebben kunnen sneller detecteren wanneer ze problemen tegemoet komen en kunnen ook vroeger ingrijpen en zodoende financiële rampscenario’s vermijden. Door de financiële strategie zorgen we dus voor financieel sterkere en duurzamere partners. Partners kiezen zelf voor deze activiteiten – het veranderingsproces dat ze moeten ondergaan om de beoogde resultaten efficiënt, effectief en duurzaam te behalen, plannen ze grotendeels zelf. VIA Don Bosco opteert voor een ondersteunende rol, als kennispartner (kennisdeling via continentale meetings en “lessons learned” workshops; documenteren en delen van goede praktijken; partners betrekken in externe evaluaties), als catalyst voor synergie (een middel op de effectiviteit van de PRGwerking te verhogen); en als meer en meer “strategische financierder”.
D. Interventielogica PRG 2014-2016 zet in op: De socio-professionele integratie van kansarme jongeren en jongvolwassenen (15-25 jaar) in San Salvador en Santa Ana is duurzaam verbeterd dankzij (1) de verbetering v.d. kwaliteit v.h. onderwijsleerproces in de Don Bosco opleidingscentra; (2) de verbetering van de kwaliteit v.h. beheer van deze centra; en (3) de verbetering begeleiding nr. de wereld v.h. werk. Om deze doelstelling te bereiken worden de volgende resultaten en (type) activiteiten voorgesteld. R1 // In alle geselecteerde CFPs is de kwaliteit van het onderwijsleerproces verbeterd R1-A1 – Nodige stappen zetten om de officiële erkenning en certificering van een % van hun onderwijzend personeel te verkrijgen Toelichting: Deze activiteit is erop gericht om de nodige statuten voor het onderwijzend personeel dat betrokken is bij de nieuwe opleidingsprogramma’s, op orde te krijgen. Deze activiteit heeft enerzijds tot doel om – op termijn – erkend te kunnen worden door INSAFORP en het MINED. Anderzijds willen de CFPs dat de nieuwe opleidingsprogramma’s gegeven worden door docenten die de nodige capaciteiten en kennis in huis hebben, om zo de kwaliteit van het onderwijsleerproces te garanderen. Activiteiten: Onderzoeken wat de vereisten zijn van de officiële instituten (MINED/INSAFORP) om het onderwijzend personeel te certificeren; het onderwijzend personeel begeleiden in het erkenningsproces (voor iedere docent: info en sensibilisering, opstellen van een dossier (CV/portfolio), proces mee plannen en opvolgen, etc.); database met alle docenten aanleggen en de situatie monitoren. R1-A2 – Plannen en organiseren van permanente vorming van in-service leerkrachten Toelichting: Met het oog op de specificiteit van de doelgroep en de nieuwe leeraanpak (modulair, op competenties gebaseerd – zie R1-A3), is het van centraal belang dat de pedagogische en technische vaardigheden van de docenten up to date zijn en blijven. Een op competenties gebaseerde aanpak impliceert een nieuwe onderwijsmethodologie waarbij de leerlingen als centrale actor worden gezien. Nieuwe methodes en instrumenten moeten aangereikt en aangeleerd worden aan de docenten om de nieuwe opleidingsprogramma’s met succes te kunnen onderwijzen. SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 19/30
Activiteiten: Identificatie van de leernoden van het onderwijzend personeel (diagnose + doelstellingen); uitwerken van een vormingsplan door allianties aan te gaan met instituten met ervaring in dit domein, waaronder INSAFORP, MINED, MTPS, GIZ, SENA en SENATI. R1-A3 – De vier nieuwe opleidingsprogramma’s die doorheen PRG 2011-2013 uitgewerkt werden, voorstellen aan relevante overheidsinstituten Toelichting: Gezamenlijke inspanning van de drie CFPs en ODN: informeren en socialiseren van relevante overheidsactoren rond de nieuwe opleidingen. INSAFORP, MTPS en MINED moeten van meet af aan betrokken worden omdat zij (op termijn) geviseerd worden als belangrijkste financiële en strategische partners om de opleidingen te ondersteunen en mee te evalueren/actualiseren. Activiteiten: identificeren strategische lijnen van de verschillende instituten en organismen die structurele ondersteuning bieden aan TVSD-programma’s voor jongeren in een risicosituatie, in kaart brengen wat de procedures en voorwaarden zijn om de accreditering van de opleidingen te voltrekken, actieplan ontwerpen om de curricula aan te passen aan de vereisen van de overheidsinstituten, structuur van de finale curricula actualiseren, een pilootprogramma aan de overheid presenteren opdat ze het in hun portfolio van opleidingen opnemen, feedback die uit deze piloot naar boven komt opnieuw verwerken en accreditatie voltrekken. De opgedane ervaringen en lessons learned delen met de andere CFPs. R1-A4 – Ondernemen van marktstudies Toelichting: (1) Een sectorspecifieke marktstudie van het CFP San Jose in Santa Ana. Het CFP San Jose zal twee van de nieuwe opleidingsprogramma’s organiseren vanaf het tweede programmajaar (2015). Aangezien de marktstudie die hieraan ten grondslag ligt werd uitgevoerd in twee andere (naburige) provincies, achten onze partners het opportuun om toch ook in Santa Ana een sectorspecifieke studie te ondernemen, om zicht te krijgen op de eigenheid van de arbeidsmarkt wat betreft Diseño Web en Estética y Belleza. (2) Een marktstudie van het piloot-OIL in San Salvador met het oog op actualisering en optimalisering van de nieuwe opleidingsprogramma’s. Dit om ervoor te zorgen dat de opleidingen up to date blijven. Activiteiten: voorbereiding en uitvoering van de marktstudie onder leiding van een consultant, verwerken en opvolgen van de resultaten, socialiseren van de resultaten met de CFP-teams, curriculumwijzigingen doorvoeren waar nodig (met behulp van het specialistenteam van CFP Ricaldone), de resultaten delen met relevante publieke en private actoren in de metropolis San Salvador. R1-A5 – Leerkrachten bereiden hun lessenpakket terdege voor, zodat de geactualiseerde en op competenties gebaseerde opleidingsprogramma’s op een goede manier worden overgebracht op de eindbegunstigden Activiteiten: uitwerken van de planificación didactica volgens de beschikbare tijd en leerdoelstellingen; leerplannen voorleggen aan de CFP coördinator ter validering; vanuit de gevalideerde planning een concreet lessenplan uitwerken; lesgeven (1920 uren theorie-praktijk) R1-A6 – Didactisch materiaal ontwikkelen en reproduceren voor de nieuwe opleidingsprogramma’s (Mantenimiento Eléctrico, Estética y belleza, Ventas y Telemercadeo, Soporte de aplicaciones web) Toelichting: Doorheen het proces van curriculumontwikkeling (PRG 2011-2013) werden de curricula en modules opgebouwd en gevalideerd. Om over te gaan tot het effectief inrichten van de opleidingen, moeten de nodige didactische materialen ge(re)produceerd worden. Activiteiten: Inventaris van het reeds aanwezige leermateriaal; op basis van de curricula van de nieuwe opleidingsprogramma’s identificeren welke didactische en leermaterialen nog nodig zijn, CFPs zoeken samen waar de aankoop onder interessante modaliteiten kan gebeuren en kopen materialen aan, opleiden leerkrachten in het correct gebruik van de aangekochte materialen, reproductie materialen, opstellen van een plan voor de correcte verdeling van het beschikbare materiaal voor docenten en studenten SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 20/30
R1-A7– Leeromgeving aanpassen om de nieuwe opleidingsprogramma’s door te laten gaan Toelichting: Om de nieuw ontworpen opleidingsprogramma’s met succes te kunnen implementeren en een aangepaste leeromgeving te creëren, moet de nodige basisuitrusting aangekocht worden. Het gaat hier concreet om meubilair en informatica-uitrusting voor de opleidingsprogramma’s Ventas y Telemercadeo en Soporte de Aplicaciones. Activiteiten: ontwikkelen van een actieplan waarin geanalyseerd wordt wat de vereisten zijn van de leeromgeving, garanderen dat de nodige aankopen en verbouwingen gebeuren voor het schooljaar 2015, een team aanstellen dat verantwoordelijk wordt voor de aankoop van de nodige materialen en uitrusting, evaluatie van het proces volgens de geplande doelstellingen, onderhoud, herstellingswerken en actualisering R2 // De kwaliteit van het VTC-beheer is verbeterd in alle geselecteerde CFPs R2-A1 – Uitwerken en toepassen van een duurzaam doelgroepenbeleid voor alle geselecteerde CFPs Toelichting: Eén van de belangrijkste PRG-aanbevelingen die we van externe evaluator ACE Europe kregen (2012), is dat onze partnerorganisaties werk moeten maken van een duidelijk beleid rond hun preferentiële doelgroep, waarbij het profiel van de eindbegunstigden geconcretiseerd wordt, alsook de belangrijkste obstakels die zij ondervinden om (blijvend) toegang te vinden tot het CFP. Activiteiten: De CFPs bestuderen samen de regionale SDB-politiek rond opción preferencial; studie van de interne context van het CFP (bereikte doelgroep, maatregelen ter ondersteuning van toegang en retentie), studie externe context (huisbezoeken, socio-economische enquêtes ontwerpen en uitvoeren, verslag), identificatie ideale doelgroep + ondersteunende maatregelen (+ analyse financiële haalbaarheid), selectie-, oriëntatie en begeleidingsprocessen systematiseren, beleid presenteren, valideren, socialiseren en implementeren, periodieke actualisering beleid en maatregelen (aftoetsen met focusgroepen) R2-A2– Strategische planning ontwikkelen op niveau van elk CFP + ODN, vertalen in jaarlijkse operationele plannen en implementeren Activiteiten: een expert contracteren om het proces te begeleiden, participatieve formuleringsmeetings om de basis voor het plan te leggen (SWOT, missie, visie en objectieven, uitdagingen, goals en actiepunten, structuur van het plan vastleggen, plan ontwikkelen, implementatie en socialisatie van het plan, reproductie en verspreiding; Algemene en specifieke doelstellingen identificeren met behulp van consultant, activiteiten plannen en budgetteren, werkstrategieën vastleggen, aanduiden verantwoordelijken en vastleggen timing, implementatie en socialisatie van het plan, reproductie en verspreiding, plan + voortgangsrapporten voorleggen aan zowel ODN als VIA DB. R2-A3– Financieel beheer verbeteren in alle CFPs Toelichting: Het financieel beheer van de partners is uitermate belangrijk om hun duurzaamheid als CFP te garanderen. Een eerste belangrijke stap is om de financiële, strategische en operationele coherentie van de werking te verhogen. Het gaat om: financieel systeem van de CFPs updaten, waarbij een link gemaakt wordt met het strategisch en het operationeel plan; Inkomensgenererende activiteiten plannen en uitvoeren om de financiële duurzaamheid van de CFPs en ODN te garanderen Activiteiten: Diagnose van het huidig systeem, noden identificeren op basis waarvan het systeem geactualiseerd zal worden, een controlesysteem ontwikkelen, jaarlijkse financiële plannen maken, financiële transacties registreren, interne controle uitvoeren, periodieke financiële verslagen; strategieën formuleren en implementeren om de performantie van de productie-eenheden te verhogen (Ciudadela), allianties met (inter)nationale ngo’s en overheidsorganen met het oog op nieuwe projecten of programma’s, een plan ontwerpen rond het beheer van giften. ODN: een jaarlijkse ontmoeting met de bedrijfswereld faciliteren waar ze kennis kunnen maken met de CFPs en de eindbegunstigden, promocampagne (ngo’s, bedrijven, etc.)
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 21/30
R2-A4 In alle geselecteerde CFPs wordt het HRM-beleid verbeterd Het gaat om: Ontwikkelen van duidelijke functie- en profielomschrijvingen; systeem ontwikkelen voor de evaluatie van de professionele ontwikkeling en prestaties van het personeel; Leermomenten organiseren voor personeel, pertinent met hun functieprofiel en afgestemd op de personeelsevaluaties Activiteiten: voor iedere functie de profielen herbekijken en op punt zetten, selectie- en recruteringsproces definiëren en standardiseren, de manual de funciones socialiseren en valideren; Methodologie voor evaluatiegesprekken ontwikkelen, instrumenten voor opvolging en evaluatie ontwikkelen, twee keer per jaar evaluatiegesprekken houden, de resultaten van de evaluatie analyseren met de leidinggevenden van het CFP, opvolging van gemaakte afspraken tijdens opvolgingsgesprekken; prioritaire vormingsnoden identificeren, allianties aangaan voor het ontwikkelen van vormingen/stages, vormingsplan uitwerken, vormingen organiseren met geschikte trainers, stages bij succesvolle OILs waar best practices geleerd kunnen worden, veranderingen in professionele houding nauwgezet opvolgen en bijsturingen maken waar nodig. R2-A5 In alle geselecteerde CFPs wordt het informatie- en kennisbeheer verbeterd Het gaat om: online platform en informaticasysteem van het nationaal OIL-netwerk onderhouden, actualiseren en socialiseren (OIL piloot Ricaldone); Opvolgingsstudies van de afgestudeerde eindbegunstigden ontwerpen en uitvoeren Toelichting: de OILs in El Salvador beschikken over een online platform en informatiebeheersysteem dat ondersteuning biedt aan het netwerk van OILs en waar aan bemiddeling wordt gedaan tussen werkgevers en ideale cliënten. Het systeem, dat in 2012 het daglicht zag, zal verder uitgebouwd en versterkt worden om de dienstverlening van de OILs te ondersteunen, studenten beter op te kunnen volgen en PRGrapportering te faciliteren. om feedback te krijgen, zowel over de kwaliteit van de dienstverlening van de OILs, als over de relevantie en pertinentie van de opleidingen die door de CFPs worden aangeboden, is het aangewezen om systematische opvolgingsstudie in te plannen van afgestudeerde eindbegunstigden. Op die manier kan ook meer zicht gekregen worden op de impact van het PRG : heeft de door onze IOP’s aangeboden TVSD-opleiding de kansen van onze eindbegunstigden op waardig werk verhoogd? Zijn de levenscondities van de eindbegunstigden (en hun naasten) verbeterd? Activiteiten: identificeren en contacteren van een succesvol tewerkstellingsbureau, identificatie van alle te verbeteren elementen mbt structuur, processen, instrumenten, enzovoort om beter tegemoet te komen aan de noden van de eindbegunstigden en de bedrijven, de verbeteringen doorvoeren in het systeem en dit socialiseren, toezicht houden op en begeleiding bieden bij de registratie van eindbegunstigden of bedrijven, maandelijks rapporteren over het gebruik en de effecten van het portaal; Ontwerpen van de tracer study (de vragen die gesteld worden, de manier waarop bevraagd zal worden) de studie implementeren, gegevens analyseren en conclusies trekken, contact onderhouden met alumni, systeem van tracer studies evalueren en bijsturen, continu uitwisselen tussen de piloot OILs en explorers zodat elk CFP leert om de studie uit te voeren en de resultaten te gebruiken. R3 // De begeleiding van leerlingen naar de wereld van het werk is verbeterd R3-A1 – Dienstverlening systematiseren en uitbreiden en op die manier meer leerlingen bereiken Het gaat om: Werkplan en strategie van het piloot OIL ontwikkelen; promo- en sensibiliseringsplan uitwerken rond de diensten die de OIL piloot aanbiedt; Verhuis en uitbreiding van het OIL piloot bureau zodat deze kan groeien in zijn functie; organiseren van groepsvormingen voor eindbegunstigden rond de vaardigheden die nodig zijn om werk te zoeken, en de rechten en plichten op de werkvloer Activiteiten: SWOT-analyse maken, doelen en objectieven formuleren, een POA formuleren en opvolgen; vanuit kennis van de interne en externe context van de eindbegunstigden, strategieën definiëren om hen te bereiken met informatie over de diensten van het OIL, promomateriaal ontwikkelen, promostrategieën implementeren; Constructie van de ruimte voor de OIL, bemeubelen van de OIL; Het organiseren van cursussen rond cultura laboral (empleabilidad) voor de eindbegunstigden van het CFP, een eerste oriëntering geven aan laatstejaarsstudenten rond micro-ondernemerschap SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 22/30
R3-A2 – Contacten en strategische samenwerking met werkgevers en andere relevante actoren uitbreiden, i.h.b. met het oog op systematiseren van stages / werkplaatsleren voor de leerlingen en het toeleiden van leerlingen naar organisaties die gespecialiseerd zijn in ondernemerschap Toelichting: Om stageplaatsen – en bij uitbreiding, werkgelegenheid p – voor de eindbegunstigden te garanderen, moet er continu contact gemaakt worden met de bedrijfswereld. Dit is één van de kerntaken van de OILs. Activiteiten: Een promotieplan rond de ‘productieve etappe’ van de nieuwe opleidingen ontwerpen om uit te delen in bedrijven, overeenkomsten en allianties sluiten met bedrijven uit relevante sectoren via speciaal daartoe georganiseerde ‘ontbijten’, contacten onderhouden met MTPS, USAID, ASI, Cámara de comercio, promotie maken voor het online platform waar zowel eindbegunstigden als werkgevers zich kunnen registreren; Processen ontwikkelen om studenten naar hun productieve etappe toe te leiden en hen hierin te begeleiden, instrumenten uitwerken (formulieren, contracten, instructies en info voor de werkgevers, etc.) voor dit begeleidingsproces, instrumenten ontwikkelen voor de evaluatie van studenten in hun productieve etappe.
E. Transversale thema’s – gender & milieu Gender Als VIA Don Bosco in El Salvador als algemeen doel stelt dat socio-economische ongelijkheid verminderd moet worden, spreekt het voor zich dat er aandacht gaat naar genderproblematiek. Meisjes en vrouwen vormen veelal een achtergestelde groep in de door machismo gekleurde cultuur van de CentraalAmerikaanse samenleving en verdienen extra aandacht als we ongelijkheid willen aanpakken. Daarbuiten zijn vrouwen ook vaak de drijvende kracht achter positieve veranderingsprocessen in de maatschappij. Als we dus willen dat de ontwikkeling van El Salvador en de vermindering van haar ongelijkheid wordt bevorderd, kunnen we niet anders dan stimuleren dat vrouwen een waardigere plaats krijgen in de samenleving. In het formulerings- en planningsproces werd door VIA DB en haar partners dan ook extra aandacht geschonken aan gender, hiervan getuigen enkele concrete initiatieven: -
-
-
-
-
In de identificatie van de nieuwe opleidingsprogramma’s die zouden geïmplementeerd worden in PRG 2014-16 – een uitgebreid proces waar doorgeen PRG 2011-2013 aan gewerkt werd – is er duidelijk voorkeur gegeven aan opleidingen binnen de dienstensector. De nieuwe opleidingsprogramma’s (Soporte de aplicaciones web, ventas y telemercadeo, mantenimiento electrónica en estética y belleza) zijn beduidend aantrekkelijker voor vrouwelijke eindbegunstigden dan de meer traditioneel mannelijke opleidingen die de CFPs traditioneel aanbieden. In deze opleidingen werden uiteraard nooit meisjes geweerd, maar het viel wel op dat zowel de meisjes zelf (als hun familie), als de werknemers deze mannelijke beroepen niet echt voor vrouwen weggelegd zien. Door te kiezen voor nieuwe, op informatica en diensten gerichte vormingen, gaan onze partners evenzeer voorbij aan de ‘klassieke’ opleiding tot naaister of kokkin, waarmee stereotypen doorbroken worden en vrouwen worden voorbereid op een waardige job. Bij het ontwerp van het doelgroepenbeleid voor ieder CFP, zal er een extra inspanning geleverd worden om activiteiten te implementeren die de toegang en retentie van meisjes tot alle opleidingen bevorderen. In de geplande promotieactiviteiten worden meisjes expliciet aangesproken (het gaat hier vaak om subtiele nuances zoals het geslacht van de jongeren op foto’s, het gebruik van de vrouwelijke uitgangen zoals ‘alumnas’ etc., die vaak een significante impact hebben op de ontvanger van de boodschap) In de opleidingen voor leerkrachten en administratief personeel van de CFPs, wordt gender opgenomen als transverseel thema. (de mosterd hiervoor kan gehaald worden bij een geslaagd programma in het SDB CFP in Managua, Nicaragua). In de inhoud van het cursusmateriaal zelf worden stereotypen bewust tegengegaan, en jongeren worden in de integrale vormingen (die ook een habilidades para la vida-component bezitten) gesensibiliseerd rond gendergerelateerde thema’s.
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 23/30
-
De OILs zullen toenadering zoeken tot bedrijven om hen bewust te maken rond gender en het belang van participatie van de vrouw op de werkvloer.
Milieu Milieuproblemen worden hoe langer hoe globaler en werken aan milieu wordt ook steeds belangrijker. Door onze partners in El Salvador zal vooral ingezet worden op het sensibiliseren van leerkrachten en alumni ivm de milieuproblematiek en verantwoord milieubeheer. Dit is een thema dat expliciet verweven wordt in de nieuwe opleidingsprogramma’s: jongeren worden geïnformeerd over de mondiale problematiek; de problemen die mensen wereldwijd ondervinden bij het zoeken naar evenwicht in het ecosysteem; en de noodzaak om het milieu en haar natuurlijke rijkdommen te beschermen voor de eigen levenskwaliteit, die van toekomstige generaties en de ontwikkeling van El Salvador als land.
F. Uitleg bij budget Het budget kwam tot stand in overleg met de partners en staat in het teken van hun strategische prioriteiten en absorptiecapaciteit. Het budget ligt hoger dan 500.000 EUR gespreid over de drie programmajaren, waarmee voldaan wordt aan de DGD-regelgeving i.v.m. minimale absorptiecapaciteit per partnerland. VIA Don Bosco (VDB) speelt een operationele rol in het verwezenlijken van de resultaten van PRG 2014-2016. Deze houdt met name in: bevorderen van kennisdeling tussen partnerlanden (i.e., organisatie Continentale Meetings; vergelijkende studie, documenteren en dissemineren van goede praktijken); bevorderen van kennisdeling tussen partnerorganisaties binnen partnerlanden en externe deskundigen (i.e., organiseren van jaarlijkse "lessons learned" workshops); en aanmoedigen van innovatie en synergie (i.e., stimulusfonds voor innovatie en synergie-projecten van partners). De operationele kosten die aan deze activiteiten verbonden zijn, werden verdeeld onder de partnerlanden (met opsplitsing tussen FMA en SDB netwerken) en verrekend in het budget. Aan dit deelprogramma wordt 8,30% van het totaal voorgestelde budget voor operationele kosten Zuid toegekend en als volgt over de verschillende resultaten verdeeld:
Land
El Salvador
Row Labels R1 R2 R3 Grand Total
Grand 2016 Total
2014
2015
12,48%
14,58%
7,37%
34,43%
15,69%
18,83%
15,45%
49,96%
6,27%
4,59%
4,75%
15,61%
34,44%
38,00%
27,57%
100,00%
9.2.4 Logisch kader
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 24/30
BaseJ1 J2 J3 Verificatiebronnen line SDZ 8: De socio-professionele integratie van kansarme jongeren en jongvolwassenen (15-25 jaar) in San Salvador en Santa Ana is duurzaam verbeterd dankzij (1) de verbetering v.d. kwaliteit v.h. onderwijsleerproces in de Don Bosco opleidingscentra; (2) de verbetering van de kwaliteit v.h. beheer van deze centra; en (3) de verbetering begeleiding nr. de wereld v.h. werk. Hypotheses: - De economische en sociale risico’s die gespecificeerd zijn in de risicoanalyse hebben geen ernstige nefaste gevolgen voor het succes van het programma Ind. 1 Gem. % leerlingen, i.h.b. doelgroepleerlingen, dat met succes afstudeert 70% 80% school (student) data management system Ind. 2 Gem. % afgestudeerde leerlingen, i.h.b. doelgroepleerlingen, dat 6 maanden na 60% 70% (student) record management; tracer afstuderen werk heeft studies (geen baseline studie uitgevoerd) Resultaat 1: In alle geselecteerde CFPs is de kwaliteit van het onderwijsleerproces verbeterd Hypotheses: Het aanpassen van leerinhouden aan de noden van de arbeidsmarkt en het opleiden van leerkrachten in functie van die noden heeft een positief effect op het leerproces van jongeren; CFPs worden doorheen de projectcyclus goed begeleid door OB Ind. 1 Gem. % leerkrachten dat een officieel handboek / gevalideerde syllabus heeft voor Het handboek/de syllabus 0 50% 70% 90% het vak dat zij geven Ind. 2 Gem. % in-service leerkrachten dat voldoet aan de officiële normen i.v.m. school (teacher) data management 0 50% 60% 75% vooropleiding / certificering / gelijkgestelde ervaring system Resultaat 2: De kwaliteit van management is verbeterd in alle geselecteerde CFPs Hypotheses: Blijvende bereidheid van directieleden om management capaciteit op te bouwen; een bepaalde mate van stabiliteit onder de directieleden, gegeven de context v.h. rotatiesysteem; CFPs worden doorheen de projectcyclus goed begeleid door OB Ind. 1 # partner-CFPs dat een door de Provinciale Raad gevalideerd doelgroepenbeleid 0 3 3 3 jaarverslagen CFPs toepast en minstens jaarlijks evalueert Ind. 2 # partner-CFPs dat hun score op de management health check op minstens 4 0 3 3 3 management health check vlakken verhoogd heeft Resultaat 3: De begeleiding naar de wereld van het werk van de tewerkstellingsbureaus (OILs) in El Salvador is verbeterd Hypotheses: De Salvadoraanse economie blijft groeien en werkgelegenheid genereren; OILs worden doorheen de projectcyclus goed begeleid door OB Ind. 1 Gem. % leerlingen, i.h.b. doelgroepleerlingen, dat heeft deelgenomen aan 0 50% 70% 95% school data management system; groepsactiviteiten of –diensten aangeboden door TwBs ‘klanten’bestand, jaarverslagen OILs Ind. 2 Gem. % leerlingen, i.h.b. doelgroepleerlingen, dat tijdens of onmiddellijk na de 0 50% 70% 90% (student) record management; tracer opleiding een stage of een vorm van werkplaatsleren heeft kunnen genieten studies Hypotheses: De Salvadoraanse economie blijft groeien en werkgelegenheid genereren
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 25/30
9.2.5 Budget operationele kosten Budget El Salvador 1. Investeringen 1.1 Onroerend 1.2 Roerend 1.3 Kredietfonds 2. Werkingskosten 2.1 Vorming 2.2 Andere 3. Personeel 3.1 Lokaal 3.2 Expats 3.3 Beurzen Totaal R1 R2 R3
J1
J2
J3
Totaal
€ 151.314,40
€ 25.460,30
€ 8.510,98
€ 63.077,16
€-
€-
€ 185.285,68 € 63.077,16
€ 88.237,24
€ 25.460,30
€ 8.510,98
€ 122.208,53
€ 129.204,11
€ 183.137,53
€ 107.337,05
€ 419.678,68
€ 45.047,02
€ 56.678,18
€ 40.182,34
€ 141.907,54
€ 84.157,08
€ 126.459,35
€ 67.154,71
€ 277.771,14
€ 186.821,27
€ 307.029,28
€ 258.257,52
€ 752.108,07
€ 186.821,27
€ 307.029,28
€ 258.257,52
€ 752.108,07
€-
€€€ 467.339,78
€ 515.627,11
€ 374.105,55
€ 1.357.072,44
€ 169.353,41 € 212.882,28
€ 197.893,79
€ 99.953,93
€ 467.201,14
€ 255.479,69
€ 209.647,46
€ 85.104,09
€ 678.009,43
€ 62.253,63
€ 64.504,16
€ 211.861,88
9.2.6 Beschrijving van de middelen Budgetpost 1. Investeringen 1.1 infrastructuur
1.2
2.
3.
materiaal
Werkingsmiddelen 2.1 Vorming (van (leidinggevend) personeel) CFP en OIL ! Dit 2.2 Andere operationele kosten
Personeel 3.1 Lokaal personeel
3.2
Beknopte beschrijving van de middelen Constructie OIL piloot (ereloon aannemer, bouwmateriaal) Actualisering van de informaticalokalen (elektriciteitsinstallatie, vals plafond, vloer, wand tussen lokalen) Inrichten OIL piloot (bureaumeubels, projector, voertuig) Inrichtingen nieuwe opleidingen soporte de aplicaciones web, ventas y telemercadeo (computers en netwerk, banken en stoelen, airco, verf, meubilair, projector, (laser)printers, bord, software voor call centers) Inrichting administratie en sociale dienst (computers, bureaus, stoelen) Laptop, fotocamera Erelonen experts die vormingen ontwikkelen en komen geven Verplaatsings- en verblijfskosten bij vormingsmomenten Papieren, kaften, schrijfgerief Erelonen consultants (voor marktstudie, analyse doelgroep, ontwerp didactisch materiaal, ontwikkeling strategisch plan, online portaal…), (re)productkosten didactisch materiaal, basismateriaal voor de opleidingen, promotiemateriaal, papier en bureaugerief, transport, alimentatie, communicatie met afgestudeerden ter opvolging, internet, telefonie, benzine, Leerkrachten (23), OIL-verantwoordelijken , CFP-coördinator, PRGcoördinator, sociale werkers, HR-verantwoordelijken, projectverantwoordelijken, boekhouders, administratief personeel, ODN- coördinator
/
9.2.7 Risicoanalyse SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 26/30
Waarschijnlijkheid: Score 1 : onwaarschijnlijk Score 2 : mogelijk Score 3 : aannemelijk Score 4 : bijna zeker
Gevolgen: Score 1 : Score 2 : Score 3 : Score 4 : Score 5 :
verwaarloosbaar klein matig groot ernstig
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Risiconiveau: Score 1: Score 2 : Score 3 : Score 4 :
laag medium hoog extreem
Blz. 27/30
Impact resultaat
Risiconiveau
II.
I.
Bron & aard v. risico
Gevolgen
Aanpak van het risico (voor hoog en extreem hoog niveau) Waarschijnlijkheid
Inschatting van het risico
Veranderingen in overheidsbeleid mbt TVSD
De economische crisis die een negatieve invloed uitoefent op de capaciteit van bedrijven om werk en stageplaatsen te genereren voor eindbegunstigden
2
4
4
4
R1, R2
3
3
R1
Behandeling
Opvolging van het risico
Verantwoordelijke + Timing
Verantwoordelijke + Timing
ODN/ OPDCAM continu
ODN / elke maand
ODN/ OPDCAM, CFP(OIL explorer), piloot OIL continu
ODN / elke maand
Directie van de CFO’s, ODN // continu + bij naderende rotaties
ODN , CFOs, OILS // halfjaarlijks + bij rotaties
Directie van de CFO’s, ODN // continu
ODN , CFOs, OILS // halfjaarlijks
Directie van de CFO’s, ODN, OILs // continu
ODN OILs // halfjaarlijks
Contextuele risico’s Toenadering zoeken tot INSAFORP/MINED om beleidsbeslissingen trachten te beinvloeden; deelnemen aan mesa técnica rond onderwijs, werken aan corporate image Het aantal bedrijven waarmee samengewerkt wordt voor stages en tewerkstelling verhogen; goede contacten onderhouden met de bedrijfsleiders via de piloot en explorer OILs
Institutionele risico’s
Rotatie van de SDB in de centra
2
2
2
R 1-3
Er is gebrek aan technisch personeel met de nodige competenties voor de uitoefening van hun functie
3
3
3
R 1-3
Duidelijke beschrijving van lokale strategie; Kennisoverdracht van het PRG dmvbriefings & debriefings tss. leiding CFPs en OB Alle activiteiten m.b.t. vorming in-service lkn. en HRM
Programma-risico’s Weinig bedrijven die stagiaires accepteren
3
4
3
SDZ8_ELSALVADOR_OS
R1, R3
Het aantal bedrijven waarmee samengewerkt wordt voor stages verhogen; goede Blz. 28/30
Vraag van de eindbegunstigden naar TVSD neemt af
3
4
3
SDZ8_ELSALVADOR_OS
R1, R3
contacten onderhouden met de bedrijfsleiders via de piloot en explorer OILs Alle activiteiten die beschreven zijn onder R1 SubR2
Directie CFO’s, ODN // continu
Blz. 29/30
OPLADI OILs // halfjaarlijks
9.3 Evaluatie Ook tijdens de PRG-periode 2014-2016 houdt VIA Bosco vast aan het principe om een deel van haar budget te reserveren voor externe evaluatieopdrachten. Het budget dat hiervoor voorzien wordt, bedraagt 0,725 procent van de totale operationele kost van het PRG. De evaluatie zal, net als de vorige externe evaluatie, een beoordeling zijn van de relevantie, effectiviteit, efficiëntie en duurzaamheid van het programma VIA Don Bosco m.b.t. Specifieke Doelstelling Noord 1 en een geselecteerd aantal Specifieke Doelstellingen Zuid. Hoewel de evaluatoren slechts een beperkt aantal partnerlanden zullen bezoeken, worden de bevindingen afgetoetst met en gevalideerd door partnerorganisaties uit nietbezochte landen. Uit de bevindingen van de meta-evaluatie van de programma’s van de niet-gouvernementele actoren (NGAs), die medegefinancierd zijn door de Belgische internationale samenwerking die in 2012 werd uitgevoerd in opdracht van de Dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking, heeft VIA Don Bosco geleerd dat er een expliciet evaluatiebeleid uitgewerkt moet worden. Dit nog vóór de referentietermen van de volgende externe evaluatie worden opgesteld. VIA Don Bosco hanteert totnogtoe nl. weliswaar vrij sterke principes (bv. kwaliteit, transparantie, terugkoppeling) bij de uitvoering van externe evaluaties, maar deze blijven veelal impliciet. Ze zijn onvoldoende besproken en gedocumenteerd en moeten daardoor vooral “bewaakt” worden door de medewerker die verantwoordelijk is voor het opvolgen van de externe evaluaties. In de mate van het mogelijke wordt dit beleid best geformuleerd in overleg met de verschillende betrokken partijen (incl. partnerorganisaties). Een tweede verbeteractie die zal ondernomen worden, is de formulering van een management response of reactie op de conclusies en aanbevelingen die de evaluatie doet. Idealiter leveren zowel VIA Don Bosco als de partnerorganisaties een dergelijke reactie, aangezien het de bedoeling is om later te kijken naar wat er gebeurt met de boodschappen die de evaluatie naar voren gebracht heeft. Daarnaast kunnen de 3 case studies die VIA Don Bosco in de loop van PRG 2014-2016 – i.s.m. externe consultanten – zal realiseren om de strategisch-inhoudelijke reflectie rond het PRG te verdiepen en onderbouwde bijsturing mogelijk te maken, gelden als een vorm van evaluatie. Het accent ligt hier weliswaar op “leren” (i.p.v. verantwoording afleggen) met de bedoeling capaciteitsversterkingsprocessen te voeden, maar onderzoek naar goede praktijken zal ook licht werpen op wat wel en wat minder goed werkt in het PRG. In dezelfde lijn liggen de jaarlijkse “lessons learned” workshops die VIA Don Bosco samen met de partners – per partnerland – zal organiseren. Deze zijn in de eerste plaats bedoeld om veelbelovende praktijken en “flaters” te identificeren en (op die manier) richting te geven aan de veranderingsprocessen die de verschillende partnerorganisaties – OBs, CFPs, TwBs en VIA Don Bosco – aangaan om PRG-resultaten af te leveren. Maar ze geven tegelijkertijd (tussentijds) inzicht in de doeltreffendheid van de PRG-werking.
SDZ8_ELSALVADOR_OS
Blz. 30/30